Kadastrale leggers en kaarten bevatten nauwkeurige gegevens over oppervlakte, lig-
ging, eigendom, hypotheek etc. van de inrichtingen en hun omgeving. Toetsing vanuit
het bedrijfsleven zelf kan geschieden met behulp van bedrijfsarchieven. Archieven van
machinefabrieken geven met name informatie over elders geplaatste machines. Hierop
gaan ook periodieken en andere publikaties uit de hoek van ingenieurs en bouwkundi
gen in. Van geheel andere aard zijn de diverse statistische beschrijvingen en enquêtes
uit de negentiende eeuw en de talloze publikaties van het cbs.32 Tenslotte kan observatie
ter plaatse een zinvolle vorm van toetsing betekenen.
Literatuur
1. Andere gidsen en commentaren
2. Enkele recente (na 1945) historische studies van belang voor een goed begrip van de
historische situering van de hinderwetgeving:
De literatuur over de sociale en economische ontwikkelingen in Nederland sedert het
begin van de negentiende eeuw is overvloedig. Kortheidshalve zij verwezen naar de
desbetreffende hoofdstukken in de delen 10 tot en met 15 van de Algemene geschiedenis
der Nederlanden (Haarlem 1977-1983) én de achterin elk deel opgenomen beredeneerde
bibliografie.
Afzonderlijke vermelding verdient: J.A. de Jonge, De industrialisatie in Nederland tussen
1850 en 1914, Nijmegen 1976 (reprint).
3. Enkele administratief-juridische publikaties van belang voor een goed begrip van de
concrete totstandkoming van de hinderwetbescheiden:
Alphabetisch register op Luttenberg's chronologische verzameling der wetten, besluiten en arresten betrekke
lijk het openbaar bestuur in de Nederlanden sedert de herstelde orde van zaken in 1813 1813-1924
Zwolle 1925.
L. Bomhof, Handleiding Hinderwet: een benadering van de juridische praktijk', in:
Recht en Praktijk, Deventer 1978, nr. 30, 5-10.
E H. A. Koeken, Vergunningstelsel in de Hinderwet en de Woningwet, Alphen aan den Rijn 1966.
E.H.A. Koeken, '1875 Hinderwet 1975', in: Milieu en Recht, (1976) nr. 1, 12-19.
C. Lambers, Milieurecht, Deventer 1974.
H.J.J. Leenen, Inleiding tot het Milieuhygiënerecht, Alphen aan den Rijn 1978.
J. M. Lintsen, De Hinderwet van 1875-1914. Een bronnenonderzoek, z.pl. z.j. Niet gepubliceer
de scriptie, Rijksuniversiteit Limburg. Analyseert het functioneren van de Hinder
wetgeving aan de hand van 38 Kroonberoepen uit 1890 en 68 beroepen uit 1910.
J. Mac Lean, 'Hinderwetten in de 19e eeuw', in: Chemisch Magazine, 3 (1982) 473-475.
Beschrijft de procedures en indeling van bedrijven in klassen volgens de wetgeving
van 1810, 1824 en 1875.
F.J. Meyer-Drees, 'In het spanningsveld van het adagium: eerst vergunning dan pas
bouwen', in: Milieu en Recht (1977) nr. 6.
M.M. van Praag, De Hinderwet, Zwolle 1928.
4. Historische studies waarin van de hinderwetbescheiden gebruik is gemaakt:
Dit overzicht is zeker niet uitputtend. Het is in hoofdzaak gebaseerd op een door de
auteur onder archiefdiensten en onderzoekers gehouden enquête naar het gebruik van
hinderwetdossiers.33
C.J.C.W. H. Arnold, Apeldoorn in opkomst; de ontwikkeling van dorp en gemeente in de eerste helft
van de negentiende eeuw, Zutphen 1971.
J.M. Bos en W. de Natris, 'Textielfabriek "Pieter van Dooren" te Tilburg (1825-1975)',
in: Textielhistorische Bijdragen, 16 (1975) 69-93.
P.G. Groenewegen, Leven en beweging van de arbeidende klasse in Apeldoorn in de tweede helft
van de negentiende eeuw, Apeldoorn 1980.
W.A. van Ham en C. Vanwezenbeeck, Gids voor Oud Bergen op Zoom, Antwerpen/Haarlem
1983.
61