Waalwijkse en Lan Courant MENKES Uit Loonopzand's verleden. BRABANT in 1953. OVER WATERSNOOD EN DIERENLIEFDE SCHILDERS EN DIEREN. Accountantskantoor J VAN DIJK Administraties en belastingen, Uit Binnen- en Buitenland PEPKA en iets over Jos. v. d. Lee en Zn. Biscoppelijcke kerckvisitatie tot Loon op 't Sant alias Venloon. HOOFDPIJNK- -m- VRIJDAG 3 APRIL 1953 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO m HEI ZUIDEN -1. - - 16e JAARGANG No. 21 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m.m. Contract-advertenties speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878. SCHOOLSTRAAT 11, KAATSHEUVEL TEL. 2121 TELEGR.-ADRES„ECHO" In De Echo van het Zuiden van 12 Januari j.l. mochten we ons eer ste artikel publiceren over de Die renbescherming in verband met de oprichting ener afdeling Waalwijk op dit gebied. Deze plaatselijke af deling van de Nederlandse Vereni ging tot Bescherming van Dieren is intussen een voldongen feit gewor den, het ledental is ruim voldoen de om bij de Hoofdvereniging te worden ingelijfd, zodat we tevreden mogen zijn en niet te hoog hebben opgegeven van de bekende gemeen schapszin der Waal wij kers. die dus ook bleek op dit terrein. Toch mogen we nog niet te luid juichen, want de opkomst ter ver gadering van 17 Maart 1.1. was nog te gering om van een enthousiaste activiteit in deze te kunnen spre ken, terwijl het ledental nog veel te klein is naar rato het bevolkings cijfer Waalwijk. Nu kunnen wij hiervoor zeker als verontschuldiging aanhalen 't feit, dat, bijna onmiddellijk na de op richting onzer afdeling, ons land ge troffen werd door de grootste na tuurramp die het sinds eeuwen teisterde, de watersnood van 31 Ja nuari. Onze aandacht en ons mede gevoelen werden dermate in beslag genomen door het onnoemelijke leed van velen onzer medemensen, dat wij het ogenblik toen niet ge kozen achtten, #ok hier ter plaatse, ten tweede male een oproep te doen voor activiteit op het gebied der Dierenbescherming. En toch is juist in deze ramp dagen, waar het vanzelfsprekend op de eerste plaats ging om onze ge troffen medemensen, duidelijker dan ooit gebleken hoe hecht de band kan zijn tussen dier en mens. Zo er al een goede zijde zou te vinden zijn aan een nationale ramp van deze afmeting, dan is het wellicht deze dat er van alle kanten een gro ter medegevoel voor het mateloze dierenleed werd wakker geroepen dat zich uitte in een grootscheepse actie om, naast de mensen, ook zo veel mogelijk dieren te redden en dit gold niet alleen voor economi sche waardevolle paarden en koei en, doch evengoed voor de kleine huisdieren, wier waarde vaak lou ter een gevoelskwestie is. Vanaf het moment dat het be richt van de nationale ramp door kwam, zijn terstond acties ingezet voor hulpverlening aan de dieren in nood, en reeds na acht dagen had het geschoolde personeel van de Ned. Vereniging tot Bescherming Dieren vele honderden dieren van allerlei soort en grootte in veilig heid gebracht en dit vaak met ge vaar voor eigen leven. Hierbij wa ren dieren die vele dagen zonder eten of drinken, anders dan zout water, op zolders, daken, in bomen, op drijvende tafels of stukken wrakhout hadden doorgebracht. Ve ie gebieden bleven natuurlijk onbe reikbaar, zodat toch nog ontelbare dieren op zolders en daken van in het water staande huizen verhon gerd zijn. Behalve deze daadwerke lijke en vaak heldhaftige hulp zijn ook de gelden uit alle kanten des lands toegestroomd om deze red dingsactie te steunen. Daarbij werd van officiële zijde zeer veel gedaan en toonde Prins Bernhard persoon lijk achter deze actie te staan. Op 11 Februari reeds werd door de Ne derlandse Ver. Politiebond en We reldfederatie het Dierenrampen- fonds opgericht. Dit fonds werd dus feitelijk door de watersnood ge schapen, doch zal een permanent karakter krijgen; zoals wij straks reeds zeiden: „a quelque chose malheur est bon". Als de dieren, zoals in de Vos Rei- naerde of in de fabels van Lafon- taine, konden spreken, zouden zij ons menselijke spreekwoord kun nen aanhalen: „In de nood leert men zijn vrienden kennen", want inderdaad heeft de mens zich bij deze ramp op bijzondere wijze de vriend en beschermer van 't weer loze dier getoond en is de band tus sen mens en dier nauwer aange haald dan ooit te voren. De liefde voor het dier en het medelijden met zijn nood is niet al leen op treffende wijze gebleken door de officiële hulpacties en toe stromende geld-inzendingen, doch ook, en dit spreekt eigenlijk nog rechtstreekser tot ons gemoed, door vele feiten van persoonlijke moed en taai volhouden, vaak met inzet van eigen leven om een dier te red den uit zijn benarde toestand, en dit vaak door personen van wie men niet verwachten zou, wat door velen toch nog voor overdreven teerhartigheid wordt uitgemaakt. Soldaten klommen in de nok van een grote boerenschuur om er een blazende kat uit te halen en ande ren weer hadden twee uur lang ge duld om een zich fel verdedigende herdershond met jongen te pakken te krijgen. In „Elsevier" konden we de volgende ontroerende bij zonder - Jieid lezen: „Een goeiige bouvier begroef zijn ruige kop in de schoot van zijn redder, een marine-offi cier, van wie hij onafscheidelijk was. En toch, zei deze, heb ik hem met moeite weggekregen van een zolder. Daar hield hij de wacht bij een dood kindje". We zouden nu dan ook graag het verhaal geloven dat men ons op school vertelde over de St. Elisa- bethsvloed, van het wiegje met kind dat aanspoelde en de poes die het, door op en neer te springen, in evenwicht had gehouden, naar welk feit dan de Kinderdijk genoemd zou zijn. Het Maart-nummer van 't maand blad der Nederl. Ver. voor Dieren bescherming, dat in kapitale letters op zijn titelblad schreef: „Dit num mer vertelt iets over hetgeen wij in de watersnood voor hulpeloze dieren deden" en ook vele andere dag- en weekbladen somden talloze feiten op die zelfs de stoutste ver wachtingen overtroffen die men hebben kan aangaande de liefde en toewijding van mens tot dier, en dat op ogenblikken dat de mens zelve om hulp en redding vroeg zo als nooit tevoren. Depót-agent Langstraat e.o. 7 Grootestraat 200A, Waalwijk, Tel. 2971 De onuitsprekelijke dankbaar heid en blijdschap van het geredde dier als het zijn baas terugvond, behoeft hier verder niet beschreven te worden. Ook hier zijn ontelbare roerende staaltjes van vermeld. Doch laat ons dan, wij hier in ons Waalwijk, dat op bijzondere wijze behoed is gebleven voor deze vre selijke ramp, bij al het andere, uit deze feiten de lering trekken dat wij nog niet genoeg doen, dat wij nog te lauw staan tegenover de nood van onze medeschepselen Gods, de dieren, ook in normale tijden, afgezien van enige uitzon derlijke rampspoed. Nog steeds lopen hier honden en katten te zwerven zonder onderdak, noch voedsel, om niet te spreken van 'n liefderijke verzorging, waar zij toch recht op hebben en zo naar hunkeren. Men behoeft slechts in de „Echo" de lijst der gevonden voorwerpen na te gaan, waarbij we dan wel eens mogen bedenken dat zo'n gevonden hond toch wel iets anders betekent aan leed en hulpe loosheid als een handschoen of een damesceintuur en dat het voor vele gevallen van een schrijnende sym boliek is dat een levend wezen on der „voorwerpen" wordt gerang schikt. Wij herinneren nog eens aan de vele kettinghonden, vaak met een onvoldoende beschut hok; aan de onvoldoende zorg en liefde voor onze huisdieren in het algemeen. Dit spruit niet altijd voort uit be sliste kwaadwilligheid, maar ook door achteloosheid, vaak wel te verontschuldigen door gebrek aan tijd, kunnen wij veel te kort schie ten. Enige weken geleden waren wij in Londen op de unieke Tentoon stelling van Hollandse meesters uit particulier Engels bezit en het viel ons weer eens te meer op welke grote rol het dier speelt in de on derwerpen door onze zeventiende- eeuwse schilders vooral behandeld, en dit niet louter en alleen om zijn schilderachtigheid en picturale schoonheid. Busken Huet en ande ren hebben geconstateerd dat het zuiverste beeld van onze gouden eeuw tenslotte ons door onze schil ders is nagelaten; zo mogen wij, ge tuige de schilderijen, dan ook aan nemen dat het dier een integrerend en ook effectief deel van het leven onzer voorouders uitmaakte. Op 'n groot aantal der 640 te Londen ge- exposeerde stukken neemt het dier een voorname en soms eerste plaats in, vanaf het wereldberoemde Put- tertje van Fabricius door ons Mau- ritshuis uitgeleend, via de geliefde hond van Jan Steen, die op bijna al zijn huiselijke taferelen op de voorgrond staat, tot de machtige koeien van Cuyp en de fiere paar den van Wouwermans. Zeker, de Dierenbescherming die toen, officiëel althans, nog niet be stond, zou in die tijden ook nuttig werk hebben kunnen doen, vermoe den wij, maar de overwegende plaats die het dier in onze schilder kunst dier eeuw inneemt en de die pe genegenheid waarmee 't steeds is bestudeerd en uitgebeeld, pleit voor de liefde en het medegevoel onzer voorzaten voor de dieren. Een enkel, zelfs kinderlijk voor beeld zullen wij als besluit hiervan aanhalen. Albert Cuyp, één onzer beste dierenschilders in het land schap onder gouden licht, achtte 't niet onder zich van zijn monumen tale veestukken af te dalen tot een simpel eendje, zoals ruim 200 jaar later Willem Maris eensgelijks zal doen en bij dat eendje plaatst hij de volgende inscriptie ongeveer: „Ik ben Sijdje de eend, geboren te Werkendam en was jong en braaf toen ik in het vogelland kwam. Zonder te paren heb ik zo wat honderd eieren per jaar gelegd. Daarom ben ik geschilderd. Oud als ik ben, voel ik me nog gezond en als ik, Sijdje, sterf, laat iemand dan leeftijd en datum noteren. 1647". En later voegde iemand inderdaad er aan toe: „30 Oct. 1650, treurt men om de dood van Sijdje. (dit is echt waar, (sic.) op de leeftijd van 23 jaar". Of ornithologen dit memorandum telquel voetstoots aanvaarden, we ten wij niet en doet weinig ter za ke. Wij vermelden het curiositeits- halve voor de talrijke duivenmel kers en pluimveeliefhebbers in ons Waalwijk en ook als staaltje van meeleven met een simpel diertje door één onzer grootste schilders, al kan de eigenaar wellicht 't ver haal gesuggereerd hebben. Maar we dwalen af van het con crete onderwerp onzer Nederlandse Vereniging voor Bescherming van Dieren, afdeling Waalwijk; laat ons dan eindigen met een beroep op onze bevolking, groot en klein, vooral ook klein, maar doet groot 't, dan zal klein het ook doen, (Soo de ouden songhen, soo piepen de jonghen, schilderde Jan Steen), om belang te stellen in de ijverige ac tie der pas opgerichte afdeling, haar arbeid daadwerkelijk te steu nen en om te beginnen in groter getale op te komen naar de eerst volgende vergadering der Vereni ging. Gérard van Imbeeck. In de late middeleeuwen behoorde een flink gedeelte van het tegenwoordige Noord-Brabant tot Holland. Dit gedeelte had tot 1561 behoord tot het oude Bis dom Utrecht. Na 1561 kwam deze streek te behbren bij het nieuwe Bisdom den Bosch. In vele plaatsen had de kerkelijke tucht, ook onder de clerus nogal geleden, en werden de besluiten van het Concilie van Trente niet of niet voldoende door gevoerd, terwijl hier en daar nogal eens geestelijken werden aangetroffen die voor wat betreft het verkondigen der kerke lijke leerstellingen niet altijd rechtzinnig waren. Om een einde te maken aan de ver schillende mistoestanden onder clerus en gelovigen, schreef de Hertog van Alva voor dat in deze streken, zoals reeds vroeger in de meer noordelijke Bisdom men gebeurd was, kerkvisitaties zouden worden gehouden. Ook de kerk van Venloon werd, evenals die van Sprang (de dochterkerk van Loon) niet over geslagen en zo zien we op 11 April 1572 's morgens om 6 uur Bisschop Metsius van den Bosch in Sprang om er de vi sitatie te verrichten. Uit deze visitatie blijkt dat er toen maals in Sprang 700 communicanten wa ren. Dat de kerk vervolgens 7 altaren bezat, waarvan een verrijkt met een be neficie ter ere van O. L. Vrouw. Klachten omtrent de geestelijkheid worden er in de visitatie niet genoemd. De kerk werd zoals we weten bediend door de pastoor van Loon. Wel wordt uitdrukkelijk bepaald dat de uitgangen van de herbergen aldaar, die op het kerkhof uitkwamen, voortaan gesloten moeten blijven, en dat er geen burgerlijke afkondigingen meer mogen plaats hebben in de kerk. Op dezelfde dag (11 April 1572) des morgens te 10 uur was de Bisschop in Loon voor het zelfde doel. Eerst kwam Adriaen Huijbert, meester van de H. Geesttafel aan de beurt van ondervragen. Hij verklaart dat de pastoor zijn ambt goed vervult en dat de H. Geestmeesters door de „scabini" (sche penen en de de pastoor) worden be noemd en om de 2 jaren rekening en verantwoording moeten afleggen. (Gelijk we weten zijn de H. Geestmeesters de kerkelijke armmeesters) Judocus Aertsen, een ander meester van de H. Geesttafel, voegt aan de ver klaring van zijn collega toe, dat de H. Geesttafel beschikt over 25 maten tarwe of daaromtrent, plus 18 Rijnlandse gul dens. 't Vorige jaar was er meer ont vangen dan uitgegeven, zowel in geld als in graan. Ook hij verklaart dat de pastoor zijn ambt goed vervult en dat hij „goed van leven is". Mijnhaidt Hoofdpljftpoedtrn, Dooi 47 tL ^Mijnhardti^ofdpij ntabletten. Koker 80 ct. Erasmus van Grevenbrouck, de schout, verklaart eveneens dat de pastoor goed leeft en dat hij geregeld „sondags kerck- dienst houdt". Ook de kapelaan leeft volgens deze zegsman, goed. Verder verklaarde de schout dat er in zijn ge meente een ontuchtig jongeman is ge weest, Hubertus genaamd, die thans ge trouwd is, doch voor zover hij weet voor korte tijd de absolutie heeft ontvangen. „De sacramentalia" (bedoeld zal zijn de H.H. Hostiën) worden goed bewaard. Er zijn twee kelken aanwezig. De doop vont moet beter worden afgesloten om deze zuiverder te kunnen houden. Johannes Pauwels en Gerardus Gel- dens, kerkmeesters zeggen, dat zij wor den gekozen door de „tijdelijke heer der heerlijkheid, de schepenen en de pastoor". Zij doen ieder jaar verantwoording en verklaren dat het kerkgebouw weinig waarde heeft. De pastoor bevestigt dit alles. Van de pastoor zeggen ze hetzelfde als boven genoemden, ze kennen van hun pastoor geen gebreken. Ook van de koster en de „speelmees ter" (de organist) kennen ze geen ge breken. De heer Adriaen v. Raecke, kapelaan, heeft de geloofsbelijdenis afgelegd en de ketterijen afgezworen, hij werd toegela ten door de Zeereerw. heer Visitator, (de Bisschop). Ook de heren Bartholo- meus Pryser en Joannes Bergmans (de koster) hebben hun geloofsbelijdenis af gelegd. Dan tekent de Bisschop over Loonop- zand het volgende aan 11e April 1572 De Parochiekerk van Loonopzand is toegewijd aan de H. Joannes de Doper. Pastoor, Heer en Meester is Joannes Riemen, die zegt dat hij meer dan 1000 communiekanten heeft Het midden der kerk (Hoofdaltaar) is belast met drie H.'H. Missen. In dezelfde kerk is een beneficie van de Allerheilig ste Maagd, waarvan de heer Barthol. Preijser de beherend rector is, en welke pl. min. 11 maten tarwe waard is, be last met vijf H.H. Missen en Zaterdags een gezongen Mis. Bovendien is er een altaar toegewijd aan de H. Antonius, belast met de fun datie van een gezongen Requiemmis, op Maandag, waarvoor de celebrant 4 flo rijnen ontvangt plus 15 vat witte tarwe er. 25 vat gewone tarwe. Op het altaar van het H. Kruis, dat niet geconsacreerd is, ruSt een fundatie van een gezongen Mis op Vrijdag, waar van de celebrant jaarlijks 6 Rijnse gul dens ontvangt. Bovendien zijn er zes guldens nagelaten, voor een Mis, waar voor niet gecelebreerd wordt. De kerk meesters gebruiken deze voor de kerk. Zo rusten ook op het altaar van de H. Anna, dat niet geconsacreerd is nog Leraar Boekhouden M. O. WAALWIJK, Grotestraat 180 (Ned. Handel Mij.) Telel. 2475 (Belastingen onder leiding van oud-controleur der belastingen)) bepaalde opbrengsten voor H.H. Missen bedragende 6 Rijnse guldens en 8 vaten tarwe, voor welke opbrengst wegens de armoede van de priester slechts een ge wone Mis wordt gelezen. Wat over is wordt door de kerkmeesters ontvangen en aangewend. Er is ook een Broederschap van het H. Sacrament op het Hoogaltaar, waar van de bestuurders 6 Rijnse guldens, 19 stuivers en 4 vat tarwe ontvangen, waarvoor zij moeten zorgen dat op Zon dag een H. Mis van het H, Sacrament gecelebreerd wordt. Bovendien is er nog een Broederschap van de H. Barbara, waarvan de bestuurders jaarlijks 2 gul den en 18 stuivers ontvangen, plus 8 vaten tarwe, belast met één H. Mis wel ke eveneens niet gelezen wordt, wegens de armoede van de priesters, en de lan ge duur van genoemde last. Bovendien is er nog een altaar piet beneficie in het kasteel belast met 4 H. H. Missen, deels in het kasteel te cele breren, met een jaarlijkse opbrengst van 6 mudden tarwe en 4 vaten tarwe, plus 10H gulden. De kerk heeft jaarlijks twee mud tar we en acht guldens, belast met een uit kering van 14 guldens (aan de pastoor?) te voldoen door de kerkmeesters. De tafel van de H. Geest heeft jaar lijks pl.min. 25 mud tarwe en 22 gul dens of daaromtrent. Bovengenoemde pastoor zegt van de kerkmeesters dat ze hun ambt goed ver vullen. Hetzelfde verklaart hij ook Van de H. Geestmeesters, en van de bestuur ders van de Broederschappen. Van de heer Raecke zegt de pastoor dat deze z'n herderlijk ambt goed ver vult en betamelijk en deugdzaam leeft. Hetzelfde verklaart hij van voornoem de heer Bartholomeus Preijser, behoudens dat deze vermaand moet worden om de H. H. Missen die op zijn beneficie rus ten nauwgezetter te celebreren. De heer Bartol. Preijser pl.min. 52 ja ren oud, rector van het altaar van de H. Maagd Maria, zegt dat de pastoor deugdzaam is van leven en conversatie, en dat hij de zaken behartigt van de tijdelijke heer van Loon. Hij zegt ook dat vier H.H. Missen niet gelezen worden omdat de bestuurders van de Broederschappen niet willen dat zij gecelebreerd worden op andere al taren dan waarop de fundaties rusten en niet geconsacreerd zijn. De Heer Adriaenus Raecke, vice pas toor in Loon, ongeveer 44 jaren oud, zegt dat niet alle gefundeerde H.H. Mis sen gecelebreerd worden, omdat er te weinig priesters Zijn en de opbrengst te klein is. Van de heer Barthol. Preijser zegt hij, dat deze in herbergen komt, maar niet zo dikwijls als hij gewoon was. Van de koster zegt hij niets dan goeds. Van de kerkmeesters en de tafel van de H. Geest, zegt hij als boven. Hij zegt dat de pastoor de H.H. Mis sen die aan zijn beneficie verbonden zijn wel celebreert, maar nooit zingt. Een zekere Nicolaus Smaeck, schoen maker, heeft zijn vrouw verlaten en ver blijft in den Bosch. Joannes Berchmans, koster en rector van het altaar van de 'H. Maria in Weerdt, zegt van de pastoor en Vice- pastoor als boven. Hetzelfde zegt hij van de kerkmeesters en van de tafel van de H. Geest en de bestuurders der gilden. Hij zegt dat hij niet is toegelaten of aangenomen. Bisschoppelijke Visitatie 1572. Loon op 't Sant, alias Venloon. P. A. v. B. ONZE KONINGIN EN HET VLUCHTELINGENVRAAGSTUK. 'n Beroep op president Eisenhower. Zoals wij hebben medegedeeld, heeftPrins Bernhard Vrijdag te Washington aan president Eisenho wer een brief van Koningin Juliana overhandigd. De Koningin dankt hierin het Amerikaanse volk voor de hulp, welke ons land bij de wa tersnood mocht ontvangen. Vervol gens doet zij een beroep op de pre sident, de leiding te nemen bij het oplossen van het vluchtelingenpro bleem, dat „een van de gevaarlijk ste en meest tragische factoren is in een onzekere toekomst." In Europa wonen nog meer dan 400.000 vluchtelingen in kampen. Tienduizenden vluchtelingen vluch ten uit de Oostzone van Duitsland naar West-Berlijn. Er zijn nog vele duizenden vluchtelingen elders in de wereld. Het probleem der vluchtelingen kan alleen worden opgelost indien hun de gelegenheid wordt gegeven zich opnieuw te vestigen in andere landen, of indien zij geassimileerd worden in de landen, waar zij thans verblijven. Op het ogenblik worden in ver schillende landen pogingen in het werk gesteld om deze assimilatie te stimuleren. Particuliere organisa ties beschikken echter niet over de nodige middelen. Regeringsactie zal noodzakelijk zijn om crediet-facili- teiten te verlenen voor al die vluch telingen, die niets liever willen dan voorzien in eigen onderhoud en huisvesting, indien zij maar op weg worden geholpen in hun streven om hun zelfstandigheid te herwin nen. Millioenen ontwortelden, over de gehele aarde verstrooid, gevoelen zich ontevreden, miskend en zelfs wanhopig. Teneinde hun menselijke waardig heid te bewaren en hun zelfrespect te herstellen, is de juiste psycholo gische en geestelijke benadering van het allergrootste belang. Hoewel ik volledig begrip heb voor de veelheid en omvang van de vraagstukken, waarvoor u zich ge steld ziet, moest ik deze kwestie van steeds groeiend belang aan u voorleggen, bewust van de verant woordelijkheid van allen voor al len, een verantwoordelijkheid, die de ganse wereld aanvaardde tijdens de benarde situatie van Nederland en op zo'n indrukwekkende wijze in de praktijk bracht, aldus Konin gin Juliana. Reeds in menig opzicht wordt door Nederland, zowel van officiële als van particuliere zijde, aan vluchtelingen overal ter wereld hulp geboden. Een speciale gift van honderdduizend gulden wordt door Nederland speciaal ten bate van de vluchtelingen uit Oost-Duitsland aan het vluchtelingen-noodfonds van de Verenigde Naties, dat onder leiding van hoge-commissaris Van Heuven Goedhart staat, ter be schikking gesteld. NEDERLAND MOET IN 5 JAAR 9 MILLIARD INVESTEREN. In de periode van vijf jaren, lo pende van 1953 tot en met 1957, zal door nieuwe investeringen in de industrie voor 150.000 tot 175.000 nieuwe arbeiders plaats moeten worden gemaakt. Gerekend naar de prijzen die golden in 't midden van 1952 zal voor deze nieuwe investeringen een bedrag van 9.000 milloen gulden nodig zijn; de helft voor vervangingenen de helft voor uitbreidingen en voor Gelukkig zijn de gevolgen van de wa tersnood, de ramp die ons land en ook een belangrijk gedeelte van de Provincie Noord-Brabant op 1 Februari 1953 trof, niet destructief gebleken voor de bevor dering van het vreemdelingenverkeer. Gelukkig ook vergt het leven in ons land en ook in ons gewest weer zijn normaal verloop en op de drempel van het toeristenseizoen kunnen wij goede verwachtingen koesteren t.a.v. een toe name van het vreemdelingenverkeer naar ons aan natuurschoon zo rijke gewest, zulks in vergelijking met voorgaande jaren. Ingevolge intensivering van aanleg van rijwielpaden worden de aan na tuurschoon rijke gebieden in Noord-Bra bant hoe langer hoe meer niet alleen voor de gewestgenoot maar vooral ook voor de vreemdeling ontsloten. Ingevol ge de toenemende bevordering der tot standkoming van Streek V.V.V. in de Provincie is de propagandavoering voor het gewest in omvangrijke mate geac tiveerd. Voortreffelijke initiatieven tot het ma ken van plannen voor de organisatie van feestelijkheden, tentoonstellingen en andere gebeurtenissen hebben vorm ver kregen en wettigen de verwachtingen m.b.t. de aantrekking van vele vreem delingen, niet alleen uit andere gewesten van ons land, maar ook uit het buiten land. jChlorophylbtandpasta^ In dit verband noemen we slechts het Brabants Festival, ,,'s-Hertogenbosch Muziekstad 1953" van 22 Mei tot 28 Juni: de feestelijkheden rondom de her denking van de jubilerende Koninklijke Militaire Academie te Breda van 17 Juli t.m. 9 Aug.; de grote Internationale Ten toonstelling van Schoenen-Leder en Mo de „SLEM" te Waalwijk van 21 t.m. 31 Aug.; de tentoonstellingen voor Handel, Landbouw en Industrie van 6 tot 12 April te Boxtel, van 23 tot 28 Mei te Budel en van 11 tot 21 Sept. te Eind hoven; de jaarlijkse Kersenfeesten te li- den en te Mierlo; de driedaagse fiets tocht te 's-Hertogenbosch; de Plechtige Mariaomgang te 's-Hertogenbosch, de Nationale Trekpaardententoonstelling te 's-Hertogenbosch; de Groot Kempische Cultuurdagen medio Juli te Hilvarenbeek; de „Acht van Chaam", wielerwedstrijden in Augustus te Chaam; de Lieve Vrouwe Ommegang op 15 Aug. te Bergen op Zoom; de motorwedstrijden te Etten en Leur; het Bloemencorso op de le Zon dag in September te Zundert; De be vrijdingsfeesten, „Lichtjesdag" en de In ternationale Fakkelrallye BajeuxEind hoven, omstreeks 18 September in Eind hoven; en de Internationale slipjacht in November te Udenhout. Uiteraard zullen, behalve de bossen, hei en vennen, ook onze musea en an dere bijzondere gebouwen, de dieren parken, zoals het Vogelen Dierenpark „Animali" te Eindhoven en het bekende Dierenpark te Tilburg en niet te verge ten de Sprookjestuin de „Efteling" in Kaatsheuvel, het Nationale Oorlogsmu seum te Ovërloon en de exposities van moderne schilderkunst in het Stedelijk van Abbe Museum te Eindhoven, wel weer duizenden vreemdelingen trekken. In bijzondere mate worden in onze Provincie Noord-Brabant verwachtingen gekoesterd ten opzichte van het zeer toenemende Belgische vreemdelingenver keer. De Provinciale V.V.V. v. Noord- Brabant heeft zich voor het a.s. seizoen met hare propaganda-acties voorname lijk tot onze Zuiderburen gericht. Dui zenden nieuwe logieslijsten, waarin de gegevens van het Horecawezen in ons gewest zijn opgenomen, nadat deze wer den verkregen volgens de laatste en quête ingesteld door de bedrijfshoreca, komen binnenkort van de pers en zullen intensief worden verspreid vooral ook in België. Duizenden nieuwe reisboeken van Noord-Brabant hoopt de Provinciale V. V. V. nog in het seizoen 1953 van de pers te krijgen, reisboeken waarin alle bijzonderheden zullen zijn opgenomen van 'alle gemeenten van de gehele pro vincie. In de overtuiging dat Nederland voor de buitenlanders en zeker niet in het minst voor onze Belgische Zuiderburen een zeer goedkoop logiesland is, acht de Provinciale V.V.V. zeker doelmatig in dien niet alleen de gegevens omtrent de inrichtingen der horeca-bedrijven worden kenbaar gemaakt, maar ook de prijzen van het logies en verblijf. Wij, twijfelen er niet aan of alle hier- voren genoemde acties zullen de horeca bedrijven in ons gewest zeer nuttig in de kaart spelen. Moge het tenslotte zo zijn dat de hier uitgesproken verwachtingen gerealiseerd zullen worden ter bevorde ring van de welvaart in het mooie ge west Noord-Brabant, een gewest dat vanouds in zijn blazoen heeft gegrift „gulheid en gastvrijheid". nieuwe industrieën. Dit is de be cijfering van het tweede industria lisatie-schema, dat minister Zijlstra publiceert in de vierde industria lisatie-nota, welke thans is ver schenen. Aan het einde van het vorige jaar was de vier-en-een-halfjarige peri ode, waarop de drie voorgaande industrialisatienota's van minister Van den Brink betrekking hebben gehad, verlopen. In deze eerste pe riode is voor 5.500 millioen gulden (in prijzen van 1948) geïnvesteerd in gebouwen, machines en derge-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1953 | | pagina 5