Gemeenteraad Sprang-Capelle
Tegen voetballen op Zondag
HET WAPEN
Sprang-Capelle op de
rampzalige le Februari
Gemeenteraadsvergadering Drunen
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 2 MAART 1953
2
BREECK
Nieuwjaarsrede Burgemeester
Oprichting R.K. Landbouwhuishoudschoo I
De kern der gemeente
van de K.A.B. Vroegere pogingen
om steun waren bij het gemeente
bestuur niet gedaan. Wel had bur
gemeester Lambooy pogingen ge
daan bij het Prins Bernhardfonds
om subsidie te krijgen, maar dat
was niet gelukt.
De heer v. Seters vroeg vervol
gens of de terugbetaling niet tezeer
werd gebonden aan de subsidie, wat
de voorzitter ontkende. Deze werd
alleen in het oog gehouden als mo
gelijkheid tot verhaal als de har
monie haar verplichtingen niet zou
nakomen. Hij meende echter dat
daaraan niet hoefde getwijfeld te
worden.
De heer Duyvelaar merkte nog op
dat de harmonie onder burgemees
ter Lambooy geen goedgekeurde
statuten had, zodat de gemeente
haar geen voorschot kon verschaf
fen, wat de voorzitter beaamde.
Hierna werd het voorstel met alge
mene instemming goedgekeurd.
De volgende punten gaven geen
aanleiding meer tot discussie, zodat
de punten 11, 12, 13, 14 en 16 zon
der meer onder de hamer doorgin
gen.
Nieuwe lening.
De voorzitter deelde nog mee dat
B. en W. de kapitaalsbehoeften
voor de uitvoering van goedgekeur
de kapitaalswerken waren nagelo
pen en nu een aanbieding gekre
gen hadden voor een lening van
ƒ460.000 met een looptijd van 40
jaar tegen een rente van 4%, ter
wijl de eerste 10 jaar geen extra
aflossing mag worden gedaan. De
lening zou ingaan op 1 September
1953. B. en W. stelden voor dit aan
bod te aanvaarden en de raad ging
hiermee accoord.
Het weede punt dat werd toege
voegd ging over de uitbreiding ten
Westen van de Kerkstraat. B. en W.
hadden juist overeenstemming be
reikt met de laatste eigenaar over
de verkoop van 6246 m2 tegen 40 ct.
per m2 voor de totale prijs van
2500. Ook dit keurde de raad zon
der discussie goed.
Nadat de raad in geheime verga
dering de punten 3 en 15 had be
handeld, werden deze zonder meer
goedgekeurd en werd de vergade
ring gesloten.
Wederom heeft de gemeenteraad van Sprang-Capelle zich uitgesproken
tegen het voetballen op Zondag, hiertoe gedwongen door een herhaald
verzoek van de voetbalvereniging Wit-Zwart. Burgemeester en Wethou
ders adviseerden echter dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen; te
meer daar in 'n vorige vergadering reeds besloten was deze kwestie on
besproken te laten voortaan tot er een nieuwe raad benoemd zou zijn. De
raad sloot zich bij dit advies aan, met uitzondering van de heren Kraak
en van Peer die een luid „neen" lieten horen, toen hun de betreffende
vraag werd voorgelegd.
VERBETERING WITTEDIJK.
De eerste vier agendapunten (wij ver
wijzen naar een van onze vorige num
mers) werden alle zonder meer aange
nomen, maar toen het voorstel tot ver
betering van de Wittedijk middels een
Eshalite Z.M. verharding (een soort
koude asfalt) aan de orde kwam, sprak
de heer Oerlemans, nadat hij B. en W.
had gecomplimenteerd met het uitvoerige
en duidelijke praeadvies, als zijn mening
uit dat een dergelijke verharding gauw
zou verzakken, daar er moer in de grond
zat. Hij wilde voorstellen eens in over
weging te nemen of een klinkerverhar
ding niet beter zou zijn.
De heer Kraak betuigde zijn adhaesie
met het voorstel, hij stelde het zeer op
prijs, dat de bewoners daar nu van veel
ellende werden verlost.
In antwoord op de opmerking van de
heer Oerlemans verklaarde de voorzitter
dat men de kwestie zeer goed bekeken
had: het bezwaar van de heer Oerlemans
kwam geheel te vervallen, daar er geen
moer in de grond zat. Het vraagstuk
was bestudeerd door de cultuurtechni
sche dienst, die ook het vraagstuk der
ruilverkaveling in studie had.
Ten overvloede echter zou men nog
even informeren bij deze dienst.
Wethouder Dr Winkelman wees er op
dat een klinkerverharding veel meer ver
zorging eiste en dus grotere onkosten
met zich bracht. Uit een oogpunt van
zuinigheid ook had men asfalt genomen.
De heer Oerlemans nam gaarne aan
dat de kwestie goed was onderzocht en
legde zich bij het advies van B. en W.
neer.
Op een vraag van de heer Vos ant
woordde de voorzitter dat alle eigena
ren de betreffende stukken tot verkoop
van hun grond hadden getekend, op een
geval na, waar een overlijden de zaak
een weinig stagneerde; maar ook dat
zou in orde komen.
Hierna werd dit voorstel zonder hoof
delijke stemming door de raad aangeno
men,
ERGERLIJKE
WONINGTOESTAND
De punten 6, 7 en 8 werden zonder
meer aangenomen.
Punt 7 betrof Bet afwijzen van een be
roepschrift tegen een aanschrijven van
B. en W. gericht aan de heer J. v. Riel
om enige zeer noodzakelijke verbeterin
gen aan te brengen in de hem in eigen
dom toebehorende woning Raadhuisstr.
72. Uit het praeadvies blijkt dat men hier
te doen heeft met een geval van een er
gerlijke woningtoestand. Het betreft een
woonruimte die in een schuur is aange
bracht en in haar geheel niet voldoet
aan de voorschriften van de bouwver
ordening. De scheidingsmuur tussen de
woonruimte en het overige gedeelte van
de schuur is slechts tot aan de zolder
toe van steen opgetrokken, voor het ove
rige van slechte planken vol kieren en
gaten. In de topgevel is een deur die
in het geheel niet sluit, waterleiding is
niet aanwezig, doch de aanleg daarvan
kan niet worden voorgeschreven, omdat
de afstand van de woning tot de dichtst
bijzijnde hoofdbuis meer bedraagt dan
25 meter. 1
Een houten hokje dat als WC dienst
doet, bevindt zich buitenshuis. De mest.
vaalt van van Riel ligt bijna tegen de
WC aan, zodat de gier naar de WC
vloeit en de bewoners zich over een
vlonder naar de WC moeten begeven.
Het huis is besmet met duiveluis die zich
over de gehele woonruimte heeft ver
spreid. De aanschrijving van B. en W.
tracht nog slechts In de twee grootste
euvels te voorzien. Het zal duidelijk zijn,
aldus zeggen B. en W. in hun prae
advies dat maatregelen hier niet achter
wege mogen blijven. De raad was het
hier volkomen mee eens en wees het
beroepschrift af.
Toen B. en W. voorstelden medewer
king ex art. 72 aan de bijzondere school
voor g.l.o. te Capelle voor het in orde
maken van een leslokaal te weigeren,
merkte de heer Vos op, dat destijds het
lokaal door de arbeiders volkomen be
langeloos tot een prachtig vergaderlo
kaal was ingericht. Thans moest men t
lokaal weer als leslokaal gaan gebruiken.
Als de arbeiders dat toen niet hadden
gedaan zou nu het nodige bedrag veel
hoger zijn geweest. Hij vroeg of men de
ze medewerking niet mocht verlenen in
gevolge de betreffende wet, of dat B.
en W. zonder meer er bezwaar tegen
hadden 'dit crediet te verlenen.
De voorzitter betoogde dat dit onder
gewone onderhoudswerken behoorde.
Het lokaal was al in gebruik bij de
school. De inspecteur adviseerde daar
om de gevraagde medewerking te wei
geren. Wethouder Winkelman betoogde
nog, dat B. en W. geen afwijzende hou
ding aannamen; maar het was nu een
maal niet gebruikelijk om tegen het ad
vies van de inspecteur in te gaan.
Het voorstel werd aangenomen even
als het volgende dat aan dezelfde school
de bouw van een rijwielbergplaats toe
stond.
DE ALOUDE KWESTIE.
Van de Voetbalvereniging Wit-Zwart
was een verzoek binnengekomen om
openbare sportbeoefening op Zondag toe
i te staan. Zoals wij boven reeds zeiden,
j adviseerden B. en W. het verzoek af te
j wijzen. De voorzitter tekende hierbij
nog aan dat men het nu al zo dikwijls
over deze kwestie had gehad, dat alles
wal er gezegd zou worden toch van te
voren al bekend was.
De heer Kraak echter zou hierover
toch nog wel iets willen zeggen.
Toen hij in een van de vorige ver
gaderingen ,toen een van de raadsleden
voorstelde het verzoek voor kennisge
ving aan te nemen, hierop niet reageerde,
was dit nog geen bewijs dat hij het
daarmee eens was. Ik ben daar toen niet
op ingegaan, aldus de heer Kraak, om
dat ik de neuzen reeds had geteld en ik
voorzag dat op die vergadering de stem
men zouden staken.
In het praeadvies werd gezegd dat er
een nieuwe Zondagswet in her a.s. voor
jaar in behandeling zou komen, maar
daar waren „onze jongensaldus de
heer Kraak, thans niet mee gebaat.
Deze nieuwe Zondagswet zal gelukkig
de bevoegdheden van de raad op dat
gebied zeer zeker beknotten, doch daar
is de jeugd op het ogenblik niet mee
van de straat. Als men de jeugd die niet
aan sport doet op Zondag gadeslaat,
vervolgde hij, dan vraag ik mij wel eens
af, was het. niet beter dat deze jonge
lieden wel naar de sportvelden gingen.
De heer Kraak staafde zijn gedane be
wering betreffende de nieuwe Zondags
wet met een /citaat uit de Telegraaf.
Hij stelde tenslotte de raad voor deze
verordening welke voor zeer velen een
doorn in het oog is te wijzigen en ook
de andersdenkenden in onze gemeente
in dit opzicht hun vrijheid te hergeven.
Wij wensen vrijheid en geen dictatuur,
besloot hij.
De heer Genuit had reeds bij een vo
rige gelegenheid zijn mening hieromtrent
gezegd en waar B. en W. nu een prae
advies gaven in de geest als toen door
hem gevraagd dankte hij het college
hiervoor.
De voorzitter vond geen aanleiding
voor discussie maar wel wilde hij er
even op wijzen dat de komende wet,
die alle openbare sportbeoefening voor
12 uur zou verbieden, de gemeentelijke
autoriteiten de bevoegdheid gaf, dit ver
bod ook na '12 uur te handhaven.
Wit Zwart, betoogde de heer Kraak
op zijn beurt, moet op 't ogenblik in de
armen van de Rooms Katholieken vallen
om te kunnen spelen. Die zeggen; komen
jullie maar hier voetballen. Ik vind dat
verschrikkelijk. Maar coetballen doen ze
toch.
„Ik wens ook geen dictatuur", zei de
heer Ros, („Toch maakt U het er van'
interpelleerde de heer Kraak), maar er
is Ben God in de hemel en Die is geen
dictator, maar een God Die alles be
heert en heilige wetten gegeven heeft, die
iedere mens te gehoorzamen heeft. Een
maal zal er een dag komen dat de mens
die God zal ontmoeten en eenieder zal
geoordeeld worden naar gelang hij stond
tegenover de wetten die God in Zijn
eeuwige liefde gaf- II 'hoeft mij niet te
vragen hoe ik over 'het voetballen op
Zondag denk. Mijn standpunt is bekend.
Toen hierna het voorstel van B. en
W. in stemming werd gebracht, waren
alle leden voor dit voorstel behalve de
heren Kraak en van Peer.
De overige punten leverden geen en
kele stof meer tot het maken van op- en
aanmerkingen; ze werden alle zonder
hoofdelijke stemming aangenomen. O.m.
werden de rekeningen van de burgerlijke
armbesturen over 1951 goedgekeurd. De
rekening van het B.A. te Capelle sloot
op de gewone dienst met een batig slot
van 1143.67 en op de kapitaaldienst
met een nadelig slot van 1000,—; die
van het B.A. te Sprang met een batig
slot van 1571.91 op de gewone dienst.
De KLEUTERSCHOOL
TE SPRANG.
De heer Timmermans had een schrif.
telijke vraag ingediend om inlichtingen
betreffende de Kleuterschool te Sprang.
Van deze vraag maakte de voorzitter
gebruik om nog eens duidelijk het stand
punt van B. en W. uiteen te zetten, te
meer omdat (we zouden haast willen
zeggen, aldus de voorzitter, welbewust
en met opgezette bedoeling) hierover
van zekere zijde onware opmerkingen
werden gemaakt.
Van de zijde van het schoolbestuur
werd beweerd dat de voorzitter niet
overeenkomstig de waarheid sprak toen
hij zei, dat de inspectrice het gebouw,
dat het bestuur had aangekocht, niet ge
schikt achtte voor een kleuterschool. B.
en W. hadden de inspectrice gevraagd
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
Hoofdstuk I.
DE NOODREM.
Marian van Vueren keek uit het
coupéraam naar de bedrijvigheid
op het langgerekte en ietwat smoe
zelige station van Zwolle. Zo even
waren haastige reizigers voorbij ge
rept naar het Kampertreintje, dat
zich voorzichtig in het hoekje van
het uitgestrekte stationsemplace
ment verschool om niet te zeer de
aandacht te trekken van spoorweg
magnaten met een autobuscomplex.
Naast het volgende perron stond
een geweldige Jumbo astmatisch te
steunen, als pufte hij nog na van
een inspannende rit met een lange
sleep goederenwagens aan zijn
staart over de eenzame Veluwe.
Marian keek naar het indrukwek
kende stalen monster met zijn gro
te wielen, de van olie glimmende
drijfassen en het pluimpje stoom
dat verried dat deze kolos niet sliep
maar alleen even uitblies.
Op hetzelfde ogenblik schoof met
piepend gekras van remmen een
lange resedakleurige expressetrein
onder de overkapping. Marians ogen
dwaalden af van de zwart glanzen
de locomotief naar de gladde mo
derne electrische trein, om dan toch
weer iets met teleurstelling terug te
keren naar de stalen reus die zich
van de moderne concurrent niets
scheen aan te trekken en bedacht
zaam zijn rook pluimpjes bleef uit
puffen.
De jongeman die tegenover haar
zat volgde haar blik en glimlachte.
't Is wel een heel verschil
merkte hij op, ik voor mij reis
liever met de electrische dan met
de stoomtrein en vooral die mo
derne expressetreinen zijn wel mi
rakel confortabel. Maar ik vind de
locomotief toch honderdmaal ro
mantischer dan zo'n electrisch
strijkijzer.
Het meisje aarzelde een ogenblik
voordat zij hem antwoord gaf; dan
zei ze bedachtzaam Ja, en toch
heb ik zo'n idee dat zulke locomo
tieven voorbestemd zijn voor het
museum en dat men ze later even
raar zal vinden als wij nu de trek
schuit.
Dat zou toch wel geweldig
jammer zijn„ vond haar over
haar mening schriftelijk te bevestigen,
waaraan zij had voldaan, blijkens een
brief waaruit de voorzitter tijdens de
vergadering citeerde.
Nogmaals wilde de voorzitter er op
wijzen dat de enige bedoeling van B. en
W. is om er aan mee te werken de al
lerbeste oplossing voor het Kleuteron
derwijs te Sprang te zoeken. Het is uit
sluitend in het belang van de inwoners
van Sprang dat B. en W. de suggestie
deden een ruime fraaie school te bou
wen op de hoek MolenstraatOude
straat en daarvoor gratis grond beschik,
baar willen stellen. Niet alleen konden
er meer kinderen in, maar ook lag de
school daar veel rustiger, dan het be
treffende huis, dat onmiddellijk aan de
dorpstraat was gelegen, en tenslotte ver
klaarden B. en W. nogmaals dat zij be
reid waren de raad voor te stellen, om
voor de grotere kosten waarvoor het
schoolbestuur eventueel zou komen te
staan bij het stichten van een aan de
eisen van tijd en gezondheid beantwoor
dende school, op billijke voorwaarden
een geldlening te verstrekken.
De voorzitter deelde nog mee dat van
de zijde van het schoolbestuur het ver
zoek was ontvangen voor een onderhoud
op Dinsdag a.s.
De heer Timmermans dankte de voor
zitter voor de toelichting, waarna de
vergadering op de gebruikelijke wijze
gesloten werd.
Hieronder laten wij de uiteenzetting volgen, die burge
meester A. Smit van Sprang-Capelle Vrijdagavond in de
raadsvergadering gaf betreffende de toestand en de maat
regelen die die toestand noodzakelijk maakte op de nood
lottige eerste Februari, toen het watergeweld ook de vei
ligheid van deze gemeente ernstig in gevaar bracht.
In deze eerste vergadering na de
ramp, welke ons vaderland heeft
getroffen en waarbij ook onze ge
meente betrokken was, zij het dat
Gode zij dank geen mensenlevens
zijn te betreuren, wil ik, vóór de
behandeling van de agenda, gaarne
enkele Ogenblikken bij de "plaats
gehad hebbende gebeurtenissen
stilstaan.
Reeds vroeg in de morgen van
de bewuste rampdag achtte ik het
noodzakelijk de brandweer en po
litie te alarmeren en door inwer
kingstelling van de sirene de be
woners van de Winterdijk en de
Waspiksedijk te waarschuwen voor
het dreigend gevaar.
Een uur later bleek dit juist ge
weest te zijn, want het wassende
water, gepaard gaande met een or
kaan, deed de dijken op alle plaat
sen overstromen en ondermijnen,
zodat ik me genoodzaakt zag alle
inwoners van dit deel der gemeen
te te evacueren.
De vrijwillige brandweer en het
personeel der alhier gestationneer-
de Rijkspolitie belastte zich met
deze taak, die vaak onder zeer
moeilijke omstandigheden werd
verricht. De bewoners werden alle
uit huis gedragen en daarna door
de beide brandweerauto's naar
veiliger oorden vervoerd. Hun ge
tal bedroeg ongeveer 350 personen.
In dit verband wil ik gaarne een
woord van hulde en lof doen ho
ren voor het personeel der vrijwil
lige brandweer en der Rijkspolitie,
die urenlang zich hebben beijverd
en doordrenkt van het ijskoude
water onverdroten hun plicht, ja,
meer dan hun plicht hebben ge
daan en dit onafgebroken tot diep
in de nacht van deze fatale le Fe
bruari hebben volgehouden.
Ik heb zelfs en dit wil in Sprang-
Capelle heel wat zeggen, geen cri-
tiek gehoord over deze mannen en
in een gemeente als deze waar men
over 't algemeen liever roddelt en
kwaad spreekt dan goed, meen ik
het goede woord over de prestaties
dézer mannen U niet te mogen ont
houden.
Na overleg met de Commissaris
der Koningin heb ik reeds des mor
gens half acht militaire hulp ge
vraagd, welke in de loop van de
dag arriveerde.
Aan deze militairen uit Oirschot,
alsmede aan de militairen van de
S.R.O.A. te Breda en het detache-
cent Stoottroepen uit Vught, die
gedurende de hele week na de wa
tersnood de veiligheid der bewo
ners onzer gemeente hebben bevor
derd en mede oorzaak zijn dat wij
voor verdere rampen werden be
hoed, breng ik gaarne vanaf deze
plaats, zeker namens U allen, har
telijke dank.
Ook aan mijn collega van Loon-
opzand, alsmede aan zijn personeel
van gemeentewerken en zijn brand
weer, ben ik zeer veel dank ver
schuldigd, aangezien van deze
buurtgemeente alle mogelijke hulp
spontaan werd verkregen, daar
buurman, alles wat karakteristiek
is en romantisch en indrukwekkend
gaat verdwijnen, de hele wereld
wordt gestroomlijnd en als we niet
oppassen wij erbij.
Maar dat is nu eenmaal de
loop der dingen peinsde 't meisje
hardop. Toen de zeilschepen ver
dwenen vond iedereen dat vrese
lijk jammer omdat ze plaats maak
ten voor lelijke platte rokende en
smokende stoomboten, maar nu heb
ben we alweer geleerd om 't mooie
te zien in zo'n geweldige tweepijper
die naar Indië vaart. En ik vind
een schilderijtje van een modern
havengezicht in zijn soort even
mooi als een oud schilderij van
schepen met een vergulde spiegel
en witte zeilen.
Ja, misschien hebt u wel ge
lijk stemde de jongeman toe.
En toen de treinen gingen rij
den ging Marian verder be
treurden alle mensen de diligence
en de trekschuit en vonden de lo
comotief een lelijk vies ding. En nu
zitten wij, het tegenwoordige ge
slacht, naar zo'n zelfde locomotief
te kijken en vinden het jammer als
hij verdwijnen moet. Zo zie je al
weer dat de dingen wel veranderen,
maar de mensen niet.
U hebt wel een philosofische
materiaal, brandweer- eu gemeen
te-auto's, volledig bemand met per
soneel, beschikbaar werden ge
steld.
Voortdurend werd door mij con
tact onderhouden met de burge
meester van Waspik en zoals ge
woonlijk was ook hier de samen
werking uitstekend, wat ook het
geval was met de ingenieurs en op
zichters van de Provinciale Wa
terstaat. Een deputatie van het
College van Gedeputeerde Staten
heeft zich in de gemeente op de
hoogte gesteld, blijken van belang
stelling getoond en tevens alle hulp
die nog nodig was aangeboden,
hetgeen eveneens tot erkentelijk
heid stemt.
Het stemt tot grote voldoening,
dat onze gemeente door al deze om
standigheden en samenwerking
van al de door mij genoemde per
sonen en instanties voor groter
rampen werd behoed, doch boven
al stemt dit tot ootmoed en dank
baarheid jegens God, die stormen
en waterstromen gebiedt, maar ook
het bruisen der wateren stilt.
Ik merkte reeds op, dat geen
mensenlevens zijn te betreuren. De
materiële schade is zeker groot.
Vooral de tuinderijen met glascul
tuur hebben veel schade gehad,
terwijl U ook bekend is, dat enkele
huizen zijn vernield en de betref
fende personen zwaar zijn getrof
fen door het verlies v'an hun eigen
dommen.
De, tussen alle beslommeringen
door, georganiseerde collecte heeft
een voor onze gemeente ongekend
hoog bedrag opgeleverd. Met de
collecten in de kerken en de opge
haalde goederen mag dit bedrag
wel op 20.000.worden gesield.
Gaarne vermeld ik de hulp van de
vrouwelijke en mannelijke padvin
ders bij het inzamelen van goede
ren en de Bond van Plattelands
vrouwen voor het uitdelen der goe
deren aan de in deze gemeente ge-
evacueerden uit Zeeland en Zuid-
Holland.
Ik kan U mededelen dat in deze
gemeelde een 120-tal slachtoffers
van de watersnood uit andere de
len van het land zijn geëvacueerd
en vrijwillig en liefderijk door in
woners onzer gemeente zijn opge
nomen.
De nodige herstelwerkzaamheden
der wegen zijn reeds verricht of
worden momenteel uitgevoerd.
Naar ik dezer dagen vernam, zal
de Waspiksedijk van Capelle naar
Waspik eind volgende week in ge
bruik kunnen worden genomen,
wat met de Winterdijk van Capelle
naar Labbegat een week laler zal
kunnen geschieden, echter nog
maar met éénrichtingsverkeer.
En hiermede meen ik U 'n kort
verslag van deze moeilijke dagen
te hebben gegeven.
Namens de raad dankte de heer
Ros de voorzitter voor zijn toelich
ting en voor de werkzaamheden
die bij persoonlijk had verricht
van de vroege morgen tot de late
avond.
Onze gemeente, aldus de heer
Ros, verkeerde inderdaad in nood,
maar toen wij hoorden dat U al
vroeg maatregelen had getroffen
en toen de troepen arriveerden,
gaf dit reeds een verlichting. Ik
dank U namens de gehele gemeente
voor het initiatief.
De heer Ros schilderde vervol
gens het leed dat personen die hem
heel dierbaar waren, was overko
men en dat Sprang-Capelle hier
voor gespaard was gebleven, was
niet anders dan Gods bewarende
hand.
Vroeger had God ook Zijn macht
laten zien in storm en vloeden,
maar toen was het om de vijand
van Nederland te weren. Maar nu,
aldus de heer Ros, werd Nederland
zelf gestraft; want God kan de
zonde niet ongestraft laten. De
zonde was in Nederland overmatig
toegenomen; Gods dag werd ont-
eerd tot een feestdag.
Dat SprangrCapelle toch ook 'ns
terug mocht keren tot tijden die
men er vroeger gekend had.
Gods bewarende hand, die over
ons was, had zich ook kunnen te
rugtrekken, vermaande dhr. Ros.
Men moest hier een les uit leren.
En nogmaals dankte hij de bur
gemeester en allen die geholpen
hadden.
De raad der gemeente Drunen
kwam Vrijdagavond in openbare
vergadering bijeen ten gemeente
huize onder voorzitterschap van de
Edelachtb. Heer Burgem. Snels.
Direct na de opening herdacht de
raad staande met een kort woord,
gesproken door de voorzitter, op
piëteitvolle wijze de slachtoffers
van de watersnood.
Op deze eerste vergadering in '53
wenste de voorzitter de heren leden
der raad nog een voorspoedig 1953
en gaf een kort resumé van de be
langrijkste gebeurtenissen van het
afgelopen jaar 1952.
Het inwonertal had een normale
groei en bereikte de 5927, zodat
binnen afzienbare tijd de 6000ste
verwacht mag worden. Wat de
bouwnijverheid betrof, werden in
1952 104 bouwvergunningen afge
geven. Bij de fa. N.V. Lips kwam
een grote fabriekshal gereed, welke
wordt gebruikt als messing walserij.
Verder is hier reeds begonnen met
de bouw van een nieuw laborato
rium en is reeds in aanbouw een
nieuwe grote hal, bestemd voor het
regeneratie-bedrijf. In aanbouw is
ook de kerk, waarvan, aldus de
voorzitter, wij mogen hopen dat
deze bouw goede voortgang mag
hebben, zodat Drunen spoedig dit
noodzakelijk bouwwerk zal mogen
bezitten.
De fa. Bloch Stibbe heeft even
eens haar fabriek hier ter plaatse
belangrijk uitgebreid, wat ons, al
dus de voorzitter, zeer verheugt.
In 1952 werden 45 nieuwe wonin
gen gebouwd, 20 door de stichting
Lips' woningbouw, 12 door de ge
meente en 13 herbouw-gevallen.
De voorzitter noemde dit getal
maar matig, maar toch kon weer
enige nood gelenigd worden. Daar
naast waren er nog 9 gevallen van
kijk op het leven zei de jongen
geamuseerd U knoopt aan de lo
comotief een hele wijsgerige be
schouwing vastfiguurlijk dan
altijd.
Marian kleurde licht, ze was niet
stug, eer vlot in de omgang, ze was
opgegroeid in het bedrijf van haar
vader, de eigenaar van het uit de
zeventiende eeuw daterende „Wa-
pen van Breeck", het oudste café
restaurant en tevens logement in 't
kleine stadje van die naam; ze was
het wel gewend te praten over koe
tjes en kalfjes met bezoekers van
allerlei slag: boeren en veekooplui
die de markt bezochten, handels
reizigers met grote koffers en al
lerlei touristen die bij het rijden
door deze mooie streek graag te
vens een bezoek brachten aan het
historische stadje Breeck met zijn
oude wallen, de formidabele poort
waartegen Spanjaarden en Fransen
de kop gestoten hadden, en dan het
belommerde marktplein op te rij
den, hun wagen te parkeren voor 't
oude mooie raadhuisje met zijn
grimmige stenen leeuwen en in de
ouderwetse doch gezellige serre van
„Het Wapen van Breeck" een kop
koffie te drinken of een uitsmijter
te eten.
Maar al was ze dus gewend om
vrijmoedig te conserveren in de vei
lige omgeving van haar vaders eta
blissement, het was toch nog wel
even anders dan in de intimiteit
van een spoorwegcoupé zo hardop
je gedachten te laten gaan tegen 'n
volkomen wildvreemde jongeman.
Dat kwam ook wel, bekende zij
zichzelf, omdat zij hem wel aardig
vond. Hij zat eenvoudig, doch wel
goed in de kleren, zijn donker haar
krulde boven een paar bruine, een
beetje spotzieke ogen, hij had geen
bijzonder knap, maar wel een flink
gezicht en leek zo helemaal niet op
het type jongens waarvan ze een
grondige afkeer had, de jongelui die
wilden lijken op alles, behalve op
zichzelf. Hij gaf haar het gevoel
alsof zij hem kende, hij had iets dat
vertrouwd was en vertrouwen wek
te, hij deed niet aanstellerig, hij
sloofde zich niet uit. Hij was ge
woon en dat was voor deze tijd
(stelde Marian glimlachend bij
zichzelf vast) nogal tamelijk onge
woon.
Ze hoopte maar dat hij niet van
haar zou denken dat ze zo erg om
conversatie verlegen was. Ze be
dacht dat zij veel meer gezegd had
dan hij en dat kwam toch werkelijk
niet te pas. Maar ach, ze was een
modern meisje in een moderne tijd,
die het stadium van verlegen blos
jes en schuwe teruggetrokkenheid
al lang te boven was. En tenslotte
zag deze jongeman er niet naar uit
dat hij uit haar openhartigheid ver
keerde gevolgtrekkingen zou ma
ken. Waaraan ze dat zien kon, dat
wist ze zelf niet. Ze voelde dat nu
eenmaal zo.
Hun gesprek werd onderbroken
door de conducteur, die luid gal
mend een reeks van bijna onver
staanbare plaatsnamen langs hun
compartement riep en een bons te
gen de deurknop gaf. De reizigers
uit de express-trein, die enkele mi
nuten te laat was, waren al over
gestapt. Van het perron klonk een
schril fluitje. De locomotief blies
met geweldig geraas een witte
stoomwolk naar de overkapping, de
terin schokte, koppelingen rammel
den en er kwam beweging in de
wagensleep.
Daar gaan we constateerde
Marians overbuur nogal overbodig.
Op hetzelfde moment verscheen
voor het coupéraampje een hoofd.
Onder de scheef staande hoed staar
den een paar verstrikte ogen in een
rood bezweet gelaat.
(Wordt vervolgd).