Waalwijkse en§Langstraa Courant
tflfeUSS
tVOROL
„MAIN BRACE"
Het werk der Reclassering.
De Jeugdgevangenis (e Zuiphen.
DAM PO
De Waalwijkse Nijverheidsschool
groeit nog steeds
Verkoudheid
Gebroken gezinnen - gebroken levens.
MARINEMANOEUVRES
in.
Jos. v. d. Lee en Zn.
'n Rijk verzorgde Najaarscollectie 1952
van de fraaiste cadeaux.
VIRWlEL's Lederwaren en Sierkunsthuis
,,'t Kind groeit uit zijn pakje
de beste tandpasta
die men U raden kan
VRIJDAG 3 OCTOBER 1952.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt '2 x per week
DE ECHO HET ZUIDEN
75e JAARGANG No. 80
Abonnement
18 cent per week
2.35 per kwartaal
2.60 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAAL WIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878. SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121
TELEGR.-ADRES „ECHO"
Ergens aan de rand van het vriendelijke stadje Zutphen staat „Lu-
nettenstein", de vroegere strafgevangenis, die nu is ingericht tot ge
vangenis voor halfvolwassen delinquenten.
Het is een tweeslachtige instelling, die Jeugdgevangenis: een straf-' zo
wel als een heropvoedingsinstituut.
Een twintigjarige jongen staat terecht.
Zijn daden hebben hem met de straf
rechter in aanraking gebracht. Het von
nis luidt: één jaar, door te brengen in
een bijzondere strafgevangenis. Dat be
tekent: Zutphen.
De jongens, die naar Zutphen gaan,
hebben óf al eerder met de strafrechter
kennis gemaakt, óf een zodanig misdrijf
gepleegd, dat een vrij zware straf op
haar plaats is. Ze worden soms langer
„opgeborgen" dan oudere kornuiten, die
er met een paar maanden afkomen. Dat
vinden ze dan erg onbillijk, ze hebben
de indruk, dat zij extra zwaar worden
gestraft. In werkelijkheid echter geeft 't
verblijf in Zutphen hun de kans zich
aan te passen aan de Maatschappij.
De klantjes van Zutphen.
Wie komen hier, in deze gevangenis
voor jongens van 18 tot 25 jaar? Voor
een groot deel zijn het kinderen uit ge
broken gezinnen, waar men geen besef
heeft van normen. Gezinnen, waarvan
de vader los werk heeft, waarin, gedu
rende de korte tijd, dat er geld op tafel
komt, aan verspilling grenzende over
vloed is, maar waarin men verder van
de hand in de tand leeft. Waar men
geen eerbied heeft voor de normen, die
de samenleving mogelijk maken, waar
liefde, eerlijkheid, trouw, maar vaag om
lijnde begrippen zijn. Waar de kinderen
niet geleerd werd te streven naar een
doel, een ideaal, desnoods ten koste van
offers. Waar het niemand wat schelen
kon wat ze met hun vrije tijd uitvoer
den, waar ze, als het er aan zat, met
geld voor snoep, rokerij en bioscoop
werden afgescheept en, als 't er niet
aanzat, zelf maar moesten zien hoe ze
er aan kwamen. Dat is de „asfaltjeugd",
die waarlijk niet alleen beperkt is tot
onze grote steden. In de kleinere steden
en de dorpen kan men ze met de vinger
aanwijzen, de jongens, die men iedere
avond kan vinden op de hoek, die lo
pen te lallen langs de straat, meisjes
lastig vallen, voorbijgangers naschreeu
wen, die van geen club lid zijn, geen
cursus volgen, geen vak leren, vaak per
ongeluk aan een meisje blijven „hangen"
en een nieuwe generatie asfaltjeugd
helpen in de wereld brengen.
Het zijn ook de kinderen uit de ge
zinnen waar de huwelijksband slap is,
met weggelopen moeders of vaders, met
ongeregelde verhoudingen. Kinderen
voor wie het huis geen thuis, voor wie
de ouders niet in de ware zin des woords
vader en moeder zijn.
Men spreekt dan van jongelui, die
opgroeien voor galg en rad. En tenslotte
komen zulke jongens in Zutphen terecht.
Tenslotte
Tenslotte... voor deze jongens vormt
Zutphen inderdaad het slot van een los
bandige jeugd. Soms ook het slot op de
deur naar de maatschappij. Ook hier is
niets met ze te beginnen. Het worden
bajesgasten, vaste klantjes, recidivisten.
Maar gelukkig, voor anderen, en zelfs
een groot percentage, betekent het het
slot van een a-sociaal, een onmaatschap
pelijk leven.
Hier staan ze op de tweesprong en
ze kunnen twee kanten uit. Hardhandig
zijn ze aangepakt, uit hun milieu ge
haald, ze zitten hier in een gebouw, dat,
welke mooie woorden men er ook voor
verzint, een gevangenis is. Met een ge
sloten deur, met bewakers, met een
nauwkeurige dagindeling, met voortdu
rend toezicht en gestrenge bepalingen.
Maar de gevangenisstraf zélf is de
straf. Het is niet zoals vroeger in het
rasphuis, waar de gevangenis daaren
boven nog tot strafinstituut werd. De
vrijheidsberoving, het afgesloten zijn van
de maatschappij, is de straf... maar in
die straf zit een kans. Een kans om er
een punt achter te zetten, om opnieuw
te beginnen. Het zijn de jongens, van
wie men meent, dat ze zo'n kans waard
zijn, die naar Zutphen worden gezonden.
Hier „zitten" ze hun straf niet uit, hier
werken ze voor zichzelf, een nieuwe
toekomst.
De Directeur.
De directeur van deze gevangenis, Dr.
G. H. Veringa, is wel zeer verre van 't
type, dat men zich misschien als gevan
genisdirecteur denkt. Een nog zeer jon
ge man met blond haar en een fijn be
sneden gezicht, geen krachtfiguur,, zelfs
niet het type van de vaderlijke vriend.
Men kan zich nauwelijks indenken, dat
deze jonge functionaris, die men zo op
het oog zou houden voor de leider van
een jeugdclub, zulk een verantwoorde
lijke functie heeft. Want zijn taak is
niet maar er voor te zorgen, dat de boel
loopt, dat er orde heerst, dat de bewa
kers hun plicht doen en de jongens niét
uit de band springen.
Bijgestaan door een staf Van vak
leraren, van geestelijke verzorgers en
psychiaters, leidt hij het proces van de
heropvoeding van de jeugdige boefjes
en van de weg gedwaalde jongens naar
een plaats in de maatschappij. Zonder
sentimentaliteit, nuchter, zakelijk, wikt
en weegt hij de kansen, zoekt hij naar
de sleutel die past op iedere, vaak kop
pig gesloten gehouden deur.
Dat kost tijd. Daarom komen de jon
gens, die naar Zutphen gaan, er niet
met een paar maanden af. Een jaar is
het minste. En dat heeft men dan ook
wel nodig om er voor te zorgen, zo mo
gelijk, dat tegelijk wanneer de deur van
„Lunettenstein" achter hen dichtvalt, de
poort naar de wereld opengaat, en dat,
wanneer er al sleutels rammelen, het niet
die zijn van de bewaker, maar die aan
de éigen sleutelbos, van het éigen huis.
(Nadruk verboden) Lk.
DE TRADITIES.
De adelborsten van de Engelse ma
rine, de toekomstige officieren, hebben,
zoals in alle andere vloten, een eigen
dagverblijf aan boord. Dat heet bij de
Engelse marine het geschutdek, hoewel
er geen kanon te ontdekken is. Toch
spreekt men strak en stijf over het ge
schutdek, wanneer men het adelborsten-
verblijf bedoelt, en dat alleen omdat leni
ge eeuwen geleden, in de tijd van het
houten zeilschip, de adelborsten werden
ondergebracht nabij de kanons. Dat is
een klein staaltje van de wijze, waarop
de traditie in stand wordt gehouden. Dat
geldt niet alleen voor de eerbewijzen aan
de vlag, die evenzeer in de Nederlandse
marine bestaan, dat geldt voor veel meer
onderdelen van het leven ter zee. De
matrozen bijvoorbeeld drinken nog steeds
rhum zoals in de tijd van Drake of Nel
son. Nog steeds wordt die rhum in een
groot houten vat gemengd met water en
op dat vat staat, zoals dat al sinds eeu
wen de gewoonte was, de zinspreuk van
de Engelse natie. In het dagverblijf van
de officieren kan men een groepje offi
cieren zien zitten met het onvermijde
lijk glas whisky in de ene hand en met
de andere hand woelend in de rode of
bruine baard. Vele officieren hebben een
baard en sommigen zien er uit als net
jes aangeklede zeerovers. Van een be
paalde officier was de gelijkenis met een
piratenkapitein zo treffend, dat ik tot
een andere officier daarover sprak, niet
wetend of hij zich namens de marine
beledigd zou voelen ja of neen. Het ef
fect was echter geheel onverwacht. „Zijn
voorouders kunnen heel goed zee rovers
geweest zijn", zei de officier, „maar dat
zal wel met de meesten van ons het ge
val zijn"Hij was tot op zekere
hoogte trots op mijn veronderstelling, dat
vele zeeofficieren van vandaag afstam
men van de piraten en strandjutters van
vroeger. Ook dat is immers iets, dat tot
de historie gerekend mag worden en dus
is het goed. j
Op de campagne van de „Triumph"
zijn drie houten borden geplaatst, waar
op in vergulde letters is gebeiteld aan
welke zeeslagen schepen van dezelfde
naam hebben deelgenomen. Er blijkt al
een „Triumph" te zijn geweest in de zes
tiende eeuw. Die vocht tegen Hollan
ders. Andere „Triumphs" deden dat ook,
onder andere admiraals en in andere
„Engelse oorlogen". Bij een gelegenheid
heeft een schip met de naam „Triumph"
tezamen met de Nederlanders gevochten
tegen de Spaanse vloot. De laatste
„Triumph" voor deze was een onder
zeeboot, die gedurende drie jaren tegen
de Duitse en Italiaanse scheepvaartlijnen
in de Middellandse Zee streed. Zij keer
de niet terug van een „speciale" op
dracht en na de vereiste tijd kwam de
Depót-agent Langstraat e.o. 7
Grootestraat 200A, Waalwijk, Tel. 2971
naam „Triumph" dus weer beschik
baar. Ditmaal voor een schip, dat vele
tientallen malen groter was dan het vo
rige, dat weliswaar niet triumpheerde,
maar welks naam nu toch weer over de
wereldzeeën wordt gedragen. Deze jong
ste „Triumph" heeft al deelgenomen aan
de Koreaanse oorlog en zij was in het
Midden-Oosten tijdens de ernstige span
ning van vorig jaar om het Suezkanaal.
Deze laatste „Triumph" is dus een
voortzetting van een lange geschiedenis
ter zee, die vele malen parallel liep met
de Nederlandse maritieme historie.
Aan boord van dit schip zien nu eni
ge paren Nederlandse ogen het bedrijf in
de Engelse marine gaande. Aan de kim
verschijnt nu en dan het silhouet van
een Nederlands oorlogsschip, dat ook
deelneemt aan de oefeningen. Wanneer
de vliegtuigen of de beschermende vaar
tuigen rondom ons een onderzeeboot
menen op te merken, is de kans vrij
groot, dat het een Nederlandse onder
zeeboot zal zijn en er is alleen maar
waardering onder de Engelsen voor de
wijze, waarop de Nederlandse onderzee
boot-bemanningen er in slagen, de tech
nische perfectie van hun bestrijders te
slaan met goed zeemanschap. Heel an
ders is de toon over de Amerikaanse
marine. Men heeft slechts nu en dan
laatdunkende opmerkingen, en het ver
baast niemand, dat het juist een Ame
rikaan is, die gedurende twee dagen
zoek raakt in de storm. De Amerikaan
se marine wordt beschouwd als een
nieuwelinge. Er bestond geen Ameri
kaanse marine toen de eerste „Triumph"
reeds slag leverde met een Hollandse
vloot. Zo belangrijk is traditie en his
torie, dat men hier ongemerkt slechts
waardering heeft voor het enige zee
varende land, dat kan terugzien op een
roemrijke zeegeschiedenis van vele eeu
wen. De samenwerking in de practijk
lijdt in genen dele onder deze houding,
maar het is juist de toon, die zo'n tref
fend verschil maakt. De Koninklijke Ne
derlandse Marine, dat is in orde, dat
is zoveel als een zusje van de Engelse
Marine. Maar dan ook het enige zusje,
dat waard wordt geacht die titel te dra
gen.
van neus, keel of borst,
snuift en wrijft U weg met
IV.
HET SCHIP.
Het vliegdekschip is niet alleen een
schip, het is tevens een vliegveld, een
hangar en een drijvend! dorp. De „Tri
umph", het Engelse vliegdekschip, waar
op ditmaal een speciale verslaggever
van dit blad de marine-manoeuvres mee
maakt, is een zusterschip van de „Ka-
rel Doorman". Het werd gebouwd, naar
een ontwerp, dat tijdens de oorlogsjaren
is ontstaan, zodat de jongste ervaringen
er in verwerkt zijn. Wanneer wij zeggen,
dat het schip ruim dertienduizend ton
meet, dan zegt dat niet zoveel, maar als
wij daar aan toevoegen, dat de lengte
ongeveer een kwart kilometer is, dan
geeft dat al een betere indruk. De
kracht wordt voornamelijk bepaald door
wat er binnen in zit. Dat zijn ongeveer
dertig vliegtuigen en stoommachines met
een gezamenlijk vermogen van veertig
duizend paardenkrachten, die het hele
gevaarte een snelheid kunnen geven van
bijna vijftig kilometer per uur. Wanneer
met die snelheid varend gelegenheid be
staat om vliegtuigen van het dek te
laten opstijgen, dan is dat het resultaat
van een tot in kleine onderdelen voor
bereide samenwerking van de ongeveer
negenhonderd man, die de bemanning
vormen van dit schip. Dat zijn niet al
leen stokers en machinisten, stuurlieden
en vliegers, dat zijn ook de koks en de
bakkers, de timmerlui eni de bankwer
kers, de motormonteurs en de vliegtuig
makers, de seiners en de schrijvers, de
hofmeesters en de mariniers, de dominee
en de dokters, de fotografen en de zie
kenverplegers, de magazijnmeesters en
de kappers, kortom de vervuilers van al
die taken die nodig zijn, niet alleen om
een gemeenschap van bijna duizend
mensen te doen leven en eten, maar om
bovendien de strijdvaardige taken van
die gemeenschap alle geheel te vervul
len. In de buik van dit schip worden
magazijnen meegevoerd, die meer dan
dertigduizend verschillende onderdelen
of voorraaddelen kunnen verschaffen.
Dertigduizend soorten artikelen, die al
lemaal nodig zijn öm het dorpsleven
gaande te houden. Dorpsleven?
Welk dorp heeft op een hoogte van
achttien of twintig meter constant vier
man op de uitkijk staan, welk dorp heeft
bovendien een veelvoudige radarpost,
die elk voorwerp op de zee of in de lucht
zichtbaar maakt, ook in mist en duister?
Maar toch is het een samenleving van
negenhonderd man met een eigenwater-
fabriekje en electriciteitscentrale. Het is
ook een dorp met het geroddel en het
gemopper, dat niet belet om alle werk
goed te doen. Een dorp ook, met jonge
mannen, studerend en strijdend voor een
toekomst, die hen hier in verschillende
vakken geboden wordt en waartoe we
gen openstaan, die de meeste vloten van
andere landen niet kenen, ook de Ne
derlandse niet. Het is bijvoorbeeld in
theorie voor elke matroos mogelijk om
officier te worden. Niet op zijn vijftig
ste jaar, kort voor zijn pensioen, maar
op een leeftijd, waarop hij ook in de
officiersrangen nog promotie kan gaan
maken. Die theorie wordt ook werke
lijkheid, want verscheidene van de jon
ge officieren zijn afkomstig van voor de
mast, zoals dat vroeger heette, maar de
„Triumph" heeft geen mast, slechts een
staketsel terzijde van het vliegdek, waar
aan de 'antennes zijn vastgemaakt. Dat
vliegdek en de daaronder liggende grote
hangar bepalen overigens op veel meer
punten de inrichting van dit schip.
Het is hier veel moeilijker de weg te
vinden, dan in welk ander dorp van een
kleine duizend inwoners ook. In negen
lagen op elkaar gestapeld, met in het
midden over drie lagen uitgespaard de
hangarruimte, zijn honderden grote en
kleine ruimten gerangschikt. Het is waar
lijk niet gemakkelijk om na een oefening
gedurende verscheidene dagen, zonder
haperen van een hut voorin het schip
naar een eetzaal achterin het schip te
komen. Hoe moeilijk dat is, blijkt wel
uit het feit, dat overal tekeningen en
plattegronden aan de wanden geplakt
zijn. Daaruit kan de dolende opmaken,
waar hij zich bevindt. Het blijkt ook
hieruit, dat sommige mensen na een half
uur dwalen door het 's nachts, vanwege
de „oorlogsomstandigheden", verduis
terde schip, eindelijk zuchtend een lad
dertje afdaalden in de vaste overtuiging,
dat zij hun doel bereikt hadden, terwijl
zij in werkelijkheid op het punt van uit
gang waren weergekeerd. Anderen wis
ten waarlijk hun uitkijkpost boven de
brug te bereiken, wanneer zij, tijdens
het vliegen, geen gebruik mochten ma
ken van het vliegdek. Binnendoor de
juiste gangen en trappen te vinden, was
slechts mogelijk met doelbewuste gidsen.
Zo ingewikkeld als het schip, zo in
gewikkeld is ook het bedrijf, dat er
wordt uitgevoerd. Om een vliegtuig in
de lucht te krijgen, moet er natuurlijk
een piloot zijn. Voordien moet de vlieg-
dekbemanning het toestel in de juiste
stand voor de start gemanoeuvreerd
hebben, moeten de mecaniciens de mo
toren in orde hebben bevonden en moe
ten de tanks met benzine gevuld zijn. De
lift moet het toestel uit de holle hangar
omhooggebracht hebben, maar om die
lift te doen functioneren, moeten de
machtige dynamo's naast de machineka
mer electriciteit geleverd hebben. Die
i dynamo's kunnen natuurlijk alleen draai
en zolang de stoommachines werken en
die leveren alleen hun vermogen wan
neer de stokers voortdurend hun aan-
t dacht op de regeling van de olievuren
gevestigd houden. Met diezelfde stoom
j laten de machinisten de schroeven wen
telen in de door de brug gevraagde
snelheid. Vanaf die brug wordt tenslotte
de vlucht geregeld. Het schip wordt in
j de wind opgestuurd, de commandant van
het vliegbedrijf controleert of alle voor-
i bereidingen naar de eis getroffen zijn
j en geeft het sein voor vertrek. Terwijl
de roerganger in zijn stuurhut, ergens
diep in het schip, zonder dus naar büi-
ten te kunnen kijken, krampachtig de
goede koers, recht in de wind, stuurt,
halen de dekjongens de blokken voor de
i vliegtuigwielen weg. Brullend springt de
motor op volle toeren, weg stuift het
vliegtuig, naar het einde van het wie-
gend dek, waar het net genoeg snelheid
heeft verkregen om zich in de lucht te
verheffen.
Nadruk verboden.
K.
ELEGANTE DAMESTASSEN, in elke prijsklasse - nieuwste
modellen - alle modekleuren.
HANDSCHOENEN, 'n sortering als nooit te voren.
Maak tijdig Uw keuze I
SIERKUNST zojuist ontvangen vele sierlijke en practische cadeau
artikelen in émail, koper, tin, porselein etc.
Beschaafde reproducties in bijpassende lijsten.
GROTESTRAAT 264 WAALWIJK.
Steeds meer leerlingen treffen we aan in de ruime cantine van de Nij
verheidsschool voor Waalwijk en Omstreken, bij de half-jaarlijkse diplo
ma-uitreiking, zoaU die Dinsdag' 30 September j.l. ook weer plaats had.
En uit de diverse toespraken die we konden beluisteren, bleek ons, dat
de ruimte die deze steeds groeiende school ter beschikking heeft, te klein
is om aan de grote vraag naar plaatsing te voldoen. En dit moge een
aansporing te meer zijn voor de betreffende instanties, om hun fiat te
geven aan de plannen tot uitbreiding, zoals die reeds een jaar op stapel
staan.
GUNSTIGE RESULTATEN
VAN HET ONDERWIJS.
Bij deze prijsuitreiking waren dus te
genwoordig hét bestuur van de school,
de heren gecommitteerden bij de exa
mens, de heren leraren en de jongens
van alle klassen behalve van de eerste.
De voorzitter van het schoolbestuur,
de heer Jan Tielen verwelkomde de aan
wezigen en zei o.m. „Het is een vol
doening te kunnen zeggen, dat we de
nieuwe cursus met het nodige optimisme
tegemoet kunnen gaan, omdat er groei
Zit in de school, omdat de aangiften
steeds groter worden, vooral ook wat de
schoenmakerij afdeling, van zo groot be
lang voor plaats en streek, betreft.
Wij weten dat het belangrijk ia, als de
afdelingen smeden-bankwerken, timme
ren, schilderen enz. goed worden bezet
ouders en jongens zijn nog altijd vrij
in de keuze van hun vak maar onze
school in het centrum van die schoen
en lederindustrie vraagt op de eerste
plaats een flink bezette afdeling schoen
makerij, en daarom acht ik het van zo
eminent belang, dat deze afdeling meer
en mees leerlingen trekt.
Ook de thans te openen nieuwe afde
ling voor de Lederwarenbranche aan de
Avondnijverheidsschool, die in samen
werking met de Bond van Lederwaren-
fabrikanten is tot stand gekomen, is
van bijzondere betekenis voor deze in
dustrie in onze streek, waar deze cursus
tesamen met Amsterdam en Doetinchem
bekwame arbeiders voor deze groeiende
industrie hoopt te kweken.
Alles bijeen mogen we een en ander
een bewijs van de groei en bloei onzer
school noemen en wanneer nu de in uit
zicht gestelde uitbreiding der gebouwen
spoedig gerealiseerd zal kunnen wordlen,
zal dit het succesvolle onderwijs bevor
deren en ook aan nog meer jongelui
gelegenheid geven het vakonderwijs, zo
noodzakelijk voor onze industrialisatie,
maar ook zo belangrijk voor de toe
komst der jongelui zelf, de nodige uit
breiding te geven.
DE STEUN DER INDUSTRIE
GEVRAAGD.
Na gewezen te hebben op de belangt
rijkheid van het diploma sprak de heer
Tielen overi de morele steun en de fi
nanciële steun van de industrie. Hij
zei o.m.: waar de belangstelling voor on
ze school velerzijds toeneemt, vertrouw
ik dat ook de fabrikanten, de bouwpa-
troons e.d. van hun voortdurend mede
leven zullen willen doen blijken, moreel
door hun steun in verschillende vorm,
door een bezoek aan de school, door
waardering voor het diploma, financieel
door een jaarlijkse bijdrage in de bijzone-
de,re kas, die bestemd is voor prijzen, ex
cursies, retraites, aanmoedigingen, boek
werken, vaktijdschriften enz., dat alles
buiten subsidie-verband valt.
En als voorbeeld haalde de spreker
aan de dezer dagen van de R.K. Bond
van Bouwvakpatroons ontvangen toe
zegging van een jaarlijkse bijdrage van
100.—.
Voorts memoreerde de voorzitter nog
de gelukkige samenwerking tussen het
arbeidsbureau en de directie van de
school, om de afgestudeerden zoveel mo
gelijk de plaats te geven die hun past
in de industrie.
Met een woord van hartelijke dank
aan de directeur, de leraren en het ove
rige personeel, en ook aan de gecom
mitteerden, besloot hij zijn speech, waar
na hij overging tot het uitreiken van de
diploma's.
DE GESLAAGDEN.
De gelukkige geslaagden van de di
verse afdelingen zijn de volgenden:
Schilders
Godefridus Couwenberg, Waalwijk
Cornelis van Dongen, Capelle
Teunis van der Galiën. Capelle
Johannes van den Houdt, Waalwijk
Antonie Kleinloog, Capelle
Antoon Klerks, Waalwijk
Adrianus Muskens, Waalwijk
Jacobus Mulders, Waalwijk
Edtnondus Post, Kaatsheuvel.
Niet gediplomeerd geen.
Schoenmakers
Matthijs van Beek, Capelle
Martinus Beerens, Loon op Zand
Paulus van Bladel, Waalwijk
Marinus Brok, Waalwijk
Petrus Dankers, Loon op Zand
Hubertus Dekkers, Kaatsheuvel
Adrianus Donders, Kaatsheuvel
Antonie Laros, Loon op Zand
Marcelus Maas, Waalwijk
Johannes Nieuwenhuizen, 'Loon op Zand
Nicolaas Pol, Waalwijk
Hendricus Pullens, Waalwijk
Johannes van der Putten, Drunen
Bernhard Schapendonk, Capelle i
Antonius van der Ven, Loon op Zand
Leonardus Verlinden, Heyst op den
Berg (België).
Niet gediplomeerd geen.
Smeden-Bankwerkers:
Petrus van Amelsfoort, Tilburg
Willem Begeer, 's-Gravemoer
Lambertus van Bladel, Waalwijk
Jan Broeks, Sprang-Capelle
Adrianus van den Broek, Waalwijk
Cornelus van Boxtel, Drunen
Petrus Couwenberg, Kaatsheuvel
Nico van Drunen, Drunen
Andreas van Gelder, Waalwijk
Franciscus de Goey, Waalwijk
Antoon Gouda, Waalwijk
Wilhelmus Harmeling, Waalwijk
Andreas Heys, Kaatsheuvel
Theodorus van Helvoirt, Vlijmen
Johannes van Helvoirt, Waalwijk
Lambertus Kivits, Waalwijk
Johannes Kruijff, Waalwijk
Willem Langermans, Waspik
Michiel van der Lee, Vlijmen
Michael Luyten, Loon op Zand
Josephus Mandjes, Waalwijk
Petrus van den Meidenberg, Waalwijk
Bastiaan van Pelt, Capelle
Hendrik Ruytenberg, Waspik
Wilhelmus Schuurmans, Waalwijk
Hubertus van Spijk, Nieuwkuyk
Niet gediplomeerd één.
Timmeren:
Gerardus de Beer, Loon op Zand
Gijsbertus de Bont, Nieuwkuyk
Franciscus van Dommelen, Elshout
Cornelis van Esch, Loon op Zand
Johannes Havelaar, Waalwijk
Adrianus Kooien, Waalwijk
Adrianus 'Korthout, Waalwijk
Johannes Lommers, Nieuwkuik
Franciscus Nannes, Kaatsheuvel
Jan Prinse, Gen deren
Laurentius Pullens, Waalwijk
Hendrikus Rolberg, Loon op Zand
Johannes Profittlich, Nieuwkuik
Jan van Rijswijk, Aalburg
Johannes Sins, Kaatsheuvel
Cornelis Smits, Kaatsheuvel
Adrianus Tactor, Sprang
Gabriël de Vaan, Vlijmen
Gerard Varossieau, Waalwijk
Petrus Verschuren, Waspik
Niet gediplomeerd twee.
Totaal 71 diploma's.
De heer Tielen feliciteerde de geslaag
den zeer hartelijk, maar een extra woord
van lof en van gelukwens had hij voor
de volgende leerlingen, die de uitblin
kers "waren geweest en dit nu gewaar
deerd zagen in een prachtige, practische
prijs:
Schilders:
Edmondus Post, Kaatsheuvel le prijs
Teunis van der Galiën, Capelle 2e prijs
Schoenmakers:
Hubertus Dekkers, Loon op Zand le pr.
Marcelus Maas, Waalwijk 2e prijs
Paulus van Bladel, Waalwijk 3e prijs
Smeden-Bankwerkers
Petrus Couwenberg, Kaatsheuvel le prijs
Johannes van Helvoirt, Waalwijk 2e pr.
Petrus v. d. Meidenberg, Waalwijk
3e prijs a.
Hubertus van Spijk, Nieuwkuik 3e pr. b.
Timmerlieden:
Gijsbertus de Bont, Nieuwkuik le prijs
Adrianus Tactor, Sprang 2e prijs
Jan Prinse, Gen deren 3e prijs
UIT HET PAKJE GEGROEID.
Ook de directeur de heer van Steen
deren richtte zich met een enkel woord
tot de geslaagde jongelui: Meen niet, zei
hi), dat je nu met je diploma een man
in bonis bent. Je hebt slechts de elemen
taire beginselen geleerd en door gestage
arbeid, moet je het nu zover weten te
brengen, dat je in het leven gewaar
deerd wordt.
Natuurlijk moet je verder studeren,
maar vooral moet je je karaktereigen
schappen vervolmaken, je ontplooien tot
een mens die gewaardeerd wordt om zijn
ijver, zijn plichtsbetrachting en zijn op
rechtheid. Daar wordt te weinig aan
dacht aan geschonken.
Dan bracht de directeur ook dank
aan het bestuur en hij wees er op, dat
de ruimte te klein gaat worden. 100 leer
lingen had men vanmiddag vrijaf moeten
geven, omdat ze niet allemaal in de can
tine konden, de cursus smeden-bank-
werken was voor April ook al reeds
volgeboekt, ,,'t Kind groeit uit zijn pak
je, zei hij, we moeten nodig naar uit
breiding der huisvesting zoeken".
Hij hoopte echter dat het ijverig stre
ven hiernaar van het bestuur beloond
zou worden en dat men het volgend
jaar een uitgebreid gebouw kon betrek
ken, dat zou een mooie afsluiting zijn
van het 12J^-jarig bestaan.
Tenslotte dankte de directeur ook het
personeel: Laten we steeds ons beste
been voorzetten, 't is voor een prachtig
werk, voor 'n ideaal.
HET WOORD AAN DE
LEERLINGEN.
En nadat de directeur mededeling had
gedaan van de bevorderingen in de ver
schillende klassen kregen de geslaagden
de gelegenheid hun dankbaarheid te to
nen.
De leerling Gouda uit Waalwijk deed
dit namens de smeden-bankwerkers in
de vorm van een mooi gedicht, waarin
hij sprak van Archimedes en Pythagoras
en over de kromme ruggen die ze ge
kregen hadden van het boenen en schu
ren. Behalve dit vers was ook een bloe
menmand de tastbare vorm van: deze
dank.
De enige buitenlander aan de school,
van der Linden uit Heyst op den Berg
in België was de woordvoerder van de
schoenmakers, toen hij in een keurige
speech zijn dankbaarheid uitte en veel
succes wenste voor de toekomst. Hij
bood een kist sigaren aan.
Couwenberg uit Waalwijk, verklaar
de, eveneens in een mooie speech, dat 't
het voornemen van de schilders was om