Waalwijkse en Langstraaise Courant I Wijde Wereld tfz\de.e£.dfle.td <£o&ou*.. Hulpverlening aan Nederlanders in hel Buitenland. UIT DE LUNETTENSTEIN' Vrijheid in gebondenheid. MAANDAG 6 OCTOBER 1952. Uitgever Waalwij kse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week 75e JAARGANG No. 31 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878. SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121 TELEGR.-ADRES „ECHO" Zesde verslag Parlementaire Enquêtecommissie. ER WERD DIKWIJLS MET MEER GOEDE WIL DAN ERVA RING EN TACT GEWERKT. Onlangs is het zesde deel verschenen van het verslag der parlementaire enquêtecommissie over het regeringsbeleid in de jaren 1910 tot 1915. In dit deel worden een aantal min of meer samenhangende onderwerpen behandeld. Voor een groot gedeelte hebben die echter betrekking op de hulp verlening aan vluchtelingen, krijgsgevangenen, civiele ge vangenen, gedeporteerden en andere groepen van oorlogs- slachoffers. Als bijlage is opgenomen een memorie van Maart 1918 over het buitenlands beleid van de regering van 1910 tot 1915, die de commissie heeft ontvangen van Mr. E. N. van Kleffens, toentertijd minister van buitenlandse zaken. Het verslag, de bijlagen en de verhoren beslaan 1800 pagina's druk. RECLASSER1NGSWERK. Volledigheidshalve en ook om andere redenen heeft de commissie zich genoodzaakt gezien ook de werkzaamheden gedurende de oor log van het Nederlandsche Roode Kruis in haar onderzoek te betrek ken Het Nederlandsche Roode Kruis heeft namelijk tegen 't einde van 1945 een commissie van onder zoek benoemd inzake het verstrek ken van pakketten enz. Bij alle waardering voor de voortvarend heid en loffelijke ijver waarmee deze z.g. pakkettencommissie haar werk heeft verricht, heeft haar ei gen onderzoek de parlementaire en quêtecommissie toch tot de over tuiging gebracht dat op verschil lende punten het rapport der pak kettencommissie oordeelvellingen en conclusies bevat, welke niet ten volle verantwoord zijn en dat een aantal daarvan zelfs onjuist moet worden genoemd. Hetgeen overi gens in genen dele wil zeggen dat de parlementaire commissie zou twijfelen aan de goede wil, de ernst en de waarheidsliefde van de pakkettencommissie. Integendeel. Noodzaak en organisatie der hulpverlening. Kort nadat de Nederlandse rege ring zich in Londen had gevestigd, deed zich de vraag voor wat er diende gedaan te worden voor de tienduizenden Nederlanders die op hun vlucht voor het oorlogsgeweld of uit vrees voor wat zij van de be zetter te verwachten hadden, het land hadden verlaten en zich in hoofdzaak naar Frankrijk hadden begeven. Ook in Engeland waren veel Nederlanders gestrand, terwijl er uit Nederland een groot aantal uitgewekenen waren aangekomen. Al op Maandag 13 Mei 1940 gaf de toenmalige gezant in Londen, jhr. Michiels van Verduynen, aan de consul-generaal, de heer Th. H. de Meester, opdracht maatregelen te beramen om aan de moeilijkhe den het hoofd te bieden. Toen werd gevormd The Netherlands Emer gency Committee, waarvan de echt genote van de gezant ere-voorzitster werd en de heer De Meester voor zitter. Op 3 Juni 1940 werd het London Committee van het Neder landsche Roode Kruis opgericht en dit nam een deel van de werkzaam heden van het eerstgenoemde co mité over, terwijl nauw contact werd onderhouden met de Brits en Nederlandse autoriteiten, vooral met jhr. ir. O. C. A. van Lidth do Jeude, die benoemd was tot rege ringscommissaris voor de vluchte lingen. Overeenkomstig de stichtmgsacte hield het Lonodn Committee van het Nederlandsche Roode Kruis zich o.m. bezig met verschillende soor ten van sociaal werk, waaronder t evacueren van uitgewekenen en 't verlenen van medische hulp. Voorts organiseerde het een informatie dienst omtrent familieleden in Ne derland en hield het zich bezig met hulpverlening aan Nederlandse oor logsslachtoffers in verschillende landen, waaronder ook Nederland zelf. Behalve in Engeland werden ook in andere landen al vroeg comité's van hulpverlening in het leven ge roepen, die van gelden, bij parti culieren ingezameld, hulp verleen den of geld ter beschikking stelden van andere organisaties. Dit gebeur de b.v. in Nederlands Indië en in Amerika, waar geld werd bijeen gebracht in het Queen Wilhelmina Fund. De commissie heeft geen klachten ontvangen over de hulp gedurende de zomer 1940 verleend, en spreekt haar waardering uit voor het werk van de verschillende comité's. Het merendeel van de Nederland se uitgewekenen bevond zich in de zomer van 1940 in Frankrijk. In het najaar van 1940 heeft het Neder landsche Roode Kruis een aantal ambulances naar Frankrijk gestuurd om de uitgewekenen op te halen Voor hen die om een of andere reden niet naar Nederland konden terugkeren, werd geprobeerd een weg te vinden om hen uit Frank rijk weg te voeren. Daar het gevaar bestond dat de Duitsers op den duur de hele Westkust zouden gaan bezetten, zodat die geen uitwijkmo gelijkheid meer bood, werden er in Marseille en Lissabon bureaux ge opend om de uitgewekenen via Spanje en Portugal weg te krijgen. Bij haar onderzoek naar de ver antwoordelijkheid voor het beleid ten aanzien van de uitgewekenen, is decommissie tot de conclusie ge komen dat tot 1 April 1943, toen de minister van binnenlandse zaken meer in het bijzonder daarmee werd belast, het kabinet in zijn ge heel ervoor verantwoordelijk is ge weest. li J Het beleid t.a.v. uitgewekenen in verschillende landen. dit niet te rechtvaardigen, ook niet als daarbij de bedoeling voorzat hun te raden opnieuw te ontsnap pen en zich dan voor Engelsman of Canadees uit te geven. De commissie wijt deze tekortko mingen aan gebrek aan hartelijk medeleven en een tekort aan di plomaten. De verwijten treffen vooral de consul-generaal. De ge zant en de gezantschapsraad bleken evenmin tegen hun taak opgewas sen. In Frankrijk waren de moeilijk heden vooral van financiële aard. De consul-generaal, de heer Seven- ster, had te weinig geld ter be schikking om de vluchtelingen te ondersteunen, en hoewel de com missie van mening is dat hij met meer aandrang om verhoging van de hulp had kunnen vragen, oor deelt zij toch dat hij, de omstandig heden in aanmerking genomen, zich verdienstelijk van zijn taak heeft gekweten. De regering heeft ver volgens de commissie te weinig ge toond de noodtoestand te beseffen waarin de behoeftige Nederlanders in Zuid-Frakrijk waren geraakt. In de eerste jaren van de oorlog, toen in Zweden vooral adspirant- vrijwilligers voor het Nederlandse leger in Engeland aankwamen, zijn er weinig of geen klachten geweest over het beleid van de honorair consul-generaal in Stockholm, dhr. A. M. de Jong. Later, toen er meer lastige en zelfs onbetrouwbare ele menten bijkwamen, is er een stem ming van ontevredenheid gegroeid. De heer De Jong heeft zich echter met grote ijver en toewijding naar beste weten van zijn taak gekwe ten en de commissie acht dan ook het advies van de commissie Van Rappard aan de minister van bui tenlandse zaken om hem niet voor te dragen voor bevordering tot of ficier in de Orde van Oranje-Nas- sau, niet gerechtvaardigd. De meeste klachten zijn door de uitgewekenen in het algemeen ge uit over het verder reizen. Het is de commissie gebleken dat de Ne derlandse regering eind 1940 de mogelijkheid heeft geopend tot op neming van enkele honderden uit gewekenen in Nederlands-Indië, maar zij slaagde er niet in om in West-Indië de mogelijkheid tot toe lating van uitgewekenen verruimd te krijgen. De commissie betreurt het ten zeerste, dat de regeringen van Suriname en Curagao de eerste aanvankelijk en de laatste bij voortduring een afwijzende houding hebben aangenomen met betrekking tot het toelaten van Ne derlandse uitgewekenen en dat de Nederlandse regering niet met het oog op rampspoedige gevolgen wel ke uit die houding konden voort komen, daartegen krachtiger is op getreden. Erkend kan intussen wor den, dat Suriname in 1942, in te genstelling tot Curagao, over zijn bezwaren is heengestapt, want in dat jaar zijn daar maatregelen ge nomen om een vrij groot aantal vluchtelingen te ontvangen. In verschillende hoofdstukken be spreekt de commissie vervolgens 't beleid dat de Nederlandse regering heeft gevoerd ten aanzien van de uitgewekenen in verschillende Eu ropese landen, Portugal, Zwitser land, Spanje, Zweden en Frankrijk. Omtrent het verblijf van de uit gewekenen in Portugal hebben de commissie geen klabhten bereikt. Wel is gebleken dat het tussen de ambtenaren, wier roeping het was in vriendschappelijke samenwer king voor Nederland en de Neder landers het beste te bereiken, aan harmonie heeft ontbroken. Daar naast zijn er klachten binnengeko men over de verzorging bij evacua tie van uitgewekenen naar elders. De commissie is tot de conclusie ge komen dat het er wegens het ge vaar van een Duitse inval in Por tugal op de eerste plaats over ging dat die uitgewekenen weg kwamen en dat de wijze waarop een pro bleem van de tweede orde was. Overigens meent de commissie dat de wijze van vervoer, de omstan digheden in aanmerking genomen geen aanleiding tot critiek heeft ge geven. Voorts behandelt de commissie nog een klacht volgens welke dhr Harinxma thoe Slooten, gedele geerd commissaris van de regerings commissaris voor de vluchtelingen, instructies zou hebben verstrekt om de Engelandvaarders niet te helpen. Hierover is de commissie tot de conclusie gekomen dat zijn houding t.a.v. illegale evacuatie niet zo star is geweest als de klachten zouden doen vermoeden, maar hij heeft daarop toch een remmende invloed gehad. Over de Nederlandse uitgeweke nen in Zwitserland heeft de secre taris-generaal van de Wereldraad der Kerken, dr. W. A. Visser 't Hooft, een verklaring gegeven, die hierop neerkwam dat er een aan tal mensen door de Zwitsers prac- tisch in de dood zijn gejaagd, door dat hun de toegang tot het land werd ontzegd, terwijl een aantal anderen, geheel tegen de wet in, werd gered. De heer Van Kleffens verklaarde dat hij bij de Zwit serse regering ook eens scherp heeft geprotesteerd tegen de uitzetting van een paar mensen, waarbij hij zelfs heeft gezegd dat de Zwitserse autoriteiten er aan moesten denken dat de neutraliteit niet alleen voor delen, maar ook plichten met zich brengt. De resultaten van de illegale eva cuatie uit Zwitserland waren vol gens de commissie, ondanks de on gunstige omstandigheden, niet on bevredigend. Met betrekking tot de houding van de toenmalige gezant tegenover de Nederlandse uitgewe kenen is ze tot de conclusie geko men dat het minder goede daarin goeddeels is terug te voeren tot een zeker gebrek aan aanpassingsver mogen en een zeker gebrek aan spontane hartelijkheid en blijk ge ven van medeleven. Over Spanje verklaarden ver schillende getuigen dat het vooral de eerste jaren sterk onder Duitse invloed stond. Maar de commissie is tot de overtuiging gekomen dat er ook bij de Nederlandse diplomatie ke vertegenwoordigers in Madrid heel wat heeft ontbroken. Morele steun hebben de gevangenen in de kampen te weinig genoten. De toenmalige gezant heeft het kamp Miranda de Ebro maar één keer be zocht en toen dat bezoek een mis lukking bleek, geen nieuwe poging gedaan. Ook werd aan geïnterneer den de raad gegeven zich in vredes naam maar bij de Gestapo te mel den om naar Nederland te worden teruggestuurd. De commissie acht I" ff De jeugdgevangenis „Lunettenstein" te Zutphen is een gevangenis. Daar gaat niets van af. De sfeer is zelfs enigszins beklemmend: de lange gangen met de eendere deuren, de trappen, de gaanderijen, de hier en daar geposteerde bewakers, de jongens in hun manchester pakjes. I Maar dat vergeet men wanneer men de hier ondergebrachte jonge mannen aan de arbeid ziet. En dan ziet men tegelijk, welk een uitste kend geneesmiddel, ook voor ontspoorde jongemensen, die arbeid is. In de houtzagerij snorren de machi nes, scheurt het geluid van de lintzaag. In de timmermanswerkplaats kloppen de hamers. Daar zijn de jongens, onder toezicht en leiding van de vakleraar, druk aan het werk. Eén van de gedeti neerden toont ons een keurige grenen houten tafel, een opvouwbare operatie tafel. Hij wijst naar de afwerking, een sterke arm uit de opgerolde mouw. Die arm is van boven naar beneden geta- toueerd en tussen twee paarsblauwe palmtakken prijken de .woordei- „Mijn lieve moeder"... In de smederij klinkt de hamer op het aambeeld, staan twee jongens verdiept over een secuur werkstukje bij de bank schroef. In de meubelmakerij zijn ze be zig met een salonameublement, dat een nieuwe vulling moet hebben. In de boek binderij gaat het kalmer toe. De grote ketels in de keuken verraden het menu voor de honderd jongens die hier zitten en twee jongens wassen de vaat met op merkelijke handigheid. De jongemannen, die hier werken, ver tonen geen enkel teken van overeen komst met de dwangarbeider. Men moet het zich voortdurend te binnen brengen, dat dit alles geschiedt binnen de muren van een gevangenis. Werk, ontwikkeling, ontspanning. Er wordt hier met ijver en ook met vakkennis en handigheid gewerkt. En ook verder is er weinig, lege tijd, die lege tijd waarmee ze' vroeger nooit raad wisten. Er zijn cursussen die ze moeten volgen, er wordt gestudeerd, ze krijgen voorlichting. Voorlichting ook over onze maatschappijvorm, over al die zaken waartegen ze gebotst zijn, waarvan ze nooit iets hebben geleerd en waarvoor hun geen respect is bijgebracht. Naast de uitgestrekte moestuin ligt het voetbalveld en het verraadt een in tensief gebruik. In de gang staat een medaillekast met een benijdenswaardige verzameling bekers en medailles, gewon nen bij afstandsmarsen! Iedere afdeling heeft haar recreatiezaal, waar radiomu- ziek klinkt, waar ze kunnen lezen, schrij ven of zich op andere wijze vermaken. Ook in de eigen kamertjes kunnen ze zich aan liefhebberijen wijden en die ka mertjes verraden veel, soms alles, om trent de bewoners. Er zijn e.r, kaal, on gezellig, een stoel, een tafel, een qpklap- bed, wat illustraties uit kranten geknipt of prentbriefkaarten met punaises tegen de wand. Maar vlak naast zo'n onper soonlijk, fantasieloos hok is er een met knappe tekeningen, bloemen overal, een tekenbord tegen de wand, een guitaar aan de muur. Hier huist een artiest, met smaak en gaven. Hoe is hij hier terecht gekomen... hoe komt hij er straks uit? Het Werkse Veld. licht tot donker", zoals dat daar ge woonte is. Slechts het feit, dat ze des avonds weer terugkeren op „Lunetten stein" onderscheidt hen van ieder ander. De bevolking uit deze omgeving is et- volkomen aan gewend. De jongens van de Jeugdgevangenis voetballen tegen an dere elftallen, men ziet hen op de wan deling, 's Zondags langs de weg en in de stad. Koren en toneelclubs komen naar 'Lunettensein om de jongens een paar gezellige uren te bezorgen, zij zelf beschikken ove,r een toneelzaal en ze hebben een eigen zangkoor, een eigen band. Er lopen wel eens jongens weg, die uit vrijheidsdrang de hun geboden vrij heid niet kunnen verdragen. „Dat zijn", zegt Dr. Veringa, „de jongens, die dus niet geschikt waren voor de open afde ling". Men moet het er soms op wagen en men beslist wel eens verkeerd. Ze zijn ook niet altijd even makkelijk te doorgronden, deze jongens, die vaak zo'n wonderlijke kronkel hebben. Ze kunnen de kans aangrijpen of verprut sen. En niet geschoten is altijd mis. Helpers op de weg. Het werk in de Jeugdgevangenis staat in het nauwste verband met dat van de Reclassering, want die speelt hierbij een grote rol, zowel voor als na de ver oordeling. Voor dat werk worden thans gaven gevraagd. Liet is, zo zegt Mr. T. Se- meijns de Vries van Doesburgh, de vice- voorzitter van de Prot. Chr. Reclasse- ringsvereniging, een zeer onhollandse or ganisatie, want hie,r werken alle gezind ten broederlijk samen. Maar met geld alleen komt men er niet. Men heeft be grip nodig en practische medewerking. Mensen uit alle kringen van onze maat schappij, die geneigd zijn hulp en steun te verlenen, vooral als toezichthouders. Ook hier moet men zich verre houden van sentimentaliteit en kalenderblaadjes- romantiek. Het is moeilijk, veeleisend en soms bitter ondankbaar werk. En de maatschappij is zo hard en vergeeft zo moeilijk. Het werk, dat in de Jeugdgevangenis geschiedt: ontspoorde jonge mensen te rugbrengen op de brede heirweg van het maatschappelijk leven, behoeft „helpers op de weg". Er zullen altijd misdadi gers, recidivisten, a-socialen blijven. Men kan de hele wereld niet saneren. Maar wanneer althans enigen behouden worden, geldt hiervan het aangrijpend woord, dat er meer blijdschap is in de hemel over één zondaar, die terugkeert, dan over negen en negentig rechtvaar digen, die geen bekering nodig denken te hebben! (Nadruk verboden) Lk, Een experiment waarop Dr. Veringa trots is, maar dat de leiding wel hoofd breken bezorgt, is de „open afdeling Daar is de boerderij „Het Werkse Veld", 8 kilometer buiten de stad, waar de jongens arbeiden, cursussen volgen. Anderen zijn tewerk gesteld bij werkge vers in de omgeving. Ze gaan op de fiets er heen en komen op de fiets terug. Ze maken een normale werkdag en doen normaal werk, -alleen de jongens in het boerenbedrijf werken wel eens „van NEDERLANDS WERK IN AUSTRALIË. De regering van WestAustralië heeft bekend gemaakt dat zij het uitbaggeren Van de Cockburg Sound, de toegangs geul tot de plaats waar de Anglo-Irani- an Oil Company een grote raffinaderij zal laten bouwen, heeft gegund aan de Hollandse Aannemingsmaatschappij in Denj Haag. Het werk zal waarschijnlijk 2>Yi jaar in beslag nemen. i De jaarlijkse conferentie van de Britse Labourpartij in Morecambe heeft de in nerlijke verdeeldheid van de partij in alle scherpte naar voren gebracht. Bevenia- nen en anti-Bevanianen staan als ware kamphanen tegenover elkaar en het merkwaardige is dat Bevan, ondanks t feit dat zijn tegenstanders verre in de meerderheid zijn, toch nog enkele [op merkelijke successen heeft weten te boe ken. Za moesten er zeven nieuwe 'bestuurs- leden gekozen worden in het hoofdbe stuur, waarvoor o.a. Bevan en vijf van zijn volgelingen candidaat waren. De Bevanianen bezetten van te voren al vier van deze zetels en ze kregen er bij de stemming nog twee bij. Niemand min der dan Herbert Morrison, plaatsver vangend partijleider en oud-minister van Buitenlandse Zaken, en oud-minister Dalton werden gewipt. Dat neemt niet weg dat van het hoofdbestuur van 27 man er nu nog 21 anti-Bevanianen zijn. Een (ander succes voor Bevan was t grote aantal stemmen dat hij kreeg voor zijn voorstel om de herbewapening te verminderen. Het voorstel werd verwor pen met 3.644.000 tegen 2.288.000 stem men, maar het is eerder nog nooit voor gekomen dat Bevan zoveel medestan ders kreeg. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat al deze stemmen Bevan- stemmen waren. Toch wijst dit alles op een crisis in de Labourpartij en men vraagt zich af waartoe deze zal leiden. Het schijnt in vele partijen mode te worden dat er twee richtingen tegenover elkaar komen te staan: een linkse en een rechtse. De kwestie is zo niet helemaal zuiver ge steld. Het is eerder zo dat een bepaalde groep een andere richting inslaat dan die van de meerderheid en deze wordt dan links of rechts genoemd, zodat onver mijdelijk de andere vleugel de tegen overgestelde benaming krijgt, ofschoon zij dezelfde koers blijft voeren. Eerst een driedeling zou de werkelijke verhoudin gen herstellen. Interne congressen schijnen pas dui delijk te kunnen maken hoe een organi satie er nu in werkelijkheid voorstaat. Men heeft steeds getracht de tegenstel lingen binnen Labour te verbloemen, al thans te bagatelliseren. Op het partij congres is dat niet meer gelukt. De hele buitenwereld kan nu weten dat er een strijd om de macht gaande is die niet zal ophouden voor er een splitsing komt of de ene partij het opgeeft. Want Be van is niet alleen links georiënteerd, hij vecht ook om aan de macht te komen. Dat is de eigenlijke inzet van zijn actie. De kwestie van de herbewapening heeft hij daarvoor als stokpaardje gekozen, omdat deze hem het meeste kans op suc ces scheen te bieden. Immers, de her bewapening legt een enorme last op het Engelse volk, die het in de huidige ar moede nauwelijks kan dragen. Daarom propageert Bevan vermindering van de bewapening en het is niet te verwon deren dat daar oren naar zijn. Dit be tekent evenwel niet dat degenen die het in dit opzicht met hem eens zijn ook in stemmen met zijn politieke richting als geheel. Het is voor hem overigens ge noeg om er politieke munt uit te slaan. De partijleiding zit er natuurlijk erg mee in. Ze denkt er niet aan om aan Bevan's eerzuchtig streven tegemoet te komen. Van de andere kant wil ze kost wat kost een splitsing voorkomen en dat misschien de oorzaak dat een krach tig antwoord uitblijft. Attlee hield zich op de vlakte en slaagde er daardoor niet in zijn geschonden prestige te.her stellen. Hij zit dan ook in een moêilijk parket. -Bevan kan hard roepen en de voorvechter van de belangen van het volk spelen, maar Attlee draagt een. grotere verantwoordelijkheid en het is trouwens ook mogelijk dat hij een be tere kans afwacht om Bevan op zijn nummer te zetten. Ook Attlee heeft zijn kwaliteiten, al is hij ongetwijfeld Bevan's mindere in de demagogie. Ondertussen zijn het de vakbonden te oordelen naar de uitlatingen van de invloedrijke leider Deakin, evenmin met Bevan eens. Arthur Deakin verweet Bevan dat hij wantrouwen zaait, dat het geloof van het volk in de Labourbewe- ging zal vernietigen. De stemming is dus nogal verdeeld en beschuldigingen vliegen over en weer. Deze dragen echter alleen bij tot ver troebeling van de situatie en dat is niet de sfeer waarin een scheur het best ge heeld kan worden. Tegenover de Con servatieven heeft Labour zich tot nog, toe tamelijk eensgezind gedragen, maar het is de vraag of dit vol te houden is als de tegenstellingen zo op de spits worden gedreven. Als Bevan op de in geslagen weg doorgaat en de scheur een scheuring zou worden, kon wel eens blijken dat hij noch zichzelf noch de par tij een dienst zou hebben bewezen. Maar zover is het nog niet en zo de ruzie al niet openlijk wordt uitgevochten is er toch altijd nog een mogelijkheid dat ze gesust wordt. Dan kan het vuurtje rus tig doorsmeulen en ter zijner tijd weer opvlammen of op den duur uitdoven. Plesman, heeft de cheque ten bedrage van vijf millioen aan de minister van Verkeer en Waterstaat, mr. J. Algera, overhandigd. Behoudens goedkeuring der rege ringen zal de K.L.M. binnenkort haar luchtlijn Amsterdam-Buenos Aires door trekken naar Santiago de Chili. Ver moedelijk zal dit begin November het geval kunnen zijn. De K.L.M. zal dan 65 landen door de lucht verbinden. Met ingang van de winterdienstrege- ling, die 21 October van kracht wordt, zal de dienst op Tokio twee maal in plaats van een maal per week worden gevlogen. BOTSING TUSSEN KAPITALISTI- SE STATEN. Maarschalk Stalin heeft verklaard, dat het waarschijnlijker is, dat de kapitalis tische landen oorlog zullen krijgen, dan dat er 'n gewapend conflict komt, waar bij de Sovjet-Unie betrokken wordt. Vol gens Stalin zal eerst Groot-Brittannië en daarna Frankrijk „zich genoodzaakt zien, zich los te scheuren uit de Amerikaanse omhelzing". Hij verklaart voorts, dat zijn eigen stelling, dat de markten gedu rende een bepaalde periode van een al gemene crisis der kapitalistische staten gestabiliseerd kunnen worden, thans niet langer opgaat. De kansen op een kapi talistische oorlog zouden voorts, volgens Stalin, stijgen tegen de tijd, dat Japan en Duitsland „zich van de Amerikaanse slavernij vrij maken". Stalin heeft zijn mening uiteengezet in een artikel van 50 pagina's in 't tijdschrift „Bolsjewiek", officiële uitgave van de centrale commissie der Russische communistische partij. DE DENEN BEDREIGEN DE RUSSEN!! De Sovjet-regering heeft de Deense regering in een formele nota meegedeeld, dat de vestiging van buitenlandse mili taire bases op Deens grondgebied niet anders beschouwd kan worden dan als ,een daad die een bedreiging vormt voor de veiligheid van de Sovjet-Unie De Russische nota is een formeel pro test tegen wat genoemd wordt een schen ding door de Deense regering van haar verzekeringen die in een nota van 4 Mei 1949 gegeven werden, dat Denemarken geen politiek zou volgen „van het na streven van agressieve doeleinden gericht tegen de Sovjet Unie". PRINS NAAR ECUADOR. Na Colombia en Peru heeft thans ook de regering van Ecuador een officiële Uitnodiging gezonden aan prins Bernhard om tijdens de komende Zuidamerikaanse reis dit land te bezoeken. De uitnodiging is aanvaard. De Prins en zijn gezelschap zullen van 10 tot 14 November in Ecuador vertoeven. Met het toestel van de K.L.M. zal op '10 November van Bogota naar Quito, de hoofdstad van Ecuador, wor den gevlogen. KINDERVERLAMMING MAAKT 51 SLACHTOFFERS. In de week van 21 tot 27 September deden zich in ons land 51 gevallen van kinderverlamming voor, aldus meldt de Staatscourant van Vrijdag. Ze zijn als volgt over de provincies verdeeld: Gro ningen 6, Friesland 5; Overijsel 2, Gel derland 1, Utrecht 4, Noord-Holland 5, Zuid-Holland 13, Zeeland 3, Noord-Bra bant 6 en Limburg 6. STRAALJAGER NEERGESTORT. Piloot om het leven gekomen. Vrijdagmiddag omstreeks één uur is op de grens van de gemeenten Leusden en Amersfoort een Gloster-Meteor straalja ger neergestort. De piloot is om het le ven gekomen. Blijkbaar heeft hij nog getracht het vliegtuig te verlaten. In een boom heeft men namelijk resten van een parachute gevonden. Verschillende personen verklaarden, dat zij vlammen uit het toestel hadden zien slaan, voor het neerstortte op een opslagplaats van de Heide Maatschappij op zeer korte afstand van de woning van de heer J. Meijer. ONLUSTEN OP EILAND TSJEJOE. Op het eiland Tsjejoe zijn onlusten uitgebroken onder de Chinese commu nistische krijgsgevangenen. Tsjejoe ligt 100 km voor de Zuidwestkust van Ko rea en er zijn 6400 overtuigde commu nisten als gevangenen ondergebracht. De onlusten ontstonden nadat de Ameri kaanse commandant had verboden de derde verjaardag van het communisti sche bewind in China te vieren. Er wer den in totaal 45 communisten gedood en 140 gewond. Twee Amerikanen werden licht gewond. NEDERLANDSE KUSTVAARDER VERGAAN. K.L.M.-NIEUWS. Van de tien millioen gulden aan amortisatiebewijzen, welke de regering voor een tijd van vijftien jaar, twee jaar geleden aan de K.L.M. heeft verstrekt, is vandaag de helft reeds terugbetaald. De directeur van de K.L.M., dr. A. De Nederlandse kustvaarder „Luctor" is Woensdagavond bij de kust van Nor- mandië door de storm overvallen en vergaan. De stuurman, de tweede ma chinist en een matroos van het acht koppen tellende schip zijn om het leven gekomen. De vijf overlevenden zijn in Barfleur aangekomen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1952 | | pagina 5