"1*,^- Waalwijkse en LangstraCourani o^J^irrmM rvöRöü ANÏOON TIELEN UL CLI1U UflIU llEl 1^^1)1! Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordelijk Noord-Brabant te Waalwijk GRIEP? ■w Hh Binnenland, Buitenland. Binnen en buiten onze grenzen Kwaliteit wint altijd! REDE, uitgesproken door de heer J. W. van Heesbeen, Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordelijk Noordbrabant te Waal wijk op Maandag 28 Januari 1952. ter opwekking ter verkwikking PEPERMUNT II VERHOOGDE BROODPRIJZEN EXTRA-BELASTING VOOR HET GROTE GEZIN. VRIJDAG 8 FEBEUARI 1958 W^m 15e JAARGANG No. 12 s„o_ hP PiHm TZ^HT TTPT 7TTTnri\T Ab°"° - - - Hoofdredacteur: W BW W ^B ^B^^B BV VIH^F ^BD 2.35 per kwartaal JAN TIELEN A I I f Advertentie-prijs speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES„ECHO" constateren, gedurende de eerste helft van 1951 bleef deze toestand bestendigd. In het tweede halfjaar echter namen de achteruitgangsver schijnselen ernstiger vormen aan en verslechterde de toestand in een veel sneller tempo. Wellicht vindt dit allereerst zijn oorzaak in de te ruggang in de industriële bedrij vigheid, tengevolge waarvan de koopkracht bij het publiek sterk werd ingekrompen. Bovendien werkten de stijgende kosten van het levensonderhoud 't kopen niet in de hand en werden ten aanzien van het kopen van niet noodzakelijke producten aanzienlij ke beperking opgelegd. Door de stijging van de prijzen van grond stoffen en gerede producten werd de liquiditeitspositie bij de midden stand, welke toch reeds te wensen overliet, aanmerkelijk verslechterd. Hier wreekt zich evenals in vele andere takken van bedrijf de te zware druk van de afgelopen jaren met heffingen ineens, vermogens- aanwas, nahefffingen e.d. Naast het teruglopen van de omzetten spitste en ter afdoening worden doorge zonden aan het Ministerie van Eco nomische Zdken, waarop in 21 ge vallen gunstig, in 15 gevallen afwij zend en in 23 gevallen nog niet werd beschikt. Van de in 1950 ingediende, doch door het Ministerie nog niet in behandeling genomen aanvragen werden er in 1951 25 verleend, 10 geweigerd en 3 als vervallen of ingetrokken beschouwd. Gedurende 1951 kwam tot nu toe slechts een aanvraag te vervallen. 103 aanvragen ter verkrijging van een vergunning ingevolge de Vest- gingswet Kleinbedrijf 1937 kwamen in. 85 vergunningen werden ver leend, 16 aanvragen werden nog niet door de Commissie in behan deling genomen, geen aanvraag werd afgewezen en 2 aanvragen kwamen te vervallen. Het aantal aan het Ministerie uit gebrachte adviezen over de afgifte van vergunningen ingevolge het het Besluit Algemeen Vestigings verbod Kleinbedrijf 1941 (waarbij gerekend het aantal aanvragen om ontheffing van de Spertijdregeling Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 47 ct. Hl. HANDEL. Lederhandel. Nadat gedurende de eerste drie maanden van 1951 de lederprijzen vast waren, met zelfs hier en daar een tendenz tot stijging, kwam plot seling in Mei een ommekeer in de lederhandel. De schoenwinkeliers kochten niet meer, omdat zij even als de schoenfabrikanten over grote voorraden beschikten, terwijl het publiek een afwachtende houding aannam. De oorzaak hiervan was de hiervoor reeds besproken rege ringsmaatregel betreffende de winstmarges. Hierdoor kwamen ge leidelijk aan diverse partijen over- en zoolledei*.aan de markt tegen ge reduceerde prijzen, waarmede men trachtte enig zaken doen te for ceren. Een uitzondering werd gevormd door schoenfabrikanten, welke le gerorders hadden en zodoende tij delijk geïnteresseerd waren in zooi en semichroom vetleder. Bij de le- derwarenfabrieken werd het leder bijna geheel verdrongen door ver vangingsmaterialen (plastics!. Daar alleen kleine aanvullings orders door de schoenwinkeliers bij de schoenfabrikanten werden geplaatst, zullen de voorraden bij de schoen winkeliers geleidelijk aan verminderen en in het eerste kwar taal van 1952 zal men dan ook tot plaatsing van grotere orders ge noodzaakt zijn. De voorraden leder bij de schoen fabrikanten zijn eveneens geleide- dijk geslonken, zodat ook zij dan orders bij de lederfabrikanten en importeurs van en handelaren in leder zullen moeten plaatsen. Fourniturenhandel. Over het algemeen is 't jaar 1951 niet ongunstig geweest. Alleen de laatste maanden was er, zowel op de binnenlandse als op de buiten landse markt, een algemene inzin king. Dit kwam tot uiting in klei nere orders. Ook de verwachting, dat de prijzen zouden zakken, zal hieraan niet vreemd zijn geweest. De handel en zeker de export be weegt zich hoofdzakelijk op het ge bied van metaalwaren (fournituren voor diverse industrieëen) en nor maal berekend, zouden in verband met de stijgende grondstoffenprij- zen ook de eindprijzen moeten stij gen. Voor de naaste toekomst is in deze artikelen dan ook geen prijs- daling te verwachten. Om de ver koop op peil te kunnen houden en mogelijk uit te breiden, zal 't nodig zijn nieuwe afzetgebieden te vin den. De export naar Duitsland wordt door duitse instanties onmogelijk gemaakt. Nadat soms proeforders waren gegeven en geleverd, volg den grotere bestellingen, bleken de invoerrechten zo hoog te zijn, dat het voor afnemers in Duitsland on mogelijk bleek de artikelen te im porteren. In het overige buitenland kan kwalitatief wel tegen Duits land geconcurreerd worden. Op de moeilijkheden van de nederlandse fourniturenhandel en -industrie met de Duitse concurrentie is reeds bij de bespreking van de four- niturenindustrie gewezen. Het bui tenland is overigens niet ongenegen in Nederland te kopen en wanneer zich geen onverwachte ongunstige omstandigheden voordoen, dan zijn de exportmogelijkheden gunstig. Looistoffenhandel e.d. Het eerste kwartaal van 1951 bracht een zeer hoge binnenlandse afzet, hetgeen in het tweede kwar taal aanvankelijk bleef voortduren. Op het einde van dat kwartaal be gon echter voor de leder- en schoen industrie een slapte, welke voor de binnenlandse verkoop van looi stoffen natuurlijk eveneens een te rugslag betekende. In het algemeen kan men 1951, wat betreft de binnenlandse bedrij vigheid, een minder gunstig jaar noemen, terwijl in het bijzonder de tweede helft gekenmerkt werd door een sterke onderbezetting in de be drijven. Wanneer geen bijzondere politieke gebeurtenissen plaats vin den mag niet verwacht worden, dat 't jaar 1952 compensatie zal geven, doch een geringe opleving zal gezien de behoefte toch wel mo gelijk zijn. Ten aanzien van de export ligt de lijn van de activiteit gelijk met die van de binnenlandse omzet, ter wijl met name de export naar Duits land door de maatregelen van duit- se zijde een grote belemmering on dervond. Hoewel het systeem van de „Ausschreibungen", dat op 15 Maart 1952 ward ingesteld, in 't 2e kalkaar grotere mogelijkheden bood, was de belangstelling bij de duitse lederindustrie in deze perio de eveneens zeer gering. Het laat ste kwartaal bracht een geringe op leving van de export, doordat En geland op verschillende markten werd verdreven als gevolg van po litieke gebeurtenissen. De transitohandel bood het gehele jaar veel mogelijkheden, die dik wijls met succes konden worden benut. De prijs van huiden is, na een aan vankelijke stijging in het voorjaar, vrij spoedig gaan dalen tot beneden het peil, waarop deze zich bevond, voordat de stijging tengevolge van het Koreaanse conflict inzette. De prijs van looistoffen en ex tracten daarentegen heeft zich in een voortdurend stijgende lijn be wogen, als gevolg van de grotere exploitatiekosten en, ondanks de reeds geruime tijd heersende slapte in de lederindustrie in practisch de gehele wereld, wordt een daling op korte termijn toch niet verwacht. In de toekomst mag een hevige strijd verwacht worden van de le derindustrie tegen de vervaardigers van vervangingsartikelen, zoals rub ber, plastic, e.d., in de afloop van welke strijd de looistoffenindustrie en -handel uiteraard zeer is geïnte resseerd. Veilingen. De veiling te Drunen bereikte in 1951 de hoogste omzet sedert de oprichting, n.l. 2.250.000.De aanvoer in het topseizoen (Juni- Juli en Aug.) was niet zo overtollig en derhalve kon 't overgrote deel van de aanvoer worden geplaatst. De export liep buiten verwachting goed. Pe verwachtingen voor 1952 zijn gunstig, mits een redelijke ex port blijft bestaan. De door Enge land genomen maatregelen zullen echter niet nalaten een ongunstige uitwerking te hebben op de neder landse tuinbouw. Voorts is men hier sterk afhankelijk van 't al dan niet slagen van de tuinbouwoogsten in naburige landen. De verminderde koopkracht van 't publiek doet zich ook hier steeds meer gevoelen. Het gevolg hiervan zal vermoedelijk wel een nog voort durende prijsdaling zijn. Verzekeringsbedrijf. Het sluiten van nieuwe verzekerin gen heeft in het afgelopen jaar een gunstig verloop gehad, zodat een netto-vooruitgang van het verze kerd kapitaal geboekt kon worden, groter dan de laatste jaren kon worden bereikt. Hierbij dient te vens te worden opgemerkt, dat het verval tengevolge van wanbetaling en afkoop van bestaande verzeke ringen toeneemt, hetgeen een weer spiegeling is van de economische toestand. Voor het komende jaar wordt we derom een behoorlijke toename van het verzekerde kapitaal en een daarop aansluitende stijging van 't premiebedrag verwacht. Het sluiten van collectieve pensioenverzekerin gen voor personeel blijft een be langrijke productiebron voor het le vensverzekeringsbedrijf. De abnor maal hoge belastingen en de gang van zaken in de verschillende be drijfstakken zullen in het komende jaar het verval van bestaande ver zekeringen wederom beïnvloeden, evenals de werkloosheid dit zal doen voor kleinere verzekeringen. Voor de beleggingsafdelingen is de stijging van de rentevoet in 1951 van bijzondere betekenis geweest, doordat deze in vergelijking met 1 Januari 1951 van 3V2 tot 4%% is toegenomen. 1952 wordt met vertrouwen te gemoet gezien. Middenstand. Was er tegen het einde van 1950 reeds enige achteruitgang in de mld- denetendfaaken in het algemeen te de concurrentie zich toe, zodat de handeldrijvende middenstand met minimum-winst en dikwijls ook met verlies moest werken. Het afgelo pen jaar is in zijn geheel als een slecht jaar voor de middenstand te beschouwen en het ziet er niet naar uit, dat 1952 hierin veel verbetering zal kunnen brengen. Ook heeft het vroeger zo gewraakte cadeaustelsel weer de kop opgestoken en wel in een dergelijke mate, dat dit in meerdere branches reeds tot exces sen heeft geleid. Ten aanzien van de ambachtelijke middenstandsbedrijven is het al weinig beter gesteld. Vooreerst heeft de bouwstop voor vele am bachten niet te overziene gevolgen gehad, terwijl bovendien de hoge kosten van gewone herstelwerk zaamheden bij de minimale huren, vrijwel niet uitvoerbaar zijn. Als gevolg hiervan is een grote slapte in vele bedrijven ingetreden. Al bij al moet dus worden gecon stateerd, dat het er voor de midden stand in het algemeen in de naaste toekomst niet rooskleurig uitziet. Wanneer van regeringswege hier aan niet voldoende aandacht wordt besteed, is voor vele zelfstandigen het ergste te vrezen. Maatregelen dienen derhalve ge nomen te worden om deze moeilijk heden te ondervangen en wel 1. door het in het leven roepen van een behoorlijke credietregeling, waarbij in ruimere mate dan thans de middenstand aan een behoorlijk crediet kan worden geholpen 2. door het nemen van wettelijke maatregelen tot beperking, of eventueel verbod van het ca deaustelsel op zeer korte termijn. 3. door herziening van de fiscale maatregelen, waarbij nieuwe mogelijkheden worden gescha pen ten aanzien van het vervan gingsprobleem. Weliswaar wer den in de laatste Troonrede maatregelen voor de bescher ming van de middenstand in het vooruitzicht gesteld, doch indien deze maatregelen niet op zeer korte termijn gerealiseerd kun nen worden, zullen, naar het mij wil voorkomen, vjele midden standsbedrijven de moeilijkheden van heden niet te boven kunnen komen; 4. door het treffen van maatrege len, waardoor wordt bereikt, dat wordt geleverd uitsluitend tegen contante betaling. Horeca-bedrijven. Van 1951 kan voor deze bedrijfs tak geen gunstig beeld worden ge geven, daar de dalende omzetten en de verzwaarde belastingen de on dernemers vele zorgen baren. De hotels, logementen, pension- en ka- merverhuur-bedrijven ondervonden de weerslag van de slechte gang van zaken in het bedrijfsleven en ook voor 1952 wordt nog een verdere teruggang verwacht. De restaurants hebben zeer veel te lijden van de geringere draag kracht van het publiek, terwijl ook de omzetten in de café-bedrijven zich gedurende 1951 in dalende lijn bewogen, voor een zeer groot ge deelte als gevolg van de hoge ac cijnsrechten. Ook over de regeling ten aanzien van het bedieningsgeld, welke in 1951 werd ingevoerd is men in het algemeen niet tevreden. Het be dieningspercentage van 15% wordt bovendien te hoog geacht. oooofe-b02 ADMINISTRATIEVE WERK ZAAMHEDEN VAN DE KAMER. V estig ingswetten. Gedurende 1951 werden ontvan gen 77 aanvragen om 'n Ministerië le verklaring inzake Vakbekwaam heid en/of handelskennis. 60 Aan vragen konden worden behandeld na de opheffing van het B.A.V.K.) bedroeg 35. Door de Commissie Vestigingswet werd in totaal 4 maal vergaderd. Handelsregister. Het aantal bestaande in het Han delsregister ingeschreven zaken steeg gedurende 1951 tot 3499, waar bij 72 ingeschreven filialen. Het aantal dossiers steeg van 6059 op HET RIJK KOMT DE GEMEENTEN TE HULP. Onder meer zal 102 millioen uit gemeentefonds vrijkomen. De huidige aspecten van het vraagstuk van de financiering der gemeentelij ke kapitaals-uitgaven zijn voor de regering aanleiding ge weest zich op korte termijn hier over te beraden. Op korte termijn zal een aantal maatregelen tot uit voering komen, welke ten doel heb ben eensdeels om met de vermin dering van de veel te hoog kort lopende schuld van de gemeenten een krachtig begin te maken en an derdeels om de financiering van ue woningbouw en andere urgente nieuwe kapitaalsinvesteringen van de gemeenten in belangrijke mate mogelijk te maken. De minister van binnenlandse za ken en van financiën hebben voor eerst besloten zeer binnenkort uit de geblokkeerde gelden van het ge meentefonds een bedrag van rond 102 millioen, zijnde het overschot op de dienst 1948, vrij te geven voor aflossing van gemeentelijke vlot tende schuld. Voorts zullen de gemeenten op zo kort mogelijke termijn aanbiedin gen bereiken van geldleningen uit de door levensverzekeringsmaat schappijen en pensioenfondsen aan de bank voor Nederlandse gemeen ten ingevolge het z.g. grote con tract geleende gelden. De voorbereiding van de nationa le woningbouwleningen, uit te ge ven door de bank voor Ned. Ge meenten is thans zover gevorderd, dat de introductie van deze lenin gen op een termijn van enige we ken kan worden tegemoet gezien. DE COMMUNISTEN OVER HET AMBTENARENVERBOD. Scheldpartij in Tweede Kamer. Vier communisten kregen Dins dagmiddag de gelegenheid in de Tweede Kamer hun woede te luch ten over het verbod aan ambtena ren om lid te zijn van communis tische organisaties. De voorzitter moest vaak hameren en er waren vele interrupties, maar een commu nistisch succes is het debat zeker niet geworden. Premier Drees maakte zich niet druk. Hij om schreef de „quasi morele veront waardiging" als niet meer dan „le ge lucht". De communist Wagenaar leverde zelf het beste bewijs van de juist heid van het verbod met de opmer king, dat het verdedigen en onder steunen van de Sovjet-Unie 'n zaak is van de Nederlandse arbeiders, omdat de Sovjet-Unie als aanvoer ster en lichtbaken fungeert op de weg naar een nieuwe maatschappij. Een C.P.N.-motie werd met 62 te gen 7 (communistische) stemmen verworpen. De vier communisten hebben al len hun best gedaan in schreeuwen en schelden. De Volkskrant gaf een bloemlezing van kreten. Wagenaar: „Een infaam verbod. Een fascisti sche maatregel. Een on-Nederland- se heksenjacht. Intimidatie. De P. v. d. A. danst naar het pijpen van de neo-fascistische K.V.P." De heer Stokvis (CPN) noemde premier Drees een „kleine Ignatius 31 December 1950 tot 6256 op 31 De cember 1951. In totaal vonden 1044 inschrijvingen (nieuwe inschrijvin gen, mutaties en opheffingen) plaats. Uitvoering' andere wetten. 1 Colportagevergunning werd ver leend, op 2 aanvragen tot vergun ning tot het houden van een op ruiming werd gunstig beschikt, ter wijl 3 bedrijfsruimteverklaringen werden afgegeven. Handelsvoorlichting e.d. Verschillende malen konden aan handel en bedrijfsleven adressen van buitenlandse importeurs wor den doorgegeven, voornamelijk in Pakistan, waarbij, naar is mede gedeeld, goede resultaten konden worden geboekt. Het aantal verstrekte handelsin lichtingen, inzagen van het Han delsregister en opgegeven adressen werd in 1951 niet opgenomen. Het aantal afgegeven formulieren bedroeg sedert 4 April, waarop een voorraadadministratie werd inge voerd, 17.145. In totaal werden 1248 Certificaten van Oorsprong en lega lisaties verstrekt. 701 uittreksels uit en afschriften van inschrijvingen in het Handelsregister werden afge geven. Alvorens te besluiten moge ik U, mijne Heren, hartelijk dank zeg gen voor de steun en medewerking die U in het afgelopen jaar aan de Kamer heeft willen geven, alsmede de Secretaris en zijn personeel voor de loffelijke wijze, waarop zij hun taak hebben verricht. Mogen wij, met Gods hulp, in staat gesteld worden ook in het ingetre- den jaar ons werk voort te zetten. van Loyola." Het verbod was vol gens hem „een miserabele fossiel uit de Colijnse tijd". Verder sprak hij van „een huichelachtige caricatuui' van ware rechtbedeling" en een „Amerikaans ei, door de Neder landse regering uitgebroed, in de hoop, dat er een monster uit zou komen". De heer Haken rangschik te zijn tegenstanders onder „alle an dere moordenaars van ons volk" en zei, dat de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog zouden spugen op de heer Scheps. „Parlementaire taal, alstublieft", zei voorzitter Korten- horst. „Zo naïef zijn we niet meer", zei dr. Drees. „We hebben sinds 1940 ervaring opgedaan en gaan ons niet meer blootgeven door u te vertellen hoe wij onze inlichtingen hebben gekregen." De premier sloeg op de regeringstafel toen hij sprak over de onvrijheid in de Oostelijke lan den. PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING VOOR Mr. TEULINGS EN Drs. DE GRUYTER. Wegens hun verdiensten met be trekking tot de viering van 't Hei lig Jaar hebben mr. F. G. C. J. M. Teulings, vice-minister-president, wonende te Vught en drs. L. de Gruyter, woonachtig te St. Mich.- Gestel, beiden een hoge pauselijke onderscheiding ontvangen. Mr. Teu lings werd benoemd tot comman deur in de orde van de H. Grego- rius de Grote met de plaque en drs. De Gruyter tot ridder in dezelfde orde. PRINSES ARMGARD KATHOLIEK. „Het Scapulier", Orgaan van de Nederlandse Carmelieten, bericht dat de moeder van Prins Bernhard, Prinses Armgard, op 2 Mei 1951 in de Katholieke Kerk is opgenomen. Op 10 Augustus is haar door Kar dinaal Frings het H. Vormsel toe gediend. Op de mededeling van de minis ter betreffende de verhoging van de broodprijs met 5 cent en de verla ging van de margarineprijs met 6 cent, zijn nog al wat reacties ge volgd, die in het algemeen hierop neerkomen dat deze prijzen-correc- ties een extra-belasting zijn voor 't grote gezin. De minister had voor gerekend dat deze correcties uitein delijk zouden neerkomen op een verhoging van 5 cent per week bij een normaal gebruik van brood en margarine in een gezin van vier personen. Verschillende dagbladen tekenen hierbij aan, en wij willen hier graag mee instemmen, dat het opvallend is dat de minister het gezin met 2 kinderen weer als voorbeeld neemt. Gaat hij de verzwaring van 't huis houdbudget door deze correctie be rekenen over een gezin met meer dan 2 kinderen, dan komt hij onge twijfeld tot andere uitkomsten. Men heeft zich geërgerd aan deze uitla tingen van de minister die het ge zin met 2 kinderen als een „stan daardgezin" doen zien en die het doen voorkomen alsof men alleen maar met deze gezinnen rekening heeft te houden. In dit varband berichten wij dat het bestuur van de K.A.B. in Lim burg het Verbondsbestuur van de Ned. K.A.B. heeft verzocht terzake de nodige stappen te verrichten. REUSACHTIGE UITBREIDING DER AMERIKAANSE STRIJDKRACHTEN. De Amerikaanse minister van defensie Robert Lovett heeft ge zegd dat elke besnoeiing van de 52 milliard dollar, die president Truman uitgetrokken wenst te zien voor de militaire begroting van het komende belastingjaar, „de risico's, waarmee bij het over wegen van de toestand rekening is gehouden, zodanig zou vergro ten, dat de voorzichtigheid geweld zou worden aangedaan Hij releveerde, dat het cijfer van 52 milliard dollar reeds minder was dan hetgeen men zich oor- sprongeli.jk voor de defensie ten doel had gesteld. Lovett deelde mee, dat er de af gelopen anderhalf jaar het volgen de was bereikt Leger de omvang van 't leger was opgevoerd van 590.000 man, tien divisies en elf regimenten ge vechtsgroepen in Juni 1950 tot 1.570.000 man, 18 divisies en 18 regimenten gevechtsgroepen. Marine de omvang van de ma rine was opgvoerd van 380.0000 man en 238 oorlogsschepen in Ju ni 1950 tot 790.000 man en 400 oor logsschepen. Mariniers van 74.000 man tot 219.000 man. Luchtmacht van 411.000 man, 48 wings tot bijna 900.000 man en 90 wings. Lovett zei, dat de strijdkrachten oorspronkelijk 7 milliard dollar gevraagd hadden, doch dat dit was teruggebracht tot 52 milliard dol lar. Dit laatste bedrag was abso luut noodzakelijk om ons een mi nimum aan defensieve strijdkrach ten te verschaffen die ons land moeten beschermen en ons in staat moeten stellen onze verplichtin gen overzee na te komen, zei hij. GEEN MECHANISHE SOLDAAT IN DUITSLAND. De adviseur van de West-Duitse regering inzake veiligheidsaange legenheden, Theodor Blank, heeft in een vraaggesprek mededelingen gedaan over zijn plannen ten aan zien van de op te richten West- Duitse defensie-eenheden. Het ligt allereerst in zijn bedoeling om ge heel te breken met het militaire verleden van Duitsland en een nieuw type soldaat te vormen, „de burger in uniform". Naar de mening van Blank kweekt het drillen van militairen een mechanische gehoorzaamheid. Ik wens echter geen mechanische soldaat, doch een intelligent mens, die met zijn wapens kan omgaan en kan optreden naar de behoefte van de omstandigheden. Blank zeide, dat zo min mogelijk officieren van de voormalige wehr- macht zullen worden ingescha keld. Het West-Duitse contingent zou moeten beginnen met een ka der van officieren. Volgens Blank zijn er op het ogenblik 1.300 tot 1.500 ex-gene raals in West-Duitsland. Voor het West-Duitse contingent zou men er echter 30 tot 50 nodig hebben. Er zou voorts naar gestreefd wor den om veelbelovende soldaten te zenden naar een Europese school voor officieren, zoals beoogd wordt in het te sluiten verdrag over het Europese leger. „Deze scholen zullen er voor instaan, dat jonge officieren een ruim ge zichtsveld krijgen door middel van contact met Fransen, Neder landers en anderen", zo zeide Blank, die van oordeel was, dat het Pruisische type van officier goed voor zijn werk was, doch „te bekrompen". Op de vraag of de Duitse laar zen en helmen van het Hitler-re- giem weer zouden worden inge voerd, antwoordde Blank, dat het uniform voor de Europese strijd krachten door de commissarissen van dit leger zou worden gestan daardiseerd en dat West-Duits land zich hieraan zou aanpassen. HET ULTIMATUM VAN ADENAUER. Er is verwarring ontstaan over een mededeling van de West-Duit se bondskanselier Adenauer, die zou hebben verklaard dat hij geen ver drag over het Europese leger zou paraferen, voordat de wensen van West-Duitsland over de Saar en over het lidmaatschap van het At lantisch Pact waren ingewilligd. Dit zou Adenauer gezegd hebben op een bijeenkomst van de chris ten-democratische partij. Daarna heeft het West-Duitse mi-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 1