f Reliefdrukwerken
i
I
DITVOORST-SCHRIJVERS WONINGINRICHTING Nieuwlandstraat 14, TILBURG
ALGEMENE BERICHTEN
Uit Loonopzand's verleden
JONGENS
Goedkoop timmeren!!
o. a. Exclusieve Bankstellen.
DE KOPERKONING
ff
11
DE ECHO VAN HE,T ZUIDEN VAN VRIJDAG 24 DECEMBER 1954
11
een prettig Kerstfeest en een voorspoedig 1955
R.K. Toneelvereniging „UTILE DULCF' Vlijmen.
SCHOENFABRIEK C. M. VIN HEUST
VRAAGT voor direct
voor de NIEUWE aid.CALIFORNIA.
GEBRUIKT, DOCH ZO GOED ALS NIEUW HOUT
SUNKIST SINAASAPPELEN II
SPECIALE RECLAMEPRIJS
Verder
H. KLEIJN TUMMERS
leveren wij U in elke ]L
ff uitvoering en kleur,
Prima verzorgd werk en billijke prijs. J|
H Vraag ons bij gelegenheid eens prijs. f|[
Waalwijks© Stoomdrukkerij
An to on Tielen
Waalwijk
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden".
i
hiermee nu reeds rekening houden
en in de komende weken zal door
de klokkencommissie hiervoor een
zitting in het clublokaal worden ge
houden.
Het nieuwe verenigingsreglement
is deze week klaar gekomen en kan
vanaf heden bij de penningmeester,
de heer Leijtens, worden afgehaald.
Rond tien uur kon deze vergade
ring worden gesloten onder dank
van de voorzitter voor de vlotte af-
WATEROVERLAST
IN DE LANGSTRAAT.
De Noord-Wester-stormen van de
laatste dagen hebben belangrijke
gebieden van de Langstraat weer
geïnundeerd. De buitenpolders van
Baardwijk, Waalwijk en Besoyen
staan blank en vooral achter Waal
wijk veroorzaakte het water nogal
wat last, omdat men daar in de uit
voering van grondwerkzaamheden
natuurlijk totaal werd belemmerd.
De polders ten Noorden van Capel-
le en Waspik staan ook onder water,
speciaal in 's-Grevelduin-Capelle
staat het water erg hoog. Het pol
dergebied van de Beneden-Donge
is practisch geheel geïnundeerd; 't
water drong door tot in het cen
trum van Raamsdonksveer.
Laat het een stimulans te meer
zijn voor een spoedige uitvoering
van de verbetering brengende wer
ken.
„HET WAALWIJKS ORKEST".
De heer Venema, instructeur en
dirigent bij „Het Waalwijks Orkest"
heeft om gezondheidsredenen als zo
danig ontslag moeten nemen. De
heer J. Plinsinga, oud-dirigent van
„Het Waalwijks Orkest" heeft zich
bereid verklaard tijdelijk de direc
tie-staf weer te hanteren.
KONIJN GESTOLEN.
In de nacht van Maandag op Dins
dag werd bij de heer M. te Baard
wijk een zwaar konijn gestolen. De
aangifte bij de politie werd te laat
gedaan om nog met een speurhond
de dader(s) op te sporen. De politie
is deze dagen extra op haar hoede.
BURGERLIJKE STAND.
Geboren: Jacoba, dv. A. Kamer-
man-v. Dongen te Sprang-Capelle;
Louise J. A., dv. A. F. G. T. Pulles-
v. Drunen; Cornelis J., zv. C. J.
Scholt-Nieuwenhuizen; Henricus G.
A. I. M. en Gerardus A. A. J. M.,
zonen van A. G. Boot-v. Hint.hem;
Gerardus C., zv. G. P. Damen-'t
Hoen te Sprang-Capelle; Henricus
G. M., zv. H. A. M. Westerburger-
Brok.
Overleden: Johannes B. Dinge-
mans 76 j., wedn. van M, C. de
Louw, te Loonopzand; Elisabeth B.
Meijers 80 j., wed. van jV. H. Man
gels.
Huw.-aangiften: M. F. Ligtvoet
24 j. te Waalwijk en J. W. T. de
Geus 20 j. te Nijmegen; W. J.
Maarschalkerweerd 24 j. en J. G.
van de Ven 20 j., beiden te Waal
wijk; A. F. J. T. W. Vermeer 26 j.
en L. Ei M. v. Steenderen 23 jaar,
beiden te Waalwijk; C. P. Netten
28 j. te Delft en A. A. de Peffer, 27
jaar te Waalwijk.
Gehuwd: Geen.
Ingekomen: C. J. N. v. d. Meij-
denberg van Leiden; L. A. C. Stok-
kermans van Loonopzand.
Vertrokken: W. C. L. Philippart
naar Vught; E. Fonkert, echtg. v. d.
Waal en gezin naar Nijmegen; C. J.
v. Schaijk naar Rotterdam; J. P.
Beerens naar Vught; J. J. v. Beur
den naar 's-Bosch.
NIEUW PROTEST VAN
NEDERLANDSE REGERING.
De Nederlandse regering zal opnieuw
een protestnota aan Indonesië sturen
naar aanleiding van de Indonesische in
filtratie op Nederlands NieuwiGuinea.
De regering maakt zich ernstig bezorgd
over het lot van de hoofdagent van po
litie Van Krieken, die door de Indone
siërs uit Nieuw-Guinea werd ontvoerd.
Het is in Den Haag' nog steeds niet be
kend waar hij gevangen wordt gehouden.
In de nota zullen vele nieuwe bewij
zen worden overgelegd. De inhoud zal
worden gepubliceerd in de hoop, dat het
v/ereldgeweten wordt wakker geschud.
Dit deelde minister Luns Woensdagmid
dag in de Tweede Kamer mede bij het
debat over Buitenlandse Zaken.
De minister had niet de illusie dat an
dere landen stappen bij Indonesië zullen
ondernemen om te protesteren tegen de
behandeling die de Nederlanders onder
gaan. „Ik spreek uit ervaring", zei hij.
Dit betekent niet, dat wij definitief heb
ben afgezien van stappen op internatio
naal niveau."
AANTEKENINGEN
BETREFFENDE SPRANG.
Sprang stond zeer lange tijd in nauw
contact met Loon. De streek tussen
Geertruidenberg, Waalwijk, de Oude
Maas en de meer zuidelijk gelegen ho
gere gronden van Brabant, was vóór
1200 een moerassige en onherbergzame
wildernis.
'Lang was deze streek het domeingoed
van de graaf.
In het Groot Charterboek van Holland
lezen we op blz. 610 van het 3e deel
over een „wilderd, die gheleghen is je-
ghens den ambachte van Ramsdunc,
tuscken Tielmans Ver Belien soens moer
ende tyusken Tryebroeck buten den dijc,
dit ghemene land daer helt toterer Dunc-
ga toe". Na 1200 ontstonden in die
streek verschillende ambachten, waaruit
later ontstaan zijn ,,'s Gravenmoer, Ca-
pelle, Nienwstraat, Sprang en meer an
dere plaatsen. Rond 1300 was het waar
thans Sprang ligt nog een onherbergza
me wildermis, geheel moeras, met vele
„quade moerdellen ende laechten".
Graaf Willem III van Holland wilde
profijt trekken en gaf aan 20 vrije lieden
met hun gezinnen „twintich hoeven
moers uyt, elcke hoeve van XVI mor
gen", samen dus 320 morgen. Deze lie
den begonnen met de moerassen te ver
venen. Deze vervening schijnt begonnen
te zijn korten tijd na die van Loon, im
mers toen de Loonse vaart klaar was,
groeven die van Sprang, met consent van
Pauwels van Haestrecht de heer van
Loon, kanaaltjes naar de Bosse Sloot en
konden alzo ook hun turf naar Holland
en Gelderland vervoeren. Zo kon uit
Sprang, met het overtollige water, ook
de turf weg.
Men begon met de opwerping van een
hogere streep grond, waarop de huisjes
van de emigranten verrezen. Na de ont
ginning bleven er behalve de dijkjes,
wegen en slootjes, nog 240 van de 320
morgen lants, zijnde „Licht Brabants
lant" over. De grond bleef het eigendom
van de Graaf. De boeren moesten elk
jaar iets afdragen van hun opbrengst
aan de Graaf en bovendien op bepaalde
tijden hun werkkrachten leveren (het
stelsel van horigheid dus).
Door een klein vaartje, was de
„Sprangse sloot" met het oude Maasje
verbonden. Dit vaartje heette „de
Spranghe" (uitsprijtsel"), hieraan heeft
het dorp zijn naam te danken.
Aan het hoofd van dit nieuwe dorp
plaatste de Graaf een schout. Op de
eerste plaats had deze te zorgen dat de
gtaaf zijn hem toekomende portie kreeg,
en moest verder als hoofd optreden.
Hij stelde op zijn beurt weer 7 perso
nen aan om met hem te besturen. Zo'n
ambt van Schout noemde met „officium"
of ambacht. Zo is het ook te verklaren
dat Sprang wordt genoemd een „Am
bachtsheerlijkheid". Evenals de graven,
hertogen, baronnen vroeger zulks deden
ten opzichte van de landsvorst (de Kei
zer), zo maakten de ambachtsheren zich
nu meer en meer onafhankelijk van de
Graaf. Sprang noemde men rond 1550
ook wel ,,'s Heren Sprangh". Achtereen
volgens waren het de adelijke familie's:
van der Duyn, Valkeroorts (beiden uit
den 'Haag) en. laatstelijk de „van Hou-
wenings" uit Gorinchem, die de scepter
over Sprang hebben gezwaaid. Behalve
van de vervening leefden de inwoners
van de landbouw.
Woonden er in Sprang in het begin
van de 16e eeuw 500 mensen, in 1600
was het inwonerental reeds gestegen tot
1000.
Tussen 1580 en 1650 heeft Sprang
evenals Loon ruimschoots gedeeld in de
zegeningen van de oorlogen, en telkens
opnieuw hadden er inlegeringen plaats
van doortrekkende, meestal Staatse troe
pen. In eerstgenoemd jaar namen deze
troepen uit het dorp nog voor 1400 gul
den aan levensmiddelen mee, voor die
tijd een kapitale som. Bijna ieder jaar
herhaalde zich deze geschiedenis.
Voor 1600 behoorde Sprang kerkelijk
onder Loon. Reeds Peter Coelborne pas
toor van Loon vóór 1390 en Henricus
van Stiereken van pl.m. 1390 tot na
1400, noemden zich, evenals hun opvol
gers „pastoir van Loon ende Spranghe".
Van pastoor van Stiereken weten we dat
hij van de Sprangse tienden mocht innen
tot onderhoud van de „capelle tot
Spranghe".
Na enigen tijd maakte de Graaf van
Holland bezwaar tegen het innen dezer
tienden, doch in 1664 gaf Filips van
Bourgondië een resolutie uit, waarbij de
opbrengst uit de tienden van Sprang ten
behoeve van Jan van Beringen, die in
1640 de kerk van Sprang in de huidige
vorm liet bouwen, in voor hem gunsti
ge zin liet regelen en vastleggen. De
nieuwe kerk werd toegewijd aan de 'H.
Nicolaas. In de fraaie toren die kort er
na aan de kerk gebouwd werd, kwam
reeds in hetzelfde jaar een klok.
Sprang vormde nooit een eigen pa
rochie, doch de zeer aanzienlijke kerk
was slechts een succursale Capel van de
parochie van Loon, en werd namens de
pastoor van Loon door een rector be
diend. In het jaar 1514 telde Sprang 450
communicanten, onder wie ook buiten
lieden gerekend werden. In 1571 was dit
getal reeds gestegen tot 700. Twee kerk
visitaties verspreiden over kerk en pa
rochianen enig licht. (Arch. Bisdom Den
Bosch).
De visitatie van 5 Sept. 1571 noemt de
kerk een „quartha capella, de H. Nici-
laus toegewijd", waarvan de collatie, ge
lijk in de moederkerk van Loon, beur
telings bij de abt van Tongerlo en de
kasteelheer van Loon berust. In laatst
genoemd jaar werd de „capelle tot
Sprangh" bediend door rector Adr. Cam.
Hij bezat het beneficie van het altaar
van O.L.Vr. (hoogaltaar van de kerk).
Dit altaar van O.L.Vr. wordt reeds ge
noemd in 1520, met daarbij vier altaren,
nml. van de H. Barbara, de H. Catharina,
de H. Geest en van de H. Anna en Ge-
orgius.
De tweede kerkvisitatie werd gehouden
in 1572 en wel op 11 April. Reeds des
morgens te 6 uur was Bisschop Metsjus
van 's Bosch in Sprang. Het rapport van
de visitatie noemt voor Sprang in dit
jaar 700 communicanten, noemt verder
jan Riemen als pastoor van Loon ende
Spranghe en Adr. Cam, vicecuratus van
Sprangh en de priester Cosmas die van
Almkerk naar Sprang was gekomen. Op
het gedrag van geen dezer priesters was
iets aan te merken, volgens de visitatie.
'Sedert 1520 had de kerk er drie alta
ren bijgekregen, en telde er dus voortaan
zeven, waarvan er echter slechts drie
waren geconsacreerd. Genoemd worden
er echter in de visitatie slechts het al
taar van de H. Antonius, O.L.Vr., bei
den met twee HH Missen in de week,
het altaar van de H. Barbara en dat van
de HH Anna en Georgius met één H.
Mis. De vroegmis op Zondagen en op
Donderdagen aan het Hoogaltaar werden
door de pastoor gecelebreerd. Er worden
verder drie Broederschappen aangete
kend, waarvan men er slechts één noemt
en wel de Confraterniteit van het altaar
der Moeder Gods.
Zeer wijselijk beval de Kerkvorst bij
deze visitatie, dat de uitgangen der her
bergen op het kerkhof moesten gesloten
worden en dat er geen burgerlijke afkon
digingen meer mochten plaats hebben j
onder de kerkelijke diensten. (Arch. Bis-
dom den Bosch).
Doordat Bisschop Metsius zich per
soonlijk had overtuigd van de noodzake
lijkheid van een eigen parochie van
Sprang, dat veel te ver van Loon ver
wijderd lag, had Sprang zeker binnen af
zienbare tijd een eigen parochie met een
eigen herder, doch om de woelige tijden,
die vooral rond 1572 een aanvang na
men, bleef Sprang van een eigen herder
verstoken, die door zijn waakzaamheid
de indringende hervorming had kunnen
beschermen. De pastoors van Loon wer
den in hun ijver gestuit door het gevaar
van onderweg gevangen genomen te
worden en zo konden zij niet, gelijk zij
dat in Loon deden de nieuwe leer afwe
ren. Bovendien maakte het Twaalfjarig
Bestand, dat Sprang tot een Statendorp
maakte, voor de pastoor en iedere pries
ter schier ontoegankelijk. Al spoedig in
1609 werd de kerk voor de katholieken
gesloten en het volgend jaar kwam er de j
predikant van Besoijen prediken, terwijl
in 1613 de predikant Cornelius Haneco-
pius er zich als predikant kwam vesti
gen.
Sprang bleef kerkelijk met Loon ver
bonden en tevergeefs verzochten de Ka
tholieken van Sprang met die van t-chre-
velduin en Vrijhoeven-Capelle in 1731
aan de Ho. Mo. Heren om te Sprang
een schuurkerk te mogen opslaan. Wel
dra werd dit echter aan Ketsheuvel wel
vergund, zodat zij spoedig van dit nie
tige bedehuis gebruik konden maken.
Eindelijk zijn zij onder de jurisdictie van
de pastoor van Ketsheuvel gesteid.
De Heerlijkheid.
Gelijk we boven reeds zeiden, was de
heerlijkheid Sprang een leen van de
Graaf van Holland en behoorde aan het
geslacht van Wielenstein en kwam in het
begin van de 15e eeuw door huwelijk
van Christina van Wielenstein in han
den van de familie van der Duynen en
werd verder in het begin van de 17e
eeuw door erfenis overgebracht in de fa
milie van Valkeroort (Terwerda).
In 1562 stierf Nicolaas v. d. Duynen
Adamsz heer van Sprang (Coppens ill,
266). Verder kwam de heerlijkheid aan
Jan van Wissenkerke, Baron van i-el-
le-mberg, die gehuwd met Barbera Issa-
bella Tuyl van Bulkesteyn, Vrouwe van
Sprang in 1680 gestorven en in de Je-
zuitenkerk te Leuven begraven.
Hun kleinzoon Frans-Karei, baron van
Pellenberg had Anna van de Duyn in
huwelijk en stierf den 8e Mei 1699 en
liet de heerlijkheid aan zijn enige doch
ter Anna Maria, die de 19 Mei in den
echt trad met Melchior Jozef Villegas,
Baron van Hovorst en den 23 Oct. 1761
kwam te overlijden (Coppens). Eindelijk
ging het bezit der heerlijkheid over in
het bezit van de familie van Houwe-
ningen te Gorinchem (v. d. Aa).
De volksoverlevering welke zegt dat
in het begin van de 17e eeuw de pastoor
Van Sprang (dat zou dan moeten zijn
Gerardus Otten, die in de kerk van
Loonopzand begraven ligt), van het Ka
tholieke geloof zou zijn afgevallen, is
geheel uit de lucht gegrepen. Van een
eigen pastoor van Sprang was nooit
sprake. Dat een rector of beneficiant tot
het protestantisme zou zijn overgegaan
is uit geen enkel kerkelijk archief geble
ken.
We hadden dezer dagen het voorrecht
om zowel het uitwendige van dit fraaie
gebouw als het interieur te bezicht gen
en stonden verbaast over het vakman
schap en de toewijding waarmede, zowel
uitvoerder als werklieden het historische
gebouw restaureren.
De voormalige sacristie (thans consis
toriekamer) is geheel in zijn oorspronke
lijke toestand hersteld en toont in haar
bovenbouw een-juweel van gewelf-jnet-
selkunst. Bovendien verraadt dit gewelf
het technisch kunnen der vaklui.
Op twee van de pijlers aan de Evan
geliezijde van het schip der kerk wer
den van onder de kalklaag een fresco
te voorschijn gehaald, voorstellende de
H. Apostel Paulus en de H. Bartholo-
meus, beiden met de atributen van hun
marteling. Zeer waarschijnlijk zullen er
aan de kant van het presbyterium meer
dere volgen. Het fraaie tongewelf met
zijn sobere beschildering met bloemmo
tieven in het midden en aan de sluit
stukken tegen de muren doet zeer voor
naam aan.
De oude vierkantige doopvont, die
volgens meester Panken in 1869 van
onder de vloer der kerk zou zijn te voor
schijn gehaald, werd door ons niet ont
dekt, wel echter de grafzerk van de pre
dikant 'Ds. Brons, die in 1629 werd be
last met de protestantizering der Meije-
r.J en in 1669 op 75-jarige leeftijd te
Sprang overleed en diens echtgenote
Geertrui de Werck overl. 15 Oct. 1668.
Naast de zielszorg oefende Joh. Brons
ook te Sprang en gelijk we vonden aan
getekend ook te Loon het ambt van ge
neesheer uit.
Loonopzand. P. Adr. v. Beers.
Wij wensen vrienden en kennissen in Holland
FRITS v. d. LINDEN—LUXEMBURG
Sask. 2117 Laconstreet Regina
CANADA.
De R.K. Toneelvereniging „UTILE DULCI" wenst haar
Geestelijk Adviseur, Ere-leden, Leden,*bonateurs en begunstigers
een Zalig Kerstfeest en een Gelukzalig Nieuwjaar
Gasthuisstraat 138 KAATSHEUVEL
leveren w(j U tegen ONGEKEND LAGE PRIJS.
O.a.tuinlatten, panlatten, stroken, 2 x 3, 2 x 4, gordings,
baddings, zware balken, planken duims en 3/4, enz. enz.
Duizenden meters voorradig,
deuren, spijkers, scharnieren, sloten, dakleer, golfplaten, enz.
Alle soorten HOENDERHOKKEN, WERKPLAATSEN,
SCHUURTJES, KETEN EN GARAGE'S worden door ons
NAAR OPGAVE GELEVERD EN GEPLAATST.
Laat thans Uw hoenderhokken maken, zodat ze in het
voorjaar gereed staan. Vraagt prijs, het verplicht U tot niets.
Aanbevelend, HENRY VRINTEN, Houthandel, KAATSHEUVEL
Gasthuisstr. 89 Tel. 2584
Verderkozijnen, ramen.
Ze zijn er weer de nieuwe oogst SUNKIST SINAAS
APPELEN volsappig en zoeten niet duur.
10 stuks voor f 1.00 BANANEN f 1.25 kilo
7 stuks voor f 1.00 MANDERIJNEN 10 stuks
6 stuks voor f 1.00 i( groot 8 stuks
f 1.00
f 1.00
i/2 Liters blik CHAMPIGNONS
f 1.75
f 10.—
6 blikken voor
verschillende soorten NOTEN, ZOUTJES, KASTANJES
De fijnste soorten TAFELAPPELEN o. a. Goudreinetten,
Sterappelen, Jonathans, Golden Delicious, Cox Orange en
Groninger Kroon.
Prima Westlandse DRUIVEN en FIJNE HANDPEREN
Grote keuze HORS D'OEUVRES ARTIKELEN.
Groot blik ANANAS f 2.25 het 2e blik voor f 1.95
Dit vindt U alleen bij
Stationsstraat 18 W A A L W IJ K. Telefoon 2635
EEN BOEIEND FAR-WEST
VERHAAL
door
PIKE NORTON WILL'S.
11)
„Hadden we geen tijd voor. En
bovendien zie ik geen kans om aan
de overkant te komen, zonder van
deze pas gebruik te maken".
Ze hadden ondertussen hun paar
den bereikt en met Jim aan 't hoofd
reden zij om de uitlopers van Colo
rado Mountains heen.
„De lui waren handiger dan wij
en lieten hun paarden aan de ande
re kant staan", moest Buck beken
nen. „Afijn, zij kenden het terrein
en ik niet".
Zoekend naar sporen reden zij 'n
tijdlang heen en weer. Vruchteloos.
Op de harde rotsgrond viel geen
spoor te bekennen. Toch moesten
zij hier langs gekomen zijn, want
een andere weg bestond er niet, be
weerde Jim. Nog even zochten de
cowboys door, maar Buck zon al
weer op iets anders.
„Hou maar op, jongens, verder
zoeken heeft geen zin. Zij wisten
hun sporen goed te verbergen. Is er
hier nog ergens een farm in de
buurt?"
„Verder op ligt „Cupperfarm"
van Glan Silverring".
„Dan gaan we daar eens horen
of zij iets gezien hebben", besliste
Buck. „Vooruit, jongens, op de
paarden".
Jim keerde terug naar de restan
ten van zijn blokhut en de anderen
reden naar „Cupperfarm".
Billy scheen niet bijzonder inge
nomen met dit plan. Het gebeuren
in Humbercity, enkele dagen tevo
ren, lag hem nog vers in het geheu
gen, evenals het dreigement van
i Glan.
j De „Cupperfarm" lag beschut
door de Noordelijkste heuvelruggen
van de Colorado Mountains, tegen
de helling aangebouwd.
Nog maar nauwelijks waren zij
over de top van de heuvel heen en
constateerden zij een merkwaardige
stilte op de onder hen liggende ran-
che, toen een salvo geweerschoten
klonk. Verbluft, door deze ietwat
eigenaardige ontvangst, keken de
cowboys elkaar aan. Dit duurde
echter niet lang. Een tweede salvo
deed hun van de paarden springen
en een veilig heenkomen zoeken.
Voor de tweede maal moesten zij
dekking zoeken.
Dat de aanvallers van daarnet nu
opeens op de farm waren, kwam
Buck onwaarschijnlijk voor. Wan
neer zij immers hun hoofdkwartier
hier hadden opgeslagen, zouden zij
dit niet laten blijken, want dan
konden zij er op rekenen spoedig de
sheriff te zien verschijnen. Hier
moest een vergissing in 't spel zijn.
Hij bond een witte lap aan de loop
van zijn geweer en zwaaide hier
mee. Even later waagde hij het op
te s staan, maar was gereed om on
middellijk weer weg te duiken als
hij iets verdachts bemerkte. Geen
schot weerklonk echter, maar van
uit de farm werd ook gezwaaid.
Men had hem begrepen. De cow
boys bestegen weer hun paarden.
Een paar ruiters kwamen hen te
gemoet.
Buck greep Billy bij zijn arm.
„Wij blijven iets achter. Het is
beter dat Glan ons niet onmiddel
lijk ziet".
Larry Joker, die nu voorop reed,
ontmoette het eerst een der bewo
ners van „Cupperfarm". Het waren
Glan en zijn voorman.
De eigenaar van de farm veront
schuldigde zich met de woorden:
„We wisten niet dat jullie het wa
ren. Het is tegenwoordig zo onvei
lig dat we eerlijk gezegd aan een
overval dachten, toen we zo'n mas
sa mensen ineens zagen opduiken.
Niemand getroffen, hoop ik?"
Buck reed nu naar voren. „Nie
mand dood", merkte hij rustig op.
„Enkel een schampschot je. Meer
niet."
Hij stroopte de mouw van zijn
shirt op en liet een vurige streep
zien.
„Geluk gehad. Het was geen bes
te schutter, die het op mij gemund
had".
„Hoe komen jullie hier zo ver
zeild", vroeg Glan, Buck's laatste
opmerking negerend. Larry Joker
vertelde het hele verhaal van de
overval en besloot met de vraag of
zij soms iets gezien hadden.
„Bij mijn weten is hier niemand
geweest. Alles is thuis en geen van
de jongens is sinds vanmorgen uit
geweest".
„Niemand?" vroeg Buck scherp.
„Neen, niemand, is het niet,
Clark?" Hij wendde zich tot zijn
voorman, die bevestigend knikte.
„All right", zei Buck. „We gaan
terug, jongens, er is hier niets te
halen".
„Goed spoor", wenste Glan hen
toe.
Gedurende de terugtocht was
Buck stil en een peinzende trek lag
op zijn gezicht. Billy kwam naast
hem rijden. „Waar denk je aan?"
vroeg hij een beetje spottend. „Aan
het meisje uit het Westen?" (Den
ken aan het meisje uit het Westen
is onder de cowboys de gangbare
uitdrukking voor „zwijmelen").
Buck ging niet op zijn spot in.
„Niemand is er uit geweest", zei
Glan, „en toch zat het paard van
zijn voorman dik onder het zweet,
dat nog niet eens opgedroogd was.
Ra, ra, hoe kan dat?"
Wordt vervolgd.