DOKIE DURF in Boris Baal duikt op: miWYR SO JAAR GELEDEN» D.DB Een grote ramp werd voorkomen. HET HUIS ZONDER SLEUTELS. 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 8 FEBRUARI 1952 2 HET STOFFELIJK OVERSCHOT nisterie van buitenlandse zaken ont kend, asps®» ttfmdsksnseliev oen dergelijke 'vei*klaring zou- hebben afgelegd. Een zegsman uit de omgeving van de bondskanselarij heeft deze ver klaring van de tegenspraak gege ven: „Adenauer hield een lange re de in die geest, maar zorgde er voor dat zijn woorden niet de vorm van een ultimatum aannamen. Zijn ei gen partijgenoten hebben later, toen zij de kanselier citeerden, de zaak te gemakkkelijk opgevat." In het buitenland is men onder tussen blijkbaar niet genegen, deze verklaring zomaar te aanvaarden. Men ziet er een poging in om het effect van de woorden van Adenau er voor de buitenwereld te verzach ten. Er is een bespreking gehouden tussen Adenauer en de drie Weste lijke Hoge Commissarissen. Zonder ling genoeg, wordt gemeld, dat de veelbesproken eisen van de bonds kanselier over Saarland en Navo niet ter sprake zouden zijn geko men. Aan boord van het gelichte en opgeknapte SS „Samoa" werd een week later een diner gegeven. Do- kie Durf zat op de versierde ere plaats. Naast hem zat, geel van ja- louzie, de commissaris van politie. De commissaris was echter een sportman die zijn tegenstander iets gunde. „Durf heeft geluk gehad, hoewel ik moet toegeven dat hij capacitei ten heeft" zei hij aarzelend. En dat is heel wat voor een commissaris om zo maar te zeggen over iemand buiten het corps. Tenslotte was het woord aan een bekende spreker. Het was de man die ook op de eerste avond, de nood lottige avond van Baal's eerste aan val, het woord had gevoerd. „Wij varen weer", zei de spreker, „en wij drinken weer". „De Baai-groep zit weer" merkte de commissaris op. „En hij praat weer" zuchtte Dokie Durf. Die avond had de detective rust. Hij had een vrije avond en genoot van zijn glas melk en zijn krant. Toen hij de voorpagina opsloeg zag hij een bekend gezicht. „Een goed blad" mompelde de detective. EINDE. van Herman en Jules Slaats naar Waalwijk. Wij vernemen dat de fam. Slaats het bericht heeft ontvangen, dat de stoffelijke resten van hun zoons Herman en Jules Slaats aanstaande Donderdag 14 Februari naar het vaderland zullen worden gebracht. De herbegrafenis zal plaats hebben op Vrijdag 15 Februari a.s. op het St. Antonius-kerkhof. De stoffelijke resten yan de twee andere leden der familie, George en Gerard, die eveneens in 't con centratiekamp Neuengamme in Duitsland gestorven zijn, zullen waarschijnlijk niet meer kunnen worden overgebracht, omdat om trent hun dood en de plaats waar zij rusten te weinig gegevens be kend zijn. ONDERWIJS TENTOONSTELLING. De Stichting .„Onderwijs-tentoon- j stelling" te 's-Gravenhage, die voor j enige jaren zulk een succesvolle tentoonstelling over de „Schoen- j industrie" in een dei lokalen van de Nijverheidsschool organiseerde, heeft Waalwijk weer uitgekozen voor 'n nieuwe tentoonstelling over „Emaille-industrie" in het tijdvak van 420 Maart a.s. Het gemeentebestuur heeft weer een beroep gedaan op het bestuur der Nijverheidsschool om een lokaal hiervoor: besehikbaar te stellen en de nodige medewerking te verlenen aan deze tentoonsteling, die voor de leerlingen van diverse scholen dezer streek zeer leerzaam geacht mag worden. R.K. MIDDELBARE HANDELSAVONDSCHOOL. Voor practij kdiploma boekhouden slaagden de leerlingen J. Kooij en A. v. d. Wetering. Belangstellenden in oplerdrng examen Boekhouden, M.B.A en prac- tijkdiploma's Engels, Duits en Ne derlands verwijzen wij naar de ad vertentie in dit nummer. WAALWIJKS BELANG. Op Woensdag 5 Maart as. zal de heer Harry Verwiel, directeur van de streek-V.V.V. Brabants Centrum te Tilburg, op uitnodiging van „Waalwijks Belang" alhier een le zing houden over ,,'t Economische belang van Vreemdelingenverkeer" toegelicht met films. Deze lezing zal niet alleen gratis toegankelijk zijn voor de leden, maar iedereen die belang stelt in dit onderwerp en meer op de hoogte wil komen van hetgeen op dit ter rein moet en kan worden gedaan, is welkom. CARILLON. In de lijst der leden van het Co mité van Aanbeveling voor de actie voor 't Carillon voor Amerika, werd tot onze spijt de naam van Mevr. Jens namens de Christelijke Meis jesvereniging, vergeten, welke fout wij bij deze herstellen, met onze excuses. -rfTITTïT Niet krabben. De telSw I 9~ fl I K vloeibare D.D. D. kal- (J ij UIV meert de jeuk in enkel® seconden, doodt de ziektekiemen en ge neest tot diep in de huidponen. GENEESMIDDEL TEGEN huidaandoeningen DE REIZENDE BEIAARD IN WAALWIJK. In het kader van de inzame lingsactie voor het Carillon, dat H. M. de Koningin bij haar bezoek aan Amerika het Amerikaanse volk zal aan bieden, maakt „de Reizende Beiaard" momenteel 'n tocht door Nederland om de men sen enigszins „warm" te ma ken voor de grote inzameling Aanstaande Zaterdag 9 Fe bruari zal het rijdend Caril lon ook Waalwijk bezoeken, W'aar het om pl.m, 1 uur zijn zilveren klanken door de straten zal laten dwarrelen. Aldus zullen wij een beeld krijgen van het geschenk dat wij, het Nederlandse volk, aan Amerika zullen aanbie den als een bewijs van er kentelijkheid voor alle steun die wij van dit land tijdens en na de oorlog ondervonden. ONTWIKKELINGSAVOND. K.A B. „Horde of Orde" Op de ontwikkelingsavond van de K.A.B. Maandag j.l. luisterde een volle bovenzaal naar Pater Sympho- rianus, O. Cap., die in de lezingen reeks „Wij en het communisme" sprak over het onderwerp „Horde of Orde". In zijn inleiding sprak de pater over de macht van onze gedachten, die hun licht moeten krijgen van de ster van Bethlehem. Hij spreekt dan eerst over het donkere licht van de sovjet-ster, en over de slagschaduw van hamer en sikkel. Hij noemde het commu nisme een systeem gericht tegen de menselijke waardigheid en tegen God en hij lichtte dit toe. „Meer dan ooit moeten we, wan neer we ons de verschrikkingen van het rode regiem indenken, getuigen door woord* en door daad, dat we bij Christus horen, zei hij. En tegenover de maatschappijleer van 't communisme stelde hij deze drie punten: de mens heeft een so ciale aanleg; het is een eis van de menselijke natuur, dat de mens leeft in een geordende maatschappij; en tenslotte sprak hij over 't sociale karakter van de eigendom en van de arbeid. „Door de arbeid", zei hij, „bewijzen /wij een dienst aan de ge meenschap, en niemand mag zich aan deze sociale plicht onttrekken; we moeten niet in de arbeid ten onder gaan, maar wel moeten we ons bewust blijven, dat onze arbeid onmisbaar is. Onze arbeid moet zijn een lied God ter ere". De voorzitter van de K.A.B.die de spreker met een kort woord had ingeleid, dankte hem en deed hierna enkele mededelingen. Onder meer zei hij dat 't bestuur van plan was het St. Jozeffeest weer in ere te herstellen; de juiste datum echter was nog niet bekend. Bij de laatste uitvoering in de Gildenbond was er een beroep ge daan op de milddadigheid van de aanwezigen om het bouwfonds van de K.A.B. te steunen; deze collecte had 50.opgebracht. Op 10 Maart a.s. zou de diocesane Verbondsvoorzitter, Piet Vriens, op de laatste ontwikkelingsavond het woord voeren. SOCIALE SCHOOL. Vandaag is er een vergadering met pl.m. 35 adspirant-leerlingen om te komen tot het definitieve be gin met de sociale school van de K.A.B. Dat men dit aantal leerlingen tot nog toe wist warm te maken voor deze school is vooral de verdienste van de Credo-Pugno-club van de K.A B. GROOT RIKCONCOURS. Het Rikconeours dat in 't K.A.B.- gebouw gehouden zou worden op 16, 17 en 18 Februari, kan wegens bijzondere omstandigheden niet doorgaan. Het zal nu gehouden wor den op 15, 16 en 17 Maart in het café van de K.A.B. 25-JARIG LIDMAATSCHAP VAN VAN DE R.K BOUWVAK- ARBEIDERSBEWEGING „ST, JOZEF". Op 19 Mei 1948 herdacht de heer Joh. v. Hilst de dag dat hij 25 jaar geleden tot. deze organisatie toe trad en al die tijd onafgebroken lid is geweest van bovengenoemde organisatie, waarvan enige jaren als bestuurslid. Door omstandigheden werd de huldiging uitgesteld en deze zal nu 4 jaar later plaats vinden en wel in de jaarvergadering op Dinsdag 12 Februari in het K.A.B.-gebouw. Het bestuur hoopt, dat alle leden van de afdeling op deze avond aan wezig zullen zijn. FEEST BIJ DE RIJVERENIGING „PRINSES IRENE. Het was vorige week Woensdag een feestelijke dag voor de Lande lijke Rijvereniging „Prinses Irene" toen de jaarvergadering en teer- avond werden gehouden, waaraan een Cross Country vooraf ging. Deze werd in de middaguren ge houden op het landgoed van de heer van Schijndel aan de Roestelberg. Er was inderdaad een prachtige Cross uitgezet en de ruiters van Prinses Irene toonden zich zeer be kwaam in dit gedeelte der rijkunst. De Cross werd voorgereden door M. Schilders, die een tijd maakte van 3.27.5 min. De overige tijden waren 1. L. Klijn 3.52.5 min. 2. N. Kroot 3.53 3. J. v. Dalen 3.58.5 4. M. v. d. Berg 4.13.5 5. H. v. Heesbeen 4.41 6. J. v. Nooy 4.51 7. Chr. Pullens 5.36.5 8. B. Keetels 6.51 De prijzen le prijs 4.08 min. Jac. Klerx 2e prijs 4.18 Adr. Klerks 3e prijs 4.47.5 M. Klerx 4e prijs 4.39.5 (2 fouten) P. Kroon, 's Avonds om 7 uur begon de jaar vergadering in het Clublokaal, de Veldtent van de heer P. v. d. Broek. Uit de verslagen van de secret, en de penningm. bleek dat het met de vereniging nog steeds goed gaat. De heren C. v. d. Broek en W. v. Huiten, die aan de beurt van aftre den waren, werden met algemene stemmen herkozen, zodat het be stuur thans als volgt is samenge steld C. v. d. Broek, Voorz. en 2e cdt. W. v. Heesbeen, secr. J. J. Klijn, penningm. M. v. Dalen, le cdt. W. v. Huiten, 3e cdt. De commandant, de heer M. van Dalen, overhandigde op een prach tige manier de prijzen aan de win naars van de Cross. Bij de rond vraag voerde de afgevaardigde van de N.C.B., de heer Nic. Klerx, nog het woord. En dat de leden van de landelijke Rijvereniging „Prinses Irene" niet alleen goede ruiters zijn, maar ook in staat zijn om flink plezier te ma ken, bewees het verdere verloop van de avond, dat zeer genoeglijk was. HEROPENING SIGARENMAGAZIJN. Dat de Waalwijkse winkeliers met hun tijd weten mee te gaan, daarvan getuigen de opeenvolgende aankondigingen betreffende hero pening van gemoderniseerde win kelpanden. Thans is het de firma G. v. Hul- ten-Pulles die per advertentie in dit nummer kennis geeft van de modernisering van haar sigaren magazijn. Zowel in- als exterieur van deze zaak hebben een opmerkelijke ver fraaiing ondergaan. Speciaal het winkel-interieur is geheel aan de eisen des tijds aangepast. De nieu we, moderne toonbank, etalage, vi trines en verlichting bieden een gunstige gelegenheid de grote ver scheidenheid rookartikelen te eta leren die hier voorhanden is. De firma's W. Hens Zn. en H. v. Hulten-v. Bladel hebben hier keurig werk geleverd, dat het aan zien' van dit bekende sigarenmaga zijn zeer ten goede is gekomen. SPIERPIJN. SPIT... 't Loert overal. De weldadige warmte van de pijnstillende Thermogène verdrijft de sner pende pijn. HET IJS IN DE MAASMOND SCHEURDE EN TIENTALLEN MENSEN VERKEERDEN IN LEVENSGEVAAR. In een reëel ooggetuigevers lag, dat „De Echo van het Zui den" d.d. 2 Februari 1902 publiceerde, lezen wij de toe- de Maasmond op 18 Februari dank zij het ingrijpen van dap- dracht van het ongeluk in 1902, dat geen ramp werd, pere mensen. Maandagmorgen werd in onze gemeente uitgeroepen, dat op het Oude Maasje eene prachtige ijs baan lag; 's middags dus trok een groot aantal liefhebbers daar heen. De baan was in den beginne zeer goed, maar spoedig vertoonden zich talrijke scheuren en veel water op het ijs. zoodat de pret hier slechts van korten duur was. Toen begaf men zich naar den Maasmond, waar eene. zeldzame, spiegelgladde en zeer uitgestrekte baan lag, en waar men naar hartelust van het edele ijsvermaak kon profiteeren. Door de goede zorgen der veerlieden was een eenigszins begaanbare weg, ge deeltelijk over planken, gedeelte lijk over 't ijs, naar de baan ge maakt, zoodat met eenige voorzich tigheid alles goed ging. Des avonds en den volgenden morgen begon de dooi in te vallen, maar daar deze niet ernstig was, kon dit de liefhebers niet weerhou den eens even te gaan zien en het grootste gedeelte begaf zich weder om naar den Nieuwen Maasmond, niet in 't minst vermoedend, wat hen dien middag nog te wachten stond. De baan was nog vrij goed en naar iedereen meende sterk genoeg. Pl.m. 400 personen bevonden zich op de ijsbaan. Degenen, die de baan. bezocht hebben weten, hoe de toegang er heen was aan den noordelijken en zuidelijken oever, zooals wij hier boven schreven, gedeeltelijk met planken, schragen, enz. Toen nu de schaatsenrijders zich over de baan bewogen, hoorden zij eensklaps een geroep van „het ijs breekt"; er kwam beweging in het ijs. Men begrijpt de ontsteltenis, iedereen zocht een heenkomen. Middenin vertoonde zich 'n scheur die allengs breeder werd, en de twee groote gedeelten van elkaar scheidde. Zij die zich op het voorste ge deelte bevonden, dat reeds begon te drijven, zochten een heenkomen langs de beide uitgangen naar de oevers, maar door het drijven van het ijs, dat planken en schragen meenam, begrijpt men met wat een moeielijkheden de kranige veerman nen, die aan beide zijden uitmun tende diensten verleenden, te kam pen hadden om tijdig allen aan wal te krijgen. Alles liep daar goed af, behoudens dat eenige personen een nat pak opliepen, waarvan zelfs eene diep in 't ijs vastraakte en door een ander met groot gevaar gered werd. Maar was hier alles tamelijk goed afgelopen, ondertusschen bevonden zich nog vele menschenlevens in gevaar. Toen het ijs begon te wer ken en scheurde, bevonden zich nog talrijken achter op de baan. Dezen het geroep en het vluchten voor op- de baan hoorende en zien de, en niet wetende wat juist dreig de, trachtten met flinke vaart nog tijdig voor te zijn, maar te laat door eenige flinke menschen wer den zij nog tijdig gewaarschuwd voor de groote geul, en zoo bevon den zich een 40 a 50-tal op een groote schol, aan geen kant een uit weg ziende. Men kan zich den angst van dezen voorstellen. Het geroep om planken, touwen enz. scheen in den beginne als die eens roependen in de woestijn en klonk zeer-droevig in de angstige stilte de veerlui waren druk be zig aan de beide uitgangen de men schen te redden, en niet zoo spoe dig konden van de andere zijde red middelen worden aangebracht. Het grootste gevaar voor de op de schol vertoevenden bestond hierin, dat zij zich bij elkander en zoo dicht mogelijk bij den wal verdron gen, waardoor groote kans bestond, dat het ijs zou afbreken op dat punt en dan was alles verloren. Na een kwartier a 20 minuten kwam hulp opdagen daar verschenen mannen met planken en vanaf de pont sprongen flinke hulpbrengers in een bootje met groote behendigheid ging het over de schol en toen het water in; maar toen opnieuw door leefden de hulpbehoevenden ang stige ooogenblikken, n.l. in de vrees dat het bootje met geweld tegen de schol zou stuiten en misschien zoo doende het scheuren zou teweeg brengen. Maar wij hadden niet gerekend op de ervarenheid der redders, want toen het bootje aan de schol kwam, sprongen dezen met groote behen digheid er op en toen begon het red dingswerk; 3 a 4 planken werden in dubbele rij vanaf den oever over de brokken ijs gelegd naar de plaats waar de wachtenden stonden. De kapitein der veerpont stelde zich vooraan en toen was 't„een voor een vlug over de planken ;eerst de vrouwen" en zoo ging alles goed en geregeld, eerst alle vrouwen en toen de mannen, zoodat na een kwartier de laatste man er af was en allen zich op den over bevonden. Dat het daar niet aan blijdschap ontbrak, behoeft niet gezegd te wor den." En dan gaat de verslaggever van 50 jaar geleden verder met een warm woord van dankbaarheid aan de dappere redders; hij noemt, zegt hij, geen namen, want" het zijn er velen, maar speciaal noemt hij nog de mannen van de pont, want aan deze mannen, die met gevaar voor eigen leven optraden, was het te danken, dat geen mensenlevens te betreuren waren. En hij besluit „Pogingen zullen dan ook in het werk worden gesteld om hun een stoffelijk bewijs van dank aan te bieden". ONDANK IS 'S WERELDS LOON. Maar ondank is 's werelds loon; inderdaad, wij lezen, verder blade rend in de vergeelde, vijftig jaar oude kranten, dat men getracht heeft onder de geredden een col lecte te houden, om in de vorm van geld de redders een geschenk aan te bieden. Maar het bedrag dat bijeen kwam was zeer gering. „De Echo" steekt zijn ergernis hierover niet onder stoelen of banken. Gelukkig ziet de Burgemeester van Waalwijk wel de waarde van hun daad in en op 13 Juli kunnen we dan ook lezen dat „bij Konin klijk Besluit als blijk van goedkeu ring en tevredenheid de bronzen eere-penning van menschlievend hulpbetoon en een loffelijk getuig schrift is toegekend aan W. v. d. Graaff, kapitein van de veerpont; D. v. Bremen en J. v. d. Kolk, machinisten en H. C. den Dunnen, wachter". Officieel zal er op het gemeentehuis een huldiging plaats vinden en alle geredden wor den uitgenodigd hierbij tegenwoor dig te willen zijn. En weer moet „De Echo" zijn ver ontwaardiging luchten, want„Te genwoordig waren 2 geredden en een 8-tal belangstellenden. Treurig, maar waar De oprechte woorden echter die hun door den burgemeester werden toegevoegd, zullen veel hebben ver goed van de ondankbaarheid der geredden. Zei de burgemeester niet„Door deze decoratie zijt Gij door Hare Majesteit bestempeld als ware men- schenvrienden, waarop Uwe kin deren nog met grooten trots zullen kunnen wijzen En ook wij hebben graag nog eens hun dappere menslievendheid aan de vergetelheid trachten te ont rukken. FEUILLETON DE ECHO VAN HET ZUIDEN". van Door EARL DERR BIGGF.RS. VERTALING VAN P. OREII.LE. 49) Hallet sloeg met de vuist op een tafel. Waarachtig het armband horloge Als de man die het droeg, weet, dat iemand het gezien heeft, zullen we het waarschijnlijk nooit vinden. Maar we hebben dat nog al geheim gehouden, misschien weet hij het niet. Dat is onze enige kans. Hij wendde zich tot Chan. Ik heb de Eilanden afgezocht om dat hor loge te vinden, riep hij en nu begin ik er nog eens opnieuw mee. Juwe lierszaken, banken van lening, m ieder hoekje en gaatje. Vooruit, Charlie, breng jij de bal aan het rollen. Chan bewoog zich, ondanks zijn gewicht, met grote vlugheid. Ik zal er één machtige duw tegen geven, beloofde hij en verdween. Veel succes, zei John Quincy. Hallet knorde iets. Vertel die tante van u, dat ik het land heb, merkte hij dp. Hij was niét in de stemming om iets op elegante ma nier te zeggen. Aan de lunch had John Quincy geen gelegenheid om de boodschap over te brengen, want juffrouw Mi nerva bleef met Barbara in de stad. Na het diner die avond leidde hij zijn tante naar buiten om wat op de bank te zitten. —O ja, dat is waar, zei hij. Kapi tein Hallet is heel boos op u. Ik ben heel boos op kapitein Hallet, antwoorde zij, dus dan staan we gelijk. Wat is nu zijn bijzondere grief? Hij gelooft, dat u van het be gin af aan de naam hebt geweten van de man, die die Corsican sigaret heeft laten vallen. Zij zweeg even. Niet van het be gin af aan, zei zij eindelijk. Wat is er gebeurd? John Quincy schetste haar in het kort wat er die morgen op het poli tiebureau voorgevallen was. Toen hij uitverteld was, keek hij haar vragend aan. In de eerste opwinding dacht ik er niet aan, anders zou ik ge sproken hebben, legde zij uit. Het heeft verscheidene dagen geduurd, voor het bij mij opkwam. Toen zag ik het duidelijk dat Arthur kapitein Cope die sigaret weg gooide toen wij het huis weer bin nengingen. Maar ik zei er niets van. Waarom niet? Nu, ik vond het een goede op gaaf voor de politie. Laten ze het zelf- maar ontdekken. Dat is een vrij zwakke ver klaring, merkte John Quincy streng op. U bent verantwoordelijk voor heel wat verknoeide tijd. Dat dat was niet mijn enige reden, zei juffrouw Minerva. O ik ben blij, dat te horen. Ga voort. Nu dan, ik kon er me zelf niet toe krijgen om dat bezoek van ka pitein Cope in verband te brengen met een geheimzinnige moord. Weer een stilte. En plotseling hij was altijd tamelijk scherpzinnig begreep John Quincy alles. Hij heeft me verteld, dat u heel mooi was in de tachtiger jaren, zei de jongen zacht. De kapitein, be doel ik. Toen ik hem ontmoet heb in San Francisco. Juffrouw Minerva legde haar hand op de zijne. Toen zij sprak, klonk haar stem, anders zo vast en flink, vond hij, een beetje beverig. Aan dit strand, toen ik een meisje was, had ik het geluk binnen mijn be reik. Ik had er mijn hand maar naar uit te steken. Maar ik weet niet hoe Boston Boston weerhield mij. Ik liet me het geluk ontglippen Nog niet te laat, opperde John Quincy. Zij schudde het hoofd. Dat pro beerde hij ook mij te vertellen, die Maandagmiddag. Maar er was iets in zijn toon ik ben wel in Hawaii, maar ik ben niet gek. Jeugd, John Quincy, jeugd komt nooit terug, wat ze hier ook zeggen. Zij drukte zijn htand en stond op. Als jouw kans komt, lieve jongen, voegde zij er bij, wees dan niet zo dwaas. Zij ging haastig de tuin uit en John Quincy keek haar na met een nieuw gevoel voor haar in zijn, ogen. Daar zag hij het gele vlammetje van een lucifer achter de afraste ring. Het was Amos, die in zijn tuin rondslenterde. John Quincy stond op en ging langzaam naar hem toe. Hallo, neef Amos, zei hij. Wan neer is u van plan om deze afraste ring weg te nemen? O, daar kom ik over een poosje wel toe, antwoordde Amos. Ik wou je nog wat vragen. Zijn er nieuwe onthullingen? Verscheidene, vertelde John Quincy, maar geen waar we iets verder door komen. Voor zover ik het kan zien, hebben we nergens houvast. Ik heb er wel eens over nage dacht, zei Amos. Het zou misschien wel het beste zijn, als er niets ont dekt werd. Veronderstel, dat de da der gevonden wordt dat zoü mis schien leiden tot nieuw schandaal, erger dan alle andere. Dat waag ik er dan toch op, antwoordde John Quincy. Wat mij betreft, ik heb plan om door te zet ten tot Haku kwam haastig de tuin in. Telegram voor meneer John Quin cy Winterslip. De jongen zegt niet betaald. Vraagt om geld. John Quincy volgde hem vlug naar de voordeur. Daar stond een kleine iongen te wachten. Hij betaalde het gevraagde en scheurde het telegram open. Het was ondertekend door de postdirecteur van Des Moines, en luidde Hier nooit gehoord van een Saladine. John Quincy sprong naar de tele foon. Iemand op het bureau deelde hem mee, dat Chan naar huis was en gaf hem zijn adres op. Hij haalde de auto uit de garage en was vijt minuten later op weg naar de stad. XIX. „HET GA JE GOED, PETER!" Charlie Chan woonde in een bun galow, die tegen een heuvelhelling aan gebouwd was. John Quincy stond even stil voor het tuinhek en keek omlaag over Honolulu, een grote, prachtige tuin, ingesloten door bergen. Een heerlijk lid schap, maar hij had nu geen tijd voor schoonheid. Hij snelde t pad op, beschaduwd door palmbomen. Een Chinese vrouw een dienst bode, naar het scheen liet hem in Chan's flauw verlichte woonka mer. De speurder zat te schaken hij stond op met waardigheid, toen hij zijn bezoeker zag. In dit vrije uur droeg hij een lang, los gewaad van donker purperen zijde, gesloten aan de hals en met wijde mouwen. Daaronder vertoonde zich een wijde broek van dezelfde stof, en aan zijn voeten had hij zijden schoenen met dikke vilten zolen. Hij was nu ge heel Oosterling, minzaam en vlei end, maar onbereikbaar, en voor het eerst was John Quincy zich werkelijk bewust van de grote kloof waarover Chan en hij elkaar de hand schudden. U bewijst mijn nederig huis ontzaglijke eer, zei hij. Dit grootse ogenblik is mij nog te meer groots, nu ik gelegenheid vind om mijn oudste zoon aan u voor te stellen. Hij beduidde zijn tegenpartij om naar voren te komen, een tenger, vaalgeel jongetje, met amberkleu rige ogen Chan zelf vóór hij zo dik was. Meneer John Quincy Win terslip uit Boston, wees zo goed u te verwaardigen Henry Chan op te merken. Wanneer u verschijnt, geef ik hem schaakles, opdat hij zodanig moge spelen, dat hij zijn geëerde naam niet bezoedelt. De jongen boog heel diep; blijk baar was hij althans een lid van het jongere geslacht, die grote eer bied koesterde voor ouderen dan hij zelf. John Quincy boog ook. Je va der is een heel goede vriend van me, zei hij, en van nu af aan ben jij dat ook. Chan straalde van genoegen. Ver waardig u te gaan zitten op deze gruwelijke stoel. Is het mogelijk, dat u tijding brengt? Zeker, zei John Quincy glim lachend. Hij overhandigde hem 't antwoord van de postdirecteur van Des Moines. (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 2