DOKIE DURF in: Boris Baal duikt op
D.D.D.
J.zug.dig. fzeót mn
de. W'0-o.iwy.kse. Oudjes.
HOE VREEMD 'T KAN LOPEN
IN DE WERELD.
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 6 JULI 1951
2
Hei Jaarlijkse Uiisiapje.
U blijft opgewekt en
onvermoeibaar
met de heerlijk
verfrissende
chtek^
de e"
Wij noemde een verslapte houding
in dit opzicht onverstandig, omdat
het koren op de molen zou zijn van
de Sovjets, die, tenminste voorzover
men dat kan beoordelen, een slap
pere houding van de Westerse mo
gendheden uitstekend zouden zien
passen in het kader van hun poli
tiek.
Het Westen mag zijn waakzaam
heid immers geen moment laten
verslappen, en men moet niet gaan
denken dat een oplossing van het
probleem Korea, uit welke motie
ven deze dan ook door de commu
nisten zou zijn voorgesteld, de con
troverse tussen het communisme en
de Westerse beschaving in gespan
nenheid zou doen afnemen.
DE K.V.P. VOOR HET
GROTE GEZIN.
Deze week zijn de debatten over
de belastingverhogingen in de
Tweede Kamer voortgezet. Het gro
te geschilpunt bij deze debatten en
het binnenskamers overleg van en
kele kamerleden met minister Lief-
tinck, is wel het voorstel van de re
gering de belastingaftrek voor ou
ders met minderjarige kinderen te
beperken in dien zin, dat alleen re
kening gehouden zou worden met
kinderen beneden de 16 jaar in-
plaats van beneden de 21 jaar.
24).
Lezer, hier ziet u een kamer in een overzeese stad, in
een ver land. Om het maar duidelijk te zeggen: Baal's
hoofdkwartier. „Mijne heren" zei de beruchte uitvinder mon
sieur Demoniac, terwijl hij op zijn octodestraalinrichting
wees, „dit kleine en elegante instrument betekent het einde
van het metalen tijdperk. Staal betekent niet meer voor mijn
machine dan koek voor een slagersmes. Binnen een wer
kingsgebied van vijftien kilometer branden wij een gat van
iedere grootte die u maar wenst in elke stalen wand. Zon
der spektakel, mijne heren, zonder ordinaire knal, netjes en
rond. Het apparaat kost maar een half millioen".
Op dat ogenblik ging- de deur van het beruchte privé-
kantoor open. „Monsieur Demoniac" zei Baal, „Ge zijt
méér dan de redder der mensheid! Ge zijt de redder van het
Baai-concern en Baal betaalt beter, liw machine zal zonder
verwijl in gebruik worden gesteld in vele havens. Baal
brandt met octodestralen! Baal ruimt het oude op en levert
het nieuwe. En Baal verdient aan het nieuwe. „Leve Baal,
de man der vernieuwing-" riepen allen, die op hun beurt
aan Baal verdienden, in koor.
Geneesmiddel tegen
huidaandoeningen.
Zuivert de poriën, doet de
jeuk bedaren, verfrist en
sterkt de huidweefsels.
De K.V.P. heeft zich bij monde
van de heer Lucas lijnrecht tegen
over dit voorstel geplaatst; „niets,
maar dan ook niets" wil men van
dit voorstel weten.
Nauwelijks twee weken nadat de
Tweede Kamer een extra kinderbij
slag voor grote gezinnen heeft ver
worpen, wil men nu door deze ge
wijzigde belastingaftrek het grote
gezin nog meer bezwaren, dit wel in
tegenstelling met de regeringsver
klaring, waarin werd gezegd dat te
gen een onevenredige achteruitgang
van de grote gezinnen zou worden
gewaakt.
We krijgen nu ook een duidelijk
beeld van de gezinspolitiek van de
socialistische P.v.d.A.; wie het nog
niet was, moet nu toch overtuigd
raken van het ware socialisme, dat
een dezer dagen een representatie
ve figuur deed zeggen op een bij
eenkomst van een P.v.d.A.-orgaan
„In Nederland wordt kinderbijslag
gegeven. Dat is de wonderlijkste po
litiek die je kunt bedenken, het is
eigenlijk een waanzinnige politiek".
En deze uitlating werd beluisterd
door veel vooraanstaande personen
uit P.v.d.A. en regeringskringen,
zelfs door minister Joekes, die als
minister van Sociale Zaken kort ge
leden extra kinderbijslag aan grote
gezinnen heeft bepleit. Nou, hier
hoeven wij geen conclusie aan te
verbinden ,die kan iedereen voor
zichzelf trekken.
EEN ECONOMISCHE EN COM
MERCIËLE REVOLUTIE.
Het Nederlandse zakenleven, spe
ciaal in de textielbranche, is er in
geslaagd de kooplust van het Ne
derlandse publiek weer wakker te
slaan. Maar het ging niet dan met
vrij rigoureuze prijsverlagingen en
verregaande tegemoetkomingen.
Het begon in Amsterdam en als
een revolutie heeft zich deze rage
over het gehele land verbreid. Al
ler wege zijn er fantastische uitver
kopen aan de gang en allerwege
wordt het publiek gelokt door aan
trekkelijke beloningen zoals gouden
horloges en buitenlandse reizen,
door zeer verregaande prijsverla
gingen, zodat er artikelen zijn die
beneden de inkoopsprijs worden
verkocht. En het zakenleven ver
baast zich nu over de koopkracht
van het Nederlandse publiek, dat
tot grotere inkopen in staat blijkt,
dan men voor mogelijk had gehou
den.
Een dergelijk verschijnsel van
prijsverlagingen is allerminst na
tuurlijk te noemen en zal dus aller
minst stand houden. Maar experts
zien hierin toch een overgang naar
meer normale verhoudingen in het
zakenleven.
WEER EEN SCHIJNPROCES
In Praag gaat men voort zich
voor de gehele normaal denkende
wereld belachelijk te maken en de
rechtspleging daar tot een farce.
Nu is de journalist van Associa
ted Press te Praag, Willam Oatis, 't
slachtoffer van duivelse praktijken,
die hem hebben doen verklaren,
dat hij een spionnage-agent is.
Intussen heeft het Ministerie van
Buitenlandse Zaken in Amerika
naar aanleiding van het proces te
gen Mgr Grösz een officiële ver
klaring uitgegeven, waarin gezegd
wordt „Zij, die in vrijheid leven
onder een rechtvaardig en ethisch
rechtsysteem en ook het Hongaarse
volk zelf zullen dit proces weten
te nemen voor wat het is de voort
zetting van de communistische in
spanningen om alle menselijke
rechten en vrijheden in Hongarije
te onderdrukken, alle elementen
die niet bukken voor het regiem, te
vernietigen en de zedelijke en gods
dienstige invloed van de kerken te
breken."
BESPREKING BLIJFT MOGELIJK
In de Volkskrant heeft de heer A.
C. de Bruyn, voorzitter van de
K.A.B., nogmaals op scherpe wijze
gereageerd tegen hetgeeen Baron
van Voorst tot Voorst, landelijk
voorzitter van St. Adelbert, en prof.
Duynstee in het midden hadden ge
bracht omtrent de „machtspolitiek"
van de K.A.B.
Eerstgenoemde schrijft nu, dat
met de heer de Bruyn in beginsel
was afgesproken, dat de gerezen
controverse in 't Katholiek Bureau
Voor Maatschappelijk en Cultureel
Overleg zou worden behandeld. Het
ontstelt Baron van Voorst tot Voorst
nu, dat de voorzitter van de K.A.B.
gemeend heeft te moeten reageren
als hij deed. Hij zegt echter nadruk
kelijk overleg te blijven wensen en
samenwerking te blijven voorstaan,
„al wordt het moeilijk nog met de
heer de Bruyn te praten".
Professor Duynstee zegt in de
Maasbode„Voortzetting van de
discussie is onmogelijk geworden.
De tegenstellingen zouden nog
weer verder worden toegespitst en
de discussie zou meer en meer het
karakter aannemen van een hoogst
gevaarlijke en onwaardige rel."
Nou ontbreekt er nog maar één ding, zei van Mier, de borrel
moest drie stuivers kosten inplaats van acht en vijftig cen
ten. Ik heb v.,.,1 graag een borreltje, maar als ge er nog
geen twee voor een gulden kan kopen, dan blijf ik er maar
van af.
Dat is natuurlijk heel erg dat de
klare zo duur is, maar daar kan
zelfs het Comité Ouden van Dagen
niks aan doen. Niettemin waren
er toch nog oudjes die ondanks de
hoge prijs een flinke borrel dron
ken. Zo vertelde er een dat hij er
al enkele op had voor hij in de
wagen stapte. Toen ie een uur op
Groot Speijck was, zat hij dan ook
rustig te slapen
Die jaarlijkse tocht van de Ou
den van Dagen is een heerlijk feest
geworden.
Voordat de lange fille auto's van
het Vredesplein vertrok zat de
stemming er al in en toen al wer
den er sterke verhalen verteld.
Wij dachten dat het vertellen van
oer-sterke verhalen gereserveerd
was voor categorieën als oorlogs
veteranen en Oud-Indië-strijders
en zo, maar daarin hebben we ons
vergist. Sjonge, wat moet het vroe
ger een romantische tijd geweest
zijn in Waalwijk. Piet van Eeten
vertelde tenminste verhalen van de
Waalwykse kermis van zo n 50
jaar geleden die je de haren te
berge deden rijzen en een ander
vertelde dat hij lang geleden eens
zestig(l) borrels op één avond had
gedronken. „Maar toen was ik
zat", zei de hij erbij en er was nie
mand die het niet geloofde. Men
moet bij zo'n gelegenheid ook een
beetje kunnen opsnyden
We hebben Piet van Eeten nog
gevraagd of hij al de bloemstuk
ken die hij op z'n gouden bruiloft
had gekregen, nu inderdaad rond
z'n bed had gezet. Maar dat kon
hij ons niet vertellen. Nu ja, ge
bent niet zo dikwyls vijftig jaar
getrouwd en dat ge dan 's avonds
iets vergeet is te verontschuldigen.
Maar laten wij IJ eerst iets ver
tellen van ons uitstapje, want daar
wordt dit verslag voor gemaakt.
Maar die Waalwijkse Ouden van
Dagen weten ook zoveel te vertel
len dat de krant te klein is als we
U dit allemaal moeten meedelen.
Een beetje mag u er wel van we
ten, maar niet alles. Trouwens,
alles is ook niet voor publicatie
geschikt.
Maar goed, we stonden dus op
het Vredesplein en tegen half twee
vertrokken we. Uw verslaggever
kreeg een vriendelijke uitnodiging
om met de „Skoda" van de lieer
Vrinte mee te rijden, waaraan we
natuurlijk graag gehoor gaven.
Meneer Vrinte had nog twee pas
sagiers, de ene was Hensen (83
jaar) uit 't Gasthuis en de andere
kwam ook uit 't Gasthuis, maar we
zijn z'n naam vergeten. Dat spijt
ons oprecht, maar als U hem ziet,
zult hem zeker kennen en an
ders zullen wij 'm wel eens aan
wijzen. Hensen was helemaal niet
bang voor het potlood van Uw
verslaggever zoals meneer Vrinte,
want die zei al voor dat ie in
stapte dat ie nou op z'n woorden
moest letten.
De oude Hensen vertelde ook al
starke verhalen. Vorig jaar was
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
Naar het Engels.
5).
Harold Chesney want die was
het was in de regel veeleisend,
maar met die ruwe weersgesteldheid
was hij blij dat hij een onderdak
had. Met smaak gebruikte hij de
eenvoudige maaltijd, stak toen een
sigaar op en lag achterover ge
leund in de oude armstoel.
Niet lang had hij daar zo behaag
lijk gezeten, of er werd aan de deur
geklopt en binnen trad een heer met
levendige ogen.
Neem mij niet kwalijk, sir, u
is immers een vriend van sir James
Abney
Ja. Mijn naam is Chesney.
Kijkt u eens. Richar Hewlett,
de oude huisbewaarder hier, is
stervende. Hij heeft een belangrijke
bekentenis te doen, ging dokter
Leason voort, en die wenst hij uit
te spreken in tegenwoordigheid van
een getuige.
Een bekentenis Is er dan een
misdaad begaan
Ja, het betreft een grote schat,
die hij in zijn bezit heeft en die hij
teruggegeven wenst te zien aan de
rechtmatige erfgename. Wilt u dus
zo goed zijn, mee te gaan
Chesney volgde de dokter.
De stervende wees zijn dochter
een sleutel aan van de bos die hij
onder zijn kussen vandaan had moe
ten halen. Hiermee moest zij een
kast open maken, daaruit een zware
kist nemen en hieruit dan weer een
houten kistje met ijzeren beslag en
een hangslot. Zodra het kistje geo
pend was, moest Elisabeth al die
kleurige gesteenten uitspreiden, zo
dat ze verleidelijk glansden, de
groene smaragden, de rode robijnen,
de blauwe safieren en de gele to
pazen.
Chesney uitte dan ook een kreet
van bewondering bij het binnentre
den.
Bessie, ik moet met die heren
over mijn testament spreken en het
zou je maar van streek maken om
daarnaar te luisteren. Ga dus zolang
weg, kind.
Gehoorzaam verliet zij het ver
trek en de oude man vertelde nu
heel beknopt en duidelijk zijn ge
schiedenis, die dokter Leason op
schreef.
In zijn jeugd was Richard Hew
lett oppasser geweest bij een offi-
sier, een zekere kapitein Knox. Die
had van een Indische Prins, wie
hij belangrijke diensten moest heb
ben bewezen, een grote schat aan
edelgesteenten gekregen. Zijn eigen
dochter was tegen zijn zin getrouwd
wat hij haar nooit had kunnen ver
geven, waarom hij haar ook niet had
willen weerzien. Kort voor zijn dood
had hij echter berouw over deze
hardheid en had een testament ach
tergelaten, waarbij hij haar en
eventueel haar kinderen tot de
erfgenamen maakte van zijn rijk
dommen. Hewlett en zijn vrouw
waren de enige getuigen daarbij ge
weest. Ze waren bij hem toen hij
stierf en na zijn dood hadden ze het
testament vernietigd en waren er
met de schat vandoor gegaan.
Wij veranderden van naam,
beleed de oude man. In waarheid
heet ik niet Hewlett. Bessie weet dit
niet. Zij was nog te jong. Ik heet
Donthorne.
Hoe is de naam van die ge
trouwde dochter vroeg dokter
Leason.
Corrigall. Hij was officier van
gezondheid. Ze zijn nu beiden over
leden.
Hadden ze kinderen
Ja, sir, een zoon en een doch
ter. De zoon is dood en de dochter
is getrouwd en woont ergens bij
Londen.
Harold Chesney bezat de zelfbe
heersing om in het geheel geen blijk
van bekendheid met deze naam te
laten blijken. Waarschijnlijk was op
hetzelfde moment het plan al in
hem gewekt, dat hij later ten uit
voer zou brengen.
De dokter tekende eerst op het
velletje, waarop hij die bekentenis
had geschreven, toen zette Chesney
zijn onleesbare handtekening. De
stervende was door de dokter ge
holpen om zijn beide namen te
schrijven Richard Hewlett en John
Donthorne.
Chesney ging uit de sterfkamer
terug naar het vertrek waar hij zo
heerlijk bij het vuur kon zitten en
dacht intussen Ja, Mrs. Hopemere
was dan wel een gelukkige vrouw.
Maar waarom zou hij haar niet ten
huwelijk vragen Ze was maar een
paar jaar ouder dan hij en ze was
nog heel knap te noemen. Boven
dien scheen ze wel op hem gesteld.
Als ik haar vraag eer ze hier
van hoort, overlegde hij, dan zal zij
zeker mijn aanzoek aannemen. Maar
ze moet er van overtuigd zijn dat
ik dit geheel belangeloos doe. Die
fatale dokter. Wist nu maar nie
mand anders er van af. Het leek wel
belachelijk dat een man het nichtje
opgaf om de tante het hof te ma
ken. Maar het nichtje zelf bezat im
mers te veel trots om hieraan be
kendheid te geven.
't Is afgelopen, zei de dokter,
die nu zonder kloppen binnentrad.
Ik heb medelijden met die arme
dochter.
Ja. U gaat vannacht toch niel
terug, dokter
Zeker. Anders zou ze ook nog
voor mijn logies moeten zorgen.
Zijn er nog andere mensen hier
in huis
Er moet ergens een gedienstige
slapen en dan is er nog Tom, de
stalknecht. O ja. Ik heb de kist weer
in de kast gezet en hier is de sleu
tel. Het lijkt mij maar het beste dat
ik die aan u geef, daar u toch een
vriend is van Sir James Abney. We
zullen stappen moeten doen om die
jongedame te vinden. Denkt u, dat
sir James morgen hier zal zijn
Ik hoop van wel. Neen, ik
wil liever niet de sleutel hebben.
Hij zal het geval aan zijn zaakwaar
nemer ter behandeling geven.
Goede nacht, zei Chesney min
zaam, trok zich bij het vuur terug
en ging zich verdiepen in de schat
ten, waarvan hij hoogstwaarschijn
lijk binnenkort ook genieten zou.
Zo vaag kwam de hoop bij hem op
dat de dokter onderweg een onge
luk mocht overkomen, waardoor het
vinden van de kleindochter van ka
pitein Knox een onafzienbare tijd
zou kunnen duren.
Maar het lot was Harold Chesney
in deze niet gunstig gezind. De dok
ter bereikte veilig en wel zijn huis.
HOOFDSTUK VIII.
Na het onderhoud met haar neef
had Ruth Legarde steeds uitgeke
ken naar een geschikte gelegenheid
om met Denis te spreken en eerst
een week later deed zich die voor.
Ze waren beiden om een uur of half
drie op de tennisvelden en gingen
daar dichtbij in een beschut hoekje
zitten. Recht op haar doel afgaande,
zei ze
Ik hoop maar dat je niet boos
wordt, als IK zeg, dat vader en moe
der geen fraaie dingen van je ver
tellen dat je speelt en schulden
hebt en dikwyls in verkeerd gezel
schap bent.
Is dat alles
Me dunkt, het is genoeg. Ver
geet niet Denis dat je moeder dol
op je is en dat zij geen andere zoons
heeft.
ie ook naar Rotterdam geweest en
toen zat ie in een auto, waarvan
de chauffeur de weg niet wist. Hij
had veel geluk dat Hensen bij hem
zat, anders was hy nooit uit Rot
terdam gekomen.
„Hoe moeten we nou rijden
had hij gevraagd.
„Oh", zei Hensen, „gewoon
rechtdeur, dan kom-der altijd uit"
En ze waren er uit gekomen ook
Laten we verder gaan.
Van Waalwijk gingen we door
het Oostelijk deel van de Lang
straat naar Den Bosch, uitstekend
geleid door de Waalwykse motor
politie, die hun collega's in an
dere plaatsen al van de komst van
de Waalwykse Ouden tan Dagen
op de hoogte hadden gesteld, zo
dat we overal makkelijk door kon
den rijden.
Hensen zat aan z'n buurman te
vertellen hoe we reden en waar
we allemaal door kwamen. Hensen
kan het weten, want hij is een be
reisd man, dat zegt ie zelf.
Over Vught en Haaren gingen
we naar Oisterwijk. Door 't mooie
stadje en de prachtige wegen door
de bossen ging het naar Groot
Speyck. Toen iedereen was uit
gestapt sommigen geholpen
door de (aardige) verpleegsters
van het Rode Kruis hielden de
Oudjes hun entrée joyeuse in de
Oisterwijkse uitspanning. En 't
eerste wat er iemand zei we
moeten ons sterk vergissen als 't
Marietje niet was „Gatvergim-
me, nou staan er stoelen en kun
nen we niet dansen."
Maar dat was gauw verholpen,
een paar stoelen en tafels opzij en
ge had de fijnste dansvloer die ge
maar denken kunt.
Maar 't was nog geen tijd om te
dansen, want er moest eerst nog
een goeie sigaar gerookt worden
en geluisterd naar een kort woord
van de heer Meijs.
Voor de zoveelste keer, zei hij,
zijn de Waalwykse oudjes weer op
stap. De oudjes hadden de voor
keur gegeven aan Groot Speijck en
daarom had het comité besloten
om dit jaar weer naar Oisterwijk
te gaan. Meneer Meijs vertelde dat
Drik van Engelen speciaal van z'n
vacantie was teruggekomen om
met de oudjes mee te gaan en dat
vond het comité natuurlijk erg
fijn. Verder zei spr. dat er dit jaar
geen collecte was geweest omdat
het comité door giften in staat
was geweest zonder collecte het
uitstapje te organiseren.
Intussen was mevrouw Meijs
rond geweest als een weldoende
fee met een hoorn des overvloeds,
waaruit almaar consumptiebon
nen, sigaren en koeken vloeiden.
En toen was 't woord aan Drik
van Engelen en de accordeonisten.
Nu, aan dit drietal was de stem
mingmakerij wel toevertrouwd.
Drik had nog wel 'n spiksplinter
nieuw liedje op de wys van „Daar
by die molen", waarin hij de oud
jes, het comité, onze verkeerspo
litie en natuurlijk de gouden paren
bezong. „Misschien hebben we er
volgend jaar wel tien", zong Drik.
Trouwens, die gouden paren wer
den door meneer Meys nog even
tjes in het zonnetje gezet. Er was
drie en een half paar aanwezig.
De heren en mevrouwen (dat zei
Okke van Delft) De Peffer-de Ruy-
ter, Hamers-Missot, Bovenkaars-
makers-De Rouw en Piet v. Eeten
zonder Alida, want die was (he
laas) thuisgebleven.
Ze kregen allemaal nog een pre
sentje.
Een mededeling van Drik van
Engelen was sensationeel De heer
Hombergen (Den Bil, dan zult ge
hem wel beter kennen, zei Drik)
was verloofd en zou binnenkort
gaan trouwen. De „jonge" verloof
de kreeg een daverend hoera en
van Drik een extra liedje.
Geduldig luisterde hij naar al wat
Ruth hem verder te zeggen had,
maar de uitwerking zou niet groot
wezen.
Terwijl dit onderhoud tussen de
jongelui plaats had, zat Mrs. Hope
mere in haar boudoir en kondigde
het meisje aan
Mr. Chesney, madam.
Ik ben blij, u te zien, begon zij.
Ik dacht dat u nog niet op Green-
lands terug was.
Gisteren ben ik gekomen. Zijn
de jongelui uit
Ja, ze zijn gaan tennissen.
Op sentimentele toon sprak Ches-
ney
Ik ben blij dat ik u alleen tref.
Ik geniet niet dikwijls het voorrecht
van een gesprek onder vier ogen.
Maar ik geloof dat u er al heel wei
nig om geeft of u mij ziet of niet.
Kom, kom, mr. Chesney, u
wordt door ons allen toch altijd har
telijk welkom geheten op „Holt-
horne"
Ja, maar anderen worden ook
door u welkom geheten. En dan is
er iets waarin ik mij eigenlijk nooit
schikken kan, namelijk uw vastbe
slotenheid om trouw te blijven aan
de nagedachtenis van de gelukkig
ste man ter wereld. Waarom zou u
mij niet even gelukkig maken door
toe te stemmen in hetgeen ik vraag.
Mrs. HopemereFrancess
riep Chesney steeds meer in extase.
U zult wel gemerkt hebben dat ik
iets meer dan gewone vriendschap
en bewondering voor u voelde
Ze mocht dan al genoegen vinden
in het gezelschap van die knappe
man, maar verder gingen haar ge
voelens voor hem niet. Bovendien
zou Denis allesbehalve ingenomen
zijn met een dergelijk tweede huwe
lijk van zijn moeder en dit gaf de
doorslag.
Wordt vervolgd.
Maar toen was het ook hoog tyd
om te gaan dansen. Natuurlijk was
Marietje van de eerste. Ze kan het
nog uitstekend. Ze walst en danst
de mazurka en de kruis-polka als
een volleerde prima-donna. Ook
de jongelui die er by waren, waag
den een dansje, zelfs de (aardige)
verpleegsters van het Rode Kruis.
Verschillende sterren van de Ou
den van Dagen kwamen voor de
microfoon. En een meneer die z'n
vrije dag ook op Groot Speyck
doorbracht. Hij kan erg mooi zin
gen, zelfs een Nederlandse versie
van het beroemde „Moederlied".
Even later liet hij de klokken van
Arnemuiden welluidend door de
bossen en over de vennen van
Oisterwijk beieren. Natuurlijk
zong Hannes ook, weer z'n be
roemde lied van het bloemke en
'1 maagdelyn. Hij zong nog lager
als anders, geloven wij, maar hij
deed 't uitstekend. Doe 't hem
maar eens na
Frits van Beijnen was ook weer
in z n rol. Als die niet meer kan
zingen dan gaat 't verkeerd. Dat
vertelde hy zelf en dus zal 't wel
waar zyn.
En Thomas v. Leent uit Borruk
zong met z'n prachtige tenor van
een „Kroezelig Boerinneke". Ben-
jamino Gigli was er niks by
Intussen had Frans Schilders
z n Jonge Bloesems verzameld
voor de microfoon en spoedig
schalde hun hoogste lied, waar
voor de dames heel veel bewon
dering hadden.
Die dames amuseerden zich ook
opperbest, al deden ze bet wat
rustiger dan de mannen natuur-
yk. Juffrouw de Vaan b.v. zou
best nog 'n paar dagen op Groot
Speyck willen blijven, vertrouwde
ze ons toe en dat werd door haar
buurvrouwen beaamd. Onder de
dames zelfs werd er gepraat over
de dure borrel, een bewijs dat de
roem van Schiedam niet alleen
voor de heren is bestemd.
Het was alles bij elkaar een groot
feest en niemand had er eigenlijk
zin in om na de uitstekende koffie
tafel weer in de auto's te kruipen.
u, dat kunnen wij ons voorstellen
want we hadden zelf ook maar wei
neg goesting. Het was ook zo gezel
lig daar en bovendien prachtig
weer. Goed weer om foto's te ma
ken. Dat hebben we ook gedaan en
we kwamen bijna meteen in botsing
met de vrouwelijke ijdelheid. Want
koste wat kost, de dames van 't
Gasthuis die wilden op de foto. Wij
hadden ze al een keer gefotogra
feerd moet u weten .Maar toen ze
aan den bik zaten wilden ze er weer
een keer op. Wij waren vastbeslo
ten om 't niet te doen, want we
moesten nog meer foto's maken,
maar tenslotte zijn wij er voor ge
zwicht. Als de foto's klaar zijn, zul
len we ze u wel eens laten zien.
En nu zullen we maar over de te
rugreis vertellen, anders hebben wij
een hele krant nodig voor dit ver
slag en dat dan natuurlijk niet,
want de kermis en het 100-jarig be
staan van de gemeentewet moeten
ook een plaatsje hebben.
We gingen terug via Udenhout en
Loonopzand. In de St. Antoniuspa-
rochie stond de drumband van de
K.A.J. klaar om het convooi naar de
Markt te loodsen. Vanaf de Kloos-
terweg tot de Markt waren er veel
mensen op de been om de oudjes te
verwelkomen. Een paar keer moest
een auto stoppen om te laten zien
of Opa en Opoe er wel in zat. Bij
Henkelman b.v. stond een hele rij
Het was een drukte van je welste.
Vooral op de Markt, waar het con
vooi werd ontbonden om alle oud
jes weer thuis te brengen.
Het was een machtige tocht. Onze
warme hulde aan 't Comité dat voor
dit grandioos feest heeft gezorgd.
O, DIE SAMENWONING
Rumoerige avond met slot op het
politiebureau.
De familie Den B. uit 's-Graven-
hage, bestaande uit mevrouw,
haar echtgenoot en 2 broers van
deze laatste, wonende aan de
Schenkweg, hebben de nacht op
het politiebureau doorgebracht.
Dit was het sluitstuk van een
rumoerige avond, waarop de fa
milie den B. het bij hen inwonen
de gezin M. op straat had trachten
te zetten. Er liep reeds lang een
ontruimingsprocedure tegen de fa
milie M., maar dit duurde den B's
allemaal veel te lang.
Dinsdagavond drong mevrouw
den B., geassisteerd door de drie
mannen, de apartementen van het
inwonende echtpaar binnen en
begon deze kamers eenvoudig te
ontruimen.
De meubels werden op straat
gezet en dit alles werd aanleiding
tot een felle ruzie. De politie rukte
uit en nam de familie den B. mee
om in het politiebureau „wat af
te koelen" en een proces-verbaal
wegens huisvredebreuk te incas
seren.
DE TOESTAND IN PERZIË.
Naar van officiële zijde is verno
men, is de olieproductie in Aghad-
jari. ten Noorden van Abadan, ge
staakt. De productie staat thans on
der Perzische leiding.
Verder heeft het Perzische minis
terie van oorlog bekend gemaakt,
dat de Perzische autoriteiten beslo
ten hebben, de garnizoenen in Zuid-
Perzië te versterken. Binnenkort zal
een artillerie-regiment de haven
van Abadan bezetten „om eventuele
incidenten en sabotagedaden te ver
hinderen".
De laatste Britse tankboot te Aba
dan is vertrokken, na zijn olielading
naar de kade te hebben terugge
pompt.