hdd Zwit saletten OCÊAANLSEFDË 1 i POPENT 14 H B.S.ERS GAVEN HUN LEVEN 5 doktoren het misbruik van laxeermiddelen BOEKBESPREKING 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 7 MEI 1954 2 prestaties waarschuwen legen Uit de Provincie. doodt rat en muis „Geen pijler siui zo hechi dit trots gebouw „Als hunne deugd, Aan God en Vaderland getrouw" Onder de velen die in de oorlog van 1940'45 hun leven gaven voor het vaderland, hetzij als strijder aan de zijde van de geallieerden of van het verzet, hetzij als een ongelukkig slachtoffer van de willekeur van een genadeloze oorlog, waren 14 leerlingen en oud-leerlingen van het Dr Mol- lercollege, de toenmalige R.K. H. B.S. te Waalwijk. Het is een vrome gedachte geweest van oud-directeur Drs de Vries de herinnering aar^deze jongens gestalte te geven in een gedenksteen, aan te brengen in de hal van het nieuwe college, en het bestuur, de huidige directeur, de leraren en leerlingen hebben enthousiast deze gedachte hel pen concretiseren, zodat in de middag van Dinsdag 4 Mei, de gedenk steen in een treffende plechtigheid door oud-directeur Drs G. de Vries kon worden onthuld. In de hal van het Dr Mollercollege troffen wij die middag aan de beide Waalwijkse wethouders (Burgemeester en secretaris waren verhinderd), de he ren Geestelijken van de Parochies St. Jan en St. Antonius, familieleden van de gevallen HBS-ers, het plaatselijk bestuur van O.M.O., Drs G. de Vries en echt genote, de voorzitter van Waalwijks Be lang, de heer J. Timmermans, de heren leraren en afgevaardigden van de leer lingen. In zijn openingswoord zei de heer Jan Tielen, voorzitter van het bestuur: Wij zijn hier bijeengekomen voor het ver richten van een daad van piëteit tegen over de in de 2e wereldoorlog gevallen leerlingen onzer school, waarvoor t ini tiatief werd genomen door de oud-direc teur Drs de Vries, welk initiatief gaarne door bestuur, leraren en leerlingen werd overgenomen, met het resultaat dat we hier een waardig gedenkteken gaan ont hullen dat in lengte van dagen zal ge tuigen van het respect van het Dr Mol lercollege voor deze helden. Deze plechtigheid zal misschien oude wonden openrijten, maar anderzijds kan ook deze daad van piëteit de familie enige vertroosting schenken, wat ik van harte hoop. Dan zong het gemengd koor van het college onder leiding van leraar Frans Wilmont, op verrassend goede wijze t O Bone Jesu van da Palestrina, waarna door een leerlinge van de MMS en een leerling van de HBS twee verzen werden voorgedragen. „LATEN WIJ LEVEN VOOR ONZE KINDEREN". Drs G. de Vries begon zijn rede met de titel te citeren van een van de wer ken van de grote kindervriend en onder- wijshervormer Friedrich Fröbel: Komt, laten wij leven voor onze kinderen. Zo denkt en fluistert al de jonge moe der, en dat hebben ook vele rechtgeaar de ouders gezegd, toen hun jongens en meisjes de lagere school zouden verla ten en het voor de ouders vaak een aan zienlijk offer betekende hun jongen of meisje door te laten studeren. Och, vader en moeder hadden het zo goed met hun jongens voor, vervolgde drs de Vries, toen zij ze hier kwamen aanmelden als toekomstige leerlingen van onze school. Zij hoopten in hun niet altijd gemotiveerd optimisme, dat de jongens met succes later de studie zou den beëindigen en dat een veelbeloven de toekomst voor hen zou zijn wegge legd. Met de mogelijkheid van een cata- strophale oorlog hielden zij, evenals het gros der Nederlanders, een rekening. De vroege morgen van de 10e Mei 1940 gaf de wrede ontnuchtering. En met de capitulatie van ons leger kwam nog niet het einde van de oor log: onze vloot week voor het grootste gedeelte uit naar Engeland, de overzee se gebiedsdelen van het Rijk der Neder landen waren nog in tact, wij zouden de strijd voortzetten ter zee en in de lucht, maar voor de bewoners van Nederland begon thans de ellende van de bezetting. We zouden bestuurd, of liever onder drukt worden door machthebbers, wier levens- en wereldbeschouwing voor het overgrote deel van onze bevolking on aanvaardbaar waren. Drs de Vries sprak over het verzet, dat geleidelijk aan in activiteit toenam, dat duizenden Nederlanders het leven heeft gekost; het kon wel worden ge wroken, echter niet gebroken, zelfs niet in de hongerwinter. We zijn hier gekomen, vervolgde hij, om op de eerste plaats de. twaalf oud leerlingen te gedenken, die in de jaren 1940'45 als oorlogsslachtoffers zijn gevallen, hetzij in de strijd, hetzij in concentratiekamp of op andere geweld dadige wijze. Hun jonge levens, met die van duizenden andere Nederlanders zijn als het waré de losprijs geweest, welke ons land heeft moeten betalen, om zijn politieke en geestelijke vrijheid te her winnen. Voor ons die het gelukkige einde van deze oorlog hebben meege maakt, blijft het een ere-plicht, hen te herdenken voor wie door oorlogsom standigheden deze vreugde niet was weggelegd. Ook na 1945 moesten wij de wapens weer opnemen; Neerlands zonen werden naar Indië gezonden om orde te schep pen in de chaos, waarin dit gedeelte van ons land werd achtergelaten. Ook bij de strijd in Insulinde gevoerd, hebben twee veelbelovende jongelui het leven gelaten. Hun namen zijn met die van 12 oud leerlingen, die in verband met de oor logstoestand in Nederland of de ons omgevende gebieden hun leven op tragi sche wijze hebben verloren, op de hier- ingemetselde gedenkplaat vereeuwigd. Nadat Drs de Vries het schoolbestuur zijn dank had betuigd, dat aan hem de eer was gelaten dit gedenkteken te ont hullen, trok hij de nationale driekleur die de steen bedekte weg. En wijzend op de rij namen gegroefd in het marmer zei hij: Al deze 14 jonge mensen zijn leerlingen van deze school geweest tijdens mijn directoraat. Met weemoed zie ik hen in de geest nog voor me, zoals ze in en bij school genoten var. hun nog jeugdige onbezorgdheid en, waarom het te verzwijgen, ook wel eens ontoelaatbare onbezonnenheid. DE 14 JONGENS. Dan sprak de oud-directeur over al deze veertien jongens zoals hij ze ge kend had in hun jeugd en zijn woorden verrieden zijn liefde voor deze jonge le vens en zijn deernis met het wrede on tijdige einde dat zij vonden. Cornelis Bank, een bescheiden en wei nig spraakzaam jongmens, altijd maar vooral in militair uniform keurig ver zorgd. Hij nam dienst bij het vliegwe ren, wist toen het oorlog werd naar En geland te ontkomen; als oorlogsvlieger bij de RAF stortte hij met zijn toestel neer in de zee voor de Franse kust en verdronk op 25 October 1943. 2. Gerard van Beek uit Kaatsheuvel, een goedhartig en zeer serieus student met uitzonderlijke begaafdheden Hij vertrok in 1947 als dienstplichtig ser geant naar Indonesië, waar hij op 18 Januari 1949 zijn 23e verjaardag vierde en twee dagen later door een banjir, werd meegesleurd en verdronk. 3. Pierre van Boxtel, een scherpzin nig leerling uit Berndijk, met grote aan leg voor wiskunde, die in Tilburg het einddiploma HBS B behaalde. Een ener gieke durfal, die als oorlogsvlieger reeds op 28 October 1941 in Engeland om kwam. i j i verhoogt 4. André Brokx uit .Waspik, steeds met een sympathieke glimlach op zijn gelaat, een voorbeeld van studieijver en plichtsbetrachting. Als bestuurder van een militair vliegtuig is hij op 10 Octo ber 1949 boven Sumatra neergestort; zijn lijk is eerst veel later gevonden. 5. Harry Hens, een van de allereer ste groep leerlingen van de school, on- getwijreid behorend tot de beste die ooit aan de zorgen van de oud-directeur zijn toevertrouwd geweest. Op de vooravond van dè 10e Mei 1940 kwam hij als ge mobiliseerd militair naar Waalwijk uit bezorgdheid voor zijn oudste zoontje, wie, naar hij vernam een ongeluk was overkomen. De gebeurtenissen van de daaropvolgende Mei-oorlogsdagen heb ben zijn zachtmoedig karakter zo aan gegrepen, dat hij een zenuwschok kreeg, waaraan hij op 10 Aug. 1940 is over leden. 6. Joop Hoffmans, een jongen met een open en vrolijk karakter. Toen wij, aldus de heer de Vries, op 2 September '44 via burgemeester Moonen, de op dracht kregen het pas betrokken school gebouw voor de zoveelste maal te ont ruimen, heeft hij aan mijn verzoek om te helpen bij de opberging van de school- meubelen zo grondig voldaan, dat hij naar hij zelf zei, voor lange tijd vrij van school zou zijn. Wie had kunnen denken dat deze schertsende opmerking zo spoe dig verschrikkelijke ernst zou worden? 'Vier dagen nadien werd hij door ongu re elementen uit het 'Duitse leger achter het raadhuis alhier neergeschoten. 7. Johan Kemperman, op het eiland Sumatra geboren, een jongen die, naar de oud-directeur vermoedde, zich in het koude noorden minder goed thuis voel de en wel eens met heimwee in het hart aan tropisch Nederland terugdacht. De ze jonge, vurige Nederlander, werd kort voor onze bevrijding door vijandige ele menten gegrepen en is op Allerheiligen, twee dagen na onze bevrijding, in een concentratiekamp in Duitsland overle den. I I II Als u geregeld laxeermiddelen slikt, ls er nu een manier om er van at te komen. 83 van de 100 personen lukte het; u kunt het ook. En wel zo: Drink in de loop van elke dag enkele glazen water en bepaal een vast uiir voor uw stoelgang. Neem de le week elke avond twee Carter's Leverpilletjes. 2e Week - elke avond één. Se Week - omde andere avond één. Daar na niets meer, want Carter's Leverpilletjes stellen uw ingewanden in staat weer op eigen kracht te werken, zonder laxeermiddelen. Wanneer zorgen, vermoeidheid of te veel eten het tempo van uw ingewanden tijdelijk vertragen, neem dan tijdelijk Carter's Lever pilletjes om u weer op gang te helpen. Zo raakt u uw verstopping kwijt en vervalt u niet in de laxeermiddelen-gewoonte. Haal direct Carter's Leverpilletjes, 1.20 per flacon. 55 8. Harry van Leeuwen, een zoon uit een in de Langstraat algemeen .geacht Is raëlitisch gezin, had hier door noeste ar beid in binnen- en buitenland een be langrijk commercieel bedrijf opgebouwd; trachtte met zijn dochtertje naar Zwit serland te ontkomen, werd bij de Bel gische grens gegrepen en op 31 Decem ber 1943 ter dood gebracht. Gelukkig is zijn dochtertje gered. 9. Jan de Leyer, een sympathieke jongen met een stil goedhartig karakter, zeer begaafd. Deze echt-godsdienstige jongen stond niet alleen bij ons, aldus oud-directeur de Vries, maar ook bij de leiders van de verkenners zeer hoog aan geschreven. Hij stierf met zes van zijn familieleden een plotselinge dood op 10 Februari 1945, tengevolge van het neer storten van een VI! 10. Kees van Loon, die in eén land bouwbedrijf veiligheid zocht te vinden en tegelijk zijn liefde voor de vrije na tuur hoopte te bevredigen,. Het is wel schrijnende tragiek, dat hij, voor wie het verkeren in Gods Vrije natuur het schoonste ideaal betekende, binnen de afschuwelijke omheining van een Duits concentratiekamp zijn laatste levenswe ken moest slijten. Hij stierf daar 17 De cember 1944. 11. Frans Peters uit Drunen, die na drie klassen van de HBS ging studeren voor onderwijzer, die de hoofdakte haal de en verschillende bij-akten én die nog ww_ - -a Krabben en peuteren Hl lljfll* maakt de kwaal steeds erger. De helder vloeibare UllSlaC! D.D.D, dringt diep in de Z* poriën door. zuivert, ont smet en geneest de huid. geneesmiddel tegen huidaandoeningen eenmaal in de wis- en natuurkundige we tenschappen academisch hoopte door te kunnen studeren, die op 26-jarige leef tijd lid was van de examencommissie van het Mulo-diploma, die zijn diensttijd als ónderwijzer doorbracht te Waalwijk, eerst aan de Broederschool, later aan de St. Clemensschool. Toen hij bij de be vrijding van Drunen zijn ouders voor het gevaar wilde waarschuwen, werd hij door een granaatscherf aan het hoofd getroffen en overleed vrijwel onmiddel lijk. 12. Bas Roza uit Wijk en Aalburg, een begaafde leerling, die bij zijn mede leerlingen zeer populair was. Als onder grondse strijder werd hij gevangen ge nomen en naar Amersfoort overgebracht. Hier werd zijn gezondheid geknakt en hij werd opgenomen in het kamp zie kenhuis te Leusden, waar hij overleed op 24 April 1945. U-.I.. tTi 13. Julius Slaats, klasgenoot van Jan de Leyer, een echte jongen, die het le ven nog van de optimistische kant be keek, ondanks zijn jeugdige leeftijd door de Duitsers gevangen genomen en met drie broers en Kees van Loon naar het beruchte Neuengamme overgebracht. Hier overleed hij acht dagen voor Kees van Loon, op 9 December '44. .14. Kees Spitters, een stille werker, die een zeer gewaardeerde administra tieve arbeidskracht werd in een groot lederbedrijf. Voor hem gold het als een heilige plicht Nazi-Duitsland en zijn sa tellieten te bestrijden. Hij werd gevangen genomen en naar Scheveningen overge bracht, waar hij op 20 Mei '44 werd ge fusilleerd. Met ontroering had de heer de Vries de brief gelezen, die hij enige uren voor zijn dood aan zijn ouders heeft gesfchreven. God geeft kracht naar kruis. Al deze jongens werden in enkele ogenblikken van diepe stilte vroom her dacht. IN GODS HAND. Drs dé Vries sprak woorden van troost tenslotte tot hen die achterbleven, woorden ontleend aan het Boek der Wijsheid, waar dit zegt: De zielen der rechtvaardigen zijn in Gods Hand, geen kwelling kan hen raken. In de ogen der dwazen schenen zij te sterven, men be schouwde hun einde als een ramp, hun heengaan van ons als hun ondergang, zij zijn echter in vredeZij stierven Pro Hereditate Patrum, voor het erfdeel der vaderen, voor het behoud van het Christelijke geloof en de ongerepte vrij heid van ons dierbaar vaderland. Mogen de honderden leerlingen, die ditgebouw binnengaan iedere dag en nog zullen binnengaan, er door worden geïnspireerd tot de hoogste offerzin voor de eer van God en het heil van het Vaderland. Dan zal de gedachte verwe zenlijkt worden, neergelegd in het onder schrift van dit gedenkteken Geen pijler stut zo hecht dit trots gebouw, lis hunne deugd, aan God en Vaderland getrouw. 'e heer Jan Tielen dankte, nadat het jongenskoor van het college Popule Meus Palestrina hgd gezongen, de heer dés de Vries voor de wijze waarop hij allèr gevoelens had verklankt; hij dankte de leerlingen die hun medemerking aan de onthulling hadden verleend, in dit veftiahd ook de leraren de heren F. Wil- ■morit eh J. Kouters; grote dank ook aan de heer A. Carpay die de letters van de tekst tekende, en aan de heer Kouters dié' de tekst ontwierp en tenslotte aan de gebroeders Verappe, die het hak- v/etk verrichtten en de marmeren plaat voor dit doel schonken: Hierna werd deze mooie plechtigheid gesloten. OPNIEUW 'N BRES GESLAGEN Aanvallers op 500mtr. van De Castries. Het Franse opperbevel heeft be kend gemaakt dat de troepen van generaal Giap na een nieuwe zwa re aanval op sleutelposities aan de Westelijke zijde van het bastion, dat in de nacht van Maandag op Dinsdag voortdurend onder het vuur van zware artillerie gelegen had, „een westelijke stelling" heb ben overweldigd, nadat een Fran se tegenaanval was mislukt. Tegen PERIODIEKE PIJNEN: FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden". 18) Lord Glennsbury verstrekte hem met een gezicht als een beledigde majesteit de gewenste namen en met een zucht van verlichting verbet Gordon deze passa gier. Zo werkte hij ook de twee andere passagiers of, zonder ook maar iets wij zer te worden. Daarna wachtte hem nog een passagiere, die hem bijzonder inte resseerde. Miss Lucia Marine, de film ster. Tegen haar was eveneens een be zwarend getuigenis afgelegd. Hij trof het meisje niet in haar hut en daar zoeken op het schip haast on mogelijk was, gaf hij aan een der ste wards een briefje, waarin hij het meisje verzocht zich even bij de kapiteinshut te vervoegen. De steward verdween met de opdracht dit de filmster te overhandigen. Gordon zelf begaf zich naar het hospi taal om dokter Merryland op te zoeken. Hij was daar niet en zijn assistent deel de mee, dat de dokter vermoedelijk in zijn hul was. Daar vond Gordon hem ook. De dokter begroette hem met een spottende, diepe buiging. „Treed binnen in mijn nederig verblijf, geëerde meester-, detective", nodigde hij Gordon uit, „waarmee kan ik u van dienst zijn?" „Houd op met die nonsens, alsjeblieft" vroeg Gordon in een der gemakkelijke stoelen neerploffend. „Tjonge, tjonge, wat is dat een vervelend karweitje!" „Wat heb je uitgevoerd?" vroeg dok ter Merryland. Gordon deed hem een uitgebreid ver slag van de verhoren, die hij afgenomen had. „Het valt me nog mee, dat ze je vra gen beantwoorden", merkte de dokter rustig op. „Vergeet niet, dat ie niet in politiedienst bent en dus geen enkel recht kunt doen gelden." Gordon trok onge duldig zijn schouders op. „Ik ben nog niéts verder", klaagde hij. „Ik heb sterk ce indruk, dat ik de hele- morgen ver knoeid heb aan nutteloze verhoren. Hij tikte ongeduldig met zijn vin ger op de leuning van zijn stoel. „Had je dan verwacht dat de op lossing zo maar naar je toe zou rol len?" „Dat niet, maar op iets meer suc ces had ik toch wel gehoopt". Dokter Merryland glimlachte even en vroeg toen: „Wil je iets drin ken?" Met graagte accepteerde Gordon het aanbod. Dokter Merryland stond op en er klonk gerinkel van glazen. De scheepsarts had zijn eigen voor raad en verafschuwde t het om een steward te vragen wat voor hem in de bar te bestellen. „Alsjeblieft. Dit is beter dan de drankjes die ze in de bar serveren". „Dat geloof ik direct, dok, jouw smaak staat daar wel voor in. Proost". Zwijgend dronken zij. Dan maakte Gordon een ongeduldige beweging. Dokter Merryland zag die beweging en wuifde afwerend met zijn hand. „Begin nu niet weer over de zaak, wil je? Ik heb er schoon genoeg van". Gordon lachte verontschul digend. „Ik kan er niet van losko men en misschien wacht er nu weer iemand op me in de kapiteinshut". Dokter Merryland, die blijkbaar al weer vergeten was wat hij zojuist gezegd had, informeerde: „Wie?" „Miss Marino, die Italiaanse film ster, waar ik gisteravond mee dans te". De dokter knikte. Gordon dronk zijn glas leeg en stond op. „Ik ga eens kijken of ik haar zie", merkte hij op. „So long, dok". „Succes". o Met opgetrokken wenkbrauwen las Lucia Marino het epistel dat de steward haar overhandigd had. Wat betekende dit? Het onderhoud, dat zij de vorige dag met Gordon gehad had, lag haar nog vers in het ge heugen. De toon van deze brief was echter dwingender. Waar haalde de man het recht vandaan haar op deze wijze te commanderen? Iets in haar waarschuwde echter dat het niet verstandig was verstek te laten gaan. Het was beter naar de hut te gaan en hem daar eens flink de waarheid te zeggen. „Breng mij naar de hut van de kapitein", beval zij de wachtende bediende. Zij volgde hem. De ste ward klopte aan, doch het bleef stil binnen. Juist op dat moment kwam Gordon aangelopen. „Ah, bent u daar, miss Marino", begroette hij haar. „Komt u binnen". Ze beantwoordde zijn groet met een koel hoofdknikje en gaf aan zijn uitnodiging gevolg. Eenmaal in de hut, vroeg ze op hoge toon; „Wat heeft dit te beduiden? Ik meen dat ik u gisteren duidelijk genoeg heb laten merken dat ik van uw „vrien dendienst" geen gebruik wens te maken en dat ik die verder maar 'matig waardeer". „Ik heb u gisteren ook gezegd dat „anderen" u dezelfde vragen wel eens zouden kunnen stellen, herinnert u zich dat nog?" „Ja". „Welnu, men heeft mij aangesteld om dit te doen. Ik heb u de vragen echter al gesteld en zal ze niet meer herhalen. Wat ik thans graag zou willen weten is dit: U bent van nacht uit uw hut geweest. Waar bent u naar toe geweest?" ZWITSA JAARVERSLAG 1953 TILBURGSE K. v. K. Tijdens de vergadering van de Kamer van Koophandel voor Tilburg en Omge ving is het jaarverslag over 1953 aan geboden. De activiteiten van de Kamer en de over het algemeen gunstige resul taten van de Tilburgse industrieën ko men hierin tot uiting. Tezamen met de Kamers van Koop handel te Dordrecht, Hilversum, Gouda, Rotterdam, Utrecht en van de overige Brabantse districten werd geijverd voor een vaste oeververbinding over de Mer- wede bij Gorinchem, zulks ter oplossing van de problemen van het toenemende snelverkeer en ter ontsluiting van de Langstraat, het Land van Heusden en Altena en van de Alblasserwaard. Blij kens de memorie van antwoord bij de begroting 1954 van Verkeer en Water staat deelt de minister de inzichten der Kamers volledig. De brug met bijbeho rende wegenaanleg vormt een project van ruim f 24 millioen. THERAPEUTISCH INSTITUUT TE TILBURG. Onder zeer grote belangstelling, voor al uit medische kring, is Zaterdagmid dag het Radio-Therapeutisch Instituut te Tilburg geopend. Aanwezig waren o.m. mgr. W. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch, mr. E. H. J. baron van Voorst tor Voorst, burgemeester van Tilburg en vele prominente specialisten. De opening werd verricht door de heer J. Eras, als voorzitter van het college van regenten van het St. Elisabethzie- kenhuis. Het bestuur is trots op het be- zii van een dergelijk instituut, aldus de heer Eras. Mgr W. Mutsaerts sprak een kort woord van gelukwens, waarbij hij gewaagde van het vele goede (hier de kobalt) dat de natuur voortbrengt. Ir B. 'Woldringh, radiotechnisch advi seur van de Volksgezondheid in Den Haag, zei dat centraal bezien de opening van een radio-therapeutisch in stituut geen bijzondere gebeurtenis is. Wel belangrijk echter is het, dat hier een grote kobaltbron werd opgesteld, wat wel een unicum mag worden ge noemd. Het gemeentebestuur van Til burg, zo zei de burgemeester in zijn toe spraak, verheugt zich in deze officiële opening, omdat men in Tilburg voort varendheid stellig wanneer deze in het belang is van de lijdende mensheid weet te appreciëren, vandaar ook dat met graagte alle mogelijke medewerking is verleend. HET BRABANTS ORKEST. Naar de 100 subsidiërende gemeenten. Het aantal Brabantse gemeenten die Het Brabants Orkest subsidiëren neemt nog ieder jaar toe. Brabant telt op het ogenblik 142 gemeenten. Tot nu toe wordt het orkest gesubsidieerd door 88 van deze gemeenten. Nu het Brabants Orkest in '1955 zijn eerste lustrum als symphonie-orkest gaat vieren zou het een welkom geschtnk zijn voor het or kest, wanneer de resterende gemeenten ook zouden kunnen besluiten tot het ver lenen van kleinere of grotere subsidies. EEN EERLIJK MONUMENT VOOR JAN DE ROOIJ. Het zal wel geen toeval zijn geweest, dat juist nu, nu wij onze doden herden ken en onze bevrijding vieren, Uitgeve rij van Keulen te Delft, ons het boek „Grote Jan en Kleine Jan" van B. Bud- dingh', een oud-Waalwijker, toezond. Al zijn de helden van dit verhaal de boer van „Öudertroost", een boerderij in het Land van Heusden en Altena, de dappere .vaderlander die zijn plicht doet en de 'Engelse piloten een veilig onder komen verschaft en daarom door de Duitsers gevangen genomen wordt en op op transport gesteld naar Duitsland, waar hij tenslotte toch, ondanks alle martelingen en ontberingen, de bevrij ding overleeft, en kleine Jan, zijn zoon, van amper 10 jaren, die tijdens zijn ge vangenschap de boerderij beheert en het vaderlandslievende werk van zijn vader voortzet, voor zo ver zijn jeugd dat kan, toch is aan de boerderij nog een andere naam verbonden, de naam van een an dere Jan, die later de titel zou krijgen van held van de Langstraat, Jan de Rooij, die in de angstigë Decemberdagen van 1944, toen de Langstraat al bevrijd was, de Maas overstak en vanuit het Land van Heusden en Altena de gege vens over de Duitse troepenmacht die daar was geconcentreerd doorzond. We lezen hiervan in het boek „Grote Jan en Kleine Jan", dat speciaal voor jongere lezers geschreven blijkt; we lezen van het dappere werk van' de groep André, evengoed als van de dapperen in het land van Heusden, iwe lezen hoe het toegaat op de boerderij „Öuder troost", waar kleine Jan een echte zoon is van zijn vader, we lezen van het hardnekkige zwijgen van Grote Jan in Scheveningen, in het Duitse concentra tiekamp, een dapper zwijgen, ondanks de martelingen; het boek vertelt ons, in de vorm van een simpel verhaal, van de geweldige macht aan troepen en mate rieel die de Duitsers concentreerden ten Noorden van de Bergse Maas, waarvan Jan de Rooij alle gegevens doorzond en hoe hij hiertoe kwam; we lezen hoe ter nauwernood het bericht de geallieerden bereikte, en we zouden het verhaal over Dick, die het bericht opving in het Ca- pelse raadhuis, juist toen er een V 1 op viel, erg onwaarschijnlijk vinden, wan neer we er niet zo direct bij betrokken waren geweest. B. Buddingh' vertelt ons dan van da heldendaad van Jan de Rooij, die zich bij de 'Duitsers aanmeldt, wanneer de kleine Jan, de knecht en een andere boer worden bedreigd met de dood, om dat in de schuur van „Öudertroost" de zender is gevonden; de droefheid van de ouders van de Langstraatse held ont roert ons, evenals de bevrijding van grote Jan uit het concentratiekamp ons ontroert. De schrijver gaf deze oorlogstragiek uit onze directe omgeving de vorm van een niet al te groot verhaal; hij schrijft onopgesmukt en zonder veel pretentie over deze feiten, die waard zijn een blij vende gestalte te krijgen. De eerlijkheid en het ontbreken van alle opsmuk, waarmee met name de hel dendaad van Jan de Rooij wordt beschre ven en zijn innerlijke strijd, als hij het zijn plicht weet, zich te melden en daar bij het feit, dat de schrijver al zijn per sonen zo'n innig contact met God laat bewaren en niet de haat predikt maar de liefde en de vergevingsgezindheid, doen ons graag over enkele bezwaren van ondergeschikt belang heen stappen, al moeten we erkennen, dat we graag voor deze belangrijke stof een grootser vorm hadden gezien. „MET VLIEGENDE VAART" door D. Hendrikse en H. Hegeman. (Bosch en Keuning N.V., Baarn). Dit is een pracht-uitgave! Een fascinerend boek over de snelle ont wikkeling van de luchtvaart in de afgelopen vijftig jaar. Mensen als de gebroeders Wright, Blériot, Olie slagers, Fokker, Plesman, Lind bergh, Byrd en vele anderen, heb ben de luchtvaart groot gemaakt. Wij lezen van deze pioniers van hun doorzettingsvermogen en hun on verschrokkenheid, van hun avontu ren die zij beleefden en hun roem die zij oogstten. Lang heeft het ge duurd alvorens Orville en Wilbur Wright er in slaagden met hun gam mel toestelletje van de grond te ko men. Maarhet begin was er en de luchtvaart kreeg gestalte. Er werd gezwoegd, geëxperimenteerd, mensen trotseerden de grootste ge varen en lieten hun leven Blériot maakte met zijn vliegmachi ne de sprong over het Kanaal en hij was de held van de dag. Lindbergh waagde in z'n eentje de tocht over de Atlantische Oceaan en heel de wereld stond op z'n kop. Allengs werden de vliegmachines beter van constructie en de prestaties in de lucht liepen omhoog. Dynamisch ging het verder, steeds verder en de jacht naar records begon. Hendrikse en Hegeman hebben 'n boek geschreven dat niet bestemd is voor vakmensen of technici, maar voor hen die graag boeiende en spannende verhalen lezen over moe dige mannen uit de geschiedenis van de luchtvaart. Uitvoerige be schouwingen en verslagen over de historische „Melbourne-race" en de recente „Christchurch-race" zijn na tuurlijk niet vergeten, alsmede een beschrijving van de ontwikkelings gang van de helicopter, het vliegen de werkpaard dat van zo enorme betekenis is gebleken in de bloedi ge Koreaanse oorlog en in ons land bij de Februari-ramp van 1953. Ge spannen leest men het grote vraag stuk van de Amerikaanse vliege nier Chuck Yeager, die de ondoor- doos a 90 ct Het meisje verbleekte bij deze vraag. Even zweeg ze, maar dan barstte ze uit: „Wordt ik hier be- ft spionneerd?" „Niemand heeft u met opzet ga degeslagen, doch dit is gebleken". „Ik kan op deze vraag geen ant woord geven". „Weest u nu verstandig, miss Marino; met deze weigering maakt u uw zaak niet beter. U kunt toch wel een reden opgeven voor uw af wezigheid?" „Zeker kan ik dat, maar ik wei ger dat nu te doen. Het heeft niets met de zaak, die u zo even aanroer de, te maken". „De beoordeling daarvan zou ik liever aan mijzelf houden", merkte Gordon kalm op. „Moet ik dus uit uw antwoord opmaken dat u wei gert?" „Ja". De toon waarop ze dit zei klonk scherp en gedecideerd. Gordon overlegde even met zich zelf. Op dat moment kon hij verder niets meer doen. Als zij bij haar weigering bleef, stond hij machte loos. „Het is genoeg, miss Marino. Ik dank u voor uw medewerking". De sarcastische toon waarop dit gezegd werd, ontging het meisje niet. Zij verliet de hut zonder te groeten. Peinzend keek Gordon haar na. Wat verborg zij? Wat had zij met mr O'Connell uit te staan? Dat zij er op een of andere wijze bij be trokken was, stond voor hem als een paal boven water. Het grote probleem voor hem bleef echter de vraag, welk motief het meisje voor de beide gewelddaden had. Daar over tastte hij voorlopig nog in een Egyptische duisternis. Zij wenste niets los te laten. Als tweede verdachte was daar nog de vrouw van de vermoorde. Zij kon haar man vermoord hebben enlater de „aanslag" op haar zelf in scène gezet hebben. Er wa ren geen getuigen die haar verhaal over hetgeen er zich in haar hut had afgespeeld, konden bevestigen. En die wondeach, iedereen kan zich een onbetekenende snijwond aan de hals toebrengen. Ook hier weer; geen motief en geen bewijs! Restten nog de vier andere per sonen, die door verschillende pas sagiers aangewezen waren. Zuch tend stond Gordon op. Hun alibi's, voor zover aanwezig, moesten nog gecontroleerd worden. Het was laat in de avond, voor hij eindelijk ver slag bij de kapitein kon uitbrengen. Resultaat van een dag onderzoekin gen: nihil. Wat de verdachte passa giers opgegeven hadden als hun be zigheden op de uren van beide mis daden, klopte precies.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 2