Houding van welstandstoezicht gelaakt Geen overweldigende bezwaren tegen Sprang-Capelle's begroting DE KOPERKONING DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 JANUARI 1955 Nieuwjaarsrede Burgemeester Sprang-Capelle Heer Posihuma herdacht FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden". (Wardt vervalfd). Nadat burgemeester Smit in zijn nieuw jaarsrede de leden van de raad het beste had gewenst voor 1955, wijdde hij en kele woorden aan de nagedachtenis van de overleden kringarchitect de heer Pos- thuma. Vanuit het hoge Noorden overgeko men, moest hij, na een half jaar, hier in het Zuiden de dood vinden. Onze warme gevoelde deelneming gaat dan ook. uit naar de weduwe Posthuma bij dit zo schokkend en droevig verlies. Dat haar kracht geschonken worde dit alles te dragen. Gaarne memoreer ik de werkkracht en de wijze waarop de heer Posthuma zijn taak vervulde. Deze was tot aller tevre denheid. Straks, als de bouw van een brand weerkazerne zal zijn goedgekeurd en uitgevoerd, zal dit door -hem ontworpen prachtige bouwwerk een blijvend getui genis zijn van het kunnen van de heer Posthuma en een herinnering aan de tijd, welke hij hier heeft gearbeid. Loop der Bevolking. Der traditie getrouw laat ik hierna het verloop der bevolking gedurende 1954 volgen: Op 1 Januari 1954 was het aan tal inwoners 6039. Dit aantal werd ver- weerderd door geboorten met 123 en door vestiging in de gemeente met 206 personen. Door overlijden verminderde dit aantal met 52 en door vertrek uit de gemeente met 199 personen, zodat het aantal inwoners per 1 Januari 1955 6117 bedroeg. Ik merk hierbij op, dat voor het eerst sinds vele jaren het aantal personen, dat zich hier vestigde, hoger was dan het getal dat vertrok. Er werden 44 huwelijken voltrokken en 1 echtscheidingsvonnis ingeschreven. Ik moet U, om latere critiek te voor komen, vervolgde de burgemeester, er reeds nu op attent maken, dat de dood van de heer Posthuma ook voor de ge meente een groot verlies was en er nu zeker stagnatie in de uitvoering dezer werken zal ontstaan door zijn verschei den. Persoonlijk was ik het dan ook roe rend eens met de opmerking van de een functionaris was benoemd uit het drietal dat vorige maal op de voordracht stond. Het was slechts een half jaar ge leden, dat deze voordracht serieus was opgemaakt met medewerking van de Hoofdingenieur-Directeur van de Volks- huisvesting; er was dus geen enkel be zwaar geweest een ander van dit drietal te benoemen. j Nu moest wederom een oproep worden geplaatst. Het duurt zeker welhaast een I jaar voor een nieuwe is ingewerkt. Hiervan is voornamelijk de gemeente Sprang-Capelle de dupe, want uiteraard moet de heer van Willigenburg nu ook 2 dagen per week in Waspik werken, zodat we deze ook nog 2 dagen moeten missen in eigen gemeente. Helaas was ik door ziekte verhinderd zelf de vergadering van het Bestuur van de Technische Kring bij te wonen, om dit te bepleiten. Burgemeester en wethouders overwe- ger. nu om enkele werken op te dragen aan een particulier bureau. Waarom zo weinig woningen. Een ander punt, waarop ik Uw aan dacht wilde vestigen is, dat er in 1954 te weinig woningen zijn gebouwd, ter wijl er toch 26 woningen voor dit jaar waren toegewezen. Het lijkt mij daarom wel goed de oorzaak daarvan nog eens te noemen. Waar zo gemakkelijk critiek wordt uitgeoefend door mensen, die er niets van weten en die dan maar in het wilde weg praten, acht ik het goed U iets te vertellen van de gang van zaken, beter gezegd lijdensweg. Op 31 Maart werden de tekeningen van 20 door de Zuid-Ned. Bouwcombi natie te bouwen woningen ter goedkeu ring ingezonden. Op 28 April, dus 4 weken later, ver zocht Welstandstoezicht om foto's ten einde de omgeving van de te bouwen huizen te verduidelijken. Op 10 Juni werd weder een gewijzigd plan ter goedkeuring ingezonden. Op 6 Juli werden de bouwplannen niet goedgekeurd terug ontvangen. Op 24 Juli werden opnieuw verbeter de tekeningen ingezonden. Op 16 Augustus werden de bouw plannen wederom terug ontvangen, niet goedgekeurd; men vond het een „saaie gevelindeling". Op 2 September werden wederom ge wijzigde plannen ingezonden met verzoek Commissie tot onderzoek der begroting, deze met spoed te behandelen, dat het veel beter ware geweest, indien Op 8 October werd bericht ontvan gen, dat het plan nu wel toelaatbaar v/as, doch dat werktekeningen moesten worden ingezonden. Nadat deze ingezonden werden, werd op 7 Januari 1955 bericht ontvangen dat de werktekeningen niet accoord zijn. Deze zijn nu in bewerking en we wachten verder. Als U zich nu indenkt, dat deze Wel stands-commissie in dienst staat van de diverse aangesloten gemeenten en dus onze ondergeschikte dienst is, behoef ik II niet te vertellen dat ik deze week nog eens in den Bosch geweest ben om over deze gang van zaken mijn mening dui delijk kenbaar te maken. Als excuus werd o.a. opgegeven dat het zeer druk is en de dienst een te kort aan personeel heeft. Dat ook in Uw boezem, getuige de opmerking van de begrotingscommissie, belangstelling bestaat voor de Bescher ming Bevolking kan mij slechts verheu gen. Nog steeds hebben zich niet voldoen de personen aangemeld voor deze, als de nood aan de man komt, zo noJige in- stelling. Er zijn slechts 56 mensen nodig en nog steeds heb ik er 15 te kort. Het is wel te betreuren, dat niet meer bur gerzin en verantwoordelijkheidsbesef on der de bevolking gevonden wordt. Maar als straks onverhoopt weer een nieuwe gruwel over Europa trekt en, wat we toch In 1944 in de gemeente hecben ervaren, er bombardementen zullen zijn en slachtoffers zullen vallen, dan zullen dezelfde personen, die nu hun plicht te genover de gemeenschap niet verstaan, de eerste zijn om nog critiek uit te oefenen op de koop toe en te zeggen: waarom is daar niet beter voor gezorgd? Wel moet ik. in dit verband met ge noegen constateren dat één onderdeel van de B.B., nl. de EHBO, voortreffelijk is georganiseerd en onder goede leiding reeds bijzonder goed werk doet. De burgemeester dankte tenslotte de secretaris, het secretariepersoneel en de raad en besluit in dit verband Als ik mij herinner en een vergelijking maak met de tijd toen ik hier kwam en de vergaderingen van 15 a 20 jaar gele den vergelijk me de tegenwoordige, dan moet ik toch constateren dat een ruimere blik, een helderder inzicht voor de be langen en het verzorgingsgebied der ge meente (ook al kosten deze geld) en een meer open oog voor sociale, culturele en maatschappelijke belangen, aanwezig is. Ook voor het komende jaar doe ik een beroep op Uw zeer op prijs gestelde medewerking. Mogen tenslotte Uw besluiten in dit nieuwe jaar, onder Gods zegen, tot heil der gemeente zijn. De heer 'Ros dankte de burgemeester voor zijn wensen en wenste hem weder kerig alle goeds. Raad debatteerde slechts over deiails We zijn altijd geneigd een gemeentebegroting te beschouwen als een soort kapstok, waaraan de raadsleden al hun grieven en op merkingen, bedenkingen en bezwaren kunnen ophangen. In de regel is men het wel eens met de opzet, de grote lijnen van de begroting en met het algemeen beleid van B. en W. zoals dat in de begroting tot uitdrukking wordt gebracht; en dat is begrijpe lijk en vanzelfsprekend in onze gemeenteraden, waar de politieke We zijn ver achter op woningge- bied, constateerde hij vervolgens; als we de woningbouw in eigen han den hadden gehouden, waren we stukken verder geweest. Kunnen we niet van het Wel standstoezicht afkomen, vroeg hij scheidslijnen niet zo evident zijn als in de raden van grote steden verder naar aanleiding van hetVen en ook de minderheden niet to veel ,nni0winff veicier, naar aanleiding van hetgeen en ook de minderheden niet zo veel aanleiding vinden tot grote te genstand. We zien dan dat men zijn aandacht schenkt aan detailkwesties; en zo was het ook in de begrotingsbehandeling van de gemeenteraad van Sprang-Capelle, die Vrijdagavond Dlaats vond. Het beleid van B. en W. had de instemming van alle leden en het was slechts op punten van ondergeschikt belang, dat de meningen ietwat verdeeld waren en dan was het nog niet zo, dat er geen vergelijk mogelijk bleek. ZEER BEPERKTE ALGEMENE BESCHOUWINGEN. In het licht van het bovenstaande is het volkomon begrijpelijk dat de algemene beschouwingen tot een minimum beperkt bleven; eigenlijk was het alleen maar de heer Van Caem die onder deze titel enkele opmerkingen plaatste. Hij begon met B. en W. en de ambtenaren te becomplimenteren voor de keurige verzorging van de begroting als boekwerk. En dan zei hij dat het moment van de onthulling van het monu ment, gewijd aan de nagedachtenis van Jan de Rooy, hem bijgebleven is als een van de grootste gebeurte nissen uit het afgelopen jaar. De ontvangst der autoriteiten was af, de gemeente had een zeer goede beurt gemaakt. Het deed hem goed dat iemands werk werd gewaar deerd, al had men wel eens anders gehoord. de voorzitter in zijn Nieuwjaarsrede had gezegd. Met belangstelling zag hij het uit breidingsplan tegemoet; de aanleg van een nieuwe straat ten Westen van de kerk in Sprang juichte hij zeer toe, evenals de verbetering van de Loonsedijk en de Nieuwevaart. De proef met het rijwielpad langs de Heistraat en de Raadhuisstraat kon hem slechts ten dele bevredi gen; als men iets deed, zou hij het goed willen doen en daarom vroeg hij of het niet doenlijk was de Raadhuisstraat ineens goed op te knappen, er een brede straat van te maken met trottoirs. Ook hij was met de commissie van mening dat de binnenhaven niet gedempt moest worden; wel moest er een betere entourage wor den verkregen. Hij wijdde woorden aan de nage dachtenis van de heer Posthuma en sprekend over de technische dienst, meende hij dat de buurtgemeente Waspik zeer voordelig werd gehol pen op deze manier; wanneer men in Sprang-Capelle een eigen dienst had, zou men niet onvoordeliger uit zijn. Hij was een voorstander van een te stichten dorpshuis, maar dan in het centrum van de gemeente; kon het particulier initiatief niet slagen in de realisering ervan, dan moest de gemeente er aandacht aan be steden; een dergelijk gebouw was meer nodig dan de aula's od de be graafplaatsen. Hij was tevreden over de sneeuw- ruiming van de laatste dagen; al leen de eerste dag lukte het blijk baar nog niet zo best, terwijl men ook meer aandacht moest besteden aan de buitenwegen. Ook de heer de Raat maakte van de gelegenheid tot het houden van algemene beschouwingen gebruik om enkele wenselijkheden naar vo ren te brengen. Kon er voorlopig niets gedaan worden aan de Loon- sestraat? konden er geen banken geplaatst worden bij het monument voor ouden van dagen? het was ge wenst dat de straatverlichting ook m de duistere morgenuren brandde; worden de noodwoningen niet na tien jaar afgeschreven? was het niet schandalig dat er 4.huur voor werd gevraagd? er waren veel lek kages. De voorzitter ging in op hetgeen de heren hadden naar voren ge- bracht en zei ten aanzien van de suggestie van de heer Van Caem, dat de gemeente beter de woning bouw in eigen hand had kunnen houden, dat hij in zijn Nieuwjaars rede de gang van zaken met deze woningen al had uiteengezet; een voordeel van deze regeling was, dat de Zuid-Hollandse Bouwcombinatie cp tamelijk reële voorwaarden deze huizen in eigendom kon overdragen aan degene die een dergelijk huis ambiëerden. De combinatie bouwde in heel Brabant en dus bracht het conse quenties mee wanneer deze te bou wen huizen goedgekeurd werden. Hij adviseerde even af te wachten hoe de zaak zich zou ontwikkelen en hoe het zou gaan 'wanneer de huizen er waren. Ten aanzien van de suggestie de bedoelde straten te verbreden, merkte de voorzitter op, dat als een zwaard van Damocles de riolering hun boven het hoofd hing, al zou de verwezenlijking hiervan nog wel even op zich laten wachten. Er was nog geen werkloosheid in het voor uitzicht en wilde de gemeente dit in eigen beheer uitvoeren, dan zouden er enkele millioenen mee zijn ge moeid. Het gin? natuurlijk niet aan nu de straten te verbreden en te verbeteren, met het vooruitzicht dat men ze na verloop weer moest op gaan breken voor de riolering Daarom hadden B. en W. besloten iets te doen dat althans de wielrij ders voorlopig beter uit de weg kon- den. BINNENHAVEN WORDT NIET GEDEMPT. Ten aanzien van de kwestie van de al of niet demping der Capelse binnenhaven, wilde de voorzitter de mening van de raadsleden weten. Persoonlijk zou hij er de voorkeur aan geven dat de haven werd ee- demnt en er een plein gecreëerd werd, zoals in meer Brabantse plaatsen. Zo kan 't in geen geval blijven; maar als het mogelijk bleek in de toekomst er een aardig geheel van te maken in de vorm van een plantsoen, met medewerking van de goed gebeurde natuurlijk Ook moest men hier en daar banken zet ten evenals bij het monument, waar hij ook graag enkele lichtpunten zag. Hoe denkt het college het water in de binnenhaven op peil te kun nen houden, vroeg de heer Dekkers, want dit was natuurlijk ook een vereiste voor een behoorlijk aan zien. De nieuw ontgonnen gebieden en de tuinderijen vroegen vooral 's zomers een behoorlijke bevloei ing, en bleef er dan toch voldoende water in de haven? Toen gaf wethouder notaris Wa verijn zijn visie op het geval; wan neer men de haven ging dempen, moesten, naar hij aannam, ook de bomen verdwijnen en wat bleef er dan van het plein over; in geen ge val een prachtig oud plein met mid deleeuwse gevels, integendeel. Als de binnenhaven behoorlijk bekleed werd, stopte men geen 30.000.— onder de grond, hetgeen bij dem ping het geval zou zijn, maar kon men met een gedeelte van deze som volstaan voor een behoorlijke voor ziening boven de grond. Hij betoogde voorts o.m. dat men vooruit moest zien wanneer het Oude Maasje was afgedampt zou er* een waterstand zijn van minstens 40 plus, ook voor de binnenwateren. Na dit gehoord te hebben, sprak de heer Dekkers zich ook tegen demping uit. Ook Mevrouw Gerlach was tegen demping, in zoverre het karakter van Capelle zou veranderen; de ha ven vormde nu het enige schilder achtige. Maar wel wilde zij een voorziening vragen voor de Jong, die zijn wagens ergens moest kun nen parkeren, zo niet oo een ge deelte dat van het plantsoen werd afgenomen, hetgeen minder wense lijk was, dan toch elders. De heren Vos, Genuït en de Bier spraken zich ook uit tegen demping, terwijl de heer Van Caem dit al eer der had gedaan, zodat de voorzitter kon constateren: dus water en geen grond, waarbij hij er op wees dat er eigenlijk al een principe-besluit van de raad was tot demping; het kwam echter wel meer voor dat de mens zijn oude plunje aflegde. De voorzitter onderschreef ver volgens wat de heer Van Caem zei ten aanzien van de technische dienst; hij begreep niet goed wat het betreffende Waspikse raadslid bedoelde in de vorige vergadering van die raad; de tekenaar was ge heel voor rekening van de gemeen te Sprang-Capelle, evenals de heer v. Willigenburg. In Waspik heeft men niet te klagen, zei de voorzit ter. In tegenstelling tot de heer Van Caem, achtte de voorzitter aula's op de begraafplaatsen, vooral bij slecht weer, zeer nodig. Ten aanzien van hetgeen de heer de Raat had gezegd over de Loon- sestraat, verwees de voorzitter naar een nog aan de orde komend voor stel, waarin verbetering werd voor- gesteld; de heren Ros en de Raat wezen echter op het onhoudbare van de toestand en deden verschil lende suggesties voor een proviso rische voorziening, waarop de voor zitter toezegde na te laten zien of er iets aan te doen was. Ten aanzien van de verlichting van het monument zei de voorzit ter, die morgen van de PNEM een opgaaf te hebben gekregen van de kosten van twee lichtpunten daar, die zouden 1300.bedragen. Ban- ken wilde hij er niet plaatsen, de jeugd zou er een sDeelterrein van gaan maken. Hij had zelfs 't Hoofd van de school te Sprang moeten verzoeken de jeugd eerbied bij te -» v V clII UC I w - omwonenden, dan vond hij het ook Diengen voor de graven op de be- best. Sraafplaats aan de Tilburgse weg. De heer de Raat was een voor- j provincie had de voorzitter stander van dempinv- in 's Graven- toegezegd, de spie, waar eerst het moer was dat ook Gebeurd en daar monument zou komen, in orde te was nu een prachtig plantsoen. Als we de verzorging van het plantsoen ever moeten laten aan het particu lier initiatief, zei de heer Van Peer, dan komt er niets van terecht en ook hij was er voor de haven maar te dempen. De keer Ros informeerde eerst naar de kosten en toen hij hoorde dat demping ƒ70 000.— en een be hoorlijke verzorging met plantsoen e.d. 30 a 40.000 gulden kostte, sprak hij zich uit voor het laatste, mits 't EEN BOEIEND FAR-WEST VERHAAL door brengen en er een klein plantsoen tje aan te leggen, daar konden ban ken worden geplaatst. B. en W. zouden nagaan of de straatverlichting 's morgens ook kon branden. De noodwoningen moesten 15 jaar meegaan; klachten waren er trou wens niet binnengekomen. Wethouder Dr Winkelman gaf toe dat de woningen inderdaad zeer vochtig waren, maar dit kwam niet door lekkage, maar door een ern- PIKE NORTON WILL'S. 20). Plotseling hield hij zijn paard in. Zijn oude, maar scherpe ogen hadden een stip gezien in de verte, die zich langzaam voortbewoog. „Wat drommel", mompelde de oude. „Wie gaat er nu in de prairie wandelen? Zou die vent soms zijn paard verloren hebben? Eens kij ken wie het is". Zo in zichzelf brommend, gaf hij zijn paard de sporen en reed in de richting van de eenzame wande laar. Halverwege zag de persoon hem aankomen. Hij zwaaide met zijn ar men en gaf een luide schreeuw. „Maak niet zo'n misbaar", grom de Dan, „ik zie je wel". Toen hij echter zag dat de wandelaar nog 'n paar wankele passen maakte en daarna tegen de grond sloeg, druk te hij de scherpe sporen van zijn laarzen feller in de zijden van zijn paard. Zo'n behandeling niet ge wend, steigerde het beest en rende daarna zo snel als zijn stramme poten konden, in de richting die de baas haar aangaf. Binnen enkele minuten had Dan de roerloze figuur bereikt. Met een lenigheid die men van een man van zijn leeftijd niet verwacht zou hebben, wipte hij van zijn paard. Hij stond naast de per soon en uitte een kreet van verras sing. Het was een meisje! Een ogenblik keek hij sprakeloos naar haar. Daarna bukte hij zich en zag het stof op haar laarzen en rij broek. „Een behoorlijk stukje gelopen", concludeerde hij. „Maar waar zou ze vandaan komen?" Dan viel zijn oog op een zilveren cirkeltje met daarin een koperen S. „Ze is van „Cupperfarm". Maar dan moet zij de dochter van Glan Silverring zijn. En dan moet ze Bill spreken". Bij de laatste gedachte trok een diepe rimpel zich in zijn voorhoofd. „Zou ze het nog niet weten, dat Bill in de gevangenis zit?" Al denkend had hij een fles uit zijn zadeltas genomen en bevochtig de haar lippen met wat Brandy. Dat hielp. Met een zucht sloeg zij haar ogen op en de oude Dan ver- stige vorm van condensatie, waar aan deze huizen bloot stonden. Bij vorst kwam er een plaat ijs op de muren van de slaapkamers te zitten en wanneer het dan ging dooien, vormden zich natuurlijk grote hoe veelheden water. Ze waren zeer on gezond, maar het waren inderdaad slechts noodoplossingen en als de vijftien jaren om waren, geloofde hy niet dat het college er over zou denken ze langer te laten bewonen. HOE ZIT DAT MET DIE AANNEMERS? Toen men nog even doorgepraat had over de verbreding van de Hei straat en de Raadhuisstraat, bracht de heer Ros een kwestie ter sprake waarover de raad, althans een ge deelte er van, en B. en W. het zo maar niet eens waren. De heer Ros wees ér op dat de verbouwing van de openbare school te Capelle was gegund aan een aan nemer uit Dordrecht; nu had hij ge hoord dat deze aannemer niet bouw de, maar dat de bouw was opgedra gen aan een „onderhandse" aanne mer hier ter plaatse. Hoe zat het nu met de post voor reis- en verblijfkosten voor het per soneel waarvoor de raad een crediet had toegestaan Deze zaak was naar zyn mening door B. en W. niet se rieus genoeg behandeld. Bij de aanbesteding was inge schreven voor ƒ49.000.-; de fa uit JJordrecht deed het voor ƒ39.000. plus 5000.voor reis- en verblijf kosten van werklui, die hier niet te krijgen waren. Toen is er een soort combinatie gevormd met v. Over- stee£> die het echter niet voor 39000 gulden kon doen, zodat het bedrag verhoogd moest worden tot 44000 gulden, waarmee men echter bene den 't toegestane crediet van 45000 gulden bleef. Het geval heeft veel opspraak ge wekt in de gemeente, zei de heer Ros; daar heb ik geen moment aan getwijfeld, repliceerde de voorzitter B. en W. hadden met de raad moe ten overleggen, meende de heer Ros of de bouw niet opnieuw aanbesteed had moeten worden. En later betoogde hij dat er in de gemeente inderdaad aannemers wa ren die verkeerd hadden gehan deld, maar er waren ook aannemers die eveneens bereid waren te bou wen. De voorzitter betoogde dat 't hier een kwestie was van onderaanne ming; de Dordtse firma bleef de eigenlijke aannemer. Buiten de raad om, zei de heer Ros, is er geld gegeven; maar, ant woordde de voorzitter, altijd bene den het crediet dat door de raad was toegestaan. Die ƒ5000.meende de heer de Bie, waren beschikbaar gesteld voor reis- en verblijfkosten; en hij was het er niet mee eens, dat dit geld bij de aannemingssom was ge voegd. Laat die 5000.— terug komen, zei de heer Maijers. En de voorzitter adviseerde even af te wachten; de gemeente kr^eg nog een afrekening en een ODgave van het arbeidersvervöer; wanï, had hij eerder gezegd, er hadden inder- daad arbuiders uit Dordt gewerkt; waarop de heer Ros geantwoord had dat schijn bedriegt. We lopen op de kwestie vooruit, zei wethouder notaris Waverijn, zo lang er nog geen afrekening is. Als L voor Uw eigen zaak stond, zei hij, zou U ook gezegd hebben: als ik het zo kan doen, dan doe ik het zo. Als de definitieve afrekening komt, aldus de heer Ros. staan we er achter; dan is het gebeurd. Destijds was het besluit genomen door de raad, die er verder niet meer in gekend was; waar bleven die 2000.nu die over waren9 Dit is een kwestie van beleid, zei wethouder Waverijn. B. en W. zijn het uitvoerend orgaan van de be sluiten van de raad. Maar B. en W. mogen niet buiten een besluit van de raad omgaan, re pliceerde de heer Ros. Inderdaad betreft het hier de uit voering van een raadsbesluit, zei ook de voorzitter, binnen de gren zen van het toegestaan crediet. We dienen de zaak van de gemeente te behartigen, zoals we onze eigen zaak zouden doen. De heer Dekkers kon zich niet aan de indruk onttrekken dat de be schoot even toen hij in die grote, diep-blauwe ogen keek. Hij grinnik te even dwaas en vroeg dan stotte rend: „Hoe gaat heteh, ik be doel is u al wat beter?" „Ik weet het niet", mompelde Ei- leen, terwijl ze overeind probeerde te komen. „Wat is er eigenlijk met mij?" „Tja, dat weet ik ook niet. Ik kwam hier toevallig aanrijden en zag u in de verte lopen en zwaaien. Toen ik dichterbij kwam, viel u flauw. Ik hoop niet dat het door mij kwam", voegde hij er met een olij ke lach aan toe. Een flauw glimlachje gleed even over Eileen's gezicht. „Waar komt u vandaan?" vroeg zij, kijkend naar het merk op de hals van zijn paard. „Van Diamond-G-ranche. Ik ben Dan Lewis". „Van Diamond-G-ranche? Maar daar moet ik naar toe. En gauw ook. Is het nog ver? Hoe lang lopen on geveer?" Lachend stopte Dan zijn oren dicht bij dat snelvuur van vragen. „Ho, ho." riep hij uit. „Ik ben een oude man en ik kan uw vragen niet zo vlug beantwoorden. U vroeg hoe ver het nog naar onze ranche is? Te ver in ieder geval om te lopen. Ik zal u op mijn paard zetten en dan rijden we er samen naar toe". Zonder op haar zwakke protesten te letten, tilde hij haar voor op zijn paard en keerde terug naar de ran che. Trots als een pauw reed hij een j kwartiertje later het terrein op. Larry Joker stond hem verbaasd op j te wachten. Hij vond, dat de oude wel wat vlug terug was van zijn inspectietocht. Toen de man echter wat dichterbij gekomen was, zag Larry de passagier. „By Jove", zei hij. „What's now? Hij heeft een meisje bij zich en niet zo'n lelijke ook. Daar komt hij niet eerlijk aan". Hij liep hem tegemoet, nam zijn hoed af voor het meisje en hield ga lant de stijgbeugel vast. „Ik ben Larry Joker, de voorman van deze ranche". Er lag een stille vraag naar haar in zijn woorden, die het meisje niet ontging. „Eileen Silverring", zei ze zacht. „Ik wilde Billy Hosting graag even spreken". Larry verschoot. Wat moest hij nu zeggen? „De „boss" is niet aanwezig, ik weet ook niet wanneer hij terug komt, tenminsteeh, als hij ooit eh". Hij brak zijn gehakkelijk plotse ling af, toen hij meende teveel ge zegd te hebben. Verbaasd keek Ei- leen van Larry naar Dan. „Wat bedoelen jullie toch? Waar is Billy en waarom zou hij niet te rug komen? Is er soms iets niet in orde met hem?" Gelukkig voor Larry en Dan kwam Buck aangelopen. Toen het meisje hem zag, maakte zij van ver- Ook het meisje lachtte nu even. „Ja, dat is waar, maar ik wil nu Billy spreken. Kunt u me misschien vertellen, mistereh „Buck Palmer", vulde deze snel aan. t waar ik hem vinden kan?" Een groot deel van de boys was komen toelopen en volgde nu, in 'n rassing een plotseling gebaar. Ook j wijde kring om hen heen staande, Buck keek verrast. Waar had hij haar meer gezien? Dan schoot hem de nachtelijke tocht met Billy weer te binnen. De laatste tocht van deze, voor hij door de sheriff werd opge haald Maar daar kende hij haar niet al leen van. Dat meisje hij zag het nu duidelijk had hem bevrijd! Zij was het, die hem uit zijn ge vangenis had geholpen. Glimla chend trad hij op haar toe. „Een geheel onverwachts weder zienin geheel andere om standigheden". Larry en Dan keken eerst elkaar, daarna Eileen en tenslotte Buck aan. Hun gedachten lagen duidelijk op hun gezichten te lezen. Wat drommel. Kende Buck nu iedereen en alles. Zelfs een voor hen wild vreemd meisje? Buck grinnikte weer, toen hij de verbouwereerde gezichten zag. „Wij hebben elkaar al eens eer der ontmoet, is het niet, Eileen?" met duidelijke interesse 't gesprek. Buck keek ernstig. Hij vond het echter maar het beste om alles met een te vertellen. „Mijn vriend Billy, begon hij, „is gearresteerd door de sheriff". Een ogenblik keek 't meisje hem star aan. Dan trok al het bloed uit haar gezicht weg. Hijgend bracht zij eruit; „Waarom?" „De sheriff verdenkt hem van moord op de oude Jim en op zijn vader. Maar dat gelooft niemand hier". Een instemmend gemompel steeg op uit de rijen der cowboys. Eén van hen deed een stap naar voren. „We weten niet wie jij bent, miss" begon hij met 'n harde rauwe stem, „maar ik geloof dat je je het nog al aantrekt. Eén ding is echter zeker: als de „boss" gehangen wordt, dan zal de sheriff ook hangen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1955 | | pagina 8