Waalwijkse en Langstraatse Courani
De Mater Amabilisschool
leent f 250.000
Honderdveertig jaar Familienamen
gesubsidieerd door de Raad van WAALWIJK
Noodgedwongen verhoging van gastarieven
GEMEENTERAAD VLIJMEN
de Kermis onder de loupe.
MAANDAG 27 AUGUSTUS 1951.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
DE ECHO VSX HET ZUIDEN
74e JAARGANG No. 69
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p. p.
Advertentie prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
OPGERICHT 1878
SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121
Een jubileum van de Burgerlijke
Stand
Een mengelmoes van namen
vinden we in de registers van de
Burgerlijke Stand. Dit wonder
der administratie is voor ons een
zo alledaags verschijnsel, dat we
ons nauwelijks kunnen voorstel
len werkelijk anoniem te moeten
rondlopen. Men behoort nu nog
alleen figuurlijk tot het leger dei-
naamlozen, want allen bezitten
we door een woord in de regis
ters op het gemeentehuis een na
dere aanduiding van onze aanwe
zigheid op de wereld.
Op 18 Augustus 1841 werd het
naamregister officiéél ingesteld
bij decreet van keizer Napoleon,
die in het begin der negentiende
eeuw het grootste deel van Euro
pa overheerste. De Franse dicta
tor had er behoefte aan een over
zicht te verkrijgen van alle men
sen, die zich in zijn grote rijk be
vonden. Hij liep met plannen
rond om al die individuen in te
schakelen ter verdediging van
zijn troon en zijn rijk.
Er is niets nieuws onder de zon.
Hitier, zijn onbegaafde leerling,
zou honderd jaar later dezelfde
wens koesteren. Ook hij wilde
zijn overheersing van Europa
verzekeren met hulp der over
wonnen volkeren. Napoleon riep
de Burgerlijke Stand in 't leven,
Hitier gebruikte de stamkaart en
het persoonsbewijs om zijn doel
te bereiken. De laatste twee ad
ministratieve vindingen hebben
echter minder levensvatbaarheid
gehad dan Napoleons naamregis
ter.
Hoe men ook over de Franse dic
tator mag denken, hij had geniale
gedachten die werkelijk zinvol wa
ren en zelfs wanneer men consta
teert dat ook Napoleon met de Bur
gerlijke Stand niet zijn doel de
conscriptie heeft bereikt, toch
moet men toegeven dat hij hiermee
een administratieve schepping heeft
gewrocht, die in de loop der jaren
onmisbaar is gebleken.
Onze voorvaderen vonden die
Burgerlijke Stand maar een dwang-
instituut, alleen geschikt om ons
nog meer te knechten dan dit reeds
het geval was. Men wist dat hier
een dienstplicht in het Franse leger
voor mannen het gevolg van zou
zijn en men zag dit decreet dan ook
als een noodmaatregel, die na het
verdwijnen der Franse bezetting
stellig ongedaan zou worden ge
maakt.
Iedereen moest dus in 1841 naar
„de marie der gemeente alwaar hij
woonachtig is", om daar een fami
lie- en voornaam op te geven.
Velen hoefden over die familie
naam niet lang te denken. Zij had
den er al geslachtenlang een. Men
denke maar aan de grote mannen
als Anthonie van Leeuwenhoek, Jo-
han van Oldenbarnevelt, Hugo de
Groot en anderen, wier vaderen
reeds lang een naam hadden aange
nomen. Zij wandelden dus zonder
meer naar de nieuwbenoemde amb
tenaar van de Burgerlijke Stand en
lieten zich inschrijven.
De naamlozen.
Doch er waren ook zeer veel land
genoten die zich steeds naar hun
vader hadden genoemd, zoals Wil
lem Beukelszoon, die het haring
kaken uitvond. Zo vond men Jan
Janszoon, Pieter Corneliszoon enz.
Deze mensen lieten zich dikwijls
ook maar als zodanig inschrijven,
dan waren zij van dat rare gedoe
der Fransen verlost. Zij zijn de
stamvaders van alle Jans(s)en's en
Pietsersen's.
Een andere categorie werd meer
met het beroep dat zij uitoefenden
aangeduid. Men sprak van Gerrit
Stofkoper en Teun-de-Timmerman.
Het is dus geen wonder dat de na
men Bakker, Smit, Visser enz. zo
veel voorkomen, want waarom zou
men zich niet naar zijn beroep la
ten noemen? Het betekende nog
een kosteloze reclame voor het be
drijf en weinigen zullen gedroomd
hebben dat hun kindskinderen nu
nog een wandelend reclamebord
voor hun overgrootvaders zaak zou
den zijn.
Een derde groep was er volkomen
onverschillig onder wat de man op
het gemeentehuis wel voor familie
naam voor hen zou opschrijven. Zij
noemden zich in overleg met de
ambtenaar naar de plaats hunner
inwoning, of naar de gemeente waar
zij lang gewoond hadden of gebo
ren waren. Zo ontstonden de namen
Van Breda, van Alphen, Blokzijl,
Vlaanderen enz. Anderen hadden
zo'n minachting voor de gehate be
zetter of waren zo overtuigd van 't
tijdelijk karakter van de maatregel,
dat zij de vreemdste en grappigste
namen bedachten om daarmee ui
ting te geven aan hun misnoegen
over en spot met de gedwongen re
gistratie.
De wonderlijke namen Suiker
buik, Niemandsverdriet, Naaktge
boren zijn geesteskinderen van deze
opvatting geweest. Ook kwam het
wel voor dat de ambtenaar een
grapjas was en bij gevraagd advies
de meest zonderlinge namen ver
zon, waarvan het gehele nageslacht
van de betrokkene tenslotte de
dupe werd.' Immers, dat nageslacht
ziet de kostelijke grap van de ge
meente-dienaar nog dagelijks op de
geadresseerde envelop staan. Veel
dragers van een zonderlinge en een
glimlach opwekkende naam kunnen
er echter zeker van zijn, dat hun
voorvaderen in de Franse tijd zeer
goede vaderlanders zijn geweest,
die meenden dat de Burgerlijke
Stand bij de terugkeer van een echt
Nederlands bestuur weer zou ver
dwijnen.
Noem maar wat.
Er was tenslotte ook nog een aan
tal onverschilligen die zonder ver
der nadenken een naam opgaven en
dikwijls grepen naar bijzondere ei
genschappen, waarom zij bekend
stonden of naar uiterlijke kenmer
ken. Zo werden er namen genoteerd
als De Lange, De Bruin, Den Oude,
Vriend, Treurniet e.a. Hoe zouden
Gerrit de Stotteraar, Toon de Soep,
Piet Link en andere handige jon
gens gereageerd hebben en nog rea
geren als zij officiéél het antwoord
moesten geven op de vraag hoe ze
wilden heten? De Nederlandse
rechters zouden U dikwijls een ant
woord kunnen geven. Immers, zij
krijgen heden ten dage nog dikwijls
de meest vreemdsoortige antwoor
den op hun vraag in de rechtszaal:
hoe heet U
Wanneer wij vandaag voor de
keus van een familienaam werden
gesteld, zouden er vele nieuwe en
meer moderne namen worden be
dacht. Sinds de dagen van Napo
leon is onze taal met zoveel nieuwe
woorden verrijkt, dat velen met
spijt in het hart naar het admini
stratieve erfdeel hunner vaderen
zien. Wij zouden ook stellig een
doelmatiger en meer harmonisch
register van de Burgerlijke Stand
samenstellen.
De officiële instanties weten dit
maar al te goed, vandaar dat het
wijzigen van de familienaam zo'n
ingewikkelde en kostbare procedu
re is. Zodanige veranderingen op
grote schaal zouden n.l. heel wat
verwarring kunnen stichten, want
hoeveel Jansens zouden er voor het
loket van de afdeling Burgerlijke
Stand in de rij gaan staan? Laten
we ons er mee troosten dat onze
achternamen voor het grootste deel
dit jaar hun honderdveertigste ver
jaardag vieren.
A. G. H.
De vacantie was merkbaar in de gemeenteraadsvergadering te
Waalwijk, op Donderdag j.l.; liefst zes leden waren afwezig, van
wie wethouder Smolders wegens ziekte verhinderd was. De af
wezigheid van deze heren verhinderde echter niet dat er veel
besproken werd. Over de Mater Amabilisschool hebben de mees
te leden het hunne gezegd, terwijl ook de gastarieven een punt
van bespreking uitmaakten. Ondanks de bezwaren, zagen de le
den het grote nut van het eerste en de bittere noodzaak van het
tweede in.
HET IDEËEL WENSELIJKE
MOET WIJKEN VOOR HET
SOCIAAL ECONOMISCH
NOODZAKELIJKE.
Na de vaststelling van de notulen
en de behandeling van de ingeko
men stukken, waarbij het verzoek
van A. J. van Hilst om teruggave
van het verlofrecht werd toege
staan, nam men de punten 3 t/m 6
(voor agenda en prae-adviezen ver
wijzen wij naar onze vorige num
mers), allemaal verzoeken om me
dewerking ex artikel 72 der Onder
wijswet, zonder meer aan.
Bij het voorstel tot afgifte van
een noodzakelij kheids verklaring
voor het inrichten van een Mater
Amabilisschool, lichtte de voorzit
ter de raad in omtrent een schrij
ven dat was ontvangen van de Fa
brikantenkring. Het bestuur van de
Fabrikantenkring de Langstraat
zegt geen gelegenheid te hebben
gehad de leden te raadplegen, maar
is niettemin van oordeel dat, na al
les wat de laatste decennia is ge
daan op sociaal gebied, en terwijl
de conjunctuur nog dalende is, het
ideëel wenselijke moet wijken voor1
het sociaal economisch noodzakelij
ke. Het had evenwel een open oog
voor het doel dat in het leerplan
van de school werd nagestreefd,
maar meent dat meer economische
belangen voor het bestaan en de
welvaart van ons land moeten prae.
valeren. De voorz. tekende bij dit
schrijven echter aan dat verschil
lende werkgevers van grote bedrij
ven reeds hun medewerking had
den toegezegd, terwijl er zelfs eni
gen in het bestuur van de school
zitting hadden genomen.
De heer v. Well sprak zijn dank
uit; hier werd in een grote behoef
te voorzien; de meisjes moesten dit
goed beseffen. Op zijn vraag deelde
de voorz. mee, dat er geen bezwaar
tegen was dat ook meisjes van bui
ten de gemeente dit onderwijs volg
den; men ^ou dan de buiten-ge
meenten verzoeken ook de extra
subsidie per leerling te geven.
De heer v. Seters zag in dat het
nuttig is dat het meisje wordt voor
bereid op de grote taak van het hu
welijk. Maar de noodzakelijkheid
van een dergelijke school zag hij
niet in. De ouders hadden tot taak
de kinderen op te voeden; er waren
er echter veel die die verantwoor
delijkheid van zich afschoven en
hij was bang dat men de meisjes
uit die gezinnen niet zou krijgen.
Daarom meende hij dat er niet dat
gene van de school terecht zou ko
men, wat men er van verwachtte.
De overheid moest vooral ook oog
hebben en belangstelling voor de
grote sociale noden.
De heer de Brouwer was integen
deel van mening dat het onderwijs
ten goede kwam aan de meisjes die
thuis het nodige missen. De heren
moesten zich allen achter de initia-
tiernemers stellen.
Inderdaad lag de verantwoorde
lijkheid bij de ouders, aldus de heer
Verdoorn, maar daarnaast moest
men de hulpmiddelen, zoals deze
school er een was, te baat nemen.
De heer Meys sprak zijn verwon
dering uit over het schrijven van
de Fabrikantenkring. Inderdaad
waren er andere belangrijke din
gen, maar daarom mocht men dit
nog niet verwaarlozen. Hij had een
burgemeester van een Brabantse
gemeente gesproken, waar de
school een buitengewoon succes
was geworden. Heel veel meisjes
volgden het onderwijs, terwijl de
werkgevers volledig de school
steunden, zelfs werkgevers die geen
vrouwelijk personeel hadden. Deze
burgemeester had een onderhoud
gehad met H.M. de Koningin, die
zeide veel respect te hebben voor
dit onderwijs, en dat het haar be
kend was dat deze meisjes zo heel
veel goed deden in de maatschappij.
De voorz. deelde nog mee, dat de
werkgevers die hun hulp reeds had
den toegezegd, zich niet hadden te
ruggetrokken. 1
Men zou met 40 meisjes beginnen.
De inhoud van het betoog van de
heer v. Seters pleitte toch voor de
school. Het zwaartepunt van de op
voeding, aldus de voorz., leggen wij
niet op de school. U moet het zien
als aanvulling op de opvoeding van
het meisje.
De sfeer van een fabriek is niet
gunstig een meisje op te voeden
voor het huwelijk, sociale werksters
e.d. kunnen wel iets doen, vrij veel
zelfs, maar niet alles. In andere
plaatsen heeft men mooie ervarin
gen met dit onderwijs en geniet
men de volle steun van de bedrij
ven die de meisjes een volle mid
dag afstaan en bovendien een be
drag per meisje afdragen. Op een
prettige manier onderbreekt het
meisje de werkweek, dit heeft een
zeer gunstige invloed op de arbeids-
bereidheid en het productievermo
gen, zodat gebleken is dat de pro
ductie is verhoogd, in plaats van
verlaagd. Dit onderwijs verhoogt de
plichtsbetrachting en het zedelijk
peil. Wij kunnen onze medewerking
verlenen de toekomstige huwelijken
beter te maken.
Zeer duidelijk en enthousiast was
de uiteenzetting van de burgemees
ter en geen van de leden aarzelde
dan ook nog zijn stem aan 't voor
stel te geven.
GASTARIEVEN VERHOOGD.
Na het aannemen van de punten
8 en 9 besprak men de verhoging
van de gastarieven.
De heer v. Well zei dezelfde be
zwaren te hebben als bij de vorige
verhoging. Hij stelde voor het voor
stel in behandeling te nemen bij 't
bespreken van de begroting der be
drijven.
De heer v. Seters was van mening
dat de levensstandaard van de
meeste gezinnen te laag was, de
buikriem was al strak genoeg aan
getrokken. Hij verklaarde het niet
eens te zijn met de prijzenpolitiek
van de regering. Het kon zo niet
verder, hij wilde zich aansluiten bij
het voorstel van de heer v. Well te
wachten tot de behandeling van de
begroting.
De voorz. deelde mee dat de ver
hoging te wijten was aan de hoge
prijs van de buitenlandse kolen. Het
kolenverbruik was, vooral in de in
dustrie, zeer toegenomen, zodat men
meer en meer buitenlandse kolen
moest aanschaffen-.
Het is zeer jammer dat wij de ta
rieven moeten verhogen, zei de
voorzitter, maar wij kunnen niet
anders. Wij zijn gebonden aan onze
overeenkomst en moeten per 1 Sep
tember de verhoogde prijs betalen.
Verhogen wij de tarieven niet, dan
betekent dit een nadeel voor de be
groting van 1951 van 13.500.— en
voor de begroting van '52 ƒ40.00.-.
Economisch gesproken kunnen wij
niet op een andere manier een der
gelijk bedrag terughalen. Het is
overmacht. Er is een kleine troost:
wij zijn nog een stuk onder de al
gemeen toegelaten prijzen, omdat
onze electriciteitsvoorziening, in
verband met de kleine oppervlakte
van de gemeente en het daarmee
verband houdende beperkte buizen
net, zeer voordelig is.
De voorz. zei nog dat hij durfde
voorspellen dat het beeld van de be
groting 1952 somberder zou zijn dan
in de voorgaande jaren.
De heer de Brouwer noemde het
een somber geluid. Maar alle mid
delen zouden wel zijn aangewend.
Er was mogelijk een klein lichtpun
tje wanneer men het gezinstarief
liet ingaan bij 5 personen inplaats
van 6 en bij 7 inplaats van 8.
De voorz. antwoordde hierop dat
dit een aangelegenheid was die
maar eens door de bedrijfscommis-
sie moest worden bekeken.
De heer Meys, het enige aanwe
zige lid van de commissie voor de
bedrijven, kon de stemming van de
heren leden aanvoelen, maar hij gaf
de verzekering dat dit niet in een
vloek en een zucht was gebeurd.
Men had uiteindelijk moeten zwich
ten voor de noodzaak. De prijzen
zouden nog wel hoger worden dan
die, waarop de tarieven nu geba
seerd zijn.
De heer v. Seters zei: we zullen
dit besluit noodgedwongen moeten
nemen en ook de heer v. Well was
overtuigd van de noodzaak, waarna
het voorstel zonder hoofdelijke
stemming door de raad werd aan
genomen.
HET BADHUIS.
Bij het voorstel tot vaststelling
van de tarieven van het badhuis,'
dat medio September gereed zal
zijn, vroeg de heer de Brouwer re
kening te houden bij het vaststellen
van de salarissen, met de lange
werktijd van het personeel, dat
's avonds om 8 uur wanneer de ge
legenheid gesloten werd, nog niet
klaar was met het werk.
Hij vroeg of er geen reductie kon
worden toegestaan voor een collec
tief contract voor de employé's van
bedrijven.
De heer v. Seters noemde 't nieu
we badhuis een mooie aanwinst;
maar 't zou een kwestie van groei
en zijn, niet in één keer zouden alle
arbeiders komen. De suggestie van
de heer Brouwer, betreffende een
collectief contract, vond hij minder
gewenst, het was beter dat de men.
sen uit eigen beweging kwamen.
De heer v. Well vroeg of 't slui
tingsuur op Donderdag en Vrijdag
niet een uur opgeschoven kon wor
den, van 8 op 9.
De heer Meys vond dit ook wen
selijk.
De voorz. antwoordde de heer de
Brouwer dat het schoonmaken van
het badhuis zo practisch mogelijk
geregeld was; dit zou eens afgezien
moeten worden, temeer omdat de
financiële opzet toch al met een niet
onaanzienlijk tekort was begonnen.
Betreffende de uren van open
stelling deelde de voorz. mee dat
alle grote badhuizen die men be
zocht, om 8 uur sloten. Zag men
echter dat het hier nodig was later
te sluiten, dan kon dit nog veran
derd worden.
De heer Verdoorn pleitte er voor
dat op Dinsdag, de dag van het
goedkoop tarief, de gelegenheid ook
tot 8 uur open zou zijn.
Als het storm loopt, aldus de
voorz., dan zou dit zeker gebeuren.
De raad ging tenslotte z.h.st. met
het voorstel van B. en W. accoord.
De punten 12 en 13 gaven geen
aanleiding tot op- of aanmerkingen.
Tenslotte werd in de vacature van
de heer v. Hees wijk bij de derde
stemming de heer v. Well tot lid
gekozen van de commissie voor 't
gemeentelijk woningbedrijf.
Na een kleine wijziging aange
bracht te hebben in een besluit dat
de vorige vergadering genomen was
betreffende aankoop van grond,
sloot de voorz. om 9 uur de verga
dering.
Donderdagavond kwam de raad
onder voorzitterschap van burge
meester van Hout bijeen. De
notulen van de vorige vergadering
werden ongewijzigd vastgesteld.
Bij de ingekomen stukken was
ook een bericht van de heer Span-
jers die als lid der raad bedankte,
zonder opgave van redenen.
Op de vraag van de heer Wij li
mans in de vorige raadsvergadering
of het niet mogelijk was dat de za
kenlieden die in de nieuwe huizen
wonen een aansluiting zouden kun
nen krijgen op het telefoonnet, kon
de voorz. nu meedelen, naar aanlei
ding van een brief die hij ontvan-
gen had van de P.T.T., dat dit jaar
nog 100 aansluitingen tot stand ko
men. Dit is dus een vooruitgang
wanneer men weet dat er ruim 200
aanvragen tot aansluiting waren in
gediend.
Verder was er een verzoek van de
heer E. van Heijst, Haarsteegsestr.
Haarsteeg, tot aanleg van 'n straat
verlichting. Dit moest eerst aan een
onderzoek onderworpen worden, en
als blijkt dat er termen aanwezig
zijn tot het aanleggen van deze ver
lichting, zal er met spoed aan ge
werkt worden.
Nu de raad het toch over de ver
lichting had, vond de heer v. d.
Meerendonk de tijd aangebroken
om over stukgeschoten lampen in
het Bijltje (Hoeve, Haarsteeg) te
beginnen. Hij vond dat de mensen
daar lang genoeg gestraft waren ge
weest en verzocht om nieuwe lam
pen.
De voorz. beloofde dit.
Vervolgens werden de geloofs
brieven van het nieuwe raadslid, de
heer A. M. v. Heivoort, onderzocht
en in orde bevonden.
Punt 2 was een voorstel van B.
en W. tot het verlenen van een cre-
diet voor uitbreiding van het water-
leidingsnet in de Torenstraat. Het
ging hier over een bedrag van
1440.—.
De heer v. d. Meerendonk: Be
treft het hier alleen de aansluiting
van de Openbare School?
De voorz.: Neen, het betreft hier
de aansluiting van 16 woningen,
waaronder de Openbare School.
De heer v. d. Meerendonk: Zou
den er dan niet meer dan 16 wonin
gen aangesloten kunnen worden?
De voorz. bevestigde dit en dit
punt werd vervolgens z.h.st. goed
gekeurd.
Punt 3. Ontheffing van een aan
slag op het schoolgeld over het
schooljaar 1949/1950.
De heer v. d. Meerendonk merkte
op, zoals hij gezien had, dat dit
stuk reeds klaar lag, zodat het fei
telijk niet meer goedgekeurd be
hoefde te worden, of rekent U zo
goed op ons? vroeg hij.
De voorz. bevestigde dit laat
ste en het voorstel werd goedge
keurd.
Punt 4. Voorstel van B. en W.
tot opheffing van een drietal ont
slagen op het kohier van de hon
denbelasting over de dienst 1951.
Dit werd door de raad ook goed
gekeurd.
Punt 5. Een wijziging van de
wachtgeldverordening dezer ge
meente.
Het betrof hier de vraag, wanneer
een persoon ziek was en in tussen
tijd op wachtgeld kwam te staan,
voor welke uitkering hij dan in aan
merking kwam. De voorz. belichtte
dit; men zou eerst een ziektewet
uitkering ontvangen en wanneer
die afgelopen was een wachtgeld
uitkering.
De heer v. d. Meerendonk: Hoe
lang ontvangt men die uitkering
van de ziektewet?
De voorz.: Ik geloof een half jaar,
maar het zou beter zijn dat ik U
allen een ambtenaar-reglement ter
hand stel, dan kunt U zich de za
ken beter realiseren.
Ook deze wijziging werd aange
nomen.
Punt 6 was een verzoek van A.
Lommers, Nieuwkuijksestraat 164,
ter bekoming van een uitweg van
af zijn woonhuis naar de Provin
ciale weg.
De voorz. zag hier geen termen
aanwezig om op dit verzoek nader
in te gaan. Hij is toch verzekerings
agent.
De heer v. Son: Hij is verzeke
ringsagent en groentehandelaar. Ik
zie niet in waarom hij geen uitweg
krijgt, overal is een uitweg, behal
ve daar.
De voorz.: Hij staat niet te boek
als groentehandelaar en dan is hij
het ook niet.
De heer v. Son: Ik ga hiermee
niet accoord. Er zijn in Nieuwkuijk
minder uitwegen dan woningen.
Die man zit als het ware opgeslo
ten.
De heer v. d. Broek: Aan de ene
kant van het huis is toch een weg.
Daar kan hij dan wel overheen met
zijn wagen. Waarop een lid van de
raad antwoordde: Wat zou U doen
als een ander over Uw werf en weg
reed, dat hoeft hij ook niet toe te
laten.
Op dit verzoek werd afwijzend
beschikt. De heren v. Son en Sa
muels stemden tegen.
Voordat de voorz. aan het volgen
de punt kon beginnen, kwam dhr.
v. d. Meerendonk met het volgende
verzoek: Wat denkt U te doen met
het nieuwe plein? Waarop de voorz.
antwoordde, dat hij zich in verbin
ding had gesteld met het Ministerie
van Wederopbouw en Volkshuis
vesting, met het verzoek naar Vlij
men te komen en van advies te die
nen. Zij hebben dit aangenomen. Nu
is het afwachten wanneer zij ko
men.
Dit vond de heer v. d. Meeren-
TEL.-ADRES „ECHO"
donk goed en er werd niet meer
over gesproken.
Punt 7. Vöorstel van B. en W.
tot aanvulling van de verordening
inzake de salariëring van ambtena
ren op arbeidscontract. Het betrof
hier de persoon die de huur ophaalt
van de gemeentewoningen.
Dc heer v. d. Meerendonk: Ik
snap niet waarom Ged. Staten nu
komen om 35.af te trekken.
Eerst had hij 520.en nu willen
zij hem met 485.afschepen. Dit
nu, omdat hij meer woningen moet
bezoeken en groter routes moet ma
ken. Dit is geen voorbeeld geven.
De voorz.: Laten wij een verzoek
schrift indienen bij Ged. Staten en
daarin als onze mening kenbaar
maken dat wij in geen geval deze
aftrek goedkeuren. Maar laten wij
zijn salaris voorlopig niet verlagen.
Zo werd besloten.
Punt 8. Voorstel van B. en W.
tot het aangaan van een rekening-
courant-overeenkomst ad 250.000.-
met de N.V. Bank voor Nederland
se Gemeenten te Den Haag. Dit was
wel het voornaamste punt van deze
vergadering, want volgens dc voor
zitter was het een hele toer geweest
om aan geld te komen. De voorzit
ter merkte op dat het nu goed var.
pas kwam, want 1 October van dit
jaar moesten zij bij de Centrale
Boerenleenbank een geldlening af
lossen van 100.000.die deze niet
wenst te continueren.
De heer v. d. Meerendonk vroeg
hoe hoog de rente was van deze
nieuwe lening, waarop de voorzitter
antwoordde: 4Vfe Dat vond dhr.
v. d. Meerendonk niet te hoog, daar
er al leningen gesloten worden van
5 en 6 procent.
Dat komt omdat de Bank van
Ned. Gemeenten ons heeft willen
helpen, anders was de rentevoet wel
hoger geweest, zei de voorzitter.
De heer v. d. Meerendopk vroeg
vervolgens hoe het was met de re
serve van de ondernemingsbelas
ting, hier hadden ze ons toch ook
een gedeelte van beloofd, want zo
ver als ik na kan gaan hebben wij
hiervan nog nooit iets ontvangen.
De voorz. beloofde dat hij zich tot
het Ministerie van Financiën zou
wenden, en die moeten ons dan
maar eens inlichten omtrent dit ge
val.
Punt 9. Voorstel yan B. en W.
tot verkoop van een tweetal per
ceeltjes bouw-terrein, gelegen in de
Kerkstraat, aan de heren M. Samu
els en G. v. d. Lee.
De heer Samuels vond het niet
juist dat personen die op hun eigen
grond niet kunnen bouwen, nu de
nood aan de man is, onteigende
gronden moeten kopen.
Ook de heer v. Son was tegen
verkoop, daar dit direct kosten met
zich meebrengt.
De voorz. lichtte alles toe in ver
band met de opbouwwet 1950 en 't
werd de leden al gauw duidelijk;
men besloot de methode van ver
koop to volgen zoals de voorz. die
uiteen had gezet.
Kermis
Van de rondvraag werd gretig ge
bruik gemaakt, vooral wat de ker
mis betrof.
De heer Wijkmans richtte een
verzoek tot de raad om 't sluitings
uur van het dansen wat ruimer te
stellen, b.v. tot 10 uur in plaats van
9 uur. Hij had verschillende ver
zoeken ontvangen van de inwoners
en moeders wier mannen en kinde
ren meestal buiten de plaats wer
ken en 's avonds pas om zeven uur
thuis zijn. Hij vond dat men voor
die 2 uurtjes die men dan kon dan
sen, zijn kostbare centen niet uit
kon geven. Het grote bezwaar was
de sluiting om 9 uur, want zolang
er gedanst wordt kan er geen kwaad
gebeuren, maar als die sluiting om
9 uur is, worden het na het dansen
vecht- en dronkemanspartijen. Dat
moet men tegengaan. Ook vond hij
dat de rijpere jeugd beter in een
danszaal kan zijn, dan langs de
straat.
De heer v. d. Ven was het hier
mee wel eens, maar zag wel graag
dat men vooral lette op de meisjes
en jongens beneden de 18 jaar.
De heer Dekkers: Als die danstijd
zo kort is, hoe staat het dan met de
belasting?
De voorz.: Goed, die wordt niet
berekend naar de tijd, maar naai
de entre en de oppervlakte van de
vloer.
De heer v. Ooyen: Ik vind de
leeftijd van 18 jaar toch wel wat te
hoog gesteld, want ik geloof niet
dat men meisjes van 17 jaar zomaar
in een draaimolen kan zetten.
De heer Dekkers vond dat de ker
mis een volksfeest was en vond dan
ook dat het besluit van enkele ja
ren, toen de danstijd vastgesteld
werd tot 9 uur, niet vernietigd
mocht worden, om zodoende ook de
vermakelijkheden het hunne te
geven.
De heer Samuels zou graag zien
dat de kermis een week vroeger ge
plaatst zou worden, dan had Nieuw
kuijk ook meer kans op enige at^
tracties, daar het in de laatste week
van Augustus 'op 83 plaatsen ker
mis was.
De voorz. deelde mee dat er vol
gend jaar wel enige veranderingen
zouden komen en wenste de leden
een plezierige kermis toe.
Hierna werd de vergadering ge
sloten met gebed.