1 Waar plaatsen wij onze woningen GESLOTEN m de Kermisweek EXTRA LAGE PRIJZEN. HOE VREEMD 'T KAN LOPEN IN DE WERELD. >s Middenstands-diploma 1952. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 2 JULI 1951 Raad van Sprang-Capelle De heer de 8asMinstens zes in Capelle. fn belgie Eind Juli begint onze cursus opleiding Middenstands - diploma 1952 2 lessen per week. B VAN LIER, Kerkstraat 76, Waalwijk van 8 tot 15 JULI A.S. „DE BIE B" - Markt 11 - WAALWIJK 100 gram SNIJ WORST 200 gram LUNCH WORST En hij kreeg zijn zin. Maar niet dan nadat de raad er een wat de voorzitter noemde „praat uurtje" over had gehouden, waarbij zowel van de kant van B. en W. als van de raad her haaldelijk werd verzekerd, dat men elkaar geen verwijt wilde maken. En omdat de voorzitter opmerkte dat je nooit weet hoe zo'n verslag uitvalt, haasten wij ons op voorhand te waarschu wen dat men uit ons verslag in geen geval moet opmaken dat B. en W. en de raad van Sprang- Capelle elkaar verwijten zou den hebben zitten maken. Daar was dan ook blijkbaar geens zins aanleiding toe, maar dat komt later ter sprake. Laten we beginnen met het begin en dat was uiteraard de opening, bij afwezigheid van de heer de Rooij. De notulen werden na een opmerking van de heer Dek kers ongewijzigd vastgesteld en de ingekomen stukken werden deels voor kennisgeving aangenomen; 'n verzoek van de stichting „Moeder- heil" in Breda om subsidie werd af gewezen en aan de opmerkingen van Ged. Staten over een raadsbe sluit van 25 Mei werd tegemoet ge komen. Over de wijziging van de bouwverordening voor de gemeente Sprang-Capelle had niemand iets te zeggen, zodat die met de hamerklop geacht kon worden goedgekeurd te zijn. YVendelnesse-Wildernis. Bij het voorstel tot wijziging van diverse straatnamen (zié ons num mer van Vrijdag), gaf de voorzitter enige toelichting. Allereerst de benaming „Wendel- nesseweg". Dit is een woord uit de 12e eeuw en betekende toen wilder nis. De voorzitter wilde niet zeggen dat Sprang nu een wildernis was, maar toen scheen het toch zo te zijn. De eerste heer van Sprang noemde zich ook heer van Wendelnesse, zo dat het later een familienaam werd, nu nog te vinden in het gemeente wapen. De van der Duinstraat is genoemd naar andere grondvesters van Sprang, ook uit de 12e eeuw en ook te vinden in het gemeentewapen. De Willem van Gentsvaart is ge noemd naar Willem van Gent, die leefde in de 14e eeuw en een brede turfvaart liet graven. De heer De Bas weer geheel hersteld van zijn ziekte en blijkbaar goed ook, merkte de voorzitter later op nam de kans waar om op een ander chapiter te springen. Hij vond namelijk dat de Wendelnesseweg nu nog gedeeltelijk als wildernis be schouwd kon worden en wel het ge deelte tussen sluis en brug, dat kon vroeger niet erger zijn geweest. Hij vroeg of men al gevorderd was met de verbetering. De voorzitter zei dat hij het ge makkelijk zou kunnen afschuiven op het polderbestuur. Dat wenste aan de sluis niets te herstellen. Er was trouwens nog een andere kwes tie met de polder aan de zijkanten van de brug stond niets en dat was gevaarlijk als het donker werd. Het polderbestuur wilde er geen hek werk plaatsen, want dat had het nooit gedaan. De heer Dekkers vond de vuilig heid aan de haven verschrikkelijk. Daarop antwoordde de voorzittei dat er vroeger door de eigenaars ge plant was. Over de Oostzijde had de gemeente niets te vertellen, hoe het met de Westzijde zat, werd nu in Den Bosch bekeken. Misschien zou de gemeente het kunnen laten dem pen. De heer Dekkers vond dat in alle buurtgemeenten aardige plantsoen tjes waren, maar in Sprang-Capelle niet een. Daar zou het een mooie plaats zijn. Kon het niet, dan moest het gras en de brandnetels op tijd gemaaid worden. De Buitenhaven had in een halve dag klaar kunnen zijn als er op tijd aan begonnen was, nu had men er drie dagen over ge daan. Dat geluid van die plantsoentjes klonk de burgemeester persoonlijk als muziek in de oren. In vorige ge meenteraden had hij er herhaalde lijk op aangedrongen om iets aar digs te planten, speciaal tegenover het gemeentehuis. Maar de aanplant van 80 boompjes, die toentertijd 80.kostten, was tot driemaal toe afgestemd. Nu zouden er waar schijnlijk weer financiële bezwaren zijn. De Binnenhaven hoorde aan de polder, daar kon de gemeente niets aan doen. Wel wilde de voorzitter het nog eens ter, sprake brengen. Ook aan de Nieuwevaart zou een mooi plekje te maken zijn van de overweg tot de witte brug. De heer Dekkers zei, dat de voor zitter van de polder had beloofd dat hij leuningen aan de brug zou laten maken als die van de polder was. De voorzitter waarschuwde ech ter de heer Dekkers dat hij niet te veel op toezeggingen moest afgaan, want nu moest de voorzitter van de polder eerst weer overtuigd wor den. Maar de heer De Bas bracht redding door te zeggen dat hij er al van overtuigd was. De heer Kraak wilde de Vaart kant Wendelnesseweg Westzijde noemen, ofschoon hij eerst liever de naam Stationsweg had gezien, om dat het station van later datum was dan 1200. Maar de voorzitter vond die historische naam goed voor de opvoeding tot burgerzin. Tegen de wijziging van de naam Vaartkant in Wendelnesseweg Westzijde had hij geen bezwaar, evenmin als de wet houders en de raadsleden, zoldat al dus werd besloten. De heer Dekkers zei nog dat het vuil langs de Wendelnesseweg opge ruimd moest worden en de voorzit ter was blij dat de heer Dekkers als tuinder dat zei. De straatnaam wij zigingen werden verder zonder aan merkingen goedgekeurd. Nu ging het even met een snel treinvaart verder zonder disccussie en stemming werden goedgekeurd de begroting van het burgerl. arm bestuur te Sprang voor 1951, het voorstel tot toekenning van 2% gra tificatie aan het gemeentepersoneel en de vaststelling van de verorde ning ex art. 25 van de Besmettelijke Ziektewet (aangifteplicht van wa terpokken). Een klein obstakel vormde weer de vaststelling van 't presentiegeld voor de leden van stembureaux. De heer Vos vond dat 8.niet veel beter was dan de 6.van vroeger, maar de voorzitter hoopte dat dit vast goedgekeurd zou wor den; het mocht eigenlijk niet meer zijn dan 6. De heer Dekkers vond het niet eens nodig dat het f 8.per dag was, maar de voorzitter was van mening dat men ook rekening moest houden met anderen, die geen loon konden missen. Beide partijen verzetten zich ove rigens niet lang, zodat de voorzitter weer aan het hameren kon achter eenvolgens voor de goedkeuring van de rekeningen van de burgerlijke armbesturen van Sprang en Capel le over 1949; de oninbaarverklaring van een bedrag aan straatbelating; de verlening van de machtiging tot het aangaan van een kasgeldlening groot 500.000.de verkoop van de door onteigening verkregen grond aan de oorspronkelijke eige naar A. de Bie en de wijziging van de begroting 1950. Bespreking bouwplan 1951. Daarmee was de raad toe aan punt 15, de bespreking van de ten uitvoerlegging van het bouwplan 1951, waarover de voorzitter een praatuurtje" wilde houden. Daar bleef het dan ook niet ver vandaan en in die tijd had zowat iedereen zijn standpunt uiteengezet, en hoe wel de verschillende standpunten nogal wat uiteenliepen, wilde nie mand een ander een verwijt maken. De voorzitter begon met te vertel len dat hij verwachtte dat de een of andere dag de plannen plotseling ingestuurd zouden moeten worden, zodat ze dan klaar zouden moeten liggen. Waren ze niet klaar, dan zou een andere gemeente voorgaan. Voorts zou er zo goedkoop moge lijk gebouwd moeten worden. B. en W. hadden gedacht weer in blokken van zes te bouwen en ze waren van mening dat het niet onverstandig zou zijn de dertig woningen die wa ren toegewezen, op één plaats te bouwen. Dat zou aanmerkelijk sche len in de kosten. Nu was het maar de vraag waar het eerste te bouwen. In Capelle ging het vrij moeilijk, want Ged. Staten hadden de grond aankoop van Van der Sluijs nog niet goedgekeurd, omdat de gemeente nog geen vast aanwijsbarelening had. Verschillende mensen hadden wel mondeling toegezegd dat ze grond wilden verkopen, maar de schriftelijke verklaringen bleven uit. In Vrijhoeve was ook geen plaats, dus zou het Sprang moeten zijn. Er was 1 particuliere aanvraag, op het stuk grond van Vos zouden er 3 gebouwd worden, achter Van Dijk 2, op de grond van Dekkers 3, zodat er 22 woningen overbleven. Nu stelden B. en W. voor die te ver delen in 7 grote woningen en 15 du- plexwoningen, zodat er in totaal 37 woonruimten zouden komen. De heer De Bas vroeg of er in de Molensteeg geen plaats meer was, waarop de voorzitter antwoordde dat er 6 woningen zouden kunnen staan, maar daar wilde iemand ko men wonen en daar een winkel of een fabriekshalletje vestigen. Het was echter de vraag of dat zou mo gen in het kader van het uitbrei dingsplan. De heer De Bas vond, als er 6 wo ningen gebouwd konden worden, dan moest dat andere achterwege blijven. Men moest niet de indruk vestigen dat in dat gedeelte geen woningen zouden komen. Meestal was er prettig samen gewerkt tussen de verschillende delen van de gemeente, omdat er geen tegen stellingen geschapen waren. Dat moest dan ook nu niet gebeuren en daarom was hij er absoluut tegen de woningen alle in Sprang te bouwen. De heer Genuit speet het, dat de heer de Bas de samenwerking erbij haalde, die kwam er niet bij te pas. Het bouw volume voor 1952 en 1953 zou waar schijnlijk hetzelfde zijn als voor 1951 en daarom zag hij er geen bezwaar in het grootste deel van de woningen nu in het ene gedeelte van de gemeente en het volgd jaar in een ander gedeelte te plaatsen. Wel was hij het er mee eens, dat er in Capelle ook woningen nodig waren. Er was overal nood, maar de meeste aanvragen kwamen toch wel uit Sprang, omdat daar ook de meeste wo ningen stonden die onbewoonbaar ver klaard zouden moeten worden. Dat er voor een gedeelte duplexwo- ningen gebouwd zouden worden, achtte de heer Genuit wenselijk, dan konden jonge gezinnen aan woonruimte gehol pen worden en dan kon er een einde ge maakt worden aan samenwoningen die tot te veel moeilijkheden aanleiding ge ven. Wel wees hij er op dat in de du- plexwoningen in Sprang geen grote meu belstukken naar binnen gebracht konden worden, daar moest in het vervolg reke ning mee worden gehoude*. Vijftien duplcxwoningen achtte de heer Genuit wel wat veel, want er zaten nu gezinnen in duplexwoningen die een grotere wo ning moesten hebben, waarna dan die duplexwoningen ook weer vrij kwamen. Een tiental achtte hij voldoende. De heer Oerlemans had er geen be zwaar tegen nu in een gedeelte van de gemeente te bouwen, mits er volgend jaar in een ander gedeelte gebouwd werd. Gezien de financiële nood achtte hij het gevaar groot dat er dit jaar nog wel gebouwd zou kunnen worden, maar volgend jaar niet meer of veel minder, en dan kwam alles op losse schroeven. De heer Vos zei: Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen. Nu be gon hij wel niet de passie te preken, maar hij vond toch dat de woningen procentsgewijze zo goed mogelijk ver deeld moesten worden. Als het niet an ders kon dan volgens het idee van B. en W„ dan zou hij er zich bij neerleg gen: anders moest het* maar gebeuren zoals altijd. De voorzitter merkte op dat nog nie mand zijn motieven had aangevallen dat het financieel voordeliger was op een plaats te bouwen en dat er geen grond was in Capelle. De heer Ros zei dat er twee blokken van zes woningen gebouwd zouden kun nen worden, een in Sprang en een in Capelle en de duplexwoningen ook in 2 of 3 percelen. Gezien de schaarste aan werk zouden de aannemers wel zo goed koop mogelijk bouwen. En wanneer het door twee aannemers gebeurde zou het voor de gemeente niet meer kosten mee brengen. De voorzitter vond dat die redenering niet helemaal opging. De kans was groot dat een groot aannemersbedrijf het heel goedkoop zou doen en nu was het maar de vraag wat praevaleerde. De heer Ros dacht dat er twee aan bestedingen gehouden zouden kunnen worden: in blok en afzonderlijk. Wat het goedkoopste was, zou dan moeten gebeuren. De voorzitter was er van overtuigd dat op één plaats bouwen het goed koopste is. Hij vroeg of de raad het met liet idee van B. en W. eens was, als zé FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Naar het Engels. 4). Dat hij haar zo voortdurend bleef aankijken, gaf haar net een gewaar wording of zij hem iets misdaan had. Zou hij nog niet over die dwaasheid van anderhalf jaar geleden heen zijn Ik ben toch heel wel. Maar ik moet goed opletten, dat tante Fan ny mij niet ontsnapt, zei ze, naar de uitgang van de tent gaande. Idris liep naast haar en ze vond het niet prettig dat iedereen hen samen zag. Mrs. Hopemere troffen ze niet. Na enige tijd vroeg zij weer Dus u is ziek geweest? Wat scheelde er aan Ik was overwerkt en had in Londen een aanval van hersen koorts. Oom en tante hebben mij overreed om hier wat te komen op knappen. De kinderen zullen wel blij zijn dat u er weer is. Miss Corrigal, viel hij ineens uit. Wat zullen wij nu zo dwaas- kunstmatig praten. U weet net zo goed als ik waar ik steeds van ver vuld ben. Daarom ben ik terugge komen. Als een man een vrouw liafheeft als ik jou, Alicia, dan mag je hem maar niet zo afschepen met conventionaliteiten. Weet je wel dat je gezichtje mij nooit uit de ge dachten is geweest sinds ik weg ging Ik geloof dat ik niet als an dere mannen ben. Ik ben altijd heel veel op mij zelve geweest en heb maar heel weinig vrienden ge maakt. Maar ik geloof dat je niet genoeg beseft hoezeer ik je liefheb. Er is niets wat ik niet voor je zou kunnen doen. Is er iemand anders, die je liefhebt Neen. Waarom zie je er dan zo onge lukkig uit Ouwe Ellen Ivry is Maandag ochtend gestorven. Even voor haar dood zei ze vol overtuiging dat er leed over mij zou komen. Ik heb mij al lang ongerust gemaakt over Denis. Zo Nu, terwille van onze ou de vriendschap zal ik je gaarne hel pen als dat leed soms over je ko men mocht. Niemand kan mij helpen. Ik kan alles voor je doen. Mocht ooit een man verdriet over je brengen, dan zal hij zich tegenover mij te verantwoorden hebben. O, daar ben je toch eindelijk, kindje, klonk de stem van Mrs. Ho pemere. En je hebt Idris bij je Hoe maak je het, George Mag ik je wei gelukwensen met je succes in Lon den Het deed mij leed toen ik hoorde dat je ziek geweest was. Je oom en tante en hun gezin zullen blij zijn, dat ze je weer bij zich heb ben. HOOFDSTUK VI. George Idris lag in een hangmat onder de prachtige kastanjes in de tuin van de pastorie en Ruth Le- garde zat onder een van de bomen te lezen. George had ook een boek in de handen, maar hij tuurde meer naar de lucht. Hij had tegen Alicia gezegd dat hij niet was als andere mannen en dat was ook zo. Zijn kindsheid was heel ongelukkig ge weest, zijn moeder was getrouwd met een losbandig verkwistend jong officier. De herinnering aan het lij den van zijn moeder had een scha duw geworpen op zijn gevoelige na tuur. Op veertienjarige leeftijd had hij zijn beide ouders verloren en kwam hij in huis bij Mr. en Mrs. Le- garde. Deze waren trots op zijn „vóórlijkheid". Hij werd steeds een zelviger, sleet z'n leven temidden van boeken en maakte geen vrien den. Gedurende de week die volgde op het tuinfeest, had hij zich in al lerlei gissingen verdiept betreffen de Alicia. Wie zou de man wezen, die leed over haar had gebracht Denis Hopemere Caterham De zoon van Lord Murch Allen pas seerden zij de revue, behalve juist Harold Chesney. Die had hij immers veel te oud geacht voor haar. Hij was nagenoeg van de leeftijd van Mrs. Legarde. Toen eindelijk zijn blik bleef rus ten op Ruth, zag hij dat ze huilde en even later opstond en wegliep. Het was immers nog een kind. Hij sprong uit de hangmat, liep haar achterna en sloeg een arm om haar heen. Kom, laat ons gaan zitten, drong hij. Ze zochten een beschut hoekje. Ruth droogde haar tranen en begon op droeve toon Ik heb vader en moeder iets horen zeggen wat mij erg ongeluk kig maakt. Wat dan, kleintje Ze praatten over Denis Hope mere. En wat zeiden ze dan wel Dat ze vreesden dat hij de ver keerde weg op ging. En Denis en ik zijn altijd zulke goede vrienden ge weest, zie je. Ja, dat weet ik. Maar wat zeg gen oom en tante dat hij gedaan heeft Nu, ze zeggen dat hij te veel uitgaat in Londen. Hm. Dat is ook wel mogelijk, Ruth. Ik heb hem dikwijls niet op zijn kamers getroffen als ik hem daar opzocht. Hij speelt wat te veel. Maar waarom neem je zelf Denis niet eens onderhanden Misschien dat hij naar jou nog wel zou luiste ren, vrouwtje. Ja, dat was een goede gedachte van je, George. Ik weet wel hoe ik met Denis moet omgaan. Nu, dan weet je meer dan de meeste andere vrouwen, kleintje. Wat had hij een blik vol haat bij Denis waargenomen op dat tuin feest, viel het Idris ineens in. Wie was de man, die dit gevoelen had te voorschijn geroepen en naar aan leiding van welk onrecht tegenover haar bedreven HOOFDSTUK VII. Buiten huilde en gierde de wind en met geweld beukten de golven tegen het rotsige strand. Het liep naar middernacht en het was zulk een bedekte hemel, dat er van de maan en de sterren niet veel viel waar te nemen. Het oude huis stond als een zwarte massa op de rotsen. Alle vensters die op zee uitzagen, waren donker, behalve in de bene denverdieping. Het huis was ouder wets gemeubileerd. In de beneden kamer stond in de hoek, het verst van het venster, een bed, waarin 'n zieke lag; zijn dochter zat er naast. Richard Hewlett stond bekend als een hoogst onsympathieke gieri gaard. Maar Elisabeth had nog en kele vriendelijke herinneringen aan hem. Voor haar was hij altijd een goed en liefhebbend vader geweest en zij had aan zijn zijde het uitge wiste bestaan geleid van een vrouw geheel zonder bekenden en vrien den. Al twaalf jaar waren vader en dóchter huisbewaarders geweest van het huis op de rotsen. Maar nu schenen Richard's uren geteld te zijn. Hij sloeg de ogen op. Ben je daar nog, Bessie, en heb je de dokter laten halen Ja, vader. Hij zal er nu wel gauw zijn. Daar is hij al. Neen, dat geloof ik niet. Dok ter Leason belt nooit aan de voor deur. Het bellen werd herhaald, luid en gebiedend. Zodra Elisabeth open deed, zag zij een lange, knappe man in de kracht van zij nleven. Vlug trad hij binnen. Is Sir James Abney hier ook Neen, sir. Sir James is in geen twaalf jaar hier geweest, behalve dan een paar keer op vluchtig be zoek. Ik begrijp niet wie het gezegd kan hebben dat u sir James hier zou treffen. Wel, hij zelf. Sir James is in Engeland. Drie weken geleden is hij uit Jamaica teruggekomen. Veertien dagen heeft hij bij mij gelogeerd en omdat we beiden op reis naar het Noorden moesten, stelde hij voor dat wij hier een nacht zouden door brengen. Hij zou uit York komen. Is hij er nog niet Neen, sir. Hij zei, dat hij de huisbewaar der een telegram zou sturen. Wist u daar niets van Mijn vader is huisbewaarder, maar wij hebben geen telegram ontvangen. Waarschijnlijk heeft de storm de draden verbroken. O, maar u zult toch misschien wel een plaatsje voor mij hebben Want er is zeker geen hotel hier op tamelijke afstand Ik zal mijn best doen, sir. Dit was nu weer een noodlottig samentreffen, dacht Elisabeth, dat zij nu een tijd weg moest van het sterfbed van haar vader, om een vreemde te bedienen. Werktuiglijk ging zij hem voor naar de enige voor het gebruik ge reed zijnde kamer, stak er ijlings de kachel aan en ging voor een avondeten zorgen. Wordt vervolgd. TOUR DE FRANCE 1951 OAf ISGELUKAANDEAFSTAND: nederland-perzic Route A Bergen 9 Bergen LE TREPORT DUITSLAND VLUX> MCTZ StarKJuli Verdun REIMS PAR'JS Aankomst 29 Juli 1e Etappe 185 km. Juli )p ll II poo II c II 7e 8e RUSTDAG 11e 12e 13e Ke 15e 16e RUSTDAG 17e Etappe ANGERS I ZWITSERl. *7122* UMOGES tRMONT RRAND AIX LES BA|NS 21e Etappe 201 km. 26 Juli AVIGNON Ï7ë MQNTPELLI TARBES SPANJE CART0-51S5 SAMENSTELLING DER KARAVAAN POLITIE RADIOWAGEN POLITIE RENNERS LEIDING POLITIE de toezegging deden dat volgend jaar in Capelle zou gebouwd worden. Wethouders Maijers verklaarde Zich er nu voor ook Capelle in het bouwplan van dit jaar te betrekken, mede in ver band met hetgeen de heer Oerlemans had gezegd. Aan het idee van B. en W. kon hij zijn stem niet geven. De heer Genuit was van oordeel dat het niet zo erg was als sommige heren deden voorkomen. Bovendien waren som mige mensen uit nood overgebracht van Sprang naar Capelle. Die zouden mis schien weer liever teruggaan naar Sprang dan kreeg Capelle er vanzelf woningen bij. Natuurlijk bleef vooropgesteld dat er dan volgd jaar in Capelle gebouwd zou worden. De heer De Bas merkte op zonder dat hij het huidige college iets wilde ver wijten dat het vorige college altijd gezorgd had dat er overal bouwgrond was. Waarom was die er nu niet in Capelle? Dat het huidige college niét voor bouwgrond zou hebben gezorgd, bestreed de voorzitter: hij was een twaalftal men sen in Capelle afgeweest zonder resul taat. Bovendien had de gemeente twee bunder gekocht, maar dat keurden Ged. niet goed, omdat er geen geld was. En op de tegenwerping van de heer De Bas dat er dan ook geen geld zou zijn voor woningbouw, antwoordde hij dat dit in ieder geval zou komen. Desalniettemin stelde de heer De Bas voor in de Molensteeg te Capelle 6 woningen te bouwen, aan Ged. Staten te vragen zo spoedig mogelijk de grond aankoop goed te keuren en dan de helft in Sprang en de helft in Capelle te bou wen. Het voorstel van B. en W. vond hij teveel in de lucht hangen. Wethouder Winkelman betoogde dal elke overweging van plaatselijk chauvi nisme B. en W. vreemd was. Ze hadden zich alleen laten leiden door de zakelijke overweging dat bouwen in groepsver band goedkoper was dan verspreid bou wen. Dat was letterlijk het enige motief. In de afgelopen jaren was geen enkel deel van de gemeente bevoordeeld. Hij meende dat sommige gezegdes een beetje vertroebeld waren door de gedachte dat 3. en W. Capelle wilden benadelen. De voorzitter voegde hier nog aan toe dat' de heer De Bas in een vorige ver gadering nog had gezegd dat Capelle royaal werd bedacht en hij haalde een voorbeeld aan dat Capelle er zelfs na deel van had ondervonden dat er b.v. snel twee noodwoningen waren ge bouwd, waar nu twee mooie midden standswoningen hadden kunnen staan. De heer De Bas: U hebt mij niet ho ren zeggen dat het opzet is van B. en W. Hij vond dat in de opvatting van B. en W. wel iets in zat, maar daar had Capelle geen woningen mee. Hij hand haafde zijn voorstel om in Capelle min stens 6 woningen te bouwen en werd daarbij gesteund door de heren Kraak en Dekkers. Alvorens tot stemming werd overge gaan, werd de heer De Bas nog aange toond, dat Capelle er hfeus niet zo slecht afgekomen was, want uit de boeken bleek dat er in totaal met de noodwo ningen mee in Vrijhoeve 11 woningen zijn gebouwd het kind van de reke ning, zei de voorzitter in Sprang 45 en in Capelle 53 Enfin, dc raad toonde zijn ruimhartig heid ten opzichte van Capelle, want iedereen stemde voor het voorstel van de heer De Bas, behalve wethouder Winkelman, die zijn college trouw bleef. Daar er noch mededelingen noch vra gen waren, sloot de voorzitter hierna de vergadering. Is zelfs in Sprang-Capelle de belang stelling voor hetgeen'de vroede vaderen behandelen aan het tanen? Deze keer lag in ieder geval de publieke tribune verlaten. PENSIONS MOGEN 10 MEER~ REKENEN. De pensionprijzen in Nederland mogen met 10 percent worden verhoogd. De minister van Economische Zaken, prof. an den Brink, heeft dit bepaald wegens de kostenstijgingen. De bedrijfshoreca had een verhoging van 12^ voorge steld. ACCOUNTANT - LERAAR BOEKHOUDEN de beste kwaliteit van 51 ct. voor 46 ct. zeer goedkoop en smakelijk van 58 ct. voor 52 ct. Geldig lot 8 Juli In alle winkelt van

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 6