DOKIE DURF in Boris Baal duikt op:
miWYR
SO JAAR GELEDEN»
D.DB
Een grote ramp werd voorkomen.
HET HUIS ZONDER
SLEUTELS.
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 8 FEBRUARI 1952
2
HET STOFFELIJK OVERSCHOT
nisterie van buitenlandse zaken ont
kend, asps®» ttfmdsksnseliev oen
dergelijke 'vei*klaring zou- hebben
afgelegd.
Een zegsman uit de omgeving van
de bondskanselarij heeft deze ver
klaring van de tegenspraak gege
ven: „Adenauer hield een lange re
de in die geest, maar zorgde er voor
dat zijn woorden niet de vorm van
een ultimatum aannamen. Zijn ei
gen partijgenoten hebben later,
toen zij de kanselier citeerden, de
zaak te gemakkkelijk opgevat."
In het buitenland is men onder
tussen blijkbaar niet genegen, deze
verklaring zomaar te aanvaarden.
Men ziet er een poging in om het
effect van de woorden van Adenau
er voor de buitenwereld te verzach
ten.
Er is een bespreking gehouden
tussen Adenauer en de drie Weste
lijke Hoge Commissarissen. Zonder
ling genoeg, wordt gemeld, dat de
veelbesproken eisen van de bonds
kanselier over Saarland en Navo
niet ter sprake zouden zijn geko
men.
Aan boord van het gelichte en
opgeknapte SS „Samoa" werd een
week later een diner gegeven. Do-
kie Durf zat op de versierde ere
plaats. Naast hem zat, geel van ja-
louzie, de commissaris van politie.
De commissaris was echter een
sportman die zijn tegenstander iets
gunde.
„Durf heeft geluk gehad, hoewel
ik moet toegeven dat hij capacitei
ten heeft" zei hij aarzelend. En dat
is heel wat voor een commissaris
om zo maar te zeggen over iemand
buiten het corps.
Tenslotte was het woord aan een
bekende spreker. Het was de man
die ook op de eerste avond, de nood
lottige avond van Baal's eerste aan
val, het woord had gevoerd. „Wij
varen weer", zei de spreker, „en
wij drinken weer". „De Baai-groep
zit weer" merkte de commissaris op.
„En hij praat weer" zuchtte Dokie
Durf.
Die avond had de detective rust.
Hij had een vrije avond en genoot
van zijn glas melk en zijn krant.
Toen hij de voorpagina opsloeg zag
hij een bekend gezicht. „Een goed
blad" mompelde de detective.
EINDE.
van Herman en Jules Slaats naar
Waalwijk.
Wij vernemen dat de fam. Slaats
het bericht heeft ontvangen, dat de
stoffelijke resten van hun zoons
Herman en Jules Slaats aanstaande
Donderdag 14 Februari naar het
vaderland zullen worden gebracht.
De herbegrafenis zal plaats hebben
op Vrijdag 15 Februari a.s. op het
St. Antonius-kerkhof.
De stoffelijke resten yan de twee
andere leden der familie, George
en Gerard, die eveneens in 't con
centratiekamp Neuengamme in
Duitsland gestorven zijn, zullen
waarschijnlijk niet meer kunnen
worden overgebracht, omdat om
trent hun dood en de plaats waar
zij rusten te weinig gegevens be
kend zijn.
ONDERWIJS
TENTOONSTELLING.
De Stichting .„Onderwijs-tentoon- j
stelling" te 's-Gravenhage, die voor j
enige jaren zulk een succesvolle
tentoonstelling over de „Schoen- j
industrie" in een dei lokalen van
de Nijverheidsschool organiseerde,
heeft Waalwijk weer uitgekozen
voor 'n nieuwe tentoonstelling over
„Emaille-industrie" in het tijdvak
van 420 Maart a.s.
Het gemeentebestuur heeft weer
een beroep gedaan op het bestuur
der Nijverheidsschool om een lokaal
hiervoor: besehikbaar te stellen en
de nodige medewerking te verlenen
aan deze tentoonsteling, die voor
de leerlingen van diverse scholen
dezer streek zeer leerzaam geacht
mag worden.
R.K. MIDDELBARE
HANDELSAVONDSCHOOL.
Voor practij kdiploma boekhouden
slaagden de leerlingen J. Kooij en
A. v. d. Wetering.
Belangstellenden in oplerdrng
examen Boekhouden, M.B.A en prac-
tijkdiploma's Engels, Duits en Ne
derlands verwijzen wij naar de ad
vertentie in dit nummer.
WAALWIJKS BELANG.
Op Woensdag 5 Maart as. zal de
heer Harry Verwiel, directeur van
de streek-V.V.V. Brabants Centrum
te Tilburg, op uitnodiging van
„Waalwijks Belang" alhier een le
zing houden over ,,'t Economische
belang van Vreemdelingenverkeer"
toegelicht met films.
Deze lezing zal niet alleen gratis
toegankelijk zijn voor de leden,
maar iedereen die belang stelt in
dit onderwerp en meer op de hoogte
wil komen van hetgeen op dit ter
rein moet en kan worden gedaan,
is welkom.
CARILLON.
In de lijst der leden van het Co
mité van Aanbeveling voor de actie
voor 't Carillon voor Amerika, werd
tot onze spijt de naam van Mevr.
Jens namens de Christelijke Meis
jesvereniging, vergeten, welke fout
wij bij deze herstellen, met onze
excuses.
-rfTITTïT Niet krabben. De telSw
I 9~ fl I K vloeibare D.D. D. kal-
(J ij UIV meert de jeuk in enkel®
seconden, doodt de ziektekiemen en ge
neest tot diep in de huidponen.
GENEESMIDDEL TEGEN
huidaandoeningen
DE REIZENDE BEIAARD
IN WAALWIJK.
In het kader van de inzame
lingsactie voor het Carillon,
dat H. M. de Koningin bij
haar bezoek aan Amerika het
Amerikaanse volk zal aan
bieden, maakt „de Reizende
Beiaard" momenteel 'n tocht
door Nederland om de men
sen enigszins „warm" te ma
ken voor de grote inzameling
Aanstaande Zaterdag 9 Fe
bruari zal het rijdend Caril
lon ook Waalwijk bezoeken,
W'aar het om pl.m, 1 uur zijn
zilveren klanken door de
straten zal laten dwarrelen.
Aldus zullen wij een beeld
krijgen van het geschenk dat
wij, het Nederlandse volk,
aan Amerika zullen aanbie
den als een bewijs van er
kentelijkheid voor alle steun
die wij van dit land tijdens
en na de oorlog ondervonden.
ONTWIKKELINGSAVOND. K.A B.
„Horde of Orde"
Op de ontwikkelingsavond van de
K.A.B. Maandag j.l. luisterde een
volle bovenzaal naar Pater Sympho-
rianus, O. Cap., die in de lezingen
reeks „Wij en het communisme"
sprak over het onderwerp „Horde
of Orde".
In zijn inleiding sprak de pater
over de macht van onze gedachten,
die hun licht moeten krijgen van de
ster van Bethlehem.
Hij spreekt dan eerst over het
donkere licht van de sovjet-ster,
en over de slagschaduw van hamer
en sikkel. Hij noemde het commu
nisme een systeem gericht tegen de
menselijke waardigheid en tegen
God en hij lichtte dit toe.
„Meer dan ooit moeten we, wan
neer we ons de verschrikkingen van
het rode regiem indenken, getuigen
door woord* en door daad, dat we bij
Christus horen, zei hij.
En tegenover de maatschappijleer
van 't communisme stelde hij deze
drie punten: de mens heeft een so
ciale aanleg; het is een eis van de
menselijke natuur, dat de mens leeft
in een geordende maatschappij; en
tenslotte sprak hij over 't sociale
karakter van de eigendom en van
de arbeid. „Door de arbeid", zei hij,
„bewijzen /wij een dienst aan de ge
meenschap, en niemand mag zich
aan deze sociale plicht onttrekken;
we moeten niet in de arbeid ten
onder gaan, maar wel moeten we
ons bewust blijven, dat onze arbeid
onmisbaar is. Onze arbeid moet zijn
een lied God ter ere".
De voorzitter van de K.A.B.die
de spreker met een kort woord had
ingeleid, dankte hem en deed hierna
enkele mededelingen.
Onder meer zei hij dat 't bestuur
van plan was het St. Jozeffeest weer
in ere te herstellen; de juiste datum
echter was nog niet bekend.
Bij de laatste uitvoering in de
Gildenbond was er een beroep ge
daan op de milddadigheid van de
aanwezigen om het bouwfonds van
de K.A.B. te steunen; deze collecte
had 50.opgebracht.
Op 10 Maart a.s. zou de diocesane
Verbondsvoorzitter, Piet Vriens, op
de laatste ontwikkelingsavond het
woord voeren.
SOCIALE SCHOOL.
Vandaag is er een vergadering
met pl.m. 35 adspirant-leerlingen
om te komen tot het definitieve be
gin met de sociale school van de
K.A.B.
Dat men dit aantal leerlingen tot
nog toe wist warm te maken voor
deze school is vooral de verdienste
van de Credo-Pugno-club van de
K.A B.
GROOT RIKCONCOURS.
Het Rikconeours dat in 't K.A.B.-
gebouw gehouden zou worden op
16, 17 en 18 Februari, kan wegens
bijzondere omstandigheden niet
doorgaan. Het zal nu gehouden wor
den op 15, 16 en 17 Maart in het
café van de K.A.B.
25-JARIG LIDMAATSCHAP VAN
VAN DE R.K BOUWVAK-
ARBEIDERSBEWEGING
„ST, JOZEF".
Op 19 Mei 1948 herdacht de heer
Joh. v. Hilst de dag dat hij 25 jaar
geleden tot. deze organisatie toe
trad en al die tijd onafgebroken lid
is geweest van bovengenoemde
organisatie, waarvan enige jaren
als bestuurslid.
Door omstandigheden werd de
huldiging uitgesteld en deze zal nu
4 jaar later plaats vinden en wel
in de jaarvergadering op Dinsdag
12 Februari in het K.A.B.-gebouw.
Het bestuur hoopt, dat alle leden
van de afdeling op deze avond aan
wezig zullen zijn.
FEEST BIJ DE RIJVERENIGING
„PRINSES IRENE.
Het was vorige week Woensdag
een feestelijke dag voor de Lande
lijke Rijvereniging „Prinses Irene"
toen de jaarvergadering en teer-
avond werden gehouden, waaraan
een Cross Country vooraf ging.
Deze werd in de middaguren ge
houden op het landgoed van de heer
van Schijndel aan de Roestelberg.
Er was inderdaad een prachtige
Cross uitgezet en de ruiters van
Prinses Irene toonden zich zeer be
kwaam in dit gedeelte der rijkunst.
De Cross werd voorgereden door
M. Schilders, die een tijd maakte
van 3.27.5 min. De overige tijden
waren
1. L. Klijn 3.52.5 min.
2. N. Kroot 3.53
3. J. v. Dalen 3.58.5
4. M. v. d. Berg 4.13.5
5. H. v. Heesbeen 4.41
6. J. v. Nooy 4.51
7. Chr. Pullens 5.36.5
8. B. Keetels 6.51
De prijzen
le prijs 4.08 min. Jac. Klerx
2e prijs 4.18 Adr. Klerks
3e prijs 4.47.5 M. Klerx
4e prijs 4.39.5 (2 fouten) P. Kroon,
's Avonds om 7 uur begon de jaar
vergadering in het Clublokaal, de
Veldtent van de heer P. v. d. Broek.
Uit de verslagen van de secret, en
de penningm. bleek dat het met de
vereniging nog steeds goed gaat.
De heren C. v. d. Broek en W. v.
Huiten, die aan de beurt van aftre
den waren, werden met algemene
stemmen herkozen, zodat het be
stuur thans als volgt is samenge
steld
C. v. d. Broek, Voorz. en 2e cdt.
W. v. Heesbeen, secr.
J. J. Klijn, penningm.
M. v. Dalen, le cdt.
W. v. Huiten, 3e cdt.
De commandant, de heer M. van
Dalen, overhandigde op een prach
tige manier de prijzen aan de win
naars van de Cross. Bij de rond
vraag voerde de afgevaardigde van
de N.C.B., de heer Nic. Klerx, nog
het woord.
En dat de leden van de landelijke
Rijvereniging „Prinses Irene" niet
alleen goede ruiters zijn, maar ook
in staat zijn om flink plezier te ma
ken, bewees het verdere verloop
van de avond, dat zeer genoeglijk
was.
HEROPENING
SIGARENMAGAZIJN.
Dat de Waalwijkse winkeliers
met hun tijd weten mee te gaan,
daarvan getuigen de opeenvolgende
aankondigingen betreffende hero
pening van gemoderniseerde win
kelpanden.
Thans is het de firma G. v. Hul-
ten-Pulles die per advertentie in
dit nummer kennis geeft van de
modernisering van haar sigaren
magazijn.
Zowel in- als exterieur van deze
zaak hebben een opmerkelijke ver
fraaiing ondergaan. Speciaal het
winkel-interieur is geheel aan de
eisen des tijds aangepast. De nieu
we, moderne toonbank, etalage, vi
trines en verlichting bieden een
gunstige gelegenheid de grote ver
scheidenheid rookartikelen te eta
leren die hier voorhanden is.
De firma's W. Hens Zn. en H.
v. Hulten-v. Bladel hebben hier
keurig werk geleverd, dat het aan
zien' van dit bekende sigarenmaga
zijn zeer ten goede is gekomen.
SPIERPIJN. SPIT...
't Loert overal. De weldadige
warmte van de pijnstillende
Thermogène verdrijft de sner
pende pijn.
HET IJS IN DE MAASMOND SCHEURDE EN TIENTALLEN
MENSEN VERKEERDEN IN LEVENSGEVAAR.
In een reëel ooggetuigevers lag, dat „De Echo van het Zui
den" d.d. 2 Februari 1902 publiceerde, lezen wij de toe-
de Maasmond op 18 Februari
dank zij het ingrijpen van dap-
dracht van het ongeluk in
1902, dat geen ramp werd,
pere mensen.
Maandagmorgen werd in onze
gemeente uitgeroepen, dat op het
Oude Maasje eene prachtige ijs
baan lag; 's middags dus trok een
groot aantal liefhebbers daar heen.
De baan was in den beginne zeer
goed, maar spoedig vertoonden zich
talrijke scheuren en veel water op
het ijs. zoodat de pret hier slechts
van korten duur was. Toen begaf
men zich naar den Maasmond, waar
eene. zeldzame, spiegelgladde en
zeer uitgestrekte baan lag, en waar
men naar hartelust van het edele
ijsvermaak kon profiteeren. Door
de goede zorgen der veerlieden was
een eenigszins begaanbare weg, ge
deeltelijk over planken, gedeelte
lijk over 't ijs, naar de baan ge
maakt, zoodat met eenige voorzich
tigheid alles goed ging.
Des avonds en den volgenden
morgen begon de dooi in te vallen,
maar daar deze niet ernstig was,
kon dit de liefhebers niet weerhou
den eens even te gaan zien en het
grootste gedeelte begaf zich weder
om naar den Nieuwen Maasmond,
niet in 't minst vermoedend, wat
hen dien middag nog te wachten
stond.
De baan was nog vrij goed en
naar iedereen meende sterk genoeg.
Pl.m. 400 personen bevonden zich
op de ijsbaan.
Degenen, die de baan. bezocht
hebben weten, hoe de toegang er
heen was aan den noordelijken en
zuidelijken oever, zooals wij hier
boven schreven, gedeeltelijk met
planken, schragen, enz.
Toen nu de schaatsenrijders zich
over de baan bewogen, hoorden zij
eensklaps een geroep van „het ijs
breekt"; er kwam beweging in het
ijs. Men begrijpt de ontsteltenis,
iedereen zocht een heenkomen.
Middenin vertoonde zich 'n scheur
die allengs breeder werd, en de
twee groote gedeelten van elkaar
scheidde.
Zij die zich op het voorste ge
deelte bevonden, dat reeds begon te
drijven, zochten een heenkomen
langs de beide uitgangen naar de
oevers, maar door het drijven van
het ijs, dat planken en schragen
meenam, begrijpt men met wat een
moeielijkheden de kranige veerman
nen, die aan beide zijden uitmun
tende diensten verleenden, te kam
pen hadden om tijdig allen aan
wal te krijgen. Alles liep daar goed
af, behoudens dat eenige personen
een nat pak opliepen, waarvan zelfs
eene diep in 't ijs vastraakte en
door een ander met groot gevaar
gered werd.
Maar was hier alles tamelijk goed
afgelopen, ondertusschen bevonden
zich nog vele menschenlevens in
gevaar. Toen het ijs begon te wer
ken en scheurde, bevonden zich nog
talrijken achter op de baan.
Dezen het geroep en het vluchten
voor op- de baan hoorende en zien
de, en niet wetende wat juist dreig
de, trachtten met flinke vaart nog
tijdig voor te zijn, maar te laat
door eenige flinke menschen wer
den zij nog tijdig gewaarschuwd
voor de groote geul, en zoo bevon
den zich een 40 a 50-tal op een
groote schol, aan geen kant een uit
weg ziende. Men kan zich den angst
van dezen voorstellen.
Het geroep om planken, touwen
enz. scheen in den beginne als die
eens roependen in de woestijn en
klonk zeer-droevig in de angstige
stilte de veerlui waren druk be
zig aan de beide uitgangen de men
schen te redden, en niet zoo spoe
dig konden van de andere zijde red
middelen worden aangebracht.
Het grootste gevaar voor de op de
schol vertoevenden bestond hierin,
dat zij zich bij elkander en zoo
dicht mogelijk bij den wal verdron
gen, waardoor groote kans bestond,
dat het ijs zou afbreken op dat punt
en dan was alles verloren. Na een
kwartier a 20 minuten kwam hulp
opdagen daar verschenen mannen
met planken en vanaf de pont
sprongen flinke hulpbrengers in een
bootje met groote behendigheid
ging het over de schol en toen het
water in; maar toen opnieuw door
leefden de hulpbehoevenden ang
stige ooogenblikken, n.l. in de vrees
dat het bootje met geweld tegen de
schol zou stuiten en misschien zoo
doende het scheuren zou teweeg
brengen.
Maar wij hadden niet gerekend
op de ervarenheid der redders, want
toen het bootje aan de schol kwam,
sprongen dezen met groote behen
digheid er op en toen begon het red
dingswerk; 3 a 4 planken werden in
dubbele rij vanaf den oever over
de brokken ijs gelegd naar de plaats
waar de wachtenden stonden.
De kapitein der veerpont stelde
zich vooraan en toen was 't„een
voor een vlug over de planken ;eerst
de vrouwen" en zoo ging alles goed
en geregeld, eerst alle vrouwen en
toen de mannen, zoodat na een
kwartier de laatste man er af was
en allen zich op den over bevonden.
Dat het daar niet aan blijdschap
ontbrak, behoeft niet gezegd te wor
den."
En dan gaat de verslaggever van
50 jaar geleden verder met een
warm woord van dankbaarheid aan
de dappere redders; hij noemt, zegt
hij, geen namen, want" het zijn er
velen, maar speciaal noemt hij nog
de mannen van de pont, want aan
deze mannen, die met gevaar voor
eigen leven optraden, was het te
danken, dat geen mensenlevens te
betreuren waren.
En hij besluit „Pogingen zullen
dan ook in het werk worden gesteld
om hun een stoffelijk bewijs van
dank aan te bieden".
ONDANK IS
'S WERELDS LOON.
Maar ondank is 's werelds loon;
inderdaad, wij lezen, verder blade
rend in de vergeelde, vijftig jaar
oude kranten, dat men getracht
heeft onder de geredden een col
lecte te houden, om in de vorm van
geld de redders een geschenk aan te
bieden. Maar het bedrag dat bijeen
kwam was zeer gering. „De Echo"
steekt zijn ergernis hierover niet
onder stoelen of banken.
Gelukkig ziet de Burgemeester
van Waalwijk wel de waarde van
hun daad in en op 13 Juli kunnen
we dan ook lezen dat „bij Konin
klijk Besluit als blijk van goedkeu
ring en tevredenheid de bronzen
eere-penning van menschlievend
hulpbetoon en een loffelijk getuig
schrift is toegekend aan
W. v. d. Graaff, kapitein van de
veerpont; D. v. Bremen en J. v. d.
Kolk, machinisten en H. C. den
Dunnen, wachter". Officieel zal er
op het gemeentehuis een huldiging
plaats vinden en alle geredden wor
den uitgenodigd hierbij tegenwoor
dig te willen zijn.
En weer moet „De Echo" zijn ver
ontwaardiging luchten, want„Te
genwoordig waren 2 geredden en
een 8-tal belangstellenden. Treurig,
maar waar
De oprechte woorden echter die
hun door den burgemeester werden
toegevoegd, zullen veel hebben ver
goed van de ondankbaarheid der
geredden.
Zei de burgemeester niet„Door
deze decoratie zijt Gij door Hare
Majesteit bestempeld als ware men-
schenvrienden, waarop Uwe kin
deren nog met grooten trots zullen
kunnen wijzen
En ook wij hebben graag nog eens
hun dappere menslievendheid aan
de vergetelheid trachten te ont
rukken.
FEUILLETON
DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
van
Door
EARL DERR BIGGF.RS.
VERTALING VAN P. OREII.LE.
49)
Hallet sloeg met de vuist op een
tafel. Waarachtig het armband
horloge Als de man die het droeg,
weet, dat iemand het gezien heeft,
zullen we het waarschijnlijk nooit
vinden. Maar we hebben dat nog
al geheim gehouden, misschien weet
hij het niet. Dat is onze enige kans.
Hij wendde zich tot Chan. Ik heb
de Eilanden afgezocht om dat hor
loge te vinden, riep hij en nu begin
ik er nog eens opnieuw mee. Juwe
lierszaken, banken van lening, m
ieder hoekje en gaatje. Vooruit,
Charlie, breng jij de bal aan het
rollen.
Chan bewoog zich, ondanks zijn
gewicht, met grote vlugheid. Ik zal
er één machtige duw tegen geven,
beloofde hij en verdween.
Veel succes, zei John Quincy.
Hallet knorde iets. Vertel die
tante van u, dat ik het land heb,
merkte hij dp. Hij was niét in de
stemming om iets op elegante ma
nier te zeggen.
Aan de lunch had John Quincy
geen gelegenheid om de boodschap
over te brengen, want juffrouw Mi
nerva bleef met Barbara in de stad.
Na het diner die avond leidde hij
zijn tante naar buiten om wat op de
bank te zitten.
—O ja, dat is waar, zei hij. Kapi
tein Hallet is heel boos op u.
Ik ben heel boos op kapitein
Hallet, antwoorde zij, dus dan staan
we gelijk. Wat is nu zijn bijzondere
grief?
Hij gelooft, dat u van het be
gin af aan de naam hebt geweten
van de man, die die Corsican sigaret
heeft laten vallen.
Zij zweeg even. Niet van het be
gin af aan, zei zij eindelijk. Wat is
er gebeurd?
John Quincy schetste haar in het
kort wat er die morgen op het poli
tiebureau voorgevallen was. Toen
hij uitverteld was, keek hij haar
vragend aan.
In de eerste opwinding dacht
ik er niet aan, anders zou ik ge
sproken hebben, legde zij uit. Het
heeft verscheidene dagen geduurd,
voor het bij mij opkwam. Toen zag
ik het duidelijk dat Arthur
kapitein Cope die sigaret weg
gooide toen wij het huis weer bin
nengingen. Maar ik zei er niets van.
Waarom niet?
Nu, ik vond het een goede op
gaaf voor de politie. Laten ze het
zelf- maar ontdekken.
Dat is een vrij zwakke ver
klaring, merkte John Quincy streng
op. U bent verantwoordelijk voor
heel wat verknoeide tijd.
Dat dat was niet mijn enige
reden, zei juffrouw Minerva.
O ik ben blij, dat te horen.
Ga voort.
Nu dan, ik kon er me zelf niet
toe krijgen om dat bezoek van ka
pitein Cope in verband te brengen
met een geheimzinnige moord.
Weer een stilte. En plotseling
hij was altijd tamelijk scherpzinnig
begreep John Quincy alles.
Hij heeft me verteld, dat u heel
mooi was in de tachtiger jaren, zei
de jongen zacht. De kapitein, be
doel ik. Toen ik hem ontmoet heb
in San Francisco.
Juffrouw Minerva legde haar hand
op de zijne. Toen zij sprak, klonk
haar stem, anders zo vast en flink,
vond hij, een beetje beverig. Aan
dit strand, toen ik een meisje was,
had ik het geluk binnen mijn be
reik. Ik had er mijn hand maar naar
uit te steken. Maar ik weet niet
hoe Boston Boston weerhield
mij. Ik liet me het geluk ontglippen
Nog niet te laat, opperde John
Quincy.
Zij schudde het hoofd. Dat pro
beerde hij ook mij te vertellen, die
Maandagmiddag. Maar er was iets
in zijn toon ik ben wel in Hawaii,
maar ik ben niet gek. Jeugd, John
Quincy, jeugd komt nooit terug,
wat ze hier ook zeggen. Zij drukte
zijn htand en stond op. Als jouw
kans komt, lieve jongen, voegde
zij er bij, wees dan niet zo dwaas.
Zij ging haastig de tuin uit en
John Quincy keek haar na met een
nieuw gevoel voor haar in zijn,
ogen.
Daar zag hij het gele vlammetje
van een lucifer achter de afraste
ring. Het was Amos, die in zijn
tuin rondslenterde. John Quincy
stond op en ging langzaam naar
hem toe.
Hallo, neef Amos, zei hij. Wan
neer is u van plan om deze afraste
ring weg te nemen?
O, daar kom ik over een poosje
wel toe, antwoordde Amos. Ik wou
je nog wat vragen. Zijn er nieuwe
onthullingen?
Verscheidene, vertelde John
Quincy, maar geen waar we iets
verder door komen. Voor zover ik
het kan zien, hebben we nergens
houvast.
Ik heb er wel eens over nage
dacht, zei Amos. Het zou misschien
wel het beste zijn, als er niets ont
dekt werd. Veronderstel, dat de da
der gevonden wordt dat zoü mis
schien leiden tot nieuw schandaal,
erger dan alle andere.
Dat waag ik er dan toch op,
antwoordde John Quincy. Wat mij
betreft, ik heb plan om door te zet
ten tot
Haku kwam haastig de tuin in.
Telegram voor meneer John Quin
cy Winterslip. De jongen zegt niet
betaald. Vraagt om geld.
John Quincy volgde hem vlug naar
de voordeur. Daar stond een kleine
iongen te wachten. Hij betaalde het
gevraagde en scheurde het telegram
open. Het was ondertekend door de
postdirecteur van Des Moines, en
luidde
Hier nooit gehoord van een
Saladine.
John Quincy sprong naar de tele
foon. Iemand op het bureau deelde
hem mee, dat Chan naar huis was
en gaf hem zijn adres op. Hij haalde
de auto uit de garage en was vijt
minuten later op weg naar de stad.
XIX.
„HET GA JE GOED, PETER!"
Charlie Chan woonde in een bun
galow, die tegen een heuvelhelling
aan gebouwd was. John Quincy
stond even stil voor het tuinhek en
keek omlaag over Honolulu, een
grote, prachtige tuin, ingesloten
door bergen. Een heerlijk lid
schap, maar hij had nu geen tijd
voor schoonheid. Hij snelde t pad
op, beschaduwd door palmbomen.
Een Chinese vrouw een dienst
bode, naar het scheen liet hem
in Chan's flauw verlichte woonka
mer. De speurder zat te schaken
hij stond op met waardigheid, toen
hij zijn bezoeker zag. In dit vrije
uur droeg hij een lang, los gewaad
van donker purperen zijde, gesloten
aan de hals en met wijde mouwen.
Daaronder vertoonde zich een wijde
broek van dezelfde stof, en aan zijn
voeten had hij zijden schoenen met
dikke vilten zolen. Hij was nu ge
heel Oosterling, minzaam en vlei
end, maar onbereikbaar, en voor
het eerst was John Quincy zich
werkelijk bewust van de grote kloof
waarover Chan en hij elkaar de
hand schudden.
U bewijst mijn nederig huis
ontzaglijke eer, zei hij. Dit grootse
ogenblik is mij nog te meer groots,
nu ik gelegenheid vind om mijn
oudste zoon aan u voor te stellen.
Hij beduidde zijn tegenpartij om
naar voren te komen, een tenger,
vaalgeel jongetje, met amberkleu
rige ogen Chan zelf vóór hij zo
dik was. Meneer John Quincy Win
terslip uit Boston, wees zo goed u
te verwaardigen Henry Chan op te
merken. Wanneer u verschijnt, geef
ik hem schaakles, opdat hij zodanig
moge spelen, dat hij zijn geëerde
naam niet bezoedelt.
De jongen boog heel diep; blijk
baar was hij althans een lid van
het jongere geslacht, die grote eer
bied koesterde voor ouderen dan hij
zelf. John Quincy boog ook. Je va
der is een heel goede vriend van
me, zei hij, en van nu af aan ben
jij dat ook.
Chan straalde van genoegen. Ver
waardig u te gaan zitten op deze
gruwelijke stoel. Is het mogelijk,
dat u tijding brengt?
Zeker, zei John Quincy glim
lachend. Hij overhandigde hem 't
antwoord van de postdirecteur van
Des Moines.
(Wordt vervolgd)