ffepfeCL De echte
Chlorophyll-iandpasta
PUROL GENEEST
PUROL GENEEST
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 28 NOVEMBER 1952
6
m m/jnhardt
VOORSCHOT VOOR
BEL CANTO.
geschakeld als adviescommissie bij
de toewijzing van hele woningen.
Ook vroeg hij hoe dikwijls B. en W.
het advies van de commissie had
den gevraagd, hoe dikwijls ze daar
van waren afgeweken en hoe dik
wijls de commissie eigener bewe
ging had geadviseerd. Hij miste ie
der jaar een verslag over de werk
zaamheden van de commissie.
Op de vragen van de heer Mal
lens kon de voorzitter geen ant
woord geven, want hij had geen ver
slag bij de hand. Wel meende hij
dat de commissie enige malen uit
eigen beweging advies had gege
ven. De heer Mallens wenste in het
vervolg antwoord op de vragen die
hij nu had gesteld en vroeg de com
missie te raadplegen bij de toewij
zing van gemeentewoningen.
De heer De Cock zei dat daarover
verschillende keren in de commissie
was gesproken, maar de commissie
was er niet voor B. en W. daarin te
adviseren. Dat was aan het beleid
van B. en W. overgelaten en zij
meende dat dit tot nu toe goed was
geweest.
De voorzitter meende naar aan
leiding hiervan dat, zolang de com
missie er niets voor voelde, er wei
nig reden was aan te dringen, maar
de heer Mallens was van oordeel dat
dit dan gevoeglijk aan de commis
sie kon worden opgedragen. Dhr.
De Cock voelde daar echter niets
voor en de voorzitter zei ook dat er
geen voorstel hiertoe van B. en W.
was te verwachten. De heer Mal
lens van zijn kant meende, dat, ais
de heer De Cock er niets voor voel
de, dit een aanleiding was hem niet
meer te kiezen.
Daarna werd tot verkiezing over
gegaan en deze had tot resultaat
dat de heren Broeders en Pooters
met 12 stemmen werden herkozen,
de heren v. Noije en Vloemans met
11 stemmen en de heer De Cock
met 10 stemmen. Drie leden stem
den blanco, terwijl de heren Bee-
rens, Sins, .Mallens en Grootswa-
gers elk 1 stem kregen.
De heer De Cock dankte namens
de commissie voor het vertrouwen
van de raad, maar hoopte dat de
werkzaamheden van de commissie
steeds zouden verminderen. Zij zou
graag advies geven bij de 'verhuur
van woningen, maar liet dit in het
algemeen liever over aan B. en W.
In de commissie tot onderzoek van
de gemeente- en bedrijfsrekeningen
over 1951 werden gekozen de heren
Beerens en Broeders met 11 stem
men en dhr. Sins met 9 stemmen.
bovendien de waardevotste.namelijk
de enige met Vitamine A en D.
Tube 120 -95 - 70 ct. bij "Apothekers en Drogisten
VERKOOP VAN GROND.
Bij punt 8 merkte de heer Mal
lens op dat de prijs van 3.40 per
vierkante meter al 2% jaar geleden
door het Prijzenbureau-was vastge
steld "en vroeg zich af of die nu nog
de juiste zou zijn. De klacht was al
gemeen dat de Parklaan gevaarlijk
wonen was voor gezinnen met kin
deren wegens het verkeer, vooral
in de zomer. Hij achtte het gewenst
opnieuw goedkeuring van de prijs
aan het Prijzenburean te vragen.
De heer Grootzwagers vond een
strook grond van 15 m nogal breed
voor een enkele woning.
De" heer Beerens vroeg wie de
transportkosten zou betalen als het
stuk grond eventueel aan de ge
meente terugverkocht zou moeten
worden.
Op de verschillende vragen ant
woordde de voorzitter op de eerste
plaats dat de belangstelling voor de
aankoop van grond aan de Parklaan
groot was, zodat er geen gevaar
was dat de prijs te hoog zou wor
den gevonden. Er lagen nu nog 2
aanvragen te wachten. Bovendien
zat de gemeente met de prijs tus
sen twee vuren: aan de ene kant
Ged. Staten die wilden dat alle kos
ten voor de gemeente er in verdis
conteerd zouden worden, aan de an
dere kant het Prij zenbureau dat 'n
maximumprijs vaststelde, zodat de
gemeente aan de ene kant niet lager
en aan de andere kant niet hoger
kon. De breedte van 15 m. voor een
enkele woning was noodzakelijk
wegens» het uitbreidingsplan en op
de vraag van de heer Beerens ant
woordde hij dat daarvoor geen clau
sule in de voorwaarden was opge
nomen, maar hij achtte het juist
alsnog een voorwaarde op te ne
men dat transportkosten voor re
kening van de verkoper zouden zijn
wanneer het stuk terugverkocht
moest worden.
Daarna ging de raad met 't voor
stel aecoord, evenals met punt 9,
dat in het geheel geen discussie
veroorzaakte.
De heer Beerens had geen be
zwaar tegen het voorstel om Bel
Canto een voorschot van 1600 te
verlenen als zodanig, maar wel
vroeg hij hoe het zat met de waar
borgen voor het nakomen van de
verplichtingen door de vereniging.
De heer Mallens had in de stuk
ken gezien dat Bel Canto bereid
was afstand te doen van het sub
sidie om het voorschot terug te be
talen. Hij vroeg of dit wel de juiste
weg was. Hij meende dat het, ge
zien de exploitatierekening, voor
de vereniging onmogelijk was daar
van afstand te doen. De verenigin
gen konden de spbsidie niet missen
en de heer Mallens achtte ze boven
dien veel te laag. Hij wilde dat de
raad zou besluiten tot een aanmer
kelijke verhoging van de subsidie
aan dergelijke verenigingen en
meende met 50% niet te hoog te
zijn.
De heer Elshout bracht in het in -
nering dat volgend jaar Bel Canto
zijn 25-jarig bestaan zou vieren en
stelde voor de helft van het voor
schot te schenken als dit mogeiijk
was.
In antwoord op de vraag van dhr.
Beerens zei de voorzitter, dat er
geen voorwaarde was gesteld, maat
meende dat er toch wel aanleiding
toe was. In overleg met Bel Canto
wilde hij de vleugel zelfs als on
derpand stellen. Op de opmerkingen
van de heer Mallens antwoordde
hij dat de structuur van het voor
stel niet zo was dat het voorschot
op het subsidie in mindering werd
gebracht.' De vereniging kreeg een
voorschot en subsidie, onafhanke
lijk van elkaar. Anders zou bij in
trekking van het subsidie ook de
terugbetaling van het voorschot op
houden.
Over het bedrag van de subsidies
merkte de voorzitter op dat B. en
W. dat al enkele jaren te laag von
den, maar de begroting liet niet
meer toe. In de begroting over 1953
was een nieuwe subsidieregeling in
studie. Overigens meende hij dat
niet van de regel van renteloze
voorschotten mocht worden afge
weken, gezien het groot aantal ver
enigingen. Het 25-jarig jubileum
van Bel Canto was nu niet aan de
orde.
De heer Mallens wees er nog eens
op dat de vereniging met haar on
gunstige exploitatierekening er niet
kon komen als zij het voorschot bo
vendien nog moest terugbetalen;
daarom wilde hij subsidieverhoging.
De voorzitter merkte echter op dat
de exploitatierekening niet elk jaar
zo ongunstig was en dat de vereni
ging in 1951 wel erg veel pech had
gehad. Overigens kon de kwestie
van de subsidies bij de begroting
nog nader worden bekeken, waar
na de raad met het voorstel van
B. en W. accoord ging.
Zo ook met punt 11, waarover
niet gediscussiëerd werd. Bij punt
12 vroeg de heer Mallens alleen
hoe groot het bedrag van de vlot
tende schuld was. Van buiten,
meende de voorzitter 2 millioen.
Voor dit bedrag waren geldlenin
gen op korte termijn gesloten, die
niet tegelijk afliepen. Bovendien
had hij goede hoop op renteverla
ging, zodat B. en W. nog niet voor
stelden deze schuld te consolideren.
De raad ging met het voorstel ac
coord en eveneens met punt 13, ge
heel zonder discussie.
DE WINKELSLUITING.
Daarna kwam de grote kluif van
de avond: de winkelsluiting. De
voorzitter vatte het voorstel van
B. en W. nog in enkele grote trek
ken samen: B. en W. stelden voor
de halve dag sluiting niet verplicht
te stellen; eerst hadden ze geen
koopavond willen instellen, maar
nu die in een naburige gemeente
aan de orde was gesteld, meenden
ze zich hierover opnieuw te moeten
beraden: voorts stelden ze de 21
uitzonderingsdagen voor zoals in 't
prae-advies aangegeven, en tenslot
te de dagen waarop ontheffing van
de winkelsluiting zou worden gege
ven, waarbij zij er op aandrongen
soberheid te betrachten, omdat de
verordening anders de vereiste ko
ninklijke goedkeuring niet zou krij
gen.
De heer v. Noije opende het de
bat. Hij was tot de conclusie geko
men dat zelfs de middenstand het
onderling niet eens was. De raad
moest echter trachten een unifor
me regeling te treffen en hij stelde
voor een verplichte halve-dagslui-
ting vast te stellen op Dinsdagmid
dag. Voorts achtte hij het- gewenst
dat de winkels het hele jaar door
een uur langer open zouden mogen
zijn, dus tot 7 uur, en ook Zondag
gedurende het hele jaar door enke
le uren.
ruwe huid, ruwe handen, ruwe lippen
Hiermee waren de voornaamste
lijnen van het debat uitgestippeld.
De heer Beerens merkte aller
eerst op dat de verordening tijdig
behandeld had moeten zijn. Dan
hadden de winkeliers zelf geen
maatregelen kunnen treffen: open
stelling tot 10 uur. Hij had bezwaar
tegen deze gang van zaken.
Wat de kwestie zelf betreft,
meende ook hij dat de raad een uni
forme regeling moest vaststellen.
Hij was het niet eens met verschil
lende sluitingstijden in Loon op
Zand en Kaatsheuvel. Al jaren was
het tot aller tevredenheid Woens
dagmiddag. De groentehandelaren
b.v. waren al niet gebaat bij de
Maandagmorgen. Ook de belangen
van het personeel moesten in het
oog worden gehouden: dat had
evenals de arbeiders recht op een
vrije middag. Hij had er geen be
zwaar tegen de Dinsdagmiddag
daarvoor te bestemmen. Evenmin
had hij principiëel bezwaar tegen
openstelling tot 10 uur op de 21
uitzonderingsdagen. Wel zou er fi-
nanciëel bezwaar tegen zijn van de
kant der werknemers, in verband
met uitbetaling van overuren.
Daarom zag hij op die dagen liever
openstelling tot 9 uur.
De Zondagsregeling kon hem
maar matig bevredigen. Openstel
ling was niet bevorderlijk voor de
Zondagsrust en -heiliging. Daar
kon hij wel overheen stappen, maar
tegen algehele openstelling had hij
bezwaar. Waarom zouden slagers,
manufacturiers en kruideniers open
moeten zijn? Dat was wel van be
lang voor sigarenwinkels, banket
bakkers, ijs- en fruitzaken. De open
stelling van deze zaken zag hij wel
graag verschoven naar de middag,
in plaats van 114 uur 125 uur.
Voorts wilde hij bij overtreding
van de bepalingen der wet ook de
koper strafbaar gesteld zien.
Ook de heer Mallens was voor
een halve-dagsluiting over de hele
gemeente op Dinsdagmiddag. Ver
volgens vroeg hij zich af waarom
de genoemde winkeliers, waaraan
hij nog toevoegde de verkopers van
vogelzaad en aanverwante artike
len, ook niet buiten het seizoen de
gelegenheid werd gegeven op Zon
dag open te zijn en door de week
tot 7 uur. Wie daar bezwiaar tegen
had, kon dan nog sluiten. Verder
vroeg hij waarom hij niets had ge
lezen over 24, 26 en 31 December als
deze dagen op Zondag vielen. Dan
zouden de winkels minstens open
moeten zijn voor brood, banket en
dergelijke. Ook noemde hij com
muniefeesten en in dit verband
vooral de fotografen. Over de koop
avond merkte hij op, dat in de aan
grenzende gemeente Waalwijk nu
een koopavond was voorgesteld, die
waarschijnlijk wel zou worden aan
genomen ook. Als de winkels tot 7
uur open bleven zou dit niet nodig
zijn, maar nu wel.
Ook de heer v. Laarhoven was
van gevoelen dat de winkels tot 7
uur en op Zondag opengesteld moes
ten worden en hij drong er op aan
vooral de distilleerderijen niet te
vergeten.
In aansluiting op wat de heer
Beerens had gezegd, merkte ook de
heer Elshout op dat de middenstan
ders op eigen houtje een verorde
ning hadden goedgekeurd. Als er
meer vergaderd werd door de raad,
was dit misschien niet voorgeko
men.
De heer De Cock beaamde dat 't
voorstel van B. en W. over de win
kelsluiting in de geest van de mid
denstandsvereniging was. Hij was
overeenkomstig dat voorstel tegen
een verplichte halve-dagsluiting.
Wel was hij nu voor een koop
avond.
De heer Grootswagers meende
dat het personeel van de Coöpera
tie wel aan zijn trekken zou komen
met een halve vrije dag als die niet
verplicht werd gesteld, maar voor
veel anderen zou die er wel over
schieten. Het was de bedoeling van
de wetgever ook voor de winkel
bedienden te zorgen, daarom was
hij voor sluiting op Dinsdagmiddag.
STREVEN OM WINKELSLUI
TING KRACHTELOOS TE
MAKEN,
De voorzitter begon de diverse
sprekers in grote lijnen te -beant
woorden. Hij zei dat B. en W. noch
tegen een koopavond, noch tegen
een middag sluiten waren. Er wa
ren echter twee belanghebbenden,
de middenstanders en de werkne
mers. Er waren in de gemeente
geen winkels met veel personeel en
dat zou zijn halve dag vrij toch wel
krijgen, want er mocht toch niet
langer gewerkt worden dan een be
paald aantal uren. De middenstand
was niet voor een vaste vrije mid
dag. Tot nog toe was er vrijwillig
een vrije middag gegeven. Waarom
die dan nu van bovenaf vaststellen.
De voorzitter was er voor dit aan
de betrokkenen zelf over te laten.
Wat de koopavond getreft, waren
ook B. en W. van mening veran
derd, maar zij achtten het bezwaar
lijk die vast te stéllen zonder de
middenstand te raadplegen.
Voorts constateerde de voorzit
ter een streven om de winkelslui
ting zoveel mogelijk krachteloos te
maken, o.a. in het verlangen om
het hele jaar door de winkels op
Zondag open te stellen. Verschil
lende voorstellen dienaangaande
waren door de Kroon niet goedge
keurd. Als men zich beperkte tot
de maanden dat openstelling voor
de gemeente van belang was, dan
had de verordening een redelijke
kans. Als eerst een andere veror
dening werd ingediend, liep men
gevaar niet serieus genomen te
worden. Desalniettemin had hij
geen bezwaar als de raad een an
der voorstel had.
Naar aanleiding van de aanmer
kingen van de heren Beerens en
Elshout, zei de voorzitter, dat de
middenstand de raad niet vooruit
gelopen was. B. en W. hadden de
bevoegdheid bij onverwachte om
standigheden af te wijken van de
verordening. Ze hadden gemeend
dat die onverwachte omstandighe
den zich voordeden, toen op 22
November de verkoop voor Sint
Nicolaas begon en hadden daarom
openstelling tot 10 uur toegestaan.
Wat de strafbaarstelling van de
koper betrof, wilde de voorzitter
allereerst het lopende proefproces
afwachten. Bovendien was hij van
mening dat het de winkelier was
die de koper in verzoeking bracht
en in de zomer konden onschul
dige toeristen b.v. er door worden
getroffen.
RAAD BLIJFT OP ZIJN
STUK STAAN.
De heer Beerens was het met de voor
zitter eens dat de raad niet zoveel mo
gelijk openstelling moest toestaan. Veel
middenstanders stelden de halve dag
sluiting op prijs en nog twee jaar geleden
had de raad de sluiting vastgesteld op
Woensdagmiddag. Waarom zou hij daar
op terugkomen. Het aantal winkelbe
dienden bedroeg nog altijd 40 a 50 man.
Als de sluiting niet verplicht werd ge
steld, waren die overgeleverd aan de
goodwill van de werkgever. Voor 90
zou er dan de halve vrije dag bij over
schieten. Daarom handhaafde hij zijn
standpunt. Voorts wilde hij het stand
punt van B. en W. nog weten over de
openstelling op Zondag van 12 tot 5
in plaats van Tl tot 4. Wat de straf
baarstelling van de koper betreft, was
hij van mening dat in veel gevallen de
koper de aanleidende oorzaak van de
overtreding was. De winkelier zwichtte
dan ter wiile van de klant. („Mag niet,
,oei! werd er geroepen). Daarom wilde
hij ook de klant strafbaar stellen.
Ondertussen bleef ook de heer De
^iock op zijn standpunt staan dat een
verplichte halve dag sluiting ongewenst
was. Het merendeel van de middenstan
ders was er tegen. Bovendien werd in elk
bedrijf de arbeider beschermd door de
arbeidslijst.
De heer Grootswagers bleef vóór een
halve dag sluiten en dan achtte hij een
middag nog beter dan de Maandagmor
gen.
De heer Mallens refereerde aan de
woorden van de voorzitter dat de vrije
halve dag voor de werknemers er wel
zou komen. Maar, vroeg hij, waarom
niet vaststellen dan en dan en daaraan
vasthouden? Hij had nog niets gehoord
over de suggestie om de winkels tot 7
uur geopend te houden. De meeste ko
pers moesten tot 6 uur werken en zich
daarna omkleden en souperen. Daarom
was het nodig de winkels tot 7 uur ge
opend te laten, dat gebeurde ook in Til
burg.
De heer Van Noije was het eens met
de heer Beerens en wilde ook de slui
tingstijd van 7 uur handhaven, dan kon
men afzien van de koopavond ook.
De heer Van Kuik bracht nieuwe ar
gumenten ter tafel. In de Moer en Berk
dijk was het de gewoonte na de Hoog
mis „segares" te gaan kopen en was er
daarom voor de winkels het hele jaar
door een paar uur geopend te houden
op Zondag wegens de grote afstand voor
de bewoners van die parochies. Hij zag
ook de snoepcent van de kinderen in het
gedrang komen en vreesde dat daar
moeilijkheden van zouden komen. Ook
was hij voor de openstelling tot 7 uuri
De voorzitter bekende dat hij het he
lemaal eens was met de heer Van Kuijk.
Maar het systeem van de wet was nu
eenmaal: op Zondag geen winkels ge
opend. Alleen als de plaatselijke om
standigheden het eisten, kón de raad
anders besluiten. Ook B. en W. zouden
het liefst de wet opzij leggen, maar dat
zou men niet voor elkaar krijgen. Tegen
de verschuiving van 114 uur op Zon
dag naar 125 had hij geen bezwaar.
Over de halve dag sluiting zei hij nog
maals dat, als de halve vrije dag aan het
personeel gewaarborgd Was, de midden
standers niet gedwongen moesten wor
den. 'Het langer openstellen wilde hij uit
stellen tot het toeristenseizoen, anders
zou de verordening niet goedgekeurd
worden.
IN ONDERDELEN.
Omdat men met praten toch niet verder
kwam, bracht de voorzitter de voorstel
len van B. en W. in verschillende onder
delen in stemming. Allereerst het voor
stel om geen verplichte halve-dagslui
ting vast te stellen. Dit werd verworpen
met 9 tegen 6 stemmen. Tegen waren de
heren Van Laarhoven, Grootswagers,
Van Noije, Elshout, Van Kuik, Van
Rooy, Sins, Mallens en Beerens.
Vervolgens het voorstel om voor L.-
op-Zand de verplichte halve-dagsluiting
vast te stellen op Dinsdagmiddag, be
halve voor de viswinkels op Maandag
morgen, en voor Kaatsheuvel de ver
plichte sluiting op Maandagmorgen, be
halve voor de kappers en de bakkers op
Dinsdagmiddag.
De heer Beerens meende dat dit voor
stel in de praktijk niet uitvoerbaar zou
zijn en dat het de oneerlijke concurrentie
in de hand zou werken. Maar liever dan
er nog eens over te discussieren wilde
de voorzitter er over laten stemmen. De
stemming had tot resultaat dat het voor
stel werd verworpen met 12 tegen 3
stemmen. Tegen waren de heren Van
Laarhoven, Grootswagers, Broeders,
Kemmeren, Van Noije, Elshout, Van
Kuijk, Van Rooij, Sins, Mallens, Bee
rens en Van der Lee.
Toen werd zonder hoofdelijke stem
ming als verplichte halve-dagsluiting de
Dinsdagmiddag vastgesteld.
Daarna kwamen aan de orde de 21
uitzonderingsdagen met openstelling tot
10 uur.
De heer Beerens had bezwaar tegen
sluiting om 10 uur. Hij achtte dat te
ruim en vond 9 uur een betere tijd. Ko
pers die dan nog geld hadden moesten
dat maar tot de volgende dag bewaren.
Vooral slagerijen zouden van het late
sluitingsuur veel last ondervinden, ter
wijl er na sluitingstijd altijd nog een hoop
administratief werk verricht moest wor
den.
De voorzitter antwoordde dat de mid
denstand juist openstelling tot 10 uur
had gevraagd en hij vond het nogal erg
om daarin niet tegemoet te komen. Toen
legde ook de heer Beerens zich er maar
bij neer, al vond hij dat sommige men
sen tegen zichzelf beschermd moesten
worden. Het voorstel werd zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Gehoord het gevoelen van de raad
wilde de voorzitter betreffende de open
stelling tot 7 uur en op Zondag 2 ver
ordeningen aan de Kroon voorleggen.
Een waarbij de openstelling tot 7 uur en
op Zondag van 12-5 uur gebonden zou
zijn aan het seizoen met als argument
het 'toerisme, en een waarbij de winkels
het hele jaar tot 7 uur en op Zondag
van 12 tot 5 uur open zouden zijn, met
als argumenten al die welke de raad
naar voren had gebracht. Ook daar ging
de raad zonder hoofdelijke stemming mee
accoord.
Over de koopavond tenslotte wilden
B. en W. eerst overleg plegen met de
middenstand, waarmee dit grote hoofd
stuk achter de rug was.
Daarna ging het weer even vlot. Voor
onderzoek van de begroting 1953, wer
den twee commissies van 5 man aan
gewezen, het voorstel tot wijziging van
de gemeentebegroting 1952 werd zonder
meer aangenomen en ook de gecombi
neerde wegenschaaf-sneeuwruimer ont
moette geen tegenstand (de punten 15, 16
en 17J.
BEZWAREN TEGEN
BAATBELASTING.
Ernstiger tegenstand ontmoette punt
18. De eerste die er een aanval op deed
was de heer Van Kuijk. Destijds al had
hij gehamerd op de onredelijkheid van de
baatbelasting. Het betrekkelijk klein be
drag dat die opleverde woog niet op te
gen het ongenoegen. Buurten als het
Loons Hoekje en Dongenseweg hadden
lang op electrificatie moeten wachten en
nu kwamen ze nog voor kosten ook. Hij
was absoluut tegen elke vorm van baat
belasting. Deze werd nu geheven over
het z.g. plan C, maar bij de aanleg van
de plannen A en B was niet gerept over
baatbelasting. De electrificatie zou er
toch wel gekomen zijn. Hij had juist ge
lezen dat men in Sprang-Capelje geen
baatbelasting hoefde te betalen voor ver
afgelegen electrificaties. Waarom dan
hier wel?
De heer Mallens betoogde dat de plan
nen A en B zonder baatbelasting waren
uitgevoerd, over C zou die wel worden
geheven omdat dat onrendabel was, zo
was in Februari 1951 door de raad be
sloten. Toen al had de heer Mallens
ernstig bezwaar gemaakt. Maar B. en
W. hadden gedreigd dat ze hun voor
stel zouden terugnemen als de baatbe
lasting niet werd aangenomen. Daardoor
werd de raad voor een dilemma ge
plaatst. De heer Mallens vond dit wei
nig elegant van B. en W. Met 10 tegen
5 stemmen was de belasting toen aange
nomen. Ook hij had voor de vergadering
gelezen dat Sprang-Capelle geen baat
belasting hief. De Kroon had dit jaar in
hóógste instantie de uitspraak gedaan:
voor onrendabele gebieden was de bgat-
strating van de Berkdijksestraat met de
keien uit de Gasthuisstraat de beste op
lossing. Ze zouden niet eeuwig hoeven
te blijven liggen en hij vond het hele
maal niet bezwaarlijk ze te, gebruiken. In
Tilburg was de Spoorlaan} met hetzelfde
materiaal tot een prima straat gemaakt.
Hij achtte het evenwel in het belang
vap het verkeer dat de bomen in de
Gasthuisstraat, die nu erg dicht aa nde
rand van het trottoir stonden, geruimd
werden. Maar er moest gezorgd worden
voor een behoorlijke nieuwe beplanting.
De heer Mallens achtte nieuwe be
strating mogelijk. Het materiaal was uit
stekend geschikt voor de Berkdijksestraat.
Beter keien dan helemaal geen weg.
meende hij.
De heer Elshout meende dat degene
die de keien van de gemeente kocht er
toch ook wel geen zuit van zou maken,
die zou ze evengoed wel ergens neerleg
gen. Daarom wilde hij ze niet verkopen,
maar er de Berkdijksestraat mee bestra
ten.
Ook de voorzitter vond het jammer
dat de bomen in de Gasthuisstraat .weg
moesten. 'Maar het was nu eenmaal niet
anders mogelijk en de verbreding was
noodzakelijk. Op de lelijkste punten zou
den nieuwe bomen geplant worden. Over
ruwe huid, ruwe handen, ruwe lippen
belasting niet per se nodig. Waren B.
en W. niet voorbarig geweest? Het zou
beter zijn de bezwaren aan Ged. Staten
voor te leggen.
De voorzitter betoogde dat al bij de
uitvoering van de plannen A en B over
een vergoeding was gesproken. De eer
ste opzet was geweest de plannen A, B
en C ineens te laten uitvoeren. Een
commissie uit de raad had daarover met
de PNEM besprekingen gevoerd. Deze
wilde echter alleen plan A uitvoeren en
later was daar B bijgekomen met nood-
netten. Nu zou het onbillijk zijn het res
tant C als laatste groep alleen het lood
je te laten leggen. B. en W. hadden er
een jaar voor nodig gehad om Ged. Sta
ten genoegen te doen nemen met een
heffing van 30 in plaats van 80
De vergelijking met andere gemeenten
was moeilijk, want het bedrag was on
bekend. Hier ging het over een bedrag
van bijna 300.000 gulden. Er waren ook
aangrenzende gemeenten die ook voor de
waterleiding een belasting van 60
hieven. Voorts bracht de voorzitter te
berde dat de raad er nu niet meer onder
uit kon. Als de gemeente niet meer op
5000 gulden hoefde te kijken, zou hij er
geen bezwaar tegen hebben de belasting
te laten schieten. Daarom werd de zaak
elke 5 jaar opnieuw bekeken.
De heer Mallens bleef erbij dat B. en
W. hadden toegezegd dat plan A en B
zonder baatbelasting zouden zijn. De
mensen moesten op een raadsbesluit aan
kunnen.
De heer Van Kuijk zou er geen be
zwaar tegen gehad hebben als van te
voren was vastgesteld dat baatbelasting
zou worden geheven over verafgelegen
panden. Nu waren er mensen met een
vast recht, die jaarlijks 15 zouden
moeten bijbetalen, zodat hun vast recht
verdubbeld werd.
De voorzitter achtte verdere discussie
nutteloos. Hij betoogde nogmaals dat het
de uitvoering van één plan in onderde
len was geweest. Reeds bij de uitvoering
van het eerste was geen zekerheid ge
geven dat geen vergoeding zou worden
gevraagd.
De heer Mallens wenste stemming over
het voorstel.
De voorzitter waarschuwde tegen de
gevolgen van verwerping. Dan zouden
de raadsleden die het voorstel hadden
laten kelderen persoonlijk aansprakelijk
worden gesteld.
De heer Mallens vond deze waar
schuwing onelegant, maar de voorzitter
vond het oneleganter de raad er in te la
ten lopen.
Het voorstel van B. en W. werd- aan
genomen met 11 tegen 4 stejnmen. Te
gen waren de heren Grootswagers, Els
hout, Van Kuijk en Mallens.
KEIEN VOOR ZULT?
Een laatste obstakel om aan het einde
van de vergadering te komen vormde
punt 19. Daarop was een amendement
binnengekomen van de heren Elshout,
Beerens, Mallens, Grootswagers, Van
Laarhoven en Van Kuijk, in die zin dat
zij de keien uit de Gasthuisstraat wilden
bestemmen voor bestrating van de Berk
dijksestraat.
De voorzitter achtte dit onjuist. Op
de eerste plaats waren er daarvoor niet
voldoende keien en op de tweede plaats
waren die niet meer geschikt voor be
strating. Men moest geen lapmiddelen
gaan toepassen. Hij raadde daarom het
amendement af.
De heer Sins achtte het onjuist keien
die voor de ene straat waren afgekeurd
voor een andere te willen gebruiken. Hij
zag liever aansluiting van de Berkdijkse
straat aan de Nieuwe 'Berkdijksestraat,
De heer Grootswagers vond het jam
mer dat het voor de verbreding van de
Gasthuisstraat nodig was de bomen weg
te doen. Was trouwens verbreding wel
nodig? Hij vond de weg breed genoeg.
Door uitvoering van het uitbreidingsplan
zou de Gasthuisstraat ontlast worden.
En waren de keien zo versleten dat ze
eruit moesten? Hij was het daarmee niet
eens.
Verder merkte de heer Grootswagers
op dat B. en W. al een .jaar geleden
hadden toegezegd dat de Berkdijksestraat
verbeterd zou worden. Als er binnenkort
een voorstel daarover zou komen had hij
er geen bezwaar tegen de keien te ver
kopen. Met deze keien zou evenwel een
afdoende verbetering tot stand gebracht
kunnen worden. v
De heer Van Kuijk zag de eerste jaren
nog geen nieuwe weg in de Berkdijkse
straat. De keien konden daar gelegd wor
den, er waren er voldoende. De straal
hoefde maar de breedte te krijgen van
de Gasthuisstraat. Sintels waren in de
Berkdijksestraat niet afdoende. En de
4500 die de gemeente voor de keien
kreeg, maakten het niet op het totale
bedrag van 98.000.
Ook de heer Beerens achtte de be
de kwaliteit van de keien zei hij dat die
uit de Gasthuisstraat 40 jaar ouder wa
ren dan die in de Spoorlaan in Tilburg.
Bovendien waren die van andere kwali
teit en waren ze aan vier kanten te ge
bruiken. Als er een voldoend aantal wa
ren van behoorlijke kwaliteit, zou het
een goede oplossing zijn voor de Berk
dijksestraat. Maar het profiel van de
weg zou belangrijk gewijzigd moeten
worden. De opzet was Berkdijk nauwer
met de gemeente te verbinden door een
behoorlijke straat. Daarom was het be
ter even te wachten op de betere weg.
Er lag een plan klaar tot verbetering
van de wegen van 4% millioen, dat wel
niet uit te voeren zou zijn. Maar als de
kans kwam, was de gemeente direct
klaar. De Gasthuisstraat ging echter in
het belang van het toerisme voor.
Niettemin bleef de heer Beerens het
jammer vinden een behoorlijke bestra
ting voor een krats te verkopen.
De heer Grootswagers vroeg zich af
hoe lang de Berkdijksestraat nog zou
moeten wachten. De Gasthuisstraat te
verbeteren achtte hij belangrijk, maar be
langrijker was de Berkdijksestraat.
Voor de heer Mallens stond vast dat
de Berkdijksestraat niet met nieuw ma
teriaal zou worden voorzien. B. en W.
noemden de verkoop van de keien voor
4500 voordelig, maar de keien van het
stuk MarktSchoolstraat waren naar
België gegaan en daar werd er goud
voor gegeven. Een aangrenzende ge
meente had voor keien een hele nieuwe
bestrating kunnen laten aanleggen.
De heer van Kuijk wilde de keien in
ieder geval nog niet verkopen en ze nog
in petto houden.
De voorzitter deelde mee dat de keien
stuk geslagen zouden worden en voor
steenslag in asfalt-betonwegen gebruikt.
Verder betoogde hij dat B. en W. be
langstelling hadden voor de Berkdijkse
straat en het was het plan ook deze weg
ter zijner tijd in orde te brengen.
Vervolgens werd gestemd over het in
gediende amendement, dat werd verwor-
pen met 6 tegen 9 stemmen. Voor waren
de heren Van Laarhoven, Grootswagers,
Elshout, Van Kuijk, Mallens en Beerens.
Het voorstel van B. en W. werd aange
nomen met dezelfde heren tegen: 96.
RONDVRAAG.
Bij de rondvraag vroegen de heren
Sins en Elshout de gemeentewoningen
op te laten halen. De voorzitter ant
woordde hierop dat de plannen nog
steeds niet uitgevoerd konden worden,
omdat de stukken in Den Haag bleven
liggen. Hij hoopte ze echter spoedig te
krijgen, zodat de gemeentewoningen op
gehaald of vervangen zouden kunnen
worden.
De heer Mallens vroeg of de verorde
ning op de hondenbelasting al was goed
gekeurd, welke vraag de voorzitter ont
kennend moest beantwoorden. Boven
dien vroeg de heer Mallens aandacht
voor het fietspad in de Paalstraat dat
zeer gevaarlijk was. Dit zou zo spoedig
mogelijk verbeterd worden.
De heer Van Noije vroeg verdere uit
breiding van de straatverlichting, waarop
de voorzitter antwoordde dat die zoveel
mogelijk werd hersteld uit de gewone
begroting. Daardoor was het niet altijd
mogelijk te doen wat men graag zou wil
len doen.
De heer Van Laarhoven wees op de
onhoudbare toestand van de weg Hoek
jeMolenstraatKruispunt, waaraan de
voorzitter ook aandacht zou besteden.
De heer Broeders merkte in dit ver
band op dat de wegencommissie wel
werkte, al leek het niet, maar zij kon er
ook niets aan doen. Hij vroeg of de we-
genschaaf al gauw aangekocht zou wor
den, omdat de wegen vroegtijdig behan
deld moesten worden, en of met de
sneeuwruimer ook de afgelegen wijken
bewerkt zouden worden. De voorzitter
beloofde een zo goed en doelmatig mo
gelijk gebruik van beide instrumenten, al
kon met één sneeuwruimer niet alles op
geruimd worden.
De heer Elshout tenslotte wilde weten
hoeveel woningen er waren gebouwd in
de jaren 1950, 1951 en 1952 in de ver
schillende kerkdorpen en hoeveel aan
vragen voor een woning er nog waren.
Het juiste aantal woningen kon de voor
zitter van buiten niet geven, maar er
waren nog meer dan 400 woningzoeken
den. Er kwamen nu 66 woningen klaar
plus 160 bedden in het tehuis voor ou
den van dagen. Hoeveel gebruik er van
gemaakt zou worden wist hij uiteraard
nog niet.
Dat was het eind van deze vergade
ring en het werd tijd, want uw ver
slaggever kreeg kramp in zijn vingers;
in drie uur tijd kan er heel wat gepraat
worden.