Waalwijkse en Langsiraatse Courant
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x. per week
Kamer van Koophandel vraagi
Wordt vrijhandelsgeest van Overheid
niet te ver doorgedreven ten koste
van de Nederlandse Lederindustrie.
der Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Noordelijk Noordbrabant te Waalwijk
Nieuwjaarsrede van de Voorzitter de heer
J. W. van Heesbeen.
ij.
4. Handschoenen,
GELEGENHEIDSKLEDING
77e JAARGANG No. 4
Abonnement
19 cent per week
2.45 per kwartaal
2.70 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent, per m.m.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
Bureaux: GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002.
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
Zoals ieder jaar was ook thans de nieuwjaarsrede die de voor
zitter van de Kamer van Koophandel voor Noordelijk Noord-Bra
bant tijdens de algemene vergadering op Donderdagmiddag 7 Janu
ari j.l. hield, weer zeer gedegen en belangrijk, en daarom ook zult
U ze dezer dagen in extensc in de kolommen van dit blad kunnen
vinden.
Maar een passage uit die rede verdient wellicht nog grotere be
langstelling, en had die belangstelling ook op de algemene verga
dering, de passage namelijk, waarin de heer J. W. van Heesbeen
ageert tegen de maatregelen van de regering, die de export van
binnenlandse huiden geheel vrij geeft en daardoor de Nederlandse
lederindustrie in grote moeilijkheden brengt.
J. SIMONIS HERDACHT.
Alvorens de leden van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Noorde
lijk Noord-Brabant ten gemeentehuize in
algemene jaarvergadering bijeenkwamen,
begaven zij zich naar het in aanbouw
zijnde nieuwe kantoor van de Kamer in
de Wilhelminastraat, dat zoetjesaan zijn
voltooiing nadert. Het zal een prachtige
vooruitgang zijn voor de Kamer, wan
neer haar kantoren in een eigen gebouw
zullen zijn ondergebracht. In de loop
van dit jaar zal het nieuwe gebouw in
gebruik worden geno'men.
In de raadzaal van het gemeentehuis
vond1 hierna de vergadering plaats die
door de voorzitter van de Kamer de heer
J. W. van Heesbeen werd geopend.
In zijn openingswoord herdacht hij
het in de loop van het jaar overleden
lid, de heer J. Simonis uit Raams-
donksveer; sinds 1945 was de overledene
lid geweest van de Kamer en men had
hem leren kennen als een bezadigd en
bescheiden man, die echter voor zijn
woonplaats en zijn omgeving zeer veel
goeds had gedaan. De voorzitter noem
de zijn overlijden een zware slag ook
voor zijn familie en hij hoopte dat hij
reeds in het Hiernamaals de beloning
had ontvangen, die hij zich zeer zeker
door zijn verdiensten verworven had.
Na de ongewijzigde vaststelling van de
notulen sprak de voorzitter zijn jaarrede
uit, waarvan we reeds een gedeelte pu
bliceerden en waarvan U in dit blad het
vervolg kunt vinden.
EEN VEELZIJDIG DOCUMENT.
Toen de voorzitter zijn belangrijke
rede had uitgesproken meende de onder
voorzitter Burgemeester A. Snels de tolk
te zijn van de vergadering, wanneer hij
de voorzitter hartelijk dankte voor de
wensen bij het begin van het nieuwe
jaar en hem en zijn gezin wederkerig
het allerbeste toewenste. We hopen, al
dus burgemeester Snels, dat U de' ge
zondheid, de kracht en de sterkte ge
geven moge zijn om Uw werk voor de
Kamer te verrichten met dezelfde liefde,
die weer blijkt uit dit jaarverslag. We
zijn er trots op ieder jaar weer met een
zo veelzijdig en gedegen document te
worden geconfronteerd.
Burgemeester Snels veroorloofde zich
naar aanleiding van de uitgesproken rede
een korte opmerking, toen hij hetgeen
de voorzitter gezegd had naar aanleiding
van de moeilijkheden, waarmee de Ne
derlandse lederindustrie te kampen had
door het vrijgeven van de export van
inlandse huiden, terwijl elders de ex
port van huiden geheel verboden werd
of slechts in zeer beperkte mate werd
toegelaten. In de dertiger jaren ging de
regering ook mank aan het euvel van
de te ver doorgevoerde vrijhandelsgeest.
We doen ons zelf op deze wijze te kort,
aldus burgemeester Snels; de regering
moet het oog vooral gericht houden op
de eigen industrie.
De voorzitter beklemtoonde nogmaals
hetgeen hij in dit verband had gezegd en
hij vergeleek ons land met Frankrijk en
Duitsland waar geen huidenexport be
stond en waar de huidenprijzen gemid
deld 20 lager waren dan hier.
De hoop van de Nederlandse leder
industrie en huidenhandel was nu geves
tigd op de vergadering van de O.E.E.S.
die gehouden zou worden op 25 Januari
en waarop voorgesteld zou worden de
huidenhandel in alle aangesloten landen
te liberaliseren. Amerika stond volledig
achter dit voorstel.
De heer v. d. Assum stelde in dit ver
band de vraag of de Kamer als zodanig
in dit verband iets zou kunnen doen, in
de vorm van een request bijvoorbeeld.
De voorzitter echter achtte dit niet
opportuun; zelf kwam hij vaak over de
ze kwestie op het departement, hij
maakte deel uit van de betreffende com
missie van de huidenhandel enz.; de in
druk zou gerechtvaardigd zijn dat al die
actie van dezelfde zijde kwam.
Beter kon men zich dan in verbinding
stellen met de Federatie van Schoenfa
brikanten; deze immers ondervonden ook
de gevolgen van deze toestand, omdat
met name de zwaardere huiden, voor het
jongens- en werkschoeisel, veel duurder
waren dan in het buitenland.
Eten ander lid sprak over soortgelijke
moeilijkheden in de conservenindustrie;
zijn ervaring was het, dat men niet be-
tep kon doen dan het been strak te hou
den, waar dat nodig was. Liberalisatie
kon tweeërlei effect sorteren; het lag er
maar aan of de handelspartners op een
fatsoenlijke manier handel wilden drij
ven.
Men concludeerde tenslotte dat het 't
beste was, te wachten tot de vergade
ring van de O.E.E.S.; vond het voorstel
tot liberalisatie van de huidenhandel
geen genade in de ogen der afgevaardig
den, dan kon men alsnog in verbinding
treden met de Federatie van Nederland
se Schoenfabrikanten, om ook van deze
zijde invloed op de regering te doen
uitoefenen.
VOORZITTER HERKOZEN.
Aan de orde was vervolgens het ver
kiezen van een voorzitter, daar de heer
J. van Heesbeen aftredend was. Met 15
stemmen en een blanco stem werd hij
als voorzitter herkozen en de leden on
derstreepten deze verkiezingsuitslag met
applaus. De heer van Heesbeen dankte
voor het vertrouwen; hij wilde het werk
graag blijven doen, hoewel het wel eens
ontmoedigend was, wanneer de pogin
gen die men aanwendde niet steeds re
sultaat hadden. Hij wilde graag hopen,
dat het werk uiteindelijk resultaat zou
hebben en voor de toekomst niet te ver
geefs zou zijn geweest.
Ook de ondervoorzitters, werden her
kozen; de uitslag van deze verkiezing
was dat de heer C. Pullens 15 stemmen
behaalde, de heer A. Snels 15, de heer
A. Wennekes 11de heren Frederiks en
v. d. Assum 2 en de heren Dekkers,
Wijnveld en E. Verwiel ieder 1.
In de commissie van toezicht van de
Finantiën en op het Handelsregister wer
den bij acclamatie herbenoemd de he
ren: G. v. d. Assum, J. Cornet, J. Fre
deriks, V/. v. Noort en J. Verschuren.
In de commissie inzake Vestigingswet
Kleinbedrijf werden eveneens bij accla
matie herbenoemd de leden J. Frederiks,
A. Meijs, W. v. Noort, C. Pullens en
A. Snels. i
Tenslotte werd in de vacature ont
staan door het overlijden van de heer
J Simonis voorzien door de benoeming
van de heer G. J. A. Nollen te Raams-
donksveer, die 14 stemmen op zich ver
zamelde; de heer H. J. A. M. v. Strien
uit R veer kreeg 2 stemmen.
Algemene vergadering
Lederwarenindustrie.
I. Algemeen.
De gang van zaken in de leder
warenindustrie gedurende 1953 kan
zeker bevredigend genoemd wor
den. Deze in Nederland nog betrek
kelijk jonge bedrijfstak heeft zich
de laatste jaren ondanks, velerlei
moeilijkheden een vaste plaats we
ten te verwerven. Vanzelfsprekend,
blijven ook hier nog vele wensen.
Zó is de scholing van personeel im
mer nog zorgwekkend, terwijl juist
voor de toekomst van deze tak van
industrie vakbekwaam personeel 'n.
eerste vereiste is. Ook een betere
samenwerking tussen de bedrijven,
m deze sector is gewenst en moge-
ijk. De politiek t.a.v. vakbeurzen
1 nu toe getuigt echter niet van
«lote eensgezindheid. De verkoop
kosten worden door min of meer
noodzakelijke deelname aan meer
dere vak- en jaarbeurzen onnodig
verhoogd.
Door de concurrentie - welke dooi
de wel zeer gemakkelijke import
bepalingen en de door sommige
Oost-Europese landen, gevoerde
„dumppolitiek" in hevigheid toe
nam - wordt deze gehele industrie
tak, doch vooral de handschoenen
industrie tot grote voorzichtigheid
genoopt, waardoor de vooruitzich
ten nog enigszins onzeker zijn.
2. Lederen kleding'.
In deze sector konden in het al
gemeen behoorlijke bedrijfsresul
taten worden bereikt. De productie
was hoger dan in voorgaande jaren,
terwijl ook de order-positie nog
aanzienlijk verbeterd kon worden.
Nadelige invloed werd echter on
dervonden van het zachte weer ge
durende de laatste maanden. De te
rugslag hiervan zal zeker ook in
het begin van 1954 merkbaar zijn.
3. Tassen e.d.
De belangstelling voor betere en
ook voor lederen tassen is toegeno
men. De concurrentie was het felst
in het goedkopere genre plastic tas
sen. Ook koffers en actetassen kon
den goed worden verkocht,
De productie van de Nederland
se handschoenenindustrie beweegt
zich nog steeds in stijgende lijn,
mede omdat lederen handschoenen
steeds meer als een vanzelfsprekend
onderdeel van dames- en herenkle
ding wordt beschouwd. Van luxe
artikel is de handschoen een nor
maal gebruiksartikel geworden. Al
leen de weeldebelasting herinnert
nog aan de luxe periode van de le
deren handschoen.
Ten aanzien van de herenhand
schoenen levert de sortering geen
moeilijkheden op. De sortering komt
meer tot uiting in de kwaliteit van
het leder. De risico's van voorraad-
vorming en het houden van voor
raad worden hierdoor aanzienlijk
verkleind en de productie verge
makkelijkt.
Bij de productie van dameshand-
schoenen liggen de verhoudingen
geheel anders.
De handschoenenindustrie onder
vond door het uitblijven van de
normaal toch te verwachten win
terkoude belangrijk nadeel. De be
hoefte aan lederen dames- en he
renhandschoenen bestond niet als
in voorgaande jaren.
Van minder invloed waren de
weersomstandigheden op de verko
pen van motorhandschoenen en
-wanten. De omzet hierin was dan
ook vrij goed. Door het toenemend
gebruik van bromfietsen liggen in
deze sector goede perspectieven.
De afname van werkhandschoe
nen handhaafde zich op het niveau
van de laatste jaren.
De prijzen zijn echter tengevolge
van de concurrentie betrekkelijk
laag.
Ten aanzien van de export be
staan goede vooruitzichten. Voor de
artikelen van deze bedrijfstak be
staan in het buitenland zeker goe
de mogelijkheden.
5. Lederwaren voor de rijwiel
branche.
De verzadigde markt, het gebruik
van vervangingsmiddelen, alsmede
de door het droge weer abnormaal
lage afname van speciale regen
kleding voor wielrijders, veroor
zaakten evenals in voorgaande jaren
ook in 1953 een onbevredigende
gang van zaken in deze sector.
De vooruitzichten voor 1954 zijn
evenmin gunstig.
Fourniturenindustrie.
Naar werd medegedeeld mag voor
deze bedrijfstak van een goede
vooruitgang in 1953 ten opzichte
van 1952 gesproken worden. Diep
tepunten heeft men in tegenstel
ling tot in 1952 vrijwel niet gekend.
De werkzaamheden bleven steeds
toenemen. De stijging van de om
zetten en de inhoud van de onder
portefeuilles wijzen dit in het al
gemeen zeer duidelijk uit.
Men kan dus zeggen dat, ondanks
de steeds sterker voelbare concur
rentie, deze tak van bedrijf zich in
1953 gunstig heeft ontwikkeld.
Chemische industrie.
De gang van zaken in deze be
drijfstak in het district van de Ka
mer wordt voornamelijk bepaald
door de bedrijvigheid in de schoen
industrie. Daar deze in 1953 in het
algemeen groter is geweest dan in
1952, had dit ook een quantitatieve
stijging van de omzet in de aan de
schoenindustrie leverende bedrijven
tot gevolg.
Ondanks deze quantitatieve voor
uitgang valt er in de totale geld-
omzetten in 1953 toch een daling
te constateren, daar aan het einde
van dat jaar de verkoopprijzen be
langrijk beneden de prijzen van
Januari 1952 lagen. Weliswaar daal
den ook de grondstoffenprijzen,
doch niet in dezelfde mate als de
verkoopprijzen. Het lijdt dan ook
geen twijfel dat de winstcijfers in
deze bedrijfstak aanmerkelijk lager
zullen liggen dan in 1952. Voor een
gedeelte moet dit worden toege
schreven aan de concurrentie tus
sen de reeds langer gevestigde on
dernemers, maar als voornaamste
oorzaak dient te worden aangewe
zen het optreden van nieuwe be
drijven, die teneinde zich een afzet
gebied te verzekeren, leverden te
gen prijzen, die zelfs voor de best
geoutilleerde bedrijven niet of nau
welijks winstgevend konden zijn.
Daarnaast was ook de import
(vooral uit Duitsland en Zwitser
land) in 1953 beduidend groter dan
voorheen en in dit verband valt 't
te betreuren dat, terwijl enerzijds
deze producten met betrekkelijk la
ge invoerrechten hier ingevoerd
kunnen worden, de Nederlandse be
drijven zich anderzijds ernstig in
hun uitvoer zien gehandicapt door
de buitensporige rechten, welke el
ders geheven worden.
De per 1 Januari 1954 ingevoerde
loonsverhoging en de reeds enige
lijd geleden aangekondigde prijs
verhogingen (o.a. van 15% op de
vrachttarieven) zullen zeer zeker
een remmende invloed uitoefenen
op de verdere ontplooiing van de
export.
Daar voor 1954 eerder een afne
ming dan een stijging van de bin
nenlandse behoefte verwacht kan
worden, is een omzetverhoging al
leen te bereiken ofwel door vermin
dering van de import ofwel door
verhoging van de export.
Confectie-industrie.
Het voorjaarseizoen 1953 ken
merkte zich door een grote bedrij
vigheid, waardoor de meeste con
fectiefabrieken vrijwel het gehele
jaar behoorlijk van orders waren
voorzien. Het prijsniveau was be
vredigend en de productie renda
bel. De personeelsvoorziening liet
echter hier en daar veel te wensen
over.
Tegen het einde van 1953 zakte
de bedrijvigheid af, daar van een
najaarseizoen in verband met het
zachte weer nauwelijks gesproken
kaii worden.
Metaalverwerkende industrie.
Zowel de apparatenfabrieken als
de machine- en stanzmessenfabrie-
ken in het district van de Kamer,
waren in 1953 goed van orders voor
zien, tengevolge waarvan de pro
ductie zich vrijwel constant op hoog
niveau bevond.
De materiaalvoorziening leverde
geen moeilijkheden op.
Voedingsmiddelen-industrie.
De meel- en bloemfabrieken had
den een zeer gunstig jaar 1953. De
vraag overtrof meermalen het aan
bod. De winstmarges waren door
de toegenomen concurrentie lager
dan voorheen.
De veevoederfabricage beleefde
een minder gunstig najaar in 1953,
daar het melkvee wegens het onge
woon zachte najaar veel langer in
de weiden gehouden werd en daar
door de aanvang van de stalperiode
aanzienlijk werd uitgesteld.
De zuivelfabrieken meldden een ver
minderde melkproductie tengevolge van
een versnelde uitvoering van het t.b.c.-
saneringsplan. De verschillen tussen
zomer- en winterprijzen waren zeer ge
ring. In de boterprijs is sedert Maart '53
geen verandering meer gekomen.
Men vraagt zich met enige zorg af hoe
de grote voorraden, welke zijn opgesla
gen in de koel- en pakhuizen daar van
de mogelijkheid tot inlevering tegen de
minimum uitbetalings-melkprijs bij het
In- en Verkoopbureau voor Zuivel in
1953 op zo ruime schaal gebruik is ge
maakt weggewerkt kunnen worden nu
ook voor 1954 weer een minimum melk
prijs is vastgesteld.
De gang van zaken in de visconser-
venfabrieken in 1953 gaf tot weinig op-
of aanmerkingen aanleiding.
VERHUUR VAN
VOOR DAMES EN HEREN.
MEEUWIS
VHERTOGENBOSCH
HINTHAMERSTRAAT 137
Telef. 5500
Houtindustrie
Griend- en rietbedrijven.
Deze bedrijven werden voor zover zij
in de Biesbosch en aan de grote rivieren
liggen, zwaar getroffen door de storm
ramp op 1 Februari. Grote voorraden
aan pasgeoogste griend- en rietproducten
gingen verloren, terwijl ook aan de te
velde staande gewassen grote schade
veroorzaakt werd.
Direct na de ramp ontstond echter
een grote vraag naar rijshout en riet, be
nodigd voor het herstel van de dijken,
zodat de voorraden welke nog aanwezig
waren of geoogst konden worden tegen
zeer lonende prijzen konden worden af
gezet.
De verwachting bestaat dat ook in
1954 voor deze producten goede afzet
mogelijkheden zullen blijven bestaan.
De personeelsvoorziening liet te wen
sen over. De oorzaken hiervan zijn reeds
in het Jaarverslag 1952 van de Kamef
uitvoerig besproken.
Hoepelmakerijen.
De afzet van grauwe of ongeschilde
hoepels neemt steeds af. Naar dit ex
port-artikel bestaat in het buitenland
door de vervanging van tonnen en va
ten door andere verpakkingsmaterialen
weinig vraag.
De witte of geschilde hoepels, welke
voor botervaten gebruikt worden, kun
nen nog in behoorlijke hoeveelheden en
tegen goede prijzen naar Scandinavië
geëxporteerd worden, terwijl ook voor
bet binnenland nog belangrijke hoeveel
heden benodigd zijn.
Rietmatten.
De binnenlandse vraag naar rietmatten
wordt telkenjare geringer. De steenfa
brieken, welke voorheen zeer grote hoe
veelheden gebruikten, nemen steeds min
der af. Ook in de tuinderijen bestaat
weinig interesse meer voor deze artike
len, daar in deze bedrijfstak veel platglas
vervangen wordt door verwarmde kas
sen.
De export van rietmatten met name
naar België, Engeland en Amerika be
weegt zich echter in stijgende lijn.
Meubelfabrieken.
Uit de mededelingen van de meubel
fabrikanten mag de conclusie getrokken
worden, dat voor deze bedrijfstak 1953
een gunstig jaar is geweest. Als een der
oorzaken hiervan wordt opgegeven het
bouwplan 1953.
V eilingen.
Door de gunstige weersomstandighe
den is de aanvoer van groente zeer goed
geweest. De prijzen waren echter niet
gunstig met uitzondering van die van de
tomaten. De export bleef echter bene
den de verwachtingen. De klein-fruit-
aanvoer was groot en dit fruit kon te
gen behoorlijke prijzen verkocht worden.
De aanvoer van hard fruit was zeer
groot, met betrekking tot appelen kon
zelfs van een record-oogst gesproken
worden. Het aanbod overtrof de binnen
landse vraag ver en daar de exportmo
gelijkheden sering waren ontstond een
belangrijke overproductie. Mogelijk kan
deze voorraad welke grotendeels in koel
huizen is opgeslagen in het begin van
dit jaar nog geëxporteerd worden.
Lederhandel.
Het eerste kwartaal van 1953 was ten
aanzien van de prijzen vrij stabiel met
hier en daar een lichte tendenz tot stij
ging.
De schoen- en lederwarenfabrieken
waren behoorlijk van orders voorzien en
de stemming was in het algemeen vrij
optimistisch. Toch viel er in het 2e
kwartaal een lichte teruggang te bespeu
ren, terwijl ook het minder goede weer
invloed uitoefende op de schoenverkoop.
De ledersoorten voor damesschoenen en
vooral voor zomerschoenen konden niet
zo vlot worden verkocht als men ver
wachtte. Opvallend was dat hoewel
de verkoop van herenschoenen niet bij
zonder groot was het publiek inte
resse toonde voor sandalen en loafers.
In tegenstelling tot 1952 bleef ook na
de Utrechtse Lederbeurs de markt rus
tig, terwijl de schoenfabrikanten alleen
leder inkochten indien zij orders voor
schoenen ontvingen.
De uitzonderlijk mooie nazomer be
lemmerde eveneens de verkoop in de
schoenwinkels, daar men te lang op zo
merschoenen bleef doorlopen. Ook het
zachte najaarsweer verminderde de be
langstelling voor zwaarder en warm
schoeisel.
Ondanks het wisselvallig karakter was
1953 toch geen slecht jaar voor de le
derhandel.
Fourniturznhandcl.
De door deze bedrijfstak bediende af
nemers schoenindustrie, koffer- en
lederwarenindustrie en lederhandel -
kunnen op een behoorlijke gang van za
ken in 1953 terugzien. Daarom kan ook
de fourniturenhandel in het algemeen
spreken van een gunstig jaar.
Looistoffenhandel.
a. binnenlandse handel.
De prijs van de twee meest gebruikte
looistoffen (quebracho- en mimosa-ex
tract) onderging in 1953 geen wijziging
aan de oorsprong, doch niettemin wer
den door verschillende omstandigheden
de binnenlandse verkoopprijzen aan
merkelijk lager. De overige looistoffen
werden belangrijk goedkoper; zo werden
o.m. de Franse- en Italiaanse kastanje-
en eikenextracten in prijs verlaagd mede
onder invloed van de concurrentie uit
andere landen.
Na de watersnoodramp in Februari
1953 heerste er gedurende enkele maan
den een grote slapte in deze branche,
welke slechts geleidelijk overwonnen kon
worden.
b.. buitenlandse handel.
Gedurende 1953 toonde de buitenland
se handel een teruggang, welke geweten
wordt aan
1de beëindiging door Noord-Ame-
rika van de aankopen in het kader van
de zgn. „stock-piling"-politiek,
2) het kleiner worden, respectieve
lijk geheel genivelleerd worden van de
valuta-verschillen, waardoor de moge
lijkheden om door middel van Switch-
winsten concurrerend te zijn aanzienlijk
verkleind werden.
Anderzijds bleef de export van de in
Nederland geproduceerde en/of veredel
de looi-extracten zich bevredigend ont
wikkelen.
Graan- en meelhandel.
Voor de graanhandel is 1953 een be
langrijk jaar geweest, daar in Mei de
import van voergraan vrij kwam.
Van 1940 tot Mei 1953 werden voer-
granen door de Overheid geïmporteerd
en via een bonnenstelsel aan de handel
gedistribueerd. De rol van de graan-
importeur was tot dan toe dan ook on
dergeschikt.
De oorzaak van de opheffing van het
importverbod was het grote aanbod van
voergranen op de wereldmarkt, waar
door distributie overbodig werd. Het
grote aanbod veroorzaakte tevens een
algemene prijsdaling van meer dan 20
zodat het voor de importeurs een twij
felachtig genoegen was om tijdens deze
daling de graanimport van de Overheid
over te mogen nemen. Ook de inlandse
granen volgden de prijsdaling en moes
ten tenslotte onder de kostprijs verkocht
worden, waardoor de regering de land
bouwers ging steunen door middel van
monopolie-heffingen op de importgranen.
Zodra echter de buitenlandse granen
boven een vastgestelde prijs komen, zul
len deze heffingen verminderen of ge
heel vervallen.
Dit alles gold in 1953 ook voor de
veekoeken, afvallen van de oliefabrie-
ken, welke zich slechts in zoverre van
de granen onderscheiden, dat de prijzen
ervan op peil bleven.
Aangezien deze koeken een onmis
baar bestanddeel uitmaken van het rund
veevoeder moest dit tegen tamelijk hoge
prijzen aan de veehouders worden ver
kocht.
De aankoop van buitenlandse tarwe
geschiedt nog steeds door de Overheid,
die de tarwe op bonnen tegen vastge
stelde. prijzen aan de tarweverwerkers
verstrekt. De tarwe kan gekocht worden
op de vrije wereldmarkt of in het ka
der van de internationale tarwe-over-
eenkomst. Deze overeenkomst blijft bui
ten werking zolang de tarweprijzen bin
nen de in de overeenkomst genoemde
minimum - en maximumprijzen liggen.
Zolang immers de wereldmarktprijs zich
tussen deze gefixeerde prijzen beweegt,
is een importerend land niet verplicht
het gecontracteerde quantum op te ne
men. Daalt echter de wereldmarktprijs
beneden het minimum dan hebben de ex
portlanden het recht om opname van het
quantum tegen de minimumprijs te eisen.
Het omgekeerde geldt indien de wereld
marktprijzen de maximumprijzen over
schrijden, daar dan de importlanden le
vering van de gecontracteerde hoeveel
heden tegen de vastgestelde maximum
prijzen kunnen vergen.
De -grote exportlanden Verenigde
Staten, Canada, Argentinië en Austra
lië hebben echter ook enorme ex
port-overschotten van tarwe. De alge
mene verwachting is dan ook, dat in
1954 de overheids-aankopen zullen op
houden en dat de particuliere importeurs
vrij tarwe aan kunnen kopen in dezè
landen.
De inlandse tarwe, welke thans alleen
door de handel mag worden aangekocht
op geleidebonnen, zal dan misschien ook
vrij komen en voor voederdoeleinden ge
bruikt mogen worden.
Men verwacht dat de tarweprijzen
zich voorlopig zullen handhaven, aan
gezien de Ver. Staten van Amerika on
danks het grote overschot de tarwe-ver-
bouwers een garantieprijs heeft beloofd.
Middenstand.
Ondanks de gunstige gang van zaken
in de industrie, waardoor de vooruit
zichten van de Middenstand gunstig be-
invloed werden, kan toch, behoudens
door een kleine groep, moeilijk gespro
ken worden van voor de Middenstand
in het algemeen verbeterde resultaten. De
oorzaken zijn als steeds: de scherpe con
currentie, dus kleine winstmarges en de
drukkende fiscale lasten. Tal van be
drijven kampen met liquiditeitsmoeilijk
heden.
Het grote aantal aanvragen bij de
Borgstellingsfondsen is hiervan een spre
kend bewijs; deze credietverlening kan
echter geen uitkomst brengen; door de
Regering zal positief meegewerkt moe
ten worden om de Middenstand uit deze
impasse te helpen.
Voor een deel van de ambachtelijke
Middenstand ziet de toekomst er beter
uit sinds de bouwmogelijkheden ver
ruimd zijn. Ook de huurverhoging zal
hier nieuwe mogelijkheden kunnen schep
pen, daar nu de achterstand in onder
houdswerken en vernieuwingen wellicht
enigszins zal worden ingehaald. Wan
neer de gunstige ontwikkeling in de in
dustrie aanhoudt en de werkloosheid
geen ernstige vormen aanneemt zal de
Middenstand ook de handeldrijvende
Middenstand zich met inspanning van
alle krachten kunnen handhaven. Het is
echter ook noodzakelijk, dat de Over
heid maatregelen neemt welke het aan
deze groep mogelijk maken aan de pro
blemen van deze tijd het hoofd te bie
den, zoals b.v. een betere regeling be
treffende de uitverkopen en afschaffing
van het cadeaustelsel. Daarnaast dienen
de Middenstandsorganisaties zich te be
zinnen op maatregelen, waardoor de
contante betaling bevorderd wordt nu de
liquiditeitspositie lange credieten niet
toelaat.
Administratieve werkzaamheden
s an de Kamer.
I. Vestigingswetten.
1. Vestigingswet Kleinbedrijf 1937.
a. eind 1952 nog in behandeling
zijnde aanvragen 9
b. in 1953 ingekomen aanvragen 160
c. verleende vergunningen 164
d. afgewezen aanvragen
e. ingetrokken aanvragen
f. eind 1953 nog in behandeling 5
2. Besluit Algemeen Vestigingsver
bod Kleinbedrijf 1941.
a. eind 1952 nog in behandeling 8
b. in 1953 ingekomen aanvragen 15
c. aan het Ministerie doorge
zonden aanvragen 10
d. ingetrokken aanvragen 2
e. eind 1953 nog in behandeling 11
II. Handelsregister.
1. aantal nieuwe inschrijvingen 197
2. aantal opheffingen 67
3. aantal wijzigingen 573
4. aantal dossiers op 1-1-1953 6476
5. aantal dossiers op 31-12- 53 6673
6. aantal gedeponeerde jaar
stukken en ledenlijsten
Coöp. Ver. 28
7. afgegeven afschriften en
uittreksels 1015
III. Diversen.
1. verleende vergunningen op
ruiming en uitverkoop 4
2. verleende colportage-
vergunningen 5
3. afgegeven Certificaten van
Oorsprong 1603
4. aantal verkochte formulieren 34291
Alvorens te besluiten moge ik U, mij
ne Heren, hartelijk dank zeggen voor de
steun en medewerking die U in het af
gelopen jaar aan de Kamer heeft willen
geven.
Mogen wij, met Gods hulp, in staat
worden gesteld ook in het ingetreden
jaar ons werk voort te zetten.
MELKPRIJS VOOR MAART
NIET VERHOOGD.
Naar gisterenavond op een ver
gadering van melkhandelaren te
Delft werd meegedeeld, zal de
melkprijs niet vóór Maart worden
verhoogd in verband mei nog gel-
dende subsidieregeling van de re
gering' en de consumptieinelkbij-
slag, die het vorig jaar \]/2 cent
j heeft bedragen.