r
KAATSHEUVEL
Gemeenteraad loonopzand.
Xuwer
mond en keel
eiondeen
ST.JOACHIMSMOER
D.D.D.
HET MYSTERIE
WRIGI&
Sprangse Kerk wordt gerestaureerd
ih&éêè&yMiUW
Merfrissenae
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1952.
2
ff ff ff PpPfffWf
v V
u
de echte kauW0"1
Hei begin is gemaakt.
„DE GILDE VIERT
Si. Crispinus en Crispinianus vierde
feesi in 1881.
XXX
R
Wli
PRAE-ADVIEZEN.
Mededeling wordt gedaan dat krach
tens raadsbesluit van 21 April 1952, be
treffende het aangaan van een geldle
ning tot het bedrag, waarvoor door hou
ders van rentespaarbrieven en obligaties
van de nationale leningen voor de wo
ningbouw 1952 ten aanzien Van deze
gemeente voorkeur is uitgesproken, is
geconstateerd dat blijkens mededeling
van de N.V. Bank voor Nederlandse
Gemeenten termijnen van respectievelijk
2.600.—; 7.300.—; 900.— en f 200.-
op rekening van deze gemeente bij
genoemde bank zullen worden te
goed geschreven.
Prae-advies:
In die gemeenten waar de oor
spronkelijke regeling voor 1952 is
verlengd, kan het maximum van
50.zonder onderscheid voor ge
huwden of ongehuwden, tot 60.
worden verhoogd.
B. en W. stellen voor om tot de
verhoging van het maximumbedrag
der uitkering van 50.tot 60.
te besluiten.
Prae-advies;
Ged. Staten van Noord-Brabant
hebben verzocht de salarisverorde
ning dezer gemeente nog op een
enkel punt te wijzigen.
Zo dient de jaarwedde van de
ambtenaar, tevens gemeente-ont
vanger, nog te worden terugge
bracht van 1.660.tot 920.
Vervolgens achten zij een maxi
mum-wedde voor de adjunct-admi
nistrateur aan de hoge kant en zien
zij dit juister gesteld op maximum
3.600.—.
Voorts zijn zij van mening, dat de
functie van meter-opnemer-incas-
seerder, waarvan de bezoldiging
thans 2.700.bedraagt, ten hoog
ste gelijk gesteld mag worden aan
een maximum-wedde verbonden
aan die van een bijzondere vakman,
t.w. 42.24 per week plus 6 perio
dieke verhogingen ad 0.80 per
week.
Zij gaan er evenwel mee accoord
dat de huidige salarissen van de ge
noemde ambtenaren, waarvoor in
de toekomst een andere salariëring
zal gelden, thans blijven gehand
haafd.
B. en W. stellen voor de salaris
verordening te wijzigen zoals bij 't
ontwerp-besluit wordt voorgelegd.
Prae-advies:
Bij schrijven van 26 Juli '52 ver
zoekt de Regent van het Bisschop
pelijk Seminarie te St. Michiels-
Gestel om voor het jaar 1952 en
volgende jaren in het genot te wor
den gesteld van een gemeentelijke
subsidie van 150.per jaar voor
iedere uit deze gemeente afkom
stige leerling.
B. en W. stellen voor om voor
taan ook deze onderwijsinrichting
te doen vallen,onder de subsidie
regeling welke in deze gemeente op
andere middelbare scholen wordt
toegepast, waardoor thans een jaar
lijkse subsidie van 100.per leer
ling kan worden uitgekeerd.
Prae-advies:
Ter uitvoering van bouwplannen
dient de. gemeente over de nodige
bouwgrond te beschikken. Deze
bouwgrond is in het algemeen niet
zo gemakkelijk ter beschikking te
krijgen en daarom dient o.i. elke
redelijke gelegenheid tot aankoop
te worden benut.
B. en W. hebben L. v. Laarhoven
alhier bereid gevonden om zijn per
celen, Zuidelijk van de Tramlaan
gelegen, aan de gemeente te verko
pen. Deze grond is in het uitbrei
dingsplan gedeeltelijk voor bouw
terrein en stratenaanleg bestemd en
FEUILLETON
VAN DE BLAUWE TRAM.
11 door T. Lodewijk
(31
„Nu begin ik enige samenhang te
zien", verklaarde hij, „tussen het
bezoek van die jongeman, een tijd
je terug, en deze arrestaties. Dat
jongmens had er al de lucht van
dat er iets niet klopte. Maar ik be
grijp niet dat de heer De Boer er
niets van gemerkt heeft. Als ik het
wel heb, zou hij zelfs min of meer
samenwerken met Uw collega".
„Is meneer De Boer hier niet?"
informeerde Bakker .zonder een
bevestigend antwoord te verwach
ten.
„Wonderlijk genoeg niet", kwam
aarzelend het antwoord. „Het is
voor de eerste maal zolang hij hier
in dienst is, dat hij, zonder enig
levensteken te geven, niet op het
bureau verschijnt. Ik maak me wer
kelijk ongerust
„Daar is ook wel reden voor",
gaf Bakker toe. „Ik zal U wat ver
tellen, meneer. Gisternacht toen
mijn assistent Verkruysen binnen
drong in het huis dat als hoofd
kwartier voor de bende diende,
deed hij dat samen met de heer De
Boer, die hij ter plaatse aantrof,
eveneens op het spoor van de ro-
valt gedeeltelijk in het gebied van
het Natuurpark „De Efteling". Voor
de gemeente is slechts de grond
met de bestemming bouwterrein en
straataanleg van belang. Dit ge
deelte is groot -.93.80 ha., terwijl de
toiale oppervlakte 2.78.05 beloopt.
De rijksconsulent voor grond- en
pachtzaken heeft voor het totale
complex een bedrag van 9.361.
becijferd als bedrijfsschade. Bere
kend naar verhouding van de op
pervlakte komen B. en W. tot de
volgende becijfering:
Totale oppervlakte 2.78.05 ha.
bestemd voor gemeente -.93.80 ha.
Totale koopprijs volgens
prijzenbureau 4.148.50
bedrijfsschade volgens
rijksconsulent 9.361.
Totale vergoeding 13.509.50
Ten laste van de gemeente:
9380
x 13.509.50 f 4.558.68.
27805
Verder heeft v. Laarhoven nog
recht op een vergoeding van
4.773.60, welke hem van gemeen
tewege dient te worden uitgekeerd
voor het afbreken van de gebou
wen, welke op deze grond zijn op
getrokken en welke (indien hij ter
plaatse zijn door oorlogsgeweld ver
woeste woning zou kunnen opbou
wen) in gebruik zouden kunnen
blijven. Bij deze schadevergoeding
is er rekening mee gehouden dat
v. Laarhoven in het bezit blijft van
de afkomende materialen ten be
hoeve van de herbouw op een an
der terrein. Nog dient te worden
opgemerkt dat, indien de uitbeta
ling aan v. Laarhoven van boven
genoemde bedragen voor de belas
tingdienst aanleiding is tot het op
leggen van een extra aanslag in de
Inkomstenbelasting, het bedrag van
deze extra aanslag door de gemeen
te moet worden gedragen.
Door aankoop van deze grond
wordt het mogelijk het uitbreidings
plan ter plaatse binnen afzienbare
tijd te realiseren.
B. en W. stellen voor bedoelde
grond aan te kopen zoals boven is
aangegeven en de daar vermelde
schadevergoedingen toe te kennen.
DE BALANS
WORDT OPGEMAAKT.
De V.V.V. KaatsheuvelLoonopzand
schrijft
Het reisseizoen is nog in volle bele
ving. Vele reizenden en trekkenden van
dorp tot dorp, van stad tot stad, van
land tot land, (zoals dit laatste meer
gebruikelijk wordt) zoeken elders ver
pozing, doen indrukken op en trachten
Zich naar lichaam en geest te restaure
ren, om weer gewapend te zijn voor de
dagelijkse beslommeringen die noodwen
dig volgen op de best bestede vacantie^
trip.
Plaatselijk bezien mogen we in de
herfst van het reisseizoen o.m. niet on
tevreden zijn over de aanloop, die het
Natuurpark „de Efteling" mocht onder
vinden. Wanneer in aanmerking wordt
genomen dat „de Efteling" in nauwe
lijks drie maanden ruim 200.000 mensen
Van tickets voorzag, dus ongeacht het
vaste abonnementsbezoek, dan is hier
eerder sprake van een voldaanheid, doch
in subjectieve zin. Objectief gezien
resteert plaatselijk nog een manco, waar
bij het Stichtingsbestuur echter vrijuit
gaat.
Wanneer duizenden met ons Natuur
park kennis komen maken, ligt het voor
de hand, dat hiervan een belangrijk deel,
de touristen met eigen vervoer vooral,
de gelegenheid benut, om zijn onderzoe
kingstocht uit te breiden tot het overige
deel van de plaats.
Getuige de mening van individuele
trekkers valt het contact met onze win
kelzaken in vele gevallen niet onver
deeld gunstig uit. De vaak gehoorde op
merking dat de zaken weinig getuigenis
afleggen van vakkundige uiterlijke ver
zorging, is niet geheel bezijden de waar
heid. Nu is étaleren een iafzonderlijk vak,
doch ook hierin is voorlichting te krij
gen.
LoonopzandKaatsheuvel gaat naam
maken in opbouwende betekenis. Laat
men die van officiële zijde getoonzette
handelsmelodie niet door dissonanten
verstoren, 't Gaat ten koste van de eigen
zaak en daarmede ten koste van de za-
kenreputatie in het algemeen.
Nu de balans toch wordt opgemaakt,
al is het een proefbalans, mag de aan
dacht nog eens gevestigd worden op de
onvolkomenheid van het plaatselijk lo-
gies-potentieel. Tal van aanvragen voor
logiesgelegenheid die de V.V.V. Loon
opzandKaatsheuvel in de afgelopen
maanden te verwerken kreeg, brachten
het V.V.V. bestuur evenzovele teleur
stellingen. Aanvragen voor logeergele-
genheid voor hele gezinnen voor één of
meer weken waren geen zeldzaamheid.
Het is een bekend feit, dat de plaatse
lijke hotellerie en ook die van de naaste
omgeving hopeloos in capaciteit tekort
schiet. Verbetering hierin te verkrijgen
is een van de V.V.V.-zorgen en een
zwaar punt van onverzwakte aandacht
voor hen, die zich „ex professo" op dit
terrein bewegen. Waar gereedliggende
plannen tot verbetering hierin door ve
lerlei omstandigheden voorlopig niet tot
uitvoering komen, kan het niet georga
niseerde initiatief uitkomst brengen. Voor
tal van mensen, speciaal voor hen die
in de peripherie van ons onvolprezen
natuurschoongebied leven, liggen voor de
zomermaanden bestaanskansen, die tot
nu toe vrijwel onbenut blijven. Nu mag
het waar zijn en onze Vereniging is be
reid dit excuus te erkennen, dat de men
sen nog niet op het vreemdelingenbe-
zoek in de beleefde omvang zijn inge
steld, doch dit neemt niet weg, dat de
noodzaak dwingt het roer om te gooien
wil men de voordelen van het tij niet
aan zich zien voorbij trekken.
Men vergete niet, LoonopzandKaats
heuvel heeft middels „de Efteling" een
nieuwe industrie, „de vreemdelingen
industrie" gekregen, die machtige per-,
spectieven biedt, mits de zelfwerkzaam
heid wordt geactiveerd.
Hieraan naar vermogen mede te wer
ken, is een der redenen, die ons bewoog
belans te maken teneinde vast te stellen
of het evenwicht in onze grootboekpost
„de Efteding" bewaard kan blijven zon
der de hiervoor aangegeven voorzienin
gen.
Het Bestuur der V.V.V.
LoonopzandKaatsheuvel.
f PASTOOR COENEN.
Zoals reeds bericht, overleed na een
langdurige ziekte en meermalen voor
zien van de H. Sacramenten der Ster
venden, in de ouderdom van bijna 57
jaar, onze beminde pastoor Petrus Jo-
sephus Coenen, die in de 13 jaar dat
Z.Eerw. hier in functie was, veel voor
z'n kleine, maar bloeiende parochie
heeft gedaan.
Pastoor Coenen was in 1921 priester
gewijd, was achtereenvolgens kapelaan
fTITTïT Nlet krabben. Da helder
I f- I I M vloeibare D. D. D. kal-
vIJU J.V meert de jeuk ln enkele
seconden, doodt de ziektekiemen en ge
neest tot diep in de huidporiën.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
te Uden, Vierlingsbèek en Zeelst en
werd in 1939 tot pastoor alhier be
noemd.
Maandagmorgen had de plechtige be
grafenis plaats in onze parochiekerk en
waarbij vrijwel alle parochianen tegen
woordig waren, met de geestelijkheid
uit deze streek en o.m. de burgemeester
Mr R. v. d. Heijden.
De plechtige requiem Mis werd op
gedragen door de Hoogeerw. heer deken
W. J. v. d. Hout uit Made, met assis
tentie van pastoor J. Ras van St. Jan
te Waalwijk en de rector der Carmelie-
ten van Waspik-Boven.
Deken v, d. Hout sprak een kort af
scheidswoord, waarin hij er op wees dat
deze priester steeds met grote liefde en
toewijding zijn plicht als pastoor en her
der had verricht.
Na de absoute werd het stoffelijk
overschot door de leden van 't Kerkbe
stuur grafwaarts gedragen.
Na de ceremonieën brachten het kerk
koor en de dorps-fanfare hun laatste
groet en werd nog een krans gelegd
door Moers Belang, en werd het lijk bij
gezet naast de 'bouw-pastoor, pastoor
Kamp en defileerden allen langs de
groeve.
Hij ruste in vrede.
Onze lezers weten dat de weg van de restauratie van de Neder
lands 'Hervormde Kerk in Sprang niet over rozen is gegaan; 't heeft
heel wat voeten in aarde gehad" voor, korte tijd geleden, de eerste
steigers rond het oude bouwwerk werden opgetrokken.
Nederland is niet overrijk aan monu
menten uit de gothiek en daarom is het
zo lofwaardig dat men de monumenten
die we hebben, ook zorgvuldig bewaart.
Dat dit niet zo gemakkelijk is begrijpt
men wanneer men weet welke enorme
bedragen gemoeid zijn met de restaura
tie van oude gebouwen. Lang niet over
al is men aan restauratie toegekomen, in
onze omgeving zijn de kerken van
's-Gravemoer en Geertruidenberg daar
voorbeelden van, maar de leden van de
Hervormde gemeente in Sprang zullen
met ons verheugd zijn dat met de restau
ratie van hun kerk thans een begin is
gemaakt.
De prachtige toren.
Door de eeuwen heen is het Brabantse
landschap beheerst door torens; vanaf
de Middeleeuwen hebben bouwmeesters
de kerken van Brabant versierd met de
fraaiste torens, in Vught, in Breda, in
Hilvarenbeek en ook in Sprang.
De toren van Sprang is een schone
toren, zo niet de mooiste dan toch één
van de mooiste van Brabant. Als ge
vanuit Kaatsheuvel over de grote weg
rijdt, ziet ge de toren achter zware bo
men in al z'n pracht. De toren wordt nu
niet gerestaureerd, om de eenvoudige
reden dat in 1910 nog een restauratie
heeft plaats gevonden; sommige delen
zijn toen weliswaar niet aan de beurt
geweest, maar op dit moment is herstel
nog niet noodzakelijk.
Anders is het gesteld met de kerk.
Hoe noodzakelijk daarvan de restauratie
is, kunt ge nu nog zien als ge de kerk
bezoekt, de kerk ziet er verschrikkelijk
uit!
Gedreven door de nood van het ogen
blik hebben vroegere generaties midden
in het schip van de kerk een houten
wand opgericht, waarachter men de kerk
heeft verwaarloosd. Trouwens ook in de
rest van de kerk zijn onze voorouders
niet erg zuinig geweest, zonder een
zweem van deskundigheid heeft men
gebroken en gebouwd; het hoogkoor
werd ook al met een wand afgesloten.
De redenen van dit alles liggen in het
duister van de geschiedenis verborgen
en doen trouwens hier niet ter zake.
Voor ons is alleen belangrijk dat de
kerk thans in haar oude luister wordt
hersteld.
De kerk van Sprang is oud, heel oud.
We weten niet wanneer ze is gebouwd,
maarl ongetwijfeld is men heel vroeg in
de 15e eeuw, zo niet eerder, met de
bouw begonnen. Als ge rekent dat de
kerk aan de Haven in Waalwijk van
1470 dateert en de kerk in Sprang naar
alle waarschijnlijkheid ouder is, kan men
de geboortedatum van de Sprangse kerk
wel rond 1400 stellen. Trouwens ook de
bouwstijl wijst daarop. De toren b.v.
heeft nog ramen die sterk aan de Ro
maanse stijl doen denken, de Gotische
en zeker laat-Gotische ramen zijn spit
ser.
Bewogen geschiedenis.
Zoals men weet was de Sprangse kerk
voor de Reformatie een katholieke kerk;
ze werd bestuurd door de Norbertijnen
van de abdij van Tongerlo in België.
Behalve het hele bouwplan herinneren
nog de plaats van het Sacramentshuisje
en de nissen van de kruiswegstaties aan
die periode.
Toen de Reformatie deze kerk in be
zit kreeg moest het interieur natuurlijk
aangepast worden aan de Dienst des
Woords. Door de eeuwen heen werden
talloze veranderingen in de kerk aange
bracht. Dat dit niet altijd met de nodige
deskundigheid gebeurde ligt voor de
hand. Maar dat de kerk verwaarloosd
werd is erger, maar ook te verontschul
digen als men weet dat het onderhoud
van een dergelijke kerk schatten geld
vergt. Dat de relatief kleine Sprangse
gemeente de nodige financiën niet alijtd
kon opbrengen is logisch.
Maar nu is men in Sprang bezig de
kerk de luister te geven die ze verdient.
Reeds zijn in en om het voorste stuk
achter de toren steigers opgericht en bo
ven het orgel is een platform geslagen,
de restauratie is begonnen!
Gelukkig, want in en buiten de kerk
zijn hele stukken muur verdwenen, aan
gevreten door de tand des tijds en be
zweken onder hun eigen ouderdom. In
grote stukken van de kerk is zelfs de
vloer verdwenen en zijn er bakstenen
neergelegd; overal in de kerk slaat de
regen door het dak en wat eigenlijk
nog belangrijker is de kerk voldoet
niet aan de eisen van de Protestantse
liturgie.
Over enkele jaren zullen al deze be
zwaren tot het verleden behoren, dan zal
Sprang weer een monument bezitten
waar het met alle recht trots op kan
zijn. Hoe de kerk er dan uit zal zien
weet men als men staat onder het
prachtige waaiergewelf van de nieuwe
consistorie-kamer, die reeds bij wijze
van proef is gerestaureerd.
We mogen de Hervormde Gemeente
in Sprang hiermee zeker gelukwensen.
De niet te benamen reuk van ouderdom slaat II tegen, wanneer
ge bladert in de oude vergeelde en gerafelde archieven van de
gilde St. Crispijn en St. Crispinianus, ongetwijfeld de oudste ver
eniging van de oude gemeente Besoijen. Het is schoon te lezen van
de gilde en haar gebruiken; wij lieten LI al lezen van de fles rode
wijn en van de ingelegde haring met broodjes, van de biefstuk, het
gebraden rundvlees, de varkensworst en de varkensribbetjes, de
goede aardappelen en de fijne groenten, de appelmoes en de peren
die kastelein Brokken voor 1.80 per persoon zou leveren.
Maar dan lezen we in de notulen van kamer. Daar werd bij aankomst aan
de vergadering van 2 September 1880: j onzen Zeer Geachten Hoofdman na-
Deen eersten Hoofdman heeft zijn j mens de Gilde een geschenk aangeboden
door J. J. de Greeff, bestaande uit het
misnoegen te kennen gegeven aangaande
den teerdag in de Kermisweek, alsdat er
op dien dag is gebruik gemaakt minstens
door een lid, het verteer, namentlijk de
flesch wijn; en verder op een andere
plaats een ander gezelschap heeft gaan
bijwoonen; hetgeen naar verklaring van
den lsten Hoofdman een affrond was
voor het Gezelschap...
Niet iedereen was dus een evengoede
gildebroeder.
Maar, verder bladerend, vinden we
het grote verslag van het feest, dat op
29 Juni 1881 werd gevierd, toen J. de
Bakker 40 jaren Hoofdman was.
„Teneinde dit feest meer luister bij te
zetten, lezen wij, had de Directie be
sloten een feestelijken optogt te houden
opgeluisterd door muziek. Ruim half zes
uren begaf de gilde zich in ordenlijken
optogt, voorafgegaan door de Harmo
nie St. Crispijn van Waalwijk en Be-
soyen en een achttal maagdekens naar
het huis van den Hoofdman, terwijl aan
Z.ED. eene plaats werd aangeboden in
een daartoe bestemd rijtuig, welwillend
afgestaan tot dit einde door den Wel-
Edel Geboren Heer van Heijst te Waal
wijk. De 2de Hoofdman nam naast den
jubilaris plaats. Den optogt werd voort
gezet tot aan de grens der gemeente,
vandaar tot het einde van den Biesbos
en weder terugkerende naar de 'Gilde-
vers. Ze betraden het huis aan de
achterzijde, Verkruysen werd ge
grepen op de trap naar de kelder
en omlaag gesmeten wonder bo
ven wonder kwam hij er heelhuids
af en wist later te ontsnappen.
Wat er met De Boer gebeurd is, kon
hij met niet vertellen."
„O, niet veel bijzonders!" klonk
een vrolijke stem achter hem, en
blozend en gezond, slechts één hand
in het verband, stapte het voorwerp
van het gesprek binnen.
De inspecteur zowel als de direc
teur hadden enkele ogenblikken
nodig, om van hun verbazing te be
komen. Maar De Boer stond daar in
levende lijve, en had blijkbaar in
't geheel geen kwade gevolgen van
zijn nachtelijk avontuur ondervon
den.
Nog sprakeloos, beduidde zijn
chef hem plaats te nemen. Hij ac
cepteerde een sigaar uit Bakker's
koker, hulde zich een ogenblik in
dikke rookwolken, en stak van wal.
„De heren verwachten natuurlijk
van mij een avontuurlijk verhaal",
glimlachte hij, „maar in werkelijk
heid heb ik niet veel bijzonders be
leefd. Verkruysen en ik waren de
achterkant van het huis binnenge
komen
,,A propos", wilde Bakker weten,
„hoe kwam u op dat uur van de
nacht daar verzeild?"
„Heel eenvoudig", vertelde De
Boer met kennelijk plezier. „Ver
kruysen heeft mij zijn verdenkin
gen medegedeeld. Ik heb hem eer
lijk gezegd, niet serieus genomen
tot hij van de tram werd gegooid,
die eerste avond. Toen schakelden
de heren mij als medewerker uit",
hij knipoogde naar Bakker, „en
moest ik op mijn eigen houtje gaan
opereren".
„Dus u hebt zelf voor detective
gespeeld?" vroeg de inspecteur met
de nauw verholen minachting van
de vakman voor de amateur.
„Ik zal u niet vermoeien met het
verhaal van mijn stuntelige pogin
gen", antwoordde De Boer niet ge
heel zonder ironie, „maar ze brach
ten me die bewuste avond op hon
derd meter van het verdachte per
ceel. Ik tornde zowat tegen m'n
vriend Verkruysen op, die ik bijna
niet herkende met z'n snorretje",
hij glimlachte weer naar de inspec
teur, die zich lichtelijk ergerde „en
toen besloten we de reis verder sa
men te doen".
Mét tergende langzaamheid peu
terde hij eerst het gouden bandje
en toen het blauwe belastingbandje
van z'n sigaar, keek eens of die
goed brandde en wendde zich toen
weer glimlachend tot de inspecteur.
„Verkruysen ging de trap af, en
liep precies in de val. Ik besloot
geen nummertje heldenmoed weg
te geven en hem te volgen, want
Verkruysen is een flinke kerel
dat hebt u zeker wel gemerkt, in
specteur, en als ie er alleen niet zou
uitkomen, waren we er ook met z'n
tweeën niet uitgekomen. Ik kreeg
trouwens geen kans, want meteen
kreeg ik 't aan de stok met een gro
te kerel, die ik in de duisternis niet
herkennen kon, maar die me tijdens
het gevecht allergemeenst in m'n
hand beet. Ik wist er tussen uit te
komen, rende weer door de achter
deur en de duinen in. Daar wist ik
een diepe, niet meer gebruikte
schuilkelder, waar ik inkroop.
Wel tien keer zijn de boeven er
langs gelopen en een keer hoorde
ik ze in alle ernst beraadslagen er
in af te dalen. Maar ze vreesden
dat ik een vuurwapen had en ik
hen als schietschijf zou gebruiken,
zodra ze zich op de trap van de kel
der vertoonden. Toen trokken ze af.
Later hoorde ik een geweldig la
waai en begreep dat onze vriend
Verkruysen eveneens er tussen uit
was gepiept. De heren durfden niet
al te veel herrie maken, om de om
wonenden niet te wekken. Ik ben
naar huis gegaan, liet de rest aan
Verkruysen en de politie over, want
ik had meer dan genoeg voor één
avond, heb me verkleed en verbon
den, een uurtje geslapen en voel
me weer zo fris als een hoentje. En
nu ben ik maar benieuwd wat er
in dat huis gevonden werd. U hebt
daar toch inmiddels een inval ge
daan, inspecteur?"
De inspecteur gaf slechts onwil
lig antwoord. Hij hield niet van
amateurs die hem tussen de benen
liepen ,en De Boer's zelfverzeker
de houding had hem geweldig ge-
ergerd. Hij was een man, die in
specteur Bakker, die niet goed te
genspraak verdragen kon, en nog
minder, wanneer een ander hem en
zijn werk zo zoetjes-weg in 't ootje
nam als deze gemoedelijke Braban
der deed.
„We hebben een inval gedaan, ja.
En1 we hebben heel wat gevonden.
Meest smokkelwaar en „zwart".
Geld was er niet".
„Verder geen sporen van mede
plichtigen?" Er was een onmisken
bare spanning in de stem van de
gemoedelijke dikkerd.
„Niets", gaf Bakker neerslachtig
toe. „We hebben vier van die ke
rels en daar mogen we blij mee
zijn".
„Hm...." bromde De Boer, „de
hoofddader loopt misschien nog op
vrije voeten".
„Hebt u dat misschien ook al op
uw eentje uitgevonden?" vroeg de
inspecteur scherp.
„Ik zou u m'n gedachten niet dur
ven uitspreken, inspecteur, want ze
zouden u, als vakman, ongetwijfeld
maar dwaas en onbelangrijk voor
komen".
De directeur bemerkte dat 't niet
boterde tussen de beide heren en
besloot olie op de golven te gieten.
„Ik geloof wel dat we de inspec
teur kunnen feliciteren met z'n suc
ces en meneer De Boer met z'n be
houden terugkeer. En ik hoop van
harte dat u niet verder naar mis-
portret van den jubilaris vervaardigd
door den Heer Theod. van Delft te
Waalwijk. De Heer de Greef schetste
in korte woorden de hoogachting welke
alle leden hunnen hoofdman toedroegen;
dat dat veertig jarig tijdsbestek een me
nigte van lofwaardige feiten vertoonde,
die als zooveele getuigen optraden voor
zijne zorg, zijnen ijver en beleid, de
zucht Jot orde en eensgezindheid die
schitterden als zooveele sterren aan den
thans wolkenloozen hemel onzer corpa-
ratie? Voorzeker ja! (zoo ging spreker
voort) een glansrijk verleden is opge-
boekt in de geschiedrollen onzer Gilde,
maar een verleden dat dien glans aan U
alleen te danken heeft..."
U ziet het lezers, het ontbrak die oude
Gildebroeders bij lange niet aan wel
sprekendheid, ook Hoofdman de Bakker
niet, ook hij wist zijn woordje heel goed
te doen, toen hij bedankte, voor de wel
sprekende hulde die hem was gebracht
en voor het portret dat door de heer
de Greeff een monument was genoemd,
opgericht door de zuivere vriendschap.
„Daarna, lezen we dan verder op het
met sierlijke krulletters beschreven ver
geelde papier, liet de harmonie hare wel
luidende toonen hooren. Den namiddag
en avond werden genoegelijk doorge
bracht en een fiks glas wijn, dan eens
op de voortdurende gezondheid van den
jubilaris, dan weder op zijn lang leven
gedronken, en dan eens om te proberen
of men zijn smaak nog had, tot ons ein
delijk de klok van twaalf uren huis
waarts riep; terwijl die dag nog lang in
ons aller genoegelijk aandenken zal blij
ven."
Dit gebeurde in Juni en in Augustus
daaropvolgend lezen we weer van een
„aanbesteding" van wijn, haring, brood
jes, biefstuk, gebraden rundvlees, var
kensvlees, varkensribbetjes, goede aard
appelen, fijne groenten, appelmoes en
peren. Nu tekende G. J. van Son in
voor 1.79.
Nee, het was niet altijd alleen maar
schieten bij de gilde!
dadigers onder m'n mensen zult
moeten zoeken. Het is geen reclame
voor de maatschappij
„Pardon, meneer", verbeterde
Bakker. „Eén ontrouwe postambte
naar doet 't vertrouwen in de PTT
toch niet teniet? En dat er onder
uw honderden mensen vier boeven
hebben gezetenmisschien ook
alleen maar mensen, die door gro
ter schurken werden misbruikt
kan geen smet werpen op 't blazoen
der maatschappij. Ik zou u dan ook
adviseren, die meneer die daar bui
ten loopt te schilderen om u te
spreken", hij wees op een jong
mens, dat alle tekenen van onge
duld gevend, over het terrein heen
en weer slenterde, „te verzoeken
er in z'n krant alle nadruk op te
leggen dat het personeel van uw
maatschappij zéker niet over één
kam mag word engeschoren met de
enkele broeders, die zich misdragen
hebben. (Wordt vervolgd).