GEMEENTERAAD WAALWIJK
JE OPDRACHT
ROBERT MERSHAM
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 30 NOVEMBER 1953
2
verwrongen en ontwricht wordt uitge
beeld, sombere uitzichtloze boeken, die
zo zij de spiegel zijn van de heden
daagse maatschappij, weinig goeds laten
zien van die samenleving; en daarom
kan het een verkwikking zijn af en toe
eens te lezen in een boek als ,,De We
reld draait om Jessie te lezen van
spontaan, goed en gelukkig leven; van
verdriet dat gelouterd in berusting tot
een inniger vreugde voert, van mensen
die het goede menen, niets dan het goe
de, die hun leven een bron van geluk
doen zijn voor anderen.
Als zo n meisje wordt ons Jessie voor
gesteld door Mevr. Nachenius Roegholt;
we weten, dat het leven' niet steeds zon
neschijn is, dat niet iedereen zoveel "ge
luk ontmoet als het heldinnetje van dit
boek; maar dat wil niet zeggen dat we
zon boek niet 'ns van harte aanbevelen
aan de jeugdige lezeressen.
Een soortgelijk boek is ook „De Zon
nestraal op mijn pad" van de Noorse
schrijfster Annik Saxegaard, die zich
een goede naam verwierf met haar meis
jesboeken. Het is de geschiedenis van
Stefi Sagen, een jeugdige Noorse schrijf
ster, die haar ouderloos geworden ach
ternichtje Liesbeth onder haar hoede
neemt. Met veel enthousiasme schrijft
Annik Saxegaard over dit ontluikende
kinderleven en haar invloed op het ou
dere meisje. Inderdaad, vragen we ons
met dé hoofdpersoon van dit boek af,
waarom moet men altijd schrijven over
problemen en duistere dingen, waarom
wordt er misprijzend over een „happy-
\|"erid" gesproken en is een boek pas, le
zenswaard, als het iets vreselijk treu
rigs of ernstigs bevat?".
De reeds eerder genoemde schrijfster
Ans van Breda schreef de roman „Het
Meisje Jozé", een roman die vooral om
zijn intrige bepaald boeiend is. Het meis
je José, het knappe model; van fotogra
fen, ziet zich plotseling aangewezen als
de rijke verloren gewaande dochter van
een Engels millionair; zij speelt die rol,
ook wanneer zij tenslotte weet, dat zij
nooit die verloren gewaande dochter kan
zijn; dit besef martelt haar en ook is
daar haar vermeende broer en haar lief
de voor hem. Het is aardig te lezen hoe
alles toch nog terecht komt, op een ma
nier die U niet zult bevroeden.
De laatste uitgave voor oudere meis
jes van Kluitman, die we bespreken, is de
roman van Marie Boddaert ,,Roswitha",
in tegenstelling tot de vorige geen mo
derne roman, en ook geen moderne
schrijfster. De stof die Marie Boddaert
behandelt en de manier waarop zij dat
doet, zijn vreemd aan onze moderne tijd;
het boek speelt zich af ten tijde van de
Duitse Keizer Frederik, de woelige tij
den toen de vorst het leven van lijfeige
nen en horigen wilde verbeteren en zijn
tegenstanders aangroeiden tot een grote
macht.
De manier waarop de schrijfster de
stof behandelt kenmerkt de romantica in
haar; maar wie zal ontkennen dat dit
ook het moderne jonge meisje erg on
aangenaam zal zijn?
Roswitha de schone edele dochter van
Ridder Dagobert, die onbevangen de
keizer nadert en dapper strijdt voor haar
vaders eer, zal op menig meisje veel in
druk maken.
JONGENSBOEKEN.
De Jongens van tent 868" door H. A.
van Ommen. Als een Amsterdamse re
chercheur met zijn gezin op vacantie gaat
in een kamp waar hij tent nummer 868
bewoont, kan dat niet zo maar zonder
avonturen verlopen, zeker niet als hij een
flinke zoon heeft van 14 jaar en die zoon
heeft een even flinke vriend van dezelfde
leeftijd. Er gebeuren dan ook van het
begin af vreemde dingen. De twee jon
gens ontdekken een onderaards hol, dat
eerst heel onschuldig lijkt; als ze met hun
vader gaa nwandelen springen er man
nen in de struiken, er worden branden
gesticht, de jongens gaan op nachtelijke
onderzoekingstochten, totdat tenslotte
door nauwe samenwerking met hun Va
der en de kampleiding een ernstig com-
plot'wordt ontdekt. Het is dus een span
nend boek voor jongens van 10 tot 14
jaar, waar ze een tijdje behoorlijk zoet
'mee zullen zijn. Bovendien is het niet
kwaad geschreven.
Patava, de kolenjongen, door C. Wil-
keshuis. Dit verhaal verplaatst de jon
ge lezers van 1014 jaar in een tijd
20.000 jaar geleden. Volgens de schrij
ver woonden de mensen toen in holen,
gingen ze toen gekleed in dierenvellen,
gebruikten ze geen messen, maar scher
pe stenen en in plaats van naalden Ge
spleten beenderen, maar zij zelf zouden
niet zoveel veranderd zijn. Alleen wa
ren de jongens toen téel wat forser, want
op veertienjarige leeftijd zagen ze kans
een beruchte beer en een mammouth te
doden. Niemand zal de schrijver bewij
zen dat dat niet waar is en in ieder ge
val zullen de jongens van vandaag smul
len van de avonturen die zij alleen nog
in een boek kunnen meemaken. Patava
is een knaap die er zijn mag en die het
een heel eind schopt. De les die de
schrijver zijn jeugdige lezers op de laat
ste bladzijde meegeeft, stelt niet zoveel
voor.
Friezen van het Flevo-Meer-, van Evert
Zandstra, is een boek dat zijn weg al
gevonden heeft. Het is aan zijn derde
druk toe. We zijn al een stuk dichter bij
onze tijd, niaar ér toch nogi heel wat
eeuwen van verwijderd, toen er nog be
ren en wolven in ons land waren, de
Friezen nog met speren vochten en
zwoeren bij Thor. Er waren toen echter
ook meer avonturen te beleven en na de
jongens die in d e eerste en tweede druk
van Evert Zandstra's verhaal hebben
genoten, zullen ook de lezertjes van de
derde druk dat ongetwijfeld doen, vooral
wanneer de Friese jongen Wolfert door
Chaukische rovers gevangen wordt ge
nomen en niet rust voor hij de vrijheid
heeft heroverd, hoeveel hem dat ook
kost.
Theo Frank in ,,De Maai uit Canada',
valt zo ongeveer met de deur in huis,
wanneer hij begint: „Het was voor ieder
een op Coblers Ranch zonder meer dui
delijk dat de Rooie iets in het schild
voerde". Nu is de Rooie inderdaad geen
flauwe jongen, maar het zou verkeerd
zijn uit zijn naam en die eerste zin te
besluiten dat hij zoveel als een vogel
vrije is. De eerste knokpartij loopt op
een nederlaag voor hem uit en daarna
doet hij nog veel knappe en domme din
gen, omdat hij een impulsieve cowboy is.
Ondertussen helpt hij mee om de man
uit Canada, die zich overbodig opge
jaagd voelt en een toevlucht zoekt iii de
Verenigde Staten, uit de knoei te hel
pen. Oudere jongens zullen dit verhaal
met spanning lezen, want er komen heel
wat paarden, revolvers, veedieven,
vechtpartijen en meer dergelijke in voor.
Vlammen in de Nacht, van W. N. van
der 'Sluys en Pieter Nierop is een verhaal
over de Amsterdamse brandweer, met
als hoofdpersonen twee jongemannen die
als werklozen een smokkelaffaire mee
oplossen en later bij de brandweer te
rechtkomen. Ze beleven de interessante
en minder interessante zijden vari het
brandweerleven, waardoor een persoon
lijk drama tussen de twee is geweven,
dat hier en daar wel een beetje erg dik
is aangezet. Wat niet wegneemt, dat het
over het algemeen een fris boek is, ge
kruid met humor en niet flauw. Grotere
jongens zullen het zeker met spanning
lezen.
Hiervoor hebben wij voor u bespro
ken een verhaal dat zich afspeelde 20.000
jaar voor onze jaartelling. Voor onge
veer hetzelfde geld is er een boek te
koop dat niet lang na onze tijd zou kun
nen spelen, namelijk „De vliegende seho"
tel van professor Lepidus, door WN.
van der Sluys De man staat nergens
voor en heeft dan ook een verhaal ge
schreven dat jongens zullen verslinden.
Die professor Lepidus is een rustig man
netje met een baardje en woont op de
Veluwe, waar hij uitvindingen aan de
lopende band doet met als bekroning een
vliegende schotel. 'Hij heeft maling aan
het gewichtig gedoe van zeer ernstige
commissies die zwaar geheim werken
maar niets bereiken en doet het alleen
met de hulp van twee technisch aange
legde jongens.eirzijn eigen vernuft. Daar
na pas beginnen de moeilijkheden. Hij
zet met zijn schotel heel Nederland en
heel de wereld op hun kop, hoewel hij
er alleen maar. goed mee zou willen doen.
Wanneer dan tenslotte zijn uitvinding
door spionnen V/ordt gestolen, legt hij er
zich blijmoedig bij neer dat het ding uit
elkaar spat. Wie weet, later...- Een goed
en vlot geschreven verhaal, waarin het
aan spanning niet ontbreekt.
Tenslotte nog een boek voor jongere
meisjes van Uitgeverij Hollandia te
Baarn: „Marijbes grote avontuur op het
land", dat geschreven werd door Greta
Vollewens-Zeylmaker, een met liefde ge
schreven boek over kinderen uit Rijswijk
die bij de eerste uitwisseling van lagere
school-kinderen na de oorlog, gingen
naar het dorpje Öphemert bij Tiel.
'Stadskinderen zijn het, die spontaan
en ongereserveerd bijna de genoegens van
het leven ten plattelande leren kennen,
die verschillen gingen zien tussen de stad
en het platteland, die de schoonheid van
het land en de liefderijkheid van de men
sen daar gingen waarderen, en zich aan
de mensen hechtten. Het is ook een vro
lijk boek dat Uw kinderen met veel plei-
zier zullen lezen.
VREEMDELINGE IN EIGEN HUIS.
Wanneer we dan weer naar de boe
ken voor „grote mensen" mogen terug
keren laten we eerst even onze aandacht
gaan over de roman van Edna Ferber
Giant" die onder de titel „Vreemdelin
ge in eigen huis" door mevr. H. C E de
WitJBoonacker in het Nederlands is ver
taald en uitgegeven werd door uitgeverij
Hollandia te Baarn. Het grootse, stugge,
verbazingwekkende Texas speelt in dit
boek de hoofdrol; Texas is de reus
waarvan sprake is in de oorspronkelijke
titel, het land met zijn geweldige gigan
tische ontwikkeling, met zijn millioenen-
hectaren grote ranches, zijn boortorens,
zijn particuliere vliegvelden en zijn pa
leizen van hotels.
Leslie Lynnton treedt deze grootse
wereld binnen; enkele maanden geleden
was zij nog het meisje uit de Amerikaan
se staat Virginia, dochter van een goe
de, bekwame chirurg en een bedilzieke,
erg stand-bewuste moeder; nu is zij Me
vrouw Jordan Benedict, echtgenote van
de eigenaar der Reata-ranch, die een
millioen ha. groot is. Zij begint een ge
heel nieuw leven in dat huis met 50 ka
mers, temidden van die onafzienbare
prairies, waarop honderd-duizenden stuks
vee grazen, temidden van de grote ge
weldige mannen, die op de eerste plaats
gehuwd schijnen met hun ranches, zij er
vaart in zekere zin, al is de liefde tus
sen man en vrouw groot en goed, dat
in Texas op de eerste plaats het vee
komt, dan de mannen, da nde paarden
en dan pas de vrouwen. Bovendien is
daar de zuster van haar man, die op
de Reata-ranch de scepter zwaait als een
machtig gebiedster, is daar de lompe
brute Jett Rink, knecht der ranch, die la
ter eigenaar zal zijn van vele millioenen.
Zij is inderdaad een vreemdelinge in
eigen huis, en was haar liefde voor haar
sterke trotse man niet zo groot geweest,
zij zou de kracht niet gevonden hebben
in deze vreemde wereld die 1 exas is te
leven.
Daar zijn vele conflicten, conflicten
die ontstaan wanneer een zelfbewust,
zelfstandig meisje uit de staat Virginia
zich plotseling geplaatst ziet in een we
reld, waar de vrouw een zoveel kleinere
plaats inneemt, waar heel andere nor
men gelden dan in de staat van herkomst,
waar de materie de dingen van de geest
verdrongen en verstikt schijnt te hebben.
Zeer fascinerend heeft de schrijfster
ons deze wereld geschilderd in de schrie
le kleuren van de grote tegenstellingen,
met de lijnen van de gigantische afme
tingen. We leren in deze roman die
als roman wel enige vragen onbeant
woord laat van de groei en fantasti
sche ontwikkeling van Texas en we leren
ook de liefde begrijpen die de Texassee
trotse mannen en bedeesde vrouwen huri:
land toedragen. Ongetwijfeld een inte|
ressant boek.
POSTHOORNBOEKEN.
Zoals bekend is, geeft Uitgeverij het
Spectrum naast de reeds befaamd ge
worden Prisma-reeks een serie boeken
uit speciaal gestemd voor Katholieke le
zers. "De volgende boeken zijn in ^eze.;
reeks verschenen
„Meester van het Vuur", is een roman
van de Witte Pater Harry Vencken. De
ze priester, geboren in het Brabantse
land, kende naast het verlangen naar God
en naar het dienen van Hem, de trek
naar de verten, naar het vreemde en het
avontuurlijke. Als missionaris heeft hij
jaren in Centraal Afrika geleefd, in dat
rijke, weelderige land, in de oerwouden
waar alles hoorbaar leeft en groeit. Dat
land kreeg gestalte in zijn reisbeschrij
vingen en Harry Vencken bleek een
bekwaam schrijver te zijn, die boeiend
wist te vertellen van de natuur in Afrika,
en de mensen, van de missionarissen en
hun zware arbeid. Zo kwam hij tot de
biografie, en ook tot de biografische ro
man „Meester van het Vuur zijn laat
ste boek, want in 1953 maakte O. L.
Heer een einde aan dit mooie vruchtbare
pas 48-jarige leven.
Meester van het Vuur is. een samen
vatting van alles wat Harry Vencken tot
nog toe schreef, een samenvatting èn een
hoogtepunt.
In deze roman schildert hij de bijkans
legendarische figuur van Jozef Dupont,
een missionaris van de Witte Paters die
in Afrika onder .de negers leefde en
werkte, en die een dérïnate grote in
vloed op hen uitoefende, dat zij hem ten
slotte tot hun koning kroonden, nadat zij
hem al lang de naam gaven van Bwana
Moto-Moto: meester van het vuur.
Luistert hoe Harry Vencken zijn ge
stalte tekent
„Hij was de man die meer kon en
durfde dan hele stammen tezamen. Een
alvermogende, die beter lopen kon, dan
de geboren woudlopers, een schutter
wiens schot nooit faalde, een moedige,
die leeuw noch luipaard vreesde, een
zwemmer die zich vlotter in het water
bewoog, dan de kleine meren-zwemmers
van de clans der Krokodillen en grijze
ratten... Een man die zij nooit rustend
hadden gekend behalve als de koorts
hem gevangen hield. Altijd was hij in
beweging, marcheerde, bouwde of met
selde hij, sprak met hen op urenlange,
belangrijke vergaderingen... De negers
hadden hem een naam gegeven en daar
bij gedacht aan het mysterieuze vuur;
Meester van het Vuur, dat wat altijd in
beweging is: Bwana Moto-Moto. En de
faam van die naam was als een brandend
vuur door het land gerend; hij was op
weg om bij leven nog legendarisch te
worden."
Deze Jozef Dupont, zoon van een oud
boerengeslacht bracht Afrika heel dicht
bij Christus, ondanks de gevaren van het
mysterieuze oerwoud, ondanks de drei
ging van rovers en wraakzuchtige neger
hoofden.
Later bedelde de bisschop van Llbem-
ba in de Nederlandse kerken. „De oude
Roverskoning schrijft Harry Vencken,
stond op de preekstoelen van de Hol
landse kerken en niemand van de toe
hoorders wist bij benadering, wat hij
werkelijk gedaan had. De man die met
een snelle handbeweging een vogel on
feilbaar uit de lucht kon halen, zagen
ze als een goedmoedige, bejaard uitzien
de prelaat. Een zware donkere stem
nog, felle grijze ogen. Ja, maar men zag
hem niet, ..zeer. eenzaam, ondanks de
dreiging van giftige pijlen en speren,
de palissaden van een citadel beklimmen.
Hij was eigenlijk altijd heel eenzaam ge
weest, zoals de grootsten onder ons dit
zijn".
Jozef Dupon, meester van het vuur,
koning der Afrikaanse rovers, bisschop
van Llbemba, vechter voor Gods Rijk
zijn gestalte is onsterfelijk gemaakt door
Harry Vencken; „Meester van het Vuur"
is een monument niet alleen voor Jozef
Dupont, maar ook voor al die andere
stille en vergeten helden die de Christus
brachten naar Afrika.
,„Het leven is een avontuur", Ook de
ze roman van H. Wolfenbuttel-van Roo-
yen verscheen in de Posthoornreeks. Het
is een boek, zoals wij dat altijd graag
lezen, omdat het de aandacht richt op
het schone en het goede in het leven.
We zien Dirk en Marrigje, een kinder
loos, elkander zeer beminnend, echtpaar,
de duffe stad verlaten, waar het leven
benauwd is en bekrompen; zij vluchten,
zij uit haar kleine bovenhuisje, hij uit
de burgerlijke confectiewinkel en met een
woonwagen en een poppenkast trekken
zij het land door, levend vrij en „naar
de luim van het seizoen" gelijk Bertus
Aafjes het noemt; zij leven voor de kin
deren die met hun grote klare ogen het
wonderlijke spel van de poppen gade
slaan, zij leven voor alle mensen die zij
ontmoeten en die door hun in aanraking
komen met enig belangrijke waarden
van het leven. Zij vinden hun weg door
een nieuw ontdekt Holland, zij vinden
hun weg ook naar de harten van de
mensen op hun weg.
Ongecompliceerd is dit boek, hoewel
het ons in aanraking brengt ook met de
ellende en de smart van het leven, maar
het wijst de weg die ellende en smart te
overwinnen en vruchtbaar te doen zijn
voor de eeuwigheid, de weg het goede
en het mooie in het leven te zien, en is
dat niet zeer, zeer belangrijk
Openbare vergadering op Donderdag
3 December 1953, te 19.30 uur, ten ge
meentehuize.
Agenda
1. Vaststelling van de notulen van
de vergaderingen gehouden op 29 Octo
ber 1953 en 3 November 1953.
2. Ingekomen stukken
a Goedkeuringen van Ged. Staten.
b. Controle-rapport van het Centraal
Bureau voor Verificatie en Financiële
Adviezen der Vereniging van Nederland
se Gemeenten betreffende controle van
de kas vermakelijkheidsbelasting over het
2e en 3e kwartaal 1953.
c. Verslag, Balans en Algemene Ver
lies- en Winstrekening van de Woning
bouwvereniging „Baardwijk over het
jaar 1952.
3. Voorstel tot het opnieuw vaststel
len van de „Verordening op de heffing
van straatbelasting in de gemeente Waal
wijk".
4. Voorstel tot het toekennen van
premiën op de voet van de premierege-
ling woningverbetering en -splitsing.
5. Voorstel tot het verlenen Van me
dewerking ingevolge de artt. 72 e.v. dei
L.O.-wet '1920 tot aanschaffing van boe
ken en leermiddelen ten behoeve van da
R.K. Jongensschool aan de Baardwijkse-
straat nr. 44.
6. Alsvoor tot aanschaffing van boe
ken ten behoeve van de R.K. Jongens
ulo-school St. Michaël.
7. Voorstel tot benoeming van een
gedelegeerd lid van 'het bestuur van de
Middelbare Vakschool voor de Leder- en
Schoenindustrie alhier.
8. Voorstel betreffende de verorde
ning als bedoeld in artikel 11, tweede lid,
der (Winkelsluitingswet '1953.
9. Voorstel tot verkoop van een
strookje grond aan de Groensteeg.
10. Voorstel tot verkoop van een
strookje grond aan de Jan de Rooijstraat.
11. Wijzigingen begroting ,1953.
Prae-advies nr. 800
Boeken ien leermiddelen R.K. Jongens
school, Baardwijksestraat 44 alhier, is
Door het bestuur der R.K. Jongens
school, Baa rdwijksestraat 44 alhier, is
onder dagtekening van 14 October 1953
een verzoek ingediend om ingevolge ar-
tikel 72 der Lager Onderwijswet 1920
I medewerking te verlenen voor aanschaf-
j fing van een aantal leermiddelen, meube-
len en boeken, nodig in verband met toe -
1 name van het aantal leerlingen voor het
eerste leerjaar, alsmede voor aanschaffing
van een rijwielbergplaats voor 7 rijwie
len.
In de toelichting wordt medegedeeld,
dat het abnormaal grote aantal leerlin
gen, dat voor het eerste leerjaar werd in
geschreven, vermeerderd met het aantal,
dat moest doubleren, splitsing van dit
leerjaar over 2 lokalen noodzakelijk
maakte. Door de Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen werd
op een verzoek om toestemming tot aan
stelling van een extra leerkracht goed
gunstig beschikt. Als gevolg daarvan be
hoeven niet alleen de leerboekjes aanvul
ling, doch moeten ook enkele klassikale
leermiddelen worden aangeschaft. Ook
het 2e leerjaar heeft een tekort aan lees
boekjes door stijging van het aantal leer
lingen. Er is voorts een tekort aan ban
ken. Tijdelijk zijn van een andere school
een 12-tal oude .(afgekeurde)' banken ge
leend. Verder wordt een rijwielbergplaats
aangevraagd voor een 7-tal rijwielen.
Deze is benodigd voor een aantal leden
van het onderwijzend personeel, woon
achtig buiten de parochie, alsmede voor
enige leerlingeri, woonachtig buiten de
kom, waarvan sommige op meer dan 4
km. afstand zelfs.
Tenslotte vraagt het bestuur ook me
dewerking voor de aanschaffing van een
nieuwe schrijfmethode.
B. en W. hebben over het verzoek
met bijlagen (een memorie van toelich
ting, alsmede een begroting welke ter
inzage liggen) het advies gevraagd van
de Inspecteur van het Lager Onderwijs,
die bij brief van ill Novmeber ,1953, no.
F 1230, mededeelt, dat tegen medewer
king ex art. 72 der wet, geen bezwaar
bestaat, behalve tegen post 7 der begro
ting, betreffende aanschaffing van een
nieuwe schrijfmethode. Deze aanschaf
fing dient z.i. te geschieden uit de ex
ploitatievergoeding van de school.
B. en W. delen het gevoelen van de
Inspecteur en stellen de raad daarom
voor de gevraagde medewerking te ver
lenen, behalve voor de aanschaffing van
een nieuwe schrijfmethode.
Prae-advies Nr. 801.
Aanschaffing boeken R.K.
Jongens U.L.O.-school.
Door het bestuur der R.K. Jon
gens U.L.O.-school „St. Michaël"
alhier is onder dagtekening van
14 November 1953 tot de raad het
verzoek gericht om medewerking
ex art. 72 der Lager-Onderwijswet
1920 voor aanschaffing van een
aantal boeken, nodig in verband
met toename van het aantal leer
lingen. Het komt in hoofdzaak
neer op aankoop van een 4-tal
exemplaren van de in gebruik
zijnde boeken.
B. en W. hebben hierover 't ad
vies gevraagd van de inspecteur
van het Lager Onderwijs, die bij
brief van 24 November 1953, No.
10703, in gunstige zin adviseert.
B. en W. kunnen zich met dit ad
vies verenigen en stellen mitsdien
voor de gevraagde medewerking
ingevolge art. 72 te verlenen.
Prae-advies No. 803
Winkelsluiting'.
Bij besluit van 30 October 1952
werd vastgesteld een verordening,
als bedoeld in art. 11, tweede lid,
der winkelsluitingswet 1951.
Krachtens die verordening zou
den voor de gemeente Waalwijk de
volgende uitzonderingsbepalingen
met betrekking tot de winkelslui
ting gelden:
1. een later sluitingsuur op werk
dagen (tot 19 uur) voor banket
winkels, groenten- en fruitwin
kels, tabakwinkels en kappers
zaken;
2. een beperkte Zondags-openstel
ling (van 10 tot 14 uur) voor
banketwinkels, groenten- en
fruitwinkels en tabakwinkels.
Tegen de genoemde verordening
zijn door de Minister van Economi
sche Zaken de volgende bezwaren
ingebracht:
1. de opgenomen bepaling inzake
een later sluitingsuur op werk
dagen voor de tabakwinkels kan,
als zijnde achterhaald door de
bepalingen, (waarbij voor het ge
hele land voor tabakwinkels een
later sluitingsuur 19 uur is
vastgesteld) vervallen;
2. een later sluitingsuur op werk
dagen voor de groenten- en fruit
winkels en voor de banketwin
kels kan niet in overweging wor
den genomen, tenzij voor de ge
meente Waalwijk plaatselijke
omstandigheden worden aange
voerd, welke een later sluitings
uur noodzakelijk doen zijn;
3. ook de aangevoerde omstandig
heden voor de beperkte Zondags
openstelling van bepaalde win
kels (karakter der gemeente als
industrie-, onderwijs- en ver-
maakcentrum) kunnen naar de
mening van de Minister niet gel
den als plaatselijke omstandig
heid.
Gezien het standpunt van de Mi
nister kunnen derhalve van de op
30 October 1952 vastgestelde bepa
lingen slechts die betreffende de
vaststelling van een later sluitings
uur voor de kapperszaken (19 uür)
gehandhaafd blijven.
B. en W. stellen dan ook in deze
geest voor tegemoet te komen aan
de bezwaren van de Minister.
OOK IN DEN BOSCH
„PREEKSTOELGESPREKKEN".
In navolging van T'lburg zullen in de
komende Advent ook te 's-Hertogenbosch
zgn. Preekstoelgesprekken worden ge
houden. In deze preken behandelt de ene
spreker de argumenten vóór het beweer
de, de andere de opwerpingen.
Voor deze moderne vorm van apos
tolaat is de parochiekerk van iSt. Pieter
uitgekozen. 'De gesprekken zullen wor
den gehouden door de ZeerEerw. Heer
P. Lücker, Pastoor van St. Pieter en H.
Fleeren, Rector van het Klooster „Ma-
riënburg".
BALDADIGHEID MET
EXPLOSIEVEN.
Een opperwachtmeester van «ie
rijkspolitie te Ulvenhout is gewond
door explosieven in sigaretten
doosjes, die door kwajongens op
het fietspad waren gelegd. Fiet
sers die er over reden, kwam dat
te staan op kapotte banden en vel
gen. De rijkspolitie verwijderde 't
gevaarlijk spul, maar toen de op
perwachtmeester ze mee naar het
bureau wilde nemen, ontplofte een
van de doosjes, waardoor hij ern
stig aan zijn linkerhand gewond
werd.
FEUILLETON
nan „De Echo van het Zuiden".
VAN
door Martin Verduyn.
14)
,,'t Is een schram", hijgde hij.
„wat een vuur aan die kant",
„Opschieten", snauwde Mersham
en zo vlug' het kon drongen zij op
het verlichte kompas de jungle in,
waar de dieren nu verschrikt zwe
gen voor het geweld van de mens.
Het vuren van de verraste Duitsers
werd echter snel minder en toen
Mersham het afgesproken teken
aan Dunwell liet horen, de goed ge-
imiteerde schreeuw van een aap,
driemaal herhaald, kon hij duidelijk
de antwoordroep van de sergeant
verstaan. Zij waren het kamp zo
dicht genaderd dat Hartley, die
voorop liep, letterlijk tegen Dun-
well's vooruitgestoken automatisch
geweer opliep.
„Duivels, heb ik nog niet genoeg
schrik gehad", bromde Hartley.
Mersham duwde de professor in
de tent en beval Brent hem de han
den op de rug te binden. Sam begon
een uitgezochte série scheldwoorden
uit zijn welvoorziene vocabulaire op
Nichols af te vuren, doch Mersham
legde hem onmiddellijk het zwijgen
op.
Hij voelde zijn rechterhand ge
grepen door een kleine hand en
hoorde een zachte stem: „Toen we
hoorden schieten, dachten we u niet
meer te zullen zien. Het was vrese
lijk, die spanning daar". Zij aarzel
de even en vroeg dan fluisterend:
„Weet u zeker dat de professor
schuldig is? Begaan wij geen ver
schrikkelijke vergissing?"
„Ik weet het nu zekerder dan
ooit", antwoordde Mersham, zo luid,
dat Nichols ieder woord verstaan
kon, terwijl deze kreunde onder de
hardhandige behandeling van Brent,
die hem steviger dan strikt nood
zakelijk was, de handen knevelde.
„Nichols gaf de Duitse officier op
dracht u te arresteren en ons te
doden. Er is geen twijfel mogelijk
aan de bedoelingen van deze man".
Het meisje zuchtte.
„Hoe voelt u zich nu?" vroeg zij
met grote bezorgdheid.
„Dat gaat wel, dank u" antwoord
de Mersham kort. Zij wist dat hij
loog, maar durfde niet verder te
vragen,
„Wij moeten onmiddellijk verder",
hoorde zij Mersham's stem. „Hart
ley en Brent nemen de gevangene'
tussen zich in. Tot zonsopgang gaan
wij over open terrein, langs de
junglerand. Zodra de zon opkomt,
gaan we door de jungle. We moeten
in hoog tempo marcheren tot het
vallen van de nacht. Uitgenomen de
gevangene en miss Andrews moeten
wij ieder die uitvalt achterlaten".
Er viel een zware stilte na deze
woorden. Toen spoog Dunwell luid
ruchtig op de grond en bromde:
„Er zit niets anders op". Koorts
achtig snel werd de tent afgebro
ken en nog geen tien minuten na
het bevel begon de hopeloze vlucht.
Nichols had nog geen woord ge
sproken en Mersham besloot voor
lopig geen poging te wagen hem te
ondervragen. Het eerst noodzake
lijke was een kleine voorsprong te
krijgen op de achtervolgers. Deze
zouden voorlopig wel in de buurt
blijven zoekèn en eerst met zons
opgang het juiste spoor vinden. Veel
zou afhangen van de toestand van
de gewonde commandant. De mees
te zorg baarde hem zijn eigen phy-
siek. De koorts was nu iets minder,
maar hij wist dat heviger aanvallen
zouden volgen. Met geweld schuld-
de hij zijn sombere gedachten van
zich af.. De duisternis om hen heen
eiste grote concentratie. Allen het
feit dat de junglerand nog een nu
ance zwarter was dan de nacht op
de vlakte, behoedde hen voor ver
dwalen.
Meer dan een uur waren ze zo
voortgestrompeld, toen Nichols zich
liet vallen. Brent en Hartley tracht
ten hem overeind te sjorren, maar
het mocht niet baten.
„Wacht eyen", siste Dunwell en
gaf de professor een harde klap in
het gelaat. Deze kon een schreeuw
niet onderdrukken.
„Laat dat, sergeant Dunwell", ge
bood Mersham scherp. „Wij zijn
geen beulen".
„Ik weet zeker dat het een truc
is om ons op te houden, captain, zei
Sam woedend.
„Kunt u lopen?" vroeg Mersham
zijn gevangene.
Nichols kreunde: „Ik ben volko
men uitgeput. Ik heb recht op een
menswaardige behandeling". Achter
hen liet Flanders een droge lach
horen.
„Die krijgt u", antwoordde Mers
ham. „Ik waarschuw u echter voor
iedere vorm van verzet. Probeert u
het nog eens?"
„Onmogelijk", zei Nichols.
Mersham dacht vlug na. Het was
inderdaad mogelijk dat Nichols het
tempo trachtte te vertragen. Het
was zelfs zeer waarschijnlijk. Maar
ook al wat dit het geval, kon hij er,
ondanks hun wanhopige positie,
toch niet toe overgaan Sammy's me
thode toe te passen. Hij had zich
eenvoudig neer te leggen bij Ni
chols' geraffineerde opzet.
Verbeten zwijgend maakten Brent
en Hartley van de tentstokken en
het zeil een soort baar. Dat beteken
de reeds een oponthoud van een
kwartier. Bovendien zou 't tempo
aanmerkelijk geringer worden.
„Wij lossen elkaar om de twee
uur af. totdat de gevangene vol
doende uitgerust is", zei Mersham
zakelijk en hij liet er amikaler op
volgen, „vooruit jongens, we heb
ben nog éen kans".
Het was een phrase, maar toch
klonken zijn woorden stimulerend
en de tocht werd voortgezet tot de
Oostelijke hemel in een bloedrood
licht gehuld werd. Een dag vol
kwellingen, dorst, vermoeienis en
een iedere minuut groter wordend
gevaar.
Mersham liet een kwartier halt
houden, waarin hij toestemming gaf
tot eten en drinken.
Met bezorgdheid sloeg hij gade
hoe uitgeput allen er uit zagen. Ook
merkte hij op dat de mannen hun
laatste noodrantsoenen verslonden.
Hiermee was een nieuw probleem
ontstaian: het vinden van voedsel.
Niemand van hen had ook maar
enige ervaring van jagen. Boven
dien mocht er niet geschoten wor
den. Toch moest Mersham ook nu
een besluit nemen.
„Het voedsel is op", zei hij met
geveinsde opgewektheid. „We mo
gen natuurlijk niet schieten. Het is
nu sergeant Dunwell's en mijn beurt
de gevangene te dragen. Hartley en
Brent, jullie moeten dus met jullie
messen of voor mijn part met pijl
en boog aan het werk".
„Ik had niet gedacht nog es voor
Tarzan te spelen", grinnikte Brent
zwakjes. Dat is zeker de straf voor
mijn vroeger spijbelen van school
als ik Hurroughs las", bromde Hart
ley en traag stond hij op, terwijl hij
zijn mes trok.
„Zorg dat jullie in onze buurt
blijven", beval Mersham.
Brent en Hartley kwamen spoe
dig tot de ontdekking dat het doden
van wilde dieren met geen ander
wapen dan een mes slechts in de
verbeelding van strip-verhalen
schrijvers en scenarioschrijvers be
staat.
(Wordt vervolgd).-