EEN FEESTDAG
Puistjes;
iDJDLÏfe.
verfrissende
MIG&L
\jMVVo\qende
j\qaret
smaaM beter
qeionde
POPENT D°°DT "l!" 75c,'s
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
HET MYSTERIE
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 5 SEPTEMBER 1952
2
voor de Waalwijkse Ouden van dagen
Zij gingen jong van hari naar Animali.
kauwgom
„Und jetz.en het enthousias
me der Duitse kinderen kende geen
grenzen en een van hen riep uit
„Heilige Vater, ich liebe dich und
mit mir das ganze Deutsche Volk.."'
„Ik weet het, zei de Paus, Duits
land is niet slecht
En Harry vertelde over de on
vergetelijke indruk, die dit alles
op hem maakte. Maar meer was er
dat hij nooit zal vergeten Pisa,
Napels, Tivoli, Capri....
Langs de Cóte d'Azur werd de
reis voortgezet naar Nice en Monle
Carlo. Harry heeft er ook aan de
roulette gezeten Ik ook 'n tientje
er aan gewaagd, zei hij, maar ik
heb er niets meer van teruggezien.
Neen, dan had het 22-jarige Ame
rikaanse studentje meer succes,
die won tenminste nog 60.000
francs.
In die buurt bezocht men ook
een parfumeriefabriek ge wist
niet meer waar ze naar roken, toen
ze d'r uit kwamen, zei de Musa-
chauffeur een meisje had voor
300 gulden parfum gekocht.
Cannes bezocht men en Mar
seille en via Carcassonne ging men
naar Lourdes. Van daaruit reed
men Spanje binnen, naar Madrid
met zijn glanzend koperen trot
toirbanden en zijn straten van
mozaiek. Men was er in het gezel
schap van beroemde toreadors en
men bezocht de stierengevechten,
waar het volk nog wilder was dan
de getergde stieren en waar men
voor peseta's u de donkere wijn
uit een grote zak in de mond
spuit.
Angoulême en Tours met zijn
vele kastelen werden nog bezocht,
voordat men in Parijs arriveerde.
Hier namen de meisjes afscheid
van hun chauffeur zij staken de
Oceaan over en zij zouden via Ca
lif ornië en Canada naar hun
woonplaatsen terugkeren.
DANKBARE
DOLLARPRINSESSEN.
Als ge die verhalen over de reis
.hoort, over de meer dan luxueuse
hotels waarin werd gelogeerd, o-
ver hetgeen gegeten werd en over
heel de verdere verzorging, dan
krijgt ge de overtuiging dat Harry
Moonen te doen heeft gehad met
dollarprinsessen. Dikke cheque
boekjes en stapels dollars gingen
schuil in hun handtasjes en de re
verentie waarmee zij overal ont
vangen werden, waarmee ze aan
de grenzen werden behandeld en
waarmee directeuren van de
grootste hotels hun onderdanige
dienaren waren, zal wel meer. ge
richt zijn geweest op hun beta
lingsmiddelen, dan op hun per-
soon. Maar daaraan zullen zij zich
weinig gelegen hebben laten lig
gen Amerikanen gaan hun eigen
gang en storen zich aan niets of
niemand, zij eten waar zij zin in
hebben en op de manier zoals hun
I dat het gemakkelijkst voorkomt, en
wanneer zij in dure avondtoi-
letten de opera's in Milaan en in
I Rome bezochten, dan liepen zij op
gymnastiekschoenen
Zij kochten souvenirs zo vele en
zo dure als ze dat wilden een
van hen kocht bij wijze van sou
venir een ring met een horlogetje
er in ter waarde van 2000.de
volgende dag deed zij met twee
van haar tochtgenoten van één
flesje limonade Uitersten
Maar ook in hun dankbaarheid
toonden zij zich spontaan. We la
zen een brief die dr. Josephine
Vallerie aan de fa. Mulders-Sars
schreef en waarin zij zich uitputte
in loftuigingen over het prachtige
materiaal, de uitstekende service
en de vriendelijke en bekwame
chauffeur, die een echte gentleman
was.
Voor deze Waalwijkse firma was
deze reis door Europa ongetwijfeld
een grote eer, een uitverkiezing
en een pracht-reclame en voor
Harry Moonen was het „de reis
van zijn leven".
ABONNEERT U
OP DIT BLAD
Uitgeleide gedaan door vele wuivende handen en lachende gezichten
reden de Waalwijkse Ouden van Dagen Dinsdagmiddag vanaf het
Vredesplein, door de Antonius parochie Waalwijk uit.
Prinsheerlijk lieten zij zich in 70 wagens de gezelligheid van een on
bezorgde blijde middag tegemoet voeren; en in al die wagens ontspan
de zich de verwachting der laatste dagen, nu men wist dat het verlang-
de ogenblik was aangebroken.
En het werd een feestdag voor al die goede oude mensen, het werd een
feestdag voor de heren organisatoren, die hun moeite zagen beloond,
alleen al door al die gelukkige gezichten; en ook voor ons werd het
een feestdag, omdat wij de blijde stemming op zo'n tocht mochten
meemaken, omdat wij die zgn. oude mensen jong zagen worden tot het
uitgelatene toe, omdat wij ze, zoals Drik, charmant zagen wuiven te
gen al de jonge meisjes die lachend langs de weg stonden.
grote weg naar Loon-op-Zand op; voor
ons gleden 45 andere wagens, en achter
ons nog 24, ze herbergden nagenoeg
„heel het Waalwijkse antiek", zoals er
eentje zei, maar de stemming in de wa
gens was bijlange niet antiek. Die was
jeng en vreugdig, want als ge uitgaat
met Okke, met Frits, Jantje, Dorus en
Drik, die tegen al de jonge meiskes
zwaait en wiens hart even sterk en ge
zond blijkt als zijn maag, en met al die
andere echte royale Waalwijkse mensen,
dan ontbreekt het niet aan leut en dan
kunnen ze onderweg nog geen varken
zien of ze weten er iets over te vertel
len.
En zo reden we dan door Loon-op-
Zand, door Udenhout, waar een boe
renknecht op een hek, met hek en al
omviel, van de alteratie zeker, toen hij
al die auto's zag.
Diep groen zijn de loofbossen rond
Udenhout en de dennen van Oisterwijk
zijn slank en door het open raam dringt
hun gezonde geur de wagen binnen. We
passeren Moergestel en rijden dan „op
Oirschot aan, door een Canidassenlaan",
DOOR SCHOON BRABANT
NAAR EINDHOVEN.
Dat is wel een van de meest prettige
dingen van zo'n tocht, dat ge in alle
plaatsen zo'n belangstelling ontmoet, dat
ge daar overal vriendelijk wuivende
mensen ziet staan, op wier gezichten ge
kunt lezen dat ze het fijn vinden voor
de Ouden van Dagen, wanneer die er
'ns 'n middag uit kunnen, wanneer die
zich 'ns heerlijk kunnen laten verwen
nen door een stadsgemeenschap, die het
zich een eer en een plicht rekent, hun
levensavond door deze kleine vriende
lijkheden te veraangenamen.
De Kaiser waarin wij met enkele van
de oude gasten waren ondergebracht
gleed Waalwijk uit, door Sprang, de
Zuiver en ontsmet
1 uw huid met de hel-
dervloeibareD.D.D.
De jeuk bedaart, de
ziektekiemen worden gedood en de huid
geneest.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
waarvan het liedje zegt, dat Hertog Jan
van Brabant, daar nog wel eens heeft
gevreeën.
Het is onderwijl zoetjes gaan regenen,
maar we zitten behaaglijk en niets kan
de stemming bederven; ook niet het
kleine incidentje dat voorvalt op de weg
Best-Eindhoven. Een vreemde wagen
trachtte zich tussen onze colonne te
schuiven, er moest worden geremd, en
kele wagens schoven door op de gladde
weg en kwamen met elkaar in aanra
king, een er van werd nog al zwaar
beschadigd; en hoewel er gelukkig nie
mand enig letsel opliep, was het toch
zeer jammer voor de chauffeuse, die zich,
evenals die 69 anderen, met haar wagen
graag had ingezet, om de Waalwijkse
Ouden van Dagen dit genoegen te be
reiden.
Dit ongelukje kost enige tijd, en ook
vooraan in Eindhoven moeten we even
wachten op de verkeerspolitie, die de
Waalwijkse motorpolitie behulpzaam zal
zijn, met ons veilig door het stadsver
keer te gidsen. Dit gaat wonderwel en
om half vier komt de slanke vogel in
zicht die hoog op de ingangspoort van
het vogel- en dierenpark „Animali"
zweeft.
Langzaam rijden de wagens voor en
behulpzame handen helpen enkele passa
giers uit de wagen, maar de meesten
zijn nog kwiek genoeg om er zelf uit te
kunnen.
Drik wil met alle geweld, dat de
chauffeur langs een verpleegstertje van
het Roode Kruis stuurt, dan kan die
hem er uit helpen, maar hij: komt be
drogen uit, want iedereen kan met zijn
klompen zien, dat Drik nog mans ge
noeg is.
IN HET MOOIE ANIMALI.
Langs de kwetterende parkieten en de
druk doende papegaaien, langs strakke
gazons en hoog kletterende fonteinen
wandelt het Waalwijks Antiek naar het
theehuis. Frans en Dorus en Jantje en
enkele andere kameraden zitten al aan
den borrel als wij binnenkomen en we
zijn toch gewoonlijk ook niet de laatste.
Na 'n tijdje zitten ze allemaal, de
meesten buiten, want zo lang we in het
mooie park zijn, zal het niet regenen.
Vriendelijke handen delen bonnen en
sigaren uit, en lieve handen zijn er orn
iedereen te verrassen met lekkere sprits-
koeken van de Coöperatie.
En dan spreekt de voorzitter van het
comité de heer A. Meys, een hartelijk
woord van welkom en hij bedankt de
burgemeester die ook zo spontaan zich
bereid heeft verklaard de rit mee te rij
den. Hij dankt de autobezitters van
Waalwijk, heel de Waalwijkse gemeen
schap voor hun gulle gaven, het Roode
Kruis dankt hij voor hun hulpvaardig
heid, de politie, die veilig de lange co
lonne naar Eindhoven bracht, de Coö
peratie voor de 300 pakketjes met koe
ken en André van Hilst voor de grote
hoeveelheid toffee's, en tenslotte de heer
Henk van Engelen, die voor de goede
stemming zou zorgen.
Ook burgemeester Teijssen spreekt
een kort woord: Ik verheug me erg, zegt
hij, dat jullie in zo'n opgewekte stem
ming hier aanwezig zijn. En hij heeft
prijzende woorden voor het comité en
voor allen die hun auto beschikbaar
stelden.
De heer Meys hevelt dan nog de aan
het comité gebrachte dank over op de
persoon van de heer Antoon Tielen, de
ijverige secretaris, die 90 van al het
werk heeft verzet.
En dan begint het feest; dan dirigeert
Frans Schilders, nog even vitaal als
toen hij het Baardwijkse Kerkkoor diri
geerde zijn zangers en zangeressen, wan
neer die het Wilhelmus zingen, en de
warme, diepe, bas van Hannes onder
steunt de volle tenoren van Frits en van
Thomas. Henk van Engelen zingt een
lied heet van de naald en hij heeft niet
veel van zijn overtuigingskracht nodig,
om zijn toehoorders aan te sporen het
refrein mee te zingen.
Daar zitten ze nou, de Waalwijkse
Oudjes, zo echt op d'r gemak, mee een
goeie sigaar en 'ne lekkere borrel of een
sterk bakske, Marinus is net een echte
tourist, mee het Kevelaerpetje op z'n
bruine kop; naast 'm zit Gerritje te
knikkebollen en een eindje verderop he
lemaal alleen aan een tafeltje Jan, die
zijn sigarenpijpke zo ver in z'n mond
steekt als ie kan en af en toe 'ns van
z'ne cognac mee suiker pruuft.
„Hebt U een bon, Mijnheer", vraagt
een charmante serveuse aan een man
neke wiens ondeugende oogskens door
zijn schoenmakersbrilleke heenpriemen.
„O, die zijn al lang op, mer ik 'heb
goei geld", en dan vat ie er nog eentje.
Onze collega, Pater Concordius van
de Capucijnen, die in het restaurant zat
om 'ns rustig een artikel over het vo
gelpark te kunnen schrijven, heeft; geen
pen meer op het papier gehad, sinds dé
Waalwijkse Ouden van dagen neerstre
ken op het park. En hij zag zich opge
nomen in het grote gezelschap en hij
profiteerde mee van de gulle gaven en
Okke zat zijn lange geestige verhalen
tegen hem te vertellen en de Pater zei
ons dat hij het verrukkelijk vond.
NAAR DE APEN.
Natuurlijk moeten ook de dieren be
zichtigd worden; in groepjes trekken ze
de tuin door langs de kooien met pan
ters en luipaarden, langs lama's en de
gazelles, langs de maleise beren en de
damherten, langs al die fonkelende exo
tische vogels en dan komen ze bij de
apen. „Da s ook nog een bietje familie
van jou is nie", zegt Drik en gaat door
met de menselijkste aller dieren apenoot
jes te voeren.
Deze dieren blijken een van de groot
ste attracties te zijn voor de Waalwijkse
mensen, die zich buitengewoon verma
ken met de dolle streken*en de rare
buitelingen, en rap eten de apen de olie
nootjes die hun door het gaas worden
toegestoken.
Er is ook een speeltuin met een draai
molen en wippen en een glijbaan die
niet aan te bevelen is voor Rode Kruis-
meisjes met witte schorten.
Zo zoetjesaan wordt het tijd voor de
koffietafel, die goed verzorgd is, en die
alle eer wordt aangedaan, want de
Waalwijkse reizigers laten heel weinig
liggen.
Én dan is veel te gauw en bijna on
gemerkt het uur van vertrekken gena
derd; maar men amuseert zich nog steeds
uitstekend en het valt niet mee, om
iedereen naar de uitgang te drijven, waar
de auto's te wachten staan, en waar
veel behulpzame handen doende zijn
iedereen naar zijn juiste plaats te bren
gen en te wijzen.
Het is kwart voor zeven wanneer we
afscheid nemen van Animali; weer
plenst de regen op de autokappen, maar
we zijn de regen welgezind, omdat hij
verstek heeft laten gaan toen de Ouden
van Dagen zich verpoosden in het mooie
park.
De chauffeurs turen strak voor zich
uit naar de rode achterlichten van hun
voorganger, in de wagens zijn de men
sen weggezakt in de zachte kussens; en
kijken stil voor zich heen, dommelen een
beetje, of praten vergenoegd na over de
vreugden van deze middag.
Een enkele keer moet onze chauffeur
tonen wat hij waard is, een vreemde
eend schiet in onze bijt en het harde
remmen en het omsmijten van het stuur
zet de wagen dwars op de weg. Maar
over het algemeen kan het tempo zeer
goed gehandhaafd worden, en kunnen
we regelmatig over Best, Vught en Den
Bosch de Langstraat inschieten, terug
naar huis. i
JOYEUSE ENTRÉE.
Het is niets minder dan een joyeuse
entrée, een blijde incomste, als we
Waalwijk binnenrijden. Op de brug over
het kanaal zit de Baardwijkse jeugd, druk
wuivend en roepend ons het eerste wel
kom te bereiden, en dan rijden we aan
een stuk langs aan weerskanten grote
mensenrijen. De kinderen tellen de wa
gens, en roepen uitgelaten wanneer ze
opa of opoe zien zitten, de grotere kij
ken vergenoegd toe. Aan den Hoek
staat de fiere drumband van de Kajot-
ters, die ons het centrum binnen zal voe
ren. Steeds drukker wordt het; bij de
Putstraat kunnen de wagens amper tus
sen de twee mensenhagen door en vele
gezichten verdringen zich voor de
raampjes van de wagen: Komt er maar
in!, roept Drik.
Op het Raadhuisplein en de Markt is
de drukte overweldigend en al die men
sen scheppen zo'n vrolijke sfeer rond
deze thuiskomst, zijn allemaal evenzo-
vele levende blijken van belangstelling,
die het oude hart goed doen.
Vanaf de kiosk klinkt de muziek van
de Baardwijkse muzikanten van St. Jan
en zo gauw zijn deze nog niet uitge
speeld, of daar dreunen de trommen van
de Kajotters weer, en tussen de auto's
door lopen de mensen naar bekenden te
zoeken.
Langzaamaan rijden alle auto's weer
het plein af, de Kajotters trekken weg
en ook de muziek en de mensenmassa
verspreidt zich door Waalwijk.
In alle straten stoppen auto's en daar
uit stappen de gelukkige ouden van da
gen, die ongetwijfeld allemaal hebben ge
noten van een heel mooie dag.
Zij zullen zeker nog lang dankbaar
blijven hiervoor, dankbaar jegens het
ijverige comité, jegens de gehele burge
rij, de vele autobezitters en allen die hun
ieder jaar weer deze tocht bereiden. En
zij zullen verlangend uitzien weer naar
het volgend jaar.
Even iets rechtzetten!
Aansluitend op dit verslag van de ge
noeglijke autotocht en 't pleizierige ver
blijf in Animali moeten wij toch even
iets recht zetten, waaromtrent een mis
verstand heerst onder de Waalwijkse
bevolking.
Toen namelijk het comité Zaterdag
een week geleden, zijn straatcollecte
hield, kregen zij op veel plaatsen te ho
ren:
Alweer voor de Ouden van Dagen?!
Men dient hier echter twee dingen
goed uit elkaar te houden: namelijk de
R.K. Bond voor Ouden van Dagen, on
derdeel van de K.A.B., welke bond een
donateursactie heeft gevoerd en ook gel
den heeft ingezameld voor het herstel
van het biljart in het Gildebond-café,
waar de Ouden van Dagen dagelijks ver
toeven, en het Comité Ouden van Da
gen, dat vroeger ook wel de zorg voor
het verblijf lokaal van de Ouden van
Dagen op zich heeft genomen, maar dat
zich thans, nu de bond er is, alleen be
zig houdt met het organiseren van het
jaarlijkse uitstapje. De collectes enz. die
plaats hebben namens de R.K. Bond
voor ouden van dagen komen dus in
hoofdzaak alleen maar ten goede aan
de leden van die Bond en de initiatieven
die zij neemt, terwijl het de bedoeling
van het comité is alle Waalwijkse Ou
den van Dagen zonder een uitzondering
in de gelegenheid te stellen, deel te ne
men aan het jaarlijkse uitstapje; richt de
activiteit van de eerste zich dus voorna
melijk tot de leden, die allemaal man
nen zijn, het comité betreft in haar actie
ook de vrouwen, die zodoende ook 'ns
kunnen profiteren.
VRAGEN EN MENINGEN
van onze lezers
IS WAALWIJK EEN STAD?
Van een abonné uit Drunen ont
vingen wij het volgend ingezonden
stuk:
„Naar mijn mening zijn de Waal
wij kers erg hoogmoedig, of is het
alleen de redactie van „De Echo?
Want U schrijft steeds over stad,
als U over Waalwijk schrijft.
Maar Waalwijk heeft toch geen
stadsrechten meer, die heeft 't wel
gehad, maar die zijn haar toch ont
nomen".
Wij antwoorden hierop: Al zou
den wij steeds over stad schrijven,
wanneer wij het over Waalwijk
hebben (intussen hebben wij het
altijd over de plaats of gemeente
Waalwijk, alleen „Jevo" spreekt in
zijn Ingezonden Stuk van Maandag
1.1. over Waalwijk stad), dan nog
zou men ons niet van hoogmoed
kunnen beschuldigen; wij kennen
immers Waalwijk dan een recht toe,
dat het sinds 1303 onafgebroken
heeft bezeten. In dat jaar heeft
Waalwijk inderdaad de stadsrech
ten van Hertog Jan van Brabant
gekregen, en nooit zijn haar die
rechten ontnomen. Bij het gemeen
te-archief van Waalwijk wordt een
afschrift van het authentieke stuk
bewaard, en in andere stukken uit
dat archief blijkt dat tot in de Na
poleontische tijd de Waalwijkse
schout en schepenen zich steeds
noemen: Schout en Schepenen van
de stede en vrijheid Waalwijk.
Intussen moeten wij eerlijkheids
halve ook vermelden dat in de stuk
ken van andere plaatsen en steden
nooit sprake is van de stad Waal
wijk, die dus waarschijnlijk elders
nooit als zodanig werd beschouwd.
De reden hiervan? Wellicht heeft
Waalwijk niet altijd gebruik ge
maakt van haar rechten als stad;
hoewel hier bijvoorbeeld wel de
rechtspraak werd uitgeoefend en
Waalwijk een eigen baljuw had.
En tegenover het stedelijk cachet
dat Waalwijk werd verschaft door
de markten, die beduidend groter
waren dan bijv. die van 's-Bosch,
kunnen we weer het feit plaatsen
dat de meerdere grote brandram
pen die Waalwijk getroffen hebben
de grootheid en de allure van de
stad geweld hebben aangedaan en
de normale uitgroei van onze plaats
als een stad, ook wat het uiterlijk
aanzien betreft, hebben verhin
derd.
Maar al beschouwde men in het
verleden, en zoals blijkt ook in het
heden, Waalwijk niet meer als stad,
haar rechten op dit praedicaat zijn
onvervreemdbaar.
Het spreekt vanzelf dat wij door deze
opmerkingen niet onze voorkeur tonen
voor het een of voor het ander; het was
alleen onze bedoeling de zaken juist te
stellen en misverstand uit de weg te rui
men.
Intussen, laat de Waalwijkse gemeen
schap beide, zowel de Bond als het
Comité even gul, als in het verleden,
blijven steunen.
MR. STIKKER NAAR
LONDEN.
Naar in gewoonlijk betrouwbare
kringen in Londen verluidt zal mr
D. Stikker, de afgetreden minister
van Buitenlandse Zaken binnen,
kort worden benoemd tot ambas
sadeur in Londen.
U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal
in uw ingewanden doen stromen, anders
verteert uw voedsel niet, het bederft.
U raakt verstopt, wordt humeurig en
loom. Neem de plantaardige CARTER'S
LEVERPILLETJES om die liter gal
op te wekken en uw spijsvertering en
stoelgang op natuurlijke wijze te regelen.
Een plantaardig zacht middel, onover
troffen om de gal te doen stromen.
Eist Carter's Leverpilletjes.
VAN DE BLAUWE TRAM.
door T. Lodewijk
34)
„Vader....", antwoordde Marja,
„vader is een zonderlinge oude
heer, die een zwak voor jou heeft,
de hemel mag weten waarom. Hij
heeft zich in zijn hoofd gezet, dat
ik met je zou trouwen. Maar vader
kon van jiou nooit of te nimmer
kwaad horen, tot op de dag dat
hij werd overvallen. Van 't begin
af heeft hij verdenking tegen je ge
koesterd. Doordat hij bewusteloos
was, kon hij niet vertellen, dat hij
de nummers van de duizendgul-
den-biljetten wél genoteerd had en
later heeft hij het evenmin verteld,
omdat hij er steeds meer zeker van
werd, dat jij bij die beroving de
hand in 't spel had. Want niemand,
weet je, niemand behalve jij, wist
dat vader met zoveel geld naar huis
zou komen. En toen vader later,
langs een omwegje, je betalingen
liet controleren, bleek dat er nog
één bankbiljet te achterhalen was...
één, maar dat was net genoeg, John
van Lier
De ander scheen onmachtig tot
spreken. Het bleef tenminste ge
ruime tijd stil. Jochem hoopte vu
rig, dat hij zou bekennen, maar
onwetend van het feit, dat een
man, die allesbehalve zijn vriend
was, mee te luisteren stond.
„En waarom", klonk het tenslotte
haperend, „heeft je vader er dan
geen werk van gemaakt, als hij de
bewijzen had
Het antwoord kwam onmiddel
lijk. „Allereerst omdat vader met
jouw vader altijd heel bevriend is
geweest, en omdat hij de firma
Van Lier niet in 't verderf wil
storten, nu Rob, die zo hard voor
de zaak werkt, in Amerika is. En
dan z'n zwak voor jou en z'n wens
^dat we samen trouwen zullen.
Allemaal redenen genoeg voor va
der, om de zaak niet bij de politic
aanhangig te maken. Maar anders,
John, had je al lang onder het
Raadhuis gezeten
Het bleef nu geruime tijd stii, en
Jochem besloot 't tweede bedrijf
van dit drama te gaan opvoeren.
Voorzichtig liep hij om 't huis
heen en belde aan de statige voor„
deur. Ergens in de gang luidde een
deftige bel.
Het duurde lang, voor de deur
geopend werd én Jochem herken
de in het schemerige licht de be
woner zelf. Blijkbaar was het per
soneel afwezig.
„Wat is er", snauwde John van
Lier, die zijn bezoeker niet her
kende, maar wie de stoornis alles
behalve welkom was.
„Meneer van Lier informeer
de Jochem onnodig. „Ik zou u
graag een paar ogenblikken spre
ken".
„Ik heb nu geen tijd, ik ben in
bespreking", klonk het kortaf,
„kom morgen maar terug". Reeds
maakte hij een beweging om de
deur te sluiten.
„Morgen is 't wellicht te laat",
antwoordde Jochem veebleteke-
nend, „ik mag me misschien even
/voorstellen Mijn naam is Ver-
kruysen van de Rijksrecherche,
en ik heb een dringende bood
schap".
John van Lier deed een stap
achteruit.
„Vertel me wat u te vertellen
heeft en liefst zo gauw mogelijk",
zei hij toen kortaf, „ik heb het
druk en heb wel wat beters te
doen dan m'n tijd te besteden aan
politie^agenten".
„Oftewel smerissen", glimlachte
Jochem. „Geloof me, meneer Van
Lier, niets is op 't ogenblik zo
dringend als wat wij met elkaar te
bespreken hebben". Hij stapte naar
binnen en de verbaasde gastheer
sloot de deur, maakte een stom
gebaar naar een klein spreekka
mertje bij de hall.
„Nee", wees Jochem af, „het is
geen zaak die persé onder vier
ogen behandeld moet worden. Juf
frouw Terweeghen kan er gerust
bij blijven".
„Hoe weet jij. siste John.
„Een smeris weet doorgaans
pneer dan men zou willen dat hij
wist", antwoordde Jochem op z'n
meest geheimzinnige toon en voel
de dat hij z'n rol niet slecht speel
de. Hij zag het licht kieren onder
de drempel van een deur. „Ik zal
maar zo vrij zijn", zei hij, en liep
recht naar de deur.
Van Lier haastte zich hem voor,
bij, opende de deur.
„Het spijt me, Marja, maar ik
krijg hier bezoek. zij het ook
ongevraagd en ongewenst bezoek".
Hij deed een poging de beide jonge
mensen aan elkaar voor te stellen,
boiod Jochem zelfs geen stoel en
scheen besloten hem zo spoedig
mogelijk weer de kamer uit te
werken.
Maar Jochem liet zich niet uit
het veld slaan. Hij groette Marja
met een lichte buiging, nam zelf
een stoel en ging rustig bij de ta
fel zitten, de benen over elkaar ge,
kruist.
XVIII.
DE GEHEIMZINNIGE
SCHUTTER.
„Wat komt u doen vroeg John
van Lier geërgerd. Hij was blij
ven staan en keek Jochem aan met
een blik vol woede.
„U dit boekje terugbrengen",
.grimlachte deze en legde liet blau,
we deeltje op de tafel neer. Marja
keek verbaasd van de een naar de
ander.
„Waar komt dat vandaan
vrog John verbaasd.
„Van de plaats waar u 't hebt
laten liggen".
„Spreek niet zo in raadselen,
man. Waar heb je 't gevonden
„In een villa in Bennebroek.
een huis vol geheimenissen. Ik trof
er misdadigers, smokkelwaar, ge
stolen goederen endit boekje".
John was spierwit geworden.
Marja zweeg en nam Jochem be
langstellend op. Zijn houding in
deze zaak scheen haar meer te in
teresseren dan de verdenkingen,
die zich rond John van Lier op
stapelden.
„Je bazelt, man. Wat heb ik met
smokkelaars en dieven te maken
„En tegelijk", ging Jochem on
verstoorbaar door, vast van plan
zijn troeven uit te spelen, „kom
ik bij u om eens een waarheidsge
trouw verslag te horen van de
overval op meneer Terweeghen. Ik
zei waarheidsgetrouw, meneer
Van Lier, dus ik hoop iets anders
te horen dan u de vorige keer de
politie hebt verteld".
„Dat is een belediging",
schreeuwde John van Lier buiten
ziclizelve, „waar haal je de bruta
liteit vandaan, kerel, om me hier
in m'n eigen huis te zitten vertel
len, dat ik een dief en een leuge
naar ben. Ik zal daar met je Chef
over spreken, jij onbeschaamde
diender
„O, ik twijfel niet of u krijgt
nog gelegenheid genoeg om met
mijn chef te spreken. Maar in uw
eigen belang raad ik u, daar niet
op te wachten. Gaat u zitten, me
neer van Lier en laten we ru,stig
praten. Spaar me uw beledigin
gen, wees redelijk en openhartig,
dat is de enige manier om nog iets
van de zaak te redden".
Verbluft gehoorzaamde John van
Lier de jongeman, die de rollen zo
finaal omkeerde. Hij ging zitten,
stak haastig en verstrooid een si
garet op en vermeed het zowel
Jochem als Marja aan te zien.
(Wordt vervolgd).