1
Waar plaatsen wij onze woningen
GESLOTEN m de Kermisweek
EXTRA LAGE PRIJZEN.
HOE VREEMD 'T KAN LOPEN
IN DE WERELD.
>s
Middenstands-diploma 1952.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 2 JULI 1951
Raad van Sprang-Capelle
De heer de 8asMinstens zes in Capelle.
fn belgie
Eind Juli begint onze cursus opleiding
Middenstands - diploma 1952
2 lessen per week.
B VAN LIER, Kerkstraat 76, Waalwijk
van 8 tot 15 JULI A.S.
„DE BIE B" - Markt 11 - WAALWIJK
100 gram SNIJ WORST
200 gram LUNCH WORST
En hij kreeg zijn zin. Maar niet
dan nadat de raad er een wat
de voorzitter noemde „praat
uurtje" over had gehouden,
waarbij zowel van de kant van
B. en W. als van de raad her
haaldelijk werd verzekerd, dat
men elkaar geen verwijt wilde
maken. En omdat de voorzitter
opmerkte dat je nooit weet hoe
zo'n verslag uitvalt, haasten wij
ons op voorhand te waarschu
wen dat men uit ons verslag in
geen geval moet opmaken dat
B. en W. en de raad van Sprang-
Capelle elkaar verwijten zou
den hebben zitten maken.
Daar was dan ook blijkbaar geens
zins aanleiding toe, maar dat komt
later ter sprake. Laten we beginnen
met het begin en dat was uiteraard
de opening, bij afwezigheid van de
heer de Rooij. De notulen werden
na een opmerking van de heer Dek
kers ongewijzigd vastgesteld en de
ingekomen stukken werden deels
voor kennisgeving aangenomen; 'n
verzoek van de stichting „Moeder-
heil" in Breda om subsidie werd af
gewezen en aan de opmerkingen
van Ged. Staten over een raadsbe
sluit van 25 Mei werd tegemoet ge
komen. Over de wijziging van de
bouwverordening voor de gemeente
Sprang-Capelle had niemand iets te
zeggen, zodat die met de hamerklop
geacht kon worden goedgekeurd te
zijn.
YVendelnesse-Wildernis.
Bij het voorstel tot wijziging van
diverse straatnamen (zié ons num
mer van Vrijdag), gaf de voorzitter
enige toelichting.
Allereerst de benaming „Wendel-
nesseweg". Dit is een woord uit de
12e eeuw en betekende toen wilder
nis. De voorzitter wilde niet zeggen
dat Sprang nu een wildernis was,
maar toen scheen het toch zo te zijn.
De eerste heer van Sprang noemde
zich ook heer van Wendelnesse, zo
dat het later een familienaam werd,
nu nog te vinden in het gemeente
wapen.
De van der Duinstraat is genoemd
naar andere grondvesters van
Sprang, ook uit de 12e eeuw en ook
te vinden in het gemeentewapen.
De Willem van Gentsvaart is ge
noemd naar Willem van Gent, die
leefde in de 14e eeuw en een brede
turfvaart liet graven.
De heer De Bas weer geheel
hersteld van zijn ziekte en blijkbaar
goed ook, merkte de voorzitter later
op nam de kans waar om op een
ander chapiter te springen. Hij vond
namelijk dat de Wendelnesseweg nu
nog gedeeltelijk als wildernis be
schouwd kon worden en wel het ge
deelte tussen sluis en brug, dat kon
vroeger niet erger zijn geweest. Hij
vroeg of men al gevorderd was met
de verbetering.
De voorzitter zei dat hij het ge
makkelijk zou kunnen afschuiven
op het polderbestuur. Dat wenste
aan de sluis niets te herstellen. Er
was trouwens nog een andere kwes
tie met de polder aan de zijkanten
van de brug stond niets en dat was
gevaarlijk als het donker werd. Het
polderbestuur wilde er geen hek
werk plaatsen, want dat had het
nooit gedaan.
De heer Dekkers vond de vuilig
heid aan de haven verschrikkelijk.
Daarop antwoordde de voorzittei
dat er vroeger door de eigenaars ge
plant was. Over de Oostzijde had de
gemeente niets te vertellen, hoe het
met de Westzijde zat, werd nu in
Den Bosch bekeken. Misschien zou
de gemeente het kunnen laten dem
pen.
De heer Dekkers vond dat in alle
buurtgemeenten aardige plantsoen
tjes waren, maar in Sprang-Capelle
niet een. Daar zou het een mooie
plaats zijn. Kon het niet, dan moest
het gras en de brandnetels op tijd
gemaaid worden. De Buitenhaven
had in een halve dag klaar kunnen
zijn als er op tijd aan begonnen was,
nu had men er drie dagen over ge
daan.
Dat geluid van die plantsoentjes
klonk de burgemeester persoonlijk
als muziek in de oren. In vorige ge
meenteraden had hij er herhaalde
lijk op aangedrongen om iets aar
digs te planten, speciaal tegenover
het gemeentehuis. Maar de aanplant
van 80 boompjes, die toentertijd
80.kostten, was tot driemaal toe
afgestemd. Nu zouden er waar
schijnlijk weer financiële bezwaren
zijn. De Binnenhaven hoorde aan de
polder, daar kon de gemeente niets
aan doen. Wel wilde de voorzitter
het nog eens ter, sprake brengen.
Ook aan de Nieuwevaart zou een
mooi plekje te maken zijn van de
overweg tot de witte brug.
De heer Dekkers zei, dat de voor
zitter van de polder had beloofd dat
hij leuningen aan de brug zou laten
maken als die van de polder was.
De voorzitter waarschuwde ech
ter de heer Dekkers dat hij niet te
veel op toezeggingen moest afgaan,
want nu moest de voorzitter van de
polder eerst weer overtuigd wor
den. Maar de heer De Bas bracht
redding door te zeggen dat hij er al
van overtuigd was.
De heer Kraak wilde de Vaart
kant Wendelnesseweg Westzijde
noemen, ofschoon hij eerst liever de
naam Stationsweg had gezien, om
dat het station van later datum was
dan 1200. Maar de voorzitter vond
die historische naam goed voor de
opvoeding tot burgerzin. Tegen de
wijziging van de naam Vaartkant in
Wendelnesseweg Westzijde had hij
geen bezwaar, evenmin als de wet
houders en de raadsleden, zoldat al
dus werd besloten.
De heer Dekkers zei nog dat het
vuil langs de Wendelnesseweg opge
ruimd moest worden en de voorzit
ter was blij dat de heer Dekkers als
tuinder dat zei. De straatnaam wij
zigingen werden verder zonder aan
merkingen goedgekeurd.
Nu ging het even met een snel
treinvaart verder zonder disccussie
en stemming werden goedgekeurd
de begroting van het burgerl. arm
bestuur te Sprang voor 1951, het
voorstel tot toekenning van 2% gra
tificatie aan het gemeentepersoneel
en de vaststelling van de verorde
ning ex art. 25 van de Besmettelijke
Ziektewet (aangifteplicht van wa
terpokken).
Een klein obstakel vormde weer
de vaststelling van 't presentiegeld
voor de leden van stembureaux.
De heer Vos vond dat 8.niet
veel beter was dan de 6.van
vroeger, maar de voorzitter hoopte
dat dit vast goedgekeurd zou wor
den; het mocht eigenlijk niet meer
zijn dan 6.
De heer Dekkers vond het niet
eens nodig dat het f 8.per dag
was, maar de voorzitter was van
mening dat men ook rekening moest
houden met anderen, die geen loon
konden missen.
Beide partijen verzetten zich ove
rigens niet lang, zodat de voorzitter
weer aan het hameren kon achter
eenvolgens voor de goedkeuring van
de rekeningen van de burgerlijke
armbesturen van Sprang en Capel
le over 1949; de oninbaarverklaring
van een bedrag aan straatbelating;
de verlening van de machtiging tot
het aangaan van een kasgeldlening
groot 500.000.de verkoop van
de door onteigening verkregen
grond aan de oorspronkelijke eige
naar A. de Bie en de wijziging van
de begroting 1950.
Bespreking bouwplan 1951.
Daarmee was de raad toe aan
punt 15, de bespreking van de ten
uitvoerlegging van het bouwplan
1951, waarover de voorzitter een
praatuurtje" wilde houden. Daar
bleef het dan ook niet ver vandaan
en in die tijd had zowat iedereen
zijn standpunt uiteengezet, en hoe
wel de verschillende standpunten
nogal wat uiteenliepen, wilde nie
mand een ander een verwijt maken.
De voorzitter begon met te vertel
len dat hij verwachtte dat de een of
andere dag de plannen plotseling
ingestuurd zouden moeten worden,
zodat ze dan klaar zouden moeten
liggen. Waren ze niet klaar, dan zou
een andere gemeente voorgaan.
Voorts zou er zo goedkoop moge
lijk gebouwd moeten worden. B. en
W. hadden gedacht weer in blokken
van zes te bouwen en ze waren van
mening dat het niet onverstandig
zou zijn de dertig woningen die wa
ren toegewezen, op één plaats te
bouwen. Dat zou aanmerkelijk sche
len in de kosten. Nu was het maar
de vraag waar het eerste te bouwen.
In Capelle ging het vrij moeilijk,
want Ged. Staten hadden de grond
aankoop van Van der Sluijs nog niet
goedgekeurd, omdat de gemeente
nog geen vast aanwijsbarelening
had. Verschillende mensen hadden
wel mondeling toegezegd dat ze
grond wilden verkopen, maar de
schriftelijke verklaringen bleven
uit. In Vrijhoeve was ook geen
plaats, dus zou het Sprang moeten
zijn.
Er was 1 particuliere aanvraag,
op het stuk grond van Vos zouden
er 3 gebouwd worden, achter Van
Dijk 2, op de grond van Dekkers 3,
zodat er 22 woningen overbleven.
Nu stelden B. en W. voor die te ver
delen in 7 grote woningen en 15 du-
plexwoningen, zodat er in totaal 37
woonruimten zouden komen.
De heer De Bas vroeg of er in de
Molensteeg geen plaats meer was,
waarop de voorzitter antwoordde
dat er 6 woningen zouden kunnen
staan, maar daar wilde iemand ko
men wonen en daar een winkel of
een fabriekshalletje vestigen. Het
was echter de vraag of dat zou mo
gen in het kader van het uitbrei
dingsplan.
De heer De Bas vond, als er 6 wo
ningen gebouwd konden worden, dan
moest dat andere achterwege blijven.
Men moest niet de indruk vestigen dat
in dat gedeelte geen woningen zouden
komen. Meestal was er prettig samen
gewerkt tussen de verschillende delen
van de gemeente, omdat er geen tegen
stellingen geschapen waren. Dat moest
dan ook nu niet gebeuren en daarom
was hij er absoluut tegen de woningen
alle in Sprang te bouwen.
De heer Genuit speet het, dat de heer
de Bas de samenwerking erbij haalde,
die kwam er niet bij te pas. Het bouw
volume voor 1952 en 1953 zou waar
schijnlijk hetzelfde zijn als voor 1951 en
daarom zag hij er geen bezwaar in het
grootste deel van de woningen nu in
het ene gedeelte van de gemeente en het
volgd jaar in een ander gedeelte te
plaatsen. Wel was hij het er mee eens,
dat er in Capelle ook woningen nodig
waren. Er was overal nood, maar de
meeste aanvragen kwamen toch wel uit
Sprang, omdat daar ook de meeste wo
ningen stonden die onbewoonbaar ver
klaard zouden moeten worden.
Dat er voor een gedeelte duplexwo-
ningen gebouwd zouden worden, achtte
de heer Genuit wenselijk, dan konden
jonge gezinnen aan woonruimte gehol
pen worden en dan kon er een einde ge
maakt worden aan samenwoningen die
tot te veel moeilijkheden aanleiding ge
ven. Wel wees hij er op dat in de du-
plexwoningen in Sprang geen grote meu
belstukken naar binnen gebracht konden
worden, daar moest in het vervolg reke
ning mee worden gehoude*. Vijftien
duplcxwoningen achtte de heer Genuit
wel wat veel, want er zaten nu gezinnen
in duplexwoningen die een grotere wo
ning moesten hebben, waarna dan die
duplexwoningen ook weer vrij kwamen.
Een tiental achtte hij voldoende.
De heer Oerlemans had er geen be
zwaar tegen nu in een gedeelte van de
gemeente te bouwen, mits er volgend
jaar in een ander gedeelte gebouwd
werd. Gezien de financiële nood achtte
hij het gevaar groot dat er dit jaar nog
wel gebouwd zou kunnen worden, maar
volgend jaar niet meer of veel minder,
en dan kwam alles op losse schroeven.
De heer Vos zei: Als de vos de passie
preekt, boer pas op je kippen. Nu be
gon hij wel niet de passie te preken,
maar hij vond toch dat de woningen
procentsgewijze zo goed mogelijk ver
deeld moesten worden. Als het niet an
ders kon dan volgens het idee van B.
en W„ dan zou hij er zich bij neerleg
gen: anders moest het* maar gebeuren
zoals altijd.
De voorzitter merkte op dat nog nie
mand zijn motieven had aangevallen dat
het financieel voordeliger was op een
plaats te bouwen en dat er geen grond
was in Capelle.
De heer Ros zei dat er twee blokken
van zes woningen gebouwd zouden kun
nen worden, een in Sprang en een in
Capelle en de duplexwoningen ook in 2
of 3 percelen. Gezien de schaarste aan
werk zouden de aannemers wel zo goed
koop mogelijk bouwen. En wanneer het
door twee aannemers gebeurde zou het
voor de gemeente niet meer kosten mee
brengen.
De voorzitter vond dat die redenering
niet helemaal opging. De kans was groot
dat een groot aannemersbedrijf het heel
goedkoop zou doen en nu was het maar
de vraag wat praevaleerde.
De heer Ros dacht dat er twee aan
bestedingen gehouden zouden kunnen
worden: in blok en afzonderlijk. Wat
het goedkoopste was, zou dan moeten
gebeuren.
De voorzitter was er van overtuigd
dat op één plaats bouwen het goed
koopste is. Hij vroeg of de raad het met
liet idee van B. en W. eens was, als zé
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
Naar het Engels.
4).
Dat hij haar zo voortdurend bleef
aankijken, gaf haar net een gewaar
wording of zij hem iets misdaan had.
Zou hij nog niet over die dwaasheid
van anderhalf jaar geleden heen
zijn
Ik ben toch heel wel. Maar ik
moet goed opletten, dat tante Fan
ny mij niet ontsnapt, zei ze, naar de
uitgang van de tent gaande.
Idris liep naast haar en ze vond
het niet prettig dat iedereen hen
samen zag.
Mrs. Hopemere troffen ze niet.
Na enige tijd vroeg zij weer
Dus u is ziek geweest? Wat
scheelde er aan
Ik was overwerkt en had in
Londen een aanval van hersen
koorts. Oom en tante hebben mij
overreed om hier wat te komen op
knappen.
De kinderen zullen wel blij
zijn dat u er weer is.
Miss Corrigal, viel hij ineens
uit. Wat zullen wij nu zo dwaas-
kunstmatig praten. U weet net zo
goed als ik waar ik steeds van ver
vuld ben. Daarom ben ik terugge
komen. Als een man een vrouw
liafheeft als ik jou, Alicia, dan mag
je hem maar niet zo afschepen met
conventionaliteiten. Weet je wel
dat je gezichtje mij nooit uit de ge
dachten is geweest sinds ik weg
ging Ik geloof dat ik niet als an
dere mannen ben. Ik ben altijd heel
veel op mij zelve geweest en heb
maar heel weinig vrienden ge
maakt. Maar ik geloof dat je niet
genoeg beseft hoezeer ik je liefheb.
Er is niets wat ik niet voor je zou
kunnen doen. Is er iemand anders,
die je liefhebt
Neen.
Waarom zie je er dan zo onge
lukkig uit
Ouwe Ellen Ivry is Maandag
ochtend gestorven. Even voor haar
dood zei ze vol overtuiging dat er
leed over mij zou komen. Ik heb
mij al lang ongerust gemaakt over
Denis.
Zo Nu, terwille van onze ou
de vriendschap zal ik je gaarne hel
pen als dat leed soms over je ko
men mocht.
Niemand kan mij helpen.
Ik kan alles voor je doen.
Mocht ooit een man verdriet over je
brengen, dan zal hij zich tegenover
mij te verantwoorden hebben.
O, daar ben je toch eindelijk,
kindje, klonk de stem van Mrs. Ho
pemere. En je hebt Idris bij je Hoe
maak je het, George Mag ik je wei
gelukwensen met je succes in Lon
den Het deed mij leed toen ik
hoorde dat je ziek geweest was. Je
oom en tante en hun gezin zullen
blij zijn, dat ze je weer bij zich heb
ben.
HOOFDSTUK VI.
George Idris lag in een hangmat
onder de prachtige kastanjes in de
tuin van de pastorie en Ruth Le-
garde zat onder een van de bomen
te lezen. George had ook een boek
in de handen, maar hij tuurde meer
naar de lucht. Hij had tegen Alicia
gezegd dat hij niet was als andere
mannen en dat was ook zo. Zijn
kindsheid was heel ongelukkig ge
weest, zijn moeder was getrouwd
met een losbandig verkwistend jong
officier. De herinnering aan het lij
den van zijn moeder had een scha
duw geworpen op zijn gevoelige na
tuur. Op veertienjarige leeftijd had
hij zijn beide ouders verloren en
kwam hij in huis bij Mr. en Mrs. Le-
garde. Deze waren trots op zijn
„vóórlijkheid". Hij werd steeds een
zelviger, sleet z'n leven temidden
van boeken en maakte geen vrien
den. Gedurende de week die volgde
op het tuinfeest, had hij zich in al
lerlei gissingen verdiept betreffen
de Alicia. Wie zou de man wezen,
die leed over haar had gebracht
Denis Hopemere Caterham De
zoon van Lord Murch Allen pas
seerden zij de revue, behalve juist
Harold Chesney. Die had hij immers
veel te oud geacht voor haar. Hij
was nagenoeg van de leeftijd van
Mrs. Legarde.
Toen eindelijk zijn blik bleef rus
ten op Ruth, zag hij dat ze huilde en
even later opstond en wegliep. Het
was immers nog een kind.
Hij sprong uit de hangmat, liep
haar achterna en sloeg een arm om
haar heen.
Kom, laat ons gaan zitten,
drong hij.
Ze zochten een beschut hoekje.
Ruth droogde haar tranen en begon
op droeve toon
Ik heb vader en moeder iets
horen zeggen wat mij erg ongeluk
kig maakt.
Wat dan, kleintje
Ze praatten over Denis Hope
mere.
En wat zeiden ze dan wel
Dat ze vreesden dat hij de ver
keerde weg op ging. En Denis en ik
zijn altijd zulke goede vrienden ge
weest, zie je.
Ja, dat weet ik. Maar wat zeg
gen oom en tante dat hij gedaan
heeft
Nu, ze zeggen dat hij te veel
uitgaat in Londen.
Hm. Dat is ook wel mogelijk,
Ruth. Ik heb hem dikwijls niet op
zijn kamers getroffen als ik hem
daar opzocht. Hij speelt wat te veel.
Maar waarom neem je zelf Denis
niet eens onderhanden Misschien
dat hij naar jou nog wel zou luiste
ren, vrouwtje.
Ja, dat was een goede gedachte
van je, George. Ik weet wel hoe ik
met Denis moet omgaan.
Nu, dan weet je meer dan de
meeste andere vrouwen, kleintje.
Wat had hij een blik vol haat bij
Denis waargenomen op dat tuin
feest, viel het Idris ineens in. Wie
was de man, die dit gevoelen had
te voorschijn geroepen en naar aan
leiding van welk onrecht tegenover
haar bedreven
HOOFDSTUK VII.
Buiten huilde en gierde de wind
en met geweld beukten de golven
tegen het rotsige strand. Het liep
naar middernacht en het was zulk
een bedekte hemel, dat er van de
maan en de sterren niet veel viel
waar te nemen. Het oude huis stond
als een zwarte massa op de rotsen.
Alle vensters die op zee uitzagen,
waren donker, behalve in de bene
denverdieping. Het huis was ouder
wets gemeubileerd. In de beneden
kamer stond in de hoek, het verst
van het venster, een bed, waarin 'n
zieke lag; zijn dochter zat er naast.
Richard Hewlett stond bekend als
een hoogst onsympathieke gieri
gaard. Maar Elisabeth had nog en
kele vriendelijke herinneringen aan
hem. Voor haar was hij altijd een
goed en liefhebbend vader geweest
en zij had aan zijn zijde het uitge
wiste bestaan geleid van een vrouw
geheel zonder bekenden en vrien
den. Al twaalf jaar waren vader en
dóchter huisbewaarders geweest
van het huis op de rotsen. Maar nu
schenen Richard's uren geteld te
zijn. Hij sloeg de ogen op.
Ben je daar nog, Bessie, en heb
je de dokter laten halen
Ja, vader. Hij zal er nu wel
gauw zijn. Daar is hij al.
Neen, dat geloof ik niet. Dok
ter Leason belt nooit aan de voor
deur.
Het bellen werd herhaald, luid en
gebiedend. Zodra Elisabeth open
deed, zag zij een lange, knappe man
in de kracht van zij nleven. Vlug
trad hij binnen.
Is Sir James Abney hier ook
Neen, sir. Sir James is in geen
twaalf jaar hier geweest, behalve
dan een paar keer op vluchtig be
zoek. Ik begrijp niet wie het gezegd
kan hebben dat u sir James hier
zou treffen.
Wel, hij zelf. Sir James is in
Engeland. Drie weken geleden is hij
uit Jamaica teruggekomen. Veertien
dagen heeft hij bij mij gelogeerd en
omdat we beiden op reis naar het
Noorden moesten, stelde hij voor
dat wij hier een nacht zouden door
brengen. Hij zou uit York komen.
Is hij er nog niet
Neen, sir.
Hij zei, dat hij de huisbewaar
der een telegram zou sturen. Wist
u daar niets van
Mijn vader is huisbewaarder,
maar wij hebben geen telegram
ontvangen. Waarschijnlijk heeft de
storm de draden verbroken.
O, maar u zult toch misschien
wel een plaatsje voor mij hebben
Want er is zeker geen hotel hier op
tamelijke afstand
Ik zal mijn best doen, sir.
Dit was nu weer een noodlottig
samentreffen, dacht Elisabeth, dat
zij nu een tijd weg moest van het
sterfbed van haar vader, om een
vreemde te bedienen.
Werktuiglijk ging zij hem voor
naar de enige voor het gebruik ge
reed zijnde kamer, stak er ijlings
de kachel aan en ging voor een
avondeten zorgen.
Wordt vervolgd.
TOUR DE FRANCE 1951
OAf ISGELUKAANDEAFSTAND:
nederland-perzic
Route
A Bergen
9 Bergen
LE TREPORT
DUITSLAND
VLUX>
MCTZ
StarKJuli
Verdun
REIMS
PAR'JS Aankomst 29 Juli
1e Etappe 185 km. Juli
)p ll II poo II c II
7e
8e
RUSTDAG
11e
12e
13e
Ke
15e
16e
RUSTDAG
17e Etappe
ANGERS
I ZWITSERl.
*7122*
UMOGES
tRMONT
RRAND
AIX LES BA|NS
21e Etappe 201 km. 26 Juli
AVIGNON
Ï7ë
MQNTPELLI
TARBES
SPANJE
CART0-51S5
SAMENSTELLING DER KARAVAAN
POLITIE
RADIOWAGEN
POLITIE
RENNERS
LEIDING
POLITIE
de toezegging deden dat volgend jaar in
Capelle zou gebouwd worden.
Wethouders Maijers verklaarde Zich
er nu voor ook Capelle in het bouwplan
van dit jaar te betrekken, mede in ver
band met hetgeen de heer Oerlemans had
gezegd. Aan het idee van B. en W. kon
hij zijn stem niet geven.
De heer Genuit was van oordeel dat
het niet zo erg was als sommige heren
deden voorkomen. Bovendien waren som
mige mensen uit nood overgebracht van
Sprang naar Capelle. Die zouden mis
schien weer liever teruggaan naar Sprang
dan kreeg Capelle er vanzelf woningen
bij. Natuurlijk bleef vooropgesteld dat
er dan volgd jaar in Capelle gebouwd
zou worden.
De heer De Bas merkte op zonder
dat hij het huidige college iets wilde ver
wijten dat het vorige college altijd
gezorgd had dat er overal bouwgrond
was. Waarom was die er nu niet in
Capelle?
Dat het huidige college niét voor
bouwgrond zou hebben gezorgd, bestreed
de voorzitter: hij was een twaalftal men
sen in Capelle afgeweest zonder resul
taat. Bovendien had de gemeente twee
bunder gekocht, maar dat keurden Ged.
niet goed, omdat er geen geld was. En
op de tegenwerping van de heer De
Bas dat er dan ook geen geld zou zijn
voor woningbouw, antwoordde hij dat
dit in ieder geval zou komen.
Desalniettemin stelde de heer De Bas
voor in de Molensteeg te Capelle 6
woningen te bouwen, aan Ged. Staten
te vragen zo spoedig mogelijk de grond
aankoop goed te keuren en dan de helft
in Sprang en de helft in Capelle te bou
wen. Het voorstel van B. en W. vond
hij teveel in de lucht hangen.
Wethouder Winkelman betoogde dal
elke overweging van plaatselijk chauvi
nisme B. en W. vreemd was. Ze hadden
zich alleen laten leiden door de zakelijke
overweging dat bouwen in groepsver
band goedkoper was dan verspreid bou
wen. Dat was letterlijk het enige motief.
In de afgelopen jaren was geen enkel
deel van de gemeente bevoordeeld. Hij
meende dat sommige gezegdes een beetje
vertroebeld waren door de gedachte dat
3. en W. Capelle wilden benadelen.
De voorzitter voegde hier nog aan toe
dat' de heer De Bas in een vorige ver
gadering nog had gezegd dat Capelle
royaal werd bedacht en hij haalde een
voorbeeld aan dat Capelle er zelfs na
deel van had ondervonden dat er b.v.
snel twee noodwoningen waren ge
bouwd, waar nu twee mooie midden
standswoningen hadden kunnen staan.
De heer De Bas: U hebt mij niet ho
ren zeggen dat het opzet is van B. en
W. Hij vond dat in de opvatting van
B. en W. wel iets in zat, maar daar had
Capelle geen woningen mee. Hij hand
haafde zijn voorstel om in Capelle min
stens 6 woningen te bouwen en werd
daarbij gesteund door de heren Kraak
en Dekkers.
Alvorens tot stemming werd overge
gaan, werd de heer De Bas nog aange
toond, dat Capelle er hfeus niet zo slecht
afgekomen was, want uit de boeken
bleek dat er in totaal met de noodwo
ningen mee in Vrijhoeve 11 woningen
zijn gebouwd het kind van de reke
ning, zei de voorzitter in Sprang 45
en in Capelle 53
Enfin, dc raad toonde zijn ruimhartig
heid ten opzichte van Capelle, want
iedereen stemde voor het voorstel van
de heer De Bas, behalve wethouder
Winkelman, die zijn college trouw bleef.
Daar er noch mededelingen noch vra
gen waren, sloot de voorzitter hierna de
vergadering.
Is zelfs in Sprang-Capelle de belang
stelling voor hetgeen'de vroede vaderen
behandelen aan het tanen? Deze keer
lag in ieder geval de publieke tribune
verlaten.
PENSIONS MOGEN 10 MEER~
REKENEN.
De pensionprijzen in Nederland mogen
met 10 percent worden verhoogd. De
minister van Economische Zaken, prof.
an den Brink, heeft dit bepaald wegens
de kostenstijgingen. De bedrijfshoreca
had een verhoging van 12^ voorge
steld.
ACCOUNTANT - LERAAR BOEKHOUDEN
de beste kwaliteit van 51 ct. voor 46 ct.
zeer goedkoop en smakelijk van 58 ct. voor 52 ct.
Geldig lot 8 Juli In alle winkelt van