De Waalwijkse kermis voor een jaar naar 'tVredesplein Waalwijkse en Langsiraatse courant Schermutselingen in Waspiks Raad MAANDAG 8 FEBRUARI 1954 Uitgever Waal wij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week In ampele discussies woog de raad de voor en nadelen van deze maatregel af. GEEN commissie van toezicht op L O. Donderdagavond kwam de raad van Waspik voor het eerst in 1954 bijeen en dit was voor de burgemeester een aanleiding om in zijn Nieuwjaarsrede een overzicht te geven hoe het in ae gemeente gedurende het afgelopen i.aaT^.re^ heeft Wij drukken deze rede elders m dit blad in haar geheel af. De agenda eiste zoals gewoonlijk weinig discussie, maar t waren de vaststelling der notulen en de ingekomen stukken die stof leverden voor enkele lichte schermutsehngetjes, die overigens navenant zeer vredig verliepen, en de vergade ring was overeenkomstig de een half uur ten einde. B. en W. in hun hemd gezet? goede Waspikse gewoonte in Nadat de burgemeester zijn Nieuw jaarsrede had uitgesproken, stelde hij aan de orde de vaststelling van de notulen van de twee vorige ver gaderingen. DE ECHO \RI HET ZUID1 tie JAARGANG No. 12 Abonnement 19 cent per week 2.45 per kwartaal 2.70 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per ni.rn. Contract-advertenties speciaal tarief. Bureaux. GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES: „ECHO" Daar is veel gepraat ia de Waalwijkse raadsvergadering van Donderdag avond over het voorstel van B. en W. de kennis bij wijze van proef voor één jaar naar het Vredesplein te doen verhuizen. Daar waren voor- en tegenstanders van deze maatregel, zoals er ook argumenten pro en contra waren door B. en W. reeds in hun praeadvies tegen elkaar afgewogen. Zeer zwaar bleek bij deze discussies te gelden het argument van de grote overlast die speciaal de Stationsstraat ieder jaar van de kermis onder vindt- en verschillende raadsleden die het jammer vonden dat er met een mooie traditie werd gebroken zwichtten voor dit argument. Echter met allen; het liep uit op een stemming, waarbij bleek dat de voorzitter de heren Meys, van Os en Pullens niet had kunnen overtuigen. Zij konden 'echter het voorstel niet meer in gevaar brengen, zodat voor één jaar, bij wijze van proef, de kermis naar het Vredesplein zal worden verplaatst. eerplaatsen naar het INSTALLATIE NIEUWE GEMEENTEONTVANGER. voor een jaar te Aan het begin van deze vergadering werd eerst de nieuw benoemde gemeente- entvanger de heer J. Froklage, die even als de chef-boekhouder per 1 Maart in functie zal treden, als zodanig geïnstal leerd. De voorzitter nam hem de genruiKe- hike eden af, waarin hij aanleiding vond de heer Froklage van heler harte geluk te wensen. Ik behoef Uw ambt niet te schetsen, aldus de voorzitter; U weet welke omvang Uw functie heeft. Graag verzeker ik U, dat B. en W. toen ze U voor droegen voor deze functie, over wogen dat U niet alleen de bekwaamheid bezit voor deze functie, maar ook als persoon aan alle voorwaarden voldoet. Er is een grote taak op Uw schou ders gelegd, en ik vertrouw dat U die altijd met vreugde en in een prettige har monie met B. en W. zult vervullen. De heer Froklage dankte op zijn beurt de voorzitter voor zijn. gelukwensen, B. en W. voor hun voordracht'en de raad voor zijn benoeming Ik ben er mij wel van bewust, aldus de heer Froklage, dat het niet gemakkelijk zal zijn de taak van de heer Bakkers ,die zeer begaafd was, over te nemen. Door zijn eigenschappen na te volgen zou hij trachten zijn taak zo goed mogelijk te vervullen. NAAR DE 20.000. Hierna hield burgemeester Teijssen zijn grote nieuwjaarsrede, waarvan wij de belangrijke passages, en dat waren er vele, reeds in ons blad van Vrijdagmor gen konden publiceren. De heer Meys dankte namens de raad hiervoor. De raad wist bij voorbaat, dat de nieuwjaarsrede van de burgemeester veelomvattend was en hoog van inhoud, maar zoals hij ze thans had gehouden was het een studie, waarop de raad zich 'ns extra moest bezinnen. Moge de 15.000e spoedig zijn intrede doen, aldus de heer Meys en mogen we dan met rasse schreden naar de 20.000 gaan. Dit is geen bluf. We ken nen het enthousiasme waarmee U werkt voor de gemeente. Het moet voor U prettig zijn te weten, dat de wethouders en de raad achter U staan, begeester., met hetzelfde gevoelen: Waalwijk groot te maken. En in dit verband herinnerde de heer Meys er ook aan, hoe bij de Stadsfees- ten en de Slem gebleken is, hoe heel ae gemeente achter de burgemeester staat en met hem meewerkt, om datgene te be reiken, dat hij zich tot taak had gesteld. Met belangstelling, besloot de heer Meys, zien we de voorstellen in de ko mende jaren tegemoet. We prijzen ons gelukkig burgemeester en wethouders te kunnen steunen bij hun streven Waal wijk steeds hoger op te voeren. Wederkerig wenste hij tenslotte de voorzitter, de wethouders, de secretaris en allen in dienst van de gemeente het beste voor het nieuwe jaar. Na dit jaarlijkse intermezzo ging men over tot de behandeling van de agenda punten, waarvan het eerste was het ver lenen van eervol ontslag, op zijn verzoek aan de gemeentegeneesheer Dr Kolster. Ir, dit verband stelde de heer Meys de vraag of er een nieuwe gemeentegenees heer zou worden benoemd. B. en W., aldus de voorzitter, bera den zich er over. Misschien kan er op andere wijze, in het kader van de ge meentelijke diensten, in de vacature worden voorzien. Overeenkomstig hun verzoek werd aan de beide geneeskundigen, belast met de armenpractijk eervol ontslag verleend, terwijl deze functie tevens werd opgehe ven. Met algemene stemmen werd vervol gens de heer H. A. Bergmans benoemd tot onbezoldigd ambtenaar van de Bur gerlijke Stand, waarna een voorstel tot wijziging van de verordening op de hon denbelasting, de heer Brouwer deed sug gereren in alle gevallen waarin een hond onmisbaar was voor een lichamelijk ge brekkige, vrijstelling van belasting te verlenen. De heer Brouwer echter, aldus de voorzitter, tastte de grondwet aan. Het verlenen van privilegiën op het stuk van belastingen was niet toegestaan. Daar om konden B. en W. geen ander voor stel doen, dan een clausule op te nemen, waarbij alleen in gevallen van financiële onmacht vrijstelling kon worden ver leend. De punten 8 en 9 (zie een van onze vorige nummers) leverden geen moei lijkheden op. Niet zo gemakkelijk ging het met het volgende punt DE VERPLAATSING VAN DE KERMIS. De lezer weet dat B. en W. dus voor stelden de kermis bij wijze van proef Vredesplein. De heer Meys was de eerste die het ;oord voerde over deze kwestie, de eerste van 12 leden. Hij kon zich voorstellen dat B. en W. de kermis wilden verplaatsen, maar hij kon zich toch niet ten volle met hun zienswijze verenigen. Men kon spreken over traditie, aldus de heer Meys, maar hij wilde het speci aal opnemen voor de middenstand, wiens belangen werden geschaad terwijl deze maatregel ook voor de kermis als zodanig geen verbetering zou zijn. In de omgeving van het Vredesplein was geen enkel comfort; er werd geen accomodatie geboden voor de ouderen, die gaarne onder het genot van een consumptie van de kermis genoten. De enquête onder de Middenstand ge houden wees uit dat er 64 waren voor het behoud van de Kermis op de Markt en Raadhuisplein, 34 voor verplaatsing naar het Vredesplein, terwijl er drie geen mening hieromtrent op na hielden. De heer Meys kon in dit verband nog meedelen, dat de 34 tegenstemmers de minst geïnteresseerden waren. De meeste voorstanders kwamen uit het centrum, dat was er ook het meest direct bij betrokken. De vereniging van Kermisexploitanten, gehoord aangaande deze aangelegenheid, vreesde een achteruitgang van de kermis; de waardering voor de Waalwijkse ker mis z-c.u dalen, en de inschrijvingsgelden zouden dalen, zodat dit een financiële strop betekende voor de gemeente. En de heer Meys stelde de vraag of de ge meente dit risico mocht nemen voor en kele dagen overlast. Hij pleitte nog bij zonderlijk voor de caféhouders in het centrum, die 50 van hun omzet op de kermis instelden. EN MOGELIJKHEID TOT SPLITSING? De heer Duyvelaar had met gemengde gevoelens het prae-advies gelezen. Eer- gevoelens 't prae-advies gelezen. Ener- van de Middenstand, anderzijds vond hij het noodzakelijk dat de Kermis ver dween. Maar hij opperde de mogelijkheid van de gulden middenweg, met dien verstan de, dat hij suggereerde de kermis te splitsen, zoals in meerdere plaatsen ge beurde. Een deel dus op de Markt, een deel op het Vredesplein, dit bracht mee, dat er een verkeer zou zijn tussen plein en markt. Hij was van mening dat er aan het plein nog wel het een en ander gedaan zou moeten worden, voor dit als geschikt kermisterrein dienst kon doen. De heer Pullens was het volledig eens met de heer Meys; de verplaatsing van de Kermis was 'n strop voor de Midden stand. De moeilijkheden voor het verkeer kenden ondervangen worden door dit om te leggen, zoals zo vaak had moeten ge beuren met de bestrating en de werk zaamheden aan de riolering. Het tegenargument van de overlast die de bewoners van Markt en Stationsstraat werd aangedaan, zoals B. en W. dat aanvoerden in hun praeadvies, gotó niet. Nu zouden immers de bewoners van het Vredesplein overlast ondervinden van de kermis. Hij was van mening dat men de ker mis het best kon laten waar ze was, al voelde hij eventueel wel iets voor een splitsing. De heer Talsma verklaarde volkomen achter het voorstel van B. en W. te staan; hij wees op de betrekkelijkheid van de uitslag van de enquête... er was maar één caféhouder geweest die zijn antwoord had ingezonden en die was nog voor verplaatsing. Bij de mensen die er tegen waren, waren bijvoorbeeld een aantal aannemers, wat hebben die er nu mee te maken, vroeg hij zich af. Hij wees er de heer Pullens op, dat de overlast wel degelijk in het geding was; geluid in een nauwe ruimte gepro duceerd was heel wat harder dan het geluid dat voortgebracht werd op een groot plein. RUIMTEGEBREK. De heer van Seters, die zich nog niet wilde uitspreken in deze kwestie, stelde zich de vraag of het huidige ruimtege brek van de kermis er niet de oorzaak van was, dat de vermakelijkheden ieder jaar minder werden. 'Hij wilde graag de belangen van de middenstand voorstaan en zich ook vasthouden aan de traditie, maar als het niet anders kon, moest men afzien van de traditie. Maar de belangen van de Middenstand werden geschaad als men van de traditie afzag wegens ruimtegebrek. Hij betoogde voorts dat er meer ker misvermakelijkheden gevonden moesten worden voor de grotere jeugd, en deze mogelijkheid was wellicht aanwezig als men de kermis ging verplaatsen. Hij had ook gedacht aan een splising, maar deze zou toch wel enkele moeilijkheden met zich brengen; de exploitanten zouden zich namelijk afvragen, waar men het beste kon staan, op de Markt of op het Vredesplein. U weet, aldus nam de heer Mombers deel aan het debat, dat ik me reeds uit gesproken heb voor het traditionele ker- miscentrum. Hij zou niet graag zien, dat het traditionele kermisbeeld uit het cen trum zou verdwijnen. Maar de gemeente groeit, en we moeten niet coute que coute vasthouden aan het traditionele kermisterrein. Het was niet zo gek, zei hij, een splisting te overwegen. Hij vroeg zich wel af hoe groot de kosten zouden zijn van het in orde bren gen van het Vredesplein voor dit doel; was er een .sterkstroomaansluiting? De kosten zouden behoorlijk zijn, meende hij*, terwijl de gemeente de opbrengst van de inschrijving voor een gedeelte zou derven. Een jaar proef echter, zou hem de we tenschap brengen van wat hij nu nog slechts heel vaag zag. KERMIS TE LANG. Hoewel het eigenlijk niet aan de orde was, wilde de heer van den Hoven er toch even op wijzen dat de kermis te lang duurde. Daar waren dagen dat het enorm slap was. We zijn langzamerhand van de traditie, dat men de vacantie in eigen plaats doorbracht, afgeweken .al dus de heer van den Hoven en hij druk te er zijn spijt over uit, dat het probleem dat vroeger als punt 1 gold, namelijk de verkorting van de kermis, thans niet in het prae-advies werd aangetroffen. De heer Eibers wees er op dat bij de besprekingen enkele weken geleden ge bleken was, dat het merendeel van de raad eigenlijk voor de verplaatsing van de kermis was. Het zou nog moeten blij ken meende hij, dat de Middenstand er schade door leed. Hij stond achter het voorstel van d. en W. En de heer Kemperman eveneens; ooK hij was er niet van overtuigd, dat de middenstand er schade van zou onder vinden. Voor een splitsing voelde hij niet veel, het leek hem beter dat de ker mis op één plaats was. De categorie njensen, waarover de heer Meys sprak, konden eerst ns rus tig over dé kermis wandelen en dan la ter een rustig feestje houden in een café! Hij meende uit de begroting reeds ge lezen te hebben dat 'B. W. voorzienin gen zouden gaan treffen op het Vredes plein, door het aanbrengen van nieuw grint. Hij was huiverig voor de ramen van de omringende woningen en voor de lantaarns. Hij wilde bij dit voorstel te vens aanknopen, het Vredesplein m een zodanige staat te brengen, dat het on derhoud weinig jaarlijkse kosten met zich bracht. 52 WEKEN VAN VERMAAK. De heer Verdoorn bracht B. en W. hulde voor de objectiviteit waarmee zij de raad van hun zienswijze en die wan anderen in kennis hadden gesteld. Hij schaarde zich ook volkomen achter het voorstel, dat hem een oorzaak van vreug de was; hierdoor immers werd de Sta tionsstraat bevrijd van obstakels van bui tengewone afmetingen. De middenstanders ter plaatse ondervonden vaak veel hin der van de kermis, bijvoorbeeld wat be trof de aan- en afvoer van hun goederen en speciaal ook had hij het oog op van Gend en Loos. Inderdaad, de kermis werd ieder jaar minder, maar dat was zeer begrijpelijk, tegenwoordig telde een jaar 52 weken van vermaak, en vroeger moest men 51 weken hard werken om een week va cantie te houden. Er waren voortaan zo veel gelegenheden van vermaak dat de kermis niet zo erg meer in tel was; er was een heel andere situatie ontstaan en het was alleszins begrijpelijk dat de ker mis achteruitging. De heer Verdoorn had zijn hart vast gehouden toen de heer van Seters er over sprak de jeugd naar de kermis te leiden door meer en betere vermakelijk heden aan te trekken. Het leek hem veel beter door een gepaste ontspanning en vermaak de jeugd van de kermis af te houden. En in dit verband pleitte hij juist voor een verkorting van de duur van de kermis. Al zou de verplaatsing een inkomsten derving voor de gemeente betekenen, dan mocht men dit offertje rustig bren gen. Op de markt, aldus de heer Ver doorn, woonden ook particulieren en het vorige jaar was er een gezin, waar een kindje doodziek lag. Toen het Vredesplein werd aangelegd is er op gewezen, dat het een goede plaats voor de kermis was, nu de ker mis het centrum was ontgroeid, moest men er gebruik van maken. sen het vermaak toch wel weten te vin den, al is dat op een andere plaats. Hoe was de Waalwijkse kermis vroe ger niet bekend!, zei de heer Brouwer en speciaal wees hij op instellingen als de Schouburg, die thans weer terug kon den komen, zodat "ook de ouderen een gepaste ontspanning werd geboden. ER IS NOG EEN DERDE GROEP. MIDDENSTAND STREKT ZICHT UIT OVER HELE GEMEENTE. Nadat de heer Brouwer geconstateerd had dat zijn idee om de kermis te split sen ook bij andere leden een punt van overweging uitmaakte, pleitte hij voor een vertrek van de kermis uit de Sta tionsstraat. Hij wilde niet pessimistisch zijn, maar er moest maar 'ns brand uit breken daar, of er zou 'ns plotseling een ernstige zieke vervoerd moeten wor- groot genoeg waren geweest, dan zou opgekomen zijn, maar het ging over de Stationsstraat. opgekomen zijn, maar het over de Sta tionsstraat. Het argument dat de middenstand er schade van zou ondervinden, wilde hij ontzenuwen door er op te wijzen, dat de middenstand zich over heel de ge meente uitstrekte; en kwam de kermis op het Vredesplein, dan zou een groep mid denstanders die nooit revenuen had er baat bij hebben. De tentoonstelling in '48 en de SLEM hadden bovendien bewezen, dat de men- In zijn repliek constateerde de voor zitter dat de belangen van drie groepen in het geding waren, niet alleen van de kermisexploitanten en van de Midden standers, waarover de heren gesproken hadden, maar ook de kermisvierders vormden een belangrijke groep en mis schien ook nog degenen die in de om geving van de kermis woonden. Als men de belangen van elk dezer categorieën in het vizier krijgt, moet men de ver schillende argumenten gaan afwegen. Ook B. en W. deden dit, en zij schon ken grote aandacht aan de belangen van de kermisvierders. Als men ziet hoe een grote massa mensen door de straten ge- duwd en gedrongen wordt, waarbij me- nigmaal de kleding schade oploopt, als men de opstoppingen ziet tussen Markt en Raadhuisplein, dan lijkt dat niet bij ster attractief; de mensen moeten zich be hoorlijk kunnen bewegen. De middenstand was verspreid over heel de gemeente; het was logisch dat ae middenstand in de omgeving van de markt meer interesse had, maar wanneer de kermis wed verplaatst, dan zouden ei ongetwijfeld weer anderen zijn, die hiermee symnathiseerden. Deze belan gen waren niet tegen elkaar af te wegen. Op de opmerkingen dat de kermis aan amusement had ingeboet ging de bur gemeester in door te verklaren, dat en W. ieder jaar opnieuw zich ten at- weer moesten stellen tegen exploitanten, die aan de kermis wilden deelnemen, maar voor wie geen plaats meer was. Het vorige jaar waren er enkele inncii- tingen die er practisch niet meer konden staan; hij zou hele taferelen kunnen schilderen, hoe het daar soms toeging, de politie moest er aan te pas komen, de dienst gemeentewerken, en men kwam herhaaldelijk naar hem. De enquête, vervolgde de voorzitter, geeft niet een geheel juist beeld van de opvattingen van de totale middenstand, degenen die aan de westzijde van de Stationsstraat woonden waren voor ver plaatsing, die aan de Oostkant woonden hadden weer een andere zienswijze. Verschillende zakenlieden kwamen daal in moeilijkheden, omdat hun zaken prac tisch gebaricadeerd waren. Als de heer Meys zei dat er caféhou ders waren die voor 50 hun omzet gebaseerd hadden op het kermisverteer, dan vroeg de voorzitter zich af of deze zaken wel van importantie waren. Het was trouwens niet eens zeker dat de omzet terug zou lopen; degene die er be hoefte aan had, kwam toch wel in een C3Ook B. en W. hadden aan de split- cinq qedacht; maar dan rezen er allerlei nieuwe moeilijkheden; welke inrichtingen moest men op het oude terrein zetten en welke op het Vredesplein. Daar zou ver zet komen van de zijde van de exploi tanten; niet dat ze koning waren, maar ze hadden veel te betekenen. Bovendien moest men er ook om tech nische redenen van af zien. De overlast zou niet verplaatst wor den naar het Vredesplein, zoals de heer Pullens zei, het was juist de bedoeling van dit voorstel de overlast te liquide- AX-AJ» De leden die meenden dat de pacht de laatste jaren minder was geworden, zei ae burgemeester, dat de totale opbrengst de laatste jaren vrij stabiel was geweest; iedere jaar kreeg men dezelfde inrichtin gen, en ieder jaar kwamen er weer en kele bij; de bedragen afzonderlijk waren wel wat minder geworden, maar de to tale opbrengst van de pacht niet. Hij on derschreef de mening van de heer van Seters, dat de vermakelijkheden beter moesten worden, dat kon echter alleen wanneer de kermis naar het Vredesplein verhuisde; niet alleen kon daar de in richtingen een ruimere en riantere plaats worden geboden, maar er konden ook meer inrichtingen staan. Inderdaad betekende de traditie wel iets, antwoordde de voorzitter de heer Mombers, maar zij moest vergroeien en gaan verdwijnen, wanneer de omstan digheden daartoe noopten. Op dit ter rein en op deze wijze is de kermis niet meer te handhaven, aldus de voorzitter. Er was een schakelkast op het terrein, en wellicht zou er enige terreinaccomo- datie moeten worden aangebracht, maar ingrijpend zou dit niet behoeven te zijn. Óver de duur van de Kermis, door de heer van den Hoven in het geding gebracht, kon men thans beter niet dis cussieren; dit punt was nu niet ann de orde. De verbetering van het Vredesplein, door de heer Kemperman ter sprake ge bracht, zou wel bij de behandeling van de begroting besproken worden. De argumenten die de heer Brouwer onder meerdere naar voren bracht, zoals gevallen van brand en snel vervoer, wa ren niet van doorslaggevende betekenis; hoofdzaak was de ontruiming van de Stationsstraat en het belang van de be zoekers. B. en W. wilden niet in eens een be slissing uitlokken, maar stelden voor een jaar proef te nemen, opdat de ervaring zou leren. De heer Meys, die er van overtuigd was, dat B. en W. iedereen ter wille wilden zijn, geloofde niet dat er een an der deel van de Middenstand baat bij zou hebben; op het Vredesplein was zelfs helemaal geen middenstand. Wan neer het algemeen belang ter sprake kwam, meende hij, dan kwam er toch steeds tegenstrijdig belang bij te pas. Hij was er niet van overtuigd, dat het offer van de geringere financiële baten door de gemeente gebracht zou moeten worden, om de kermisobstakels uit de weg te ruimen. Ook op het Vredesplein kunnen zie ken wonen, weerlegde hij een van de argumenten van de heer Verdoorn, ter wijl hij naar aanleiding van het gezegde van de heer Brouwer verklaarde, dat de kermis al jarenlang op de Markt en om geving was geweest, en dat er, naar hij geloofde, bij brand of ziekenvervoer nooit last van was ondervonden. Niettemin zag hij wel de moeilijkheden van B. en W. en inderdaad was het Vredesplein zeer geschikt, maar hij stond een belangrijke groep voor, die werke lijk gedupeerd meende te zijn. De heer Brouwer ingaande op de du pliek van de heer Meys, wees er op, dat in de Victoriestraat destijds een aantal winkels gebouwd waren; dat wa ren daar toch ook middenstanders, al waren ze wellicht niet allemaal lid van de vereniging. En gelukkig was het maar een keer gebeurd, en nog op een gun stig tijdstip, dat de oliebollenkraam in brand stond. De heer van Seters was tot de over tuiging gekomen dat het wel op zijn plaats was tot deze maatregel over te gaan. Hij zou graag zien, dat de rijpere jeugd zich meer in de vermakelijkheden op het kermisterrein zou kunnen bezig houden, dan dat zij zich in cafés of dansgelegenheden ophielden. Gelukkig was de tijd veranderd en konden ook de arbeiders vacantie gaan nemen. Hij legde zich graag bij het voorste) neer. DE STEEN DER WIJZEN. Het is moeilijk, zei de heer Verdoorn, de steen der wijzen te vinden. Wanneer er zaken zijn die door de kermis volko men worden gecamoufleerd, dan is dit buitengewoon onaangenaam voor die mensen, die ook voor hun broodje zitten, die ook belasting moeten betalen en veel moeite hebben het hoofd boven wa ter te houden. Ook met het belang van die mensen moest rekening worden ge houden. Als de kermis verplaatst wordt, dan zal ze nog sneller verlopen, zei de heer Pullens, en blijft er niefs over dan een oliebollenkraam en een centmallemolen. De trek van buiten naar de Waalwijkse kermis, zal ongetwijfeld minder worden en ook dit is een groot nadeel voor de Middenstand. De heer Mombers bleef er bij, dat het kermisbeeld niet geheel uit het centrum mocht verdwijnen. Het joelige en woelige kermisvermaak was wel op zijn plaats op het Vredesplein, maar men moest dan in het centrum de rustige vermakelijkhe den handhaven, zoals bijvoorbeeld poffer tjeskraam en dergelijke gelegenheden. Deze zienswijze bleek ook uit de actie die de exploitanten voerden. De heer Duyvelaar zag wel dat een voorstel tot splitsing van de kermis niet aangenomen zou worden en hij verklaar de het eens te zijn met het voorstel, want het voornaamste was, dat de Stations straat werd ontruimd. Ten gunste van de caféhouders zou hij willen bedingen dat op het Vredes plein tijdens de kermis geen consumptie tent geplaatst zou worden. Heel veel echte Waalwijkers, zullen het erg vinden, aldus de heer de Kort, dat de kermis wordt verplaatst en aan gezien ik ook een echte Waalwijker ben, vind ik het ook erg. Maar omdat het slechts voor een jaar is en omdat de huidige kermis inderdaad bezwaarlijk is voor de Stationsstraat, zal ik mij bij het voorstel neerleggen. De heer Talsma tenslotte; Als de heer Duyvelaar zich opwerpt als bescherm heer van de caféhouders, dan werp ik mij op als een tegenstander van het pro pageren van alcoholische dranken. TE WEER TEGEN EXPLOITANTEN. Verschillende kermisexploitanten zul len trachten deze situatie te benutten, zei de voorzitter, toen hij de leden in tweede instantie beantwoordde, om op een voordelige conditie een standplaats te krijgen. B. en Wi moeten zich hier echter tegen te weer stellen. Als er niet een behoorlijke pachtsom gegeven wordt, mogen we geen standplaats gunnen. Ieder jaar zijn er stapels gegadigden die geen standplaats kunnen krijgen, maar ook stapels exploitanten die zo onge veer pro deo een standplaats willen heb ben. Maar B. en W. zullen middelen weten te hanteren om dit te voorkomen. Inderdaad nemen we thans het besluit voor 1 jaar, maar dan weten ook alle categorieën wat de ervaringen zijn; en het publiek zal ook wel tot uitdrukking brengen of deze regeling goed is. De beste bijdrage om de steen der wijzen te vinden is deze proef te nemen. Men ging toen tot stemming over waaruit bleek dat alle leden, behaWe de heren Meys, van Os en Pullens, het met de voorgestelde regeling eens waren. De overige punten, die nagenoeg alle voorstellen betroffen tot aan- en ver koop van grond, werden zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Alleen de voorstellen tot verkoop van grond aan M. C. Schapendonk en M. Beerens wer den aangehouden, op voorstel van B. en W. Om goed half elf kon de voorzitter de vergadering sluiten. De heer Van den Broek had geen opmerking op, maar naar aanlei ding van die notulen. Het was hem gebleken dat alleen de voorzitter hem had begrepen toen hij had ge zegd, dat het een blamage was voor de gemeenteraad, zoals er was ge handeld ten onzichte van de geza menlijke regeling met Sprang-Ca- pelle voor bouw- en woningtoezicht. Over het algemeen was hef niet goed begrenen en daarom wilde hij er nu nog iets over zeggen. In een geheime vergadering had de voor zitter een uiteenzetting gegeven. Niemand had er toen iets van ge zegd en de raad had B. en W. hun gang laten gaan. In de volgende onenbare vergadering waren de tongen echter losgekomen en had de raad B. en W. in hun hemd ge zet. De heer v. Dongen daarentegen was van mening dat de geheime vergadering uitsluitend informato- risch was geweest..De raad was toen in principe accoord gegaan met de samenwerking met Sprang-Capelle. Later was de ontwerpregeling be handeld. Er was volgens hem geen sprake van geweest dat de raad B. en W. vrij mandaat had gegeven. Waartegen de heer v. d. Broek weer opwierp dat hij niet over „vrij mandaat" had gesnroken. Toen vond de voorzitter, nu ie dereen ziin standpunt had. benaald. het welleties en maakte hij een ein de aan de discussie. Nadat de heer v. Iersel nog een kleine rechtzetting had gegeven, werden de notulen ongewijzigd gearresteerd. Van Iersel: geen vertrouwen. Het tweede punt dat enige dis cussie uitlokte, waren de ingekomen stukken, waarbij een mededeling van de heer Langerwerf was, dat hij ziin benoeming tot bestuurslid van de Instelling voor Maatschap- peliike Zorg aanvaardde. Naar aanleiding daarvan merkte de heer v. d. Broek op, dat nu bleek hoe gevaarlijk het was van tevoren te zeggen dat iemand een benoe ming toch niet zou aannemen. Hij vond dat men daardoor de stem ming beïnvloedde. De voorzitter stemde er mee in dat dit niet ju'fst was. Goed dat de raad. er niet op afgegaan was. Ove rigens was het pas te zeggen of ie mand een benoeming aannam, als de raad had beslist. De heer v. Iersel zei, dat hij geen vertrouwen meer had in het Arm bestuur zolang de betrokken per soon zitting had, waarop de voor zitter repliceerde dat dit zijn goed recht was, maar dat dit geen zaak van de raad was. De heer v. Dongen merkte op dat de heer v. Iersel de heer Langer werf kwalificeerde als onbetrouw baar. Dat moest hij zelf weten. Maar waarom had hij dan geen vertrou wen meer in het hele Armbestuur? Het was maar goed dat men niet vervolgd kon worgden om wat men in de raad zei. De heer v. Iersel antwoordde, dat, wanneer in een gezelschap een per soon zat die hij niet vertrouwde, hij de rest ook niet kon vertrouwen, hoewel hij toch ook weer niet het hele armbestuur zijn vertrouwen wilde opzeggen. Wat de voorzitter deed opmerken, dat dit wel enigs zins anders was dan tevoren. Te vens maakte hij een eind aan de dis cussie. Over het voorstel met betrekking tot de instelling van een plaatselij ke commissie voor schooltoezicht op het L.O., zetten B. en W. hun stand punt uiteen in het prae-advies. De commissie van onderzoek der ge meentebegroting had een suggestie in die richting gedaan. B. en W. hadden er in beginsel geen enkel bezwaar tegen, maar de vraag of de instelling van een dergelijke com missie in een kleine plattelandsge meente als Waspik noodzakelijk was, meenden zij ontkennend te moetenbe antwoorden. Zij noemden een vijftal taken, waaruit bleek dat er een zekere deskundigheid en in zicht in onderwijsaangelegenheden voor vereist was. Bovendien had de commissie alleen een zuiver advi serende taak, terwijl zij zich ook buiten de interne zaken van een schoolbestuur moest houden. B. en W. adviseerden om al deze redenen niet tot instelling van een derge-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 5