-
PLUIMVEE
att Haat tnaadaK
zu iets in
NYLONKOUSEN
WÏA. HOLLAND, TILBURG
SLOTAGGOORD
Chr. van Oversteeg - Waalwijk
J. WANTEN
NIET TE EVENAREN
Filiaal te Waalwijk Grotestraat 291
11
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 7 NOVEMBER 1952
11
komt U eerst even bij ons kijken.
BOVENKLEDING en
VILTH0EDEN
A 40 SOMERSET
A 70 HEREFORD
A 30
,,U KUNh er VAN OP AAN"
I 6715.-
f 9215.-
I 5470.-
SPOORLAAN 92 - TEL. 2339
Prima sport-ftofiére in zwart,
bruin en beige calfs. Hand-
werksysteem, geheel genaaid
zonder één spijkertje. Js
Chique zwart
suède pump.
Origineel en zeer
élégant, d in 7!
0 Fraaie heren
molière van prima
calfs met Ar" 7K
Bruin en London Tan kinder
molière met crèpe-zool. Zeer
solide. Extra voör- M QC
delige aanbieding. £L
20-23
24-26 6.75
27-30 7.75
PMpHM 31»35 8.75
:ieve dames-
molière met prima
para-rubber a|
onderwerk. I h
binder heeft een speciaal geconstrueerde
lus, waardoor afknellen van de staart
niet voor kan komen.
Bij het liggen zal de koe geen last
hebben van de staartbinder, omdat deze
steeds voldoende meegeeft. De staart
binder wordt met één handgreep aan de
loopring vastgehaakt en de band zelf
kan op iedere lengte worden afgesteld.
Er zijn altijd nog veehouders, die het
opbinden van staarten overbodig vin
den. Maar laat men zich de moeite eens
getroosten tegelijk met het opstallen de
staarten op te binden; dan zal men zien
wat een profijt men daar van heeft.
Wanneer het onderwerp „huisvesting
voor onze dieren wordt aangesneden dan
spruit dit voort uit het feit, dat we een
tijd van koude, wind en sneeuw tége-
moet gaan. Het is nu 'hoog tijd, dat wij
weer speciaal daaraan onze aandacht
wijden. Moeizaam zijn de kuikentjes tot
hennen opgefokt, nu moet men er ook
de vruchten van plukken en dat is ten
enen male onmogelijk als de huisvesting
niet in orde is. Goede legdieren kunnen
door slechte behuizing totaal verknoeid
worden.
Van nature is de kip sterk, een koude
luchtige stal zal haar niet schaden, ter
wijl tocht en vocht funest zijn.
Het mag algemeen bekend geacht wor
den, hoe een behoorlijke stal er uit moet
zien al toont de practijk ons dikwijls al
lertreurigste feiten.
Een hok van 30 dieren moet een op
pervlakte hebben van 4 meter lengte en
3 meter breedte. Aan het front moet zo
veel mogelijk licht worden aangebracht
door tuimelramen, die dag en nacht ge
opend kunnen blijven. Beschikt men niet
over glas, dan neme men kunstglas, dat
voldoende in de handel is.
Aan de achterwand wordt de z.g. mest
zolder gemaakt, ong. 20 cm van de bo
dem en daarop plaatse men de zitstok-
ken, deze moeten ct. 5 a 6 cm breed zijn.
Kieren en gaten moeten dichtgemaakt
worden ter voorkoming van tocht. Op
de bodem strooie men een mengsel van
kort stroo en turfmolm. Éénmaal per dag
wordt de mestzolder gereinigd en met
een laagje zand bestrooid. De mest kan
goede diensten bewijzen op het land en
in de tuin.
Wat verstaat men onder diphterie, ook
wel snot genoemd? Dit is te herkennen
aan het geel beslag voor aan de keel
opening en op de tong. De dieren gapen
aanhoudend, schudden met de kop en er
hangt weldra een zeer vieze lucht in
het hok. Dat geel beslag moet men voor
zichtig verwijderen met een theelepeltje
b.v. en daarna de tong penselen mét jo-
diumtinctuur, enige dagen achtereen. Het
hok moet ontsmet worden, na de zieke
dieren eerst afgezonderd te hebben in
een luchtig, niet koud doch droog en
tochtvrij vertrek. Het dompelen van de
kop in een oplossing kalium-permaga-
naat geeft ook wel eens goede resulta
ten, vooral bij lichtere gevallen. Als de
dieren om deze tijd van het jaar buiten
blijven lopen of in een ondoelmatig ver
trek zijn afgezonderd, zullen ze niet ge
nezen, want het is een taaie ziekte.
KIPPENVRIEND.
Elders in dit blad leest U onder „Waalwijk" een klein berichtje
over een collecte ten bate van het schone werk dat verricht wordt
door het Nederlandse Oor logsgravencomité.
Een klein berichtje dat van U een kleine bijdrage vraagt voor
een groot en mooi doelhet verzorgen van de graven der gesneu
velde geallieerde militairen en het in staat stellen van de nagelaten
verwanten deze graven te bezoeken, om aldus, voor het laatst wel
licht, hun dierbare te ontmoeten. Zoals Valeria en haar moeder
Wtodzia bezochten, gelijk we dat in de Linie vonden verteld.
Na afloop der voorname en no
bele Airborne-dodenherdenking op
het soldatenkerkhof van Ooster
beek zagen we bij een simpel graf
een in het zwart geklede vrouw
knielen. Een jongere vrouw, bij
haar, maakte het kruisteken en be
gon te bidden. De autoriteiten en
bezoekers verlieten langzaam de
plechtigheid. Doch het tafereel der
twee vrouwen bij het witte graf
kruisje een schouwspel zo oud
en zo roerend als dood en leven
hield ons vast. Na enkele minuten
gingen de moeder en dochter weg,
maar op enkele meters van het graf
stortte de vrouw in het zwart snik
kend neer en kroop op haar knieën
terug naar het kruis, de bloemen
op de grond kussend. Als versteend
stond het meisje toe te zien, bleek
en radeloos. Een dame snelde na
derbij en hielp de oudere vrouw
overeind. Op het grafkruis stond,
dat hier ruste de Lance Corporal
Wladislaw Palka, op 23-jarige leef
tijd als soldaat der Poolse Para Bri
gade gesneuveld, 25 Se,pt. 1944.
Toen vertelde Valeria Palka ons
in enkele woorden de geschiedenis
van haar familie en van haar enig
ste broer, die zij hier had terugge
vonden. Het was een boerengezin
in de Oost-Poolse provincie Wol-
hynië, uit de buurt van Kowel. De
Russen vielen binnen in de herfst
van 1939 en sleepten met de
1.500.000 gedeporteerde Polen ook
de hele familie Palka mee; vader
en zoon (die soldaat geworden was,
enkele weken van te voren, hoe
wel hij nog in de stad naar 't gym
nasium ging) verdwenen in Siberië
waar de vader spoedig stierf. Moe
der en dochter kwamen in een sla
venkamp aan de Witte Zee te
recht, boven Archangel. Daar
moesten zij bomen vellen en bij
Pooltemperaturen hout uit de bos
sen slepen.' In de zomer van '41
vielen Hitler's legers de USSR
binnen. De Polen (ook de overle
venden in kampen honderddui
zenden waren er reeds geliqui
deerd) werden gedwongen bond
genoten der Sovjets en de Poolse
generaals Sikorski en Anders kre
gen gedaan dat vele kampen wer
den geëvacueerd. In eindeloze hon-
germarsen, door steppen en woes
tijnen, nu eens op goederentreinen,
dan per schip of vlot, dagenlang té
voet, zwierven moeder en dochter
langs de verzamelkampen Bouzou-
louk door Taschkent en Samarkant
naar Perzië, waar zij in de opvang
kampen aan de kust, bij Pahleva,
gekleed en bij gevoed werden. Op
een dag in de zomer van 1942, pre
cies 10 jaar geleden, kwam daar
hun zoon Wladislaw voorbij, per
toeval, terug uit zijn Siberisch ge
vangenkamp. Hij ging op transport
via Egypte naar Engeland, sprong
boven Driel 2 jaar later af, sneu
velde op de laatste dag van de Slag
om Arnhem.
Inmiddels zwierven moeder en
dochter door DP-kampen van Per
zië, langs Teheran en Ispahan naar
India. Uit Bombay kwamen ze in
1946 als DP's naar Engeland, waar
Valeria werk vond op een fabriek.
In Engeland pas hoorden zij dat de
enige zoon dood was. En nu, 10 jaar
na de laatstë ontmoeting, reisden zij
dank zij de voortreffelijke zorgen
van het Nederlands Oorlogsgraven
Comité naar Oosterbeek en Driel,
om het eenzame graf van Wtodzia
zoals Valeria haar broertje noemt
terug te vinden.
Een uur na het vernemen van dit
tragische mensenlot een van de
millioenen drama's uit het moder
ne Polen keerden we nog eens
terug naar het graf van de soldaat
Palka. Het kerkhof was vrijwel
verlaten. Het middaglicht maakte
van dit met talloze bloemruikers
overdekte veld een lusthof Gods.
Oude, hoge bomen ruisten hun wie
gelied voor de 2000 doden, hier
rustend. Graf nummer 24037 van
Palka was verborgen onder bloe
men en kransjes. Wij stonden te
peinzen. Toen sprak een oudere,
vriendelijke heer ons in het En
gels aan en vroeg of wij ons voor
dit graf interesseerden. Heel
bijzonder, antwoordden wij. Hij
stelde zich voor: „Ik ben Jachnik,
zijn vroegere commandant. Palka
was een mijner beste soldaten en
een prachtknaap".
(„Linie" No. 339, 26 Sept, '52.)
OPROEP
TOT HET VERLOOFDE MEISJE.
„Wilt gij gelukkig worden?" Ver
geet dan niet (in de beslommerin
gen en zorgen, die u in uw verlo
vingstijd bezig houden) te denken
aan het allernoodzakelijkste. Gezel
lige kamers, een smaakvolle inrich
ting zijn niet alléén voldoende om
uw toekomstig geluk te verzekeren.
Wilt ge gelukkig worden, vergeet
dan niet uw huwelijksgeluk te bou
wen op dè hechte grondslag van
Christus, op een diep godsdienstig
leven. Kom in de tijd van verloving
en verkering eens een retraite
doen; daar zult ge nooit spijt van
hebben, 't Geld, daarvoor uitgege
ven, is niet verloren, want daar zal
men u de weg wijzen die u moet
gaan, om in uw huwelijksleven ge
lukkig te worden.
Zo'n retraite wordt van 2023
November gegeven in het Cenakel
te Tilburg.
KOMT U OOK?
DEN HAAG HEEFT VERTROUWEN
Het Ministerie van Buitenlandse Za
ken in Den Haag heeft laten verklaren,
dat de verkiezing van Eisenhower „een
uiterst belangrijke beslissing is niet al
leen voor de Amerikaanse binnenlandse
aangelegenheden maar ook voor de bui
tenlandse betrekkingen van de Verenig
de Staten. De Nederlandse regering heeft
volledig vertrouwen in president Eisen
hower, die de leiding op zich zal nemen
van de machtigste democratische staat
ter wereld.
Grote collectie, ruime sortering o a.
ENKELON, PERLONS
en onze bekende reclame kous met kartelmel
vanaf f 5,95
Ook voor reparaties Uw adres. Keurige afwerking, zonodig in
één dag klaar (behalve Vrijdag en Zaterdag)
Stationsstraat 21 - Telefoon 2710
WIJ ZIJN GESPECIALISEERD
IN i
GEBOORTEKAARTJES
VISITEKAARTJES
VERLOVINGSKAARTJES
ONDERTROUWBRIEVEN
EN -KAARTEN
WAALWIJKSCHE
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
WIJ REINIGEN
Dames- en Heren
beier dan stomen
Kleermakerij en Reinigingsbedrijf
Mr. v, Coothstr. 80 Tel. 2807
WAALWIJK
AUSTIN
SUB-DEALER VOOR KAATSHEUVEL
GARAGE MARTENS-OTTEN,
EEN VERHAAL VAN
LIEFDE EN MUZIEK
DOOR T. LODEWIJK
-
14)""*
Brederode wist heel wat van het
muziekleven in Amsterdam en ver
maakte zijn hoorders met allerlei
geestige annecdotes uit een groten
deels verleden tijd. Toen kwam het
gesprek op Frits' werk. Ik wil
je een voorstel doen zei hij.
Ik leer je alles wat je leren moet
om een goed koordirigent te zijn.
Zonder op te scheppen kan ik zeg
gen dat ik daartoe in staat ben. En
als je 't niet gelooft, vraag je maar
aan de eerste de beste die je denkt
dat het weten kan.
Frits had dat stillekens reeds ge
daan en zelfs de meest geavanceer-
den en critischen hadden niet méér
aan te merken gehad dan: een beet
je conservatief, maar hij kent het
vak. En dat beetje conservatisme
trok Frits juist meer aan dan al
dat moderne gedoe.
Ik geloof niet dat de condities
een bezwaar zullen zijn ging hij
voort armoe lijd je niet, dat zie
ik wel. Denk niet dat ik klanten
zit te werven, Terlaer. Ik stuur er
meer weg dan ik er aanneem. Mijn
tijd is te kostbaar om te verdoen
met krukken die het nooit leren.
Maar van jou vind ik het zonde, als
je niet doorgaat.
Ik weet het, meneer Bredero
de. Ik voel het haast als een eer dat
U me daarvoor zelf komt opzoeken.
Je beseft blijkbaar nauwelijks
hoe groot die eer is zei de Am
sterdammer want ik zit alsmaar
naar een tweede kop koffie te
smachten. Ja mevrouwtje, wanneer
u me gootwater geeft, zal ik er niet
naar vragen, maar zó krijg ik ze
niet in American.
Dat was het eerste bezoek van
Willem Brederode. Het was niet
zijn laatste. In korte tijd was hij
huisvriend. Toen hij er achter kwam
dat Sietske 's middags dikwijls al
leen zat en in de erker naar buiten
staarde en peinsde, kwam hij meer
malen 's middags thee drinken. Ze
vond het gezellig. Ze kon met hem
praten over serieuse en minder se-
rieuse dingen, hij was de openhar
tigheid zelf en tijdens zijn conver
satie verdween haar stugheid als
sneeuw voor de zon. Ze constateer
de met verbazing dat hij en Frits
de enige mannen waren met wie ze
luchtig en zonder inspanning con
verseerde, tegen wie ze alles durf
de zeggen en wie ze alles durfde
vragen. Het grote verschil in leef
tijd vergemakkelijkte de verhou
ding: hij kon haar vader zijn, en
eens zei ze hem dat met een la
chend gezicht.
Maar hij had niet teruggelachen.
Ze was een beetje geschrokken
van zijn plots ernstig gezicht en
vreesde dat ze hem onbedoeld be
zeerd had met die woorden.
Maar toen had hij haar iets uit
zijn leven verteld.
Hij was als weduwnaar met een
dochter achtergebleven. Die doch
ter had zijn artistieke aanleg ge-
erfd, maar het ontbrak haar aan
wilskracht. Ze koos de weg van de
minste weerstand. Terwijl ze met
wat meer studie, inspanning en op
offering een ster had kunnen wor
den in de concertzalen, verkoos ze
de gemakkelijke weg naar het va
riété. Maar ook daar hield ze zich
niet staande. Ze gleed in dat we
reldje maar al te gemakkelijk naar
beneden, en al hielden haar vaders
vrienden uit kiesheid de schandalen
verre van hem, zijn vijanden ba
zuinden ze wel uit. Meermalen
moest hij bijspringen om haar uit
ernstige moeilijkheden te redden.
Hij zag haar naar de kelder gaan en
kon er niets tegen doen. Op een
avond, toen ze met een groep vrien
den aan de boemel geweest was,
werd hun auto op een onbewaakte
overweg door een sneltrein gegre
pen. Hij mocht haar niet eens meer
zien, ze was onherkenbaar ver
minkt.
Sietske had stilletjes geluisterd,
verbaasd en ontroerd, geschouwd
achter dat masker van opgewekte
vrolijkheid, waar zo veel leed schuil
ging. En toen hij zweeg had ze met
een impulsiviteit, bij haar zeld
zaam, gezegd; Weet u, ik heb
geen vader meer. Ik verloor hem....
door een ongeluk. Daarom beschouw
ik u soms maar zo'n beetje als mijn
tweede vader
Doe dat dan maar had hij
gezegd en vergeet het niet als
je nog eens in de penairie zit, lieve
kind. Want dan komen vaders te
pasik weet het bij ervaring.
Er was bitterheid in zijn woorden
geweest, en toch was na dit voor
val de verhouding tussen de oude
musicus en Sietske nog hartelijker
geworden. Dikwijls zag ze al naar
hem uit, wanneer Frits op school
was en ze alleen in haar hoekje zat.
Frits was er zeer mee ingenomen.
Hij kende Brederode als een hoog
staand mens, hij maakte zich wel
eens zorgen om Sietske's eenzaam
heid en vond het heerlijk dat Bre
derode die wist te breken. Met ge
noegen zag hij ook hoe Sietske vrij
moedig praatte en geïnteresseerd
luisterde, wat haar ontwikkeling
zeer ten goede kwam en haar zelf
verzekerdheid gaandeweg deed toe
nemen.
Het waren goede jaren, die eerste
jaren in Amsterdam. Sietske kon
maar moeilijk aan de stad en het
stadsleven wennen, maar haar huis
was haar kasteel. De gezellige be
zoeken van de oude musicus, de
praatjes en kleine uitgangetjes met
mevrouw Lauers, de concerten die
ze samen met Frits bezocht, en
vooral de vele avónden thuis, wan
neer hij piano speelde of ze luister
den naar de muziek van de gramo-
foonplaten of van de radio, dat al
les maakte haar de wereld tot een
paradijs. En toen ze op een avond
Frits vertellen kon dat haar groot
ste wens vervuld was, dat er wel
licht binnen korte tijd nieuw leven
zou zijn in de étagewoning in die
drukke Amsterdamse buurt, toen
verdween het laatste restje heim
wee naar de boerderij. Hier, in de
stad, zou ze met Frits een nieuw
leven leiden, een gezin stichten.
Hier wachtte haar het geluk.
HOOFDSTUK VII
In de maanden, dat Sietske wacht
te op de geboorte van haar baby,
was Frits herhaaldelijk 's avonds
niet thuis. De schuld daarvan lag,
strikt genomen, bij Brederode.
Die was op een avond bij hen
gekomen en had aan Frits ge
vraagd: Zeg kerel, zou jij me
niet een avond kunnen helpen? Je
weet, ik ben dirigent van Pro Mu-
sica en nu is me daar m'n pianist
ziek geworden. Eigenlijk is hij dat
al een paar weken, en zolang heeft
onze secretaresse, juffrouw Sicca-
ma, als begeleidster dienst gedaan.
Maar dat is toch behelpenhoe
wel ze prima speelt, wil ze dat niet
regelmatig doen. Ik wou jou vra
gen, wil jij zolang invallen?
Voor één avond? vroeg Frits.
Nou, het is misschien om een
paar weken te doen.
Frits had er eigenlijk niet veel
zin in. Wel lokte het hem, weer in
de zangwereld terug te keren, als
was het dan maar als begeleider,
maar hij keek naar Sietske. Die zou
dan zo'n avond alleen zitten, juist
nu
Maar Sietske dacht aan de vele
uren waarin Brederode haar* met
zijn gezellige praat de verveling
had verdreven. Ze wilde hem zo
graag een plezier terug doen. En
daarom zei ze zonder aarzelen:
Dat moet je doen, Frits. Doe me
neer Brederode dat plezier. Voor
jezelf is het ook leuk.
Ja, maar jij
Ik zit wel méér alleen. En an
ders loop ik even naar beneden,
naar de Lauers. Daar is het altijd
gezellig en daar ben ik altijd wel
kom, dat weet ik. Nee jongen, maak
je om mij geen zorgen. Doe nu maar
wat meneer Brederode vraagt
je zult zien, je hebt er geen spijt
van!
(Wordt vervolgd)