Doorbraak van Putstraat naar Nieuwe Wijk vergt het slopen van vier woningen Waalwijkse enLang VAN DR HERMANS JUBILEUM EN AFSCHEID Burgemeester Teijssen, die de vergadering van de Waalwijkse gemeenteraad Donderdagavond prae- sideerde, moest veel welsprekende overtuigings kracht aanwenden om de grotere en kleinere, de min of meer belangrijke bezwaren en opwerpin gen die de raad tegen het voorstel tot sloping en herbouw van vier woningen in de Putstraat maak te, te ontzenuwen. Na vrij uitvoerig debatteren slaagde hij hierin, althans bij 't overgrote gedeelte van de raad. Het voorstel tot verharding van de Zuider-Paral- lelweg, waar iedereen het mee eens was, vormde voor velen toch nog een aanleiding voor een even eens vrij uitvoerige bespreking. MAANDAG 14 JULI 1952 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO \M HEI ZUIDEN A 75e JAARGANG No. 57 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p, p. Advertentie-prijs 10 cent per m.M Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaus GRQTESTKAAT 285, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1871 SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 2121 TEL.-ADRES „ECHO" Met uitzondering van twee leden stapte de raad over de vele bezwaren heen die aanvankelijk tegen dit voorstel bestonden 1.400.000.— TER FINAN CIERING VAN ALLE BUI TENGEWONE WERKEN. Op de gebruikelijke wijze werd deze vergadering, waarbij de heer v. d. Hoven niet aanwezig was, om goed half acht geopend en de no tulen leverden geen moeilijkheden op. Met het voorstel tot gedeeltelijke verharding van de Zuider-Parallel- weg, namelijk vanaf de Burgem. Smeelelaan tot aan de Akkersteeg, betuigde de heer Brouwer zijn volle tevredenheid. Niet alleen zou 't een groot voordeel voor de bezoekers van de sportvelden zijn, maar ook betekende het een geweldige voor uitgang voor de voetgangers, die dan niet meer van de Noorder-Pa rallelweg gebruik hoefden te ma ken. De heer Mombers informeerde hoe het totale bedrag was «amen- gesteld, en de heer Duyvelaar, of de gemeente ook de weg zou on derhouden. Ook de heer Verdoorn had met buitengewoon veel genoegen ken nis genomen van dit voorstel. Maar in tegenstelling met de mening van de heer Brouwer betwijfelde hij 't toch, of het wel een ideale weg voor de wandelaars zou zijn. Hij vreesde dat het verkeer daar zou toenemen en dat de voetganger daar niet vei liger zou kunnen lopen dan op het trottoir langs de Noorder-Pa- rallelweg. Het hing er vanaf, meende de voorzitter, op welk ogenblik men er zou wandelen. Op ogenblikken dat er een druk verkeer was, dus voor en na sportwedstrijden, was de weg allerminst geschikt voor wandelaars. Overigens was deze wegverbetering enkel en alleen maar bedoeld als een verdere ont sluiting van de sportterreinen, van de voetbalvelden, van de hockey- terreinen en van de kinderspeel tuin, waaraan B., en W. in de toe komst nadere aandacht hoopten te besteden. De heer Mombers kreeg van de voorzitter te horen hoe het bedrag van 39.847,50 was samengesteld, m.a.w. hoe de constructie van de weg zou worden. Op de vraag van de heer Duyve laar antwoordde de voorzitter, dat het natuurlijk voor de hand lag dat van de kant van de gemeente voor het onderhoud van de weg gezorgd zou worden; formeel was men hier nog niet toe verplicht, omdat het een polderweg betrof, maar B. en W. zouden zich beraden de nodige wijziging in de wegenlegger aan te brengen. In verband met het feit dat de mensen die naar de sportterreinen gingen zich dus niet veilig konden achten, moest er toch een mogelijk heid zijn, dacht de heer Brouwer, om voor de voetgangers een zekere veiligheid te scheppen. De heer Meys zag het gevaar voor de voetgangers niet zo groot, die weg zou nooit een verkeersweg worden. Voor hem was echter wel van belang de vraag of de weg breed genoeg was om bussen te parkeren, zodat er het verkeer niet door belemmerd werd; mogelijk kon men enkele parkeerplaatsen aanleggen. De heer Verdoorn opperde de mo gelijkheid, om het i.v.m. de veilig heid van de voetgangers daar heen te leiden, dat zij gebruik maakten van 't linker weggedeelte. De heer Mombers tenslotte infor meerde of het wegdek wel zwaar genoeg was; er zou wel eens een vrachtwagen of een ander zwaar voertuig over rijden en dan zou 't jammer zijn wanneer het wegdek iets te licht zou zijn. Ik geloof wel, antwoordde de voorzitter de sprekers in tweede in stantie, dat U het met mij eens bent dat we deze weg niet moeten zien als verkeersweg, maar alleen als toegangsweg, waar door iedereen gebruik van wordt gemaakt. We zullen het nog eens bekijken, maar ik geloof niet dat er meteen een zo druk verkeer zal zijn dat de voetgangers in gevaar komen. Be treffende de mogelijkheid van de parkeerplaatsen kan ik in concreto meedelen, dat het de bedoeling is t.z.t. de Zuidelijke spoorsloot te dempen en de beschikbaar geko men ruimte te benutten voor ver schillende parkeerplaatsen. De opmerking van de heer Mom bers kan ik beantwoorden door er op te wijzen dat deze zaak voldoen de bekeken is; als men nagaat wat er aan ondergrond gestort wordt, dan is er weinig reden voor die vrees; maar in elk geval zullen we nog wel eens overleg plegen met de directeur van gemeentewerken. Hierna werd het voorstel z.h.st. aangenomen. BEZWAREN TEGEN AFBRAAK VAN VIER WONINGEN. Toen het voorstel tot afbraak en elders weer opnieuw bouwen van vier woningen in de Putstraat, ter doortrekking van de Victoriestraat naar de nieuwe wijk ten Oosten van de Putstraat, aan de orde kwam, was de heer v. Well de eer ste die het woord vroeg. Hij achtte het niet urgent dat nu die vier woningen gesloopt werden; bovendien zouden de kosten van af braak en herbouw drukken op de huidige huurders. Ook miste dhr. v. Well in het prae-advies de kos ten van 2 x verhuizen voor de be woners, die toch ook door de ge meente gedragen moesten worden. En tenslotte stelde hij de vraag: Hoe kan het bestaan dat de huizen die indertijd voor de aanleg van de Pieter Vredestraat moesten wor den gesloopt niet herbouw konden worden, en dat dit nu wel kan. De heer Kemperman was er van overtuigd dat door de doorbraak 't nieuw gedeelte aan aantrekkelijk heid zou winnen. Hij vroeg echter of het niet voordeliger'zou zijn de bestaande huizen te verkopen voor afbraak en vier geheel nieuwe wo ningen te bouwen van het type, zo als de gemeente ze daar allemaal had gebouwd. (De betreffende wo ningen zullen nu namelijk weer van het oude materiaal herbouwd wor den in de Mgr. Zwijsenstraat). De heer Verdoorn verenigde zich met de bezwaren van de heer van Well; wanneer deze doorbraak di rect noodzakelijk was, dan zou hij zijn stem aan het voorstel geven. Nu achtte hij de hoge uitgave niet verantwoord en vond hij 't beter het voorstel even terug te nemen en een afwachtende houding aan te nemen. Temeer ook omdat er be- hoorlijke toegangswegen tot het nieuwe gedeelte waren. De heer Brouwer vroeg of 't mo gelijk was dat de bewoners in een kleiner huis gingen wonen, dus rui len met mensen die graag in een huis van 7.75 (zoals de nieuwe huurprijs zou worden) wilden wo nen. Wanneer dit niet zo mocht zijn, dan zou hij deze mensen niet wil len bezwaren met een extra toe slag. De vorige maal, bij de afbraak voor de Pieter Vredestraat, was 't gebeurd dat de gedupeerde bewo ners een huurtoeslag kregen van 15% en nu 80 centen meer betaal den dan hun buurman. De heer v. Seters was bang dat de begroting misschien nog wel ho ger zou zijn en ook hij vroeg zich af of er die doorbraak nu meteen al moest komen. Waar moeten die mensen zolang naar toe, vroeg hij, en bovendien was het de vraag of de mensen de huur konden betalen. Het was niet mogelijk soepelheid met de huur te betrachten, dacht hij, omdat men geen uitzondering kon maken. Tenslotte sloot de heer Duyvelaar de rij van sprekers door de vragen te stellen hoe de aanbesteding zou plaats hebben en welke gegevens ten grondslag hadden gelegen aan de samenstelling van de annuïteit, en door de opmerking te maken dat de exploitatie-opzet nog al optimis tisch v/as samengesteld. „HET HART" VAN DE NIEUWE WIJK ONTBREEKT. Nadat de voorz. de verschillende sprekers beantwoordde, maakte hij eerst enkele opmerkingen in 't al gemeen. ,,'t Gaat hier, aldus de burgemees ter, om openlegging van een gepro jecteerde nieuwe woonwijk, waar aan op het ogenblik het „hart" ont breekt. Deze woonwijk wordt als 't ware door de Putstraat in tweeën gesneden. Hoe men 't ook wendt of keert, eens zal toch daar een door braak moeten komen, wil men ge-i raken tot een behoorlijk ontwikke lingsplan. Des te meer woningen er gebouwd worden, des te meer be hoefte zal er zijn aan een door braak. Het is alleszins verantwoord om nu deze doorbraak tot stand te brengen. Hier is niet zo zeer de vraag aan de orde of nu de door braak er moet komen, ofwel dat men er mee zal wachten, als wel de andere vraag: is het niet nodig deze woonwijk tot een meer gave woon wijk te maken, door ze „een hart" te geven. Betreffende het financiële aspect zei de voorzitter: Het is een mis verstand wanneer men denkt dat 't bedrag wordt uitgegeven zonder dat er een behoorlijk rendement is. U hebt uit het voorstel kunnen lezen dat de exploitatiebegroting uitkomt op een huur van 7.75, waarmee dan! een sluitend rendement wordt verkregen. Dan beantwoordde de voorzitter de diverse gemaakte opmerkingen1 en tegenwerpingen. Wanneer men de feiten in be schouwing nam, moest men in ieder geval constateren dat er sprake was van urgentie. De bezwaren tegen het huurbe drag van 7.75 verwierp "hij, door er op te wijzen, dat wanneer de te verwachten huurverhoging kwam van 25%, deze niet zou toegepast worden op deze huur. Aan het 2 x verhuizen was niet te ontkomen; natuurlijk zou er van de kant van de gemeente gezorgd worden voor een tijdelijke huisves ting en voor de verhuiskosten. Een verkoop van de woningen voor sloop lag niet zoveer in de rede, omdat de materialen nog hun waarde hadden; .om deze voor de gemeente te sauveren en te voor komen dat hier elders woningen van werden gebouwd, kwam men met dit voorstel. De bewoners kunnen natuurlijk te allen tijde met anderen van wo ning verwisselen; de voorzitter nam ook aan dat het in deze rich ting zou gaan. Er zou een openbare aanbeste ding plaats hebben; de annuïteit was gebaseerd op de gebruikelijke basis die ook geldt bij de bouw van andere woningen. Wat betreft de exploitatie-opzet, had men de al gemene rijksnormen aangehouden. Wethouder Smolders beantwoord de de vraag van de heer v. Well, waarom het indertijd niet mogelijk was de woningen te herbouwen met de opmerking, dat gemeente werken toen ietwat had misgetast; men meende toen dat de opbrengst van de sloop heel minimaal zou zijn; dit was anders uitgekomen. Voorts wees hij er nog op, dat, wanneer men de woningen her bouwde met het oude materiaal, hiervoor geen bouwvolume nodig was. VIER WONINGEN AAN CIRCULATIE ONTTROKKEN. De bezwaren van de raadsleden waren nog lang niet uit de weg ge ruimd. De heer Verdoorn bracht de nog steeds grote woningnood ter sprake, en in dit verband achtte hij het niet verantwoord nu deze wo ningen af te breken; vier woningen zouden voor minstens een jaar aan de circulatie worden onttrokken. Wanneer bovendien de kosten eens hoger zouden uitvallen, dan zouden de huurprijzen ook nog stij gen. De heer v. Well vond het niet juist dat de bewoners van de hui zen de kosten van de doorbraak uiteindelijk zouden moeten betalen. Maar als 't dan toch moest gebeu ren, was het dan niet mogelijk om van hetzelfde materiaal 6 woningen te bouwen; er woonden in die vier huizen nu 6 gezinnen. De heer v. Seters gaf B. en W. de raad overleg te plegen met de bewoners. De voorzitter antwoordde de heer Verdoorn, dat het natuurlijk niet de bedoeling was meteen te gaan beginnen met dit werk. Wanneer we beginnen, aldus de voorzitter, dan zullen we eerst de toestand van de woningvoorziening bezien. Betreffende de wonïngvoorzie- ning zijn er wel gunstige perspec tieven; op de eerste plaats zullen eerdaags de 95 huizen gebouwd worden, waar we onder agenda punt vier het geld voor voteren en bovendien bestaat de mogelijkheid dat er binnen afzienbare tijd een volgend complex komt. Inderdaad was de huurprijs af hankelijk van de stichtingskosten. De heer v. Well beantwoordend, zei de voorzitter dat hij niet direct kon inzien dat men met hetzelfde materiaal en voor hetzelfde geld 6 woningen kon bouwen. En de heer v. Seters stelde hij gerust, betreffende het overleg met de bewoners. Tenslotte, aldus de voorzitter, we hebben dit voorstel van alle kan ten overwogen; de ontwikkeling van de wijk hebben we als primair laten gelden en de urgentie hiervan is doorslaggevend. Bovendien is aangetoond dat de investering ren dabel is; en men hoeft niet bang te zijn dat we meteen beginnen, maar dit werk zullen we zien in 't licht van de woningvoorraad; het crediet reikt tot 30 Juni 1953. De gemeente Waalwijk heeft in de voorbije jaren belangrijke be dragen besteed aan de openlegging van de gemeente, die op iedere buitenstaander zo'n keurige indruk maakt, en ook op mij, toen ik voor. het eerst hier kwam; daarom be vreemdt het mij enigszins dat men nu bij de openlegging van een be paald gedeelte met secundaire be zwaren komt. NOG STEEDS BEZWAREN. Nog wilde de raad niet wijken voor de argumenten van de voor zitter. En de heer Verdoorn be klemtoonde nogmaals dat het niet in zijn bedoeling lag bezwaar te maken tegen de openlegging van dit gedeelte, maar dat zijn grote be zwaar was, dat vier woningen voor de' tijd van een jaar aan de voor raad werden onttrokken. Boven dien zouden er twee gezinnen ex tra onder dak gebracht moeten wor den. Hij wenste aantekening, dat hij om de urgentie van de woning nood tegen dit voorstel stemde. De opmerking van de voorzitter, die het verwonderde dat men nu -ineens tegen openlegging was, in tegenstelling met het verleden, trachtte de heer v. Well te weer leggen, door op te meerken, dat deze openlegging in 't verleden totaal slechts drie woningen gekost had. De heer Brouwer merkte n.a.v. 't gezegde door de heer Verdoorn nog op, dat er slechts vijf gezinnen hier bij betrokken waren; één had een industriewoning toegezegd gekre gen. De heer Meys wees op het feit dat men indertijd reeds in principe be- besloten had tot sloping van deze woningen; daarenboven schoten er geen twee of één gezin over, want als de woningen hetzelfde werden herbouwd, konden die er toch ook weer in wonen. Een opmerking door de heer v. Well in het begin van het debat ge maakt, dat de bewoners de kosten van afbraak en herbouw zouden moeten dragen, werd door de voor zitter beantwoord: de bewoners krijgen woningen die veel beter zijn dan de huidige; de heer Duyvelaar vulde dit nog aan door op te mer ken dat deze mensen, wanneer ze waren blijven wonen, hoogstwaar schijnlijk 25% huurverhoging had den gekregen. En toen werd er een punt gezet achter de discussie en nam men zonder stemming dit voorstel aan, terwijl de heren Ver doorn en van Well wilden geacht worden tegen gestemd te hebben. 1 Y-t MILLIOEN, MAAR GEEN POTVERTEREN. Het voorstel tot aangaan van een geldlening, groot 1.400.000. waarvan wij de gedetailleerde be stemming in ons vorig nummer reeds gaven, deed verschillende he ren met verschillende verlangens komen, zodat de voorzitter 't raad zaam achtte het misverstand uit de wereld te helpen, als zou men hier de pot gaan verteren. Deze lening was een vaste financieringsvorm voor de uitvoering van diverse wer ken, die juist om het ontbreken van deze vorm, de goedkeuring van Ged. Staten nog niet verkregen hadden. De voorzitter was erg verheugd met deze lening, omdat het nu ook mogelijk was de bouw van de 95 woningen bij de Pastoor Kuypers- straat te financieren. De heer v. Seters werd gerust gesteld, in de Koosterweg zou een rijwielpad aangelegd worden, ter wijl de voorzitter ook aandacht zou besteden aan het door dhr. Brou wer gesignaleerde euvel van 't wel erg smalle trottoir in de 1ste Zeine. De punten 5 en 6, resp. een be grotingswijziging en een voorstel inzake uitlening van kasgeld, vorm den voor geen van de leden nog 'n aanleiding tot het maken van op- of aanmerkingen. Ondertussen was het over 9 ge worden, toen de voorzitter de ver gadering sloot. Een goed mens en een uitnemend leraar Vrijdagmorgen waren zij die iets met de R.K. H.B.S. te maken hebben, weer voor een huldiging bijeen in „Musis Sacrum". Daar waren de voorzitter van het plaatselijk bestuur, de heer J. Tielen, de oud-directeur drs. G. J. de Vries, directeur met leraren en echtgenoten, de moderator en de leerlingen. Deze keer was het de jubilerende en scheidende leraar geschiedenis, dr. Hermans, die het voorwerp was van vele oprechte, waarderende woorden. Hij werd gehuldigd zowel vanwege zijn zilveren jubileum als leraar aan de school, als vanwege zijn afscheid bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Om 10 uur werd in de parochie kerk van St. Jan door de moderator een plechtige gezongen H. Mis van dankbaarheid opgedragen, wat de heer Hermans, die deze H. Mis met zijn echtgenote en kinderen bij woonde, naar hij later verzekerde, bijzonder waardeerde. Daarna verzamelden allen zich in „Musis Sacrum", waar de scheiden de jubilaris met zijn familie, de voorzitter van het schoolbestuur, de moderator, de directeur en onder directeur, op het feestelijk versierde podium plaats namen. Nadat dhr. Tielen de bijeenkomst had geopend, las hij enkele berichten van ver hindering en felicitaties voor, o.a. van bestuursleden, de inspecteur van het M.O., en van de voorzitter en de secretaris van O.M.O. Wederzijdse spijt. De eerste die dr. Hermans toe sprak was de heer J. Tielen, na mens het plaatselijk bestuur en 't bestuur van O.M.O. Hij vertelde hoe hij enige tijd geleden de heer Hermans was tegengekomen en hoe deze, toen hij hem gelukwenste met het herstel van een zware ziekte, had gezegd dat hij de school zou gaan verlaten wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De heer Tielen had er toen zijn spijt over uitgesproken en bevestigde dat daar wederzijds spijt over was. Van de kant van de heer Hermans wjas het omdat hij zulke „goede jongens en goede bazen" had, welke uitla ting volgens de voorzitter de een voud en jovialiteit van deze goede paedagoog en bekende historicus kenschetsten. Hij wist met jongens om te gaan en de historische stof, die soms droog kon zijn, smakelijk op te dienen. De heer Tielen noem de dit een grote verdienste en ver klaarde dat men was bijeengeko men om dr. Hermans daarvoor te danken en te huldigen. Zijn werk was niet hoog genoeg te waarderen voor de school en het middelbaar onderwijs in Noord-Brabant. Hij bracht daarom de scheidende leraar namens het hoofdbestuur en het plaatselijk bestuur dank voor alles wat hij gedaan had en bood als tast baar blijk van waardering een aan tal boekwerken aan, de hoop uit sprekend dat dr. Hermans er nog lang gebruik van zou kunnen ma ken. Voorts las hij een brief van 't hoofdbestuur voor waarin dit met erkentelijkheid het werk herdacht dat de heer Hermans voor O.M.O. had gedaan. Het bood hem zijn har telijke gelukwensen aan, terwijl de dank was belichaamd in het stof felijk blijk. Tenslotte feliciteerde de heer Tielen ook Mevrouw Her mans en de kinderen en deed hun in de dank en hulde delen. Schaepman en Hermans. De tweede spreker was de oud directeur van de H.B.S. en collega van dr. Hermans, drs. G. J. de Vries, die, zoals hij zei, bijna 30 jaar geleden kennis had gemaakt met dr. Hermans. Zij voelden zich bijzonder tot elkaar getrokken, waarschijnlijk mede doordat er veel overeenkomst was in hun verleden; beiden hadden zich via het lager onderwijs tot docent voor de mid delbare akte opgewerkt en in hun vrije uren hun universitaire oplei ding voltooid. Bovendien illustreer de drs. De Vries met de woorden van een Duitse filosoof de nauwe betrekking tussen Aardrijkskunde en Geschiedenis. Hij dankte dr. Her mans voor diens vriendschap in Tilburg. Over de kwarteeuw die dr. Her mans nu in Waalwijk was, haalde drs. De Vries enkele persoonlijke herinneringen op en hij wees daar toe op de overeenkomst van dr. Hermans met dr. Schaepman, niet in gestalte, noch in dichterschap, „maar, zei drs. De Vries, de waarde van de mens en vooral de betekenis van 'n leraar staat los van iemands lichamelijke proporties en wordt ook niet bepaald door de al of niet vermeende dichterlijke begaafd heid". Hij zag de overeenkomst eer der in beider gerichtheid: Schaep man verenigde in zich de kenmer ken zowel van de romantische Ger maanse cultuur, als van de verfijnd- logische Romaanse cultuur; zo ook Hermans, geboren in Zuid-Limburg waar de hoofdstad Maastricht ener zijds wordt beïnvloed door Aken en Keulen en anderzijds door Luik en Brussel. Hij verklaarde hieruit al thans ten dele het oratorische ta lent van Schaepman en de boeien de manier van lesgeven van Her mans, waarmee hij ook diens grote belezenheid in verband bracht. Voorts had Hermans beide devie zen van Schaepman „Ego semper laboro" en „Credo Pugno" steeds voor ogen had gehad en in practijk gebracht. Zijn levensprogram zag drs. De Vries uitgedrukt in stelling XV van zijn proefschrift, waarin dr. Hermans verklaarde dat de Voorzienigheid of Goddelijke lei ding de eerste fundamentele idee is van de katholieke geschiedbe schouwing. Het katholiek geloof was ook zijn richtsnoer geweest in dagen van smart en lijden. Voor Schaepman was bij zijn miskenning de sympathie van zijn oud-leerlin gen .een troost geweest. Drs. De Vries had meermalen opgemerkt dat dr. Hermans steeds zijn leer lingen wist te boeien en vond het daarom geen wonder dat ze altijd goede cijfers voor geschiedenis haalden op het eindexamen. Hij meende dat het hem een vol doening zou zijn te weten dat col lega's en oud-leerlingen steeds met de grootste lof over hem spraken. Tenslotte sprak drs. De Vries de hoop uit dat dr. Hermans nog ver schillende jaren zijn functie in Til burg zou kunnen vervullen ,tot vol doening voor hemzelf, tot zegen voor zijn gezin en tot voordeel van de studenten. Mens, leraar, examinator. De directeur van de school, dr. ir. Van Laarhoven, sprak met ge mengde gevoelens van vreugde en dankbaarheid en van weemoed. Vreugde en dankbaarheid om wat dr. Hermans 25 jaar lang voor de jeugd van Nederland had gedaan. Hij had het zaad gezaaid voor de vorming van veel intellectuelen en dr. Van Laarhoven deed de familie in zijn waardering daarvoor delen. Weemoedig gestemd was hij omdat dr. Hermans de school nu al ging verlaten, nog zo vitaal dat hij zich niet kon indenken dat de heer Her mans al weg ging. Maar hij gunde hem graag het pensioen en hoopte dat hij er lang van zou kunnen ge nieten. Een edel, goed mens noemde de directeur dr. Hermans. Hij wilde daarover niet verder uitweiden, maar merkte op dat de heef Her mans lief en leed edel had gedra gen en hoopte dat hij hem als vriend zou mogen blijven beschou wen. Als leraar had dr. Van Laar hoven dr. Hermans in korte tijd als een buitengewoon en treffend do cent leren waarderen. En tenslotte belichtte hij hem nog als examina tor: dr. Hermans bezat de wijsheid en goedheid om te trachten een examen tot een zo goed mogelijk einde te brengen. De partij van de leraar was bij hem in buitenge woon goede handen. Daarom zag hij één lichtpunt bij de weemoed van het afscheid: hij hoopte dat dr. Hermans, als er een beroep op hem werd gedaan, als deskundige zou willen blijven fungeren. Tenslotte wenste hij hem geluk met zijn ju bileum. Hoogachting gegroeid tot verering. De heer v. d. Linden, die namens de collega's sprak, memoreerde een privé-jubileumpje, want het was bijna 25 jaar geleden dat hij voor het eerst les bij dr. Hermans had gehaald in geschiedenis. Maar daar van afgezien, vroeg de heer v. d. Linden: wie kon met U omgaan zonder veel van U te leren? Hij bracht bij het afscheid de ge dachte te pas van de volbrachte taak en dat bracht dankbaarheid mee bij de weemoed van de schei ding en als zodanig had het een blij vende betekenis. Overigens wilde de heer v. d. Linden de scheidende collega in zijn gezicht zeggen wat de leraren van hem dachten en hij sprak van een collegialiteit, gebouwd op zui vere grond. Het was altijd een ge-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 5