25 J1IEI ST. CLEMENSSCHOOL petit beurre. v d2Bjnkgram 44 STïïSfS^— 67 Waarheen met onze Nationale Schoen- en Lederbeurs? NET MEISJE u 20 cl^«--L35 EEN JONGEMAN MAG. DE ZON UW MODEBRON wmmm „WERELDTRIP 1954". LANDIS GYR NV Hulpchauffeur rookworst, bacon, 6R0TE BONTE SHOW RADIO AVOND DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1954 „Interleder" dreigt in verkeerd geïnterpreteerde zakelijkheid over te gaan. Gevraagd bij expeditiebedrijf. KINDERWAGEN PRACHT SALONKAST SUIKER-TAAI» PINDA'S, - De 1 V* m'&I beste waar én de Fabriek van Electrische Apparaten VREDESPLEIN 4 WAALWIJK ZOEKT voor haar montage-afdeling van 17 jaar of ouder voor controle werkzaamheden. Aan werknemers die buiten Waalwijk wonen, worden de reiskosten vergoed. Persoonlijke aanmelding dagelijks van 9-12 en 2-5 uur bij de portier. VRIENDENKRING VAN RADIO LUXEMBURG? ZONDAG 26 SEPTEMBER 1954 TOEGANGSPRIJS F 1.50 EN F 1.00. Een Zilveren Jubileum dat reden tot dankbaarheid geeft. Op 2 September 1929 opende de Edelachtbare Heer Bur gemeester E. Moonen in de Baardwijksestraat te Baardwijk de St. Clemensschool, een Bijzondere Lagere School voor jongens. Op 2 September van dit jaar was dit bijzondere feit dus een kwart-eeuw geleden, maar wanneer de viering van dit herdenken enkele weken verschoven is, dan is dat in zekere zin overeenkomstig de werkelijke feiten, want de eigenlijke opening van de school, het begin van het on derwijs, gebeurde in 1929 ook niet precies op 2 September, maar enige tijd later, omdat 't wachten was op de school- meubelen. Het zilveren jubileum zal dus, zoals onze lezers al wel bekend is, gevierd worden- Op zich is een vijf-en-twintig- iarig bestaan van de school niet zo geweldig, maar voor aardwijk liggen de feiten toch enigszins anders. ONDERWIJS IN EIGEN PAROCHIE. Want tot die datum waren de Baardwijkse Katholieke jongens gedwongen dagelijks hun tocht naar Waalwijk' te maken om daar het lager onderwijs1 ie volgen. Nu is dat niet zo heel erg, zelfs goed voor jonge benen. Maar er zit een andere kant aan de zaak, een meer ideële kant. En dat zal iedereen direct inzien, wanneer we er op wijzen, van hoe groot belang bij de opvoeding een goede samen werking tussen kerk en school is1. Het is daarom niet te verwon deren, dat de Zeereerw. Heer Pas toor van Erp z.g. reeds ,in 1924 contact opnam met de toenmalige Inspec'trice van het L. O., Mevr. Jansen, om een eigen lagere jon gensschool voor zijn parochie. Vier jaren heeft de Pastoor moe ten wachten, tot hij eindelijk ze kerheid had dergelijke zaken worden nu eenmaal niet in een sneltrein-tempo behandeld. Op 30 November 1928 besloot de gemeenteraad van Waalwijk in principe zijn medewerking te ver lenen aan de bouw van een R.K. Jongensschool aan de „Baardwijk- sche Steeg" (zoals die Baardwijk sestraat toentertijd blijkbaar nog heette). De totale kosten werden geraamd op 44,341,30. Het plan was van de heer G. v. Huiten en met de uitvoering ervan werd blijkbaar heel spoedig be gonnen, want begin September van het volgende jaar, was het hele ge bouw, op het meubilair na, kant en klaar. De plechtige opening was een hele gebeur.enis voor de St. Clemensparochie. Er was een plechtige II. Mis en daarna trok men in stoet naar de nieuwe school, die door Pastoor van Erp werd ingezegend. Burgemeester Moonen droeg toen de school over aan het Kerkbestuur. Het was de tiende school in Waalwijk. TWEE ZILVEREN JUBILARISSEN. Er is een ander feit, dat de vie ring' van het zilveren schooljubi- leum alle reden geeft. Dat is het feit dat vanaf de opening tot op de dag van vandaag twee onder wijzers hun beste krachten hebben gegeven aan de opvoeding' van de Baardwijkse jongens1. Het zijn de heer G. Veltman, vanaf de stich- ling tot nu toe hoofd van de school en de heer G. Smits, onderwijzer. Iedere jongen die in Baardwijk school heeft gegaan, heeft mins tens gedurende enkele jaren dage lijks met deze onderwijzers omge gaan, heeft van hen geleerd, veel of minder veel, dat lag niet aan de leerkrachten dan, maar aan het bevattingsvermogen, of de leergie righeid van de discipel. Maar hoe hei ook zij, geen enkele van die jongens heeft Mijnheer Veltman of Mijnheer Smits vergeten en daar om is het geen wonder, dat een aantal van hen, de vrijheid nemend op te treden namens allen, zich gevormd hebben tot een huldi gingscomité, dat bovendien ook op wil treden namens de hele paro chie en dat dit zilveren bestaans- feest van de school en vooral dit zilveren feest van de beide onder wijzers niet zo maar voorbij wil laten gaan. Integendeel, zij hebben zichzelf de mogelijkheid gescha pen, hun waardering tot uiting te brengen en hun dankbaarheid voor j alles wat de school hun voor hun i leven heeft meegegeven en bijzon- derlijk voor alles- wat zij aan de beide onderwijzers-jubilarissen te danken hebben. TWEE DAGEN FEEST. t Op Woensdag 29 September zal het feest worden gevierd. Met een kindermis om half 8, een plechtige H. Mis- met assistentie om 9 uur, dan is er een huldiging door de j jongens van de school en om 12 uur volgt dan de officiële huldi ging door het schoolbestuur, het comité van oud-leerlingen en ver dere autoriteiten, dan zullen de ge schenken aangeboden worden na mens het bestuur, de parochie en de oud-leerlingen en dan zal ook gelegenheid gegeven worden het schoolbestuur en de onderwijzers geluk te wensen. Deze plechtigheid vindt plaats in het gymnastieklo kaal van de -school. In het patronaat voeren de kin deren van de school, bijgestaan door enkele oudere tonelisten, een kinderspel op met zang en muziek en dans, terwijl er dan 's avonds ook de harmonie nog aan te pas komt. De volgende dag, Donderdag, is speciaal bestemd voor de kinde ren, die wil men zeker niet verge ten en zij zullen dan ook wel aan hun trekken komen, want er is- een aantrekkelijk program voor hen in elkaar gedraaid, dat hun ongetwij feld veel genoegen zal doen. Enfin, alles is er op gericht, dit feest tot iets bijzonders te maken en nog lang in de herinnering te laten voortleven. Daar is immers- alle reden toe, zoals er ook reden is voor ons het schoolbestuur, de jubilerende onderwijzers-, de kin deren en de hele St. Clemenspa rochie geluk te wensen met het feest van hun school en het jubi leum van de beide onderwijzers, die bovendien ook in de Baard wijkse gemeenschap steeds een bij zondere plaats hebben ingenomen. r' .ü/r\ Bij de opening der St. Clemensschool, nu 25 jaar geleden. Wij lezen in „de Pasbank" (Gelderlander-Pers Nijmegen) het volgende belangwekkende artikel: Terug naar de bakermai ven onze branche -Na de moeizame geboorte van de jaar lijks terugkerende schoen- en lederbeurs in ons land, hebben wij onlangs voor de derde maal Interleder in Utrecht beleefd. Men herinnert zich, dat de beslissing Utrecht of Wh al wijk, niet zonder pijn en grote aarzeüng is genomen. 'Men heeft gekozen voor Utrecht. En nu na drie jaar hebben Waalwijk en de Lang straat er zonder twijfel reéht op, dat met ernst en eerlijkheid wordt nagegaan of de keuze van drie jaar geleden juist is geweest en of zij 'heeft beantwoord aan de verwachtingen van hen, die voor Utrecht waren geporteerd. Wij zullen trachten, los van alle voor oordelen, los van sentimenten, ons oor deel te formuleren, omdat -het naar onze mening noodzakelijk is geworden, de plaats van de nationale schoenbeurs in ons land, opnieuw onder ogen te zien. MODERNE ZAKELIJKHEID VRAAGT SFEER. Laat ons dan vooropstellen dat onzer zijds op de technische organisatie van de drie Interleders geen critiek bestaat. De apparatuur van de Jaarbeurs heeft zon der twijfel voldaan en zij heeft mets na gelaten om een zo groot mogelijk deel van de nationale en internationale schoen- -en lederfamilie tot een bezoek aan Utrecht aan te sporen. Wij zien daarbij) evenmin over het -hoofd, dat de Jaarbeurs als organisatie slechts een uit voerende taak heeft gehad en dat zij ver der slechts ondergeschikt was aan de Stichting Interleder, van waaruit de eer ste instantie de impulsen en initiatieven moesten komen, waaraan de schoen- en lederbeurs te Utrecht zijn -sfeer 'en ka rakter moest ontlenen. Nu mogen wij eraan 'herinneren, dat wij reeds na de tweede beurs in Utrecht een waarschuwend woord hebben laten horen. Toen reeds hebben wij de aan dacht gevestigd op het totaal gemis aan sfeer, waaraan Interleder in het tweede jaar van zijn bestaan al in ernstige mate te lijden had en waarvan wij de gevaren onmiddellijk hebben gesignaleerd. Wan neer wij dus thans vaststellen, dat Inter leder III wat dit betreft nog veel slechter was dan de vorige, dan behoeven wij daaraan niets meer toe te voegen. ja maar, horen wij ons al tegenwerpen, wij hebben die sfeer niet nodig. Wij wil len alleen en uitsluitend een zakenbeurs! Dat weten wij, len dat hebben wij al ge hoord- vanaf het ogenblik, dat Interleder werd geboren. En men heeft zich ook zorgvuldig aan deze opvatting gehouden. Maar wat is het resultaat van al die zgn. zakelijkheid? Dit, -dat de op zich zelf zo gezonde gedachte van een jaarlijks te houden schoen- en lederbeurs in al die zakelijkheid de verstikkingsdood tegemoet gaat. Want als -men in dit verband in onze branche het woord zakelijkheid ge bruikt, dan bedoelt men blijkbaar een in terpretatie van het woord, die niet meer van deze tijd is. De moderne zakelijkheid van onze tijd vraagt in tegenstelling tot vroeger juist sfeer, show, beweging, ac tiviteit, dynamiek. -De sfeer, de beweging, de show, dat -zijn juist de elementen der moderne zakelijkheid. Een beurs, een ten toonstelling in onze tijd, die deze ele menten niet bezit of veronachtzaamd heeft, is volgens moderne, begrippen niet zakelijk meer. Om het nog eens met een enkel voorbeeld duidelijk te maken: uit sluitend bezien vanuit de gezichtshoek der moderne zakelijkheid was de Slem te Waalwijk zakelijker dan Interleder III te Utrecht. De Slem bevatte een -groot aantal ele menten, die de zakelijkheid van onze mo derne tijd karakteriseren, Interleder I-U bei- zat vrijwel geen enkele dezer elementen. Wij zijn dus van het argument, dat In terleder toch vooral zo'n zakelijke beurs zou zijn geweest, 'helemaal niet onder de inciruk gekomen. Integendeel, wij zijn van oordeel, dat de interpretatie, die men in Utrecht van zakelijkheid geeft, niet meer past bij onze dynamische tijd. Interleder III was dus in geen enkel opzicht meer een zakelijke beurs. Interleder III was een doodse verzameling stands, in keurige nette rijen opgesteld, een verzameling, die -het 25 -jaar geleden nog wel zou -heb ben gedaan, maar in het huidige tijds bestek niet meer voldeed -aan de eisen, die thans zakelijk gesteld worden aan beurzen en tentoonstellingen -en zeker niet als men als -branche wil pretenderen een vooraanstaande plaats in de Euro pese schoen- en lederwereld in te nemen, i Daaraan kunnen de goedbedoelde be leefdheidsrecensies van buitenlandse vak bladen niets veranderen. BEURSGEDACHTE MAG NIET VERLOREN GAAN. Waalwijk met zijn Slem heeft vorig jaar metterdaad getoond begrepen te heb ber, wat in onze tijd onder zakelijkheid dient te worden verstaan. Kaatsheuvel toonde het reeds daarvoor en het toonde het ook weer op de Slem. In Utrecht heeft -men er tot nu toe nog niets van begrepen en wij vrezen, dat 'het nog wel een paar jaar zal duren voor men het wèl begrijpen zal. Maar dan zal het zon der twijfel te laat zijn. Dan zal het ont staan van een gezonde, moderne beurs- traditie waarschijnlijk definitief onmoge- lijk zijn geworden. Dan zal de beursge- dachte ter ziele zijn en dan zal de bran che een verlies geleden hebben, dat spoe dig genoeg diep zal worden betreurd. Het is daarom, -dat wij thans -de -alarmklok luiden. Niet omdat Waalwijk of de Lang- straat ons als stad of streek hever zou den zijn dan Utrecht. Maar omdat wij vrezen, dat Utrecht het graf zal worden van onze nationale schoen- en leder beurs. Nogmaals: wij verstaan onder zakelijk heid blijkbaar iets heel anders dan men in Utrecht doet. Wij vinden, dat wat Utrecht tot nu toe heeft laten zien, met zakelijkheid niets te maken heeft. Wat de branche nodig heeft, dat is een beurs, die door zijn wezen en karak ter, als vanzelf ook een tentoonstelling is. Een beurs, waarvan men de sfeer der branche al vèr buiten het eigenlijke beurs gebouw kan aanvoelen. Een beurs, die van jaar tot jaar een manifestatie moet zijn naar binnen en naar buiten. Een manifestatie tegenover volk en overheid, maar vooral tegenover ons zelf, tegenover de branche. Een manifestatie, waaruit ideeën voortkomen, waarin im pulsen worden geboren tot het aandur ven van nieuwe initiatieven. KLAP IN HET GEZICHT VAN BRABANT. Als men in onze dagen veel spreekt over opvoering van de productiviteit, dan ziet men dat in ons land nog altijd teveel als een uitsluitend technisch pro bleem, terwijl de Amerikanen ons toch juist geleerd hebben, dat de productivi- teitsopvoering veel meer is dan een stuk technische problematiek. Zij omvat -het ganse technische en economische leven van een bedrijfstak. Zij vraagt de inzet van industriëlen, handelaren en arbeiders. Welnu, in dit voor de welvaart van ons volk zo -noodzakelijke streven naar productiviteitsbevordering, moet en kan de jaarlijkse schoen- en lederbeurs een factor van de grootste betekenis vormen. Wij zullen nog een tweede voorbeeld gebruiken om duidelijk te maken waar 'hel verschil ligt tussen wat wij willen en wat men in -Utrecht tot nu toe heeft gedaan. Volgens de Utrechtse opvattingen, als we het zo kortheidshalve moge aandui den, moet het werk van het Mode-cen trum -met zijn pers-shows en daarbij be horende entourage in hoge mate onzake lijk zijn. De afzonderlijke bedrijven van onze industrie en handel kunnen er strikt genomen niet van profiteren. Er wordt veel gedaan en er wordt veel geld voor uitgegeven zonder dat iemand: de directe resultaten ka-n aantonen en bewijzen. En toch is dit werk door en door zakelijk. Zo is -het ook met de schoen- en leder beurs. Natuurlijk moet er verkocht wor den en zoveel mogelijk. Maar het is on economisch, het is onzakelijk, om als men toch massaal bijeen is, die gelegenheid niet tevens aan te grijpen om de beurs ook tot een -algemene, de gehele branche dienende manifestatie te maken. Men kan beide facetten van de beurs volledig tot hun recht doen komen, zonder één van beide te schaden. Interleder houdt zich angstvallig bij het ene facet en -heeft voor het -andere geen oog. In Brabant heeft men bewezen -begrip te hebben voor beide facetten en daar door is thans in feite door Interleder zélf opnieuw 'het probleem -aan de orde ge steld: Utrecht of de Langstraat? Daarbij rijst dan opnieuw de vraag of het juist is de nationale schoen- en leder beurs zo nadrukkelijk te onttrekken aan het gebied, dat de bakermat der schoen en leiderindustrie was, waarin zij vast ge worteld is en waarin zij nog steeds voor verreweg het grootste gedeelte gevestigd is. Heeft men eigenlijk zélf niet onze ge hele schoen- en lederindustrie een klap om, de oren gegeven toen men zo demon stratief wegtrok uit het land, waar dé wieg van onze industrie stond en dat nog steeds -het onaantastbare centrum is? Heeft men daarmee niet tegenover volk en overheid een gebaar gemaakt, dat niet anders kon worden opgevat dan als een discriminatie van de ergste soort? Men heeft argumenten aangevoerd te gen de Langstraat, met name Waalwijk en vóór Utrecht. Zijn zij werkelijk wel zo steekhoudend gebleken -als velen drie jaar geleden in alle eerlijkheid hebben verondersteld? I KAN DE LANGSTRAAT ACCOM MODATIE BIEDEN? Vóór Utrecht hebben in hoofdzaak ge pleit: de centrale ligging; de aanwezig heid van moderne tentoonstellingsgebou wen; meer en betere hotelaccommodatie. Drie argumenten, die stuk voor stuk fei telijk wel juist zijn, maar waarvan nie mand kan zeggen of en zo ja, in welke mate, zij doorslaggevend) zijn. Want als de Langstraat wèl over een modern tentoonstellingsgebouw zou be schikken, als de hotelaccommodatie wèl toereikend zou zijn en als de Langstraat verkeerstechnisch zo te bereiken zou zijn dat de centrale ligging van Utrecht wei nig voordeel meer zou opleveren, zou men dan drie jaar geleden wèl besloten hebben de schoen- en lederbeurs in Bra bant te houden? Wij -hebben reden om aan te nemen, dat de keuze dan inderdaad niet op Utrecht zou zijn gevallen. Welnu dan dient thans opnieuw te worden nagegaan wat de Langstraat aan accommodatie zcu kunnen -bieden. En dan zou het ons zeer verwonderen -als de Langstraat thans niet in belangrijke mate aan de bezwaren van indertijd tegemoet zou kunnen komen. Waarbij in dat geval dan de daarmee doorslaggevend geworden factor komt, dat de Langstraat naast die technische outillage een accommodatie juist datgene kan 'bieden, wat Utrecht nu juist niet heeft kunnen bieden en ook nooit zal kunnen: de sfeer van het schoenenland, de sfeer van het industriële centrum, waar niet alleen de van buiten komende bezoekers, maar de gehele 'bevolking be langstelling heeft en zal tonen voor de jaarlijkse manifestatie van haar industrie, die ook de onze is. Wij! hebben indertijd al eens de aan dacht gevestigd op de omstandigheden, waaronder de schoen- en lederbeurs in het Duitse Pirmasens zich ook na de oor log -heeft weten te handhaven. Omstan digheden, die gemeten naar de maatsta ven, welke men in ons land heeft gehan teerd, nog veel ongunstiger waren dan in de Langstraat. Vrijwel zonder enige accommodatie moest Pirmasens 'het op nemen tegen de hyper moderne tentoon stellingsgebouwen in Keulen, -Diisseldorf, Stuttgart enz. Toch koos en 'herkoos men Pirmasens, omdat het 't uitgesproken centrum was van de schoen- en leder industrie, omdat Pirmasens en Pirmasens alléén de sfeer kon leveren, die als zuur stof is voor het leven en voortbestaan van de traditie ener schoen- en leder beurs. En wat doen de Belgische collega's? Zij gaan in het najaar voor het eerst een grote Belgische schoen- en lederbeurs or ganiseren. Waar? Niet in Antwerpen, niet in Brussel, maar in Gent, in de di recte nabijheid dus van het Belgische schoen- en ledercentrum. Ook daar legt men een direct verband tussen het cen trum van de industrie en de nationale beurs. Zo is er dus -alles voor te zeggen, de vraag: Utrecht of de Langstraat?, op nieuw in behandeling te nemen. Er is ook nog veel meer over te zeggen dan wij in voorgaande regelen hebben ge daan. En dat zullen wij in de volgende nummers van ons blad dan ook stellig doen. Ondergetekende betuigt hiermee zijn hartelijke dank voor de vele blijken van belangstelling bij zijn 25-jarig dienstjubileum ondervon den. Vooral gaat mijn dank uit naar mijn hooggeachte Patroons, de Weled. Heren J. en A. Tielen en naar het Kantoor- en Technisch Personeel der Waalwijkse Stoom drukkerij Antoon Tielen, voor de mooie cadeaux die ik van hen mocht ontvangen. J. KOOLEN-SWINKELS. Waalwijk, -Sept. '54. GEVRAAGD In groot gezin tegen hoog loon. Liefst uit Haarsteeg. Brieven onder No. 5974 Bur. van dit blad. Brieven onder No. 5975 bur. van dit blad. TE KOOP wegens plaats gebrek een zo goed als nieuwe Engels model. Te bevragen Pater van der Elzenstraat 2, Waalwijk. TE KOOP: met platenwisselaaren li gebouwde radio, zeer geschikt voor café bedrijf e. d. Tegen elk aannemelijk bod. Brieven onder No. 5976 Bureau van dit blad. per 100 gtam de echte GELDERSE! smaakt als ham die de jeugd zo lekker vmo in handig pak extra groot! 250 gram 59 met v, ft 4 i<' 5 S' .v :-ï\ fDAH ZAAL KO DE NIJS, WAALWIJK. onder de titel EEN AVOND VOL HUMOR EN ZANG. 25 MEDEWERKERS. U ZULT SCHATEREN VAN HET LACHEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1954 | | pagina 3