Houding van
welstandstoezicht gelaakt
Geen overweldigende bezwaren
tegen Sprang-Capelle's begroting
DE KOPERKONING
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 JANUARI 1955
Nieuwjaarsrede Burgemeester Sprang-Capelle
Heer Posihuma
herdacht
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden".
(Wardt vervalfd).
Nadat burgemeester Smit in zijn nieuw
jaarsrede de leden van de raad het beste
had gewenst voor 1955, wijdde hij en
kele woorden aan de nagedachtenis van
de overleden kringarchitect de heer Pos-
thuma.
Vanuit het hoge Noorden overgeko
men, moest hij, na een half jaar, hier
in het Zuiden de dood vinden. Onze
warme gevoelde deelneming gaat dan
ook. uit naar de weduwe Posthuma bij
dit zo schokkend en droevig verlies. Dat
haar kracht geschonken worde dit alles
te dragen.
Gaarne memoreer ik de werkkracht en
de wijze waarop de heer Posthuma zijn
taak vervulde. Deze was tot aller tevre
denheid.
Straks, als de bouw van een brand
weerkazerne zal zijn goedgekeurd en
uitgevoerd, zal dit door -hem ontworpen
prachtige bouwwerk een blijvend getui
genis zijn van het kunnen van de heer
Posthuma en een herinnering aan de tijd,
welke hij hier heeft gearbeid.
Loop der Bevolking.
Der traditie getrouw laat ik hierna het
verloop der bevolking gedurende 1954
volgen: Op 1 Januari 1954 was het aan
tal inwoners 6039. Dit aantal werd ver-
weerderd door geboorten met 123 en
door vestiging in de gemeente met 206
personen. Door overlijden verminderde
dit aantal met 52 en door vertrek uit de
gemeente met 199 personen, zodat het
aantal inwoners per 1 Januari 1955 6117
bedroeg.
Ik merk hierbij op, dat voor het eerst
sinds vele jaren het aantal personen, dat
zich hier vestigde, hoger was dan het
getal dat vertrok.
Er werden 44 huwelijken voltrokken
en 1 echtscheidingsvonnis ingeschreven.
Ik moet U, om latere critiek te voor
komen, vervolgde de burgemeester, er
reeds nu op attent maken, dat de dood
van de heer Posthuma ook voor de ge
meente een groot verlies was en er nu
zeker stagnatie in de uitvoering dezer
werken zal ontstaan door zijn verschei
den.
Persoonlijk was ik het dan ook roe
rend eens met de opmerking van de
een functionaris was benoemd uit het
drietal dat vorige maal op de voordracht
stond. Het was slechts een half jaar ge
leden, dat deze voordracht serieus was
opgemaakt met medewerking van de
Hoofdingenieur-Directeur van de Volks-
huisvesting; er was dus geen enkel be
zwaar geweest een ander van dit drietal
te benoemen.
j Nu moest wederom een oproep worden
geplaatst. Het duurt zeker welhaast een
I jaar voor een nieuwe is ingewerkt.
Hiervan is voornamelijk de gemeente
Sprang-Capelle de dupe, want uiteraard
moet de heer van Willigenburg nu ook
2 dagen per week in Waspik werken,
zodat we deze ook nog 2 dagen moeten
missen in eigen gemeente.
Helaas was ik door ziekte verhinderd
zelf de vergadering van het Bestuur van
de Technische Kring bij te wonen, om
dit te bepleiten.
Burgemeester en wethouders overwe-
ger. nu om enkele werken op te dragen
aan een particulier bureau.
Waarom zo weinig woningen.
Een ander punt, waarop ik Uw aan
dacht wilde vestigen is, dat er in 1954
te weinig woningen zijn gebouwd, ter
wijl er toch 26 woningen voor dit jaar
waren toegewezen. Het lijkt mij daarom
wel goed de oorzaak daarvan nog eens
te noemen.
Waar zo gemakkelijk critiek wordt
uitgeoefend door mensen, die er niets
van weten en die dan maar in het wilde
weg praten, acht ik het goed U iets te
vertellen van de gang van zaken, beter
gezegd lijdensweg.
Op 31 Maart werden de tekeningen
van 20 door de Zuid-Ned. Bouwcombi
natie te bouwen woningen ter goedkeu
ring ingezonden.
Op 28 April, dus 4 weken later, ver
zocht Welstandstoezicht om foto's ten
einde de omgeving van de te bouwen
huizen te verduidelijken.
Op 10 Juni werd weder een gewijzigd
plan ter goedkeuring ingezonden.
Op 6 Juli werden de bouwplannen
niet goedgekeurd terug ontvangen.
Op 24 Juli werden opnieuw verbeter
de tekeningen ingezonden.
Op 16 Augustus werden de bouw
plannen wederom terug ontvangen, niet
goedgekeurd; men vond het een „saaie
gevelindeling".
Op 2 September werden wederom ge
wijzigde plannen ingezonden met verzoek
Commissie tot onderzoek der begroting, deze met spoed te behandelen,
dat het veel beter ware geweest, indien Op 8 October werd bericht ontvan
gen, dat het plan nu wel toelaatbaar
v/as, doch dat werktekeningen moesten
worden ingezonden.
Nadat deze ingezonden werden, werd
op 7 Januari 1955 bericht ontvangen dat
de werktekeningen niet accoord zijn.
Deze zijn nu in bewerking en
we wachten verder.
Als U zich nu indenkt, dat deze Wel
stands-commissie in dienst staat van de
diverse aangesloten gemeenten en dus
onze ondergeschikte dienst is, behoef ik
II niet te vertellen dat ik deze week nog
eens in den Bosch geweest ben om over
deze gang van zaken mijn mening dui
delijk kenbaar te maken.
Als excuus werd o.a. opgegeven dat
het zeer druk is en de dienst een te kort
aan personeel heeft.
Dat ook in Uw boezem, getuige de
opmerking van de begrotingscommissie,
belangstelling bestaat voor de Bescher
ming Bevolking kan mij slechts verheu
gen.
Nog steeds hebben zich niet voldoen
de personen aangemeld voor deze, als de
nood aan de man komt, zo noJige in-
stelling. Er zijn slechts 56 mensen nodig
en nog steeds heb ik er 15 te kort. Het
is wel te betreuren, dat niet meer bur
gerzin en verantwoordelijkheidsbesef on
der de bevolking gevonden wordt.
Maar als straks onverhoopt weer een
nieuwe gruwel over Europa trekt en, wat
we toch In 1944 in de gemeente hecben
ervaren, er bombardementen zullen zijn
en slachtoffers zullen vallen, dan zullen
dezelfde personen, die nu hun plicht te
genover de gemeenschap niet verstaan,
de eerste zijn om nog critiek uit te
oefenen op de koop toe en te zeggen:
waarom is daar niet beter voor gezorgd?
Wel moet ik. in dit verband met ge
noegen constateren dat één onderdeel van
de B.B., nl. de EHBO, voortreffelijk is
georganiseerd en onder goede leiding
reeds bijzonder goed werk doet.
De burgemeester dankte tenslotte de
secretaris, het secretariepersoneel en de
raad en besluit in dit verband
Als ik mij herinner en een vergelijking
maak met de tijd toen ik hier kwam en
de vergaderingen van 15 a 20 jaar gele
den vergelijk me de tegenwoordige, dan
moet ik toch constateren dat een ruimere
blik, een helderder inzicht voor de be
langen en het verzorgingsgebied der ge
meente (ook al kosten deze geld) en een
meer open oog voor sociale, culturele en
maatschappelijke belangen, aanwezig is.
Ook voor het komende jaar doe ik
een beroep op Uw zeer op prijs gestelde
medewerking.
Mogen tenslotte Uw besluiten in dit
nieuwe jaar, onder Gods zegen, tot heil
der gemeente zijn.
De heer 'Ros dankte de burgemeester
voor zijn wensen en wenste hem weder
kerig alle goeds.
Raad debatteerde slechts over deiails
We zijn altijd geneigd een gemeentebegroting te beschouwen als
een soort kapstok, waaraan de raadsleden al hun grieven en op
merkingen, bedenkingen en bezwaren kunnen ophangen.
In de regel is men het wel eens met de opzet, de grote lijnen van
de begroting en met het algemeen beleid van B. en W. zoals dat in
de begroting tot uitdrukking wordt gebracht; en dat is begrijpe
lijk en vanzelfsprekend in onze gemeenteraden, waar de politieke
We zijn ver achter op woningge-
bied, constateerde hij vervolgens;
als we de woningbouw in eigen han
den hadden gehouden, waren we
stukken verder geweest.
Kunnen we niet van het Wel
standstoezicht afkomen, vroeg hij
scheidslijnen niet zo evident zijn als in de raden van grote steden verder naar aanleiding van hetVen
en ook de minderheden niet to veel ,nni0winff veicier, naar aanleiding van hetgeen
en ook de minderheden niet zo veel aanleiding vinden tot grote te
genstand.
We zien dan dat men zijn aandacht schenkt aan detailkwesties; en
zo was het ook in de begrotingsbehandeling van de gemeenteraad
van Sprang-Capelle, die Vrijdagavond Dlaats vond.
Het beleid van B. en W. had de instemming van alle leden en het
was slechts op punten van ondergeschikt belang, dat de meningen
ietwat verdeeld waren en dan was het nog niet zo, dat er geen
vergelijk mogelijk bleek.
ZEER BEPERKTE ALGEMENE
BESCHOUWINGEN.
In het licht van het bovenstaande
is het volkomon begrijpelijk dat de
algemene beschouwingen tot een
minimum beperkt bleven; eigenlijk
was het alleen maar de heer Van
Caem die onder deze titel enkele
opmerkingen plaatste.
Hij begon met B. en W. en de
ambtenaren te becomplimenteren
voor de keurige verzorging van de
begroting als boekwerk.
En dan zei hij dat het moment
van de onthulling van het monu
ment, gewijd aan de nagedachtenis
van Jan de Rooy, hem bijgebleven
is als een van de grootste gebeurte
nissen uit het afgelopen jaar. De
ontvangst der autoriteiten was af,
de gemeente had een zeer goede
beurt gemaakt. Het deed hem goed
dat iemands werk werd gewaar
deerd, al had men wel eens anders
gehoord.
de voorzitter in zijn Nieuwjaarsrede
had gezegd.
Met belangstelling zag hij het uit
breidingsplan tegemoet; de aanleg
van een nieuwe straat ten Westen
van de kerk in Sprang juichte hij
zeer toe, evenals de verbetering van
de Loonsedijk en de Nieuwevaart.
De proef met het rijwielpad langs
de Heistraat en de Raadhuisstraat
kon hem slechts ten dele bevredi
gen; als men iets deed, zou hij het
goed willen doen en daarom vroeg
hij of het niet doenlijk was de
Raadhuisstraat ineens goed op te
knappen, er een brede straat van te
maken met trottoirs.
Ook hij was met de commissie
van mening dat de binnenhaven
niet gedempt moest worden; wel
moest er een betere entourage wor
den verkregen.
Hij wijdde woorden aan de nage
dachtenis van de heer Posthuma en
sprekend over de technische dienst,
meende hij dat de buurtgemeente
Waspik zeer voordelig werd gehol
pen op deze manier; wanneer men
in Sprang-Capelle een eigen dienst
had, zou men niet onvoordeliger uit
zijn.
Hij was een voorstander van een
te stichten dorpshuis, maar dan in
het centrum van de gemeente; kon
het particulier initiatief niet slagen
in de realisering ervan, dan moest
de gemeente er aandacht aan be
steden; een dergelijk gebouw was
meer nodig dan de aula's od de be
graafplaatsen.
Hij was tevreden over de sneeuw-
ruiming van de laatste dagen; al
leen de eerste dag lukte het blijk
baar nog niet zo best, terwijl men
ook meer aandacht moest besteden
aan de buitenwegen.
Ook de heer de Raat maakte van
de gelegenheid tot het houden van
algemene beschouwingen gebruik
om enkele wenselijkheden naar vo
ren te brengen. Kon er voorlopig
niets gedaan worden aan de Loon-
sestraat? konden er geen banken
geplaatst worden bij het monument
voor ouden van dagen? het was ge
wenst dat de straatverlichting ook
m de duistere morgenuren brandde;
worden de noodwoningen niet na
tien jaar afgeschreven? was het niet
schandalig dat er 4.huur voor
werd gevraagd? er waren veel lek
kages.
De voorzitter ging in op hetgeen
de heren hadden naar voren ge-
bracht en zei ten aanzien van de
suggestie van de heer Van Caem,
dat de gemeente beter de woning
bouw in eigen hand had kunnen
houden, dat hij in zijn Nieuwjaars
rede de gang van zaken met deze
woningen al had uiteengezet; een
voordeel van deze regeling was, dat
de Zuid-Hollandse Bouwcombinatie
cp tamelijk reële voorwaarden deze
huizen in eigendom kon overdragen
aan degene die een dergelijk huis
ambiëerden.
De combinatie bouwde in heel
Brabant en dus bracht het conse
quenties mee wanneer deze te bou
wen huizen goedgekeurd werden.
Hij adviseerde even af te wachten
hoe de zaak zich zou ontwikkelen
en hoe het zou gaan 'wanneer de
huizen er waren.
Ten aanzien van de suggestie de
bedoelde straten te verbreden,
merkte de voorzitter op, dat als een
zwaard van Damocles de riolering
hun boven het hoofd hing, al zou de
verwezenlijking hiervan nog wel
even op zich laten wachten. Er was
nog geen werkloosheid in het voor
uitzicht en wilde de gemeente dit in
eigen beheer uitvoeren, dan zouden
er enkele millioenen mee zijn ge
moeid. Het gin? natuurlijk niet aan
nu de straten te verbreden en te
verbeteren, met het vooruitzicht dat
men ze na verloop weer moest op
gaan breken voor de riolering
Daarom hadden B. en W. besloten
iets te doen dat althans de wielrij
ders voorlopig beter uit de weg kon-
den.
BINNENHAVEN WORDT NIET
GEDEMPT.
Ten aanzien van de kwestie van
de al of niet demping der Capelse
binnenhaven, wilde de voorzitter de
mening van de raadsleden weten.
Persoonlijk zou hij er de voorkeur
aan geven dat de haven werd ee-
demnt en er een plein gecreëerd
werd, zoals in meer Brabantse
plaatsen. Zo kan 't in geen geval
blijven; maar als het mogelijk bleek
in de toekomst er een aardig geheel
van te maken in de vorm van een
plantsoen, met medewerking van de
goed gebeurde natuurlijk Ook
moest men hier en daar banken zet
ten evenals bij het monument, waar
hij ook graag enkele lichtpunten
zag.
Hoe denkt het college het water
in de binnenhaven op peil te kun
nen houden, vroeg de heer Dekkers,
want dit was natuurlijk ook een
vereiste voor een behoorlijk aan
zien. De nieuw ontgonnen gebieden
en de tuinderijen vroegen vooral
's zomers een behoorlijke bevloei
ing, en bleef er dan toch voldoende
water in de haven?
Toen gaf wethouder notaris Wa
verijn zijn visie op het geval; wan
neer men de haven ging dempen,
moesten, naar hij aannam, ook de
bomen verdwijnen en wat bleef er
dan van het plein over; in geen ge
val een prachtig oud plein met mid
deleeuwse gevels, integendeel. Als
de binnenhaven behoorlijk bekleed
werd, stopte men geen 30.000.—
onder de grond, hetgeen bij dem
ping het geval zou zijn, maar kon
men met een gedeelte van deze som
volstaan voor een behoorlijke voor
ziening boven de grond.
Hij betoogde voorts o.m. dat men
vooruit moest zien wanneer het
Oude Maasje was afgedampt zou er*
een waterstand zijn van minstens
40 plus, ook voor de binnenwateren.
Na dit gehoord te hebben, sprak
de heer Dekkers zich ook tegen
demping uit.
Ook Mevrouw Gerlach was tegen
demping, in zoverre het karakter
van Capelle zou veranderen; de ha
ven vormde nu het enige schilder
achtige. Maar wel wilde zij een
voorziening vragen voor de Jong,
die zijn wagens ergens moest kun
nen parkeren, zo niet oo een ge
deelte dat van het plantsoen werd
afgenomen, hetgeen minder wense
lijk was, dan toch elders.
De heren Vos, Genuït en de Bier
spraken zich ook uit tegen demping,
terwijl de heer Van Caem dit al eer
der had gedaan, zodat de voorzitter
kon constateren: dus water en geen
grond, waarbij hij er op wees dat er
eigenlijk al een principe-besluit van
de raad was tot demping; het kwam
echter wel meer voor dat de mens
zijn oude plunje aflegde.
De voorzitter onderschreef ver
volgens wat de heer Van Caem zei
ten aanzien van de technische
dienst; hij begreep niet goed wat
het betreffende Waspikse raadslid
bedoelde in de vorige vergadering
van die raad; de tekenaar was ge
heel voor rekening van de gemeen
te Sprang-Capelle, evenals de heer
v. Willigenburg. In Waspik heeft
men niet te klagen, zei de voorzit
ter.
In tegenstelling tot de heer Van
Caem, achtte de voorzitter aula's op
de begraafplaatsen, vooral bij slecht
weer, zeer nodig.
Ten aanzien van hetgeen de heer
de Raat had gezegd over de Loon-
sestraat, verwees de voorzitter naar
een nog aan de orde komend voor
stel, waarin verbetering werd voor-
gesteld; de heren Ros en de Raat
wezen echter op het onhoudbare
van de toestand en deden verschil
lende suggesties voor een proviso
rische voorziening, waarop de voor
zitter toezegde na te laten zien of
er iets aan te doen was.
Ten aanzien van de verlichting
van het monument zei de voorzit
ter, die morgen van de PNEM een
opgaaf te hebben gekregen van de
kosten van twee lichtpunten daar,
die zouden 1300.bedragen. Ban-
ken wilde hij er niet plaatsen, de
jeugd zou er een sDeelterrein van
gaan maken. Hij had zelfs 't Hoofd
van de school te Sprang moeten
verzoeken de jeugd eerbied bij te
-» v V clII UC I w -
omwonenden, dan vond hij het ook Diengen voor de graven op de be-
best. Sraafplaats aan de Tilburgse weg.
De heer de Raat was een voor- j provincie had de voorzitter
stander van dempinv- in 's Graven- toegezegd, de spie, waar eerst het
moer was dat ook Gebeurd en daar monument zou komen, in orde te
was nu een prachtig plantsoen. Als
we de verzorging van het plantsoen
ever moeten laten aan het particu
lier initiatief, zei de heer Van Peer,
dan komt er niets van terecht en
ook hij was er voor de haven maar
te dempen.
De keer Ros informeerde eerst
naar de kosten en toen hij hoorde
dat demping ƒ70 000.— en een be
hoorlijke verzorging met plantsoen
e.d. 30 a 40.000 gulden kostte, sprak
hij zich uit voor het laatste, mits 't
EEN BOEIEND FAR-WEST
VERHAAL
door
brengen en er een klein plantsoen
tje aan te leggen, daar konden ban
ken worden geplaatst.
B. en W. zouden nagaan of de
straatverlichting 's morgens ook kon
branden.
De noodwoningen moesten 15 jaar
meegaan; klachten waren er trou
wens niet binnengekomen.
Wethouder Dr Winkelman gaf toe
dat de woningen inderdaad zeer
vochtig waren, maar dit kwam niet
door lekkage, maar door een ern-
PIKE NORTON WILL'S.
20).
Plotseling hield hij zijn paard in.
Zijn oude, maar scherpe ogen
hadden een stip gezien in de verte,
die zich langzaam voortbewoog.
„Wat drommel", mompelde de
oude. „Wie gaat er nu in de prairie
wandelen? Zou die vent soms zijn
paard verloren hebben? Eens kij
ken wie het is".
Zo in zichzelf brommend, gaf hij
zijn paard de sporen en reed in de
richting van de eenzame wande
laar.
Halverwege zag de persoon hem
aankomen. Hij zwaaide met zijn ar
men en gaf een luide schreeuw.
„Maak niet zo'n misbaar", grom
de Dan, „ik zie je wel". Toen hij
echter zag dat de wandelaar nog 'n
paar wankele passen maakte en
daarna tegen de grond sloeg, druk
te hij de scherpe sporen van zijn
laarzen feller in de zijden van zijn
paard. Zo'n behandeling niet ge
wend, steigerde het beest en rende
daarna zo snel als zijn stramme
poten konden, in de richting die de
baas haar aangaf. Binnen enkele
minuten had Dan de roerloze figuur
bereikt. Met een lenigheid die men
van een man van zijn leeftijd niet
verwacht zou hebben, wipte hij van
zijn paard. Hij stond naast de per
soon en uitte een kreet van verras
sing. Het was een meisje!
Een ogenblik keek hij sprakeloos
naar haar. Daarna bukte hij zich en
zag het stof op haar laarzen en rij
broek.
„Een behoorlijk stukje gelopen",
concludeerde hij. „Maar waar zou
ze vandaan komen?" Dan viel zijn
oog op een zilveren cirkeltje met
daarin een koperen S.
„Ze is van „Cupperfarm". Maar
dan moet zij de dochter van Glan
Silverring zijn. En dan moet ze
Bill spreken".
Bij de laatste gedachte trok een
diepe rimpel zich in zijn voorhoofd.
„Zou ze het nog niet weten, dat
Bill in de gevangenis zit?"
Al denkend had hij een fles uit
zijn zadeltas genomen en bevochtig
de haar lippen met wat Brandy.
Dat hielp. Met een zucht sloeg zij
haar ogen op en de oude Dan ver-
stige vorm van condensatie, waar
aan deze huizen bloot stonden. Bij
vorst kwam er een plaat ijs op de
muren van de slaapkamers te zitten
en wanneer het dan ging dooien,
vormden zich natuurlijk grote hoe
veelheden water. Ze waren zeer on
gezond, maar het waren inderdaad
slechts noodoplossingen en als de
vijftien jaren om waren, geloofde
hy niet dat het college er over zou
denken ze langer te laten bewonen.
HOE ZIT DAT MET DIE
AANNEMERS?
Toen men nog even doorgepraat
had over de verbreding van de Hei
straat en de Raadhuisstraat, bracht
de heer Ros een kwestie ter sprake
waarover de raad, althans een ge
deelte er van, en B. en W. het zo
maar niet eens waren.
De heer Ros wees ér op dat de
verbouwing van de openbare school
te Capelle was gegund aan een aan
nemer uit Dordrecht; nu had hij ge
hoord dat deze aannemer niet bouw
de, maar dat de bouw was opgedra
gen aan een „onderhandse" aanne
mer hier ter plaatse.
Hoe zat het nu met de post voor
reis- en verblijfkosten voor het per
soneel waarvoor de raad een crediet
had toegestaan Deze zaak was naar
zyn mening door B. en W. niet se
rieus genoeg behandeld.
Bij de aanbesteding was inge
schreven voor ƒ49.000.-; de fa uit
JJordrecht deed het voor ƒ39.000.
plus 5000.voor reis- en verblijf
kosten van werklui, die hier niet te
krijgen waren. Toen is er een soort
combinatie gevormd met v. Over-
stee£> die het echter niet voor 39000
gulden kon doen, zodat het bedrag
verhoogd moest worden tot 44000
gulden, waarmee men echter bene
den 't toegestane crediet van 45000
gulden bleef.
Het geval heeft veel opspraak ge
wekt in de gemeente, zei de heer
Ros; daar heb ik geen moment aan
getwijfeld, repliceerde de voorzitter
B. en W. hadden met de raad moe
ten overleggen, meende de heer Ros
of de bouw niet opnieuw aanbesteed
had moeten worden.
En later betoogde hij dat er in de
gemeente inderdaad aannemers wa
ren die verkeerd hadden gehan
deld, maar er waren ook aannemers
die eveneens bereid waren te bou
wen.
De voorzitter betoogde dat 't hier
een kwestie was van onderaanne
ming; de Dordtse firma bleef de
eigenlijke aannemer.
Buiten de raad om, zei de heer
Ros, is er geld gegeven; maar, ant
woordde de voorzitter, altijd bene
den het crediet dat door de raad
was toegestaan.
Die ƒ5000.meende de heer de
Bie, waren beschikbaar gesteld
voor reis- en verblijfkosten; en hij
was het er niet mee eens, dat dit
geld bij de aannemingssom was ge
voegd.
Laat die 5000.— terug komen,
zei de heer Maijers.
En de voorzitter adviseerde even
af te wachten; de gemeente kr^eg
nog een afrekening en een ODgave
van het arbeidersvervöer; wanï, had
hij eerder gezegd, er hadden inder-
daad arbuiders uit Dordt gewerkt;
waarop de heer Ros geantwoord
had dat schijn bedriegt.
We lopen op de kwestie vooruit,
zei wethouder notaris Waverijn, zo
lang er nog geen afrekening is. Als
L voor Uw eigen zaak stond, zei hij,
zou U ook gezegd hebben: als ik het
zo kan doen, dan doe ik het zo.
Als de definitieve afrekening
komt, aldus de heer Ros. staan we
er achter; dan is het gebeurd.
Destijds was het besluit genomen
door de raad, die er verder niet
meer in gekend was; waar bleven
die 2000.nu die over waren9
Dit is een kwestie van beleid, zei
wethouder Waverijn. B. en W. zijn
het uitvoerend orgaan van de be
sluiten van de raad.
Maar B. en W. mogen niet buiten
een besluit van de raad omgaan, re
pliceerde de heer Ros.
Inderdaad betreft het hier de uit
voering van een raadsbesluit, zei
ook de voorzitter, binnen de gren
zen van het toegestaan crediet. We
dienen de zaak van de gemeente te
behartigen, zoals we onze eigen
zaak zouden doen.
De heer Dekkers kon zich niet aan
de indruk onttrekken dat de be
schoot even toen hij in die grote,
diep-blauwe ogen keek. Hij grinnik
te even dwaas en vroeg dan stotte
rend: „Hoe gaat heteh, ik be
doel is u al wat beter?"
„Ik weet het niet", mompelde Ei-
leen, terwijl ze overeind probeerde
te komen. „Wat is er eigenlijk met
mij?"
„Tja, dat weet ik ook niet. Ik
kwam hier toevallig aanrijden en
zag u in de verte lopen en zwaaien.
Toen ik dichterbij kwam, viel u
flauw. Ik hoop niet dat het door mij
kwam", voegde hij er met een olij
ke lach aan toe.
Een flauw glimlachje gleed even
over Eileen's gezicht.
„Waar komt u vandaan?" vroeg
zij, kijkend naar het merk op de
hals van zijn paard.
„Van Diamond-G-ranche. Ik ben
Dan Lewis".
„Van Diamond-G-ranche? Maar
daar moet ik naar toe. En gauw ook.
Is het nog ver? Hoe lang lopen on
geveer?"
Lachend stopte Dan zijn oren
dicht bij dat snelvuur van vragen.
„Ho, ho." riep hij uit. „Ik ben
een oude man en ik kan uw vragen
niet zo vlug beantwoorden. U vroeg
hoe ver het nog naar onze ranche
is? Te ver in ieder geval om te
lopen. Ik zal u op mijn paard zetten
en dan rijden we er samen naar
toe".
Zonder op haar zwakke protesten
te letten, tilde hij haar voor op zijn
paard en keerde terug naar de ran
che.
Trots als een pauw reed hij een j
kwartiertje later het terrein op.
Larry Joker stond hem verbaasd op j
te wachten. Hij vond, dat de oude
wel wat vlug terug was van zijn
inspectietocht. Toen de man echter
wat dichterbij gekomen was, zag
Larry de passagier.
„By Jove", zei hij. „What's now?
Hij heeft een meisje bij zich en niet
zo'n lelijke ook. Daar komt hij niet
eerlijk aan".
Hij liep hem tegemoet, nam zijn
hoed af voor het meisje en hield ga
lant de stijgbeugel vast.
„Ik ben Larry Joker, de voorman
van deze ranche". Er lag een stille
vraag naar haar in zijn woorden,
die het meisje niet ontging.
„Eileen Silverring", zei ze zacht.
„Ik wilde Billy Hosting graag even
spreken".
Larry verschoot. Wat moest hij
nu zeggen?
„De „boss" is niet aanwezig, ik
weet ook niet wanneer hij terug
komt, tenminsteeh, als hij ooit
eh".
Hij brak zijn gehakkelijk plotse
ling af, toen hij meende teveel ge
zegd te hebben. Verbaasd keek Ei-
leen van Larry naar Dan.
„Wat bedoelen jullie toch? Waar
is Billy en waarom zou hij niet te
rug komen? Is er soms iets niet in
orde met hem?"
Gelukkig voor Larry en Dan
kwam Buck aangelopen. Toen het
meisje hem zag, maakte zij van ver-
Ook het meisje lachtte nu even.
„Ja, dat is waar, maar ik wil nu
Billy spreken. Kunt u me misschien
vertellen, mistereh
„Buck Palmer", vulde deze snel
aan. t
waar ik hem vinden kan?"
Een groot deel van de boys was
komen toelopen en volgde nu, in 'n
rassing een plotseling gebaar. Ook j wijde kring om hen heen staande,
Buck keek verrast. Waar had hij
haar meer gezien? Dan schoot hem
de nachtelijke tocht met Billy weer
te binnen. De laatste tocht van deze,
voor hij door de sheriff werd opge
haald
Maar daar kende hij haar niet al
leen van. Dat meisje hij zag het
nu duidelijk had hem bevrijd!
Zij was het, die hem uit zijn ge
vangenis had geholpen. Glimla
chend trad hij op haar toe.
„Een geheel onverwachts weder
zienin geheel andere om
standigheden".
Larry en Dan keken eerst elkaar,
daarna Eileen en tenslotte Buck
aan. Hun gedachten lagen duidelijk
op hun gezichten te lezen. Wat
drommel. Kende Buck nu iedereen
en alles. Zelfs een voor hen wild
vreemd meisje?
Buck grinnikte weer, toen hij de
verbouwereerde gezichten zag.
„Wij hebben elkaar al eens eer
der ontmoet, is het niet, Eileen?"
met duidelijke interesse 't gesprek.
Buck keek ernstig. Hij vond het
echter maar het beste om alles met
een te vertellen.
„Mijn vriend Billy, begon hij, „is
gearresteerd door de sheriff".
Een ogenblik keek 't meisje hem
star aan. Dan trok al het bloed uit
haar gezicht weg. Hijgend bracht
zij eruit; „Waarom?"
„De sheriff verdenkt hem van
moord op de oude Jim en op zijn
vader. Maar dat gelooft niemand
hier".
Een instemmend gemompel steeg
op uit de rijen der cowboys.
Eén van hen deed een stap naar
voren.
„We weten niet wie jij bent, miss"
begon hij met 'n harde rauwe stem,
„maar ik geloof dat je je het nog al
aantrekt. Eén ding is echter zeker:
als de „boss" gehangen wordt, dan
zal de sheriff ook hangen