GEMEENTERAAD WAALWIJK JE OPDRACHT ROBERT MERSHAM 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 30 NOVEMBER 1953 2 verwrongen en ontwricht wordt uitge beeld, sombere uitzichtloze boeken, die zo zij de spiegel zijn van de heden daagse maatschappij, weinig goeds laten zien van die samenleving; en daarom kan het een verkwikking zijn af en toe eens te lezen in een boek als ,,De We reld draait om Jessie te lezen van spontaan, goed en gelukkig leven; van verdriet dat gelouterd in berusting tot een inniger vreugde voert, van mensen die het goede menen, niets dan het goe de, die hun leven een bron van geluk doen zijn voor anderen. Als zo n meisje wordt ons Jessie voor gesteld door Mevr. Nachenius Roegholt; we weten, dat het leven' niet steeds zon neschijn is, dat niet iedereen zoveel "ge luk ontmoet als het heldinnetje van dit boek; maar dat wil niet zeggen dat we zon boek niet 'ns van harte aanbevelen aan de jeugdige lezeressen. Een soortgelijk boek is ook „De Zon nestraal op mijn pad" van de Noorse schrijfster Annik Saxegaard, die zich een goede naam verwierf met haar meis jesboeken. Het is de geschiedenis van Stefi Sagen, een jeugdige Noorse schrijf ster, die haar ouderloos geworden ach ternichtje Liesbeth onder haar hoede neemt. Met veel enthousiasme schrijft Annik Saxegaard over dit ontluikende kinderleven en haar invloed op het ou dere meisje. Inderdaad, vragen we ons met dé hoofdpersoon van dit boek af, waarom moet men altijd schrijven over problemen en duistere dingen, waarom wordt er misprijzend over een „happy- \|"erid" gesproken en is een boek pas, le zenswaard, als het iets vreselijk treu rigs of ernstigs bevat?". De reeds eerder genoemde schrijfster Ans van Breda schreef de roman „Het Meisje Jozé", een roman die vooral om zijn intrige bepaald boeiend is. Het meis je José, het knappe model; van fotogra fen, ziet zich plotseling aangewezen als de rijke verloren gewaande dochter van een Engels millionair; zij speelt die rol, ook wanneer zij tenslotte weet, dat zij nooit die verloren gewaande dochter kan zijn; dit besef martelt haar en ook is daar haar vermeende broer en haar lief de voor hem. Het is aardig te lezen hoe alles toch nog terecht komt, op een ma nier die U niet zult bevroeden. De laatste uitgave voor oudere meis jes van Kluitman, die we bespreken, is de roman van Marie Boddaert ,,Roswitha", in tegenstelling tot de vorige geen mo derne roman, en ook geen moderne schrijfster. De stof die Marie Boddaert behandelt en de manier waarop zij dat doet, zijn vreemd aan onze moderne tijd; het boek speelt zich af ten tijde van de Duitse Keizer Frederik, de woelige tij den toen de vorst het leven van lijfeige nen en horigen wilde verbeteren en zijn tegenstanders aangroeiden tot een grote macht. De manier waarop de schrijfster de stof behandelt kenmerkt de romantica in haar; maar wie zal ontkennen dat dit ook het moderne jonge meisje erg on aangenaam zal zijn? Roswitha de schone edele dochter van Ridder Dagobert, die onbevangen de keizer nadert en dapper strijdt voor haar vaders eer, zal op menig meisje veel in druk maken. JONGENSBOEKEN. De Jongens van tent 868" door H. A. van Ommen. Als een Amsterdamse re chercheur met zijn gezin op vacantie gaat in een kamp waar hij tent nummer 868 bewoont, kan dat niet zo maar zonder avonturen verlopen, zeker niet als hij een flinke zoon heeft van 14 jaar en die zoon heeft een even flinke vriend van dezelfde leeftijd. Er gebeuren dan ook van het begin af vreemde dingen. De twee jon gens ontdekken een onderaards hol, dat eerst heel onschuldig lijkt; als ze met hun vader gaa nwandelen springen er man nen in de struiken, er worden branden gesticht, de jongens gaan op nachtelijke onderzoekingstochten, totdat tenslotte door nauwe samenwerking met hun Va der en de kampleiding een ernstig com- plot'wordt ontdekt. Het is dus een span nend boek voor jongens van 10 tot 14 jaar, waar ze een tijdje behoorlijk zoet 'mee zullen zijn. Bovendien is het niet kwaad geschreven. Patava, de kolenjongen, door C. Wil- keshuis. Dit verhaal verplaatst de jon ge lezers van 1014 jaar in een tijd 20.000 jaar geleden. Volgens de schrij ver woonden de mensen toen in holen, gingen ze toen gekleed in dierenvellen, gebruikten ze geen messen, maar scher pe stenen en in plaats van naalden Ge spleten beenderen, maar zij zelf zouden niet zoveel veranderd zijn. Alleen wa ren de jongens toen téel wat forser, want op veertienjarige leeftijd zagen ze kans een beruchte beer en een mammouth te doden. Niemand zal de schrijver bewij zen dat dat niet waar is en in ieder ge val zullen de jongens van vandaag smul len van de avonturen die zij alleen nog in een boek kunnen meemaken. Patava is een knaap die er zijn mag en die het een heel eind schopt. De les die de schrijver zijn jeugdige lezers op de laat ste bladzijde meegeeft, stelt niet zoveel voor. Friezen van het Flevo-Meer-, van Evert Zandstra, is een boek dat zijn weg al gevonden heeft. Het is aan zijn derde druk toe. We zijn al een stuk dichter bij onze tijd, niaar ér toch nogi heel wat eeuwen van verwijderd, toen er nog be ren en wolven in ons land waren, de Friezen nog met speren vochten en zwoeren bij Thor. Er waren toen echter ook meer avonturen te beleven en na de jongens die in d e eerste en tweede druk van Evert Zandstra's verhaal hebben genoten, zullen ook de lezertjes van de derde druk dat ongetwijfeld doen, vooral wanneer de Friese jongen Wolfert door Chaukische rovers gevangen wordt ge nomen en niet rust voor hij de vrijheid heeft heroverd, hoeveel hem dat ook kost. Theo Frank in ,,De Maai uit Canada', valt zo ongeveer met de deur in huis, wanneer hij begint: „Het was voor ieder een op Coblers Ranch zonder meer dui delijk dat de Rooie iets in het schild voerde". Nu is de Rooie inderdaad geen flauwe jongen, maar het zou verkeerd zijn uit zijn naam en die eerste zin te besluiten dat hij zoveel als een vogel vrije is. De eerste knokpartij loopt op een nederlaag voor hem uit en daarna doet hij nog veel knappe en domme din gen, omdat hij een impulsieve cowboy is. Ondertussen helpt hij mee om de man uit Canada, die zich overbodig opge jaagd voelt en een toevlucht zoekt iii de Verenigde Staten, uit de knoei te hel pen. Oudere jongens zullen dit verhaal met spanning lezen, want er komen heel wat paarden, revolvers, veedieven, vechtpartijen en meer dergelijke in voor. Vlammen in de Nacht, van W. N. van der 'Sluys en Pieter Nierop is een verhaal over de Amsterdamse brandweer, met als hoofdpersonen twee jongemannen die als werklozen een smokkelaffaire mee oplossen en later bij de brandweer te rechtkomen. Ze beleven de interessante en minder interessante zijden vari het brandweerleven, waardoor een persoon lijk drama tussen de twee is geweven, dat hier en daar wel een beetje erg dik is aangezet. Wat niet wegneemt, dat het over het algemeen een fris boek is, ge kruid met humor en niet flauw. Grotere jongens zullen het zeker met spanning lezen. Hiervoor hebben wij voor u bespro ken een verhaal dat zich afspeelde 20.000 jaar voor onze jaartelling. Voor onge veer hetzelfde geld is er een boek te koop dat niet lang na onze tijd zou kun nen spelen, namelijk „De vliegende seho" tel van professor Lepidus, door WN. van der Sluys De man staat nergens voor en heeft dan ook een verhaal ge schreven dat jongens zullen verslinden. Die professor Lepidus is een rustig man netje met een baardje en woont op de Veluwe, waar hij uitvindingen aan de lopende band doet met als bekroning een vliegende schotel. 'Hij heeft maling aan het gewichtig gedoe van zeer ernstige commissies die zwaar geheim werken maar niets bereiken en doet het alleen met de hulp van twee technisch aange legde jongens.eirzijn eigen vernuft. Daar na pas beginnen de moeilijkheden. Hij zet met zijn schotel heel Nederland en heel de wereld op hun kop, hoewel hij er alleen maar. goed mee zou willen doen. Wanneer dan tenslotte zijn uitvinding door spionnen V/ordt gestolen, legt hij er zich blijmoedig bij neer dat het ding uit elkaar spat. Wie weet, later...- Een goed en vlot geschreven verhaal, waarin het aan spanning niet ontbreekt. Tenslotte nog een boek voor jongere meisjes van Uitgeverij Hollandia te Baarn: „Marijbes grote avontuur op het land", dat geschreven werd door Greta Vollewens-Zeylmaker, een met liefde ge schreven boek over kinderen uit Rijswijk die bij de eerste uitwisseling van lagere school-kinderen na de oorlog, gingen naar het dorpje Öphemert bij Tiel. 'Stadskinderen zijn het, die spontaan en ongereserveerd bijna de genoegens van het leven ten plattelande leren kennen, die verschillen gingen zien tussen de stad en het platteland, die de schoonheid van het land en de liefderijkheid van de men sen daar gingen waarderen, en zich aan de mensen hechtten. Het is ook een vro lijk boek dat Uw kinderen met veel plei- zier zullen lezen. VREEMDELINGE IN EIGEN HUIS. Wanneer we dan weer naar de boe ken voor „grote mensen" mogen terug keren laten we eerst even onze aandacht gaan over de roman van Edna Ferber Giant" die onder de titel „Vreemdelin ge in eigen huis" door mevr. H. C E de WitJBoonacker in het Nederlands is ver taald en uitgegeven werd door uitgeverij Hollandia te Baarn. Het grootse, stugge, verbazingwekkende Texas speelt in dit boek de hoofdrol; Texas is de reus waarvan sprake is in de oorspronkelijke titel, het land met zijn geweldige gigan tische ontwikkeling, met zijn millioenen- hectaren grote ranches, zijn boortorens, zijn particuliere vliegvelden en zijn pa leizen van hotels. Leslie Lynnton treedt deze grootse wereld binnen; enkele maanden geleden was zij nog het meisje uit de Amerikaan se staat Virginia, dochter van een goe de, bekwame chirurg en een bedilzieke, erg stand-bewuste moeder; nu is zij Me vrouw Jordan Benedict, echtgenote van de eigenaar der Reata-ranch, die een millioen ha. groot is. Zij begint een ge heel nieuw leven in dat huis met 50 ka mers, temidden van die onafzienbare prairies, waarop honderd-duizenden stuks vee grazen, temidden van de grote ge weldige mannen, die op de eerste plaats gehuwd schijnen met hun ranches, zij er vaart in zekere zin, al is de liefde tus sen man en vrouw groot en goed, dat in Texas op de eerste plaats het vee komt, dan de mannen, da nde paarden en dan pas de vrouwen. Bovendien is daar de zuster van haar man, die op de Reata-ranch de scepter zwaait als een machtig gebiedster, is daar de lompe brute Jett Rink, knecht der ranch, die la ter eigenaar zal zijn van vele millioenen. Zij is inderdaad een vreemdelinge in eigen huis, en was haar liefde voor haar sterke trotse man niet zo groot geweest, zij zou de kracht niet gevonden hebben in deze vreemde wereld die 1 exas is te leven. Daar zijn vele conflicten, conflicten die ontstaan wanneer een zelfbewust, zelfstandig meisje uit de staat Virginia zich plotseling geplaatst ziet in een we reld, waar de vrouw een zoveel kleinere plaats inneemt, waar heel andere nor men gelden dan in de staat van herkomst, waar de materie de dingen van de geest verdrongen en verstikt schijnt te hebben. Zeer fascinerend heeft de schrijfster ons deze wereld geschilderd in de schrie le kleuren van de grote tegenstellingen, met de lijnen van de gigantische afme tingen. We leren in deze roman die als roman wel enige vragen onbeant woord laat van de groei en fantasti sche ontwikkeling van Texas en we leren ook de liefde begrijpen die de Texassee trotse mannen en bedeesde vrouwen huri: land toedragen. Ongetwijfeld een inte| ressant boek. POSTHOORNBOEKEN. Zoals bekend is, geeft Uitgeverij het Spectrum naast de reeds befaamd ge worden Prisma-reeks een serie boeken uit speciaal gestemd voor Katholieke le zers. "De volgende boeken zijn in ^eze.; reeks verschenen „Meester van het Vuur", is een roman van de Witte Pater Harry Vencken. De ze priester, geboren in het Brabantse land, kende naast het verlangen naar God en naar het dienen van Hem, de trek naar de verten, naar het vreemde en het avontuurlijke. Als missionaris heeft hij jaren in Centraal Afrika geleefd, in dat rijke, weelderige land, in de oerwouden waar alles hoorbaar leeft en groeit. Dat land kreeg gestalte in zijn reisbeschrij vingen en Harry Vencken bleek een bekwaam schrijver te zijn, die boeiend wist te vertellen van de natuur in Afrika, en de mensen, van de missionarissen en hun zware arbeid. Zo kwam hij tot de biografie, en ook tot de biografische ro man „Meester van het Vuur zijn laat ste boek, want in 1953 maakte O. L. Heer een einde aan dit mooie vruchtbare pas 48-jarige leven. Meester van het Vuur is. een samen vatting van alles wat Harry Vencken tot nog toe schreef, een samenvatting èn een hoogtepunt. In deze roman schildert hij de bijkans legendarische figuur van Jozef Dupont, een missionaris van de Witte Paters die in Afrika onder .de negers leefde en werkte, en die een dérïnate grote in vloed op hen uitoefende, dat zij hem ten slotte tot hun koning kroonden, nadat zij hem al lang de naam gaven van Bwana Moto-Moto: meester van het vuur. Luistert hoe Harry Vencken zijn ge stalte tekent „Hij was de man die meer kon en durfde dan hele stammen tezamen. Een alvermogende, die beter lopen kon, dan de geboren woudlopers, een schutter wiens schot nooit faalde, een moedige, die leeuw noch luipaard vreesde, een zwemmer die zich vlotter in het water bewoog, dan de kleine meren-zwemmers van de clans der Krokodillen en grijze ratten... Een man die zij nooit rustend hadden gekend behalve als de koorts hem gevangen hield. Altijd was hij in beweging, marcheerde, bouwde of met selde hij, sprak met hen op urenlange, belangrijke vergaderingen... De negers hadden hem een naam gegeven en daar bij gedacht aan het mysterieuze vuur; Meester van het Vuur, dat wat altijd in beweging is: Bwana Moto-Moto. En de faam van die naam was als een brandend vuur door het land gerend; hij was op weg om bij leven nog legendarisch te worden." Deze Jozef Dupont, zoon van een oud boerengeslacht bracht Afrika heel dicht bij Christus, ondanks de gevaren van het mysterieuze oerwoud, ondanks de drei ging van rovers en wraakzuchtige neger hoofden. Later bedelde de bisschop van Llbem- ba in de Nederlandse kerken. „De oude Roverskoning schrijft Harry Vencken, stond op de preekstoelen van de Hol landse kerken en niemand van de toe hoorders wist bij benadering, wat hij werkelijk gedaan had. De man die met een snelle handbeweging een vogel on feilbaar uit de lucht kon halen, zagen ze als een goedmoedige, bejaard uitzien de prelaat. Een zware donkere stem nog, felle grijze ogen. Ja, maar men zag hem niet, ..zeer. eenzaam, ondanks de dreiging van giftige pijlen en speren, de palissaden van een citadel beklimmen. Hij was eigenlijk altijd heel eenzaam ge weest, zoals de grootsten onder ons dit zijn". Jozef Dupon, meester van het vuur, koning der Afrikaanse rovers, bisschop van Llbemba, vechter voor Gods Rijk zijn gestalte is onsterfelijk gemaakt door Harry Vencken; „Meester van het Vuur" is een monument niet alleen voor Jozef Dupont, maar ook voor al die andere stille en vergeten helden die de Christus brachten naar Afrika. ,„Het leven is een avontuur", Ook de ze roman van H. Wolfenbuttel-van Roo- yen verscheen in de Posthoornreeks. Het is een boek, zoals wij dat altijd graag lezen, omdat het de aandacht richt op het schone en het goede in het leven. We zien Dirk en Marrigje, een kinder loos, elkander zeer beminnend, echtpaar, de duffe stad verlaten, waar het leven benauwd is en bekrompen; zij vluchten, zij uit haar kleine bovenhuisje, hij uit de burgerlijke confectiewinkel en met een woonwagen en een poppenkast trekken zij het land door, levend vrij en „naar de luim van het seizoen" gelijk Bertus Aafjes het noemt; zij leven voor de kin deren die met hun grote klare ogen het wonderlijke spel van de poppen gade slaan, zij leven voor alle mensen die zij ontmoeten en die door hun in aanraking komen met enig belangrijke waarden van het leven. Zij vinden hun weg door een nieuw ontdekt Holland, zij vinden hun weg ook naar de harten van de mensen op hun weg. Ongecompliceerd is dit boek, hoewel het ons in aanraking brengt ook met de ellende en de smart van het leven, maar het wijst de weg die ellende en smart te overwinnen en vruchtbaar te doen zijn voor de eeuwigheid, de weg het goede en het mooie in het leven te zien, en is dat niet zeer, zeer belangrijk Openbare vergadering op Donderdag 3 December 1953, te 19.30 uur, ten ge meentehuize. Agenda 1. Vaststelling van de notulen van de vergaderingen gehouden op 29 Octo ber 1953 en 3 November 1953. 2. Ingekomen stukken a Goedkeuringen van Ged. Staten. b. Controle-rapport van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederland se Gemeenten betreffende controle van de kas vermakelijkheidsbelasting over het 2e en 3e kwartaal 1953. c. Verslag, Balans en Algemene Ver lies- en Winstrekening van de Woning bouwvereniging „Baardwijk over het jaar 1952. 3. Voorstel tot het opnieuw vaststel len van de „Verordening op de heffing van straatbelasting in de gemeente Waal wijk". 4. Voorstel tot het toekennen van premiën op de voet van de premierege- ling woningverbetering en -splitsing. 5. Voorstel tot het verlenen Van me dewerking ingevolge de artt. 72 e.v. dei L.O.-wet '1920 tot aanschaffing van boe ken en leermiddelen ten behoeve van da R.K. Jongensschool aan de Baardwijkse- straat nr. 44. 6. Alsvoor tot aanschaffing van boe ken ten behoeve van de R.K. Jongens ulo-school St. Michaël. 7. Voorstel tot benoeming van een gedelegeerd lid van 'het bestuur van de Middelbare Vakschool voor de Leder- en Schoenindustrie alhier. 8. Voorstel betreffende de verorde ning als bedoeld in artikel 11, tweede lid, der (Winkelsluitingswet '1953. 9. Voorstel tot verkoop van een strookje grond aan de Groensteeg. 10. Voorstel tot verkoop van een strookje grond aan de Jan de Rooijstraat. 11. Wijzigingen begroting ,1953. Prae-advies nr. 800 Boeken ien leermiddelen R.K. Jongens school, Baardwijksestraat 44 alhier, is Door het bestuur der R.K. Jongens school, Baa rdwijksestraat 44 alhier, is onder dagtekening van 14 October 1953 een verzoek ingediend om ingevolge ar- tikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 I medewerking te verlenen voor aanschaf- j fing van een aantal leermiddelen, meube- len en boeken, nodig in verband met toe - 1 name van het aantal leerlingen voor het eerste leerjaar, alsmede voor aanschaffing van een rijwielbergplaats voor 7 rijwie len. In de toelichting wordt medegedeeld, dat het abnormaal grote aantal leerlin gen, dat voor het eerste leerjaar werd in geschreven, vermeerderd met het aantal, dat moest doubleren, splitsing van dit leerjaar over 2 lokalen noodzakelijk maakte. Door de Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen werd op een verzoek om toestemming tot aan stelling van een extra leerkracht goed gunstig beschikt. Als gevolg daarvan be hoeven niet alleen de leerboekjes aanvul ling, doch moeten ook enkele klassikale leermiddelen worden aangeschaft. Ook het 2e leerjaar heeft een tekort aan lees boekjes door stijging van het aantal leer lingen. Er is voorts een tekort aan ban ken. Tijdelijk zijn van een andere school een 12-tal oude .(afgekeurde)' banken ge leend. Verder wordt een rijwielbergplaats aangevraagd voor een 7-tal rijwielen. Deze is benodigd voor een aantal leden van het onderwijzend personeel, woon achtig buiten de parochie, alsmede voor enige leerlingeri, woonachtig buiten de kom, waarvan sommige op meer dan 4 km. afstand zelfs. Tenslotte vraagt het bestuur ook me dewerking voor de aanschaffing van een nieuwe schrijfmethode. B. en W. hebben over het verzoek met bijlagen (een memorie van toelich ting, alsmede een begroting welke ter inzage liggen) het advies gevraagd van de Inspecteur van het Lager Onderwijs, die bij brief van ill Novmeber ,1953, no. F 1230, mededeelt, dat tegen medewer king ex art. 72 der wet, geen bezwaar bestaat, behalve tegen post 7 der begro ting, betreffende aanschaffing van een nieuwe schrijfmethode. Deze aanschaf fing dient z.i. te geschieden uit de ex ploitatievergoeding van de school. B. en W. delen het gevoelen van de Inspecteur en stellen de raad daarom voor de gevraagde medewerking te ver lenen, behalve voor de aanschaffing van een nieuwe schrijfmethode. Prae-advies Nr. 801. Aanschaffing boeken R.K. Jongens U.L.O.-school. Door het bestuur der R.K. Jon gens U.L.O.-school „St. Michaël" alhier is onder dagtekening van 14 November 1953 tot de raad het verzoek gericht om medewerking ex art. 72 der Lager-Onderwijswet 1920 voor aanschaffing van een aantal boeken, nodig in verband met toename van het aantal leer lingen. Het komt in hoofdzaak neer op aankoop van een 4-tal exemplaren van de in gebruik zijnde boeken. B. en W. hebben hierover 't ad vies gevraagd van de inspecteur van het Lager Onderwijs, die bij brief van 24 November 1953, No. 10703, in gunstige zin adviseert. B. en W. kunnen zich met dit ad vies verenigen en stellen mitsdien voor de gevraagde medewerking ingevolge art. 72 te verlenen. Prae-advies No. 803 Winkelsluiting'. Bij besluit van 30 October 1952 werd vastgesteld een verordening, als bedoeld in art. 11, tweede lid, der winkelsluitingswet 1951. Krachtens die verordening zou den voor de gemeente Waalwijk de volgende uitzonderingsbepalingen met betrekking tot de winkelslui ting gelden: 1. een later sluitingsuur op werk dagen (tot 19 uur) voor banket winkels, groenten- en fruitwin kels, tabakwinkels en kappers zaken; 2. een beperkte Zondags-openstel ling (van 10 tot 14 uur) voor banketwinkels, groenten- en fruitwinkels en tabakwinkels. Tegen de genoemde verordening zijn door de Minister van Economi sche Zaken de volgende bezwaren ingebracht: 1. de opgenomen bepaling inzake een later sluitingsuur op werk dagen voor de tabakwinkels kan, als zijnde achterhaald door de bepalingen, (waarbij voor het ge hele land voor tabakwinkels een later sluitingsuur 19 uur is vastgesteld) vervallen; 2. een later sluitingsuur op werk dagen voor de groenten- en fruit winkels en voor de banketwin kels kan niet in overweging wor den genomen, tenzij voor de ge meente Waalwijk plaatselijke omstandigheden worden aange voerd, welke een later sluitings uur noodzakelijk doen zijn; 3. ook de aangevoerde omstandig heden voor de beperkte Zondags openstelling van bepaalde win kels (karakter der gemeente als industrie-, onderwijs- en ver- maakcentrum) kunnen naar de mening van de Minister niet gel den als plaatselijke omstandig heid. Gezien het standpunt van de Mi nister kunnen derhalve van de op 30 October 1952 vastgestelde bepa lingen slechts die betreffende de vaststelling van een later sluitings uur voor de kapperszaken (19 uür) gehandhaafd blijven. B. en W. stellen dan ook in deze geest voor tegemoet te komen aan de bezwaren van de Minister. OOK IN DEN BOSCH „PREEKSTOELGESPREKKEN". In navolging van T'lburg zullen in de komende Advent ook te 's-Hertogenbosch zgn. Preekstoelgesprekken worden ge houden. In deze preken behandelt de ene spreker de argumenten vóór het beweer de, de andere de opwerpingen. Voor deze moderne vorm van apos tolaat is de parochiekerk van iSt. Pieter uitgekozen. 'De gesprekken zullen wor den gehouden door de ZeerEerw. Heer P. Lücker, Pastoor van St. Pieter en H. Fleeren, Rector van het Klooster „Ma- riënburg". BALDADIGHEID MET EXPLOSIEVEN. Een opperwachtmeester van «ie rijkspolitie te Ulvenhout is gewond door explosieven in sigaretten doosjes, die door kwajongens op het fietspad waren gelegd. Fiet sers die er over reden, kwam dat te staan op kapotte banden en vel gen. De rijkspolitie verwijderde 't gevaarlijk spul, maar toen de op perwachtmeester ze mee naar het bureau wilde nemen, ontplofte een van de doosjes, waardoor hij ern stig aan zijn linkerhand gewond werd. FEUILLETON nan „De Echo van het Zuiden". VAN door Martin Verduyn. 14) ,,'t Is een schram", hijgde hij. „wat een vuur aan die kant", „Opschieten", snauwde Mersham en zo vlug' het kon drongen zij op het verlichte kompas de jungle in, waar de dieren nu verschrikt zwe gen voor het geweld van de mens. Het vuren van de verraste Duitsers werd echter snel minder en toen Mersham het afgesproken teken aan Dunwell liet horen, de goed ge- imiteerde schreeuw van een aap, driemaal herhaald, kon hij duidelijk de antwoordroep van de sergeant verstaan. Zij waren het kamp zo dicht genaderd dat Hartley, die voorop liep, letterlijk tegen Dun- well's vooruitgestoken automatisch geweer opliep. „Duivels, heb ik nog niet genoeg schrik gehad", bromde Hartley. Mersham duwde de professor in de tent en beval Brent hem de han den op de rug te binden. Sam begon een uitgezochte série scheldwoorden uit zijn welvoorziene vocabulaire op Nichols af te vuren, doch Mersham legde hem onmiddellijk het zwijgen op. Hij voelde zijn rechterhand ge grepen door een kleine hand en hoorde een zachte stem: „Toen we hoorden schieten, dachten we u niet meer te zullen zien. Het was vrese lijk, die spanning daar". Zij aarzel de even en vroeg dan fluisterend: „Weet u zeker dat de professor schuldig is? Begaan wij geen ver schrikkelijke vergissing?" „Ik weet het nu zekerder dan ooit", antwoordde Mersham, zo luid, dat Nichols ieder woord verstaan kon, terwijl deze kreunde onder de hardhandige behandeling van Brent, die hem steviger dan strikt nood zakelijk was, de handen knevelde. „Nichols gaf de Duitse officier op dracht u te arresteren en ons te doden. Er is geen twijfel mogelijk aan de bedoelingen van deze man". Het meisje zuchtte. „Hoe voelt u zich nu?" vroeg zij met grote bezorgdheid. „Dat gaat wel, dank u" antwoord de Mersham kort. Zij wist dat hij loog, maar durfde niet verder te vragen, „Wij moeten onmiddellijk verder", hoorde zij Mersham's stem. „Hart ley en Brent nemen de gevangene' tussen zich in. Tot zonsopgang gaan wij over open terrein, langs de junglerand. Zodra de zon opkomt, gaan we door de jungle. We moeten in hoog tempo marcheren tot het vallen van de nacht. Uitgenomen de gevangene en miss Andrews moeten wij ieder die uitvalt achterlaten". Er viel een zware stilte na deze woorden. Toen spoog Dunwell luid ruchtig op de grond en bromde: „Er zit niets anders op". Koorts achtig snel werd de tent afgebro ken en nog geen tien minuten na het bevel begon de hopeloze vlucht. Nichols had nog geen woord ge sproken en Mersham besloot voor lopig geen poging te wagen hem te ondervragen. Het eerst noodzake lijke was een kleine voorsprong te krijgen op de achtervolgers. Deze zouden voorlopig wel in de buurt blijven zoekèn en eerst met zons opgang het juiste spoor vinden. Veel zou afhangen van de toestand van de gewonde commandant. De mees te zorg baarde hem zijn eigen phy- siek. De koorts was nu iets minder, maar hij wist dat heviger aanvallen zouden volgen. Met geweld schuld- de hij zijn sombere gedachten van zich af.. De duisternis om hen heen eiste grote concentratie. Allen het feit dat de junglerand nog een nu ance zwarter was dan de nacht op de vlakte, behoedde hen voor ver dwalen. Meer dan een uur waren ze zo voortgestrompeld, toen Nichols zich liet vallen. Brent en Hartley tracht ten hem overeind te sjorren, maar het mocht niet baten. „Wacht eyen", siste Dunwell en gaf de professor een harde klap in het gelaat. Deze kon een schreeuw niet onderdrukken. „Laat dat, sergeant Dunwell", ge bood Mersham scherp. „Wij zijn geen beulen". „Ik weet zeker dat het een truc is om ons op te houden, captain, zei Sam woedend. „Kunt u lopen?" vroeg Mersham zijn gevangene. Nichols kreunde: „Ik ben volko men uitgeput. Ik heb recht op een menswaardige behandeling". Achter hen liet Flanders een droge lach horen. „Die krijgt u", antwoordde Mers ham. „Ik waarschuw u echter voor iedere vorm van verzet. Probeert u het nog eens?" „Onmogelijk", zei Nichols. Mersham dacht vlug na. Het was inderdaad mogelijk dat Nichols het tempo trachtte te vertragen. Het was zelfs zeer waarschijnlijk. Maar ook al wat dit het geval, kon hij er, ondanks hun wanhopige positie, toch niet toe overgaan Sammy's me thode toe te passen. Hij had zich eenvoudig neer te leggen bij Ni chols' geraffineerde opzet. Verbeten zwijgend maakten Brent en Hartley van de tentstokken en het zeil een soort baar. Dat beteken de reeds een oponthoud van een kwartier. Bovendien zou 't tempo aanmerkelijk geringer worden. „Wij lossen elkaar om de twee uur af. totdat de gevangene vol doende uitgerust is", zei Mersham zakelijk en hij liet er amikaler op volgen, „vooruit jongens, we heb ben nog éen kans". Het was een phrase, maar toch klonken zijn woorden stimulerend en de tocht werd voortgezet tot de Oostelijke hemel in een bloedrood licht gehuld werd. Een dag vol kwellingen, dorst, vermoeienis en een iedere minuut groter wordend gevaar. Mersham liet een kwartier halt houden, waarin hij toestemming gaf tot eten en drinken. Met bezorgdheid sloeg hij gade hoe uitgeput allen er uit zagen. Ook merkte hij op dat de mannen hun laatste noodrantsoenen verslonden. Hiermee was een nieuw probleem ontstaian: het vinden van voedsel. Niemand van hen had ook maar enige ervaring van jagen. Boven dien mocht er niet geschoten wor den. Toch moest Mersham ook nu een besluit nemen. „Het voedsel is op", zei hij met geveinsde opgewektheid. „We mo gen natuurlijk niet schieten. Het is nu sergeant Dunwell's en mijn beurt de gevangene te dragen. Hartley en Brent, jullie moeten dus met jullie messen of voor mijn part met pijl en boog aan het werk". „Ik had niet gedacht nog es voor Tarzan te spelen", grinnikte Brent zwakjes. Dat is zeker de straf voor mijn vroeger spijbelen van school als ik Hurroughs las", bromde Hart ley en traag stond hij op, terwijl hij zijn mes trok. „Zorg dat jullie in onze buurt blijven", beval Mersham. Brent en Hartley kwamen spoe dig tot de ontdekking dat het doden van wilde dieren met geen ander wapen dan een mes slechts in de verbeelding van strip-verhalen schrijvers en scenarioschrijvers be staat. (Wordt vervolgd).-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1953 | | pagina 6