Waalwijkse en Langstraatse Courant De Troonrede. Totaal tekort begroot op 492 millioen. 0 Internationale betrekkingen bepalen beleid. Betalingsbalans vertoont waarschijnlijk een overschot. Aandacht voor werkgelegenheidspolitiek en sociale voorzieningen. Millioanennota 1953. Defensie-inspanning en werkgelegenheid be heersen het begrotingsbeeld. INKOMSTEN 1953 UITGAVEN VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1952. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO \M HEI ZUIDEN 75e JAARGANG No. 76 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878. SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121 TELEGR.-ADRES „ECHO" Dinsdagmiddag heeft H.M. Koningin Juliana de zitting van de Staten-Generaal geopend met het uitspreken van de Troonrede, die dit jaar een bijzondere betekenis had, om dat er tevens het program in was vervat dat de onlangs geformeerde regering zal volgen. Wij geven de Troonrede hieronder in haar geheel weer. NAAR EEN NIEUWE BASIS VOOR DE BETREKKINGEN TUSSEN NEDERLAND EN INDONESIË. Bij het overzien van de ontwikkeling in de achter ons liggende periode is er, naast grond voor bezorgd heid, ook in meer dan één opzicht reden tot voldoe- en dankbaarheid. Tri de internationale toestand is helaas geen ont- spa g ingetreden, maar aan de samenwerking tussen dé vrije volken kon tastbaarder gestalte wor den gegeven. De grondslagen voor de veiligheid van het Westen werden door voortgezette opbouw der Atlantische strijdkrachten bevestigd en uitgebreid. De voortschrijdende integratie van West-Europa zal die grondslagen verder versterken en houdt, indien zij ook op economisch gebied wordt voortgezet, tevens de belofte in van een blijvende bijdrage tot verhoog de welvaart der daaraan deelnemende volken. In het betalingsverkeer met het buitenland is een wending ten goede opgetreden. Ook in de voor ons liggende periode zal de ont wikkeling der internationale betrekkingen in belang rijke mate haar stempel drukken op het beleid. Ten einde in het kader van de Noord-Atlantische ver dragsorganisatie een versterking der West-Europese defensie te bereiken, werd de Europese Defensie Ge meenschap voorbereid. Een ontwerp van wet tot ratificatie der in dit verband aangegane overeenkom sten zal binnenkort de Staten-Generaal bereiken. Aan een nauwe samenwerking met België en Lu xemburg in Benelux-verband blijft de Regering grote waarde hechten. Nu belangrijke structurele wijzigingen in de inter nationale verhoudingen met toenemende snelheid tot ontwikkeling komen, zal het aan de behartiging van het buitenlands beleid ten goede komen, indien de wijziging van de bepalingen in de Grondwet betref fende de buitenlandse betrekkingen, welke reeds in eerste lezing door de Staten-Generaal is aanvaard, zo spoedig mogelijk van kracht wordt. De Regering is bereid de besprekingen met Indo nesië over de Nederlands-Indonesische Unie en daar mede samenhangende kwesties, welke in Februari j.l. werden opgeschort, te hervatten met het doel een nieuwe basis voor de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië te leggen. De Regering zal zowel de geestelijke en sociale ontwikkeling der bevolking van Nieuw-Guinea als de economische vooruitgang van het land bevorderen. Het ligt in het bijzonder in de bedoeling zo spoedig mogelijk een ontwikkelingsplan voor dit gebiedsdeel vast te stellen. Door een en ander dient de grondslag te worden gelegd voor de mogelijkheid, dat op den duur de be volking in staat zal worden gesteld zelve over haar toekomst te beslissen. Hiermede wordt tevens gehandeld in overeenstem ming met artikel 73 van het Handvest der Verenigde Naties. In overleg met de Regeringen der Nederlandse An tillen en van Suriname zal er naar gestreefd worden de voorbereiding van de nieuwe rechtsorde in het Koninkrijk voortgang te doen vinden. Het ligt in de bedoeling met spoed de instelling te bevorderen van de Commissie voor het voortgezet overleg, waartoe de Conferentie Nederland-Suriname- Nederlandse Antillen besloot. Tengevolge van in 1951 getroffen maatregelen, de gunstige ontwikkeling van de ruilvoet met het bui tenland en een aantal slechts tijdelijk werkende fac toren, zal waarschijnlijk in 1952 voor het eerst na de bevrijding de betalingsbalans een overschot ver tonen. De goud- en deviezenvoorraad is. echter in verhouding tot de totale handelsbeweging nog aan zienlijk kleiner dan voor de oorlog. Daarenboven is de internationale economische toestand vol onzeker heden, terwijl de dichtheid en de snelle groei van onze bevolking voortdurende toeneming der econo mische bedrijvigheid voor ons land dringend nood zakelijk maken. Werkgelegenheidspolitiek. Het feit, dat de productie reeds geruime tijd gelijk is gebleven en dat de werkloosheid zich gemiddeld in 1952 op een hoger niveau bevindt dan vorige jaren, noopt er toe de werkgelegenheidspolitiek steeds meer als het centrale punt in het sociaal-economische be leid te zien. Primair is de ontwikkeling van het normale bedrijfsleven. Met het oog hierop zal dan ook met name de industrialisatiepolitiek met kracht worden voortgezet, waarbij de mogelijkheid van vol doende investeringen zal zijn te bevorderen, mede door participatie van de overheid in de investeringen waai de omstandigheden daartoe nopen. Naar een versnelde uitvoering voor de ontwikke lingsgebieden wordt gestreefd. De bereidheid bij het bedrijfsleven om tot nieuwe investeringen over te gaan is uiteraard in belangrijke mate afhankelijk van de verwachtingen omtrent de afzet der producten. Daartoe zal handhaving en zo mogelijk verhoging van de koopkracht der bevolking van belang zijn, terwijl tevens de export zal zijn op te voeren. Dit geldt met name voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika en Canada, aan gezien ook bij een overigens gunstige betalingsbalans het dollartekort nog blijft bestaan. Een zo snel mo gelijk totstandkomen van de wettelijke voorzieningen, genoemd in de Exportnota, die in de afgelopen zit tingsperiode aan de Staten-Generaal werd overge legd, is daarom gewenst. De Regering zal, terwille van de toeneming van het handelsverkeer, krachtige steun verlenen aan po gingen om internationaal tot verlaging van invoer rechten te komen. Waar nodig wordt de uitvoering van openbare, in het bijzonder ook cultuurtechnische werken versneld en de voorbereiding van nieuwe plannen wordt ter hand genomen. Voortzetting van een actief emigratiebeleid acht de Regering geboden. Het landbouwbeleid blijft gericht op een zo groot mogelijke bijdrage van de landbouw in de nationale productie, met inachtneming van de bestaanszekerheid voor de werkers in deze bedrijfstak. In het bijzonder door een consequente voortzetting en uitbreiding van het vestigings- en credietbeleid zal getracht worden de economische positie der mid- denstandsbedrijven zoveel mogelijk te verstevigen. Op het gebied van de woningbouw zal gestreefd worden naar de bouw van tenminste 55.000 woningen. Een passende verhoging van de huren zal aanhan gig worden gemaakt met compensatie van kosten voor die groepen huurders, ten aanzien van welke dit mogelijk en nodig is. Om de krotopruiming dienstbaar te maken aan be strijding van werkloosheid, wanneer in komende ja ren de bouwbedrijvigheid zou teruglopen, zal de voorbereiding van saneringsplannen worden ter hand genomen. Het zal naar het oordeel van de Regering ook tijdens het komende begrotingsjaar geboden zijn een deel van de lopende inkomsten van het Rijk aan te wenden voor het dekken van kapitaalsuitgaven. Het is twijfelachtig of zonder deze financieringswijze de middelen voor de woningbouw en voor werken, noodzakelijk ook terwille van de werkgelegenheid, in voldoende mate zouden kunnen worden verkregen, terwijl het tevens aanbeveling verdient, de nog steeds hoge staatsschuld zo beperkt mogelijk te hou den. In verband met de zware lasten, die op de bevol king drukken, zal bij de uitgaven grote soberheid zijn te betrachten. O. K, en W. Naast de toenemende krachtsinspanning voor de verdediging en op materieel gebied komt de nood zaak tot behoud en versteviging van de geestelijke waarden van ons volk sterk naar voren. Voorzienin gen, die hieraan, dienstig kunnen zijn, zijn in de af gelopen jaren voorbereid en, wat betreft de vernieu wing van het onderwijs, ten dele reeds in de vorm van wetsontwerpen aan de Staten-Generaal voorge legd. Het ligt in het voornemen de verdere uitwer king hiervan ook in de komende Regeringsperiode me.t voortvarendheid ter hand te nemen. Voortgang zal worden gemaakt met het treffen van maatregelen, opdat de Nederlandse bevolking zoveel mogelijk aan de verschillende vormen van onderwijs, kunsten en wetenschappen deel kan hebben. Onderzocht zal worden of voor leerlingen van de lagere school wellicht alle leerplichtige leerlingen het schoolgeld ware af te schaffen dan wel de regeling ware te vereenvoudigen. Tevens zal worden overwogen of meer belastirigfaciliteiten nodig zijn voor kinderen, die in opleiding zijn, of ter tegemoet koming in de kosten van eigen studie. Verruiming van studietoelagen zal worden bevorderd. Aan de bemoeiingen van de overheid op het terrein van de vrije jeugdvorming zal een wettelijke basis zijn te geven. Een wetsontwerp tot regeling van de omroep en een ontwerp van wet tot heffing van kijkgeld hoopt de Regering in dit zittingsjaar aan te bieden. Ook overigens wacht op het gebied van de wetgeving Regering en Staten-Generaal een omvangrijke taak. Naast reeds genoemde wetsontwerpen zijn o.a. aan hangig een ontwerp inzake de omzetbelasting, dat heffing daarvan bij de detaillist wil beëindigen, een ontwerp op de vervreemding van landbouwgronden om het ontstaan van onrendabele bedrijven te voor komen, benevens voorstellen betreffende herziening van het burgerlijk procesrecht en van de cassatie procedure. Nadere voorstellen aangaande het burgerlijk pro cesrecht worden voorbereid. In verband met de voorgenomen herziening van 't Burgerlijk Wetboek zullen in de vorm van vraag- punten een aantal principiële kwesties aan de Twee de Kamer ter behandeling worden voorgelegd. Gestreefd wordt naar een spoedige indiening van wetsontwerpen betreffende een algemene regeling van de administratieve rechtspraak. Een Staatscommissie zal een onderzoek instellen nopens in ons kiesstelsel aan te brengen wijzigingen. Voorts zal mede in verband met het vraagstuk van de samenvoeging van gemeenten de meest gewenste bestuursvorm voor de grote gemeenten in onderzoek worden genomen. Sociale Voorzieningen. Een herziening der pensioenwetgeving is in voor bereiding. Een definitieve regeling van de ouderdomsvoor ziening, ook voor zelfstandigen, op de grondslag van de sociale verzekeringsgedachte zal worden voorbe reid, zodra het advies van de Sociaal-Economische Raad is ontvangen. Op dezelfde grondslag zal een definitieve regeling van de kinderbijslag voor zelf standigen worden bevorderd. Vereenvoudiging van de administratie van de sociale verzekering en de be lastingen wordt voorbereid. De regeling van het ziekenfondswezen en de orga nisatie der gezondheidszorg zullen zijn te herzien. Op het gebied van de landbouw zijn o.a. voorbereid een Landbouwarbeidswet, een Landbouwwet ter vervanging van de zogenaamde crisiswetgeving welke aangepast zal zijn aan de wetgeving inzake de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, en een her ziening van de Pachtwet. Een krachtige doorvoering van de bedrijfsorganisatie zal worden bevorderd, op dat deze binnen een redelijke termijn over de gehele linie van het bedrijfsleven wordt verwerkelijkt. Te vens zal bijzondere aandacht worden geschonken aan het vraagstuk van de bezitsvorming. Steeds groter wordt de kring van problemen, die U ter beoordeling worden voorgelegd. Niet alleen binnenslands, maar ook internationaal vragen voort durend meer onderwerpen de aandacht van de Re gering en Volksvertegenwoordiging. Temidden van de dagelijkse zorgen en ingewikkelde problematiek wordt het steeds moeilijker het geheel te blijven overzien. Nog moeilijker is het tegenover de vraag stukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren en aandacht te schenken aan verdieping van eigen inzicht. Moge God U wijsheid schenken en Gij als goede vertegenwoordigers des volks in het komende zittingsjaar tot zegen van het Koninkrijk en voor zover het in ons vermogen ligt van de wereld werkzaam zijn. Onder deze bede verklaar ik de zitting van de Staten-Generaal voor geopend. Volgens de Millioenennota 1953, die Dinsdagmiddag nu eens niet voor het eerst sinds de oorlog! door minister Lieftinck is aan geboden, maar door minister Van der Kieft, wordt het beeld van de rijksbegroting 1953 beheerst door twee belangrijke factoren: de defensie-inspanning in Noord-Atlantisch verband en de problemen van de werkgelegenheid. Ook de moeilijkheden met betrekking tot de betalingsbalans zijn nog niet definitief opgelost, al is er verge leken met het vorig jaar een aanmerkelijke verbetering ingetreden. Het uitgangspunt bij het opstellen der begroting is dan ook geweest, dat ondanks de druk van de militaire uitgaven en ondanks de ge stegen uitgaven ter bevordering van de werkgelegenheid, het be grotingsbeleid ook in 1953 gericht moet blijven op handhaving van het monetaire evenwicht en daarmee op een blijvend evenwicht in de betalingsbalans. tengewone dienst, weer verdeeld in bui tengewone dienst 1 en buitengewone dienst 2. Onder de buitengewone dienst 1 vallen de uitgaven voortvloeiend uit de laatste oorlog, dus in hoofdzaak de uitkeringen voor oorlogsschade. Tot de buitengewone dienst 2 behoren de kapi taalsinkomsten en -uitgaven. Van de hele begroting kan aan de hand van de Millioenennota het volgen de schematische overzicht worden gege- Overschot op gewone dienst i 131 millioen. De uitgaven der begroting voor 1953 worden geraamd op 5616 millioen, de inkomsten op 5124 millioen, zodat er een totaal tekort is van 492 millioen. Hierbij moet opgemerkt worden dat de begroting uiteenvalt in twee grote delen: de gewone dienst, waaronder de regelmatig terugkerende inkomsten en uitgaven worden begrepen, en de bui- Uitgaven gewone dienst Uitgaven buitengewone dienst 1 Nadelig saldo Landbouwegalisatiefonds Belastinginkomsten Andere lopende inkomsten Overschot 1 Uitgaven buitengewone dienst 2 Inkomsten buitengewone dienst 2 Tekort kapitaaldienst Totaal tekort INKOMSTEN BELASTING LOONBELASTING VENNOOTSCHAPS BELASTING ven 4061 min 579 min 80 min I I 4499 min 352 min I I 896 min 273 min 4720 min 4851 min 131 min 623 min 492 min 1068 OMZETBELASTING INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN OVERIGE BELASTINGEN NIET-BELASTING INKOMSTEN Hoe de uitgaven worden gedekt. Vroeger placht men de gewone dienst en buitengewone dienst gescheiden te houden en de begroting zou, als men dit nu ook deed, dus een overschot ver tonen van 131 millioen. Sinds enige ja ren echter wordt het overschot op de gewone dienst als het er is! aan gewend ter gedeeltelijke financiering van het tekort op de kapitaaldienst, dat voor 1953 op 623 millioen wordt begroot. Ge woonlijk voorziet de regering in de no dige gelden voor de kapitaalsuitgaven door middel van leningen. Nu echter het aanbod van leningsgelden op de kapi taalsmarkt beperkt Is en de behoefte van grotingscijfers voor 4953 ook met de oorspronkelijke en met de herziene be groting voor het lopende jaar. De cijfers tonen aan dat het herzien begrotings beeld 1952 belangrijk ongunstiger is dan de oorspronkelijke begroting voor dat jaar. Het overschot op de gewone dienst was oorspronkelijk begroot op 310 mil lioen, doch het daalde later door de stij ging der uitgaven tot 197 millioen. Door dezelfde oorzaak steeg het totale tekort van beide diensten van 262 millioen tot 611 millioen. Deze stijging der uitgaven blijkt in hoofdzaak te wijten aan belangrijk hoge re uitgaven waartoe de regering wettelijk verplicht was en aan de belangrijk ge stegen werkloosheid, die de regering noopte tot het treffen van kostbare maat regelen ter bestrijding van die werkloos heid en ter voorkoming van een nog verdere stijging van het werkloosheids cijfer. Een derde oorzaak van de stijging der uitgaven was het feit dat uitgaven die al vroeger waren gedaan om admi nistratieve redenen op de begroting 1952 gebracht moesten worden. Zoals men kan zien zijn aan de andere kant de cijfers van de ontwerpbegroting voor 1953 weer gunstiger dan die vol gens het herzien begrotingsbeeld 1952, De minister van financiën wijst er even wel op, dat in 'het herzien begrotings beeld 1952 verschillende posten voorko men voor doeleinden, waarvoor op de ontwerp-begroting 1953 geen gelden zijn uitgetrokken. Houdt men daar rekening mee, dan komen de cijfers voor 1953 in een minder gunstig licht te staan. Voor een deel is dit het gevolg van verdere maatregelen die moesten worden genomen in het belang van de werkge legenheid, Doch ook bdj verschillende normale sectoren van de rijksactiviteit trekt in 1953 een aanzienlijke stijging van het uitgavenniveau de aandacht. De minister van financiën beziet deze ontwikkeling met grote zorg, zo wordt in de Millioenennota gezegd, omdat ener zijds ook na nauwgezette overweging aan deze hogere uitgaven redelijkerwijs niet kon worden ontkomen, doch ander zijds moet worden gevreesd, dat de voor dekking van een en ander benodigde middelen van onze nationale economie zeer zware offers zullen vragen. 1500 DEFENSIE 819 S0C.V00RZIEN INGEN EMIGRATIE.VOLKSCEZONDH. EN VOLKSHUISVESTING NATIONALE SCHULD ONDERWIJS EN CULTUUR HERSTEL VAN 00RL0CSSCHADE 412 WATERSTAAT EN VERKEER 216 POLITIE EN JUSTITIE OVERIGE andere lichamen, zoals de gemeenten, aan gelden op langere termijn groot, is de regering van mening dat zij zo min mo gelijk een beroep moet doen op het voor lening beschikbare geld. Doordat het overschot op de gewone dienst wordt gebruikt om het tekort op de kapitaal dienst te financieren, zal ook de staats schuld op het eind van 1953 lager zijn dan anders het geval zou zijn geweest. Het totale tekort van 492 millioen is dus niet zo verontrustend |als het op het eerste gezicht wel lijkt. Vergelijking met de begroting '52. De Millioenennota vergelijkt de be- Waar blijven onze belastingcenten? Zoals steeds geeft de Millioenennota een overzicht van de besteding der gel den over de verschillende onderwerpen van staatszorg. Achterstaand staatje geeft een duidelijk beeld van de bedragen die elk van die onderwerpen eist. 'Bovenaan staat ook dit jaar defensie, die niet min der dan 26,7 procent van de hele begro ting opslokt. Daarop volgen (in de verte) de sociale voorzieningen, emigratie, volksgezondheid' en volkshuisvesting en de rente en aflossing van de nationale schuld. De werkgelegenheidspolitiek doet zijn

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 1