DKEESMANN
VROOM
NETTE MEISJES
DICKERS' werken
TYPISTE
PIGKWICK-CLUB
Nette Bezorger
Jan van den Berg
De koning
HET HUIS ZOND"
SLEUTELS.
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 MAART 1952
6
Waalwijkse Kring voor Kunst en Wetenschap
DINSDAG 25 MAART
8 uur in Musis Sacrum
Kleurenfilm over Afrika
Interessant voorprogramma
Entree f 1.- f 0.75
Plaatsbespreken: Maandag 5-6 uur
GEVRAAGD voor DIRECT op
SCHOENFABRIEK
Aanmelden: Grotestraat 131 DRUNEN
Schoenfabriek „MARTINO" Kaatsheuvel
VRAAGT:
VeWa Kousenfabriek VRAAGT
LIPS' SCHEEPSSCHROEVENGIETERIJ - DRUNEN
Verhuur van
Gelegenheidskleding
GEVRAAGD
FIJNSTRIJKERIJ
WAALWIJK
der Engelse schrijvers
f 1.40 in Uw bezit
DE BIEB
Notaris A. Schaap
te WAALWIJK
VRAAGT een
MEEUWIS
Royale dames
swagger van zuiver
wollen velours dia
gonaal, in 3 voor-
jaarstinten. Geheel
gevoerd. (Ook met
ceintuur te dragen)
Modern mantel-
costuum van pri
ma kamgaren in
diverse kleuren
op l'J" D'
Wet a.s.
kinderen
^ergens
Communie
vlot en voo.
s slaagt U t
DEN BOSCH
EINDHOVEN TILBURG,
hue mem,,.,.
Assistent uerkoopleldBig
Op da afdeling verkoop is een plaats
vacant veor een assistent van de leiding.
Vereisten
Talenkennis, vooral Engels, enige technische
belangstelling en algemene ontwikkeling.
's-HERTOGENBOSCH
HINTHAMERSTRAAT 137
Telef. 5500
1)E NAGELATEN PAPIEREN
der
Drie weken na het verschijnen
van de eerste aflevering' van de
grote Dickens-serie, bezorgd
door de uitgeverij „Het Spec
trum", bereikte ons thans het
tweede deel, en de uitgeverij
heeft toegezegd dat er zo iedere
drie weken een deel zal verschij
nen van het omvangrijke oeuvre
van Engelands meest populaire
schrijver Charles Dickens.
Met het verschijnen van dit twee
de deel zijn „De Nagelaten Papie
ren van de Pickwick-club" in de
nieuwe Nederlandse vertaling van
Godfried Bomans thans compleet.
Reeds bij het begin van dit groot
se spectrum-werk vroegen wij de
aandacht voor het verschijnsel
Charles Dickens, wezen wij op het
uitzonderlijke succes van zijn schrij
versloopbaan, welk succes op de
dag van vandaag nog steeds voort- i
duurt, niet alleen in het Engels
sprekend gedeelte van de wereld,
maar overal waar de beschaving is j
door gedrongen, en in Nederland zal j
dit succes bestendigd blijven, dank
::ij deze uitgave, die practisch voor
iedereen bereikbaar is, maar die
daarom aan uiterlijke verzorging en i
deskundigheid van vertaling niets j
leeft ingeboet.
Dickens schreef het tweede deel
van de „Pickwickpapers" groten
deels in 1837; van Januari tot Aug.
steeg de oplage van 20.000 tot 40.000
«•n in dit verband is het interessant
te vermelden dat de oplage van de
huidige nieuwe Nederlandse verta
ling inmiddels tot 50.000 is gestegen.
Toen de Pickwick was volgeschre
ven had de jeugdige Charles Dic
kens een onvergankelijk momument
van Engelse humor opgericht. Want
dit is toch wel humor van de beste
soort; niet alleen om de kostelijke
beschrijving van bepaalde fragmen
ten der Engelse samenleving, niet
alleen om het hekelen van toestan
den en personen op een vaak heer
lijk gechargeerde manier, maar
vooral ook om 't scheppen alleen
al van de vier onvergetelijke Pick-
wickianen: Samuel Pickwick, Tracy
Tupman, Augustus Snodgras en Na
thaniel Winkle, de vier gestalten
die het gehele werk beheersen,
wier strakke karakterbeschrijving
meesterlijk is volgehouden. Daar
naast tekende Dickens tal van an
dere figuren, stuk voor stuk typen
n wie een of andere menselijke ei
genschap bijzonderlijk tot uiting
komt; van hen is de innemende
Londense jongen Sam Welter zeker j
niet de minst humoristische.
En of deze lieden zich nu bewe
gen op luchtige vrijersvoeten, of zij
zich mengen in de verkiezingsstrijd
in een klein Engels plaatsje, of zij
zich nu begeven op wetenschappe
lijk terrein, hetgeen trouwens heel
de opzet van hun reis door Enge
land is, steeds zijn hun avonturen
van een lichtvoetige, maar vaak ook
zeer intelligente humor, zodat het
lezen van deze twee eerste deeltjes
van de grote uitgave'een permanent
genieten is.
Het geeft enigszins een idee van
Dickens buitengewoon omvangrijk
en veelzijdig talent, wanneer we be
denken dat hij, toen hij nog bezig
was met deze dolle avonturen, ook
reeds grote gedeelten van zijn eer
ste eigenlijke roman „Oliver Twist"
schreef. Hier raken twee Uitersten
elkaar en de volgende Spectrum-
uitgave zal ons gelegenheid geven
de aandacht te besteden aan dit
werk.
ARBEIDSBUREAU WAALWIJK.
WORDEN GEVRAAGD
Schoenen Leder
Prima Ophalers
Machine-zwikker
Bijtuiger
Kantenschrooier
Randenkrammer
Aflapper (Mackay en Flexible)
Jeugdige schoenfabr.arbeiders
Schoenstiksters (fabriek)
Plaksters
Bouwnijverheid
Straatmaker
Papiernijverheid
L.l. Boekbinder
Huish. Diensten:
Dienstbode
Dagmeisje
Werkster
BIEDEN ZICH AAN
Bouwnijverheid
Timmerlieden
Metselaars
Stucadoors
Schilders
Grondwerkers
Opperlieden
Bouwvak-sjouwers
L.l Timmerlieden
(met Ambachtsschool-opl.)
Hout, Kurk, Stro
Meubelmakers
Meubelstoffeerders
L.l. meubelmaker
KledingReiniging
Kleermakers
Schoen- en Leder
Werkmeester Onderwerkafdeling
Stikmeester
Overleersnij ders
Zoolleerstanzer
Schalmer
Hand-Perforeerder
Handzwikkers
Hand-overlialers
Doorzetter
Aankloppers
Opzolers
Glatter
Hakkenbouwers
Hakbekleder
Zolenschuurders
Binnenzool-inlegger
Contrefort-inzetter
Fournituren-monteerder
Leestensorteerder
Uitpoetser
Schavers
Schuurder
Uitzetter (hand en mach.)
Hulp-Splitter
Glansstoter
Huidenspanners
Strijkers
Sjouwers looierij (nathuis en
droogzolder)
Metaalnijverheid
Machine-bankwerkers
Metaaldraaiers
Constructie-bankwerker
Stoker
Rijwiel-reparateur
Auto-monteurs
L.l. Auto-monteur
Electro-monteur
L.l. Machine-bankwerker
Vrije Beroepen
Vrouwel. Kantoorbedienden
Mannel. Kantoorbedienden
Voeding en Genot
Slagersknechten
Verkeer
Div. Chauffeurs
Bezorgers
Handel
Verkoopster
Landbouw:
T uindersknechtj e
Aanmelden dagelijks tussen 9 en
12 uur v.m. op het Arbeidsbureau
te Waalwijk, Grotestraat 339, tele
foon 2131.
Deze bekendmaking is geldig t.m.
29 Maart 1952.
Aan het bureau kunnen inlich
tingen ingewonnen worden over te
werkstelling in Engeland.
Leeftijd 20-2 5 jaar.
4
nu voor
Tel. 2634 WAALWIJK
GEROUTINEERDE
Aanmelden des avonds om 7 uur
ten huize
Gretestr. 182 a Waalwijk
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
Door
EARL DERR BIGGERS.
VERTALING VAN P. OREILLE.
61)
„Dat is het", antwoordde Greene.
,Maar wij zijn hier niet aan het ge
rechtshof. Wij mogen verzinnen, als
we daar lust in hebben. Veronder
stel eens, juffrouw Winterslip, dat
het testament iets met Jennison te
maken had. Wat meent u, dat het
geweest kan zijn?"
„Ik hoef niets te menen", ant
woordde juffrouw Minerva. „Ik
weet het".
„Goed. U weet het. Ga voort".
„Voor ik hier vanavond kwam,
heb ik met mijn nicht gesproken,
'lij gaf toe, dat haar vader wist dat
ij en Jennison van elkaar hielden
en dat hij zich hevig tegen hun ver
bintenis had verzet. Hij was zelfs
zo ver gegaan haar te zeggen, dat
hij haar onterven zou als zij door
zette".
„Dus dat nieuwe testament dat
Dan Winterslip maken wou, zou
waarschijnlijk ten doel hebben ge
had dat, in geval zijn dochter Jen
nison trouwde, zij geen stuiver van
zijn geld krijgen zou".
„Daar is geen twijfel aan", zei
juffrouw Minerva op vaste toon.
„Je hebt een beweegreden ge
vraagd, Jennison", zei Greene. „Dat
is voor mij beweegreden genoeg.
Iedereen weet dat je dol bent op
geld. Je wilde Winterslip's dochter
trouwen, het rijkste meisje van de
Eilanden. Hij zei, dat je haar krij
gen kon maar niet met het geld
er bij. Het is niets voor jou een
meisje zonder geld te trouwen. Jij
had besloten zowel Barbara Win
terslip als haar vaders eigendom
men te bezitten. Slechts één man
stond je in de weg Dan Winter
slip. En zo kwam je op zijn lanai,
die Maandagnacht
„Wacht even", protesteerde Jen
nison. „Ik was niet op zijn lanai. Ik
was aan boord van de „President
Tyler" en iedereen weet dat dit
schip zijn passagiers pas om negen
uur de volgende morgen aan land
heeft gezet
„Daar kom ik wel op", zei Gree
ne. „Vertel me eens, hoe laat is het
ïu?"
Jennison haalde een horloge aan
een dunne ketting uit zijn zak.
„Het is kwart over negen."
„Zo. Is dat het horloge dat je ge
woonlijk draagt?"
„Ja".
„Draag je nooit een armbandhor
loge?"
Jennison aarzelde. „Af en toe."
„Alleen maar af en toe". De rech
ter stond op en kwam naar de an
dere zijde van de schrijftafel. „Laat
me je linkerpols eens zien."
Jennison stak zijn arm uit. Deze
was diep bruin, maar aan de pols
was de omtrek van een horloge met
riempje in de rondte afgetekend.
Greene lachte. „Ja, je hebt een
armbandhorloge gedragen en ta
melijk geregeld, zo te zien." Hij
nam iets uit zijn zak en hield dat
Jennison voor. „Dit horloge mis
schien?" Jennison keek er onbewo
gen naar.
„Dit nooit eerder gezien?" vroeg
Greene. „Niet? Laten we toch maar
eens passen." Hij deed hem 't hor
loge aan en maakte het vast. „Ik
moet wel opmerken, Harry", ging
hij voort, „dat het nog al netjes
past over die witte plek aan je pols
en de pin van de gesp valt heel na
tuurlijk in het meest uitgesleten
gaatje van het riempje."
„Wat zou dat?" vroeg Jennison.
„O, waarschijnlijk toeval. Je hebt
abnormaal grote polsen. Komt van
het zwemmen .nietwaar? Maar dat
is iets, waar ik later over spreek."
Hij wendde zich tot juffrouw Mi
nerva. „Wilt u alstublieft hier ko
men, juffrouw Winterslip?"
Zij kwam, en toen zij naast hem
stond boog de rechter zich plotse
ling en deed het licht uit. Behalve
een flauw lichtschijnsel, dat inviel
door een bovenruit, was het geheel
donker. Juffrouw Minerva was zich
bewust van vage, ineengedoken ge
stalten, een kring van witte gezich
ten, een gespannen stilte. De rech
ter bracht langzaam iets voor haar
verschrikte ogen. Een horloge, ge
dragen aan de pols van een mens
een horloge met een verlichte wij
zerplaat, waarop het cijfer twee bij
na uitgewist was.
„Kijk eens hier en zeg mij of u
dit eerder hebt gezien", zei de stem
van de rechter.
„Ja", antwoordde zij met vaste
stem.
„Waar?"
„In het donker in Dan Winter
slip's woonkamer, juist na midder
nacht op de dertigste Juni".
Greene draaide het licht aan.
„Dank u, juffrouw Winterslip". Hij
ging weer achter de schrijftafel en
drukte op een knopje. „U herkent
het aan iets bepaalds, vermoed ik?"
„Ja. Het cijfer twee is zo goed als
uitgewist."
Spencer verscheen aan de deur.
„Breng de Spanjaard binnen", be
val Greene. „Dit is voor 't ogenblik
alles, juffrouw Winterslip".
Cabrera kwam binnen en zijn
ogen waren verschrikt, toen hij naar
Jennison keek. Op een knikje van
de rechter deed Chan hem het hor
loge af en gaf het aan de Spanjaard.
„Je kent dit horloge, José?" vroeg
Greene.
„Ik-ik-ja", antwoordde de jongen.
„Wees niet bang", drong Greene
aan. „Niemand zal je kwaad doen.
Je moet herhalen wat je mij van
middag verteld hebt. Je hebt geen
geregeld werk. Je bent de ver
trouwde boodschapper van Mr. Jen
nison".
„Dat was ik."
„Ja dat is nu voorbij. Je kunt
vrijuit spreken. Op de morgen van
Woensdag, de tweede Juli, was je
op Jennison's kantoor. Hij gaf je dit
armbandhorloge en vroeg je het
weg te brengen om te laten repa
reren. Er haperde iets aan. Het liep
niet. Je bracht het naar een grote
juwelierswinkel. Wat gebeurde er
toen?"
„De man zei, dat het heel erg be
schadigd was. Het in orde brengen
zou meer kosten dan een nieuw hor
loge. Ik ging terug en vertelde dat
aan Mr. Jennison. Hij lachte, en zei
dat ik het houden mocht".
„Juist." Greene keek een der pa
pieren op zijn lessenaar in. „In de
namiddag van Donderdag drie Juli
heb je het horloge verkocht. Aan
wie?"
„Aan Lau Ho, een Chinees juwe
lier. Op Zaterdagavond, zowat zes
uur, telefoneert Mr. Jennison opge
wonden naar mijn huis. Moet hor
loge terug hebben, wil elke prijs
betalen. Ik gauw naar de winkel
van Lau Ho. Horloge is weer ver
kocht aan onbekende Japannees.
Laat op de avond zie ik Mr. Jenni
son en hij vloekt en is woedend.
Haal het horloge, zegt hij. Ik heb
er naar gezocht, maar kon het niet
vinden".
Greene wendde zich tot Jennison.
„Je bent wat zorgeloos geweest met
dat horloge, Harry. Ongetwijfeld
achtte je je veilig je had je alibi.
Daar kwam nog bij dat, toen Hallet
je vertelde wat voor gegevens er
waren de morgen na de misdaad op
de lanai van Winterslip, hij vergat
te zeggen dat iemand het horloge
had gezien. Het was een gelukkig
toeval, dat ons veel hielp bij ons
werk. Op Zaterdagavond zag je ge
vaar; hoe je het precies ontdekte
weet ik niet.
„Dat weet ik", viel John Quincy
in.
„Wat? Hoe dan?" vroeg Greene.
„Die Zaterdagmiddag", vertelde
John Quincy, „speelde ik golf met
Mr. Jennison. Onderweg naar de
stad spraken wij over de gegevens
van de zaak en ik noemde toevallig
het armbandhorloge. Ik zie nu, dat
hij er toen voor het eerst van hoor
de. Hij zou bij ons eten, maar hij
vroeg om aan zijn kantoor afgezet
te worden om een paar brieven te
tekenen. Ik wachtte buiten. Toen
moet hij deze jongen opgebeld heb
ben en getracht te weten te komen
waar het horloge was."
„Goed zo", zei Greene geestdrif
tig. „Dat werkt de zaak van 't hor
loge af, Jennison. Het verbaast me
dat je het droeg, maar je wist waar
schijnlijk dat het van groot belang
voor je was om de tijd te weten en
je rekende met recht dat het 't niet
onmiddellijk beschadigd zou wor
den door het zoute water".
„Verduiveld, waar heb je 't over?"
vroeg Jennison.
Weer drukte Greene op 'n knopje
op zijn schrijftafel. Spencer ver
scheen ogenblikkelijk. „Neem de
Spanjaard mee", beval de rechter,
„en breng Hepworth en de kwar
tiermeester binnen."
Hij wendde zich weer tot Jenni
son. „Ik zal je dadelijk laten zien
waar ik het over heb. In de nacht
van dertig Juni was je passagier op
de „President Tyler", die tot het
doorbreken van de dag buiten de
vaargeul bleef liggen?"
„Ja."
(Wordt vervolgd).