DE TROONREDE Rijksbegroting kent een tekort van 580 millioen. Lopende dienst echter nagenoeg in evenwicht. Waalwijkse en Langsiraatse Courant BEVESTIGT TOT NOG TOE GEVOLGDE POLITIEK. Oordeel over de begroting niet onverdeeld gunstig. belangrijke daling VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1955 Uitgever Waal wij kse Stoomdrukkerij An toon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week DE ECHO \fflH HET ZUIDEN 78e JAARGANG No. 77 Contract-advertenties 10 cent per m m. Abonnement 19 cent per week 2.45 per kwartaal 2.70 franco p. p Advertentieprijs speciaal tarief. Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL TEL. 2002. OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES „ECHO' In de tien jaren, die verstreken zijn sinds het einde van de tweede wereldoorlog, is, met hoeveel vreugde Nederland ook de bevrijding heeft kunnen herdenken, de wereld niet tot rust en tot een gewaarborgde vrede gekomen. De fundamentele tegenstellin gen die de volkeren verdeeld hebben gehouden, zijn blijven be staan. Nieuwe hoop is echter geput uit de bijeenkomst der icr Grote Mogendheden, die onlangs te Genève plaats vond. Deze be sprekingen hebben de weg gebaand tol ernstig overleg over vraag stukken, waarvan de oplossing tot ontspanning van de interna tionale verhoudingen kan leiden. Ik wil hier uiting geven aan de diepgevoelde wens van het .Ne derlandse volk, dat dit overleg ondanks de moeilijkheden, die zich ongetwijfeld nog zullen voordoen, lot zegenrijke resultaten zal leiden. Aldus begon H. M. de Koningin Dinsdagmiddag de troonrede, ter opening van de nieuwe zitting der Staten Gencraa Een troonrede, die in deze laatste zittingsperiode der Kamers voor de verkiezingen van 1956 niet veel nieuwe gezichtspunten opende. De voortzetting van een eensgezind beleid der Westelijke lan den blijft intussen van het hoogste belang, vervolgde de Konin gin. In dit opzicht vervult de Noordatlantische Verdragsorganisatie een onmisbare functie. Verdere verinniging der Europese samenwerking blijtt geboden. Het stemt daarom tot voldoening, dat op initiatief van Nederland en de andere Beneluxlanden de mogelijkheden van de vorming van een gemeenschappelijke markt thans worden bestudeerd met het doel te geraken tot nieuwe afspraken en overeenkomsten op dit gebied. Een overeenkomst met België en Luxemburg tot instelling van een Interparlementair Beneluxorgaan zal dit zittingsjaar aan l worden voorgelegd. De formulering van een verdrag inzake de Economische Unie is door de Regeringen in studie genomen Het streven van de Regering blijft gericht op het totstandko men van regelingen, die een zo groot mogelijke vrijheid van het handels- en betalingsverkeer waarborgen. Zij zal voortgaan samenwerking in het kader der erenigde Naties te bevorderen ten aanzien van alle zaken, waarvan een benadering in wereldverband de meest gewenste is. Zij denkt daarbij in het bijzonder aan het probleem der financiering van de hulp aan minderontwikkelde gebieden. Daarnaast is krachtige voortzetting van de technische hulpverlening noodzakelijk. Ne derland vervult hierbij een naar verhouding belangrijke taak. De Regering hoopt op een verbetering in de verhouduig lol Indonesië. Zij blijft overtuigd, dat een goede samenwerking voor beide landen van grote betekenis zou zijn. De wil om daartoe te geraken is in Nederland in brede kringen aanwezig. De Koningin zei verder o.m. De internationale conferentie inzake de vreedzame toepassing van atoomenergie heeft er toe bijgedragen meer vertrouwen te wekken in de ontwikkeling der internationale betrekkingen. Het is duidelijk geworden, dat spoediger dan verwacht werd de praktische toepassingen op verschillende gebieden nieuwe en verheugende perspectieven openen en economisch en sociaal giote gevolgen kunnen hebben. In verband met de uiterst snelle ont wikkeling op dit terrein zal bijzondere inspanning nodig zijn terwille van de plaats van ons land zowel wetenschappelijk als industrieel. Op dit ogenblik hebben wij een achterstand in te halen. Mede daarom worden contacten met andere landen gelegu en versterkt. De Regering zal de eerste bilaterale overeenkomst op atoomgebied, gesloten met de Regering van de erenigde Sla- ten van Amerika, binnenkort aan U ter goedkeuring voorleggen. Zo mogelijk zullen nog tijdens de komende zitting der Staten- Generaal een of meer overeenkomsten van wijder strekking vol gen. Het verheugt mij, dat ik binnenkort met mijn echtgenoot ander maal een bezoek aan Suriname en de Nederlandse Antillen zal kunnen brengen. Het bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakte ontwerp inzake hulp hij de uitvoering van het tienjarenplan voor de ontwikkeling van Suriname is een uiting van de wil om te handelen in de geest van het Statuut. Overeenkomstig de verplichtingen, voortvloeiende uit het Hand vest der Verenigde Naties, blijft het beleid met betrekking tot Nederlands Nieuw-Guinea gericht op de sociale, culturele, eco nomische en politieke ontwikkeling van de bevolking, belang rijke volksziekten zijn en worden, ook met hulp van gespin i.di- seerde organisaties der Verenigde Naties, met kracht bestreden. Uitbreiding van de opleidingsmogelijkheden vindt gestadig plaats. Een aantal adviesraden is ingesteld, waardoor de inwoners ge legenheid krijgen zich voor te bereiden op de behartiging van eigen belangen. KRACHTIGE ECONOMISCHE EXPANSIE. De volkshuishouding van ons land wordt gekenmerkt door een krachtige economische expansie. Terwijl de Regering nog slechts enkele jaren geleden, in verband met toenemende werkloosheid, de werkgelegenheidspolitiek als het centrale punt van haar eco nomisch beleid zag, is er thans een zo ruime arbeidsgelegenheid, dat verschillende bedrijfstakken met een aanzienlijk tekort aan arbeidskrachten hebben te kampen. Hoezeer ook deze toestand moeilijkheden medebrengt, is er reden om er zich over te ver heugen, dat thans vrijwel iedereen arbeid kan vinden, zodat ook vele oudere werkzoekenden en moeilijk plaatsbaren een plaats in het arbeidsproces verkrijgen. Intussen moet er tegen worden gewaakt, dat de grote vraag naar goederen en diensten in binnen- en buitenland, gepaard gaande met de spanning op de arbeidsmarkt, ons kostenpeil zo danig zou beïnvloeden, dat de toekomstige structurele ontwikke ling in gevaar zou worden gebracht. De Regering streett daarom naar een stabilisatie en waar mogelijk naar een verlaging van de prijzen. De Regering volgt nauwlettend de ontwikkeling van de beta lingsbalans, teneinde, zo nodig, tijdig maatregelen te bevorderen, gericht op handhaving van het monetaire evenwicht. De ontwikkeling van de wereldmarkt van agrarische producten, wordt mede beïnvloed door overschotten, waarvoor geen koop krachtige vraag is. Het landbouwbeleid blijft er op gericht een zekere stabiliteit aan de productie en aan de prijsvorming te verlenen. Vergroting van de productiviteit blijft een eerste vereiste, in hel bijzonder in die streken, waar de productiekosten naar ver houding hoog zijn. I)c Sociaal-Economische Raad zal een dezer dagen advies uit brengen inzake de toekomstige methode van loonvorming. Met de Stichting van de Arbeid zijn op haar verzoek besprekingen gaande over de vraag of en zo ja welke wijzigingen in de arbeids voorwaarden in de naaste toekomst wenselijk en mogelijk zijn. De Regering heeft zich bereid verklaard ook hierover het advies van de Sociaal-Economische Raad in te winnen. Zo enigszins mogelijk dienen beide problemen in onderling verband een op lossing te vinden. In het afgelopen zittingsjaar kwamen 8 bedrijfschappen en 13 productschappen tot stand, terwijl in de naaste toekomst waar schijnlijk nog 9 bedrijfschappen en enige productschappen zullen volgen. De Regering zal de oprichting met kracht blijven bevor deren. Zij acht het niet bevredigend, dat in de industriële sector tot nu toe slechts enkele bedrijfschappen tot stand zijn gekomen. Aan de hand van het thans gereed gekomen interimrapport der Commissie Bezitsspreiding zal de Regering het vraagstuk van de bezitsvorming nader onder het oog zien. DE WONINGNOOD. De woningnood blijft een donkere schaduw werpen op het ove rigens in menig opzicht gunstig beeld, dat ons volksleven te zien geeft. Tengevolge van de groei onzer bevolking leidt slechts een beperkt deel van de nieuwgebouwde woningen tot vermindering van het tekort. Wij zullen alle krachten moeten inspannen om sneller daarop in te lopen. Ik doe een dringend beroep op de volle medewerking van allen, die kunnen bijdragen tot leniging van de woningnood. Het is nodig in de bouwnijverheid bij voortduring naar nieuwe wegen uit te zien om de productie op te voeren. Aangezien woningbouw de hoogste prioriteit moet genieten is matiging van bouwactiviteit op elk ander gebied noodzakelijk. Het snel toenemend aantal gezinnen, dat van Indonesië uit naar Nederland komt, brengt grote moeilijkheden mede, die de bijzondere zorg van de Regering vragen. Een ontwerp van wet ter vervanging van de Armenwet is in voorbereiding. Op korte termijn zullen U voorstellen bereiken tot herziening van de Grondwet, betreffende haar aanpassing aan dc nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk en de bepalingen nopens de buitenlandse betrekkingen. Spoedige indiening kan verwacht worden van wetsontwerpen tot herziening van het kinderstrafrecht en van de kinderbegin selenwet, welke ontwerpen voorlopig een sluitstuk vormen van de vernieuwing van het recht voor de jeugd op justitieel gebied. Een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wet boek, dat een algemene regeling bevat voor dc vacantie van werk nemers, is aan de Sociaal-Economische Raad toegezonden. De zeer snelle ontwikkeling van het wegverkeer en het nog steeds onrustbarend grote aantal verkeersongevallen vergen de bijzondere aandacht der Regering voor al hetgeen tot verhoging van de verkeersveiligheid kan bijdragen. Een ontwerp-Deltawet zal spoedig worden ingediend. Zeer binnenkort zijn ook tegemoet te zien een wetsontwerp betreffende het technisch hoger onderwijs en een ontwerp-Mo- numentenzorg. Bij het treffen van maatregelen ter verbreiding en verbetering van het onderwijs richt de Regering zich in het bijzonder op dc opleiding van een voldoend aantal docenten en op dc indiening van één wet voor het voortgezet onderwijs. Voorts blijft zij het totstandkomen van een sluitend geheel van voorzieningen, zowel wat het onderwijs als wat dc verdere vorming der jeugd betreft, bevorderen en de ontwikkeling van kunsten en wetenschappen krachtig steunen. De Koningin besloot Zo zullen, naast de wetsontwerpen, die U reeds zijn voorgelegd, en die veel van Uw tijd en werkkracht zullen vergen, nog ver scheidene nieuwe, voor het welzijn van ons volk belangrijke voor stellen Uw aandacht vragen. Met de bede, dat God U bij Uw arbeid moge sterken, verklaar ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Bij de ontwerp-begroting voor 1956 heeft als doelstelling voor ogen gestaan, binnen de grenzen der financiële mogelijkheden door middel van rijksfinanciën bij te dragen tot 'n verdere even wichtige expansie van de Nederlandse volkshuishouding in haar verschillende economische, sociale en culturele aspecten. Om een dergelijke expansie niet te belemmeren, is er bij het opstellen van deze nieuwe begroting naar gestreefd, de stijging der rijks uitgaven zoveel mogelijk binnen de perken te houden, aldus de minister van financiën in de Millioenennota, die de Dinsdag middag ingediende begroting voor 1956 vergezelde. Niettemin kan de minister niet verhelen dat de verdere ontwikkeling van het Rijksuitgavenniveau hem met enige bezorgdheid vervult. En hij had daarbij bijzonder in het oog de grote mate van conjunc tuurgevoeligheid der belastingmiddelen en de eisen, die door het treffen van verschillende als urgent beschouwde aanvullende voorzieningen in de komende jaren aan het Staatsbudget zullen worden gesteld. Het totaal der uitgaven voor de gewone dienst wordt volgens de ont werp-begroting geraamd op 6.682 millioen, welk bedrag naar schat ting voor 6.102 millioen door bud- getaire middelen wordt gedekt. Er resteert derhalve een ongedekt be grotingstekort van 580 millioen, waarvan 550 millioen ten laste van de kapitaaldienst komt. Een vergelijking tussen de begro tingen 1955 en 1956 zou tot de aan vankelijke conclusie kunnen leiden dat er geen fundamentele verschil len zijn waar te nemen. Ofschoon het tekort op de lopen de dienst voor 1956 (30 min.) groter is dan het oorspronkelijk voor 1955 geraamde tekort (7 min.) is deze dienst ook thans ten naaste bij in evenwicht te achten, terwijl het to taal nadelig slot van de gehele dienst voor 1956 (580 min.) prac- tisch ongeveer op hetzelfde niveau ligt als dat voor 1955 (610 min.) Een nadere bestudering wijst echter uit, dat deze overeenstemming in het uiteindelijk resultaat werd verkre gen ondanks het feit dat de ver schillende componenten van de lo pende dienst geenszins een overeen komstige ontwikkeling te zien ge ven. Het geraamde voordelig saldo (359 min.) van de Gewone Dienst is voor 1956 aanzienlijk (n.l. 340 min.) lager dan voor 1955 (699 min.), ook al wordt, zowel van de niet-belas- tingmiddelen als van de belasting middelen, niettegenstaande de nage noeg volledige doorwerking van het Belastingplan 1955, een hogere op brengst verwacht. Daarnaast moet rekening gehouden worden met een belangrijk (pLm. 100 min.) hoger deficit van het Landbouw-Egalisa- tie-fonds. Wanneer niettemin de lopende dienst (die bestaat uit de Gewone Dienst, Buitengewone Dienst I en Landbouw-Egalisatiefonds) toch ook voor 1956 naar verwachting ten naaste bij in evenwicht zal zijn, is dit geheel te danken aan het feit, dat het nadelig saldo van de Bui tengewone Dienst I (aflopende uit gaven voor het herstel van oorlogs- en watersnoodschade) 417 min. la ger kon worden geraamd. De uitga ven ten laste van de Gewone Dienst en het nadelig saldo van het Land bou w-Egalisatiefonds zijn in verge lijking met de oorspronkelijk vast gestelde begroting 1955 toegenomen. Deze toeneming kan grotendeels slechts worden opgevangen, dank zij de omstandigheid, dat de middelen van de Gewone Dienst voor 1956 in vergelijking met die voor 1955 naar spronkelijk vastgestelde begroting 1955 met niet meer dan 340 millioen daalt, is te dan'ken aan het feit, dat zowel de belastingmiddelen als de niet-belastingmiddelen een stijging te zien geven, resp. met 102 min. en 50 min. DE MIDDELEN VAN HET RIJK. De Minister bespreekt in zijn no ta vanzelfsprekend ook de midde len waarover het rijk beschikt en die grotendeels bestaan uit belas tingmiddelen. De middelen zijn in totaal voor 1956 geraamd op 6.102 min., waarvan 5.192 min. belastmg- BEHOEDZAAM FINANCIEEL BELEID NOODZAKELIJK. In de slotbeschouwing van de Mil lioenennota wordt tenslotte aan dacht geschonken aan een aantal algemene gezichtspunten die be trekking hebben op de vooruitzich ten en het beleid ten aanzien van 's Rijks Financiën. Het huidige beeld der Rijksfinan ciën wordt in aanzienlijke mate be paald door de voortdurende hoog conjunctuur.'De gunstige economi sche ontwikkeling hier te lande is enerzijds van invloed op de Rijks begroting via het beloop dor mid delen elimineert men de gevol gen van de belastingverlaging, dan blijkt het totaal van de ten bate van de begroting 1956 komende middelen de oorspronkelijke raming voor het dienstjaar 1955 met glo baal 475 min, te overtreffen an derzijds kunnen onder de huidige conjuncturele omstandigheden be middelen, na aftrek van de aande- I paaide uitgaven achterwege blijven len voor het Gemeentefonds, 't Pro- Niettegenstaande het feit dat d( vinciefonds en het Landbouwegali- verwachting een aanzienlijk accres te zien zullen geven. Zo bezien kan het oordeel over de ontwerp-begroting 1956, ondanks 't op zichzelf niet onbevredigend eind cijfer, naar de mening van de Mi nister van Financiën dan ook niet onverdeeld gunstig luiden. Immers, terwijl de verwachte stijging van de middelen in hoge mate verband houdt met de huidige gunstige eco nomische situatie, op de bestendig heid waarvan niet zonder meer zal mogen warden gerekend1, moet daar entegen worden opgemerkt, dat de bedoelde additionele uitgaven voor een belangrijk deel een meer blij vend karakter hebben. De minister van Financiën verge lijkt in zijn Millioenennota de be grotingen van 1955 en 1956 met el kaar. Hij moet constateren, dat naar de huidige inzichten het uitgaven- totaal voor 1955 7.744 millioen zal bedragen, dat is 1.119 millioen meer dan volgens de oorspronkelijk vast gestelde begroting. Ten opzichte van 1955 kent de begroting voor 1956 een stijging van de uitgaven op de Gewone Dienst van 492 min.; deze stijging moet voor een deel worden toegeschreven aan een algemeen werkende factor, n.l. een toeneming van de perso neelsuitgaven. Daarnaast echter ge ven de begrotingen van verschil lende departementen ook door meer specifieke oorzaken een meer of minder belangrijke uitgavenstijging te zien. En de minister denkt dan ook aan de uitgaven voor het onderwijs in verband met een aanzienlijke ver meerdering van het aantal leerlin gen, de versterking van zwakke plaatsen in hoogwaterkeringen, werken ter beveiliging van 't Delta gebied, onderhoud en verbetering van kustverdedigingswerken, rivie ren, kanalen, vaarten enz. en we gen; kosten noodvoorziening Ouden van Dagen i.V.m. stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden, sub- sidiën en andere uitgaven ten be hoeve van de volksgezondheid en uitgaven voor aanvullende werkge legenheid, verzorging van gerepa- trieerden, uitvoering wet buitenge woon Pensioen 1940-1945 en voor schot aan de Stichting voor de ont wikkeling van de machinele land bouw in Suriname en bijdrage aan de geldmiddelen van Nederlands Nieuw-Guinea. Dat niettegenstaande de toene ming van de uitgaven met 492 min. het voordelig saldo van de Gewone Dienst in vergelijking met de oor- satiefonds. De grotere opbrengstderving in 1956 ten opzichte van 1955 (vermoe delijke uitkomsten) uit hoofde van het Belastingplan 1955 welke on geveer te stellen is op een totaal bedrag van 390 min. enerzijds en het accres der middelen als gevolg van de economische ontwikkeling anderzijds, tezamen met de invloed van enkele andere factoren van bij zondere aard, resulteren in een ver wachte teruggang van de opbrengst der belastingmiddelen ten opzichte van de vermoedelijke uitkomsten 1955 (vóór aftrek) van 74 millioen. Voor het rijk beloopt de vermin dering, mede als gevolg van het feit dat voor 1956 de aandelen van het Gemeentefonds en het Provincie fonds hoger zijn gesteld dan voor 1955, 82 millioen. In het licht van een verwachte verdere stijging van het nationale inkomen betekent dit een voortzetting van de daling van de belastingopbrengst voor 't Rijk, uitgedrukt in een percentage van t nationale inkomen; deze daling valt reeds sedert 1952 waar te nemen. NATIONALE SCHULD. van de de nota Aangaande de omvang Nationale Schuld kon in worden meegedeeld, dat deze we derom is gedaald en wel in 't tijds bestek van 30-6-'54 tot 30-6-'55 met een bedrag van 1.323 min. De ge vestigde binnenlandse schuld liep in die periode met 1.625 min. tot 10.834 min. De oorzaak hiervan is o.m. ge legen in het feit, dat in Januari van dit jaar een langlopende Staatsle ning is uitgegeven, groot 600 min. en een bedrag van 1.200 min. aan bijzondere schatkistbiljetten is om gezet in schatkistcertificaten met een langere looptijd, waartegenover 114 min. verplicht op Staatslenin gen werd afgelost en 63 min. aan Staatsobligaties werd ontvangen wegens betaling van belastingen. Ondanks deze stijging van geves tigde binnenlandse schuld daalde de totale binnenlandse schuld met 859 min. Dit is het gevolg van het feit, dat de verplichtingen wegens her stel van oorlogs- en watersnood- schade met 922 min. daalden, het uitstaande bedrag aan schatkistpa pier o.m. als gevolg van de hiervoor vermelde omzetting van bijzondere schatkistbiljetten met 1.238 terug liep en andere mutaties de vlotten de schuld nog eens verminderden met 324 min. De buitenlandse schuld daalde met 464 min., o.m. als gevolg van ver snelde aflossing op de lening, ver strekt door de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Niettegenstaande het feit dat de begroting 1956 een betrekkelijk evenwichtig beeld vertoont, wil de minister toch de aandacht vestigen op enkele aspecten, die een waar schuwing kunnen zijn tegen een te gunstig beoordelen van de huidige toestand. In de eerste plaats zou het minder juist zijn er van uit te gaan dat een voortzetting van de huidige hoog conjunctuur voor onbepaalde tijd is gewaarborgd. Een eventuele te rugslag van de internationale con junctuur zou Nederland, gezien het open karakter van zijn economie, in niet geringe mate kunnen tref fen. Ook indien de gunstige interna tionale conjunctuur voorlopig mocht blijven voortduren, is toch een ge leidelijke vermindering van het ex pansietempo waarschijnlijk De pro ductie heeft namelijk, zowel hier als elders, meer en meer de maximale capaciteit benaderd, waardoor de mogelijkheden tot verdere uitbrei ding op korte termijn worden ge remd. De huidige hoogconjunctuur houdt voorts een zeker gevaar in voor inflatoire ontwikkelingen, niet alleen in verband met het hoge peil der bestedingen, doch ook omdat daardoor kostenstijgingen in de hand worden gewerkt. Men zal moe ten waken tegen een beleid, waar bij in een betekenende omvang en op langere termijn prijsstijgingen zouden worden verhinderd of opge vangen op de voor bedrijfs- en ge zinshuishoudingen minst voelbare wijze, namelijk door afwentelen van deze stijgingen op de Schatkist. De minister y';dt ook aandacht aan het steeds meer stijgen van het totaal der lonende uitgaven, veroor zaakt voor een gedeelte door de groei van de bevolking. Ofschoon een verdere ontwikke ling, besluit de minister, van ver schillende overheidsactiviteiten in samenhang met de stijgende wel vaart van ons land on zichzelf alles zins verklaarbaar en verheugend is, dient men naar ziin oordeel, ander zijds toch oog te hebben voor de daaraan uit financieel oogpunt te stellen grenzen. Niet alleen kan reeds onder gunstige economische omstandigheden een op te grote schaal ter hand nemen van nieuwe overheidsactiviteiten, die een min of meer blijvende vergroting van uitgaven betekenen, de handhaving van evenwichtige Staatsfinanciën in gevaar brengen, doch bovendien zouden moeilijkheden kunnen op treden, indien de mogelijkheid van een teruggang van de conjunctuur werkelijkheid zou worden. Dit alles tenslotte overziende, acht de Minister van Financiën ten aanzien van de toestand van 's Rijks Financiën in zoverre een gunstig

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1955 | | pagina 5