Binnen- en Buitenland.
UIT DE PROVINCIE
srl
IN
DE DRIE ANKERS
DB ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 2 JANUARI 1956
FEUILLETON
van De Echo van het Zuiden
legram en de brief nog even mee
nemen, om dat op mijn gemak
nog eens te bekijken. U hoort
verder nog wel van mij." In ge
dachten verzonken liep hij terug-
naar huis. Op zijn kamer liet hij
zich languit op zijn bed neerval
len en met de handen gevouwen
onder het hoofd dacht hij na,
zijn blik strak gericht op het pla
fond. Het lukte hem naar niet de
feiten tot een ordelijk geheel te
rangschikken. Alles schoot door
elkaar, maar steeds drong zich
een gedachte op de voorgrond.
Wat was er met Milly gebeurd
en hoe maakte ze het?
„Ik moet de zaak reconstrue
ren", dacht hij wanhopig. „Al de
feiten in een chronologische
volgorde plaatsen. Dat is de eni
ge mogelijkheid om iets te ont
dekken."
Hij liet nu alles nog eens de
revue passeren,beginnend met
de avond, waarop Milly en hij
ruzie hadden gekregen. Zij was
daarna toch naar de havenbuurt
gegaan, had daar in de „Drie
Ankers" waarschijnlijk met Ger
hard Verduijnen kennis gemaakt.
Verduijnen had haar mogelijk in
aanraking gebracht met Perpa
gos. Waarom? En waren hier
voor mogelijkheden te over. Hij
had haar kunnen trachten wijs
te maken, dat er niets bijzonders
gebeurde in de „Drie Ankers" en
haar daarom in kennis kunnen
brengen met Perpagos, die haar
op zijn beurt weer wat algemene
dingen had kunnen vertellen.
Maar waarom was Milly nu ver
dwenen? Verder kon hij wat bij
zonders met haaj- hebben voor
gehad. Wat? Er schoot hem nu
dat ene zinnetje te binnen, dat
hij in die brief gelezen had
„want jou dreigt groot gevaar..."
en „hij heeft er al meer in het
ongeluk gestort
Vergeefs pijnigde Peter zijn
hersens af. Wat had nu de
schrijfster of de zich als een
vrouw voor doende schrijver
met het geval uit te staan?.
Zonder tot een slotsom geko
men te zijn, bleef hij nadenken,
tot Robert zijn kamer binnen
kwam stappen. „Nog nieuws?"
vroeg hij. „Ik ben onmiddellijk
na mijn werk naar jouw huis ge
komen, Er valt nog het een en
ander te bespreken."
„Lees maar", nodigde Peter
hem uit, hem de brief en het te
legram overreikend. „Dat tele
gram kreeg haar hospita en die
VAN MAAREN
DE JUISTE WEG
JUISTE BRIL!
Brillenspecialist
DE NED. INDUSTRIE
De heer Trymna, voorzitter
van het Verbond van Ned. Werk
gevers, heeft een radio-rede ge
houden, waarin hij o.m. zeide
Het is een van de belangrijk
ste vragen, die wij ons voor 1956
moeten stellen, of de regering en
in overeenstemming met de rege
ring ook de organisaties van
werkgevers en werknemers er in
zullen kunnen slagen de dreigen
de gevaren af te wenden.
De minister van economische
zaken legt grote activiteit aan de
dag om regelingen, welke 'n aan
passing van de prijzen naar be
neden zouden kunnen verhinde
ren, te doorbreken.
Aan de andere kant zal er voor
moeten worden gezorgd, nu men
tot een grotere differentiatie in
de loonvorming heeft besloten,
dat de lonen niet door de op
waartse druk die arbeidsschaars-
te nu eenmaal meebrengt, stij
gen boven het niveau, dat door
verbetering der arbeidsproducti
viteit verantwoord zou zijn. De
regering heeft korte tijd geleden
wijzigingen afgekondigd in de
belastingheffing, welke er op
neer komen, dat een niet onbe
langrijk renteloos crediet van de
fiscus aan de industrie werd ont
nomen. Spr. kon begrip hebben
voor dit laatste regeringsbesluit,
dat ten doel heeft een enige ja
ren geleden getroffen maatregel
ter activering van de industrie,
weer terug te nemen, nu de om
standigheden zo belangrijk ver
anderd zijn, maar tegelijkertijd
was hij van oordeel, dat men
góed moet bedenken, dat een
voortgaande industriële ontwik
keling moet worden gezien als
eën nationale noodzaak op lan
gere termijn.
Nadere maatregelen, die ten
dbel zouden hebben de industri
ële expansie te remmen, zouden
den naar zijn oordeel dan ook
zeker moeten worden afgewe
zen. Het is immers nimmer
meer nodig dan thans om in de
industrie tot een verdere mecha
nisering over te gaan, nu de
schaarste aan arbeidskrachten 't
knelpunt dreigt te worden voor
een verdere groei van onze nij
verheid.
NED. SCHIP VERGAAN MET
7 PERSONEN AAN BOORD.
Gevreesd wordt, dat de Neder
landse kustvaarder „Ruby" met
zeven personen aan boord is
vergaan. Het motorscheepje dat
211 ton meet( is Dinsdag uit
Middlesbrough aan de Tees (ten
Zuidoosten van New Castle)
vertrokken naar Blyth (ten noor
den van New Castle). De reis be
hoefde niet langer dan 5 uur te
duren. Donderdag middernacht
had men sinds ruim 40 uur niets
meer van de „Ruby" gehoord. Er
is alleen een radio-ontvanger
aan boord.
Nader wordt vernomen dat de
kustvaarder veilig naar Hull is
gesleept. De kapitein, zijn Engel
se vrouw en vijf bemanningsle
den zijn ongedeerd. Het schip
had drie dragen hulpeloos op de
woedende golven rondgezwalkt.
BIJNA 200 TANKS VOOR
EGYPTE.
Naar een vertegenwoordiger
van een Belgische schrootfirma
mededeelde, zijn door zijn firma
sedert September 151 tanks uit
België naar Egypte verscheept.
„Maar de transactie was abso
luut legaal", aldus de vertegen
woordiger. Men veronderstelt dat
nog 20 Valentine-tanks uit an
dere Belgische dumps naar
Egypte werden verzonden. Vol
gens een havenautoriteit zijn bo
vendien sedert September 'n aan
tal Belgische Centuriontanks,
meer dan honderd brenguncar-
riers, jeeps en andere vervoer
middelen via Antwerpen naar 't
Midden-Oosten verscheept.
KONING BLIJFT MEERDER
JARIG OP 18 JAAR.
Op 4 Januari 1952 heeft de re
gering bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp ingediend tot het in
overweging nemen van 'n grond
wetswijziging. Daarbij wrerd voor
gesteld in de grondwet te bepa
len dat de koning niet meerder
jarig zou worden op 18-jarige
leeftijd, maar pas bij het berei
ken van het 21stë jaar. Tegen dit
voorstel zijn destijds door de
Tweede Kamer overwegende be
zwaren geopperd. Als gevolg
daarvan heeft de regering het
wetsontwerp thans ingetrokken.
REBELLENLEIDER OP
MALAKKA VERWERPT
BRITS VOORSTEL.
De wapenstilstandsbesprekin-
ben tussen de regeringsleiders
van Malakka, Singapore en de
communisten zijn Donderdag
zonder enig resultaat afgebro
ken. de leider van de communis
tische guerillastrijders, Tsjin
Peng, trok met zijn vijf adjudan
ten opnieuw de wildernis in om
zich bij zijn drieduizend overge
bleven volgelingen te voegen.
„Wij verkiezen een gevecht' tot
de laatste man boven overgave"
waren zijn laatste woorden.
BOSSCHE VEEMARKT
AAN DE TOP.
Dit jaar 330-564 stuks vee
aangevoerd.
De Bossche Veemarkt heeft in
het afgelopen jaar een totaal
aanvoer geboekt van 330.564
stuks vee, waarmee mag worden
aangenomen, dat deze veemarkt
thans aan de top staat van de
Nederlandse veemarkten.
Dit aantal betekent een stij
ging van 29.613 stuks ten op
zichte van 1954, toen het aantal
300.951 bedroeg. De gemiddelde
geldomzet per markt mag op ca.
twee inillioen gulden worden ge
schat, afgezien nog van het aan
zienlijke bedrag dat onderhands
verhandeld wordt.
De belangstelling voor de Bos
sche veemarkt is nog steeds stij
gende; gemiddeld hebben 10.000
personen per marktdag de vee
markt bezocht. Dit heeft er toe
geleid dat o.m. de parkeerruimte
weer te klein was geworden.
Thans zijn plannen in uitvoering
om de outillage aan deze stijgen
de toeloop aan te passen.
De wekelijkse pluimveemarkt
heeft zich eveneens in een grote
belangstelling verheugd; 'daar
werd vorige week de recordaan-
voer van 37.000 stuks geboekt.
De totaal aanvoer over 1955 zal
daar rond de anderhalf millioen
liggen.
DJAKARTA VERSTOORD
OVER UITLATING IN
DEN HAAG.
innw
Soewito Koesoemowidagdo, de
woordvoerder van het Indonesi
sche ministerie van buitenlandse
zaken, heeft de beschuldiging
uitgesproken, dat de Nederland
se minister van buitenlandse za
ken, J. M. A. H. Luns, het wel
slagen van de huidige Neder
lands-Indonesische besprekingen
onmogelijk heeft gemaakt door
onlangs in het Nederlandse par
lement mee te delen dat hij niet
over de Indonesische eis tot af
stand van Nederlands Nieuw
Guinea wil spreken.
ELF ARBEIDERS MAAKTEN
VAL VAN 34 METER.
Van een hoogte van 34 meter
stortte Vrijdagmiddag te Geleen
in een granuleertoren van de
ureumfabriek, die op de terrei
nen van het stikstofbindingsbe-
drijf der Staatsmijnen in aan
bouw is, de bekisting van een
betonvloer naar beneden. Elf ar
beiders, die bezig waren met het
storten van het beton, tuimelden
mee in een lawine van beton
ijzer, planken en beton en wer
den in de chaos van bouwmate
rialen bedolven. Arbeiders die
buiten de toren werkend
door een dreigend gerommel
aanvankelijk op de vlucht ge
jaagd waren, haalden 7 slachtof
fers dood uit het bouwwerk weg.
Een andere arbeider overleed la
ter in een ziekenhuis. Drie wer
den zo ernstig gewond, dat voor
hun leven wordt gevreesd.
KWART VAN TV-ZENDTIJD
VOOR ALGEMEEN
Aan de vijf omroepverenigin
gen en aan de Kerken, die daar
om verzoeken, zal zendmachti
ging voor de televisie gegeven
worden. De zendtijd zal door
de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen ver
deeld worden. Van de totale
zendtijd kan echter minstens een
vierde en hoogstens de helft af
getrokken worden. Deze tijd zal
ter beschikking worden gesteld
van de Nederlandse Televisie
Stichting (NTS) voor de uitzen
ding van haar programma's. Dit
is bepaald in het „Televisiebe-
sluit 1956", dat Vrijdag door het
ministerie van O. K. en W. is ge
publiceerd.
PERSBERICHT
Gedeputeerde Staten van N.
Brabant hebben ingesteld een
Commissie Sociaal Plan Noord-
Brabant. Deze commissie zal tot
taak hebben de opstelling van
een sociaal plan (respectievelijk
deelplannen) voor de provincie,
alsmede de bevordering van de
uitvoering van plannen door de
organen en personen welke daar
toe een taak hebben. De commis
sie zal bestaan uit een hoofdor
gaan en uit secties. In het hoofd
orgaan zijn benoemd:
Tot lid en voorzitter: Prof. Dr.
F. J. H. |M. van der Ven te Til
burg; tot lid: P. B. M. Alberts te
Rucphen; J. J. H. A. Bruna te
Breda; P. H. Coppes te Tilburg;
Mr. G. J. Dekkers te 's Hertogen
bosch; Prof. Dr. F. J. P. v. Doo-
brief was bestemd voor Milly. Ik
heb hem toch maar open ge
maakt en dat bleek een goede ge
dachte geweest te zijn." Robert
begon haastig te lezen. Traag
greep Peter naar de zoveelste si
garet. Hij stak die aan en bleef
onderwijl naar Robert kijken.
Rob kwam uit zijn mand en
sprong op Peter's knie. Ver
strooid streelde hij het beest.
„Dat telegram is iets. Van die
brief begrijp ik niet veel", stelde
Robert kort vast, de papieren
weer opvouwend. Zonder com
mentaar te leveren op die op
merking, vertelde Peter van het
telefoongesprek met de redactie
van 't weekblad en liet hem toen
de notities van het meisje over
haar avonturen in de „Drie An
kers" lezen.
„Het is'er niet duidelijker op
geworden", vond Robert. „Druk
ke werkzaamheden? En haar
baas weet zelfs niet eens, waar
ze op uit is! Wat zou ze verder
nog moeten doen, dat zo drin
gend is dat ze niet eens op kan
bellen of persoonlijk kan komen?
Het telegram is uit Amsterdam
verstuurd, maar toch heeft ze
niet opgebeld. Dat vind ik erg
vreemd."
„Uit Amsterdam?" vroeg Pe
ter. „Als dat zo is, wordt het wel
heel erg vreemd. Laat eens kij
ken?"
Robert overhandigde hem het
telegram. „Inderdaad", zei hij
dan, „uit Amsterdam". Ze keken
elkaar een ogenblik zwijgend
aan. „Ik vertrouw er niets van",
gooide Peter er ineens uit. „Niets,
tenslotte kan iedereen een tele
gram versturen. Daarbij behoef
je je niet te legitimeren."
Hij was van het bed afgegleden
en ging voor Robert staan. „Het
kan me nu niet meer schelen,
maar ik ga dit uitzoeken. Milly
kan me zo lelijk aankijken als be
wil, maar ze zal moeten toegeven
dat haar gedrag zonderling is,
gesteld natuurlijk, dat ze „we
gens drukke werkzaamheden"
verhinderd was op een normale
re manier te waarschuwen."
Hij begon met lange stappen
de kamer rond te ijsberen. Rob
volgde hem vanuit zijn stoel met
half toegeknepen ogen.
„Als ik eens naar mijn oom
beldezei hij. „Probeer
maar. Laat verder nog maar
niets merken, anders wordt die
goede man ook nog ongerust en
hij kan verder toch niets doen."
Robert dacht even na en dan
verhelderde een glimlach opeens
zijn gezicht. „Ik nodig mezelf
doodeenvoudig eens uit om een
weekend bij hem door te bren
gen. Ik breng dan wel 't gesprek
op Milly. Het moet al heel erg
gek gaan, wil ik er niet onge
merkt achter komen, dat ze wel
of niet thuis is." Hij zocht het
nummer op en sloeg het aan.
Peter volgde het gesprek, maar
zag al spoedig aan Robert's ge
zicht, dat van die kant ook geen
oplossing kwam. Misnoegd wierp
Robert de hoorn weer op de
haak. „Niets", zei hij kort. Peter
hervatte zijn wandeling door het
vertrek. „Politie er in mengen?"
opperde Robert aarzelend. Peter
bleef doorlopen en gaf geen ant
woord. „Het moet onderhand
wel", zei hij dan eindelijk. „Maar
ik stel voor om tot morgen te
wachten. Eerst wil ik nog eens
met Jaap gaan praten. Misschien
kent hij „Jetje". Als we dat meis
je eens konden uithoren, scho
ten we misschien eert heel eind
in de goede richting. Dat is niet
zo kwaad. Zou hij nu thuis zijn?"
„Proberen" zei Peter, „ga maar
mee."
(Wordt vervolgd)
En de heer v. Caem wilde dit
graag doen, zo hij beledigend was
geweest, hetgeen echter niet de be
doeling was.
Iedereen kon gebruik maken, be
sloot hij, van de begrafenisonderne
ming, alleen was het logisch dat de
leden natuurlijk minder betaalden.
Tenslotte konden de opponenten
er zich mee verenigen, dat B. en W.
de toezegging deden rekening te
zullen houden met hun wens en een
eventuele bepaling in het huurcon
tract zouden opnemen als dit nodig
mocht zijn.
Ten aanzien van de herziening
van de begrafenisrechten, waarover
o.m. de heer v. Caem gesproken
had, antwoordde de voorzitter ten
slotte, dat de raad, die een verorde
ning diende vast te stellen, hier zelf
zeggingschap over had.
De heer v. Caem verzocht B. en
W. rekening te houden met deze
wensen van de raad, wanneer een
verordening werd ontworpen, en
toen verklaarden de leden zich ac-
coord met het voorstel.
WEDEROM DE KWESTIE VAN
DE ZONDAGSRUST.
De voorzitter gaf te kennen, toen
aan de orde kwam het voorstel tot
het vaststellen van een verordening
ex artikel 4 van de Zondagswet, dat
hij liever geen discussie gevoerd
wilde zien over de principiële kant
van de zaak. Dat was de vorige
keer al te uit en te na gebeurd.
De heer v. Caem zou zakelijk zijn,
zoals hij zei, en hij verklaarde kort
en bondig dat het hem gewenst
voor kwam dat de raad tot Ged.
Staten het verzoek richtte, toe te
staan dat er geen ontheffing op de
verordening kon worden verleend
door de burgemeester, welke moge
lijkheid de nieuwe Zondagswet
bood.
De heer v. Peer verklaarde zich
er niet mee te kunnen verenigen
dat de burgemeester deze bevoegd
heid werd ontnomen,
Hoe wordt dit verzoek ingericht,
vroeg de heer Ros, en de voorzitter
zegde toe een zo objectief mogelijk
beeld te geven van de situatie; Ged.
Staten zouden dan nagaan of het
verzoek gebaseerd was op een
godsdienstige overtuiging die het
volksleven overwegend overheers
te, en dan zouden zij eventueel nog
inlichtingen inwinnen bij B. en W.,
die deze zo objectief mogelijk weer
zouden geven.
De heer Dekkers verklaarde er
zich natuurlijk ook niet mee ac~
coord dat dit verzoek werd gericht
en zeker niet wanneer hij las dat de
burgemeester dan ook geen onthef
fing kon verlenen van gebeurtenis
sen op Hemelvaartsdag, een dag die
in de gemeente algemeen als een
uitgaansdag en als een dag voor
concours e.d. werd gebruikt. En hij
zou willen voorstellen voor deze
dag dus ontheffing van de bepaling
te verlenen.
Maar de voorzitter moest opmer
ken dat dit niet mogelijk was vol
gens de wet; de burgemeester zou
ontheffing kunnen geven voor alle
Zondagen en als zodanig erkende
dagen, maar men mocht geen uit
zonderingen maken.
Toen begonnen de raadsleden toch
een beetje te twijfelen en de heer
v. Caem leek het beter dan het ver
zoek maar niet te doen; ook de heer
de Raadt gaf zijn mening te ken
nen, toen hij zei, waarom op He
melvaartsdag wel en op Zondag
niet.
Maar toen trok de heer Ros weer
van leer: er was geen dag die zo
hoog was als de Zondag; de Zondag
was ingesteld door de Heilige Wet
en de andere dagen, zoals Hemel
vaartsdag en Eerste Kerstdag wa
ren door mensen ingesteld.
Er werd nog veel over gepraat en
het was allemaal niet even duide
lijk; duidelijk was echter wel dat de
heren raadsleden er niet goed raad
mee wisten.
VOORSTELLEN EN
STEMMINGEN.
De voorzitter leek het beste een
commissie ad hoe te benoemen om
met B. en W. de verordening te be
kijken en er in op te nemen de ge
vallen, waarin de burgemeester dus
wel uitzonderingen zou mogen ma-
door: PIKE NORTON WILL'S
17).
Veel wijzer werd hij er niet
van. Welke „groten" bedoelde
Milly? Soms dezelfde als Jaap?
Hij schrok een moment van deze
veronderstelling. Was zij al zo
ver geweest dat zij dit ook ont
dekt had. Maar dan wist ze niet,
dat Perpagos ook tot de groten
behoorde. Peter zuchtte even.
Het meisje had zich er wel diep
ingewerkt. Wat betekende ver
der 't zinnetje ...„dat ik wist wat
achter 't deurtje gebeurde?" Hij
zag geen kans dat vooralsnog op
te lossen. Hij stak het bloc in z'n
zak, keek nog even in het rond
en niets meer ziende, wat hem de
moeite van het meenemen waard
scheen, ging hij naar beneden.
Toen de hospita hem op de
trap hoorde, kwam zij al toege
lopen. „Hebt u nog iets gevon
den?" Hij schudde het hoofd.
„Niets bijzonders. Ik wil het te
ken.
Maar wethouder Winkelman stel
de voor de burgemeester de volle
dige vrijheid te geven, die de wet
hem toekende.
Als U dat zou doen, zei de voor
zitter, hebben we jaren voor niets
zitten praten; jarenlang immers is
bepaald dat de burgemeester geen
ontheffing zou mogen verlenen.
Wanneer de raad regelen opstelt,
waarnaar de burgemeester zich
moet richten, aldus wethouden dok
ter Winkelman, dan is dit niet in
overeenstemming met mijn inzicht
in de Zondagswet.
En hij maakte er een formeel
voorstel van.
De heer Timmermans vroeg toen
o.m. of, wanneer de burgemeester
toestemming gaf voor een bepaald
iets op Zondag, de raad dan even
tueel toch genoeg in de melk te
brokken zou hebben.
Zoiets wilde de raad enige tijd
geleden ook, merkte de voorzitter
op. Maar hij voelde er niets voor;
als de burgemeester de beslissing
kreeg in dezen, dan waren de raads
leden de mooie jongetjes en de bur
gemeester was de man die alles te
genhield.
De raad had tenslotte de bevoegd
heid en de voorzitter was hier blij
om. Hij zou immers zijn eigen over
tuiging toch niet kunnen uiten; hij
vond het nu eenmaal beter dat dé
jongelui Zondags wat speelden met
een bal, dan' wist hij wat allemaal
uithaalden.
Hij was tegen het voorstel van
wethouder Winkelman.
Ik ben raadslid, zei de heer Maij-
ers, en ik wil de verantwoordelijk
heid van mijn houding dragen.
En de heer Ros verklaarde er
zich ook voor dat het verzoek bij
Ged. Staten werd ingediend.
De heer v. Caem niet, die was er
voor dat er een commissie werd be
noemd uit de raad om de verorde
ning te bekijken.
Tenslotte werd het verststrekken-
de voorstel, dat van B en W. dus,
in stemming gebracht en hier wa
ren alleen de heren wethouder Wa
verijn en de heer Ros, die ook niet
goed wist waaraan en waaraf, voor;
de overige heren zij het de heer
Maijers na enig aarzelen waren
er tegen.
Toen kwam het voorstel om een
commisise te benoemen, en in deze
commissie de heren Ros, v. Caem
en Timmermans, welke commissie
dan met B. en W. de verordening
zou herzien en regelen zou opstel
len waaraan de burgemeester, die
dus thans toch de bevoegdheid
hield om uitzonderingen te maken,
zich te houden had. Toen kwam dit
voorstel dus op verzoek van wet
houder Winkelman in stemming.
Met 8 tegen 5 stemmen werd het
aangenomen; tegen waren: Mevr.
Gerlach en de heren wethouders
Winkelman en Waverijn, v. Peer en
Dekkers.
Het volgende voorstel betrof het
onbewoonbaar verklaren van de
woningen Oosteinde 42 en Kerk
plein 4, 5 en 6.
De heer Timmermans kwam op
voor de belangen van de weduwe
Küys, de verhuurster van bepaalde
woningen, die hierdoor zeer gedu
peerd werd in haar bestaansmidde
len.
De voorzitter echter betoogde dat
men dit zakelijk moest bezien; het
was van belang voor de omgeving
van de kerk dat deze huizen ver
dwenen en bovendien, het was de
mening ook van de bevoegde in
stanties.'Hij zou echter trachten het
daarheen te sturen dat de gemeente
de woningen voor een behoorlijke
prijs kocht.
Vervolgens werden goedgekeurd
de wijziging van de begroting 1954
van de gemeentelijke instelling
voor maatschappelijk werk, de reke
ning over 1954 van deze instelling,
de gemeenterekening over 1954, ge
hoord het rapport van de commis
sie, de begroting 1956 van de ge
meentelijke instelling voor maat
schappelijke zorg.
DE BEGROTING 1956.
En toen was aan de orde de be
handeling van de gemeentebegro
ting 1956. Van de gelegenheid tot
het houden van algemene beschou
wingen wenste de heer de Raadt
gebruik te maken en hij wees op de
slecHt functionerende verlichting
op het Oosteinde.
Dit had, antwoordde de voorzit
ter, de aandacht van het gemeente
bestuur en de PNEM; er was waar
schijnlijk een fout in de geleidingen
of de zekeringen. De PNEM had die
ook nog niet kunnen vinden; in elk
geval, de gemeente had de rekening
nog niet betaald.
De heer de Raadt sprak ook over
de woningbouw en vroeg wanneer
de 10 woningen werden aanbesteed.
De plannen waren, antwoordde
de voorzitter, al goedgekeurd door
Welstandstoezicht, maar zoiets bleef
altijd 4 a 5 maanden liggen; de
goedkeuringen werden gespreid
over de diverse gemeenten. AT ver
schillende keren had de voorzitter,
o.a. op het ministerie, er op gewe
zen dat de aannemers hier zonder
werk zaten, maar het commentaar
was: dan moeten ze maar in Den
Haag komen werken.
De heer Genuït verklaarde met
bijzondere instemming kennis ge
nomen te hebben van de uitvoerige
toelichting door B. en W., vooral
ten aanzien van de volkshuisvesting.
En vooral verklaarde hij zijn in
stemming met het plan van B. en
W. tot het bouwen van noodwonin
gen; dit juichte hij zeer toe, hoewel
hij benieuwd was of dit van hoger
hand zou worden goedgekeurd.
De heer Maijers dankte voor de
verbetering van de Loonsedijk en
wees op de Wittedijk, waar verbe
tering ook hard nodig was, evenals
bij de stoep te Labbegat.
De Wittedijk, antwoordde de
voorzitter, was al aanbesteed en
gegund en de kwestie van de oprit
bij Labbegat zou hij doorgeven.
Langzamerhand bleek men toen
gekomen te zijn tot de verschillen
de posten van de begroting en de
heer Maijers informeerde toen of er
al overeenstemming was bereikt
met de heer Quirijns ten aanzien
van het plein tegenover het ge
meentehuis.
Er was een Onderhoud geweest,
antwoordde de voorzitter, maar de
heer Quirijns wilde eerst eens kij
ken hoe de situatie werd aan de
Dick Flemmingstraat, waar hem
grond was toegewezen.
De heer Ros juichte het zeer toe
dat de Julianalaan was gedempt.
De heer Genuït vroeg de aandacht
van B. en W. er op toe te zien dat
er niet overal bij de woningen maar
bij bouwt j es werden gebouwd en
zeker niet langs de straat.
Hier werd achterheen gezeten,
zei de voorzitter, al was het natuur
lijk moeilijk in .deze landelijke ge
meente konijnenhokken en kip-
penkooien te verbieden. Maar de
politie had de opdracht proces-ver
baal op te maken wanneer er er
gens gebouwd werd zonder toe
stemming.
De heer Dekkers wees op de toe
stand bij de gedempte Nieuwevaart,
waar de toegangen zo lang open
bleven liggen.
De voorzitter zei echter dat de
bestrating van de Zand'kant al ge
gund was.
Tenslotte wilde de voorzitter de
secretaris en de ambtenaren nog
maals hartelijk danken voor hun
goede zorgen, aan de begroting be
steed. De gemeente mocht zich, zei
hij verder, ook gelukkig prijzen met
de nieuwe gemeente-architect, de
heer Toen; het was werkelijk won
derbaarlijk welk een werkkracht de
nieuwe functionaris ontwikkelt.
De raad, verklaarde de heer Ros,
deelde deze mening en verzocht B.
en W. dit de nieuwe functionaris
over te brengen.
De heer v. Caem, voorzitter van
de commisise van onderzoek, ver
klaarde deze werklust te hebben
gemerkt in de commissie. Hij ver
klaarde voorts dat het een erg moei
lijke taak voor de commissie was
aanmerkingen te maken op de be
groting; het was alles tot en met
Uitgekiend; en men kon niet anders
doen dan het beleid van B. en W.
ondersteunen, vooral ook ten aan
zien van de woningbouw; beter een
half ei dan een lege dop, zei de heer
v. Caem toen hij zich een voorstan
der verklaarde van de bouw van
noodwoningen. Ook over het finan-
le 'n verwysbriefje van Uw
huisarts
2e 'n recept van Uw oogarts
3e De juiste BRIL van
Secuur en niet duur
DEN BOSCH TILBURG BREDA
Vughterstr- 25 Markt 32 Nwe. Ginnekenstr. 23
Leverancier voor alle Ziekenfondsen,
naar de
cieel beleid was in de commissie ge
sproken en graag zou hij hebben
dat de bijdragen uit het gemeente
fonds werden verhoogd; we hebben
er recht op, zei hij.
Wat dit laatste betreft, verzeker
de de voorzitter hem van de activi-
'teit van B. en W.
En toen kon de begroting zonder
wijzigingen en zonder hoofdelijke
stemming worden vastgesteld.
Ook de overige punten: de vast
stelling van het bedrag per leerling
voor het Lager Onderwijs over 1956
en enkele begrotingswiizigingen, le
verden geen stof meer voor, discus
sie.
Mededelingen waren er niet te
doen; voor de rondvraag was niets
binnengekomen, en toen kon de
voorzitter de vergadering, zoals ge
bruikelijk is, sluiten; maar dat be
tekende nog niet dat de leden zich
al verwijderden, integendeel.
'Tl