Waalwijkse en Langstraatse Courani De Mater Amabilisschool leent f 250.000 Honderdveertig jaar Familienamen gesubsidieerd door de Raad van WAALWIJK Noodgedwongen verhoging van gastarieven GEMEENTERAAD VLIJMEN de Kermis onder de loupe. MAANDAG 27 AUGUSTUS 1951. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. DE ECHO VSX HET ZUIDEN 74e JAARGANG No. 69 Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p. p. Advertentie prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 Een jubileum van de Burgerlijke Stand Een mengelmoes van namen vinden we in de registers van de Burgerlijke Stand. Dit wonder der administratie is voor ons een zo alledaags verschijnsel, dat we ons nauwelijks kunnen voorstel len werkelijk anoniem te moeten rondlopen. Men behoort nu nog alleen figuurlijk tot het leger dei- naamlozen, want allen bezitten we door een woord in de regis ters op het gemeentehuis een na dere aanduiding van onze aanwe zigheid op de wereld. Op 18 Augustus 1841 werd het naamregister officiéél ingesteld bij decreet van keizer Napoleon, die in het begin der negentiende eeuw het grootste deel van Euro pa overheerste. De Franse dicta tor had er behoefte aan een over zicht te verkrijgen van alle men sen, die zich in zijn grote rijk be vonden. Hij liep met plannen rond om al die individuen in te schakelen ter verdediging van zijn troon en zijn rijk. Er is niets nieuws onder de zon. Hitier, zijn onbegaafde leerling, zou honderd jaar later dezelfde wens koesteren. Ook hij wilde zijn overheersing van Europa verzekeren met hulp der over wonnen volkeren. Napoleon riep de Burgerlijke Stand in 't leven, Hitier gebruikte de stamkaart en het persoonsbewijs om zijn doel te bereiken. De laatste twee ad ministratieve vindingen hebben echter minder levensvatbaarheid gehad dan Napoleons naamregis ter. Hoe men ook over de Franse dic tator mag denken, hij had geniale gedachten die werkelijk zinvol wa ren en zelfs wanneer men consta teert dat ook Napoleon met de Bur gerlijke Stand niet zijn doel de conscriptie heeft bereikt, toch moet men toegeven dat hij hiermee een administratieve schepping heeft gewrocht, die in de loop der jaren onmisbaar is gebleken. Onze voorvaderen vonden die Burgerlijke Stand maar een dwang- instituut, alleen geschikt om ons nog meer te knechten dan dit reeds het geval was. Men wist dat hier een dienstplicht in het Franse leger voor mannen het gevolg van zou zijn en men zag dit decreet dan ook als een noodmaatregel, die na het verdwijnen der Franse bezetting stellig ongedaan zou worden ge maakt. Iedereen moest dus in 1841 naar „de marie der gemeente alwaar hij woonachtig is", om daar een fami lie- en voornaam op te geven. Velen hoefden over die familie naam niet lang te denken. Zij had den er al geslachtenlang een. Men denke maar aan de grote mannen als Anthonie van Leeuwenhoek, Jo- han van Oldenbarnevelt, Hugo de Groot en anderen, wier vaderen reeds lang een naam hadden aange nomen. Zij wandelden dus zonder meer naar de nieuwbenoemde amb tenaar van de Burgerlijke Stand en lieten zich inschrijven. De naamlozen. Doch er waren ook zeer veel land genoten die zich steeds naar hun vader hadden genoemd, zoals Wil lem Beukelszoon, die het haring kaken uitvond. Zo vond men Jan Janszoon, Pieter Corneliszoon enz. Deze mensen lieten zich dikwijls ook maar als zodanig inschrijven, dan waren zij van dat rare gedoe der Fransen verlost. Zij zijn de stamvaders van alle Jans(s)en's en Pietsersen's. Een andere categorie werd meer met het beroep dat zij uitoefenden aangeduid. Men sprak van Gerrit Stofkoper en Teun-de-Timmerman. Het is dus geen wonder dat de na men Bakker, Smit, Visser enz. zo veel voorkomen, want waarom zou men zich niet naar zijn beroep la ten noemen? Het betekende nog een kosteloze reclame voor het be drijf en weinigen zullen gedroomd hebben dat hun kindskinderen nu nog een wandelend reclamebord voor hun overgrootvaders zaak zou den zijn. Een derde groep was er volkomen onverschillig onder wat de man op het gemeentehuis wel voor familie naam voor hen zou opschrijven. Zij noemden zich in overleg met de ambtenaar naar de plaats hunner inwoning, of naar de gemeente waar zij lang gewoond hadden of gebo ren waren. Zo ontstonden de namen Van Breda, van Alphen, Blokzijl, Vlaanderen enz. Anderen hadden zo'n minachting voor de gehate be zetter of waren zo overtuigd van 't tijdelijk karakter van de maatregel, dat zij de vreemdste en grappigste namen bedachten om daarmee ui ting te geven aan hun misnoegen over en spot met de gedwongen re gistratie. De wonderlijke namen Suiker buik, Niemandsverdriet, Naaktge boren zijn geesteskinderen van deze opvatting geweest. Ook kwam het wel voor dat de ambtenaar een grapjas was en bij gevraagd advies de meest zonderlinge namen ver zon, waarvan het gehele nageslacht van de betrokkene tenslotte de dupe werd.' Immers, dat nageslacht ziet de kostelijke grap van de ge meente-dienaar nog dagelijks op de geadresseerde envelop staan. Veel dragers van een zonderlinge en een glimlach opwekkende naam kunnen er echter zeker van zijn, dat hun voorvaderen in de Franse tijd zeer goede vaderlanders zijn geweest, die meenden dat de Burgerlijke Stand bij de terugkeer van een echt Nederlands bestuur weer zou ver dwijnen. Noem maar wat. Er was tenslotte ook nog een aan tal onverschilligen die zonder ver der nadenken een naam opgaven en dikwijls grepen naar bijzondere ei genschappen, waarom zij bekend stonden of naar uiterlijke kenmer ken. Zo werden er namen genoteerd als De Lange, De Bruin, Den Oude, Vriend, Treurniet e.a. Hoe zouden Gerrit de Stotteraar, Toon de Soep, Piet Link en andere handige jon gens gereageerd hebben en nog rea geren als zij officiéél het antwoord moesten geven op de vraag hoe ze wilden heten? De Nederlandse rechters zouden U dikwijls een ant woord kunnen geven. Immers, zij krijgen heden ten dage nog dikwijls de meest vreemdsoortige antwoor den op hun vraag in de rechtszaal: hoe heet U Wanneer wij vandaag voor de keus van een familienaam werden gesteld, zouden er vele nieuwe en meer moderne namen worden be dacht. Sinds de dagen van Napo leon is onze taal met zoveel nieuwe woorden verrijkt, dat velen met spijt in het hart naar het admini stratieve erfdeel hunner vaderen zien. Wij zouden ook stellig een doelmatiger en meer harmonisch register van de Burgerlijke Stand samenstellen. De officiële instanties weten dit maar al te goed, vandaar dat het wijzigen van de familienaam zo'n ingewikkelde en kostbare procedu re is. Zodanige veranderingen op grote schaal zouden n.l. heel wat verwarring kunnen stichten, want hoeveel Jansens zouden er voor het loket van de afdeling Burgerlijke Stand in de rij gaan staan? Laten we ons er mee troosten dat onze achternamen voor het grootste deel dit jaar hun honderdveertigste ver jaardag vieren. A. G. H. De vacantie was merkbaar in de gemeenteraadsvergadering te Waalwijk, op Donderdag j.l.; liefst zes leden waren afwezig, van wie wethouder Smolders wegens ziekte verhinderd was. De af wezigheid van deze heren verhinderde echter niet dat er veel besproken werd. Over de Mater Amabilisschool hebben de mees te leden het hunne gezegd, terwijl ook de gastarieven een punt van bespreking uitmaakten. Ondanks de bezwaren, zagen de le den het grote nut van het eerste en de bittere noodzaak van het tweede in. HET IDEËEL WENSELIJKE MOET WIJKEN VOOR HET SOCIAAL ECONOMISCH NOODZAKELIJKE. Na de vaststelling van de notulen en de behandeling van de ingeko men stukken, waarbij het verzoek van A. J. van Hilst om teruggave van het verlofrecht werd toege staan, nam men de punten 3 t/m 6 (voor agenda en prae-adviezen ver wijzen wij naar onze vorige num mers), allemaal verzoeken om me dewerking ex artikel 72 der Onder wijswet, zonder meer aan. Bij het voorstel tot afgifte van een noodzakelij kheids verklaring voor het inrichten van een Mater Amabilisschool, lichtte de voorzit ter de raad in omtrent een schrij ven dat was ontvangen van de Fa brikantenkring. Het bestuur van de Fabrikantenkring de Langstraat zegt geen gelegenheid te hebben gehad de leden te raadplegen, maar is niettemin van oordeel dat, na al les wat de laatste decennia is ge daan op sociaal gebied, en terwijl de conjunctuur nog dalende is, het ideëel wenselijke moet wijken voor1 het sociaal economisch noodzakelij ke. Het had evenwel een open oog voor het doel dat in het leerplan van de school werd nagestreefd, maar meent dat meer economische belangen voor het bestaan en de welvaart van ons land moeten prae. valeren. De voorz. tekende bij dit schrijven echter aan dat verschil lende werkgevers van grote bedrij ven reeds hun medewerking had den toegezegd, terwijl er zelfs eni gen in het bestuur van de school zitting hadden genomen. De heer v. Well sprak zijn dank uit; hier werd in een grote behoef te voorzien; de meisjes moesten dit goed beseffen. Op zijn vraag deelde de voorz. mee, dat er geen bezwaar tegen was dat ook meisjes van bui ten de gemeente dit onderwijs volg den; men ^ou dan de buiten-ge meenten verzoeken ook de extra subsidie per leerling te geven. De heer v. Seters zag in dat het nuttig is dat het meisje wordt voor bereid op de grote taak van het hu welijk. Maar de noodzakelijkheid van een dergelijke school zag hij niet in. De ouders hadden tot taak de kinderen op te voeden; er waren er echter veel die die verantwoor delijkheid van zich afschoven en hij was bang dat men de meisjes uit die gezinnen niet zou krijgen. Daarom meende hij dat er niet dat gene van de school terecht zou ko men, wat men er van verwachtte. De overheid moest vooral ook oog hebben en belangstelling voor de grote sociale noden. De heer de Brouwer was integen deel van mening dat het onderwijs ten goede kwam aan de meisjes die thuis het nodige missen. De heren moesten zich allen achter de initia- tiernemers stellen. Inderdaad lag de verantwoorde lijkheid bij de ouders, aldus de heer Verdoorn, maar daarnaast moest men de hulpmiddelen, zoals deze school er een was, te baat nemen. De heer Meys sprak zijn verwon dering uit over het schrijven van de Fabrikantenkring. Inderdaad waren er andere belangrijke din gen, maar daarom mocht men dit nog niet verwaarlozen. Hij had een burgemeester van een Brabantse gemeente gesproken, waar de school een buitengewoon succes was geworden. Heel veel meisjes volgden het onderwijs, terwijl de werkgevers volledig de school steunden, zelfs werkgevers die geen vrouwelijk personeel hadden. Deze burgemeester had een onderhoud gehad met H.M. de Koningin, die zeide veel respect te hebben voor dit onderwijs, en dat het haar be kend was dat deze meisjes zo heel veel goed deden in de maatschappij. De voorz. deelde nog mee, dat de werkgevers die hun hulp reeds had den toegezegd, zich niet hadden te ruggetrokken. 1 Men zou met 40 meisjes beginnen. De inhoud van het betoog van de heer v. Seters pleitte toch voor de school. Het zwaartepunt van de op voeding, aldus de voorz., leggen wij niet op de school. U moet het zien als aanvulling op de opvoeding van het meisje. De sfeer van een fabriek is niet gunstig een meisje op te voeden voor het huwelijk, sociale werksters e.d. kunnen wel iets doen, vrij veel zelfs, maar niet alles. In andere plaatsen heeft men mooie ervarin gen met dit onderwijs en geniet men de volle steun van de bedrij ven die de meisjes een volle mid dag afstaan en bovendien een be drag per meisje afdragen. Op een prettige manier onderbreekt het meisje de werkweek, dit heeft een zeer gunstige invloed op de arbeids- bereidheid en het productievermo gen, zodat gebleken is dat de pro ductie is verhoogd, in plaats van verlaagd. Dit onderwijs verhoogt de plichtsbetrachting en het zedelijk peil. Wij kunnen onze medewerking verlenen de toekomstige huwelijken beter te maken. Zeer duidelijk en enthousiast was de uiteenzetting van de burgemees ter en geen van de leden aarzelde dan ook nog zijn stem aan 't voor stel te geven. GASTARIEVEN VERHOOGD. Na het aannemen van de punten 8 en 9 besprak men de verhoging van de gastarieven. De heer v. Well zei dezelfde be zwaren te hebben als bij de vorige verhoging. Hij stelde voor het voor stel in behandeling te nemen bij 't bespreken van de begroting der be drijven. De heer v. Seters was van mening dat de levensstandaard van de meeste gezinnen te laag was, de buikriem was al strak genoeg aan getrokken. Hij verklaarde het niet eens te zijn met de prijzenpolitiek van de regering. Het kon zo niet verder, hij wilde zich aansluiten bij het voorstel van de heer v. Well te wachten tot de behandeling van de begroting. De voorz. deelde mee dat de ver hoging te wijten was aan de hoge prijs van de buitenlandse kolen. Het kolenverbruik was, vooral in de in dustrie, zeer toegenomen, zodat men meer en meer buitenlandse kolen moest aanschaffen-. Het is zeer jammer dat wij de ta rieven moeten verhogen, zei de voorzitter, maar wij kunnen niet anders. Wij zijn gebonden aan onze overeenkomst en moeten per 1 Sep tember de verhoogde prijs betalen. Verhogen wij de tarieven niet, dan betekent dit een nadeel voor de be groting van 1951 van 13.500.— en voor de begroting van '52 ƒ40.00.-. Economisch gesproken kunnen wij niet op een andere manier een der gelijk bedrag terughalen. Het is overmacht. Er is een kleine troost: wij zijn nog een stuk onder de al gemeen toegelaten prijzen, omdat onze electriciteitsvoorziening, in verband met de kleine oppervlakte van de gemeente en het daarmee verband houdende beperkte buizen net, zeer voordelig is. De voorz. zei nog dat hij durfde voorspellen dat het beeld van de be groting 1952 somberder zou zijn dan in de voorgaande jaren. De heer de Brouwer noemde het een somber geluid. Maar alle mid delen zouden wel zijn aangewend. Er was mogelijk een klein lichtpun tje wanneer men het gezinstarief liet ingaan bij 5 personen inplaats van 6 en bij 7 inplaats van 8. De voorz. antwoordde hierop dat dit een aangelegenheid was die maar eens door de bedrijfscommis- sie moest worden bekeken. De heer Meys, het enige aanwe zige lid van de commissie voor de bedrijven, kon de stemming van de heren leden aanvoelen, maar hij gaf de verzekering dat dit niet in een vloek en een zucht was gebeurd. Men had uiteindelijk moeten zwich ten voor de noodzaak. De prijzen zouden nog wel hoger worden dan die, waarop de tarieven nu geba seerd zijn. De heer v. Seters zei: we zullen dit besluit noodgedwongen moeten nemen en ook de heer v. Well was overtuigd van de noodzaak, waarna het voorstel zonder hoofdelijke stemming door de raad werd aan genomen. HET BADHUIS. Bij het voorstel tot vaststelling van de tarieven van het badhuis,' dat medio September gereed zal zijn, vroeg de heer de Brouwer re kening te houden bij het vaststellen van de salarissen, met de lange werktijd van het personeel, dat 's avonds om 8 uur wanneer de ge legenheid gesloten werd, nog niet klaar was met het werk. Hij vroeg of er geen reductie kon worden toegestaan voor een collec tief contract voor de employé's van bedrijven. De heer v. Seters noemde 't nieu we badhuis een mooie aanwinst; maar 't zou een kwestie van groei en zijn, niet in één keer zouden alle arbeiders komen. De suggestie van de heer Brouwer, betreffende een collectief contract, vond hij minder gewenst, het was beter dat de men. sen uit eigen beweging kwamen. De heer v. Well vroeg of 't slui tingsuur op Donderdag en Vrijdag niet een uur opgeschoven kon wor den, van 8 op 9. De heer Meys vond dit ook wen selijk. De voorz. antwoordde de heer de Brouwer dat het schoonmaken van het badhuis zo practisch mogelijk geregeld was; dit zou eens afgezien moeten worden, temeer omdat de financiële opzet toch al met een niet onaanzienlijk tekort was begonnen. Betreffende de uren van open stelling deelde de voorz. mee dat alle grote badhuizen die men be zocht, om 8 uur sloten. Zag men echter dat het hier nodig was later te sluiten, dan kon dit nog veran derd worden. De heer Verdoorn pleitte er voor dat op Dinsdag, de dag van het goedkoop tarief, de gelegenheid ook tot 8 uur open zou zijn. Als het storm loopt, aldus de voorz., dan zou dit zeker gebeuren. De raad ging tenslotte z.h.st. met het voorstel van B. en W. accoord. De punten 12 en 13 gaven geen aanleiding tot op- of aanmerkingen. Tenslotte werd in de vacature van de heer v. Hees wijk bij de derde stemming de heer v. Well tot lid gekozen van de commissie voor 't gemeentelijk woningbedrijf. Na een kleine wijziging aange bracht te hebben in een besluit dat de vorige vergadering genomen was betreffende aankoop van grond, sloot de voorz. om 9 uur de verga dering. Donderdagavond kwam de raad onder voorzitterschap van burge meester van Hout bijeen. De notulen van de vorige vergadering werden ongewijzigd vastgesteld. Bij de ingekomen stukken was ook een bericht van de heer Span- jers die als lid der raad bedankte, zonder opgave van redenen. Op de vraag van de heer Wij li mans in de vorige raadsvergadering of het niet mogelijk was dat de za kenlieden die in de nieuwe huizen wonen een aansluiting zouden kun nen krijgen op het telefoonnet, kon de voorz. nu meedelen, naar aanlei ding van een brief die hij ontvan- gen had van de P.T.T., dat dit jaar nog 100 aansluitingen tot stand ko men. Dit is dus een vooruitgang wanneer men weet dat er ruim 200 aanvragen tot aansluiting waren in gediend. Verder was er een verzoek van de heer E. van Heijst, Haarsteegsestr. Haarsteeg, tot aanleg van 'n straat verlichting. Dit moest eerst aan een onderzoek onderworpen worden, en als blijkt dat er termen aanwezig zijn tot het aanleggen van deze ver lichting, zal er met spoed aan ge werkt worden. Nu de raad het toch over de ver lichting had, vond de heer v. d. Meerendonk de tijd aangebroken om over stukgeschoten lampen in het Bijltje (Hoeve, Haarsteeg) te beginnen. Hij vond dat de mensen daar lang genoeg gestraft waren ge weest en verzocht om nieuwe lam pen. De voorz. beloofde dit. Vervolgens werden de geloofs brieven van het nieuwe raadslid, de heer A. M. v. Heivoort, onderzocht en in orde bevonden. Punt 2 was een voorstel van B. en W. tot het verlenen van een cre- diet voor uitbreiding van het water- leidingsnet in de Torenstraat. Het ging hier over een bedrag van 1440.—. De heer v. d. Meerendonk: Be treft het hier alleen de aansluiting van de Openbare School? De voorz.: Neen, het betreft hier de aansluiting van 16 woningen, waaronder de Openbare School. De heer v. d. Meerendonk: Zou den er dan niet meer dan 16 wonin gen aangesloten kunnen worden? De voorz. bevestigde dit en dit punt werd vervolgens z.h.st. goed gekeurd. Punt 3. Ontheffing van een aan slag op het schoolgeld over het schooljaar 1949/1950. De heer v. d. Meerendonk merkte op, zoals hij gezien had, dat dit stuk reeds klaar lag, zodat het fei telijk niet meer goedgekeurd be hoefde te worden, of rekent U zo goed op ons? vroeg hij. De voorz. bevestigde dit laat ste en het voorstel werd goedge keurd. Punt 4. Voorstel van B. en W. tot opheffing van een drietal ont slagen op het kohier van de hon denbelasting over de dienst 1951. Dit werd door de raad ook goed gekeurd. Punt 5. Een wijziging van de wachtgeldverordening dezer ge meente. Het betrof hier de vraag, wanneer een persoon ziek was en in tussen tijd op wachtgeld kwam te staan, voor welke uitkering hij dan in aan merking kwam. De voorz. belichtte dit; men zou eerst een ziektewet uitkering ontvangen en wanneer die afgelopen was een wachtgeld uitkering. De heer v. d. Meerendonk: Hoe lang ontvangt men die uitkering van de ziektewet? De voorz.: Ik geloof een half jaar, maar het zou beter zijn dat ik U allen een ambtenaar-reglement ter hand stel, dan kunt U zich de za ken beter realiseren. Ook deze wijziging werd aange nomen. Punt 6 was een verzoek van A. Lommers, Nieuwkuijksestraat 164, ter bekoming van een uitweg van af zijn woonhuis naar de Provin ciale weg. De voorz. zag hier geen termen aanwezig om op dit verzoek nader in te gaan. Hij is toch verzekerings agent. De heer v. Son: Hij is verzeke ringsagent en groentehandelaar. Ik zie niet in waarom hij geen uitweg krijgt, overal is een uitweg, behal ve daar. De voorz.: Hij staat niet te boek als groentehandelaar en dan is hij het ook niet. De heer v. Son: Ik ga hiermee niet accoord. Er zijn in Nieuwkuijk minder uitwegen dan woningen. Die man zit als het ware opgeslo ten. De heer v. d. Broek: Aan de ene kant van het huis is toch een weg. Daar kan hij dan wel overheen met zijn wagen. Waarop een lid van de raad antwoordde: Wat zou U doen als een ander over Uw werf en weg reed, dat hoeft hij ook niet toe te laten. Op dit verzoek werd afwijzend beschikt. De heren v. Son en Sa muels stemden tegen. Voordat de voorz. aan het volgen de punt kon beginnen, kwam dhr. v. d. Meerendonk met het volgende verzoek: Wat denkt U te doen met het nieuwe plein? Waarop de voorz. antwoordde, dat hij zich in verbin ding had gesteld met het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis vesting, met het verzoek naar Vlij men te komen en van advies te die nen. Zij hebben dit aangenomen. Nu is het afwachten wanneer zij ko men. Dit vond de heer v. d. Meeren- TEL.-ADRES „ECHO" donk goed en er werd niet meer over gesproken. Punt 7. Vöorstel van B. en W. tot aanvulling van de verordening inzake de salariëring van ambtena ren op arbeidscontract. Het betrof hier de persoon die de huur ophaalt van de gemeentewoningen. Dc heer v. d. Meerendonk: Ik snap niet waarom Ged. Staten nu komen om 35.af te trekken. Eerst had hij 520.en nu willen zij hem met 485.afschepen. Dit nu, omdat hij meer woningen moet bezoeken en groter routes moet ma ken. Dit is geen voorbeeld geven. De voorz.: Laten wij een verzoek schrift indienen bij Ged. Staten en daarin als onze mening kenbaar maken dat wij in geen geval deze aftrek goedkeuren. Maar laten wij zijn salaris voorlopig niet verlagen. Zo werd besloten. Punt 8. Voorstel van B. en W. tot het aangaan van een rekening- courant-overeenkomst ad 250.000.- met de N.V. Bank voor Nederland se Gemeenten te Den Haag. Dit was wel het voornaamste punt van deze vergadering, want volgens dc voor zitter was het een hele toer geweest om aan geld te komen. De voorzit ter merkte op dat het nu goed var. pas kwam, want 1 October van dit jaar moesten zij bij de Centrale Boerenleenbank een geldlening af lossen van 100.000.die deze niet wenst te continueren. De heer v. d. Meerendonk vroeg hoe hoog de rente was van deze nieuwe lening, waarop de voorzitter antwoordde: 4Vfe Dat vond dhr. v. d. Meerendonk niet te hoog, daar er al leningen gesloten worden van 5 en 6 procent. Dat komt omdat de Bank van Ned. Gemeenten ons heeft willen helpen, anders was de rentevoet wel hoger geweest, zei de voorzitter. De heer v. d. Meerendopk vroeg vervolgens hoe het was met de re serve van de ondernemingsbelas ting, hier hadden ze ons toch ook een gedeelte van beloofd, want zo ver als ik na kan gaan hebben wij hiervan nog nooit iets ontvangen. De voorz. beloofde dat hij zich tot het Ministerie van Financiën zou wenden, en die moeten ons dan maar eens inlichten omtrent dit ge val. Punt 9. Voorstel yan B. en W. tot verkoop van een tweetal per ceeltjes bouw-terrein, gelegen in de Kerkstraat, aan de heren M. Samu els en G. v. d. Lee. De heer Samuels vond het niet juist dat personen die op hun eigen grond niet kunnen bouwen, nu de nood aan de man is, onteigende gronden moeten kopen. Ook de heer v. Son was tegen verkoop, daar dit direct kosten met zich meebrengt. De voorz. lichtte alles toe in ver band met de opbouwwet 1950 en 't werd de leden al gauw duidelijk; men besloot de methode van ver koop to volgen zoals de voorz. die uiteen had gezet. Kermis Van de rondvraag werd gretig ge bruik gemaakt, vooral wat de ker mis betrof. De heer Wijkmans richtte een verzoek tot de raad om 't sluitings uur van het dansen wat ruimer te stellen, b.v. tot 10 uur in plaats van 9 uur. Hij had verschillende ver zoeken ontvangen van de inwoners en moeders wier mannen en kinde ren meestal buiten de plaats wer ken en 's avonds pas om zeven uur thuis zijn. Hij vond dat men voor die 2 uurtjes die men dan kon dan sen, zijn kostbare centen niet uit kon geven. Het grote bezwaar was de sluiting om 9 uur, want zolang er gedanst wordt kan er geen kwaad gebeuren, maar als die sluiting om 9 uur is, worden het na het dansen vecht- en dronkemanspartijen. Dat moet men tegengaan. Ook vond hij dat de rijpere jeugd beter in een danszaal kan zijn, dan langs de straat. De heer v. d. Ven was het hier mee wel eens, maar zag wel graag dat men vooral lette op de meisjes en jongens beneden de 18 jaar. De heer Dekkers: Als die danstijd zo kort is, hoe staat het dan met de belasting? De voorz.: Goed, die wordt niet berekend naar de tijd, maar naai de entre en de oppervlakte van de vloer. De heer v. Ooyen: Ik vind de leeftijd van 18 jaar toch wel wat te hoog gesteld, want ik geloof niet dat men meisjes van 17 jaar zomaar in een draaimolen kan zetten. De heer Dekkers vond dat de ker mis een volksfeest was en vond dan ook dat het besluit van enkele ja ren, toen de danstijd vastgesteld werd tot 9 uur, niet vernietigd mocht worden, om zodoende ook de vermakelijkheden het hunne te geven. De heer Samuels zou graag zien dat de kermis een week vroeger ge plaatst zou worden, dan had Nieuw kuijk ook meer kans op enige at^ tracties, daar het in de laatste week van Augustus 'op 83 plaatsen ker mis was. De voorz. deelde mee dat er vol gend jaar wel enige veranderingen zouden komen en wenste de leden een plezierige kermis toe. Hierna werd de vergadering ge sloten met gebed.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 5