l
Wijde Wereld 1
Waalwijkse en Langstraatse Courant
Speciale reportage
V lootmanoeuvres
Onze. p.aKtne.h.6.
Veilig-verkeeractie Juni 1951 van
het verbond voor veilig verkeer
UIT DE
III.
MAANDAG 11 JUNI 1951.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
DE ECHO VM HEI ZUIDEN
74e JAARGANG No. 47.
OPGERICHT 1S7S.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK 'fEL. 38.
SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL.
66.
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TEL.-ADRES „ECHO"
Moderne instrumenten getroefd door zeemanschap
Van een slingerende vloot en een zeeziek journalist
De van Amerika overgenomen fre
gatten zijn slingerbakken. Daarover
ie iedereen aan boord van de „Du
bois" en de „Van Ewijck" het eens.
De gasten aan boord wel in de eer
ste plaats. Die hebben het een paar
dagen tijdens de marinemanoeuvres
kwaad te verduren gehad, want zij
hadden geen sterkere zeebenen dan
zij tijdens de vorige manoeuvres
hadden kunnen verwerven. Toen
waren evenwel deze moderne Ame
rikaanse fregatten nog niet in dienst.
Het moet tot zijn eer gezegd wor
den, dat een Limburgs journalist zich
door alle slingeringen niet van de
wijs heeft laten brengen, maar daar
mee maakte hij dan ook een uit
stekend figuur. Onder de lang be
varen bemanning waren er die nu en
dan ijlings naar de railing moesten
snellen en de specialisten van de
radio- en radarkamer hadden een
emmertje opgesteld tussen hun in
gewikkelde instrumenten.
Maar golven en slingeringen ten spijt,
de dienst ging door. De kok had behal
ve hekjes op zijn fornuis om de pannen
in toom te houden, ook in zijn kombuis
stellages opgetrokken om zichzelf te vrij
waren voor botsingen met het hete for
nuis. Als in een van de verblijven iemand
een asbakje vroeg, behoefde een ander
dat maar op de grond te zetten. Met de
volgende slingering slierde het ding naar
de andere zijde om even lattr weer terug
te komen.
net is op een onderzeeboot wel eens
voorgekomen, dat iemand uit zijn kooi
geslingerd werd, maar het verhaal daar
over wordt min ox meer ais een legende
oescnouwd. nier op de „Liuhois is eik
bed voorzien van riemen om de slaper
zodanig vast te snoeren dat hij niet op
de ijzeren platen wordt gekwakt.
toch is slingeren ot de golven klie
ven gelijk een strijkijzer slechts een on
belangrijk verschil, niet zozeer voor het
leven aan boord als wel voor de ma
noeuvres. Aangezien de schout bij nacht
niet anders verwacht ot het JNederland-
se smaldeel zal de orders nauwkkeurig
uitvoeren, moeten de seiners aan de
viaggekast van de Tromp (het INeder-
landse vlaggeschip) zich maar op de een
ot andere wijze schrap zetten en evenzo
hun collega s op de andere schepen. 'Z,ij
lezen die vlaggeseinen en wankelen
zwaaiend naar hun commandant, die zich
ergens schoor gezet heett op de brug,
om hem het brietje met de boodschap te
brengen. Uit dat bevel distilleert die
commandant de noodzakelijke orders
voor zijn eigen bemanning. De koers
wordt gewijzigd en het toerental der ma
chines en nu gaan enige schepen zich
afzonderen om in de mistige kim te ver
dwijnen. Zij zullen pogen de rest van
het eskader te ontlopen en zo bij het
vallen van de duisternis een klein zee-
slagje ensceneren. Zwaaiend en stam
pend en op volle vaart lopen de „Du
bois en de Van Ewijck" weg, dwars
door de golf van Biscaje en juist op dat
moment ontfermt de scheepsarts zich
over de journalist, die reeds gedurende
enige uren niet tot enigfe zelfstandige be
weging in staat, onder een kanon ligt,
uitgestrekt op een paar kisten munitie,
die o zo aangenaam kunnen liggen,
wanneer de frisse zeebries een soort
medicijn moet zijn. De arts heeft meer
met dat bijltje gehakt. Hij weet de slappe
passagier aan boord van dit vaartuig te
bewegen op te staan en onder zijn lei
ding een pilletje in te nemen. Dan mag
hij weer een kwartier liggen, maar dan
moet het ook afgelopen zijn. Een bordje
Indische rijst doet dan de rest en maakt
de verzwakte journalist wfeer waarlijk
iets dat op een menselijk creatuur gelijkt.
Hij is dan in staat om, zich stijf vast
klemmend in een hoek van de comman
dobrug, het nachtelijk gevecht te volgen
en hij vfergeet zijn narigheid geheel wan
neer zich dat gaat ontwikkelen.
Hoe weinig heeft overigens, met de
moderne middelen, die duisternis in
vloed op de gevechten. Op de radar
schermpjes zien vriend en vijand elkaar
s nachts even duidelijk als overdag. In
deze volle vredestijd is de enige moei
lijkheid om niet een paar koopvaarders
voor de „vijand" te verslijten. Want de
radar is nog niet zo geperfectionneerd,
dat ook dat onderscheid te zien zou zijn.
Ondanks alle verfijnde moderne instru
menten brengt toch ook in dit nachtelijk
gevecht de fijne toets van zeemanschap
het verschil tussen nederlaag en over
winning. Wat de instrumenten betreft,
zijn de partijen vrijwel gelijkwaardig. Zij
kunnen elkaar ongeveer op hetzelfde
ogenblik waarnemen zondfer elkaar te
zien. maar de „vijand" is verre over
machtig wat geschutkracht betreft. Het
komt er dus op aan zo te manoeuvreren,
dat ook de lichte eenheden hun kanons
kunnen laten spreken zonder dat zij
(theoretisch) al in de grond worden gfe-
boord.
Het gaat allemaal erg rustig, tenmin
ste zonder zichtbare opwinding, die
voorbereiding tot een listig gevecht, maar
het is een ingespannen samenwerken van'
een stel specialisten en over dfe troep
heerst de grote, zekere commandant. Een
man van weinig woorden is hij en slechts
uit een halve zin en de veelkleurige lint
jes op zijn Zondagse uniform hebben wij
opgemaakt, dat hij een fraaie staat van
dienst uit de oorlogsjaren achter zich
heeft. Maar met die zekere aanwijzingen
en die korte bevelen leidt hij zijn schip
en het kleine flottilfe zo, dat straks de
vijand weinig kans zal hebben. Hij past
zowaar het oude gebaar toe van de natte
vinger in de lucht om de windrichting
ten opzichte van het schip te leren ken
nen. Daaruit volgt weer een koerswijzi
ging en dan worden de seiners weer aan
het Werk gezet om een boodschap naar
het andere schip over te brengen. Er zal
met het speciale nevelapparaat een rook
gordijn worden gelegd. Vette kwalmen
grijze rook slieren over het water. Het
hoofd van de machinekamer staat met
een bezorgd gfelaat bij die nevelsproeier,
die nog nooit in Nederlandse dienst ge
werkt heeft. Het ding staat rood gloei
end en vlak daarnaast liggen de diepte
bommen opgetast. Er worden brandslan
gen gereed gehouden. Als de krijgslist
wil gelukken, moet dit rookgordijn groot
en effectief zijn. Het wordt gelegd en op
het moment, dat de „vijand" het vuur
wil openen om de prooi, die hij op zijn
radarinstrumenten zo duidelijk kan zien,
te beschieten, blijkt hoe zorgvuldig over
wogen dat plan waarvan slechts enkele
woorden op de brug merkbaar werden,
is geweest. De vijand jaagt de* ene
lichtgranaat na de andere de lucht in.
Hij denkt niet anders dan op die manier
de gezochte schepen in een fel licht te
zetten, zodat zij beschoten kunnen wor
den. Maar de felle lichtgranaten onthul
len niet anders dan de rookwalm, waar
achter de twte schepen ergens verbor
gen zijn. De wind is tot bondgenoot ge
maakt. Die twee kleine schepen zouden
nu de mogelijkheid hebben om in het
rookgordijn nader te sluipen en dan zelf
het vuur .te gaan openen op de aanval
lers. Zover wordt het spel niet gespeeld.
De schepen zoeken elkaar wel op maar
om vreedzaam een gezamenlijke linie te
vormen die opstoomt naar een Franse
haven.
De zeezieke journalist is door het
spannend gemanoeuvreer gedurende eni
ge uren, weer geheel fit geworden.
(Nadruk verboden)
K.
Onveilig verkeer presenteert het Neder
landse volk jaarlijks een rekening van
acht en tachtig miliioen gulden -
Vorig jaar heeft het Nederlandse Ver-
keersinstituut .voor de Minister van Ver
keer en Waterstaat een onderzoek inge
steld naar de jaarlijkse financiële Verlie
zen, welke tengevolge van verkeersonge
vallen door de Nederlandse gemeenschap
worden geleden.
Men wrijft zich verbijsterd de ogen
uit over het resultaat van dit onderzoek,
dat zeer consciëntieus en gedegen is ver
richt.
ONVEILIG verkeer presenteert het
Nederlandse volk jaarlijks nml. een re
kening van zegge en schrijve acht en
tachtig miliioen gulden aan financiële
schade!
Uit het rapport nu is dezfe zeer be
langrijke conclusie te trekken
Door een VEILIG verkeer kan het
Nederlandse volk jaarlijks millioenen
guldens verdienen
Inderdaad verdienen, en dat niet door
een paar enkelingen, doch door allen
gezamenlijk, die van de openbare wegen
gebruik maken, op welke manier ook.
Het Verbond voor Veilig Verkeer zal
de volgende week, wanneer het Veilig
Verkteersweek is, de weg wijzen, die naar
het begeerde doel zal leiden.
Een week „BIZONDERE
LEERPLICHT" voor iedere
weggebruiker.
Behalve deze millioenen-nota zijn er
nog een paar andere feiten, die het Vier
bond voor Veilig Verkeer hebben doen
besluiten om de a.s. Veilig-Verkeers-
week tot een periode van „bizondere
leerplicht voor iedere weggebruiker te
proclameren.
1 en eerste het feit van de inwerking
treding van de Wegenverkeerswet op 1
Januari van dit jaar, dat op zichzelf al
de „bizondere leerplicht" rechtvaardigt.
Inderdaad valt er voor iedere weggebrui
ker thans wel iets te leren uit de nieu
we wet.
Het tweede feit, van heel andere aard,
is de stijging van het aantal verkeerson
gevallen, doden en gewonden in 1950 in
vergelijking met het jaar daarvoor, zo
als uit de cijfers hieronder blijkt
verkeersongevallen 1950: 66.146
(1949: 54.137) toename 22
doden 1950: 947
(1949: 910) toename 4
gewonden 1950: 18.950
(1949: 16.951) toename 12%
HET middel nu, om zowel de finan
ciële schade als het verlies van mensen
levens belangrijk te doen dalen is een
stipte naleving van de verkeersregels
door iedere weggebruiker. Doch dit ver
onderstelt dat iedereen dan ook de voor
schriften kent! Hferaan ontbreekt nog
zeer veel.
„De school komt bij U thuis!"
Door middel van affiches, biljetten,
stroken, brochures, films, filmstroken en
ander modern materiaal wil het Verbond
de volgende week de verkeersregels op
de juiste toepassing daarvan op grote
schaal propageren. Het zal dit doen in
samenwerking met de vele plaatselijke
Verenigingen voor Veilig Verkeer, de
Consuls va nhet Verbond, de politie en
andere contacten, die het overal in het
land bezit. En het zal dat zo grondig
mogelijk doen. Bizondere vermelding in
dit verband verdient een brochure van
het model van een miniatuur-school
schrift, waarin men een populaire uit
eenzetting zal aantreffen van de belang
rijkste verkeersregels voor de verschil
lende categorieën weggebruikers. Dit z.g.
blauwe boekje van Veilig Verkeer zal
in een zeer groot aantal huis-aan-huis
worden verspreid, hetzij door de plaat
selijke postkantoren, hetzij op andere
doeltreffende wijze. De toezegging: „De
School komt bij U thuis!" wordt dus
door het Verbond dan ook werkelijk na
gekomen, voorzover gemeentebesturen en
andere' instanties er hun medewerking
aan verlenen.
Bovendien is er de mogelijkheid, dat
de leerzame inhoud van het blauwe
boekje langs andere wegen in de gezin
nen komt, daar radio en pers eveneens
de actie zullen steunen. Men zal dan ook
verstandig doen in de komende dagen
te letten op de „wijze lessen uit het
blauwe boekje van Veilig Verkeer", die
via de krant en de microfoon in de huis
kamers zullen worden gebracht.
De jeugd, de hope voor een veilig
verkeer nu en in de toekomst, zal we
derom via de scholen en de politie wor
den onderwezen, terwijl er voorts in ver
schillende gemeenten naar zal worden
gestreefd om door middel van geluids
wegens, luidsprekers, veilig verkeersrit-
ten, spandoeken, optochten, tentoonstel
lingen enz. enz. de kennis van de ver
keersregels te bevorderen.
Iedereen weet, dat propaganda voor
een veiliger verkeer op de weg ver uit
gaat boven stoffelijke belangen.
Evenals met de kankerbestrijding het
geval is, gaat het ook hier allereerst om
het bestrijden van een kwaad en wel een
maatschappelijke ziekte, die dood en ver
derf zaait op de weg, jeugd noch ouder
dom spaart en enkeling en gemeenschap
een onzegbaar groot leed berokkent. Te
gen deze zwarte achtergrond moet de ac
tie worden gezien, die de volgende week
in het belang van de veiligheid op de
weg zal worden gevoerd. In deze zin
moeten bovendien de woorden: „Een
week „bizondere leerplicht" voor iedere
weggebruiker" worden verstaan, die het
Verbond voor deze actie als slagzin zal
bezigen.
Op basis van de aanzienlijke materiële
schade en van het onzegbaar leed jaar
lijks in zovele gezinnen gebracht, roept
het allen tot medewerking op, niet al
leen voor deze Veilig-Vferkeersweek,
doch ook daarna. Samenwerking zij het
parool van het Nederlandse Volk voor
nu en in de toekomst, want
„ALLEEN FALEN WIJ,
SAMEN SLAGEN WIJ".
RAMP IN BRAZILIË.
51 DODEN EN MEER DAN 100
GEWONDEN.
Een en vijftig personen zijn in
Brazilië omgekomen bij een botsing
tussen een electrische personen
trein en een benzine-auto met
45.000 liter brandstof. De trein was
met arbeiders op weg naar Rio de
Janeiro.
De eerste drie wagons vlogen na
een geweldige ontploffing onmid
dellijk in brand. In enkele secon
den waren zij bedekt door wit.
brandende vloeistof. De hitte was
zo intens, dat de deuren niet meer
te openen waren.
Toegesnelde mensen konden aan
vankelijk door de verschroeiende
hitte de brandende wagons niet na
deren en een gloeiende stroom over
een weg langs de spoorbaan hin
derde het reddingswerk.
Er zijn 110 personen gewond, van
wie enkele ernstig en men vreest,
dat het aantal doden nog zal stij
gen.
WEER VIER NEDERLANDERS
IN KOREA GESNEUVELD.
De Legervoorlichtingsdienst deelt
het volgende mede
Na de aanval, welke het Neder
lands detachement Verenigde Na
ties op 31 Mei ten koste van he
laas ernstige verliezen heeft afge
slagen, heeft het op 1 Juni aan het
oostelijk gedeelte van de centrale
sector opnieuw een Noord-Kore-
aanse tegenaanval moeten door
staan, welke aan Nederlandse zijde
vier doden en enkele gewonden
heeft gekost.
De verhouding tussen Nederland en zijn Uniepartner en zijn
Overzeese Rijksdelen is op het ogenblik weer actueel. De
Tweede Kamer heeft vorige week de begroting van Unie
zaken en Overzeese Rijksdelen behandeld en goedgekeurd
cn in Indonesië wordt er druk aan gewerkt om de verhou
ding tegenover Nederland gewijzigd te krijgen. Men kan
zich daartegen verzetten, men kan het ook niet doen, de
ontwikkeling gaat toch door, in welke richting dan ook.
Trouwens, zo groot is de oppo
sitie tegen een eventuele wijziging
der verhoudingen zelfs in Neder
land ook weer niet. Wel zijn de
motieven waaruit men er in zou
willen toestemmen of er positief
voor is, uiteraard nogal verschil
lend. Dit is begrijpelijk wanneer
men bedenkt hoe scherp voor- en
tegenstanders in de Indonesische
kwestie steeds tegenover elkaar
hebben gestaan en soms nog staan.
Dit nu te continueren is misschien
mosterd na de maaltijd, maar het
is niet steeds alleen de praclische
politiek van een zeker ogenblik die
hierin een rol speelt, doch in vele
gevallen weerspiegelt zich een hele
levenshouding in de politiek. Wan
neer dan het gebouw dat men zich
voorgesteld heeft, een luchtkasteel
schijnt, is het goed mogelijk dat
men ook op dat luchtkasteel niet
veel prijs meer stelt en het rustig
tot een volkomen illusie wil laten
vervliegen, noodgedwongen rustig,
want er is veel pyn in het hart.
Er zijn in Nederland mensen die
dit zo zien. Zij hebben heel hun le
ven voor een bepaalde zaak met
een bepaald inzicht gestreden en
ze hebben de loop der dingen in
een zekere richting willen stuwen.
Ze hebben de strijd verloren en
konden hun wil niet opleggen aan
de tegenpartij, die sterker was dan
zij, noch aan de ontwikkeling der
gebeurtenissen. Met onverschillig
heid hebben ze het huns inziens
magere resultaat aanvaard, met
eenzelfde apathie zullen ze die re
sultaten verloren laten gaan, om
dat ze voor hen toch waardeloos
zijn, althans bij lange na niet aan
hun ideaal beantwoorden.
Er zijn er ook die van een ander
standpunt uitgaande, op hetzelfde
eindpunt terecht komen. Men hoeft
niet te veronderstellen dat de hui
dige verhouding voor iemand als
ideaal geldt. Hier is men teleurge
steld omdat men de band te los
vindt, ginds vindt men dat hij nog
te strak is. Misschien is deze zeer
verschillende .interpretatie wel
mogelijk omdat de Unie eigendijk
vlees noch vis is. En omdat er zo
veel water bij de wijn is gedaan,
dat iedereen tevreden zou kunnen
zijn, is per slot van rekening nie
mand tevreden. Zij die er per se
nog iets meer in willen zien, be
schouwen ze als een symbool van
de verbondenheid, door de eeu
wen heen tussen Nederland en In
donesië gegroeid. Nu is dat na
tuurlijk heel mooi gezien, het is
echter alleen de vraag of 't klopt.
Wie toekijkt en zich dan eerlijk
rekenschap geeft van wat hij ge
zien heeft, zal toch wel zichzelf
moeten bekennen dat er van die
zogenaamde verbondenheid uit
drie eeuwen koloniaal regiem toch
niet zo heel veel blijkt. Gewoonlijk
treft men dergelijke schone uitla
tingen het meest aan in de offici
ële sfeer, omdat men daar het lang
ste beleefd blijft. Desalniettemin
zal men ver moeten zoeken om uit
datgene wat Indonesische staats
lieden de laatste jaren hebben ge
zegd, iets te vinden waaruit een
gevoel van verbondenheid met Ne
derland zou zijn te distilleren. Dit
is niet te verwonderen en in de
grond niet eens te betreuren. Het
is nu eenmaal zo dat de Indone
siërs dit anders bekijken dan wij
en waar wij op de eerste plaats
het zegenrijke van het Nederland
se regiem zien, kijken zij allereerst
naar de minder fraaie kanten. Wie
zal hun dit kwalijk nemen Een
onpartijdig standpunt in te nemen
is razend moeilijk, zo niet onmo
gelijk.
Dit alles brengt echter de konse-
kwentie mee dat de unie, met veel
moeite geconstrueerd om de ene
partij tegemoet te komen, weinig
hecht is. En waarom zou men ze
dan, als er van beide kanten wei
nig animo voor blijkt te bestaan,
handhaven Daar komt nog meer
bij. Nu is de verhouding in som-
mige 'gevallen bephald onaange
naam en dat zou misschien beter
worden als er tussen beide landen
normale internationale betrekkin
gen gecreëerd zouden worden. Na
tuurlijk is het zo dat, wal het
zwaarste is, het zwaarst moet we
gen. De kwestie is tenslotte wat in
dit geval hel zwaarst is en dat is
niet zo gemakkelijk te beoordelen.
In ieder geval is er in het Ne
derlandse parlement tot heden
geen ernstige oppositie gerezen te
gen de structuurwijziging die de
Indonesiërs voorstaan. Minister
Peters verklaarde natuurlijk dat
Nederland niet het initiatief zal
nemen, maar dat zal ook niet no
dig ziin. Daarom hoeft het geen
betoog dat in Indonesië de stem
ming er over het algemeen voor is,
want het punt maakt deel uit van
bet program der nieuwe regering.
Deze treft op het ogenblik voorbe
reidingen voor een speciale con
ferentie met Nederland. Op die
conferentie wil ze haar eisen met
betrekking tot een "herziening van
de R.T.C.-overeenkomsten te ber
de brengen. Minister-president Su-
kiman zei, dat zijn regering drie
punten als richtsnoer neemt bij de
behandeling van deze kwestie op
welke wijze de Nederlands-Indo
nesische Unie schade toebrengt
aan de Indonesische souvereini-
tcit. op welke wijze zij de ontwik
keling van de Indonesische ge
meenschap belemmert, en welke
psychologische druk zij uitoefent
op het Indonesische volk. Dr. Su-
kiman meende, dat de Unie niet
leeft in het volk en dat Indonesië
haar zelfs niet nodig heeft.
Uit deze laatste uitlating blijkt
ook, dat de Unie als symbool van
de verbondenheid tussen Neder
land en Indonesië niet zoveel
waarde heeft. Overigens lijkt het
dat het derde argument, het psy
chologische, het zwaarst weegt,
want men kan zich moeilijk aan de
indruk onttrekken dat de eerste
twee niet zo heel veel voorstellen,
of het moest zijn dat men ze terug
bracht tot het derde. Dan wordt
het weer een kwestie van gevoel.
Hoe het ook zjj, zoals de Unie
zich nu voortsleept, zal het wel
niet lang meer gaan. Er zal aan ge
dokterd worden en het is te hopen
dat de patiënt er gezond uit te
voorschijn komt ofeen zachte
dood sterft. Dat is waarschijnlijk
in het belang van Nederland zo
wel als van Indonesië.
Een enkel woord over de West.
Minister Peters heeft in de Twee
de Kamer meegedeeld, dat hij ver
wacht dat begin 1952 de Ronde
Tafelconferentie met Suriname en
de Antillen over hun toekomstige
status zal kunnen worden gehou
den. Zoals men weet hebben deze
rijksdelen wel zelfbestuur, maar
ook zij verlangen naar volkomen
onafhankelijkheid en liefst op zo
kort mogelijke termijn. Door de
Indonesische kwestie wijs gewor
den, heeft de Nederlandse regering
dit onderwerp met meer voortva
rendheid aangepakt, zodat men re
delijkerwijs mag veronderstellen
dat het hier niet op een debacle
uitloopt zoals in de Oost. Nu lig
gen de verhoudingen in Suriname
en op de Antillen wel beduidend
anders, verschillende delen zijn
ook niet zo sterk ontwikkeld, maar
dat neemt niet weg dat ook deze
gebieden de laatste jaren snel zijn
opgekomen en dat er een sterke
stroming is die er naar streeft zo
gauw mogelijk op eigen benen te
staan. Het is zaak dat deze stro
ming in de juiste bedding wordt
geleid, opdat ze in de juiste rich
ting loopt en op het juiste punt
uitkomt een goede toekomst voor
Suriname en de Nederlandse An
tillen in een harmonische samen
werking met Nederland.
Drastische maatregelen.
De Amerikaanse regering heeft
een lijst van duizenden artikelen
gepubliceerd, die de niet-commu-
nistische niet naar de communis
tische staten mogen uitvoeren. Ook
heeft het Congres een wet goedge
keurd die het mogelijk maakt de
handelsverdragen die de Verenig
de Staten hebben gesloten met de
Sovjet-Unie. Polen, Hongarije, Tsje-
cho-Slowakije. Roemenië en Bul
garije op te zeggen.
In de wet is een clausule inge
last dat geen hulp meer zal wor
den verleend aan die landen die
voor de oorlogvoering belangrijke
goederen aan het Oostelijk blok le
veren. Men verwacht overigens dat
deze bepaling nogal soepel zal
worden toegepast, omdat ze anders
zeer ernstige konsekwenties zou
meebrengen. Bovendien is het de
administratie van het Marshall
plan toegestaan uitzonderingen te
maken, maar die moeten met rede
nen omkleed zijn en aan diverse
ONTSTELTENIS IN DE
BANKWERELD.
Over reglementering van het
credietwezen.
Haar advies tot de regering
„Zet de tering naar de nering
In een adres aan de Tweede Ka
mer zegt de Nederlandse bankiers
vereniging „met ontsteltenis te
hebben kennis genomen van het
wetsontwerp tot toezicht op het
credietwezen". Ernstig woédt be
treurd, dat de bankiers niet zijn
gehoord alvorens het ontwerp werd
ingediend.
De bezwaren der vereniging
richten zich in hoofdzaak tegen het
toezicht dat beoogt de onderschik
king van het particuliere bankwe
zen aan de overheid ten behoeve
van de coördinatie van het mone
taire beleid van de overheid en van
het bankwezen. Het adres spreekt
van een grote en onverantwoorde
lijke stap, naar een reglementering
van het credietwezen. De financie
ring van de overheid door middel
van schatkistpapier wordt een mis
stand geacht, waarop bankiers bij
herhaling gewezen hebben. De
wenselijkheid van credietcontrole
wordt veroorzaakt door de voort
durende credieten, maar deze ere-
dietverlening heeft toch geen om
vang aangenomen, die ook maar te
vergelijken is met die van voor de
oorlog.
De kern der bezwaren van de
bankiersvereniging is, dat het wets
ontwerp alleen de credietverlening
aan het bedrijfsleven, maar niet
die aan de overheid beperkt. Daar
door wordt het monetair minder
gezonde crediet aan de overheid
gestimuleerd en beschermd ten
koste van het monetair gezonde
crediet aan het bedrijfsleven.
„De ongeëvenaarde machtscon
centratie in handen van de minister
van Financiën moet in strijd wor
den geacht met de democratische
beginselen van ons staatsbestel,
aangezien hierdoor niet alleen het
bankwezen, maar het gehele be
drijfsleven onder de beslissende in
vloed van de minister kan worden
gebracht".
De uitweg uit de impasse moet,
naar de mening van de bankiers
vereniging worden gezocht in het
treffen van een noodvoorziening,
waaraan de eis moet worden ge»
steld, dat zij zichzelve liquideert.
Op een persconferentie heeft het
bestuur der bankiersvereniging
het adres nader toegelicht. Opge
merkt werd, dat dit niet een aan
gelegenheid is, die speciaal de ban
kierswereld betreft.
Integendeel, dit betreft het ge
hele Nederlandse bedrijfsleven.
Wordt dit wetsontwerp aangeno
men dan zou, daar is de bankiers
vereniging van overtuigd, het ge
hele bedrijfsleven in zeer ernstige
moeilijkheden geraken.
De oplossing van alle geldzorgen,
voor particulier, bedrijfsleven en
slaat, is volgens de banken slechts
gelegen in het oude Hollandse
spreekwoord „Zet de tering naar
de nering".
congrescommissies worden opge
geven.
Honderd jaar Gemeentewet.
Op haar jaarlijks congres heeft
de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten Woensdag het feit her
dacht dat in 1851 de gemeentewet
tot stand kwam. Deze herden
kingsplechtigheid werd opgeluis
terd door de aanwezigheid van II.
M. de Koningin en van de minis
ter-president, dr. W. Drees, en de
minister van .binnenlandse zaken,
mr. J. II. van Maarseveen.
Beide ministers hielden een toe
spraak tot de verzamelde burge
meesters, wethouders en gemeen
tesecretarissen. Dr. Drees wees in
zijn rede op de ontplooiing die de
gemeenten in de loop van honderd
jaren hebben doorgemaakt en op
het feit dat zij de stoot hebben ge
geven tot verschillende landelijke
regelingen. Voorts hebben de ge
meenten een belangrijke taak als
uitvoerende macht.
Minister Van Maarseveen verge
leek de begrotingscijfers van 1851
met die van nu, en kwam tot de
conclusie dat de gemeentelijke uit
gaven in honderd jaar tijd verhon
derdvoudigd zijn. Hij maakte ook
enkele opmerkingen over de huidi-
gen beknotting der vrijheid van de
gemeente, wat overigens ook voor
het rijk geldt ten opzichte van in
ternationale organisaties. Hij ver
wachtte echter op die beknotting
weer een reactie.
Prof. L. W. G. Scholten, hoogle
raar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, hield een voordracht over
de gemeentewet onder de titel
„Van Nederlandse Stam". Hierdoor
toonde hij aan dat de gemeenten
organisch in het Nederlandse volk
zijn gegroeid en dat de vorm zoals
die is de beste is.
's Middags verscheen ook H. M.
de Koningin op de vergadering. Zij
werd begroet door de voorzitter van
de vereniging, burgemeester Oud
van Rotterdam. Deze schetste in
enkele grote trekken de ontwikke
ling der gemeenten door de eeuwen
en in verband daarmee de verhou-