Binnen- en Buitenland. UIT DE PROVINCIE srl IN DE DRIE ANKERS DB ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 2 JANUARI 1956 FEUILLETON van De Echo van het Zuiden legram en de brief nog even mee nemen, om dat op mijn gemak nog eens te bekijken. U hoort verder nog wel van mij." In ge dachten verzonken liep hij terug- naar huis. Op zijn kamer liet hij zich languit op zijn bed neerval len en met de handen gevouwen onder het hoofd dacht hij na, zijn blik strak gericht op het pla fond. Het lukte hem naar niet de feiten tot een ordelijk geheel te rangschikken. Alles schoot door elkaar, maar steeds drong zich een gedachte op de voorgrond. Wat was er met Milly gebeurd en hoe maakte ze het? „Ik moet de zaak reconstrue ren", dacht hij wanhopig. „Al de feiten in een chronologische volgorde plaatsen. Dat is de eni ge mogelijkheid om iets te ont dekken." Hij liet nu alles nog eens de revue passeren,beginnend met de avond, waarop Milly en hij ruzie hadden gekregen. Zij was daarna toch naar de havenbuurt gegaan, had daar in de „Drie Ankers" waarschijnlijk met Ger hard Verduijnen kennis gemaakt. Verduijnen had haar mogelijk in aanraking gebracht met Perpa gos. Waarom? En waren hier voor mogelijkheden te over. Hij had haar kunnen trachten wijs te maken, dat er niets bijzonders gebeurde in de „Drie Ankers" en haar daarom in kennis kunnen brengen met Perpagos, die haar op zijn beurt weer wat algemene dingen had kunnen vertellen. Maar waarom was Milly nu ver dwenen? Verder kon hij wat bij zonders met haaj- hebben voor gehad. Wat? Er schoot hem nu dat ene zinnetje te binnen, dat hij in die brief gelezen had „want jou dreigt groot gevaar..." en „hij heeft er al meer in het ongeluk gestort Vergeefs pijnigde Peter zijn hersens af. Wat had nu de schrijfster of de zich als een vrouw voor doende schrijver met het geval uit te staan?. Zonder tot een slotsom geko men te zijn, bleef hij nadenken, tot Robert zijn kamer binnen kwam stappen. „Nog nieuws?" vroeg hij. „Ik ben onmiddellijk na mijn werk naar jouw huis ge komen, Er valt nog het een en ander te bespreken." „Lees maar", nodigde Peter hem uit, hem de brief en het te legram overreikend. „Dat tele gram kreeg haar hospita en die VAN MAAREN DE JUISTE WEG JUISTE BRIL! Brillenspecialist DE NED. INDUSTRIE De heer Trymna, voorzitter van het Verbond van Ned. Werk gevers, heeft een radio-rede ge houden, waarin hij o.m. zeide Het is een van de belangrijk ste vragen, die wij ons voor 1956 moeten stellen, of de regering en in overeenstemming met de rege ring ook de organisaties van werkgevers en werknemers er in zullen kunnen slagen de dreigen de gevaren af te wenden. De minister van economische zaken legt grote activiteit aan de dag om regelingen, welke 'n aan passing van de prijzen naar be neden zouden kunnen verhinde ren, te doorbreken. Aan de andere kant zal er voor moeten worden gezorgd, nu men tot een grotere differentiatie in de loonvorming heeft besloten, dat de lonen niet door de op waartse druk die arbeidsschaars- te nu eenmaal meebrengt, stij gen boven het niveau, dat door verbetering der arbeidsproducti viteit verantwoord zou zijn. De regering heeft korte tijd geleden wijzigingen afgekondigd in de belastingheffing, welke er op neer komen, dat een niet onbe langrijk renteloos crediet van de fiscus aan de industrie werd ont nomen. Spr. kon begrip hebben voor dit laatste regeringsbesluit, dat ten doel heeft een enige ja ren geleden getroffen maatregel ter activering van de industrie, weer terug te nemen, nu de om standigheden zo belangrijk ver anderd zijn, maar tegelijkertijd was hij van oordeel, dat men góed moet bedenken, dat een voortgaande industriële ontwik keling moet worden gezien als eën nationale noodzaak op lan gere termijn. Nadere maatregelen, die ten dbel zouden hebben de industri ële expansie te remmen, zouden den naar zijn oordeel dan ook zeker moeten worden afgewe zen. Het is immers nimmer meer nodig dan thans om in de industrie tot een verdere mecha nisering over te gaan, nu de schaarste aan arbeidskrachten 't knelpunt dreigt te worden voor een verdere groei van onze nij verheid. NED. SCHIP VERGAAN MET 7 PERSONEN AAN BOORD. Gevreesd wordt, dat de Neder landse kustvaarder „Ruby" met zeven personen aan boord is vergaan. Het motorscheepje dat 211 ton meet( is Dinsdag uit Middlesbrough aan de Tees (ten Zuidoosten van New Castle) vertrokken naar Blyth (ten noor den van New Castle). De reis be hoefde niet langer dan 5 uur te duren. Donderdag middernacht had men sinds ruim 40 uur niets meer van de „Ruby" gehoord. Er is alleen een radio-ontvanger aan boord. Nader wordt vernomen dat de kustvaarder veilig naar Hull is gesleept. De kapitein, zijn Engel se vrouw en vijf bemanningsle den zijn ongedeerd. Het schip had drie dragen hulpeloos op de woedende golven rondgezwalkt. BIJNA 200 TANKS VOOR EGYPTE. Naar een vertegenwoordiger van een Belgische schrootfirma mededeelde, zijn door zijn firma sedert September 151 tanks uit België naar Egypte verscheept. „Maar de transactie was abso luut legaal", aldus de vertegen woordiger. Men veronderstelt dat nog 20 Valentine-tanks uit an dere Belgische dumps naar Egypte werden verzonden. Vol gens een havenautoriteit zijn bo vendien sedert September 'n aan tal Belgische Centuriontanks, meer dan honderd brenguncar- riers, jeeps en andere vervoer middelen via Antwerpen naar 't Midden-Oosten verscheept. KONING BLIJFT MEERDER JARIG OP 18 JAAR. Op 4 Januari 1952 heeft de re gering bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot het in overweging nemen van 'n grond wetswijziging. Daarbij wrerd voor gesteld in de grondwet te bepa len dat de koning niet meerder jarig zou worden op 18-jarige leeftijd, maar pas bij het berei ken van het 21stë jaar. Tegen dit voorstel zijn destijds door de Tweede Kamer overwegende be zwaren geopperd. Als gevolg daarvan heeft de regering het wetsontwerp thans ingetrokken. REBELLENLEIDER OP MALAKKA VERWERPT BRITS VOORSTEL. De wapenstilstandsbesprekin- ben tussen de regeringsleiders van Malakka, Singapore en de communisten zijn Donderdag zonder enig resultaat afgebro ken. de leider van de communis tische guerillastrijders, Tsjin Peng, trok met zijn vijf adjudan ten opnieuw de wildernis in om zich bij zijn drieduizend overge bleven volgelingen te voegen. „Wij verkiezen een gevecht' tot de laatste man boven overgave" waren zijn laatste woorden. BOSSCHE VEEMARKT AAN DE TOP. Dit jaar 330-564 stuks vee aangevoerd. De Bossche Veemarkt heeft in het afgelopen jaar een totaal aanvoer geboekt van 330.564 stuks vee, waarmee mag worden aangenomen, dat deze veemarkt thans aan de top staat van de Nederlandse veemarkten. Dit aantal betekent een stij ging van 29.613 stuks ten op zichte van 1954, toen het aantal 300.951 bedroeg. De gemiddelde geldomzet per markt mag op ca. twee inillioen gulden worden ge schat, afgezien nog van het aan zienlijke bedrag dat onderhands verhandeld wordt. De belangstelling voor de Bos sche veemarkt is nog steeds stij gende; gemiddeld hebben 10.000 personen per marktdag de vee markt bezocht. Dit heeft er toe geleid dat o.m. de parkeerruimte weer te klein was geworden. Thans zijn plannen in uitvoering om de outillage aan deze stijgen de toeloop aan te passen. De wekelijkse pluimveemarkt heeft zich eveneens in een grote belangstelling verheugd; 'daar werd vorige week de recordaan- voer van 37.000 stuks geboekt. De totaal aanvoer over 1955 zal daar rond de anderhalf millioen liggen. DJAKARTA VERSTOORD OVER UITLATING IN DEN HAAG. innw Soewito Koesoemowidagdo, de woordvoerder van het Indonesi sche ministerie van buitenlandse zaken, heeft de beschuldiging uitgesproken, dat de Nederland se minister van buitenlandse za ken, J. M. A. H. Luns, het wel slagen van de huidige Neder lands-Indonesische besprekingen onmogelijk heeft gemaakt door onlangs in het Nederlandse par lement mee te delen dat hij niet over de Indonesische eis tot af stand van Nederlands Nieuw Guinea wil spreken. ELF ARBEIDERS MAAKTEN VAL VAN 34 METER. Van een hoogte van 34 meter stortte Vrijdagmiddag te Geleen in een granuleertoren van de ureumfabriek, die op de terrei nen van het stikstofbindingsbe- drijf der Staatsmijnen in aan bouw is, de bekisting van een betonvloer naar beneden. Elf ar beiders, die bezig waren met het storten van het beton, tuimelden mee in een lawine van beton ijzer, planken en beton en wer den in de chaos van bouwmate rialen bedolven. Arbeiders die buiten de toren werkend door een dreigend gerommel aanvankelijk op de vlucht ge jaagd waren, haalden 7 slachtof fers dood uit het bouwwerk weg. Een andere arbeider overleed la ter in een ziekenhuis. Drie wer den zo ernstig gewond, dat voor hun leven wordt gevreesd. KWART VAN TV-ZENDTIJD VOOR ALGEMEEN Aan de vijf omroepverenigin gen en aan de Kerken, die daar om verzoeken, zal zendmachti ging voor de televisie gegeven worden. De zendtijd zal door de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ver deeld worden. Van de totale zendtijd kan echter minstens een vierde en hoogstens de helft af getrokken worden. Deze tijd zal ter beschikking worden gesteld van de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) voor de uitzen ding van haar programma's. Dit is bepaald in het „Televisiebe- sluit 1956", dat Vrijdag door het ministerie van O. K. en W. is ge publiceerd. PERSBERICHT Gedeputeerde Staten van N. Brabant hebben ingesteld een Commissie Sociaal Plan Noord- Brabant. Deze commissie zal tot taak hebben de opstelling van een sociaal plan (respectievelijk deelplannen) voor de provincie, alsmede de bevordering van de uitvoering van plannen door de organen en personen welke daar toe een taak hebben. De commis sie zal bestaan uit een hoofdor gaan en uit secties. In het hoofd orgaan zijn benoemd: Tot lid en voorzitter: Prof. Dr. F. J. H. |M. van der Ven te Til burg; tot lid: P. B. M. Alberts te Rucphen; J. J. H. A. Bruna te Breda; P. H. Coppes te Tilburg; Mr. G. J. Dekkers te 's Hertogen bosch; Prof. Dr. F. J. P. v. Doo- brief was bestemd voor Milly. Ik heb hem toch maar open ge maakt en dat bleek een goede ge dachte geweest te zijn." Robert begon haastig te lezen. Traag greep Peter naar de zoveelste si garet. Hij stak die aan en bleef onderwijl naar Robert kijken. Rob kwam uit zijn mand en sprong op Peter's knie. Ver strooid streelde hij het beest. „Dat telegram is iets. Van die brief begrijp ik niet veel", stelde Robert kort vast, de papieren weer opvouwend. Zonder com mentaar te leveren op die op merking, vertelde Peter van het telefoongesprek met de redactie van 't weekblad en liet hem toen de notities van het meisje over haar avonturen in de „Drie An kers" lezen. „Het is'er niet duidelijker op geworden", vond Robert. „Druk ke werkzaamheden? En haar baas weet zelfs niet eens, waar ze op uit is! Wat zou ze verder nog moeten doen, dat zo drin gend is dat ze niet eens op kan bellen of persoonlijk kan komen? Het telegram is uit Amsterdam verstuurd, maar toch heeft ze niet opgebeld. Dat vind ik erg vreemd." „Uit Amsterdam?" vroeg Pe ter. „Als dat zo is, wordt het wel heel erg vreemd. Laat eens kij ken?" Robert overhandigde hem het telegram. „Inderdaad", zei hij dan, „uit Amsterdam". Ze keken elkaar een ogenblik zwijgend aan. „Ik vertrouw er niets van", gooide Peter er ineens uit. „Niets, tenslotte kan iedereen een tele gram versturen. Daarbij behoef je je niet te legitimeren." Hij was van het bed afgegleden en ging voor Robert staan. „Het kan me nu niet meer schelen, maar ik ga dit uitzoeken. Milly kan me zo lelijk aankijken als be wil, maar ze zal moeten toegeven dat haar gedrag zonderling is, gesteld natuurlijk, dat ze „we gens drukke werkzaamheden" verhinderd was op een normale re manier te waarschuwen." Hij begon met lange stappen de kamer rond te ijsberen. Rob volgde hem vanuit zijn stoel met half toegeknepen ogen. „Als ik eens naar mijn oom beldezei hij. „Probeer maar. Laat verder nog maar niets merken, anders wordt die goede man ook nog ongerust en hij kan verder toch niets doen." Robert dacht even na en dan verhelderde een glimlach opeens zijn gezicht. „Ik nodig mezelf doodeenvoudig eens uit om een weekend bij hem door te bren gen. Ik breng dan wel 't gesprek op Milly. Het moet al heel erg gek gaan, wil ik er niet onge merkt achter komen, dat ze wel of niet thuis is." Hij zocht het nummer op en sloeg het aan. Peter volgde het gesprek, maar zag al spoedig aan Robert's ge zicht, dat van die kant ook geen oplossing kwam. Misnoegd wierp Robert de hoorn weer op de haak. „Niets", zei hij kort. Peter hervatte zijn wandeling door het vertrek. „Politie er in mengen?" opperde Robert aarzelend. Peter bleef doorlopen en gaf geen ant woord. „Het moet onderhand wel", zei hij dan eindelijk. „Maar ik stel voor om tot morgen te wachten. Eerst wil ik nog eens met Jaap gaan praten. Misschien kent hij „Jetje". Als we dat meis je eens konden uithoren, scho ten we misschien eert heel eind in de goede richting. Dat is niet zo kwaad. Zou hij nu thuis zijn?" „Proberen" zei Peter, „ga maar mee." (Wordt vervolgd) En de heer v. Caem wilde dit graag doen, zo hij beledigend was geweest, hetgeen echter niet de be doeling was. Iedereen kon gebruik maken, be sloot hij, van de begrafenisonderne ming, alleen was het logisch dat de leden natuurlijk minder betaalden. Tenslotte konden de opponenten er zich mee verenigen, dat B. en W. de toezegging deden rekening te zullen houden met hun wens en een eventuele bepaling in het huurcon tract zouden opnemen als dit nodig mocht zijn. Ten aanzien van de herziening van de begrafenisrechten, waarover o.m. de heer v. Caem gesproken had, antwoordde de voorzitter ten slotte, dat de raad, die een verorde ning diende vast te stellen, hier zelf zeggingschap over had. De heer v. Caem verzocht B. en W. rekening te houden met deze wensen van de raad, wanneer een verordening werd ontworpen, en toen verklaarden de leden zich ac- coord met het voorstel. WEDEROM DE KWESTIE VAN DE ZONDAGSRUST. De voorzitter gaf te kennen, toen aan de orde kwam het voorstel tot het vaststellen van een verordening ex artikel 4 van de Zondagswet, dat hij liever geen discussie gevoerd wilde zien over de principiële kant van de zaak. Dat was de vorige keer al te uit en te na gebeurd. De heer v. Caem zou zakelijk zijn, zoals hij zei, en hij verklaarde kort en bondig dat het hem gewenst voor kwam dat de raad tot Ged. Staten het verzoek richtte, toe te staan dat er geen ontheffing op de verordening kon worden verleend door de burgemeester, welke moge lijkheid de nieuwe Zondagswet bood. De heer v. Peer verklaarde zich er niet mee te kunnen verenigen dat de burgemeester deze bevoegd heid werd ontnomen, Hoe wordt dit verzoek ingericht, vroeg de heer Ros, en de voorzitter zegde toe een zo objectief mogelijk beeld te geven van de situatie; Ged. Staten zouden dan nagaan of het verzoek gebaseerd was op een godsdienstige overtuiging die het volksleven overwegend overheers te, en dan zouden zij eventueel nog inlichtingen inwinnen bij B. en W., die deze zo objectief mogelijk weer zouden geven. De heer Dekkers verklaarde er zich natuurlijk ook niet mee ac~ coord dat dit verzoek werd gericht en zeker niet wanneer hij las dat de burgemeester dan ook geen onthef fing kon verlenen van gebeurtenis sen op Hemelvaartsdag, een dag die in de gemeente algemeen als een uitgaansdag en als een dag voor concours e.d. werd gebruikt. En hij zou willen voorstellen voor deze dag dus ontheffing van de bepaling te verlenen. Maar de voorzitter moest opmer ken dat dit niet mogelijk was vol gens de wet; de burgemeester zou ontheffing kunnen geven voor alle Zondagen en als zodanig erkende dagen, maar men mocht geen uit zonderingen maken. Toen begonnen de raadsleden toch een beetje te twijfelen en de heer v. Caem leek het beter dan het ver zoek maar niet te doen; ook de heer de Raadt gaf zijn mening te ken nen, toen hij zei, waarom op He melvaartsdag wel en op Zondag niet. Maar toen trok de heer Ros weer van leer: er was geen dag die zo hoog was als de Zondag; de Zondag was ingesteld door de Heilige Wet en de andere dagen, zoals Hemel vaartsdag en Eerste Kerstdag wa ren door mensen ingesteld. Er werd nog veel over gepraat en het was allemaal niet even duide lijk; duidelijk was echter wel dat de heren raadsleden er niet goed raad mee wisten. VOORSTELLEN EN STEMMINGEN. De voorzitter leek het beste een commissie ad hoe te benoemen om met B. en W. de verordening te be kijken en er in op te nemen de ge vallen, waarin de burgemeester dus wel uitzonderingen zou mogen ma- door: PIKE NORTON WILL'S 17). Veel wijzer werd hij er niet van. Welke „groten" bedoelde Milly? Soms dezelfde als Jaap? Hij schrok een moment van deze veronderstelling. Was zij al zo ver geweest dat zij dit ook ont dekt had. Maar dan wist ze niet, dat Perpagos ook tot de groten behoorde. Peter zuchtte even. Het meisje had zich er wel diep ingewerkt. Wat betekende ver der 't zinnetje ...„dat ik wist wat achter 't deurtje gebeurde?" Hij zag geen kans dat vooralsnog op te lossen. Hij stak het bloc in z'n zak, keek nog even in het rond en niets meer ziende, wat hem de moeite van het meenemen waard scheen, ging hij naar beneden. Toen de hospita hem op de trap hoorde, kwam zij al toege lopen. „Hebt u nog iets gevon den?" Hij schudde het hoofd. „Niets bijzonders. Ik wil het te ken. Maar wethouder Winkelman stel de voor de burgemeester de volle dige vrijheid te geven, die de wet hem toekende. Als U dat zou doen, zei de voor zitter, hebben we jaren voor niets zitten praten; jarenlang immers is bepaald dat de burgemeester geen ontheffing zou mogen verlenen. Wanneer de raad regelen opstelt, waarnaar de burgemeester zich moet richten, aldus wethouden dok ter Winkelman, dan is dit niet in overeenstemming met mijn inzicht in de Zondagswet. En hij maakte er een formeel voorstel van. De heer Timmermans vroeg toen o.m. of, wanneer de burgemeester toestemming gaf voor een bepaald iets op Zondag, de raad dan even tueel toch genoeg in de melk te brokken zou hebben. Zoiets wilde de raad enige tijd geleden ook, merkte de voorzitter op. Maar hij voelde er niets voor; als de burgemeester de beslissing kreeg in dezen, dan waren de raads leden de mooie jongetjes en de bur gemeester was de man die alles te genhield. De raad had tenslotte de bevoegd heid en de voorzitter was hier blij om. Hij zou immers zijn eigen over tuiging toch niet kunnen uiten; hij vond het nu eenmaal beter dat dé jongelui Zondags wat speelden met een bal, dan' wist hij wat allemaal uithaalden. Hij was tegen het voorstel van wethouder Winkelman. Ik ben raadslid, zei de heer Maij- ers, en ik wil de verantwoordelijk heid van mijn houding dragen. En de heer Ros verklaarde er zich ook voor dat het verzoek bij Ged. Staten werd ingediend. De heer v. Caem niet, die was er voor dat er een commissie werd be noemd uit de raad om de verorde ning te bekijken. Tenslotte werd het verststrekken- de voorstel, dat van B en W. dus, in stemming gebracht en hier wa ren alleen de heren wethouder Wa verijn en de heer Ros, die ook niet goed wist waaraan en waaraf, voor; de overige heren zij het de heer Maijers na enig aarzelen waren er tegen. Toen kwam het voorstel om een commisise te benoemen, en in deze commissie de heren Ros, v. Caem en Timmermans, welke commissie dan met B. en W. de verordening zou herzien en regelen zou opstel len waaraan de burgemeester, die dus thans toch de bevoegdheid hield om uitzonderingen te maken, zich te houden had. Toen kwam dit voorstel dus op verzoek van wet houder Winkelman in stemming. Met 8 tegen 5 stemmen werd het aangenomen; tegen waren: Mevr. Gerlach en de heren wethouders Winkelman en Waverijn, v. Peer en Dekkers. Het volgende voorstel betrof het onbewoonbaar verklaren van de woningen Oosteinde 42 en Kerk plein 4, 5 en 6. De heer Timmermans kwam op voor de belangen van de weduwe Küys, de verhuurster van bepaalde woningen, die hierdoor zeer gedu peerd werd in haar bestaansmidde len. De voorzitter echter betoogde dat men dit zakelijk moest bezien; het was van belang voor de omgeving van de kerk dat deze huizen ver dwenen en bovendien, het was de mening ook van de bevoegde in stanties.'Hij zou echter trachten het daarheen te sturen dat de gemeente de woningen voor een behoorlijke prijs kocht. Vervolgens werden goedgekeurd de wijziging van de begroting 1954 van de gemeentelijke instelling voor maatschappelijk werk, de reke ning over 1954 van deze instelling, de gemeenterekening over 1954, ge hoord het rapport van de commis sie, de begroting 1956 van de ge meentelijke instelling voor maat schappelijke zorg. DE BEGROTING 1956. En toen was aan de orde de be handeling van de gemeentebegro ting 1956. Van de gelegenheid tot het houden van algemene beschou wingen wenste de heer de Raadt gebruik te maken en hij wees op de slecHt functionerende verlichting op het Oosteinde. Dit had, antwoordde de voorzit ter, de aandacht van het gemeente bestuur en de PNEM; er was waar schijnlijk een fout in de geleidingen of de zekeringen. De PNEM had die ook nog niet kunnen vinden; in elk geval, de gemeente had de rekening nog niet betaald. De heer de Raadt sprak ook over de woningbouw en vroeg wanneer de 10 woningen werden aanbesteed. De plannen waren, antwoordde de voorzitter, al goedgekeurd door Welstandstoezicht, maar zoiets bleef altijd 4 a 5 maanden liggen; de goedkeuringen werden gespreid over de diverse gemeenten. AT ver schillende keren had de voorzitter, o.a. op het ministerie, er op gewe zen dat de aannemers hier zonder werk zaten, maar het commentaar was: dan moeten ze maar in Den Haag komen werken. De heer Genuït verklaarde met bijzondere instemming kennis ge nomen te hebben van de uitvoerige toelichting door B. en W., vooral ten aanzien van de volkshuisvesting. En vooral verklaarde hij zijn in stemming met het plan van B. en W. tot het bouwen van noodwonin gen; dit juichte hij zeer toe, hoewel hij benieuwd was of dit van hoger hand zou worden goedgekeurd. De heer Maijers dankte voor de verbetering van de Loonsedijk en wees op de Wittedijk, waar verbe tering ook hard nodig was, evenals bij de stoep te Labbegat. De Wittedijk, antwoordde de voorzitter, was al aanbesteed en gegund en de kwestie van de oprit bij Labbegat zou hij doorgeven. Langzamerhand bleek men toen gekomen te zijn tot de verschillen de posten van de begroting en de heer Maijers informeerde toen of er al overeenstemming was bereikt met de heer Quirijns ten aanzien van het plein tegenover het ge meentehuis. Er was een Onderhoud geweest, antwoordde de voorzitter, maar de heer Quirijns wilde eerst eens kij ken hoe de situatie werd aan de Dick Flemmingstraat, waar hem grond was toegewezen. De heer Ros juichte het zeer toe dat de Julianalaan was gedempt. De heer Genuït vroeg de aandacht van B. en W. er op toe te zien dat er niet overal bij de woningen maar bij bouwt j es werden gebouwd en zeker niet langs de straat. Hier werd achterheen gezeten, zei de voorzitter, al was het natuur lijk moeilijk in .deze landelijke ge meente konijnenhokken en kip- penkooien te verbieden. Maar de politie had de opdracht proces-ver baal op te maken wanneer er er gens gebouwd werd zonder toe stemming. De heer Dekkers wees op de toe stand bij de gedempte Nieuwevaart, waar de toegangen zo lang open bleven liggen. De voorzitter zei echter dat de bestrating van de Zand'kant al ge gund was. Tenslotte wilde de voorzitter de secretaris en de ambtenaren nog maals hartelijk danken voor hun goede zorgen, aan de begroting be steed. De gemeente mocht zich, zei hij verder, ook gelukkig prijzen met de nieuwe gemeente-architect, de heer Toen; het was werkelijk won derbaarlijk welk een werkkracht de nieuwe functionaris ontwikkelt. De raad, verklaarde de heer Ros, deelde deze mening en verzocht B. en W. dit de nieuwe functionaris over te brengen. De heer v. Caem, voorzitter van de commisise van onderzoek, ver klaarde deze werklust te hebben gemerkt in de commissie. Hij ver klaarde voorts dat het een erg moei lijke taak voor de commissie was aanmerkingen te maken op de be groting; het was alles tot en met Uitgekiend; en men kon niet anders doen dan het beleid van B. en W. ondersteunen, vooral ook ten aan zien van de woningbouw; beter een half ei dan een lege dop, zei de heer v. Caem toen hij zich een voorstan der verklaarde van de bouw van noodwoningen. Ook over het finan- le 'n verwysbriefje van Uw huisarts 2e 'n recept van Uw oogarts 3e De juiste BRIL van Secuur en niet duur DEN BOSCH TILBURG BREDA Vughterstr- 25 Markt 32 Nwe. Ginnekenstr. 23 Leverancier voor alle Ziekenfondsen, naar de cieel beleid was in de commissie ge sproken en graag zou hij hebben dat de bijdragen uit het gemeente fonds werden verhoogd; we hebben er recht op, zei hij. Wat dit laatste betreft, verzeker de de voorzitter hem van de activi- 'teit van B. en W. En toen kon de begroting zonder wijzigingen en zonder hoofdelijke stemming worden vastgesteld. Ook de overige punten: de vast stelling van het bedrag per leerling voor het Lager Onderwijs over 1956 en enkele begrotingswiizigingen, le verden geen stof meer voor, discus sie. Mededelingen waren er niet te doen; voor de rondvraag was niets binnengekomen, en toen kon de voorzitter de vergadering, zoals ge bruikelijk is, sluiten; maar dat be tekende nog niet dat de leden zich al verwijderden, integendeel. 'Tl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 2