MALWYR Waalwijkse en Langstraatse Courant Iedere 50 minuten BRANDALARM Uit Binnen- en Buitenland Per dag gaat voor f100.000 in vlammen op MAANDAG 23 NOVEMBER 1953 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit biad verschijnt 2 x per week DE ECHO HET ZUIDEN 76e JAARGANG No. 93 Abonnement 18 cent per week 2.35 per kwartaal 2.60 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per m m. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. Meer dan eenmaal per uur rukt ergens in ons land een brandweer uit naar een plaats waar het bezit van mensen door vuur bedreigd wordt. In Nederland slaat de meedoqenloze vijand, die wij „brand noemen, ieder jaar zo ongeveer 10.000 maal toe. In het vorige jaar bijvoorbeeld zo blijkt uit de „Statistiek der Bran den 1952", een uitgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek werden 10.538 branden gemeld, waarbij de brand weer daadwerkelijk moest optreden. Dat is gemiddeld iedere 50 minuten éénmaal, dag en nacht, zonder onderbreking het gehele jaar door. Op allerlei plaatsen brengt het vuur schade toe. Niet alleen in woonhuizen en boerderijen en bedrijven, maar ook in auto's en trams en trein, op schepen, op de openbare weg en in bossen, heide en duinen. Hoeveel precies die schade be draagt, is niet te berekenen, omdat niet ;.r alle gevallen daarvan opgave wordt gedaan. Vast staat in ieder geval wel, dat in de laatste twee jaren voor een waarde van 70 millioen gulden verloren ging, dat is bijna 1 ton per dag...! Een indrukwekkend cijfer, dat voor ons een aansporing moet zijn er met uiterste zorg voor te waken dat het vuur, dat ons op zo velerlei manieren diensten bewijst, niet in de vorm van brand een genade loze vijand wordt. Gelukkig niet altijd ernstig! Iedere vijftig minuten wordt dus ergens in Nederland de hulp ingeroepen van een brandweer, maar gelukkig gaat het niet altijd om een ernstige brand. Eén derde deel van alle branden, die in het vorige jaar werden geregistreerd en dat geldt ook voor andere jaren be stond uit „schoorsteenbranden' die in de regel geen noemenswaardige schade tot gevolg hebben. Ongeveer even groot is gewoonlijk het aantal „binnenbranden waarbij uiteraard wèl schade geleden wordt, en wel gemiddeld 1.600.per geval. Een tiende deel van alle branden betreft een z.g. „uitslaande brand die in ons land, door elkaar genomen, drie keer per dag voorkomt en een schade veroorzaakt van 25.000.per geval. De cijfers, die hier werden genoemd, zijn gemiddelden. Maar het is natuurlijk niet zó, dat het vuur zijn aanvallen op have en goed in een regelmatig tempo gelijkelijk over het gehele land verdeelt. In het stookseizoen komen meer branden voor dan in de zomermaanden. Maart blijkt in dit opzicht de laatste jaren steeds de gevaarlijkste maand te zijn. Er zijn ook grote verschillen tussen de pro vincies. In verhouding tot het aantal in woners komen de laatste jaren de meeste branden voor in Drenthe, Limburg en Zuid- en Noord-Holland. Zeeland en Friesland daarentegen blijven ver onder het gemiddelde. (Opmerkelijke verschillen zijn er ook tussen gemeenten van ver schillende grootte. Ook hier moet men, om te kunnen vergelijken, het aantal branden berekenen naar het aantal in woners. In het algemeen blijkt het zó te zijn: hoe groter de gemeente, des te gro ter is in verhouding bok het aantal bran den. Gunstige cijfers in kleinere plaatsen. In de zeer grote gemeenten, de steden met meer dan 100.000 inwoners, komen ruim VA maal zoveel branden voor als gemiddeld in het gehele land. Tilburg spande in 1952 de kroon met 205,9 branden per 100.000 inwoners, terwijl voor ons gehele land het gemiddelde 102 bedraagt. Zeer gunstig steken daarbij af de cijfers in de kleinere plaatsen met een inwonertal van 5 tot 20 duizend. Daar is het gemiddelde meestal rond 50 bran den per 100.000 inwoners, ongeveer de helft dus van het landsgemiddelde. In de allerkleinste gemeenten, die van minder dan 5000 inwoners, is 't gemiddelde nog lager, n.l. ongeveer 45. Men mag dus zeggen, dat op het P'at- teland, waar de mensen minder „dicht op elkaar wonen, aanzienlijk minder branden voorkomen dan in de steden. Maar daar staat iets tegenover! Op het platteland zijn de gevolgen van brand gewoonlijk ernstiger dan elders. De cijfers over de „boerderijbranden" wijzen dat bijvoorbeeld uit. Drie keer per dag gemiddeld natuurlijk! is er in ons land brand in een boerderij of op een boerenerf; dat is ongeveer duizend maal per jaar. Man die duizend boerderijbran den zijn er slechts enkele tientallen, vaarbij géén schade wordt geleden; 1 op 2 is de kans, dat een boerderijbrand een ernstige uitslaande brand wordt met een gemiddelde schade van 21.000. Spelen met lucifers. Wanneer men de oorzaken van brand nagaat, blijkt, dat van alle branden, die zich in de laatste jaren hebben voorge daan, ongeveer 40 veroorzaakt werd door de schoorsteen, of door kachels, fornuizen, haarden e.d. In 10 van de gevallen van brand is er sprake geweest van spelen met vuur of van baldadig heid en in 11 bleef de oorzaak onbe kend.. Merkwaardig is, dat bij woonhui zen op elke drie branden er twéé ver oorzaakt werden door kachels of schoor stenen, terwijl bij boerderijen slechts in 1 op 8 gevallen het stoken een brand tot gevolg had. Maarop boerderijen werd daarentegen veel meer met vuur gespeeld dan bij woonhuizen. Van alle boerderijbranden werd één vierde deel veroorzaakt door spelen met vuur of bal- dadigheid. Voor woonhuizen was deze verhouding in het vorige jaar 1 op 27! 'Ziedaar enkele van de interessantste cijfers over branden in ons land, die men kan vinden in de publicatie van het C, B. IS. Eén belangrijk ding is uit de cij fers niet af te lezen, nl de rol, die de Nederlandse brandweerkorpsen bij dit alles hebben gespeeld en spelen. Zonder twijfel is die rol belangrijk. Van de dui zenden branden die geen schade ople veren, zouden er zeker zeer vele tot ern stige schadeposten zijn geworden als niet de brandweer op tijd, met goed materiaal en geoefend personeel, assistentie had verleend. En het aantal branden zou on getwijfeld veel groter zijn geweest, wan neer niet in grote en kleine plaatsen de brandweer actief was geweest op een ander terrein dan dat van het blussen van branden, n.l. dat van het voorkomen van branden door het controleren van de naleving van brandveiligheidsvoorschrif ten, het terrein dus van de z.g. „preven- tie". Beide taken zijn belangrijk en zowel voor het een als het ander mag de brand weer aanspraak makén op ieders mede werking, opdat door samenwerking en waakzaamheid van velen de verliespost, die onvoorzichtigheid met vuur ons iedei jaar oplevert, tot een zo klein mogelijke omvang zal worden teruggebracht! (Nadruk verboden) P- Z. ONZE OORLOGSVLOOT. Met de indienststelling van de kruiser „De Zeven Provinciën", welke zoals wij reeds berichtten, over ongeveer een maand is te verwachten, zal een tweede belangrijke stap zijn gedaan tot vernieu wing van de Nederlandse vloot. De eerste hiertoe geschiedde in Schiedam, toen H.M. de Koningin de „De Ruyter officieel in gebruik stelde. De vernieu wing van de vloot der Koninklijke Mari ne zal waarschijnlijk in de eerste helft van 1956 gereed zijn. Ons land zal dan in de NATO na Engeland en Frankrijk de derde plaats op marinegebied inne- men. De nieuwe vloot zal in totaal on- geveer 4.6 milliard gulden gaan kosten. Daarvan betaalt Nederland één milliard en de Ver. Staten ongeveer 600 millioen gulden. Zij telt 146 oorlogsbodems. Nadat de kruiser „De Zeven Provin ciën" in dienst zal zijn gesteld, zal hij evenals het zusterschip „De Ruyter ge durende een garantietermijn van onge- veer drie maanden varen. Daarna zullen de oorlogsbodems terugkeren naar de resp. bouwwerven voor de montage van enige apparatuur, die waarschijnlijk einde 1954 zal zijn gemonteerd. Het ligt in de bedoeling, dat elke kruiser een grote zeereis maakt geduren de de garantieperiode. Naar alle waar schijnlijkheid zal Hr. Ms. „De Ruyter" daarbij een Amerikaanse vlootbasis be zoeken, terwijl Hr. Ms. „De Zeven Pro vinciën" de Ned. Antillen zal aandoen. A R. VROUWEN IN DE POLITIEK. Geen bezwaar meer tegen candidaatstelling De A.R.-partij kan in het vervolg vrouwen plaatsen op de candidatenlijsten bij de verkiezingen voor gemeenteraden en Provinciale Staten. Hiertoe is in prin cipe besloten op de buitengewone depu- tatenvergadering van de A.R. Partij, j.l. Woensdag te Utrecht gehouden. Besloten is n.l. het in 1921 genomen besluit waarbij de vrouwen van het pas sief kiesrecht werden uitgesloten in te trekken. Het besluit werd genomen met qrote meerderheid van stemmen; 1675 tegen 125. P.B.O. KOMT OP GANG. Spoedig productschappen in de voedsel voorzieningssector. Naar wij vernemen, is nog dit jaar de indiening bij de Tweede Kamer te ver wachten van enige instellingswetten be treffende de P.B.O. Het betreft hier alle ondernemingen die vallen onder de voed selvoorzieningssector en waarvoor de regering voorstelt een productschap in te stellen. Het betreft hier de productschap pen: vee en vlees, groenten en fruit, siergewassen, tuinbouwzaden, margarine, oliën en vetten, gedistilleerde dranken, granen, zaden en peulvruchten, aardap peren en veevoeder. Voorts staat er een productschap „bier" op stapel en een hoofdproductschap akkerbouwproducten M. NIEUW DRIE-JARENPLAN VAN REGERING. DEFENSIELAST OMLAAG MET 150 MILLIOEN PER JAAR. De oorlogsbegrotingen voor de jaren 1955, 1956 en 1957 zullen tien percent lager worden dan die der vier voorgaan de jaren. Nu het zogenaamde zes mil- liard-plan voor de periode 1951 tot en met 1954 ten einde is, meent de Rege ring het voor de drie volgende jaren te kunnen stellen met 1350 millioen gulden per jaar. Dat betekent een bezuiniging van 150 millioen gulden per jaar. Bij haar berekening heeft de Regering in aanmerking genomen, dat zij van 1954 naar 1955 een grote overloop van gelden heeft, welke nog niet zijn uitgegeven doch wel een bestemming hebben. De te verwachten overloop naar het begro tingsjaar 1955 bedraagt 1350 millioen gulden. Rekening houdende met nog eni ge' andere verschuivingen, heeft de Re gering gemeend het komende financie ringsschema te kunnen stellen op een totaal van vijf milliard gulden. In deze berekeningen zijn begrepen de toezeggingen van de Amerikaanse rege ring voor verdere hulpverlening geduren de het jaar 1955. Uit deze mededeling zou af te leiden zijn, dat de hulp der Verenigde Staten, welke tot einde 1954 zou duren, met een jaar is verlengd. In de jaren 1956 en 1957, wanneer Neder land op eigen kracht moet drijven, kan, volgens de Regering, de Nederlandse bij drage voor de defensie voldoende wor den geacht, om ook voor die twee jaren een lagere begroting te handhaven. De minister is voornemens om in 1955 een nieuwe mobilisabele divisie te vor men en de „7 December'-divisie weder om op sterkte te brengen. Een en ander met een evenredig aantal verzorgings- en ondersteuningseenheden. Het materieel voor drie divisies is in grote trekken aanwezig. Tekorten bestaan in hoofd zaak op het gebied van voertuigen (waarin bij mobilisatie ten dele door vor dering kan worden voorzien) en zwaar genie-materieel. De luchtmacht zal voor de genoemde jaren de beschikking hebben over zes operationele eskaders, zes eskaders tac tische jagers, één eskader tactische ver kenningsvliegtuigen en één eskader trans portvliegtuigen. Aan operationele vlieg velden zullen er zijn: op 1 Januari 19j4 tien, het jaar daarop 12 en het jaar 1956 dertien. NA NEDERLAND NU AMERIKA ZONDEBOK. De Verenigde Staten zullen waar schijnlijk alle hulp aan Indonesië stop- zetten, indien Indonesië aan communis- tisch China rubber gaat verkopen. Indo nesië heeft hiermee reeds herhaalde ma len gedreigd en het geeft Amerika de schuld van de' dalende rubberprijzen. De rubbercrisis heeft Washington aanleiding gegeven, de gehele politieke en econo mische toestand in Indonesië met nieuwe ogen te bezien. Een groot deel van de Amerikaanse pers heeft vandaag scherpe critiek geleverd op de houding van de Indonesische regering. NOTARISSEN EN PENSIOEN. Een Kamermeerderheid heeft zich ge plaatst achter het wetsontwerp, dat voor stelt, de notarissen die voor het leven zijn benoemd, met 70 jaar pensioen te verle nen. Aanleiding tot dit voorstel is ge weest, dat 13,3 procent van het notaris corps ouder is dan 70 jaar. De meerder heid ondersteunt ook het standpunt, dat aan de ontslagregeling een pensioen voorziening moet worden verbonden. BEST ECONOMISCH JAAR Amerikaanse hoge functionarissen (o.a. Stassen) hebben verklaard, dat 1953 het beste economische jaar belooft te wor den, dat de vrije landen ooit hebben gehad Ook 1954, zo hebben zij er aan toege voegd, laat zich aanzien als een jaar van economische voorspoed en expansie. Voor België en Nederland, om ons tot dt Benelux te bepalen, gaat deze ziens wijze ongetwijfeld op. Bij onze Zuider buren is de conjunctuur, na een zwak moment in het begin van het jaar, weer aanzienlijk gunstiger geworden. Het feit, dat in de drie weken gedurende welke de televisie daar nu werkt al twintigduizend T.V.-toestellen werden verkocht, mag wel een symptoom van de heersende welvaart worden genoemd. Wat ons eigen land betreft, de minis ter van Financiën heeft zopas in een no ta aan de Kamer het resultaat van de betalingsbalans in 't eerste halfjaar 1953 „zeer bevredigend' genoemd. De beta lingsbalans geeft grote overschotten te zien, zelfs in het verkeer met de dollar- landen. Het schier chronische dollarte kort heeft plaats gemaakt voor een sur plus! Het C. B. S. verstrekte nog een ander zeer verheugend cijfer. In October werd de invoer voor honderd procent door de uitvoer gedekt. Wat dit bete- kent en wat het zegt ten aanzien van de inspanning welke Nederland na de oor log (inclusief het verlies van Indonesië) heeft verricht, wordt pas duidelijk wan neer men in aanmerking neemt dat een dekkingspercentage van 70 in de voor oorlogse jaren al aan de hoge kant was. DOODSTRAF GEËIST TEGEN MOSSADEQ. kringen het onmiddellijk communistisch gevaar. Het initiatief om het vraagstuk- Indonesië op de Bermuda-eilanden te be spreken, is uitgegaan van de Amerikaan se minister van buitenlandse zaken Fos ter Dulles, die onrustbarende rapporten heeft ontvangen van vice-president Nixon over de toestand aldaar. Vice- president Nixon is onlangs van een reis door Indonesië teruggekeerd. VANDAAG BEGINT WERELDREIS VAN ENGELS KONINKLIJK PAAR. Vanavond om kwart voor tien zullen koningin Elizabeth en haar gemaal, de hertog van Edinburgh, uit Londen ver trekken voor een reis van zes maanden en een bezoek aan delen van het Geme nebest in de gehele wereld. Met een speciaal ingerichte stratocrui- ser wordt naar Bermuda en Jamaica ge vlogen, daar gaat het koninklijk paar aan boord van het voor deze reis omge bouwde passagierschip „Gothic en via het Panama-kanaal wordt naar de Fidsji- eilanden gevaren. Vervolgens komen de Tonga-eilanden aan de beurt ën van daar gaat de reis naar Nieuw-Zeeland. Het koninklijk paar zal hier een maand blij ven. In Februari begint het bezoek aan Australië dat twee maanden zal duren. Via de Cocos-eilanden, Ceylon, Aden, Oeganda, Cyrenaïca, Malta en Gibraltar keren koningin en hertog naar Londen terug. Het programma van de reis is zó in gericht, dat zoveel mogelijk onderdanen de kans zullen krijgen hun vorstin te zien. Alleen al in Australië zal ruim 16.000 kilometer worden afgelegd. De reis is tot op seconden voorbereid. Bij sommige bezoeken is zelfs rekening gehouden met de tijd die de koningin nodig zal hebben om de trap van het vliegtuig af te dalen. De openbare aanklager in het proces tegen ex-premier Mossadeq, heeft Don derdag het hof verzocht de ex-premier te veroordelen tot de dood door de strop. Eenzelfde straf verzocht hij aan Mossa- deqs medebeklaagde, generaal Riahi, op te leggen. INDONESIË AAN DE ORDE OP BERMUDA-CONFERENTIE. Het groeiend gevaar van het commu nisme in Indonesië zal een belangrijke plaats innemen op de agenda van de ko mende conferentie op de Bermuda-eilan den. Zo hebben diplomatieke kringen in Londen meegedeeld. De steeds slechter wordende economische toestand in Indo nesië dreigt de democratische elementen daar steeds meer te ondermijnen. Hierin bestaat volgens dezelfde diplomatieke EMIGRATIEVOORLICHTING. Donderdagavond werd er vanwege het Arbeidsbureau Waalwijk in zaal Tha lia" een voorlichtingsavond gegeven over de emigratie. Behalve een aantal belang hebbenden en andere belangstellenden, was ook burgemeester Teijssen aanwezig, daardoor tonende dat de toekomst van Zijn gemeentenaren hem zeer ter harte gaat. De avond werd geleid door de direc teur van het arbeidsbureau, de heer H. J. van Hest, en sprekers waren de heren M. A. Krens, ambtenaar van de Emigra- tiedienst in Den Haag, en J. N. A. Brug- mans, emigratieambtenaar van het Ar beidsbureau in Eindhoven die met een emigratieschip mee naar Australië is ge weest en daar een oriëntatiereis van 40 dagen heeft gemaakt. In zijn inleidend woord wenste de heer Van Hest de aanwezigen een leerzame avond toe en hij deelde mee, dat het Ar beidsbureau Waalwijk aspirant emigran ten graag zal helpen. De heer Krens, die daarna aan.het woord kwam, besprak vooral de geeste lijke zijde van de emigratie. Hij zei dat het Boven alles belangrijk is of men voor emigratie geschikt is en hij citeerde het woord van de minister, dat na het hu welijk emigratie de belangrijkste stap is die een mens kan zetten. De geschiedenis der emigratie in vo gelvlucht beschouwend, definieerde hij het begrip emigratie als „het vrijwillig gaan naar een ander land om daar een toekomst te gaan opbouwen". In feite be tekent dit, aldus de heer Krans, af stand doen van alles wat men hier bezit. Dit bracht hem tot de vraag of emi gratie verantwoord is. Als een van de voornaamste factoren die ze inderdaad geoorloofd maakt, noemde hij overbevol king, een probleem waar Nederland mee worstelt. Dit kan geïllustreerd worden met een simpel cijfer: op 1 December zullen er 70.000 kinderen meer op de lagere school zijn dan op 1 Januari 1953 De werkgelegenheid is geen zwaar ar gument, want Nederland heeft een ab- normaal laag percentage werklozen. Onder de moeilijkheden die de emi grant heeft te overwinnen, besprak de heer Krens vooral die waarmee de vrouw heeft te kampen. Daar is b.v. de taal, die man en kinderen vrij gemakkelijk aanleren door hun contact op werk en school, terwijl de vrouw thuis tamelijk geïsoleerd leeft. Daaruit komt dikwijls t heimwee voort, dat het leven in den vreemde ondragelijk maakt en de emi grant meermalen dwingt terug te keren. Emigratie is dan ook een gezinszaak, die overleg eist, zowel tussen de ouders on derling als van kinderen met hun ouders, juist omdat het niet alleen een materiële zaak is, maar er ook een geestelijke kant aan zit. Ook over het behuizingsprobleem sprak de heer 'Krens met een enkel woord. Hij waarschuwde voor illusies en zei dat het teleurstellingen kan voorkomen wanneer men verwacht niet te krijgen wat men nu heeft. Resumerend merkte hij op, dat de moeilijkheden de twee eerste jaren groot zullen zijn, maar dat de emigrant, wan neer hij gesechikt is, in den vreemde kansen krijgt die hij hier niet vindt. Ge schoolden zullen het gemakkelijker heb ben dan ongeschoolden, omdat de mat sten vooral pionier moeten zijn, bereid om alles aan te pakken. Hierna was het woord aan de heer Brugmans, die enkele indrukken zou ver tellen van zijn oriëntatiereis door Austra lië. Hij vatte in het kort de geschiedenis van Australië samen, gaf een aantal bij zonderheden over land en volk, en be schreef tenslotte in grote trekken een emigrantenreis, het verblijf in een kamp, de bouw van een eigen woning en de strijd om vooruituit te komen. Over het algemeen was hij niet pessimstisch, maar hij ging niet bepaald diep op de proble men in. Onder de pauze was er gelegenheid schriftelijke vragen te stellen die daama beantwoord werden. Verscheidene aan wezigen maakten hiervan gebruik en tot slot werd er een film vertoond. RUIMTEVAART. De kleine zaal van Thalia was Don derdagavond wederom de lokaliteit voor een lezing, toen daar de heer S. v. Mun ster uit Papendrecht voor de leden van de afdeling Waalwijk van de Werkne- mende Middenstand sprak over het on derwerp „Ruimtevaart, Utopie of Wer kelijkheid?" Over dit spectaculaire onderwerp wist de heer van Munster uiteraard veel in teressants te vertellen, waaruit bleek dat het bij lange ntet alles utopie was, dat ter sprake kwam bij de ruimtevaart; hij sprak over mogelijke reizen naar de Maan en Mars, over de opleiding van de mensen die de ruimte-vaartuigen zou- den bemannen, met welke opleiding men reeds begonnen was. Het was een zeer strenge opleiding, een zeer zware test, waar maar 2 van de gegadigden met goed gevolg doorheen kwam. Ook Nederland speelde bij de studie van dit vraagstuk een rol, zij het een nog tamelijk bescheiden rol; hier name lijk vervaardigt men vooral de instru- men die nodig zijn bij de proefnemingen. Interessante lichtbeelden waren een welkome verduidelijking van het gespro kene. Tijdens deze bijeenkomst werd ook het woord, een propagandistisch woord na- [elijk, gevoerd door de heer A. van den Donk uit Den Bosch, de diocesane voor zitter van de Werknemende Midden stand. MIMI AARDEN ZONG BIJ „OEFENING EN VERMAAK". "Wanneer degenen die Donderdagavond het Volksconcert van de Liedertafel „Oe fening en Vermaak" bezochten aan dit concert zullen terugdenken, dan komt on getwijfeld het eerst in hun herinnering het fascinerende zingen van de nog jeug dige alt Mimi Aarden, die sinds korte tijd, naèr we vernamen, verbonden is aan dé Nederlandse opera. Het epitheton fascinerend lijkt ons het best de stijl van haar zingen weer te geven. Endat fasci nerende zit hem dan vooral in een uiterst gelukkig samengaan van zingen en voor dragen; wanneer Mimi Aarden, ook op een concert, een rol vertolkt uit een ope ra, dan is het niet alleen de muziek waaraan zij aandacht besteed; integen deel zij weet die muziek niet een waarde op zich, maar verbonden met het karak ter van de operafiguur en verbonden ook met hetgeen die gestalte tot uitdrukking brengt. We bemoeien ons niet met de soms opgeworpen strijdvraag, wat nu het voornaamste is in een opera, nademaal wij slechts heil zien in een harmonische verbondenheid van zangkunst en acteer- kunst. Op het toneel van de opera kan men niet volstaan met enkel een uitste kende stem en een uitmuntende zangtech niek, noch met enkel een buitengewoon boeiend acteertalent; noch het een, noch het ander is „opera en daarom heeft het zo weinig zin te zeggen, dat op de keeper beschouwd het een primair zou zijn, het ander secundair. In deze mening heeft Mimi Aarden ons nog versterkt. In haar optreden zagen we een goede harmonie tussen beide „ope ra-elementen' en dit stempelt haar tot een opera-zangeres pur-sang. Haar stem bezit vele en grote moge lijkheden, haar volume is buitengemeen krachtig, haar register zeer uitgebreid, haar stem is jong en stralend. Voeg hierbij haar meer dan normale acteer talent, dat zich niet beperkt tot bepaalde toneelmaniertjes, maar dat zich wil ver eenzelvigen met de uit te beelden figuur en ge begrijpt, dat zij 'n prachtige Dalila was in de aria Mon Coeur s ouvre a ta voix van Camille Saint-Saëns, dat Azu- cena, de zigeunerin uit II Trovatore in de aria „Condotta ell 'era in ceppi" een fascinerende gestalte kreeg, evenals in de aria „Stride la Vamper" uit II Trovatore: die zij als toegift zong. Carmen leefde toen zij de befaamde Séquedille zong, maar het talent van Mimi Aarden bereikte zijn hoogtepunt in de uitstekend gezongen aria van de Prin ses Eboli „O Don Fatale" uit Don Carlo van Guiseppe Verdi. Was het wonder dat het publiek de zangeres bejubelde en haar een toegift afdwong? Het concert van Oefening en Vermaak liet ons nog een andere soliste beluiste ren, een van de eigen krachten. Het was Cis van. der 'Griendt die de weinig be nijdenswaardige taak had, naast Mimi Aarden, eveneens als soliste op te treden met het koor in een fragment uit Aida en in het bekende kerkkoor uit Cavalleria Rusticana. We mochten constateren na een ietwat aarzelend begin van deze jon ge soliste, dat zij niettemin een mooie stem heeft, waarnaar het prettig luiste ren is, en die vooral, wanneer zij nog wat aan sterkte wint, mogelijkheden ge noeg biedt. Uiteraard werd het leeuwendeel van het programma verzorgd door het Ge mengd Koor van de Liedertafel, dat on der de leiding stond van Louis Sars, die het materiaal goed in handen heeft en dat, evenals de soliste, begeleid werd door Frans Wilmont, slagvaardig en ge routineerd. Begonnen werd met twee Oratorium koren: het Lentekoor uit „Die Jahres- zeiten" en Das Grosze Halleluja uit „Der Messias"; vooral het tweede werk kreeg een enthousiaste goede vertolking, inte- genstelling tot het eerste waarin we graag wat meer leven gebracht hadden gezien. Het dameskoor zong een fragment uit Aida, het mannenkoor vertolkte het ope ningskoor uit Ernani; we moeten deze keer echter de eer geven aan de heren, die een zeer goede vertolking gaven van dit mooie koor; hier werd enthousiast en met spirit gezongen, en deze eigenschap pen missen we soms wat in het zingen der dames. De wals uit Faust verschafte het ge mengd koor veel eer, die werd uitstekend gezongen, de partijen waren goed tegen elkaar afgewogen en kwamen tot een mooie samenklank, gelijk ook in Ave Signor uit Mephistopiles van Boïto; van Jeruzalem uit I Lombardi kunnen we dit niet in die mate zeggen. Niettemin, n'en deplaise enkele kleine vingerwijzigingen, geven we Oefening en Vermaak graag de eer, een goed, een zeer goed concert te hebben gegeven, een der beste die we hoorden. Men be schikt lang niet overal over zulk een koor, men mag er gerust erg zuinig op zijn. Daarom, en wanneer zouden we dit bij een concert 'ns niet hoeven zeggen, valt het weer te betreuren dat niet meer men sen van deze goede zang hebben geno ten. Er was een redelijke belangstelling, maar zou groot-Waalwijk nu werkelijk niet meer tenminste één geheel volle zaal kunnen garanderen? Inderdaad, er schijnt, zoals werd opge merkt, een zekere moeheid te zijn ten aanzien van concerten en andere uit voeringen, zoals die moeheid al langer bestaat ten opzichte van vergaderingen. Maar het bewijst in elk geval toch ook, dat er geen werkelijke interesse bestaat, voor uitingen van meer culturele aard, zelfs niet wanneer mensen uit onze direc te omgeving deze verzorgen. En dat is erg jammer èn een reden te meer, ons respect te betuigen voor de dames en heren, voor de leiding van „Oefening en Vermaak" en hun aan te sporen zo door te blijven gaan en een van de beste ele menten in ons maatschappelijk leven te blijven vormen. AFRIKAANS AVONTUUR. Onder deze titel vertoont Mr. Drs. Regout voor de Kunstkring zijn nieuwste Afrika-film. In op dracht van de Paters Montforta- nen vervaardigde hij een film over hun werk in Afrika. Toen hij deze taak had beëindigd, besloot Mr. Regout tezamen met zijn vrouw, een onderzoekingsreis te maken naar Z.W. Afrika, speciaal de Ka- iahari-woestijn met zijn eigenaar dige bevolking. De Kalahari schijnt langzaam le verdorren. Over de uitgedroogde bodem van de Ngami pan het meer, dat Livingstone eens pet- boot verkende vinden zij in dé eenzaamheid van desteppe de primitieve Bosjesmannen. Een uit stervend ras, waarvan de her komst nog steeds raadselachtig is. Deze inboorlingen hebben een ge le huidskleur en mongoolse trek ken. Hun zonderlinge kliktaal lijkt op het gesnater van een kalkoen. De woning bestaat uit niet veel anders dan een windscherm, waar achter zij maar nauwelijks dekking vinden tegen de guurheid van het klimaat. Op de verdere reis bieden de woestijnachtige kustgebieden en 't hoge achterland van Zuid West een ongedachte afwisseling en bonte pracht voor kleurenfilms. Van de frisse hoofdstad Windhoek dalen zij af naar de diamantwoes- tijn d<? Namib en langs moeilijke paden vinden zij daar die won derlijke reuzenplant de Welwit- schiamirabilis, welke slechts in deze uithoek van de aarde wordt gevonden. Onherbergzaam is de skelettenkust ten Noorden van Walvisbaai en Swakopmund, doch tienduizënden zeehonden geven vrolijkheid en vertier om 't kamp. Zij trekken dan voort door het binnenland langs de Karakul farms waar de zwarte schaapjes reeds op de eerste dag van hun leven de huidjes leveren voor de kostbare persianer bonimantels van onze dames en bereiken in het Noorden het inboorlingenreservaat van 0- vamboland en de Okavango. Slechts met speciale vergunning mogen blanken dit gebied berei zen. Hier leeft de bevolking nog weinig beroerd door de moderne tijd en de ontelbare kudden van zebra's en wilde beesten en struis vogels geven nog eens een visioen van dat oer-Afrika, dat onverbid delijk gaat verdwijnen. Op de terugweg naar het vader land treft Mr. Regout zijn kinderen in de Congo en tezamen beleeft 't gezin zijn avonturen in het Pyg- meeënwond van Centraal Afrika en de mysterieuze oneindigheid van de Sahara. Deze avond wordt zeker een suc cesavond voor de Kunstkring en velen zullen zeker de prettige ken nismaking van enkele jaren gele den willen hernieuwen. De film is goedgekeurd voor alle leeftij den. nen eid lige ;o.s- an- al- aar o'n .al en- Don het an- de een dus eed jede orl- Defl ou- nen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1953 | | pagina 1