"1*,^- Waalwijkse en LangstraCourani o^J^irrmM
rvöRöü
ANÏOON TIELEN UL CLI1U UflIU llEl 1^^1)1!
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noord-Brabant
te Waalwijk
GRIEP?
■w Hh
Binnenland,
Buitenland.
Binnen en buiten onze grenzen
Kwaliteit wint altijd!
REDE, uitgesproken door de heer
J. W. van Heesbeen, Voorzitter van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noordbrabant te Waal
wijk op Maandag 28 Januari 1952.
ter opwekking
ter verkwikking
PEPERMUNT II
VERHOOGDE BROODPRIJZEN
EXTRA-BELASTING VOOR HET
GROTE GEZIN.
VRIJDAG 8 FEBEUARI 1958 W^m 15e JAARGANG No. 12
s„o_ hP PiHm TZ^HT TTPT 7TTTnri\T Ab°"° - - -
Hoofdredacteur: W BW W ^B ^B^^B BV VIH^F ^BD 2.35 per kwartaal
JAN TIELEN A I I f Advertentie-prijs
speciaal tarief.
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES„ECHO"
constateren, gedurende de eerste
helft van 1951 bleef deze toestand
bestendigd. In het tweede halfjaar
echter namen de achteruitgangsver
schijnselen ernstiger vormen aan en
verslechterde de toestand in een
veel sneller tempo. Wellicht vindt
dit allereerst zijn oorzaak in de te
ruggang in de industriële bedrij
vigheid, tengevolge waarvan de
koopkracht bij het publiek sterk
werd ingekrompen.
Bovendien werkten de stijgende
kosten van het levensonderhoud 't
kopen niet in de hand en werden
ten aanzien van het kopen van niet
noodzakelijke producten aanzienlij
ke beperking opgelegd. Door de
stijging van de prijzen van grond
stoffen en gerede producten werd
de liquiditeitspositie bij de midden
stand, welke toch reeds te wensen
overliet, aanmerkelijk verslechterd.
Hier wreekt zich evenals in vele
andere takken van bedrijf de te
zware druk van de afgelopen jaren
met heffingen ineens, vermogens-
aanwas, nahefffingen e.d. Naast het
teruglopen van de omzetten spitste
en ter afdoening worden doorge
zonden aan het Ministerie van Eco
nomische Zdken, waarop in 21 ge
vallen gunstig, in 15 gevallen afwij
zend en in 23 gevallen nog niet werd
beschikt. Van de in 1950 ingediende,
doch door het Ministerie nog niet
in behandeling genomen aanvragen
werden er in 1951 25 verleend, 10
geweigerd en 3 als vervallen of
ingetrokken beschouwd. Gedurende
1951 kwam tot nu toe slechts een
aanvraag te vervallen.
103 aanvragen ter verkrijging van
een vergunning ingevolge de Vest-
gingswet Kleinbedrijf 1937 kwamen
in. 85 vergunningen werden ver
leend, 16 aanvragen werden nog
niet door de Commissie in behan
deling genomen, geen aanvraag
werd afgewezen en 2 aanvragen
kwamen te vervallen.
Het aantal aan het Ministerie uit
gebrachte adviezen over de afgifte
van vergunningen ingevolge het
het Besluit Algemeen Vestigings
verbod Kleinbedrijf 1941 (waarbij
gerekend het aantal aanvragen om
ontheffing van de Spertijdregeling
Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 47 ct.
Hl.
HANDEL.
Lederhandel.
Nadat gedurende de eerste drie
maanden van 1951 de lederprijzen
vast waren, met zelfs hier en daar
een tendenz tot stijging, kwam plot
seling in Mei een ommekeer in de
lederhandel. De schoenwinkeliers
kochten niet meer, omdat zij even
als de schoenfabrikanten over grote
voorraden beschikten, terwijl het
publiek een afwachtende houding
aannam. De oorzaak hiervan was
de hiervoor reeds besproken rege
ringsmaatregel betreffende de
winstmarges. Hierdoor kwamen ge
leidelijk aan diverse partijen over-
en zoolledei*.aan de markt tegen ge
reduceerde prijzen, waarmede men
trachtte enig zaken doen te for
ceren.
Een uitzondering werd gevormd
door schoenfabrikanten, welke le
gerorders hadden en zodoende tij
delijk geïnteresseerd waren in zooi
en semichroom vetleder. Bij de le-
derwarenfabrieken werd het leder
bijna geheel verdrongen door ver
vangingsmaterialen (plastics!.
Daar alleen kleine aanvullings
orders door de schoenwinkeliers
bij de schoenfabrikanten werden
geplaatst, zullen de voorraden bij
de schoen winkeliers geleidelijk aan
verminderen en in het eerste kwar
taal van 1952 zal men dan ook tot
plaatsing van grotere orders ge
noodzaakt zijn.
De voorraden leder bij de schoen
fabrikanten zijn eveneens geleide-
dijk geslonken, zodat ook zij dan
orders bij de lederfabrikanten en
importeurs van en handelaren in
leder zullen moeten plaatsen.
Fourniturenhandel.
Over het algemeen is 't jaar 1951
niet ongunstig geweest. Alleen de
laatste maanden was er, zowel op
de binnenlandse als op de buiten
landse markt, een algemene inzin
king. Dit kwam tot uiting in klei
nere orders. Ook de verwachting,
dat de prijzen zouden zakken, zal
hieraan niet vreemd zijn geweest.
De handel en zeker de export be
weegt zich hoofdzakelijk op het ge
bied van metaalwaren (fournituren
voor diverse industrieëen) en nor
maal berekend, zouden in verband
met de stijgende grondstoffenprij-
zen ook de eindprijzen moeten stij
gen. Voor de naaste toekomst is in
deze artikelen dan ook geen prijs-
daling te verwachten. Om de ver
koop op peil te kunnen houden en
mogelijk uit te breiden, zal 't nodig
zijn nieuwe afzetgebieden te vin
den. De export naar Duitsland wordt
door duitse instanties onmogelijk
gemaakt. Nadat soms proeforders
waren gegeven en geleverd, volg
den grotere bestellingen, bleken de
invoerrechten zo hoog te zijn, dat
het voor afnemers in Duitsland on
mogelijk bleek de artikelen te im
porteren. In het overige buitenland
kan kwalitatief wel tegen Duits
land geconcurreerd worden. Op de
moeilijkheden van de nederlandse
fourniturenhandel en -industrie met
de Duitse concurrentie is reeds
bij de bespreking van de four-
niturenindustrie gewezen. Het bui
tenland is overigens niet ongenegen
in Nederland te kopen en wanneer
zich geen onverwachte ongunstige
omstandigheden voordoen, dan zijn
de exportmogelijkheden gunstig.
Looistoffenhandel e.d.
Het eerste kwartaal van 1951
bracht een zeer hoge binnenlandse
afzet, hetgeen in het tweede kwar
taal aanvankelijk bleef voortduren.
Op het einde van dat kwartaal be
gon echter voor de leder- en schoen
industrie een slapte, welke voor de
binnenlandse verkoop van looi
stoffen natuurlijk eveneens een te
rugslag betekende.
In het algemeen kan men 1951,
wat betreft de binnenlandse bedrij
vigheid, een minder gunstig jaar
noemen, terwijl in het bijzonder de
tweede helft gekenmerkt werd door
een sterke onderbezetting in de be
drijven. Wanneer geen bijzondere
politieke gebeurtenissen plaats vin
den mag niet verwacht worden, dat
't jaar 1952 compensatie zal geven,
doch een geringe opleving zal
gezien de behoefte toch wel mo
gelijk zijn.
Ten aanzien van de export ligt
de lijn van de activiteit gelijk met
die van de binnenlandse omzet, ter
wijl met name de export naar Duits
land door de maatregelen van duit-
se zijde een grote belemmering on
dervond. Hoewel het systeem van
de „Ausschreibungen", dat op 15
Maart 1952 ward ingesteld, in 't 2e
kalkaar grotere mogelijkheden
bood, was de belangstelling bij de
duitse lederindustrie in deze perio
de eveneens zeer gering. Het laat
ste kwartaal bracht een geringe op
leving van de export, doordat En
geland op verschillende markten
werd verdreven als gevolg van po
litieke gebeurtenissen.
De transitohandel bood het gehele
jaar veel mogelijkheden, die dik
wijls met succes konden worden
benut.
De prijs van huiden is, na een aan
vankelijke stijging in het voorjaar,
vrij spoedig gaan dalen tot beneden
het peil, waarop deze zich bevond,
voordat de stijging tengevolge van
het Koreaanse conflict inzette.
De prijs van looistoffen en ex
tracten daarentegen heeft zich in
een voortdurend stijgende lijn be
wogen, als gevolg van de grotere
exploitatiekosten en, ondanks de
reeds geruime tijd heersende slapte
in de lederindustrie in practisch de
gehele wereld, wordt een daling op
korte termijn toch niet verwacht.
In de toekomst mag een hevige
strijd verwacht worden van de le
derindustrie tegen de vervaardigers
van vervangingsartikelen, zoals rub
ber, plastic, e.d., in de afloop van
welke strijd de looistoffenindustrie
en -handel uiteraard zeer is geïnte
resseerd.
Veilingen.
De veiling te Drunen bereikte in
1951 de hoogste omzet sedert de
oprichting, n.l. 2.250.000.De
aanvoer in het topseizoen (Juni-
Juli en Aug.) was niet zo overtollig
en derhalve kon 't overgrote deel
van de aanvoer worden geplaatst.
De export liep buiten verwachting
goed. Pe verwachtingen voor 1952
zijn gunstig, mits een redelijke ex
port blijft bestaan. De door Enge
land genomen maatregelen zullen
echter niet nalaten een ongunstige
uitwerking te hebben op de neder
landse tuinbouw. Voorts is men hier
sterk afhankelijk van 't al dan niet
slagen van de tuinbouwoogsten in
naburige landen.
De verminderde koopkracht van
't publiek doet zich ook hier steeds
meer gevoelen. Het gevolg hiervan
zal vermoedelijk wel een nog voort
durende prijsdaling zijn.
Verzekeringsbedrijf.
Het sluiten van nieuwe verzekerin
gen heeft in het afgelopen jaar een
gunstig verloop gehad, zodat een
netto-vooruitgang van het verze
kerd kapitaal geboekt kon worden,
groter dan de laatste jaren kon
worden bereikt. Hierbij dient te
vens te worden opgemerkt, dat het
verval tengevolge van wanbetaling
en afkoop van bestaande verzeke
ringen toeneemt, hetgeen een weer
spiegeling is van de economische
toestand.
Voor het komende jaar wordt we
derom een behoorlijke toename van
het verzekerde kapitaal en een
daarop aansluitende stijging van 't
premiebedrag verwacht. Het sluiten
van collectieve pensioenverzekerin
gen voor personeel blijft een be
langrijke productiebron voor het le
vensverzekeringsbedrijf. De abnor
maal hoge belastingen en de gang
van zaken in de verschillende be
drijfstakken zullen in het komende
jaar het verval van bestaande ver
zekeringen wederom beïnvloeden,
evenals de werkloosheid dit zal
doen voor kleinere verzekeringen.
Voor de beleggingsafdelingen is de
stijging van de rentevoet in 1951
van bijzondere betekenis geweest,
doordat deze in vergelijking met
1 Januari 1951 van 3V2 tot 4%% is
toegenomen.
1952 wordt met vertrouwen te
gemoet gezien.
Middenstand.
Was er tegen het einde van 1950
reeds enige achteruitgang in de mld-
denetendfaaken in het algemeen te
de concurrentie zich toe, zodat de
handeldrijvende middenstand met
minimum-winst en dikwijls ook met
verlies moest werken. Het afgelo
pen jaar is in zijn geheel als een
slecht jaar voor de middenstand te
beschouwen en het ziet er niet naar
uit, dat 1952 hierin veel verbetering
zal kunnen brengen. Ook heeft het
vroeger zo gewraakte cadeaustelsel
weer de kop opgestoken en wel
in een dergelijke mate, dat dit in
meerdere branches reeds tot exces
sen heeft geleid.
Ten aanzien van de ambachtelijke
middenstandsbedrijven is het al
weinig beter gesteld. Vooreerst
heeft de bouwstop voor vele am
bachten niet te overziene gevolgen
gehad, terwijl bovendien de hoge
kosten van gewone herstelwerk
zaamheden bij de minimale huren,
vrijwel niet uitvoerbaar zijn. Als
gevolg hiervan is een grote slapte
in vele bedrijven ingetreden.
Al bij al moet dus worden gecon
stateerd, dat het er voor de midden
stand in het algemeen in de naaste
toekomst niet rooskleurig uitziet.
Wanneer van regeringswege hier
aan niet voldoende aandacht wordt
besteed, is voor vele zelfstandigen
het ergste te vrezen.
Maatregelen dienen derhalve ge
nomen te worden om deze moeilijk
heden te ondervangen en wel
1. door het in het leven roepen van
een behoorlijke credietregeling,
waarbij in ruimere mate dan
thans de middenstand aan een
behoorlijk crediet kan worden
geholpen
2. door het nemen van wettelijke
maatregelen tot beperking, of
eventueel verbod van het ca
deaustelsel op zeer korte termijn.
3. door herziening van de fiscale
maatregelen, waarbij nieuwe
mogelijkheden worden gescha
pen ten aanzien van het vervan
gingsprobleem. Weliswaar wer
den in de laatste Troonrede
maatregelen voor de bescher
ming van de middenstand in het
vooruitzicht gesteld, doch indien
deze maatregelen niet op zeer
korte termijn gerealiseerd kun
nen worden, zullen, naar het mij
wil voorkomen, vjele midden
standsbedrijven de moeilijkheden
van heden niet te boven kunnen
komen;
4. door het treffen van maatrege
len, waardoor wordt bereikt, dat
wordt geleverd uitsluitend tegen
contante betaling.
Horeca-bedrijven.
Van 1951 kan voor deze bedrijfs
tak geen gunstig beeld worden ge
geven, daar de dalende omzetten en
de verzwaarde belastingen de on
dernemers vele zorgen baren. De
hotels, logementen, pension- en ka-
merverhuur-bedrijven ondervonden
de weerslag van de slechte gang van
zaken in het bedrijfsleven en ook
voor 1952 wordt nog een verdere
teruggang verwacht.
De restaurants hebben zeer veel
te lijden van de geringere draag
kracht van het publiek, terwijl ook
de omzetten in de café-bedrijven
zich gedurende 1951 in dalende lijn
bewogen, voor een zeer groot ge
deelte als gevolg van de hoge ac
cijnsrechten.
Ook over de regeling ten aanzien
van het bedieningsgeld, welke in
1951 werd ingevoerd is men in het
algemeen niet tevreden. Het be
dieningspercentage van 15% wordt
bovendien te hoog geacht.
oooofe-b02
ADMINISTRATIEVE WERK
ZAAMHEDEN VAN DE KAMER.
V estig ingswetten.
Gedurende 1951 werden ontvan
gen 77 aanvragen om 'n Ministerië
le verklaring inzake Vakbekwaam
heid en/of handelskennis. 60 Aan
vragen konden worden behandeld
na de opheffing van het B.A.V.K.)
bedroeg 35.
Door de Commissie Vestigingswet
werd in totaal 4 maal vergaderd.
Handelsregister.
Het aantal bestaande in het Han
delsregister ingeschreven zaken
steeg gedurende 1951 tot 3499, waar
bij 72 ingeschreven filialen. Het
aantal dossiers steeg van 6059 op
HET RIJK KOMT DE
GEMEENTEN TE HULP.
Onder meer zal 102 millioen uit
gemeentefonds vrijkomen.
De huidige aspecten van het
vraagstuk van de financiering der
gemeentelij ke kapitaals-uitgaven
zijn voor de regering aanleiding ge
weest zich op korte termijn hier
over te beraden. Op korte termijn
zal een aantal maatregelen tot uit
voering komen, welke ten doel heb
ben eensdeels om met de vermin
dering van de veel te hoog kort
lopende schuld van de gemeenten
een krachtig begin te maken en an
derdeels om de financiering van ue
woningbouw en andere urgente
nieuwe kapitaalsinvesteringen van
de gemeenten in belangrijke mate
mogelijk te maken.
De minister van binnenlandse za
ken en van financiën hebben voor
eerst besloten zeer binnenkort uit
de geblokkeerde gelden van het ge
meentefonds een bedrag van rond
102 millioen, zijnde het overschot
op de dienst 1948, vrij te geven voor
aflossing van gemeentelijke vlot
tende schuld.
Voorts zullen de gemeenten op zo
kort mogelijke termijn aanbiedin
gen bereiken van geldleningen uit
de door levensverzekeringsmaat
schappijen en pensioenfondsen aan
de bank voor Nederlandse gemeen
ten ingevolge het z.g. grote con
tract geleende gelden.
De voorbereiding van de nationa
le woningbouwleningen, uit te ge
ven door de bank voor Ned. Ge
meenten is thans zover gevorderd,
dat de introductie van deze lenin
gen op een termijn van enige we
ken kan worden tegemoet gezien.
DE COMMUNISTEN OVER HET
AMBTENARENVERBOD.
Scheldpartij in Tweede Kamer.
Vier communisten kregen Dins
dagmiddag de gelegenheid in de
Tweede Kamer hun woede te luch
ten over het verbod aan ambtena
ren om lid te zijn van communis
tische organisaties. De voorzitter
moest vaak hameren en er waren
vele interrupties, maar een commu
nistisch succes is het debat zeker
niet geworden. Premier Drees
maakte zich niet druk. Hij om
schreef de „quasi morele veront
waardiging" als niet meer dan „le
ge lucht".
De communist Wagenaar leverde
zelf het beste bewijs van de juist
heid van het verbod met de opmer
king, dat het verdedigen en onder
steunen van de Sovjet-Unie 'n zaak
is van de Nederlandse arbeiders,
omdat de Sovjet-Unie als aanvoer
ster en lichtbaken fungeert op de
weg naar een nieuwe maatschappij.
Een C.P.N.-motie werd met 62 te
gen 7 (communistische) stemmen
verworpen.
De vier communisten hebben al
len hun best gedaan in schreeuwen
en schelden. De Volkskrant gaf een
bloemlezing van kreten. Wagenaar:
„Een infaam verbod. Een fascisti
sche maatregel. Een on-Nederland-
se heksenjacht. Intimidatie. De P.
v. d. A. danst naar het pijpen van
de neo-fascistische K.V.P."
De heer Stokvis (CPN) noemde
premier Drees een „kleine Ignatius
31 December 1950 tot 6256 op 31 De
cember 1951. In totaal vonden 1044
inschrijvingen (nieuwe inschrijvin
gen, mutaties en opheffingen)
plaats.
Uitvoering' andere wetten.
1 Colportagevergunning werd ver
leend, op 2 aanvragen tot vergun
ning tot het houden van een op
ruiming werd gunstig beschikt, ter
wijl 3 bedrijfsruimteverklaringen
werden afgegeven.
Handelsvoorlichting e.d.
Verschillende malen konden aan
handel en bedrijfsleven adressen
van buitenlandse importeurs wor
den doorgegeven, voornamelijk in
Pakistan, waarbij, naar is mede
gedeeld, goede resultaten konden
worden geboekt.
Het aantal verstrekte handelsin
lichtingen, inzagen van het Han
delsregister en opgegeven adressen
werd in 1951 niet opgenomen.
Het aantal afgegeven formulieren
bedroeg sedert 4 April, waarop een
voorraadadministratie werd inge
voerd, 17.145. In totaal werden 1248
Certificaten van Oorsprong en lega
lisaties verstrekt. 701 uittreksels uit
en afschriften van inschrijvingen in
het Handelsregister werden afge
geven.
Alvorens te besluiten moge ik U,
mijne Heren, hartelijk dank zeg
gen voor de steun en medewerking
die U in het afgelopen jaar aan de
Kamer heeft willen geven, alsmede
de Secretaris en zijn personeel voor
de loffelijke wijze, waarop zij hun
taak hebben verricht.
Mogen wij, met Gods hulp, in staat
gesteld worden ook in het ingetre-
den jaar ons werk voort te zetten.
van Loyola." Het verbod was vol
gens hem „een miserabele fossiel uit
de Colijnse tijd". Verder sprak hij
van „een huichelachtige caricatuui'
van ware rechtbedeling" en een
„Amerikaans ei, door de Neder
landse regering uitgebroed, in de
hoop, dat er een monster uit zou
komen". De heer Haken rangschik
te zijn tegenstanders onder „alle an
dere moordenaars van ons volk" en
zei, dat de gevallenen in de Tweede
Wereldoorlog zouden spugen op de
heer Scheps. „Parlementaire taal,
alstublieft", zei voorzitter Korten-
horst.
„Zo naïef zijn we niet meer", zei
dr. Drees. „We hebben sinds 1940
ervaring opgedaan en gaan ons niet
meer blootgeven door u te vertellen
hoe wij onze inlichtingen hebben
gekregen." De premier sloeg op de
regeringstafel toen hij sprak over
de onvrijheid in de Oostelijke lan
den.
PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING
VOOR Mr. TEULINGS
EN Drs. DE GRUYTER.
Wegens hun verdiensten met be
trekking tot de viering van 't Hei
lig Jaar hebben mr. F. G. C. J. M.
Teulings, vice-minister-president,
wonende te Vught en drs. L. de
Gruyter, woonachtig te St. Mich.-
Gestel, beiden een hoge pauselijke
onderscheiding ontvangen. Mr. Teu
lings werd benoemd tot comman
deur in de orde van de H. Grego-
rius de Grote met de plaque en drs.
De Gruyter tot ridder in dezelfde
orde.
PRINSES ARMGARD
KATHOLIEK.
„Het Scapulier", Orgaan van de
Nederlandse Carmelieten, bericht
dat de moeder van Prins Bernhard,
Prinses Armgard, op 2 Mei 1951 in
de Katholieke Kerk is opgenomen.
Op 10 Augustus is haar door Kar
dinaal Frings het H. Vormsel toe
gediend.
Op de mededeling van de minis
ter betreffende de verhoging van de
broodprijs met 5 cent en de verla
ging van de margarineprijs met 6
cent, zijn nog al wat reacties ge
volgd, die in het algemeen hierop
neerkomen dat deze prijzen-correc-
ties een extra-belasting zijn voor 't
grote gezin. De minister had voor
gerekend dat deze correcties uitein
delijk zouden neerkomen op een
verhoging van 5 cent per week bij
een normaal gebruik van brood en
margarine in een gezin van vier
personen.
Verschillende dagbladen tekenen
hierbij aan, en wij willen hier graag
mee instemmen, dat het opvallend
is dat de minister het gezin met 2
kinderen weer als voorbeeld neemt.
Gaat hij de verzwaring van 't huis
houdbudget door deze correctie be
rekenen over een gezin met meer
dan 2 kinderen, dan komt hij onge
twijfeld tot andere uitkomsten. Men
heeft zich geërgerd aan deze uitla
tingen van de minister die het ge
zin met 2 kinderen als een „stan
daardgezin" doen zien en die het
doen voorkomen alsof men alleen
maar met deze gezinnen rekening
heeft te houden.
In dit varband berichten wij dat
het bestuur van de K.A.B. in Lim
burg het Verbondsbestuur van de
Ned. K.A.B. heeft verzocht terzake
de nodige stappen te verrichten.
REUSACHTIGE UITBREIDING
DER AMERIKAANSE
STRIJDKRACHTEN.
De Amerikaanse minister van
defensie Robert Lovett heeft ge
zegd dat elke besnoeiing van de
52 milliard dollar, die president
Truman uitgetrokken wenst te
zien voor de militaire begroting
van het komende belastingjaar,
„de risico's, waarmee bij het over
wegen van de toestand rekening
is gehouden, zodanig zou vergro
ten, dat de voorzichtigheid geweld
zou worden aangedaan
Hij releveerde, dat het cijfer van
52 milliard dollar reeds minder
was dan hetgeen men zich oor-
sprongeli.jk voor de defensie ten
doel had gesteld.
Lovett deelde mee, dat er de af
gelopen anderhalf jaar het volgen
de was bereikt
Leger de omvang van 't leger
was opgevoerd van 590.000 man,
tien divisies en elf regimenten ge
vechtsgroepen in Juni 1950 tot
1.570.000 man, 18 divisies en 18
regimenten gevechtsgroepen.
Marine de omvang van de ma
rine was opgvoerd van 380.0000
man en 238 oorlogsschepen in Ju
ni 1950 tot 790.000 man en 400 oor
logsschepen.
Mariniers van 74.000 man tot
219.000 man.
Luchtmacht van 411.000 man,
48 wings tot bijna 900.000 man en
90 wings.
Lovett zei, dat de strijdkrachten
oorspronkelijk 7 milliard dollar
gevraagd hadden, doch dat dit was
teruggebracht tot 52 milliard dol
lar. Dit laatste bedrag was abso
luut noodzakelijk om ons een mi
nimum aan defensieve strijdkrach
ten te verschaffen die ons land
moeten beschermen en ons in staat
moeten stellen onze verplichtin
gen overzee na te komen, zei hij.
GEEN MECHANISHE SOLDAAT
IN DUITSLAND.
De adviseur van de West-Duitse
regering inzake veiligheidsaange
legenheden, Theodor Blank, heeft
in een vraaggesprek mededelingen
gedaan over zijn plannen ten aan
zien van de op te richten West-
Duitse defensie-eenheden. Het ligt
allereerst in zijn bedoeling om ge
heel te breken met het militaire
verleden van Duitsland en een
nieuw type soldaat te vormen, „de
burger in uniform".
Naar de mening van Blank
kweekt het drillen van militairen
een mechanische gehoorzaamheid.
Ik wens echter geen mechanische
soldaat, doch een intelligent mens,
die met zijn wapens kan omgaan
en kan optreden naar de behoefte
van de omstandigheden.
Blank zeide, dat zo min mogelijk
officieren van de voormalige wehr-
macht zullen worden ingescha
keld. Het West-Duitse contingent
zou moeten beginnen met een ka
der van officieren.
Volgens Blank zijn er op het
ogenblik 1.300 tot 1.500 ex-gene
raals in West-Duitsland. Voor het
West-Duitse contingent zou men
er echter 30 tot 50 nodig hebben.
Er zou voorts naar gestreefd wor
den om veelbelovende soldaten te
zenden naar een Europese school
voor officieren, zoals beoogd
wordt in het te sluiten verdrag
over het Europese leger. „Deze
scholen zullen er voor instaan,
dat jonge officieren een ruim ge
zichtsveld krijgen door middel
van contact met Fransen, Neder
landers en anderen", zo zeide
Blank, die van oordeel was, dat
het Pruisische type van officier
goed voor zijn werk was, doch „te
bekrompen".
Op de vraag of de Duitse laar
zen en helmen van het Hitler-re-
giem weer zouden worden inge
voerd, antwoordde Blank, dat het
uniform voor de Europese strijd
krachten door de commissarissen
van dit leger zou worden gestan
daardiseerd en dat West-Duits
land zich hieraan zou aanpassen.
HET ULTIMATUM VAN
ADENAUER.
Er is verwarring ontstaan over
een mededeling van de West-Duit
se bondskanselier Adenauer, die zou
hebben verklaard dat hij geen ver
drag over het Europese leger zou
paraferen, voordat de wensen van
West-Duitsland over de Saar en
over het lidmaatschap van het At
lantisch Pact waren ingewilligd.
Dit zou Adenauer gezegd hebben
op een bijeenkomst van de chris
ten-democratische partij.
Daarna heeft het West-Duitse mi-