DE TROONREDE
Rijksbegroting kent een tekort van 580 millioen.
Lopende dienst echter nagenoeg in evenwicht.
Waalwijkse en Langsiraatse Courant
BEVESTIGT TOT NOG TOE
GEVOLGDE POLITIEK.
Oordeel over de begroting niet
onverdeeld gunstig.
belangrijke daling
VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1955
Uitgever
Waal wij kse Stoomdrukkerij
An toon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
DE ECHO \fflH HET ZUIDEN
78e JAARGANG No. 77
Contract-advertenties
10 cent per m m.
Abonnement
19 cent per week
2.45 per kwartaal
2.70 franco p. p
Advertentieprijs
speciaal tarief.
Bureaux
GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002.
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES „ECHO'
In de tien jaren, die verstreken zijn sinds het einde van de
tweede wereldoorlog, is, met hoeveel vreugde Nederland ook de
bevrijding heeft kunnen herdenken, de wereld niet tot rust en tot
een gewaarborgde vrede gekomen. De fundamentele tegenstellin
gen die de volkeren verdeeld hebben gehouden, zijn blijven be
staan. Nieuwe hoop is echter geput uit de bijeenkomst der icr
Grote Mogendheden, die onlangs te Genève plaats vond. Deze be
sprekingen hebben de weg gebaand tol ernstig overleg over vraag
stukken, waarvan de oplossing tot ontspanning van de interna
tionale verhoudingen kan leiden.
Ik wil hier uiting geven aan de diepgevoelde wens van het .Ne
derlandse volk, dat dit overleg ondanks de moeilijkheden, die
zich ongetwijfeld nog zullen voordoen, lot zegenrijke resultaten
zal leiden. Aldus begon H. M. de Koningin Dinsdagmiddag de
troonrede, ter opening van de nieuwe zitting der Staten Gencraa
Een troonrede, die in deze laatste zittingsperiode der Kamers voor
de verkiezingen van 1956 niet veel nieuwe gezichtspunten opende.
De voortzetting van een eensgezind beleid der Westelijke lan
den blijft intussen van het hoogste belang, vervolgde de Konin
gin. In dit opzicht vervult de Noordatlantische Verdragsorganisatie
een onmisbare functie.
Verdere verinniging der Europese samenwerking blijtt geboden.
Het stemt daarom tot voldoening, dat op initiatief van Nederland
en de andere Beneluxlanden de mogelijkheden van de vorming
van een gemeenschappelijke markt thans worden bestudeerd met
het doel te geraken tot nieuwe afspraken en overeenkomsten op
dit gebied.
Een overeenkomst met België en Luxemburg tot instelling van
een Interparlementair Beneluxorgaan zal dit zittingsjaar aan l
worden voorgelegd. De formulering van een verdrag inzake de
Economische Unie is door de Regeringen in studie genomen
Het streven van de Regering blijft gericht op het totstandko
men van regelingen, die een zo groot mogelijke vrijheid van het
handels- en betalingsverkeer waarborgen.
Zij zal voortgaan samenwerking in het kader der erenigde
Naties te bevorderen ten aanzien van alle zaken, waarvan een
benadering in wereldverband de meest gewenste is. Zij denkt
daarbij in het bijzonder aan het probleem der financiering van de
hulp aan minderontwikkelde gebieden. Daarnaast is krachtige
voortzetting van de technische hulpverlening noodzakelijk. Ne
derland vervult hierbij een naar verhouding belangrijke taak.
De Regering hoopt op een verbetering in de verhouduig lol
Indonesië. Zij blijft overtuigd, dat een goede samenwerking voor
beide landen van grote betekenis zou zijn. De wil om daartoe te
geraken is in Nederland in brede kringen aanwezig.
De Koningin zei verder o.m.
De internationale conferentie inzake de vreedzame toepassing
van atoomenergie heeft er toe bijgedragen meer vertrouwen te
wekken in de ontwikkeling der internationale betrekkingen.
Het is duidelijk geworden, dat spoediger dan verwacht werd
de praktische toepassingen op verschillende gebieden nieuwe en
verheugende perspectieven openen en economisch en sociaal giote
gevolgen kunnen hebben. In verband met de uiterst snelle ont
wikkeling op dit terrein zal bijzondere inspanning nodig zijn
terwille van de plaats van ons land zowel wetenschappelijk als
industrieel. Op dit ogenblik hebben wij een achterstand in te
halen. Mede daarom worden contacten met andere landen gelegu
en versterkt. De Regering zal de eerste bilaterale overeenkomst
op atoomgebied, gesloten met de Regering van de erenigde Sla-
ten van Amerika, binnenkort aan U ter goedkeuring voorleggen.
Zo mogelijk zullen nog tijdens de komende zitting der Staten-
Generaal een of meer overeenkomsten van wijder strekking vol
gen.
Het verheugt mij, dat ik binnenkort met mijn echtgenoot ander
maal een bezoek aan Suriname en de Nederlandse Antillen zal
kunnen brengen. Het bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakte
ontwerp inzake hulp hij de uitvoering van het tienjarenplan voor
de ontwikkeling van Suriname is een uiting van de wil om te
handelen in de geest van het Statuut.
Overeenkomstig de verplichtingen, voortvloeiende uit het Hand
vest der Verenigde Naties, blijft het beleid met betrekking tot
Nederlands Nieuw-Guinea gericht op de sociale, culturele, eco
nomische en politieke ontwikkeling van de bevolking, belang
rijke volksziekten zijn en worden, ook met hulp van gespin i.di-
seerde organisaties der Verenigde Naties, met kracht bestreden.
Uitbreiding van de opleidingsmogelijkheden vindt gestadig plaats.
Een aantal adviesraden is ingesteld, waardoor de inwoners ge
legenheid krijgen zich voor te bereiden op de behartiging van
eigen belangen.
KRACHTIGE ECONOMISCHE EXPANSIE.
De volkshuishouding van ons land wordt gekenmerkt door een
krachtige economische expansie. Terwijl de Regering nog slechts
enkele jaren geleden, in verband met toenemende werkloosheid,
de werkgelegenheidspolitiek als het centrale punt van haar eco
nomisch beleid zag, is er thans een zo ruime arbeidsgelegenheid,
dat verschillende bedrijfstakken met een aanzienlijk tekort aan
arbeidskrachten hebben te kampen. Hoezeer ook deze toestand
moeilijkheden medebrengt, is er reden om er zich over te ver
heugen, dat thans vrijwel iedereen arbeid kan vinden, zodat ook
vele oudere werkzoekenden en moeilijk plaatsbaren een plaats in
het arbeidsproces verkrijgen.
Intussen moet er tegen worden gewaakt, dat de grote vraag
naar goederen en diensten in binnen- en buitenland, gepaard
gaande met de spanning op de arbeidsmarkt, ons kostenpeil zo
danig zou beïnvloeden, dat de toekomstige structurele ontwikke
ling in gevaar zou worden gebracht. De Regering streett daarom
naar een stabilisatie en waar mogelijk naar een verlaging van
de prijzen.
De Regering volgt nauwlettend de ontwikkeling van de beta
lingsbalans, teneinde, zo nodig, tijdig maatregelen te bevorderen,
gericht op handhaving van het monetaire evenwicht.
De ontwikkeling van de wereldmarkt van agrarische producten,
wordt mede beïnvloed door overschotten, waarvoor geen koop
krachtige vraag is. Het landbouwbeleid blijft er op gericht een
zekere stabiliteit aan de productie en aan de prijsvorming te
verlenen.
Vergroting van de productiviteit blijft een eerste vereiste, in
hel bijzonder in die streken, waar de productiekosten naar ver
houding hoog zijn.
I)c Sociaal-Economische Raad zal een dezer dagen advies uit
brengen inzake de toekomstige methode van loonvorming. Met
de Stichting van de Arbeid zijn op haar verzoek besprekingen
gaande over de vraag of en zo ja welke wijzigingen in de arbeids
voorwaarden in de naaste toekomst wenselijk en mogelijk zijn.
De Regering heeft zich bereid verklaard ook hierover het advies
van de Sociaal-Economische Raad in te winnen. Zo enigszins
mogelijk dienen beide problemen in onderling verband een op
lossing te vinden.
In het afgelopen zittingsjaar kwamen 8 bedrijfschappen en 13
productschappen tot stand, terwijl in de naaste toekomst waar
schijnlijk nog 9 bedrijfschappen en enige productschappen zullen
volgen. De Regering zal de oprichting met kracht blijven bevor
deren. Zij acht het niet bevredigend, dat in de industriële sector
tot nu toe slechts enkele bedrijfschappen tot stand zijn gekomen.
Aan de hand van het thans gereed gekomen interimrapport
der Commissie Bezitsspreiding zal de Regering het vraagstuk van
de bezitsvorming nader onder het oog zien.
DE WONINGNOOD.
De woningnood blijft een donkere schaduw werpen op het ove
rigens in menig opzicht gunstig beeld, dat ons volksleven te zien
geeft. Tengevolge van de groei onzer bevolking leidt slechts een
beperkt deel van de nieuwgebouwde woningen tot vermindering
van het tekort. Wij zullen alle krachten moeten inspannen om
sneller daarop in te lopen. Ik doe een dringend beroep op de volle
medewerking van allen, die kunnen bijdragen tot leniging van de
woningnood. Het is nodig in de bouwnijverheid bij voortduring
naar nieuwe wegen uit te zien om de productie op te voeren.
Aangezien woningbouw de hoogste prioriteit moet genieten is
matiging van bouwactiviteit op elk ander gebied noodzakelijk.
Het snel toenemend aantal gezinnen, dat van Indonesië uit
naar Nederland komt, brengt grote moeilijkheden mede, die de
bijzondere zorg van de Regering vragen.
Een ontwerp van wet ter vervanging van de Armenwet is in
voorbereiding. Op korte termijn zullen U voorstellen bereiken tot
herziening van de Grondwet, betreffende haar aanpassing aan dc
nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk en de bepalingen nopens
de buitenlandse betrekkingen.
Spoedige indiening kan verwacht worden van wetsontwerpen
tot herziening van het kinderstrafrecht en van de kinderbegin
selenwet, welke ontwerpen voorlopig een sluitstuk vormen van
de vernieuwing van het recht voor de jeugd op justitieel gebied.
Een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wet
boek, dat een algemene regeling bevat voor dc vacantie van werk
nemers, is aan de Sociaal-Economische Raad toegezonden.
De zeer snelle ontwikkeling van het wegverkeer en het nog
steeds onrustbarend grote aantal verkeersongevallen vergen de
bijzondere aandacht der Regering voor al hetgeen tot verhoging
van de verkeersveiligheid kan bijdragen.
Een ontwerp-Deltawet zal spoedig worden ingediend.
Zeer binnenkort zijn ook tegemoet te zien een wetsontwerp
betreffende het technisch hoger onderwijs en een ontwerp-Mo-
numentenzorg.
Bij het treffen van maatregelen ter verbreiding en verbetering
van het onderwijs richt de Regering zich in het bijzonder op dc
opleiding van een voldoend aantal docenten en op dc indiening
van één wet voor het voortgezet onderwijs. Voorts blijft zij het
totstandkomen van een sluitend geheel van voorzieningen, zowel
wat het onderwijs als wat dc verdere vorming der jeugd betreft,
bevorderen en de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen
krachtig steunen.
De Koningin besloot
Zo zullen, naast de wetsontwerpen, die U reeds zijn voorgelegd,
en die veel van Uw tijd en werkkracht zullen vergen, nog ver
scheidene nieuwe, voor het welzijn van ons volk belangrijke voor
stellen Uw aandacht vragen.
Met de bede, dat God U bij Uw arbeid moge sterken, verklaar
ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend.
Bij de ontwerp-begroting voor 1956 heeft als doelstelling voor
ogen gestaan, binnen de grenzen der financiële mogelijkheden
door middel van rijksfinanciën bij te dragen tot 'n verdere even
wichtige expansie van de Nederlandse volkshuishouding in haar
verschillende economische, sociale en culturele aspecten. Om een
dergelijke expansie niet te belemmeren, is er bij het opstellen
van deze nieuwe begroting naar gestreefd, de stijging der rijks
uitgaven zoveel mogelijk binnen de perken te houden, aldus de
minister van financiën in de Millioenennota, die de Dinsdag
middag ingediende begroting voor 1956 vergezelde. Niettemin
kan de minister niet verhelen dat de verdere ontwikkeling van
het Rijksuitgavenniveau hem met enige bezorgdheid vervult. En
hij had daarbij bijzonder in het oog de grote mate van conjunc
tuurgevoeligheid der belastingmiddelen en de eisen, die door het
treffen van verschillende als urgent beschouwde aanvullende
voorzieningen in de komende jaren aan het Staatsbudget zullen
worden gesteld.
Het totaal der uitgaven voor de
gewone dienst wordt volgens de ont
werp-begroting geraamd op 6.682
millioen, welk bedrag naar schat
ting voor 6.102 millioen door bud-
getaire middelen wordt gedekt. Er
resteert derhalve een ongedekt be
grotingstekort van 580 millioen,
waarvan 550 millioen ten laste van
de kapitaaldienst komt.
Een vergelijking tussen de begro
tingen 1955 en 1956 zou tot de aan
vankelijke conclusie kunnen leiden
dat er geen fundamentele verschil
len zijn waar te nemen.
Ofschoon het tekort op de lopen
de dienst voor 1956 (30 min.) groter
is dan het oorspronkelijk voor 1955
geraamde tekort (7 min.) is deze
dienst ook thans ten naaste bij in
evenwicht te achten, terwijl het to
taal nadelig slot van de gehele
dienst voor 1956 (580 min.) prac-
tisch ongeveer op hetzelfde niveau
ligt als dat voor 1955 (610 min.) Een
nadere bestudering wijst echter uit,
dat deze overeenstemming in het
uiteindelijk resultaat werd verkre
gen ondanks het feit dat de ver
schillende componenten van de lo
pende dienst geenszins een overeen
komstige ontwikkeling te zien ge
ven.
Het geraamde voordelig saldo
(359 min.) van de Gewone Dienst is
voor 1956 aanzienlijk (n.l. 340 min.)
lager dan voor 1955 (699 min.), ook
al wordt, zowel van de niet-belas-
tingmiddelen als van de belasting
middelen, niettegenstaande de nage
noeg volledige doorwerking van het
Belastingplan 1955, een hogere op
brengst verwacht. Daarnaast moet
rekening gehouden worden met een
belangrijk (pLm. 100 min.) hoger
deficit van het Landbouw-Egalisa-
tie-fonds.
Wanneer niettemin de lopende
dienst (die bestaat uit de Gewone
Dienst, Buitengewone Dienst I en
Landbouw-Egalisatiefonds) toch ook
voor 1956 naar verwachting ten
naaste bij in evenwicht zal zijn, is
dit geheel te danken aan het feit,
dat het nadelig saldo van de Bui
tengewone Dienst I (aflopende uit
gaven voor het herstel van oorlogs-
en watersnoodschade) 417 min. la
ger kon worden geraamd. De uitga
ven ten laste van de Gewone Dienst
en het nadelig saldo van het Land
bou w-Egalisatiefonds zijn in verge
lijking met de oorspronkelijk vast
gestelde begroting 1955 toegenomen.
Deze toeneming kan grotendeels
slechts worden opgevangen, dank zij
de omstandigheid, dat de middelen
van de Gewone Dienst voor 1956 in
vergelijking met die voor 1955 naar
spronkelijk vastgestelde begroting
1955 met niet meer dan 340 millioen
daalt, is te dan'ken aan het feit, dat
zowel de belastingmiddelen als de
niet-belastingmiddelen een stijging
te zien geven, resp. met 102 min.
en 50 min.
DE MIDDELEN VAN HET RIJK.
De Minister bespreekt in zijn no
ta vanzelfsprekend ook de midde
len waarover het rijk beschikt en
die grotendeels bestaan uit belas
tingmiddelen. De middelen zijn in
totaal voor 1956 geraamd op 6.102
min., waarvan 5.192 min. belastmg-
BEHOEDZAAM FINANCIEEL
BELEID NOODZAKELIJK.
In de slotbeschouwing van de Mil
lioenennota wordt tenslotte aan
dacht geschonken aan een aantal
algemene gezichtspunten die be
trekking hebben op de vooruitzich
ten en het beleid ten aanzien van
's Rijks Financiën.
Het huidige beeld der Rijksfinan
ciën wordt in aanzienlijke mate be
paald door de voortdurende hoog
conjunctuur.'De gunstige economi
sche ontwikkeling hier te lande is
enerzijds van invloed op de Rijks
begroting via het beloop dor mid
delen elimineert men de gevol
gen van de belastingverlaging, dan
blijkt het totaal van de ten bate
van de begroting 1956 komende
middelen de oorspronkelijke raming
voor het dienstjaar 1955 met glo
baal 475 min, te overtreffen an
derzijds kunnen onder de huidige
conjuncturele omstandigheden be
middelen, na aftrek van de aande- I paaide uitgaven achterwege blijven
len voor het Gemeentefonds, 't Pro- Niettegenstaande het feit dat d(
vinciefonds en het Landbouwegali-
verwachting een aanzienlijk accres
te zien zullen geven.
Zo bezien kan het oordeel over de
ontwerp-begroting 1956, ondanks 't
op zichzelf niet onbevredigend eind
cijfer, naar de mening van de Mi
nister van Financiën dan ook niet
onverdeeld gunstig luiden. Immers,
terwijl de verwachte stijging van de
middelen in hoge mate verband
houdt met de huidige gunstige eco
nomische situatie, op de bestendig
heid waarvan niet zonder meer zal
mogen warden gerekend1, moet daar
entegen worden opgemerkt, dat de
bedoelde additionele uitgaven voor
een belangrijk deel een meer blij
vend karakter hebben.
De minister van Financiën verge
lijkt in zijn Millioenennota de be
grotingen van 1955 en 1956 met el
kaar. Hij moet constateren, dat naar
de huidige inzichten het uitgaven-
totaal voor 1955 7.744 millioen zal
bedragen, dat is 1.119 millioen meer
dan volgens de oorspronkelijk vast
gestelde begroting.
Ten opzichte van 1955 kent de
begroting voor 1956 een stijging van
de uitgaven op de Gewone Dienst
van 492 min.; deze stijging moet
voor een deel worden toegeschreven
aan een algemeen werkende factor,
n.l. een toeneming van de perso
neelsuitgaven. Daarnaast echter ge
ven de begrotingen van verschil
lende departementen ook door meer
specifieke oorzaken een meer of
minder belangrijke uitgavenstijging
te zien.
En de minister denkt dan ook aan
de uitgaven voor het onderwijs in
verband met een aanzienlijke ver
meerdering van het aantal leerlin
gen, de versterking van zwakke
plaatsen in hoogwaterkeringen,
werken ter beveiliging van 't Delta
gebied, onderhoud en verbetering
van kustverdedigingswerken, rivie
ren, kanalen, vaarten enz. en we
gen; kosten noodvoorziening Ouden
van Dagen i.V.m. stijging van het
aantal uitkeringsgerechtigden, sub-
sidiën en andere uitgaven ten be
hoeve van de volksgezondheid en
uitgaven voor aanvullende werkge
legenheid, verzorging van gerepa-
trieerden, uitvoering wet buitenge
woon Pensioen 1940-1945 en voor
schot aan de Stichting voor de ont
wikkeling van de machinele land
bouw in Suriname en bijdrage aan
de geldmiddelen van Nederlands
Nieuw-Guinea.
Dat niettegenstaande de toene
ming van de uitgaven met 492 min.
het voordelig saldo van de Gewone
Dienst in vergelijking met de oor-
satiefonds.
De grotere opbrengstderving in
1956 ten opzichte van 1955 (vermoe
delijke uitkomsten) uit hoofde van
het Belastingplan 1955 welke on
geveer te stellen is op een totaal
bedrag van 390 min. enerzijds en
het accres der middelen als gevolg
van de economische ontwikkeling
anderzijds, tezamen met de invloed
van enkele andere factoren van bij
zondere aard, resulteren in een ver
wachte teruggang van de opbrengst
der belastingmiddelen ten opzichte
van de vermoedelijke uitkomsten
1955 (vóór aftrek) van 74 millioen.
Voor het rijk beloopt de vermin
dering, mede als gevolg van het feit
dat voor 1956 de aandelen van het
Gemeentefonds en het Provincie
fonds hoger zijn gesteld dan voor
1955, 82 millioen. In het licht van
een verwachte verdere stijging van
het nationale inkomen betekent dit
een voortzetting van de daling van
de belastingopbrengst voor 't Rijk,
uitgedrukt in een percentage van t
nationale inkomen; deze daling valt
reeds sedert 1952 waar te nemen.
NATIONALE SCHULD.
van de
de nota
Aangaande de omvang
Nationale Schuld kon in
worden meegedeeld, dat deze we
derom is gedaald en wel in 't tijds
bestek van 30-6-'54 tot 30-6-'55 met
een bedrag van 1.323 min. De ge
vestigde binnenlandse schuld liep in
die periode met 1.625 min. tot 10.834
min. De oorzaak hiervan is o.m. ge
legen in het feit, dat in Januari van
dit jaar een langlopende Staatsle
ning is uitgegeven, groot 600 min.
en een bedrag van 1.200 min. aan
bijzondere schatkistbiljetten is om
gezet in schatkistcertificaten met
een langere looptijd, waartegenover
114 min. verplicht op Staatslenin
gen werd afgelost en 63 min. aan
Staatsobligaties werd ontvangen
wegens betaling van belastingen.
Ondanks deze stijging van geves
tigde binnenlandse schuld daalde de
totale binnenlandse schuld met 859
min. Dit is het gevolg van het feit,
dat de verplichtingen wegens her
stel van oorlogs- en watersnood-
schade met 922 min. daalden, het
uitstaande bedrag aan schatkistpa
pier o.m. als gevolg van de hiervoor
vermelde omzetting van bijzondere
schatkistbiljetten met 1.238 terug
liep en andere mutaties de vlotten
de schuld nog eens verminderden
met 324 min.
De buitenlandse schuld daalde met
464 min., o.m. als gevolg van ver
snelde aflossing op de lening, ver
strekt door de Internationale Bank
voor Herstel en Ontwikkeling.
Niettegenstaande het feit dat de
begroting 1956 een betrekkelijk
evenwichtig beeld vertoont, wil de
minister toch de aandacht vestigen
op enkele aspecten, die een waar
schuwing kunnen zijn tegen een te
gunstig beoordelen van de huidige
toestand.
In de eerste plaats zou het minder
juist zijn er van uit te gaan dat een
voortzetting van de huidige hoog
conjunctuur voor onbepaalde tijd
is gewaarborgd. Een eventuele te
rugslag van de internationale con
junctuur zou Nederland, gezien het
open karakter van zijn economie,
in niet geringe mate kunnen tref
fen.
Ook indien de gunstige interna
tionale conjunctuur voorlopig mocht
blijven voortduren, is toch een ge
leidelijke vermindering van het ex
pansietempo waarschijnlijk De pro
ductie heeft namelijk, zowel hier als
elders, meer en meer de maximale
capaciteit benaderd, waardoor de
mogelijkheden tot verdere uitbrei
ding op korte termijn worden ge
remd. De huidige hoogconjunctuur
houdt voorts een zeker gevaar in
voor inflatoire ontwikkelingen, niet
alleen in verband met het hoge peil
der bestedingen, doch ook omdat
daardoor kostenstijgingen in de
hand worden gewerkt. Men zal moe
ten waken tegen een beleid, waar
bij in een betekenende omvang en
op langere termijn prijsstijgingen
zouden worden verhinderd of opge
vangen op de voor bedrijfs- en ge
zinshuishoudingen minst voelbare
wijze, namelijk door afwentelen van
deze stijgingen op de Schatkist.
De minister y';dt ook aandacht
aan het steeds meer stijgen van het
totaal der lonende uitgaven, veroor
zaakt voor een gedeelte door de
groei van de bevolking.
Ofschoon een verdere ontwikke
ling, besluit de minister, van ver
schillende overheidsactiviteiten in
samenhang met de stijgende wel
vaart van ons land on zichzelf alles
zins verklaarbaar en verheugend is,
dient men naar ziin oordeel, ander
zijds toch oog te hebben voor de
daaraan uit financieel oogpunt te
stellen grenzen. Niet alleen kan
reeds onder gunstige economische
omstandigheden een op te grote
schaal ter hand nemen van nieuwe
overheidsactiviteiten, die een min
of meer blijvende vergroting van
uitgaven betekenen, de handhaving
van evenwichtige Staatsfinanciën
in gevaar brengen, doch bovendien
zouden moeilijkheden kunnen op
treden, indien de mogelijkheid van
een teruggang van de conjunctuur
werkelijkheid zou worden.
Dit alles tenslotte overziende,
acht de Minister van Financiën ten
aanzien van de toestand van 's Rijks
Financiën in zoverre een gunstig