r KAATSHEUVEL Gemeenteraad loonopzand. Xuwer mond en keel eiondeen ST.JOACHIMSMOER D.D.D. HET MYSTERIE WRIGI& Sprangse Kerk wordt gerestaureerd ih&éêè&yMiUW Merfrissenae 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1952. 2 ff ff ff PpPfffWf v V u de echte kauW0"1 Hei begin is gemaakt. „DE GILDE VIERT Si. Crispinus en Crispinianus vierde feesi in 1881. XXX R Wli PRAE-ADVIEZEN. Mededeling wordt gedaan dat krach tens raadsbesluit van 21 April 1952, be treffende het aangaan van een geldle ning tot het bedrag, waarvoor door hou ders van rentespaarbrieven en obligaties van de nationale leningen voor de wo ningbouw 1952 ten aanzien Van deze gemeente voorkeur is uitgesproken, is geconstateerd dat blijkens mededeling van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten termijnen van respectievelijk 2.600.—; 7.300.—; 900.— en f 200.- op rekening van deze gemeente bij genoemde bank zullen worden te goed geschreven. Prae-advies: In die gemeenten waar de oor spronkelijke regeling voor 1952 is verlengd, kan het maximum van 50.zonder onderscheid voor ge huwden of ongehuwden, tot 60. worden verhoogd. B. en W. stellen voor om tot de verhoging van het maximumbedrag der uitkering van 50.tot 60. te besluiten. Prae-advies; Ged. Staten van Noord-Brabant hebben verzocht de salarisverorde ning dezer gemeente nog op een enkel punt te wijzigen. Zo dient de jaarwedde van de ambtenaar, tevens gemeente-ont vanger, nog te worden terugge bracht van 1.660.tot 920. Vervolgens achten zij een maxi mum-wedde voor de adjunct-admi nistrateur aan de hoge kant en zien zij dit juister gesteld op maximum 3.600.—. Voorts zijn zij van mening, dat de functie van meter-opnemer-incas- seerder, waarvan de bezoldiging thans 2.700.bedraagt, ten hoog ste gelijk gesteld mag worden aan een maximum-wedde verbonden aan die van een bijzondere vakman, t.w. 42.24 per week plus 6 perio dieke verhogingen ad 0.80 per week. Zij gaan er evenwel mee accoord dat de huidige salarissen van de ge noemde ambtenaren, waarvoor in de toekomst een andere salariëring zal gelden, thans blijven gehand haafd. B. en W. stellen voor de salaris verordening te wijzigen zoals bij 't ontwerp-besluit wordt voorgelegd. Prae-advies: Bij schrijven van 26 Juli '52 ver zoekt de Regent van het Bisschop pelijk Seminarie te St. Michiels- Gestel om voor het jaar 1952 en volgende jaren in het genot te wor den gesteld van een gemeentelijke subsidie van 150.per jaar voor iedere uit deze gemeente afkom stige leerling. B. en W. stellen voor om voor taan ook deze onderwijsinrichting te doen vallen,onder de subsidie regeling welke in deze gemeente op andere middelbare scholen wordt toegepast, waardoor thans een jaar lijkse subsidie van 100.per leer ling kan worden uitgekeerd. Prae-advies: Ter uitvoering van bouwplannen dient de. gemeente over de nodige bouwgrond te beschikken. Deze bouwgrond is in het algemeen niet zo gemakkelijk ter beschikking te krijgen en daarom dient o.i. elke redelijke gelegenheid tot aankoop te worden benut. B. en W. hebben L. v. Laarhoven alhier bereid gevonden om zijn per celen, Zuidelijk van de Tramlaan gelegen, aan de gemeente te verko pen. Deze grond is in het uitbrei dingsplan gedeeltelijk voor bouw terrein en stratenaanleg bestemd en FEUILLETON VAN DE BLAUWE TRAM. 11 door T. Lodewijk (31 „Nu begin ik enige samenhang te zien", verklaarde hij, „tussen het bezoek van die jongeman, een tijd je terug, en deze arrestaties. Dat jongmens had er al de lucht van dat er iets niet klopte. Maar ik be grijp niet dat de heer De Boer er niets van gemerkt heeft. Als ik het wel heb, zou hij zelfs min of meer samenwerken met Uw collega". „Is meneer De Boer hier niet?" informeerde Bakker .zonder een bevestigend antwoord te verwach ten. „Wonderlijk genoeg niet", kwam aarzelend het antwoord. „Het is voor de eerste maal zolang hij hier in dienst is, dat hij, zonder enig levensteken te geven, niet op het bureau verschijnt. Ik maak me wer kelijk ongerust „Daar is ook wel reden voor", gaf Bakker toe. „Ik zal U wat ver tellen, meneer. Gisternacht toen mijn assistent Verkruysen binnen drong in het huis dat als hoofd kwartier voor de bende diende, deed hij dat samen met de heer De Boer, die hij ter plaatse aantrof, eveneens op het spoor van de ro- valt gedeeltelijk in het gebied van het Natuurpark „De Efteling". Voor de gemeente is slechts de grond met de bestemming bouwterrein en straataanleg van belang. Dit ge deelte is groot -.93.80 ha., terwijl de toiale oppervlakte 2.78.05 beloopt. De rijksconsulent voor grond- en pachtzaken heeft voor het totale complex een bedrag van 9.361. becijferd als bedrijfsschade. Bere kend naar verhouding van de op pervlakte komen B. en W. tot de volgende becijfering: Totale oppervlakte 2.78.05 ha. bestemd voor gemeente -.93.80 ha. Totale koopprijs volgens prijzenbureau 4.148.50 bedrijfsschade volgens rijksconsulent 9.361. Totale vergoeding 13.509.50 Ten laste van de gemeente: 9380 x 13.509.50 f 4.558.68. 27805 Verder heeft v. Laarhoven nog recht op een vergoeding van 4.773.60, welke hem van gemeen tewege dient te worden uitgekeerd voor het afbreken van de gebou wen, welke op deze grond zijn op getrokken en welke (indien hij ter plaatse zijn door oorlogsgeweld ver woeste woning zou kunnen opbou wen) in gebruik zouden kunnen blijven. Bij deze schadevergoeding is er rekening mee gehouden dat v. Laarhoven in het bezit blijft van de afkomende materialen ten be hoeve van de herbouw op een an der terrein. Nog dient te worden opgemerkt dat, indien de uitbeta ling aan v. Laarhoven van boven genoemde bedragen voor de belas tingdienst aanleiding is tot het op leggen van een extra aanslag in de Inkomstenbelasting, het bedrag van deze extra aanslag door de gemeen te moet worden gedragen. Door aankoop van deze grond wordt het mogelijk het uitbreidings plan ter plaatse binnen afzienbare tijd te realiseren. B. en W. stellen voor bedoelde grond aan te kopen zoals boven is aangegeven en de daar vermelde schadevergoedingen toe te kennen. DE BALANS WORDT OPGEMAAKT. De V.V.V. KaatsheuvelLoonopzand schrijft Het reisseizoen is nog in volle bele ving. Vele reizenden en trekkenden van dorp tot dorp, van stad tot stad, van land tot land, (zoals dit laatste meer gebruikelijk wordt) zoeken elders ver pozing, doen indrukken op en trachten Zich naar lichaam en geest te restaure ren, om weer gewapend te zijn voor de dagelijkse beslommeringen die noodwen dig volgen op de best bestede vacantie^ trip. Plaatselijk bezien mogen we in de herfst van het reisseizoen o.m. niet on tevreden zijn over de aanloop, die het Natuurpark „de Efteling" mocht onder vinden. Wanneer in aanmerking wordt genomen dat „de Efteling" in nauwe lijks drie maanden ruim 200.000 mensen Van tickets voorzag, dus ongeacht het vaste abonnementsbezoek, dan is hier eerder sprake van een voldaanheid, doch in subjectieve zin. Objectief gezien resteert plaatselijk nog een manco, waar bij het Stichtingsbestuur echter vrijuit gaat. Wanneer duizenden met ons Natuur park kennis komen maken, ligt het voor de hand, dat hiervan een belangrijk deel, de touristen met eigen vervoer vooral, de gelegenheid benut, om zijn onderzoe kingstocht uit te breiden tot het overige deel van de plaats. Getuige de mening van individuele trekkers valt het contact met onze win kelzaken in vele gevallen niet onver deeld gunstig uit. De vaak gehoorde op merking dat de zaken weinig getuigenis afleggen van vakkundige uiterlijke ver zorging, is niet geheel bezijden de waar heid. Nu is étaleren een iafzonderlijk vak, doch ook hierin is voorlichting te krij gen. LoonopzandKaatsheuvel gaat naam maken in opbouwende betekenis. Laat men die van officiële zijde getoonzette handelsmelodie niet door dissonanten verstoren, 't Gaat ten koste van de eigen zaak en daarmede ten koste van de za- kenreputatie in het algemeen. Nu de balans toch wordt opgemaakt, al is het een proefbalans, mag de aan dacht nog eens gevestigd worden op de onvolkomenheid van het plaatselijk lo- gies-potentieel. Tal van aanvragen voor logiesgelegenheid die de V.V.V. Loon opzandKaatsheuvel in de afgelopen maanden te verwerken kreeg, brachten het V.V.V. bestuur evenzovele teleur stellingen. Aanvragen voor logeergele- genheid voor hele gezinnen voor één of meer weken waren geen zeldzaamheid. Het is een bekend feit, dat de plaatse lijke hotellerie en ook die van de naaste omgeving hopeloos in capaciteit tekort schiet. Verbetering hierin te verkrijgen is een van de V.V.V.-zorgen en een zwaar punt van onverzwakte aandacht voor hen, die zich „ex professo" op dit terrein bewegen. Waar gereedliggende plannen tot verbetering hierin door ve lerlei omstandigheden voorlopig niet tot uitvoering komen, kan het niet georga niseerde initiatief uitkomst brengen. Voor tal van mensen, speciaal voor hen die in de peripherie van ons onvolprezen natuurschoongebied leven, liggen voor de zomermaanden bestaanskansen, die tot nu toe vrijwel onbenut blijven. Nu mag het waar zijn en onze Vereniging is be reid dit excuus te erkennen, dat de men sen nog niet op het vreemdelingenbe- zoek in de beleefde omvang zijn inge steld, doch dit neemt niet weg, dat de noodzaak dwingt het roer om te gooien wil men de voordelen van het tij niet aan zich zien voorbij trekken. Men vergete niet, LoonopzandKaats heuvel heeft middels „de Efteling" een nieuwe industrie, „de vreemdelingen industrie" gekregen, die machtige per-, spectieven biedt, mits de zelfwerkzaam heid wordt geactiveerd. Hieraan naar vermogen mede te wer ken, is een der redenen, die ons bewoog belans te maken teneinde vast te stellen of het evenwicht in onze grootboekpost „de Efteding" bewaard kan blijven zon der de hiervoor aangegeven voorzienin gen. Het Bestuur der V.V.V. LoonopzandKaatsheuvel. f PASTOOR COENEN. Zoals reeds bericht, overleed na een langdurige ziekte en meermalen voor zien van de H. Sacramenten der Ster venden, in de ouderdom van bijna 57 jaar, onze beminde pastoor Petrus Jo- sephus Coenen, die in de 13 jaar dat Z.Eerw. hier in functie was, veel voor z'n kleine, maar bloeiende parochie heeft gedaan. Pastoor Coenen was in 1921 priester gewijd, was achtereenvolgens kapelaan fTITTïT Nlet krabben. Da helder I f- I I M vloeibare D. D. D. kal- vIJU J.V meert de jeuk ln enkele seconden, doodt de ziektekiemen en ge neest tot diep in de huidporiën. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN te Uden, Vierlingsbèek en Zeelst en werd in 1939 tot pastoor alhier be noemd. Maandagmorgen had de plechtige be grafenis plaats in onze parochiekerk en waarbij vrijwel alle parochianen tegen woordig waren, met de geestelijkheid uit deze streek en o.m. de burgemeester Mr R. v. d. Heijden. De plechtige requiem Mis werd op gedragen door de Hoogeerw. heer deken W. J. v. d. Hout uit Made, met assis tentie van pastoor J. Ras van St. Jan te Waalwijk en de rector der Carmelie- ten van Waspik-Boven. Deken v, d. Hout sprak een kort af scheidswoord, waarin hij er op wees dat deze priester steeds met grote liefde en toewijding zijn plicht als pastoor en her der had verricht. Na de absoute werd het stoffelijk overschot door de leden van 't Kerkbe stuur grafwaarts gedragen. Na de ceremonieën brachten het kerk koor en de dorps-fanfare hun laatste groet en werd nog een krans gelegd door Moers Belang, en werd het lijk bij gezet naast de 'bouw-pastoor, pastoor Kamp en defileerden allen langs de groeve. Hij ruste in vrede. Onze lezers weten dat de weg van de restauratie van de Neder lands 'Hervormde Kerk in Sprang niet over rozen is gegaan; 't heeft heel wat voeten in aarde gehad" voor, korte tijd geleden, de eerste steigers rond het oude bouwwerk werden opgetrokken. Nederland is niet overrijk aan monu menten uit de gothiek en daarom is het zo lofwaardig dat men de monumenten die we hebben, ook zorgvuldig bewaart. Dat dit niet zo gemakkelijk is begrijpt men wanneer men weet welke enorme bedragen gemoeid zijn met de restaura tie van oude gebouwen. Lang niet over al is men aan restauratie toegekomen, in onze omgeving zijn de kerken van 's-Gravemoer en Geertruidenberg daar voorbeelden van, maar de leden van de Hervormde gemeente in Sprang zullen met ons verheugd zijn dat met de restau ratie van hun kerk thans een begin is gemaakt. De prachtige toren. Door de eeuwen heen is het Brabantse landschap beheerst door torens; vanaf de Middeleeuwen hebben bouwmeesters de kerken van Brabant versierd met de fraaiste torens, in Vught, in Breda, in Hilvarenbeek en ook in Sprang. De toren van Sprang is een schone toren, zo niet de mooiste dan toch één van de mooiste van Brabant. Als ge vanuit Kaatsheuvel over de grote weg rijdt, ziet ge de toren achter zware bo men in al z'n pracht. De toren wordt nu niet gerestaureerd, om de eenvoudige reden dat in 1910 nog een restauratie heeft plaats gevonden; sommige delen zijn toen weliswaar niet aan de beurt geweest, maar op dit moment is herstel nog niet noodzakelijk. Anders is het gesteld met de kerk. Hoe noodzakelijk daarvan de restauratie is, kunt ge nu nog zien als ge de kerk bezoekt, de kerk ziet er verschrikkelijk uit! Gedreven door de nood van het ogen blik hebben vroegere generaties midden in het schip van de kerk een houten wand opgericht, waarachter men de kerk heeft verwaarloosd. Trouwens ook in de rest van de kerk zijn onze voorouders niet erg zuinig geweest, zonder een zweem van deskundigheid heeft men gebroken en gebouwd; het hoogkoor werd ook al met een wand afgesloten. De redenen van dit alles liggen in het duister van de geschiedenis verborgen en doen trouwens hier niet ter zake. Voor ons is alleen belangrijk dat de kerk thans in haar oude luister wordt hersteld. De kerk van Sprang is oud, heel oud. We weten niet wanneer ze is gebouwd, maarl ongetwijfeld is men heel vroeg in de 15e eeuw, zo niet eerder, met de bouw begonnen. Als ge rekent dat de kerk aan de Haven in Waalwijk van 1470 dateert en de kerk in Sprang naar alle waarschijnlijkheid ouder is, kan men de geboortedatum van de Sprangse kerk wel rond 1400 stellen. Trouwens ook de bouwstijl wijst daarop. De toren b.v. heeft nog ramen die sterk aan de Ro maanse stijl doen denken, de Gotische en zeker laat-Gotische ramen zijn spit ser. Bewogen geschiedenis. Zoals men weet was de Sprangse kerk voor de Reformatie een katholieke kerk; ze werd bestuurd door de Norbertijnen van de abdij van Tongerlo in België. Behalve het hele bouwplan herinneren nog de plaats van het Sacramentshuisje en de nissen van de kruiswegstaties aan die periode. Toen de Reformatie deze kerk in be zit kreeg moest het interieur natuurlijk aangepast worden aan de Dienst des Woords. Door de eeuwen heen werden talloze veranderingen in de kerk aange bracht. Dat dit niet altijd met de nodige deskundigheid gebeurde ligt voor de hand. Maar dat de kerk verwaarloosd werd is erger, maar ook te verontschul digen als men weet dat het onderhoud van een dergelijke kerk schatten geld vergt. Dat de relatief kleine Sprangse gemeente de nodige financiën niet alijtd kon opbrengen is logisch. Maar nu is men in Sprang bezig de kerk de luister te geven die ze verdient. Reeds zijn in en om het voorste stuk achter de toren steigers opgericht en bo ven het orgel is een platform geslagen, de restauratie is begonnen! Gelukkig, want in en buiten de kerk zijn hele stukken muur verdwenen, aan gevreten door de tand des tijds en be zweken onder hun eigen ouderdom. In grote stukken van de kerk is zelfs de vloer verdwenen en zijn er bakstenen neergelegd; overal in de kerk slaat de regen door het dak en wat eigenlijk nog belangrijker is de kerk voldoet niet aan de eisen van de Protestantse liturgie. Over enkele jaren zullen al deze be zwaren tot het verleden behoren, dan zal Sprang weer een monument bezitten waar het met alle recht trots op kan zijn. Hoe de kerk er dan uit zal zien weet men als men staat onder het prachtige waaiergewelf van de nieuwe consistorie-kamer, die reeds bij wijze van proef is gerestaureerd. We mogen de Hervormde Gemeente in Sprang hiermee zeker gelukwensen. De niet te benamen reuk van ouderdom slaat II tegen, wanneer ge bladert in de oude vergeelde en gerafelde archieven van de gilde St. Crispijn en St. Crispinianus, ongetwijfeld de oudste ver eniging van de oude gemeente Besoijen. Het is schoon te lezen van de gilde en haar gebruiken; wij lieten LI al lezen van de fles rode wijn en van de ingelegde haring met broodjes, van de biefstuk, het gebraden rundvlees, de varkensworst en de varkensribbetjes, de goede aardappelen en de fijne groenten, de appelmoes en de peren die kastelein Brokken voor 1.80 per persoon zou leveren. Maar dan lezen we in de notulen van kamer. Daar werd bij aankomst aan de vergadering van 2 September 1880: j onzen Zeer Geachten Hoofdman na- Deen eersten Hoofdman heeft zijn j mens de Gilde een geschenk aangeboden door J. J. de Greeff, bestaande uit het misnoegen te kennen gegeven aangaande den teerdag in de Kermisweek, alsdat er op dien dag is gebruik gemaakt minstens door een lid, het verteer, namentlijk de flesch wijn; en verder op een andere plaats een ander gezelschap heeft gaan bijwoonen; hetgeen naar verklaring van den lsten Hoofdman een affrond was voor het Gezelschap... Niet iedereen was dus een evengoede gildebroeder. Maar, verder bladerend, vinden we het grote verslag van het feest, dat op 29 Juni 1881 werd gevierd, toen J. de Bakker 40 jaren Hoofdman was. „Teneinde dit feest meer luister bij te zetten, lezen wij, had de Directie be sloten een feestelijken optogt te houden opgeluisterd door muziek. Ruim half zes uren begaf de gilde zich in ordenlijken optogt, voorafgegaan door de Harmo nie St. Crispijn van Waalwijk en Be- soyen en een achttal maagdekens naar het huis van den Hoofdman, terwijl aan Z.ED. eene plaats werd aangeboden in een daartoe bestemd rijtuig, welwillend afgestaan tot dit einde door den Wel- Edel Geboren Heer van Heijst te Waal wijk. De 2de Hoofdman nam naast den jubilaris plaats. Den optogt werd voort gezet tot aan de grens der gemeente, vandaar tot het einde van den Biesbos en weder terugkerende naar de 'Gilde- vers. Ze betraden het huis aan de achterzijde, Verkruysen werd ge grepen op de trap naar de kelder en omlaag gesmeten wonder bo ven wonder kwam hij er heelhuids af en wist later te ontsnappen. Wat er met De Boer gebeurd is, kon hij met niet vertellen." „O, niet veel bijzonders!" klonk een vrolijke stem achter hem, en blozend en gezond, slechts één hand in het verband, stapte het voorwerp van het gesprek binnen. De inspecteur zowel als de direc teur hadden enkele ogenblikken nodig, om van hun verbazing te be komen. Maar De Boer stond daar in levende lijve, en had blijkbaar in 't geheel geen kwade gevolgen van zijn nachtelijk avontuur ondervon den. Nog sprakeloos, beduidde zijn chef hem plaats te nemen. Hij ac cepteerde een sigaar uit Bakker's koker, hulde zich een ogenblik in dikke rookwolken, en stak van wal. „De heren verwachten natuurlijk van mij een avontuurlijk verhaal", glimlachte hij, „maar in werkelijk heid heb ik niet veel bijzonders be leefd. Verkruysen en ik waren de achterkant van het huis binnenge komen ,,A propos", wilde Bakker weten, „hoe kwam u op dat uur van de nacht daar verzeild?" „Heel eenvoudig", vertelde De Boer met kennelijk plezier. „Ver kruysen heeft mij zijn verdenkin gen medegedeeld. Ik heb hem eer lijk gezegd, niet serieus genomen tot hij van de tram werd gegooid, die eerste avond. Toen schakelden de heren mij als medewerker uit", hij knipoogde naar Bakker, „en moest ik op mijn eigen houtje gaan opereren". „Dus u hebt zelf voor detective gespeeld?" vroeg de inspecteur met de nauw verholen minachting van de vakman voor de amateur. „Ik zal u niet vermoeien met het verhaal van mijn stuntelige pogin gen", antwoordde De Boer niet ge heel zonder ironie, „maar ze brach ten me die bewuste avond op hon derd meter van het verdachte per ceel. Ik tornde zowat tegen m'n vriend Verkruysen op, die ik bijna niet herkende met z'n snorretje", hij glimlachte weer naar de inspec teur, die zich lichtelijk ergerde „en toen besloten we de reis verder sa men te doen". Mét tergende langzaamheid peu terde hij eerst het gouden bandje en toen het blauwe belastingbandje van z'n sigaar, keek eens of die goed brandde en wendde zich toen weer glimlachend tot de inspecteur. „Verkruysen ging de trap af, en liep precies in de val. Ik besloot geen nummertje heldenmoed weg te geven en hem te volgen, want Verkruysen is een flinke kerel dat hebt u zeker wel gemerkt, in specteur, en als ie er alleen niet zou uitkomen, waren we er ook met z'n tweeën niet uitgekomen. Ik kreeg trouwens geen kans, want meteen kreeg ik 't aan de stok met een gro te kerel, die ik in de duisternis niet herkennen kon, maar die me tijdens het gevecht allergemeenst in m'n hand beet. Ik wist er tussen uit te komen, rende weer door de achter deur en de duinen in. Daar wist ik een diepe, niet meer gebruikte schuilkelder, waar ik inkroop. Wel tien keer zijn de boeven er langs gelopen en een keer hoorde ik ze in alle ernst beraadslagen er in af te dalen. Maar ze vreesden dat ik een vuurwapen had en ik hen als schietschijf zou gebruiken, zodra ze zich op de trap van de kel der vertoonden. Toen trokken ze af. Later hoorde ik een geweldig la waai en begreep dat onze vriend Verkruysen eveneens er tussen uit was gepiept. De heren durfden niet al te veel herrie maken, om de om wonenden niet te wekken. Ik ben naar huis gegaan, liet de rest aan Verkruysen en de politie over, want ik had meer dan genoeg voor één avond, heb me verkleed en verbon den, een uurtje geslapen en voel me weer zo fris als een hoentje. En nu ben ik maar benieuwd wat er in dat huis gevonden werd. U hebt daar toch inmiddels een inval ge daan, inspecteur?" De inspecteur gaf slechts onwil lig antwoord. Hij hield niet van amateurs die hem tussen de benen liepen ,en De Boer's zelfverzeker de houding had hem geweldig ge- ergerd. Hij was een man, die in specteur Bakker, die niet goed te genspraak verdragen kon, en nog minder, wanneer een ander hem en zijn werk zo zoetjes-weg in 't ootje nam als deze gemoedelijke Braban der deed. „We hebben een inval gedaan, ja. En1 we hebben heel wat gevonden. Meest smokkelwaar en „zwart". Geld was er niet". „Verder geen sporen van mede plichtigen?" Er was een onmisken bare spanning in de stem van de gemoedelijke dikkerd. „Niets", gaf Bakker neerslachtig toe. „We hebben vier van die ke rels en daar mogen we blij mee zijn". „Hm...." bromde De Boer, „de hoofddader loopt misschien nog op vrije voeten". „Hebt u dat misschien ook al op uw eentje uitgevonden?" vroeg de inspecteur scherp. „Ik zou u m'n gedachten niet dur ven uitspreken, inspecteur, want ze zouden u, als vakman, ongetwijfeld maar dwaas en onbelangrijk voor komen". De directeur bemerkte dat 't niet boterde tussen de beide heren en besloot olie op de golven te gieten. „Ik geloof wel dat we de inspec teur kunnen feliciteren met z'n suc ces en meneer De Boer met z'n be houden terugkeer. En ik hoop van harte dat u niet verder naar mis- portret van den jubilaris vervaardigd door den Heer Theod. van Delft te Waalwijk. De Heer de Greef schetste in korte woorden de hoogachting welke alle leden hunnen hoofdman toedroegen; dat dat veertig jarig tijdsbestek een me nigte van lofwaardige feiten vertoonde, die als zooveele getuigen optraden voor zijne zorg, zijnen ijver en beleid, de zucht Jot orde en eensgezindheid die schitterden als zooveele sterren aan den thans wolkenloozen hemel onzer corpa- ratie? Voorzeker ja! (zoo ging spreker voort) een glansrijk verleden is opge- boekt in de geschiedrollen onzer Gilde, maar een verleden dat dien glans aan U alleen te danken heeft..." U ziet het lezers, het ontbrak die oude Gildebroeders bij lange niet aan wel sprekendheid, ook Hoofdman de Bakker niet, ook hij wist zijn woordje heel goed te doen, toen hij bedankte, voor de wel sprekende hulde die hem was gebracht en voor het portret dat door de heer de Greeff een monument was genoemd, opgericht door de zuivere vriendschap. „Daarna, lezen we dan verder op het met sierlijke krulletters beschreven ver geelde papier, liet de harmonie hare wel luidende toonen hooren. Den namiddag en avond werden genoegelijk doorge bracht en een fiks glas wijn, dan eens op de voortdurende gezondheid van den jubilaris, dan weder op zijn lang leven gedronken, en dan eens om te proberen of men zijn smaak nog had, tot ons ein delijk de klok van twaalf uren huis waarts riep; terwijl die dag nog lang in ons aller genoegelijk aandenken zal blij ven." Dit gebeurde in Juni en in Augustus daaropvolgend lezen we weer van een „aanbesteding" van wijn, haring, brood jes, biefstuk, gebraden rundvlees, var kensvlees, varkensribbetjes, goede aard appelen, fijne groenten, appelmoes en peren. Nu tekende G. J. van Son in voor 1.79. Nee, het was niet altijd alleen maar schieten bij de gilde! dadigers onder m'n mensen zult moeten zoeken. Het is geen reclame voor de maatschappij „Pardon, meneer", verbeterde Bakker. „Eén ontrouwe postambte naar doet 't vertrouwen in de PTT toch niet teniet? En dat er onder uw honderden mensen vier boeven hebben gezetenmisschien ook alleen maar mensen, die door gro ter schurken werden misbruikt kan geen smet werpen op 't blazoen der maatschappij. Ik zou u dan ook adviseren, die meneer die daar bui ten loopt te schilderen om u te spreken", hij wees op een jong mens, dat alle tekenen van onge duld gevend, over het terrein heen en weer slenterde, „te verzoeken er in z'n krant alle nadruk op te leggen dat het personeel van uw maatschappij zéker niet over één kam mag word engeschoren met de enkele broeders, die zich misdragen hebben. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 4