Waalwijkse en Langstraatse Courant Wat met de Olympische gedachte? De XVde Moderne Olympiade Nederland is goedkoper dan BELGIE Overeenkomsten en verschillen Waarom zouden wij klagen TENT EN BIVAK IN ONZE OMGEVING Aan de Duinlaan" woont Juul van Delft die door de kampeerders Tante wordt genoemd PRINSES IRENE 13 JAAR ACHESON GAAT PER 1 JANUARI HEEN. MAANDAG 4 AUGUSTUS 1952 Uitgever W aalwij kse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO HEI ZIIDEN Bureaux GROTESTRAAT 215, WAALWIJK TEL. *621 OPGERICHT l»7i SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL. TEL. 21*1 75e JAARGANG No. 63 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p. p. Advertentie-prijs 10 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO" De Olympische Spelen 1952 zijn ten einde. Helsinki stroomt leeg en de hoogspanning is afgenomen. Er is de laatste 14 dagen heel wat van onze sportieve zenuwen gevergd en we hebben heel wat teleurstellingen te verduren gekregen. Maar hoe zou het met Pierre de Coubertin gesteld geweest zijn als hij dit door hem in gestelde vierjaarlijkse sportfestijn had moeten meemaken? Waar schijnlijk zou hij de meest teleurgestelde man van de Olympiade zijn geweest, ziende hoe er met zijn idealen werd gesold en de gedragingen van de sportlieden er soms een regelrechte aanfluiting van waren. Ondertussen zal het wel weer ge woon doorgaan: in 1956 als er niets tussen komt Olympische Spelen in Melbourne met nog grotere presta ties, met misschien nog grotere ri valiteit, met nog meer deelnemers, want de wereld gaat immers steeds vooruit! En de rest? Pierre de Cou bertin heeft duidelijk zijn bedoeling uitgesproken: het belangrijkste van de Olympische Spelen is niet het winnen, maar het deelnemen. Het was niet zijn bedoeling dat door de Spelen de sportprestaties steeds hoger opgevoerd zouden worden. Nee, hij wilde de jeugd van heel de wereld om de vier jaar bijeen brengen in een sportfestijn van on derlinge vriendschap en verbroede ring. Het is logisch dat men tracht in de wedstrijd een zo goed moge lijk resultaat te behalen, maar uit eindelijk is de chronometer niet 't belangrijkste, zou het althans niet moeten zijn. De Spelen zijn geen spel meer, ze zijn bloedige ernst ge worden, waarbij alles op het win nen aankomt. Ongezonde rivaliteit. Er zijn ongetwijfeld pogingen ge daan, vooral individuele, om de Spe len aan hun doel te doen beantwoor den en politieke tegenstellingen hebben niet kunnen verhinderen dat de mensen van de meest uiteen lopende politieke richtingen een sportieve strijd aanbonden en zich als faire tegenstanders gedroegen. Dat wilde De Coubertin ook zien, maar niet het landelijke inventari seren van successen, waardoor haar fijn kon worden nagegaan hoeveel goud en hoeveel punten land A. in de wacht sleepte en hoeveel land B. daarbij ten achter bleef. Op de eer ste plaats is daar het Olympisch doel in geen enkel opzicht mee ge diend, vervolgens geven ze een vol komen scheefgetrokken beeld van de prestaties der deelnemers, en ten derde wakkert het een ongezonde rivaliteit aan die onvermijdelijk in de politieke sfeer getrokken wordt. En deze is genoeg vertroebeld om ze volkomen buiten de sport te houden. Bovendien heeft de sport moeite genoeg om haar eigen geest zuiver te houden of te maken! Wat heeft hetvoor nut te weten hoeveel gouden medailles de Ver enigde Staten heeft gewonnen en hoeveel de Russen, alsof de Olym pische Spelen een wedloop zouden zijn tussen twee tegengestelde po litieke grootheden. En als ge het standenlijstje dan toch even wilt bekijken, ziet ge dat de rest van de wereld er helemaal niet aan te pas komt, want er gaapt een kloof tus sen nummer 2 en de rest. Evenmin lijkt het ons juist onsportiviteit van bepaalde deelnemers op reke ning te schrijven van hun al dan niet opgelegde politieke overtui ging, want als men, afgezien van de principiële bedenkingen tegen deze methode, tegenover de onspor tiviteit van een aantal Hongaren de sportiviteit van de Russen stelt, is er nog niet bewezen. Nog eens, het moet bij de Olympische Spelen om de mensen gaan en nergens anders om. Amateurisme??? Een andere pijnlijke vraag die de Olympische Spelen hebben opge worpen is: in hoeverre zijn het nog louter amateurs die er aan deelne men? Is het amateurisme als een groep deelnemers maanden van te voren naar Helsinki kan komen om zich vast in te werken? Is het ama teurisme als een deelnemer maan den van tevoren gelegenheid krijgt zich extra te trainen op tijden dat anderen moeten werken voor hun dagelijks brood, of de uitzending en training van staatswege worden verzorgd? Meer dan ooit zijn deze en derge lijke vragen in Helsinki aan de or de gekomen. De teleurstellende re sultaten van onze deelnemers is er aan toegeschreven dat zij niet „hard" genoeg zijn. Dat is mogelijk in verhouding tot wat anderen pres teren. Maar wat wil men? Onze athleten, zwemmers, boksers, wiel renners, voetballers, hockey-ers en zovoort zijn in het dagelijks leven slager of bakker, huismoeder of steno-typiste, dokter of student. In de tijd die ze daarbuiten overhou den kunnen ze trainen. En nu wordt er natuurlijk tegen de Spe len wel wat harder aangepakt, er wordt een zo streng mogelijke se lectie toegepast, maar de deelne mers blijven amateurs in de sport, professionals in hun vak. Zo hoort het ook. Verder mag men het financiële aspect van de zaak niet voorbijzien. Herinnert ge U hoe het geld voor de uitzending van onze deelnemers bijeengebracht is moeten worden? Er moest uiterst zuinig met 't geld omgesprongen worden, en dat in aanmerking genomen, is het toch wel duidelijk dat er niet veel geld voorhanden is voor een uitgebrei de training door b.v. intensief con tact met het buitenland. Op zich zelf is dat niet zo verschrikkelijk, maar wel is het onvermijdelijk dat daardoor onze prestaties geen ge lijke tred met die in het buiten land, zoals om een sterk voor beeld te noemen de Verenigde Staten, waar men uit een veel gro ter arsenaal van krachten kan put ten, veel meer geld ter beschikking heeft en onder veel gunstiger om standigheden kan getraind worden. De enige redding van de Olym pische Spelen als feest van vriend schap van de sportieve jeugd van de hele wereld is de terugkeer naar de bron dat de deelname het voornaamste is en niet het win nen. Dat wil zeggen, dat de bepa lingen, en vooral de bepaling van het begrip „amateur", zo gesteld moeten worden dat alle deelne mers de kans krijgen een behoorlijk figuur te slaan. Er mag geen sprake zijn van technische overmacht, want hoe idealistisch men de zaak ook bekijkt, er moet een redelijke verhouding, zijn in de sterkte der deelnemers Dat betekent natuur lijk niet dat men Nederland als norm zou moeten nemen, maar wel geloven we dat het amateuris me in ons land vrjj zuiver is be waard. En dat is een voornaam punt. Van de andere kant zullen onze sportlui er een schepje boven op moeten doen om Holland ook in de toekomst een woordje te doen meespreken. Het lijkt dat in Helsinki de O- lympische Spelen op een beslis send pu,nt zijn gekomen óf terug naar het uitgangspunt óf de weg op van prestigestrijd. Het eerste zou het behoud zijn van een mooi initiatief, het andere zou er de dood van zijn. Het woordje dat Holland meesprak. Eerlijk, het heeft de onzen in vele opzichten niet mee gezeten in •Helsinki en dan denki men het eerst aan Fanny Blankers-Koèn, Wim Slijkhuis en onze laatste gou; den hope Geertje Wielema, Dat waren onze grootste troeven en ze hebben ons slechts één zilveren medaille opgeleverd. Maar daartegenover staat de knappe prestatie van Puck Brou wer op de 200 meter, de niet min der eervolle zilveren medaille van onze hockeyers en de prachtige come-back van Hannie Termeulen, die haar op de 100 meter ook al een zilveren medaille opleverde toch allemaal successen waarop we toch niet zo heel hard of helemaal niet hadden durven hopen. Dan stapte onze dames-estafetteploeg nog met zilver uit het water, ook al onder zware concurrentie, en wie zou het Geertje Wielema kwa lijk durven nemen dat ze ,,maar" zilver heeft veroverd op haar num mer Men ziet er alleen uit dat sport onder alle omstandigheden een kansspel blijft. En mogen we tenslotte de aan dacht vragen voor de onderschei ding van Fanny Blankers-Koen de coupe Taher Pasja, voor de wij, ■ze waarop zij de Olympische ge dachte op de sportvelden heeft proberen uit te dragen, misschien de minst sprekende, maar dan ook de meest eervolle onderscheiding en het meest in de geest van de stichter. Over onze waterpoloërs praten we niet meer. Heel Nederland heeft een week lang met intense spanning hun verrichtingen èn hun tegenslag gevolgd. Ze hebben geen loon naar werken gekregen, misschien zelfs niet naar hun ca paciteiten, maar ze hebben deel genomen. En hoe - Daarom mogen we allen die de sportieve naam van Nederland in Helsinki hebben hoog gehouden, hoe dan ook, gelukwensen. Een compliment. Tenslotte een apart en groot 'compliment aan de omroepvereni gingen KRO, AVRO, VARA en We reldomroep, voor de wijze waarop ze het lieve vaderland en de Ne derlanders over de hele wereld op de hoogte hebben gehouden van de verrichtingen van de onzen op de Olympische Spelen. De reporta ges stonden over het algemeen op hoog peil, ze waren frekwent ge noeg om ons de spelen zo breed mogelijk haast op de voet te laten volgen en de reporters hebben zich bij de vele teleurstellingen waar van ze verslag hebben moeten doen, sportief gedragen. Sportief Neder land is er dankbaar voor In de zomermaanden, wanneer velen onder ons de gelegen- heid te baat nemen om eens een blik over de grenzen te wer- pen, blijkt eerst hoezeer Nederland eigenlijk een betrekkelijk laag loon- en prijspeil bezit. Om dit aan te tonen kunnen we t het beste een vergelijking maken met België. Dit land is eveneens klein en 't heeft veel problemen, die overeenkomst j vertonen met de specifiek Nederlandse economische vraag- I stukken. In de tijd van het rijke Nederland be droeg het Belgische loonspeil ongeveer tweederde van het Nederlandse. Onze munt was toen zeer sterk en wij hadden veel economische hulpbronnen. De prijs verhouding had zich daarbij aangepast. De Belgische prijzen bedroegen onge veer 75 van het Nederlandse niveau. Vanzelfsprekend was dus voor ons een vacantie in België niet zo duur te noe men. Na de bevrijding voltrok zich een an dere gang van zaken. Bij ons noopte de geweldige schaarste tot een straffe loon- en prijspolitiek. Onze buren hadden iets minder geleden dan wij en voerden een economische politiek, die erop gericht was zo spoedig mogelijk vrije prijsvor ming te verkrijgen. Zo zagen we .dat na enkele jaren de Belgen viermaal zo veel voor hun producten betaalden als voor de oorlog, terwijl ook het loonpeil vier maal zo hoog was geworden. De Neder landers konden zich een dergelijke luxe niet permitteren en vonden een prijsver- dubbeling al ernstig genoeg. Gaarne had men ook de lonen aan dit nieuwe peil aangepast, maar deze werden zelfs 2Yi x zo hoog. De Belgen streefden ons dus voorbij en wij gunden hun deze voor sprong van harte. i Onze regering achtte van 1949 af de tijd gekomen om de prijzen een meer natuurlijke weg te laten volgen, terwijl de lonen zo strak mogelijk in de hand werden gehouden. De subsidiepolitiek moest worden prijsgegeven en dus leek het er bij het Korea-conflict aanvankelijk op, alsof wij de Belgen zouden inhalen. Onze kosten van levensonderhoud ste gen met ongeveer 40 terwijl de Bel gen een stijging van nog geen dertig pro cent noteerden. De lonen stegen in bei de landen ongeveer in gelijke mate. Nadien is in ons land een reactie in getreden, die tot een zekere prijsdaling leidde, welke tendens in België niet zichtbaar was. Deze lijn zet zich tot op heden min of meer voort. Het omgekeerde. Wanneer wij thans de stand in de la ge landen vergelijken, dan blijkt het dat de loon- en prijsrollen ten opzichte van elkaar in vergelijking met de dertiger ja ren zijn omgekeerd. Onze lonen zijn een derde lager dan die der Belgen, maar wij betalen nu drie vierde van de Bel gische prijs voor afgewerkte producten. Onnodig op te merken, dat deze cij fers een soort gemiddelde moeten zijn en zeker niet op één speciaal beroep of artikel kunnen worden toegepast. Is deze stand van zaken ongunstig? Bij de beantwoording van deze vraag moet men bedenken dat onze positie econo misch gezien direct na de oorlog veel zwakker was dan die der zuiderburen. Een hoog prijs- en loonpeil is altijd een zekere luxetoestand. Wij hebben die zelf Voor de oorlog gekend. Voor onze exportpositie is deze ver houding niet ongunstig, dat is in de laatste jaren wel gebleken. De Belgen worstelen dan ook met een werkloos heidsvraagstuk, dat ernstiger is dan bij ons. Weliswaar komt onze vacantie in België ernstig in 't gedrang maar het is toch prettig wanneer de Belgen nu eens bij ons op visite komen, onze deviezen- positie versterken en de hotels en (pen sions met een bezoek vereren. In België maken deze bedrijven helaas moeilijke tijden door. Nog verder omhoog? Een blik op de toekomst werpend, is het niet onmogelijk, dat ons prijs- en loonpeil vergeleken bij het Belgische, nog iets zal stijgen in de toekomst. Wij Zul len de gevolgen van een huurverhoging wel in de vorm van een loonronde on dervinden. Maar het wereldmarktverloop vertoont een dalende lijn. Per saldo zul len vermoedelijk of beide landen of al leen België een daling van prijzen te zien geven. In hoeverre deze tendens zich ook in de lonen zal doorzetten, is thans nog niet te voorspellen. Een belangrijke vraag is nog of wij bijvoorbeeld door de werkgelegenheids- politiek niet opnieuw inflatoire invloe den moeten toelaten. Het antwoord op die vraag zal de nieuwe regering moeten geven. Het toekomstige werkloosheids- beeld spreekt daarin ook een woordje mee. Wij zijn dienaangaande niet opti mistisch maar dat geldt evenzeer voor de Belgen, die zoals gezegd reeds een harde strijd tegen dit maatschappelijk spook zijn begonnen. Men zoekt zijn heil voor namelijk in het aanmoedigen van de on dernemersactiviteit. De monotaire opera ties zijn nog niet belangrijk. Tenslotte mag men verwachten dat België en Nederland in toenemende mate overleg zullen plegen in verband niet de hoop op een volledige Benelux. Dit over leg zal zeker lonen en prijzen omvatten. De positie der Belgische metaalindustrie die in het komende Schumann-plan ver moedelijk meer in de knel raakt, zal daarbij van belang zijn. Hierdoor is een druk op de Belgische lonen niet onmo gelijk. Van een volledige nivellering der Nederlands-Belgische lonen en prijzen, zal echter in de naaste toekomst nog geen sprake zijn. Onze vacantie in België blijft dus voorlopig nog duur, maar anderzijds... de meeste vreemdelingen benijden ons om .de goede voedselpositie van Neder land en de goede ontvangst die wij de touristen kunnen bereiden. V/aarom zou den we nu altijd klagen? Drs MIERLO. Op een zonnige zomerdag fietsend of wandelend door de rijkdom aan bossen en duinen wa armee de natuur onze omgeving heeft bedeeld, verbaast ge U er niet over, dat ge overal de touristen tegenkomt, die met 'U van al dit schoons genieten; touristen die een week de stad zijn ontvlucht met haar haast en haar lawaai, om in de stille rust van onze bossen en in de vrijheid van de natuur te genieten van het buitenleven en nieuwe krachten op te doen voor een jaar van arbeid en studie. Mogen wij onze omgeving een touristencentrum noemen? In zekere zin wel, in een ander opzicht weer niet, want de aard van het vreemdelingenverkeer hier verschilt aanzienlijk met het tourisme dat we kennen in de be faamde centra, zoals we die treffen in Zuid Limburg, zoals we O isterwijk er een mogen noemen, en zo als onze badplaatsen zijn. HET TOURISME HIER IS „ECHTER". Wanneer we meteen dan maar weer geven waarin het vreemdelingenverkeer, zoals wij dat momenteel in onze omge ving kennen, ons inziens met dat van andere bekendere plaatsen verschilt, dan zouden we willen stellen, dat het tou risme hier „echter" is. Dit behoeft eni ge verduidelijking. Welnu, tussen een tourist en een tourist is een grogjg^er- schil, een verschil dat wij gelegen zien in de instelling, de bedoeling waarmee men op vacantie gaat. En wanneer we dan de vreemdelingen in onze wonder mooie omgeving aantreffen en we vra gen ons af en we vragen hen op de man af, gelijk wij meerdere malen ge daan hebben: Wat trekt U hierheen, waarom geeft U de voorkeur aan een vacantieverblijf. in het territorium van de gemeente Loonopzand of Drunen, dan is het steeds de overweldigende rijkdom van de natuur, die hij als reden zal op geven, en ook de rust, de ongestoorde landelijke rust die hij hier vindt. En ziet ge dan naar de grote lande lijke touristencentra, naar Zuid-Limburg, naar de Veluwe, naar de Badplaatsen, kortom naar de geijkte touristenplaatsen, dan komt ge al gauw tot de conclusie, dat het hier in veel gevallen niet te doen is om het natuurschoon, om de rust van een verblijf in een ideale omgeving, maar veel meer geldt hier de mode, bepaalde plaatsen zijn „en vogue" en dan „staat" het om daar naar toe te gaan; er is. een snobisme dat het mondaine, het dure verlangt; maar dergelijke mensen, die om dusdanige motieven, al zeggen ze het misschien niet, naar een bepaalde plaats gaan, zijn niet de echte trekkers, zijn niet de mannen en vrouwen, jongens en meisjes, die van de natuur houden en in. de natuur willen leven, en juist deze treffen we in hoofdzaak in onze omge ving aan, op de kampeerterreinen, op de boerderijen en in de pensions. Een andere vraag is natuurlijk, welke vorm van tourisme is in economisch op zicht, heilzamer voor een gebied. Een vraag die wij toch niet zonder meer in. het nadeel van het tourisme zoals wijl dat dus kennen, zouden durven beant woorden. Maar het was ons enkel te doen, een karakteristiek te geven van de (let wel) doorsnee-tourist, zoals we die in deze dagen door onze bossen zien dwalen en. onze duinen zien beklimmen. Deze karakteristiek hebben we ge maakt aan de hand van de informaties- die we hebben ingewonnen bij een aan tal personen die vorige week aan de rand van de Drunense en Loonse Dui nen hun tenten hadden opgeslagen of hun bivak hadden betrokken. TANTE JUULt EEN BEGRIP VOOR TALLOZE KAMPEERDERS. Daartoe hadden we ons begeven naar de familie van 'Delft aan de Duinlaan, zoals de weg van de provinciale weg naar de duinen enige tijd geleden door de Loonopzandse gemeenteraad is ge noemd. En misschien weten weinigen: Welke familie wij bedoelen; maar als we de naam Juul noemen, zal het iedereen ogenblikkelijk duidelijk Zijn. Sinds 16 jaar heeft de familie v. Delft voor de kampeerders de terreinen rond haar huis beschikbaar gesteld, terwijl de grote schuur achter het huis voor velen een mooie gelegenheid is te bivakeren. Het begon heel bescheiden, maar het duurde niet lang, of in steeds groter ge tale kwamen de trekkers naar dat ter rein, dat een grote bekendheid'ging krij gen. Vooral de verkenners en padvin ders maakten er ieder jaar een ruim ge bruik van. 'Daar kwamen de vreemdelingen die geen behoefte hadden aan het glanzen de moderne comfort van touristencentra, daar kwamen de mensen die wilden ge nieten van de prachtige natuur en van de heerlijkheid van het landelijke leven. En zij bleven terugkomen, ieder jaar weer, en de vrouw des huizes werd tante Juul genoemd en geen van haar gasten, voor wie zij hartelijk en royaal zorgt, zal haar nu nog anders noemen, dan met deze ere-naam. En voor deze zorg vindt zij de belo ning in de grote erkentelijkheid die a' de gasten haar betonen, in de kaarten en brieven die zij haar blijven schrijven, in het feit, dat zij graag nog eens terugko men. En dat speciaal de wereld der pad vinders haar verdiensten heeft weten te waarderen, is wel gebleken toen zij in 1947 van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard, 'Koninklijk Commissaris van de Nederlandse Padvindersbeweging het e.re-teken van die beweging mocht ontvangen met een brief van de Prins; „Dit kleine insigne, het embleem der padvinders, wordt U als een bewijs van de grote erkentelijkheid der padvinders- beweging in Nederland aangeboden was getekend Bernhard, Prins der Ne derlanden, Koninklijk Commissaris. INTERNATIONAAL BEKEND. Tante Juul is een begrip geworden in de wereld der kampeerders, en het hele seizoen door komen zij dan ook uit het hele land, maar vooral uit Holland over naar Kaatsheuvel, waar zij gastvrij door haar worden ontvangen. Toen wij er kwamen waren er „De Trekvogels uit Delft, een grote groep jongens en meis jes die daar bivakkeerden en wij hoefden hun niet te vragen of zij genoten! Daar stonden verschillende tenten, en enkele families waren er die in een ander ver trek sliepen. Maar ook buiten de gren zen is dit kampeerterrein bekend. En kele weken geleden was er een groep Engelsen, die, terwijl zij heel de wereld zc ongeveer aan het rondtrekken waren, ook voor een weekend hun tenten op sloegen bij Tante Juul, en dit jaar is er ook al een groep Franse studenten uit Sain Quentin geweest, die de „lieve Tante Juul" bedankten: „Dank voor al les, we hebben genoten". Deze studen ten bleven een hele week, en iedere dag kwam de touringcar van Mulders-Sars voor om hen door heel Nederland te voeren. Tot nog toe is het terrein en de schuur bijna altijd helemaal bezet geweest, maar (de laatste weken ontvangt de familie nogal wat afschrijvingen, van mensen en groepen, ;die zich blijkbaar erg be vreesd tonen voor de kinderverlamming. Zo schijnt het ieder jaar voortaan wat anders te moeten zijn: Twee jaren gele den was het paratyphus in Waalwijk, vorig jaar de pokken in Tilburg en nu dit weer. De lui die er nou zijn, zeggen, zich Aanstaande Dinsdag 5 Augustus zal Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Irene haar 13e verjaardag vieren. Meer dan op een gewone dag zullen dan onze gedachten uitgaan naar dit be scheiden, vriendelijke prinsenkind, wiens naam het verlangen naar de vrede in houdt, de vrede die wij onder het ze genende en weldoende gezag van ons dierbaar vorstenhuis in ons land mogen bewaren. AMERIKA. Volgens de New York „Herald Tribune" is de Amerikaanse mi nister van buitenlandse zaken, Dean Acheson, vastbesloten^om op 1 Januari 1953 ontslag te nemen, onverschillig hoe het resultaat zal zijn van de aanstaande presidents verkiezingen, die op 4 November a.s. zullen worden gehouden. Acheson zou de aankondiging van zijn ontslag hebben uitgesteld om zijn prestige op aanstaande in ternationale conferenties niet te schaden. Volgens de „Herald Tri bune" zou Acheson wel gezegd hebben, zolang op zijn post te zul len blijven als president Truman dit nodig acht. De officiële ambts termijn van Truman eindigt op 20 Januari 1953. EGYPTE. POLITIEKE POLITIE AFGESCHAFT. De Egyptische minister-presi dent Aly Maher heeft de politieke politie en de „speciale afdeling" van het ministerie van binnenland se zaken, waartegen naar hij zei allerwege klachten waren geuit, opgeheven. Generaal Naguib heeft de zorg voor de. veiligheid van de staat in Egypte inmiddels overge dragen aan de regering. Gehelmde politiemannen met ge weren bewapend namen op ver schillende punten van Cairo de be waking over van de legereenheden. Tanks verdwenen van de straten. Maar hier en daar bleven de sol daten paraat en Naguib heeft ver klaard ,,De zending van het le ger is nog niet helemaal vervuld". Hij kondigde aan dat in het leger een zuivering zou worden uitge- yoerd en hij nodigde alle partijen en overheidsdiensten uit dit voord beeld te volgen. De partij der Wafdisten heeft als eerste haar program bekend ge maakt. Zij vraagt terugkeer van 't oude parlement (waarin zij de meerderheid had), geen onderhan. •delingen met Engeland, voordat de Engelse troepen uit Egypte zijn Verdwenen en geen aansluiting bij het commando van het Midden- Oosten, voorgesteld door de Wes telijke regeringen Op binnenlands gebied vraagt de Wafd beperking van de macht van de kroon en hervormingen voor de verheffing 'op alle gebied van het volk. hieraan niet te storen, als we een beetje voorzichtig zijn, zeggen ze, zal het zo'n vaart niet lopen, en ze genieten volop van het heerlijke vrije leven, van de on gedwongen hartelijke omgang tussen gasten en gastheer en gastvrouw. En zo is het ook aan Roestelberg waar de heer van Eeuwijk zijn zomer- huisjes tot September allemaal heeft verhuurd, waar de witte tenten tussen het groen van de bossen staan en waar ook de mensen uit de stad zorgeloos en ongestoord genieten van het buitenleven. Doelbewust stuurt men in onze omge ving aan op een steeds intensiever vreemdelingen-verkeer, en het is zeer waarschijnlijk dat dit in de toekomst een belangrijke bron van inkomsten zal gaan betekenen, wanneer we tenminste ook waar het comfort en accomodatie betreft kunnen wedijveren met de erken de touristenplaatsen, maar hopelijk zal onze omgeving ook steeds het toevluchts oord blijven voor de kampeerder, voor de trekker, wie het alleen te doen is, om de natuur en het leven daarin, en die alle glanzend comfort kan missen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 5