Om de foiOJMioM. van de H. VAN GESTEL J. KEMMEREN EEN STOOMBOOT VOL ST. NICOLAAS CADEAUX GIEL VAN BOXTEL KAATSHEUVEL UPS - St. Nicolaas Artikelen AU-BON-MARCHÉ C. KROOT-VAN DAELEN VOOR SINT NICOLAAS J. Sips-Stokkermans RAAYMAKERS Brood-Banketbakker ij EEN GOEDE TIP SPEELGOEDEREN LUXE ARTIKELEN EET-, THEE-, ONTBIJT SERVIEZEN GERO-LEERDAM Egypie oniwaaki GEDISTILLEERD WIJNEN LIKEUREN HET HUIS ZONDER SLEUTELS. 8 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 9 NOVEMBER 1951 8 KLOKACTIE Speoiaal in DELANA GOEDEREN In Peperstraat 4, koopt men met plezier. Schoolstr. 11 Tel. 2121 U weet het toch SLIJTERIJ MARKTSTRAAT 6 a Gedistilleerd m Wijnen u Likeuren ST. NICOLAAS KOOPT NOG STEEDS HET LIEFST BIJ M. SCHRAAUWERS WED. C. VAN SPAANDONK HOOFDSTRAAT 108 KAATSHEUVEL HEULSTRAAT 24. EERST EVEN KIJKEN BIJ UW BESTE ADRES VOOR EERSTE KLAS MERKEN IN: VOOR ST. NICOLAAS LEUKE SURPRISES IS: NIC. MEYERS Hoofdstraat 199. Tel. 2096. Kaatsheuvel 'T WARENHUIS. Luxe- en Huishoudelijke Artikelen Porselein en aardewerk Speelgoederen Ruim gesorteerd. Zoekt Uw voordeel. UW ADRES VOOR HET HUREN VAN GLAS- EN AARDEWERK. MANUFACTUREN EN CONFECTIE. U vindt bij ons een uitgebreide sortering als DAMESSTOFFEN EN TRUITJES HEREN- EN DAMES-HANDSCHOENEN OVERHEMDEN, KOUSEN EN SOKKEN. zoals Skibroeken, Blouses, Jurkjes, enz. KNAL IS ONZE RECLAME. Telefoon 2087. DRUKKERIJ Speciaal voor St. Nicolaas KANTOORBEHOEFTEN VULPENHOUDERS PAPIERHANDEL o.a. Parker Swan Osmia Waterman Luxor Imperial is het van ouds bekende adres voor de beste merken Wij zijn ook deelnemer aan de K.W.A. Beleefd aanbevelend. Ruime sortering in SIGAREN, SIGARETTEN, HOUTEN PIJPEN, LUXE DOZEN BONBONS, CHOCOLADE EN SUIKERWERKEN. Gasthuisstraat 113. HOOFDSTRAAT 145 KAATSHEUVEL KAATSHEUVEL Hoofdstraat 167 Telefoon 2586 ALLEEN le Klas merken SIGAREN - SIGARETTEN - TABAK GROTE SORTERING PIJPEN EEN PRACHT-SORTERING Luxe dozen Bonbons Chocolade Figuren en Letters Suikerwerken etc. Banket - Taai-taai en Speculaas. biedt U voor St. Nicolaas PRIMA BANKET EN BOTERLETTERS SPECULAAS EN SPECULAASHARTEN CHOCOLATERIE EN SUIKERWERKEN HEERLIJK GEBAK. EN WAT ER IN ZAt"" B'NNE"' EEN KLEIN GEDEELTE HIERVAN VINDT U REEDS IN ONZE ETALAGES. Onze sortering is dit jaar groter en mooier dan vorige jaren. Komt nu reeds onze sortering bezien, en wij nemen het gekochte gaarne in bewaring. Alles gratis thuisbezorgd. T/O DE KERK KAATSHEUVEL K.YV.A.-deelnemer St. Nicolaas' Hofleverancier V,_SPANJE lil. In 1881 landden Engelse troepen in Egypte, onder drukten een opstand en ves tigden er hun gezag. In 1898 verdreef Lord Kitchener de Fransen van de Nijloever en plantte de Britse vlag in de Soedan. En tenslotte werd Egypte een Brits protecto raat. Wanneer Wereldoorlog I begint, heerst in naam de Khedive over Egypte, maar in werkelijkheid deelt een Engelsman. Lord Cro mer, de lakens uit. Engeland en Egypte beheren de Soedan geza menlijk, maar uit de aard der zaak- heeft alleen Engeland in de Soe dan iets te vertellen. Wanneer in Wereldoorlog I de Turken, in bond met de Duitsers, het Suez-kanaal bedreigen, ver klaart Engeland Egypte tol een Brits protectoraat. Maar inmid dels zijn in Egypte de nationale gevoelens sterker geworden en vooral de Wafd-partij onder lei ding van Zagliloel Pasja maakt het de Britten lastig. Zaghlocl's opvol ger, Nahas Pasja, wordt de expo nent van het Egyptische nationa lisme. Engeland inoct rekening houden met de veranderde omstandighe den Plet protectoraat wordt opge heven Foead, met de opgedraaide snorren, wordt koning van Egyp te. Steeds meer trekken de Engel sen zich terug, tot ze nog slechts de kanaalzone bezet houden. Faroek buigten dreigt. Engeland is niet meer de onaan tastbare grootheid van voorheen. En wanneer Wereldoorlog II be gint, krijgen de Britten het in Afrika hard te verantwoorden. Bommels' Afrikakorps rukt op, de Duitse officieren dromen reeds van de genoegens van Alexandrië. Koning Faroek, die zijn vader Foead is opgevolgd, overweeg! ernstig de poorten voor Rommel's zegevierende strijdkrachten te ope nen. Maar Engeland brengt hem tot andere gedachten. Artillerie wordt samengetrok ken rond het koninklijk paleis en tandenknarsend accepteert Faroek zijn nederlaag. Maar hij laat er geen twijfel aan bestaan, dat hij, wanneer de tijd daar is, de Engel sen deze daad betaald zal zetten Toch hebben de Egyptische na tionalisten niet zoveel reden om Engeland te verdrijven. Want En geland heeft veel gepresteerd in dit verwaarloosde en veronachtzaam de land, dat door wanbeheer van wereldrijk was gedegradeerd tot Turkse provincie. De Nijt getemd. De Engelsen hebben de Nyl, eens goddelijke eer toegebracht als de moeder der welvaart, getemd. Door grootse irrigatiewerken heb ben ze de katoenopbrengst binnen korte tijd weten te verdrievoudi gen. Geweldige stuwdammen regelen de be vloeiing hij Assoean is een groot stuwmeer gekomen, ook in de Soedan, hij Djehel Aulis en Sen- nar, zorgen de Engelsen voor ge weldige reservoirs met een capa citeit van vele milliarden tonnen, terwijl het Tana-meer in Abessy- nië, dat de Italianen vergeefs pro- heerden te bereiken, een natuur lijke vergaarbak vormt. Door dit alles is de welvaart van land en volk toegenomen, maar het nationalisme, geleid door de felle Nahas Pasja, rekent niet met fei ten en cijfers, doch met sentimen ten. Het wordt gevoed door reli gieus fanatisme. Men is liever arm en vrij, dan welvarend en ge knecht. Zoals Lord Leverhulme ervoer, dat zijn arbeiders hun ei gen krotten verkozen boven een modelwoning „van de baas" zo laten ook de Egyptenaren zich door dit fanatisme opzwepen en sluiten de ogen voor het wanbe heer van de eigen mensen en de ze geningen die het Westen heeft ge bracht. Faroek's stunt. Koning Faroek, die droomt van een Pan-Arabische statenliga, waarin hij, koning van Egypte, de eerste viool zal spelen, heeft zich niet hijster populair gemaakt door zijn persoonlijk leven en het mili tair debacle tegen Israël. Hij pro beert zijn invloed te herwinnen.... Zijn huwelijk met Narriman Sadek, die hem een zoon moet schenken, is één stap in de richting. Thans aangevuurd door het succes dat Mossadeq bereikt heeft, die niet eens uil zyn bed kwam om de En gelsen uit Iran te verdrijven, acht hij het uur der wraak gekomen. Ook in de Soedan leeft het na tionalisme op, maar daar heeft Fa roek niet veel aan. Want dit na tionalisme keert zich nog heftiger tegen Egypte dan tegen Engeland. De Engelsen weten dat ook wel en het is niet zonder reden, dat zij zozeer aandringen op „zelfbe schikkingsrecht" voor de Soedan en weigeren die te „verkwanselen" aan Egypte. In een onafhankelijke Soedanese staat heeft Engeland nog altijd verscheidene vingers in de pap. Engels Bolwerk. Daarbij komt, dat Engeland Afrika ziet als bolwerk van de macht van het toch al zo gekort wiekte imperium. Sinds Engeland zich terugtrok uit India, heeft het zijn militaire macht samengetrok ken in Centraal Afrika. Het kan zijn positie in Afrika niet zonder meer opgeven. Voorts heeft het kans hier zijn „gezicht te redden" en dé Labour-regering heeft wel licht, aan de vooravond van de verkiezingen, willen tonen, dat zij niet toelaat, dat de Britse leeuw sraffeloos aan de staart wordt ge trokken, om daarmede Churchill wind -uit de zeilen te nemen. Daarbij grenst Egypte niet, zoals Iran, aan Rusland en weet Enge land zich gesteund door alle sta ten, welke belang hebben hij een vrije vaart door het Zuez-kanaal Faroek speelt hoog spel Zal hij winnen 01 zal het Engelse Imperium zich handhaven in Afrika Lk. kHoofdstraat 127 a - Tel. 2576 - KAATSHEUVEL FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". Door EARL DERR BIGGERS. VERTALING VAN P. OREILLE. 22) Ik was er niet zeker van. Zij keek naar het vervallen hotel. U ziet, ik ben hier geen gunstelinge der maatschappij. ,John Quincy kon geen antwoord bedenken en zij gingen de ver molmde trap op. De galagkamer was leeg. En waarom hebben we elkaar ontmoet ging het meisje voort. Ik begrijp er niets van. En wat voor zaken had vadertje met die heren Een van hen was kapitein Hallet. van de politie John Quincy fronste de wenk brauwen. Ik ben er niet zeker van of uw vader wel wil, dat u het weet. Maar ik moet het weten, dat is toch duidelijk. Vertel het mij. John Quincy gaf het vallies over en trok een stoel naar voren. Het meisje ging zitten. Nu dan, begon hij. Mijn neef Dan is gisteravond vermoord. Haar ogen werden tereurig. Ach, die arme Barbara! riep zij. Dat was waar ook, hij moest Barbara niet vergeten. Maar vadertje toe, vertel ver der alstublieft. Uw vader is gisteravond om elf uur bij neef Dan geweest en hij weigert te zeggen waarvoor. Er is nog meer, dat hij weigert te vertellen. Zij keek naar hem op, haar ogen wa ren plotseling vol tranen. Op de boot was ik zo gelukkig, zei ze. Ik wist, dat het niet duren kon. Hij ging zitten. Onzin. Alles komt in orde. Uw vader wil blijkbaar iemand beschermen. Zij knikte. Natuurlijk. Maar als hij niet wil praten, dan doet hij het niet. Hij is eigenaardig. Misschien houden ze hem daar, dan ben ik heel alleen. Niet geheel alleen, zei John Quincy. Neen, neen, zei ze, ik heb u ge waarschuwd. Wij zijn geen mensen, waar de voornamen mee omgaan Jammer voor hen, viel de jongen in. Ik ben John Quincy Winterslip, uit Boston. En u Cariota Maria Egan, antwoordde zij. Mijn moeder was half. Portugees, ziet u. De andere helft was Schots-Iers Mijn vader is een Engelsman. Het is hier een smeltkroes. Zij zweeg even. Mijn moeder was heel mooi, voegde zij er peinzend bij. Dat zeggen ze ik heb haar nooit gekend. John Quincy was ontroerd. Ik dacht erover, hoe mooi ze geweest moet zijn, zei hij zacht. Die dag, toen ik u op de veerboot ontmoet heb. Het meisje bette haar ogen met een dwaas klein zakdoekje, en stond op. Nu, zei ze, ik moet moedig zijn. Zij glimlachte. De bedrijfsleidster van het Rif en Palmhotel. Zal ik u een ka mer laten zien? Zeg eens, het is een hele karwei niet? John Quincy stond ook op. O. dat gaat wel. Ik heb vader wel meer geholpen. Maar één ding vind ik naar rekeningen en zo. Ik heb géén hoofd voor cijfers. O, ik wel, antwoordde John Quin cy. Hij hield op. Ging hij niet wat te ver? Wat wonderlijk, zei het meisje. Helemaal niet, protesteerde John Quincy. Het is mijn vak, thuis. Thuis! Ja, hij had een thuis, bedacht hij. „Pandbrieven en rente en zo. Ik kom vandaag nog wel eens zien, hoe u het maakt. Hij ging heen, enigs zins verward. Nu ga ik maar. Natuurlijk. Zij liet hem uit. U is al te vriendelijk. Blijft u lang in Hono lulu? Dat hangt er van af, zei John Quincy. Een ding staat er bij me vast: ik ga hier niet weg, voor het mysterie van Dan opgelost is. En ik zal alles doen, wat in mijn macht is, om het te helpen oplossen. Ik geloof dat u heel knap is ook, vertelde zij. Hij schudde het hoofd. Dat zou ik niet zeggen. Maar ik zal mijn uiterste best doen. Ik heb allerlei redenen om deze zaak te helpen beëindigen. Er beefde iets anders op zijn tong. Beter om dat niet te zeggen. Och hemel, nu zei hij het toch. U bent er één van, zei hij en holde de trap af. Wees toch voorzichtig, riep het meisje. Die trap is nog veel slechter dan toen ik wegging. Die moet ook gerepa reerd worden op een goede dag als ons schip binnenkomt. Zij bleef peinzend en glimlachend in de deuropening staan en hij liep de tuin door, de weg op. De gloeiende zon bla kerde zijn arme hoofd. Prachtige bomen met rode bloemen ging hij langs, hoge kokospalmen wieg den boven hem op de adem. der vrien delijke passaatwinden: niet'ver weg be spoelden regenboogkleurige wateren een sneeuwwit strand. Een heerlijk land was het. Wenste hij Agatha Parker bij zich om het ook te zien? Om de waarheid verder te volgen, zou Charlie Chan zeggen dat deed hij niet. HOOFDSTUK X. EEN COURANT, IN DRIFT GESCHEURD. Toen John Quincy in de woonkamer terugkwam, vond hij juffrouw Minerva daar op en neer lopen met strijdvuur in haar ogen. Hij koos zich een grote, ge makkelijk uitziende stoel en liet zich er in neervallen. Scheelt er iets aan? vroeg hij. U lijkt verstoord. Ik heb heel wat pilikia gehad, deel de zij mee. Wat is dat een inlandse drank? vroeg hij belangstellend. Kan ik er ook van krijgen? Pelikia betekent last, vertaal de zij. Er zijn verscheidene repor ters hier geweest en de vragen die zij gedaan hebben, zou jij wel niet goedkeuren. Over neef Dan? John Quincy knikte. Ik kan het me voorstellen. Maar ze hebben niets uit me gekregen. Daar heb ik voor gezorgd. Pas maar op, raadde John Quincy. Iemand, die een geval van echtscheiding in de familie had, heeft me verteld dat die kranten- lui eenvoudig je hart breken, als je niet beleefd tegen hen bent. Wees niet ongerust, zei juf frouw Minerva. Ik was natuurlijk diplomatiek. Ik geloof, dat ik ze naar omstandigheden goed heb be handeld. Dit waren de eerste re porters die ik ooit ontmoet heb. Wat gebeurde er in het Rif- en Palmhotel? John Quincy vertelde het haar gedeeltelijk. Nu, het zal me niets verwon deren als Egan schuldig blijkt te zijn, was haar oordeel. Ik heb van morgen eens naar hem geïnfor meerd en hij is niet veel bijzonders. Een soort van verheerlijkte strand jutter. Onzin, bracht John Quincy er tegen in. Egan is een heer. Dat het hem niet voor de wind is gegaan, is nog geen reden om hem zonder ver hoor te veroordelen. Hij is verhoord, zei juffrouw Minerva snibbig. En het schijnt dat hij betrokken is in iets waar hij niet bepaald trots op is. John^ Quincy glimlachte. Neef Dan, herinnerde hij haar, was ook betrokken in een paar zaken, waar op hij niet met trots terug kon zien. Neen, tante Minerva, ik voel dat Hallet hier op het verkeerde spoor is. Het is net zoals de dochter van Egan zei Zij wierp hem een snelle blik toe. Ah zo, heeft Egan een dochter? Ja, een allemachtig aardig meisje. Het is schande om haar dit aan te doen. Hum, zei juffrouw Minerva. John Quincy keek op zijn horloge. Hemel, het is pas tien uur. Het was heel stil geworden in huis, er was geen ander geluid dan het zachte golfgeklots buiten op 't strand. Wat doen jullie hier in vredes naam de hele dag? O, je zult er gauw genoeg aan wennen, antwoordde juffrouw Mi nerva. In het eerst zit je, en denkt. Na een poos zit je alleen maar. Dat klinkt verlokkend, zei John Quincy sarcastisch. Het vreemde er van is, zei zijn tante, dat één van de dingen waar je in het begin over denkt, is: naar huis gaan. Als je niet meer denkt, glipt dat natuurlijk uit je geheugen. Dat hebben we gemerkt, zei John Quincy. Op het strand zul je een man ontmoeten, zei juffrouw Minerva, die één boot over bleef om zijn was in orde te laten brengen. Dat is twintig jaar geleden en hij is nog hier. Waarschijnlijk is zijn was nog niet klaar, opperde John Quincy en geeuwde. Ik ga me nu maar op mijn kamer verkleden en dan zal ik een paar brieven schrijven, denk ik. Hij stond met moeite op en ging naar de deur. Hoe is het met Barbara? vroeg hij. Juffrouw Minerva schudde het hoofd. Dan was al wat het arme kind had, zei ze. Ze is zwaar ge troffen. Je zult haar in een poos niet zien, en als je haar ziet, hoe minder je er over spreekt, hoe be ter. Natuurlijk, zei John Quincy en ging naar boven. Nadat hij een bad had genomen en zijn dunste, witste kleren had aangedaan, inspecteerde hij het schrijftafeltje naast zijn bed en vond het welvoorzien van post papier. Langzaam nam hij een vel en begon te schrijven: „Lieve Agatha, Hier ben ik nu in Honolulu en buiten mijn venster hoor ik de trage golven bruisen tegen het strand Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 8