MODEL-TABELLE
46
Fabrijkcn en werkwinkels
Hoofd
benamingen
1
a.
In deze kolom te
volgen de orde der
alphabet ische lijst
hier achter ge
drukt; voorde be
staande inrigtin-
gen.
b.
De verschillende
benamingen,
welke men ge
woon is aan de in-
rigtingen te ge
ven, overtebren-
gen tot die van de
lijst en deeze te
behouden tenzij
er volstrekt geene
benaming van
voorkwame op de
lijst. In dat geval
zoodanige inrig-
ting geheel onder
aan, en niet tus-
schen de andere
op het alphabeth,
te plaatsen. Men
bedenke daarom
zorgvuldig, of
eene zoodanige
geene bijzondere
soort eener reeds
opgenoemde is,
wanneer die in de
nevenstaande ko
lom n. 2, naast de
ze wordt aange-
teekend.
c.
Bij voorname be
langrijke fabrij-
ken de namen der
eigenaars of fir
ma's meer binnen
waarts op te geven.
Bijzondere na
der aanduidende
benamingen
2
a.
In deze kolom
worden de onder
scheidene soorten
van de hierneven
staande inrigtin-
gen geplaatst.
b.
Ook in deze ko
lom melding te
maken, of eene
inrigting, hierne
vens in kolom 1,
opgenoemd, een
van eene groote-
re inrigting zij:
alsdan die groo-
tere inrigting hier
weder aanteha-
len, vermits die
grootere dan el
ders moet voorko
men.
c.
Indien de inrig
ting niet juist
overeenkomt met
die, welke daar
voor in de lijst
voorkomt, dan in
deze kolom haar
opgeven zoo als zij
is.
d.
Wanneer eene in
rigting meer een
herstellings- dan
een vervaardi-
gingsbedrijf is,
zulks hier aante-
merken.
e.
Ook verdere aan
merkingen mits niet
wijdloopig, kun
nen hier geplaatst
worden.
Getal der fabrij-
ken en werkwin
kels
3
a.
In deze wordt el
ke inrigting, wel
ke op zich zelve
een tak van be
staan uitmaakt,
gesteld; al ware
het, dat dezelve
ook met andere
vereenigd ware;
zoo dra die maar
op zich zelve kan
worden gere
kend, komt zij als
inrigting te voor
schijn.
b.
Niet te stellen
onbepaalde getal
len, b.v. 5 a 6; 13
a 14 enz., maar
het bepaalde ge
tal voor de ge
meente van elke
soort.
c.
Voorname inrig-
tingen niet collec
tief, maar afzon
derlijk, te vermel
den.
Geheel of gedeel
telijk door werk
tuigen gedreven,
als: hoofdwerktui-
gen
4
a.
Dat is, waar hoofd
werktuigen het werk
verrigten als mo
lens, stoomwerk
tuigen en andere
groote kunstinrig-
tingen, welke in de
ze kolom te noe
men zijn.
Getal der werk
liedentot dezelve
5
a.
Het getal der kin
deren, als verdie
nende veel min
der loon, afzon
derlijk optegeven.
b.
Indien de werk
meester of eige
naar zelf mede
werkt of ook al
leen het werk
doet, zulks te ver
melden en hem
afzonderlijk niet
onder de werklie
den, optegeven.
c.
Zoo het werk niet
in eene werk
plaats, maar door
de individus aan
huizen gedaan
wordt, alsdan het
getal der individus
optegeven.
Middelprijs der
arbeidsloonen
van de werklie
den per dag in gld.
en ets.
6
a.
Hier worden, en
de middelprijs
der volwassenen
en die der kinde
ren, afzonderlijk
opgegeven.
b.
Indien per stuk,
per el, per pond,
per centner enz.,
of opeeneandere
wijze, beloond
wordt, alsdan
zulks, te vermel
den, evenwel zoo
veel doenlijk de
verdiensten te re
duceren tot eene
berekening per
dag.
c.
Of de arbeid het
geheele jaar door
loopt, als gewone
arbeid, dan wel
zich tot afzonder
lijke tijdperken of
omstandigheden
bepaalt.