FILMJOURNAAL
a
DDD
WSmM
UN MISSIONNAIRE,
IN
DE DRIE ANKERS
0,
H,
H.
H,
H,
huisapotheek
N,
Uil Loon-op-Zand's verleden.
2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 17 FEBRUARI 1956 2
In
Uw
DE ECHO
UW BLAD
de harde realiteit van het priesterschap
Aangrijpende film van MAURICE CLOCHE.
JEUK
~-r
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
door: PIKE NORTON WILL'S
32).
De inspecteur scheen een ogen
blik met zichzelf te overleggen,
maar nam dan resoluut een be
sluit. „Ik heb genoeg van u ge
hoord", zei hij, en zich wendend
tot de agent, vervolgde hij
„Breng hem weg en laat de vol
gende verdachte binnenkomen".
De agent verdween met de ka
pitein om even later terug te ke
ren met de Chinees Li. Hij werd
met enige nieuwsgierigheid op
genomen door de inspecteur en
door Peter. Hij verdroeg deze
blikken echter zonder een spier
van zijn gezicht te vertrekken.
„Jij bent dus Li", begon de in
specteur. Peter maakte zich los
uit zijn indolente houding en
kwam op de punt van Verber-
ne's bureau zitten. „Wie is hij
vroeg Li, zonder de vraag van
Verberne te beantwoorden. „Ie
mand, die ook in deze zaak be
trokken is", antwoordde inspec
teur Verberne, ietwat verbluft.
„Maar mag ik je er even op at
tent maken, dat ik hier de vra
gen stel?"
Li gaf geen antwoord, doch
wierp een snelle blik op Peter.
Deze kreeg een koude rilling toen
hij plotseling in de zwarte, van
intense haat gloeiende ogen keek.
„Waarom kijkt hij zo naar mij?"
vroeg Peter zich af. „Ik heb hem
nog nooit ontmoet."
„Je zit in een erg raar schuitje
Li", zei de politieman, terwijl hij
zorgvuldig de punt van een si
gaar afsneed. „In een heel raar
schuitje zelfs. Je hebt je er zelf
behoorlijk diep ingewerkt." Hij
wachtte even om zijn woorden de
nodige indruk te laten maken. Li
keek strak voor zich uit en liet
uit niets blijken, dat de woorden
van de inspecteur hem interes
seerden.
„Je wordt er van verdacht een
Griek, genaamd Perpagos, ver
moord te hebbenDe inspec
teur keek door zijn oogharen om
de reactie van de verdachte op
deze beschuldiging te zien en
vervolgde dan: een meisje
ontvoerd te hebben en je boven
dien nog schuldig gemaakt te
hebben aan handel en smokkel
in verdovende middelen."
Li zweeg. Peter verschoaf even
en keek gespannen naar het ge
zicht van de Chinees.
„Wat antwoord je daarop?"
„Bewijst u dat eens?" vroeg Li.
Inspecteur Verberne wist, dat
hij nu gevaarlijk spel ging spe
len. Hij gokte zwaar door alles
op één kaart te zetten. Onderuit
zakkend in zijn stoel, legde hij
zijn vingertoppen tegen elkaar en
begon langzaam te spreken. „Op
de avond vóór de moord op Per
pagos ontdekt werd, ben je ge
zien toen je het huis van Perpa
gos binnen ging. Je bent gezien
toen je er weer uit kwam. De
dolk, waarmee Perpagos werd
vermoord, is van Chinese make
lij
Weer pauzeerde hij even. Heel
even verscheen er een slim glim
lachje op het gezicht van Li, dat
echter weer verdween, toen de
inspecteur met stemverheffing
vervolgde: „Je hebt wel bemerkt
dat je vingerafdrukken genomen
werden, toen je in voorlopige
hechtenis genomen werd. Die
vingerafdrukken kloppen met de
vingerafdrukken, welke op de
dolk gevonden werden. Dom van
je om die dolk niet goed genoeg
af te vegen. Wat zeg je nu?"
Li zweeg nog steeds, maar in
specteur Verberne had wel gezien
dat het glimlachje verdwenen
was en had tevens gezien dat hij
een welhaast onmerkbare bewe
ging gemaakt had met z'n hoofd
toen er over vingerafdrukken ge
sproken werd. Inwendig jui
chend ging hij verder: „Mis
schien kan ik je geheugen nog
eens opfrissen wanneer ik je ver
tel hoe het gebeurd is. Je kwam
bij Perpagos binnen enIn
eens onderbrak de Chinees hem.
„Perpagos verried de zaak aan
hem!" Hij wees met zijn vinger
naar Peter en vervolgde met een
stem waarin de haat doorklonk:
„Hij was dus een verrader en
verraders moeten sterven."
„Aha", zei de inspecteur met
nauw bedwongen triomf in zijn
stem. „Jij was bij Perpagos. Je
hoorde iemand op de gang en
verborg je in de kast, omdat je
niet in zijn gezelschap gezien
wilde worden. Mijn vriend kwam
toen binnen en Perpagos zag
hem voor iemand anders aan,
waarvoor hij een grote vrees
scheen te koesteren. In zijn angst
vertelde hij te veel naar jouw
smaak. Toen die onwelkome be
zoeker vertrokken was, kwam jij
uit de kast en vermoordde Per
pagos. Zo is het gegaan, niet?"
Li volstond met een bevesti
gende beweging met het hoofd.
In stomme verbazing had Peter
toegeluisterd. „Verdraaid" dacht
hij, met onverholen bewondering
naar Verberne kijkend. „Dat
heeft hij er mooi uit gekregen.
Als de rest ook zo vlot gaat...!"
„Er is nog meer", vervolgde
Verberne, roekeloos wordend bij
zijn succes. „Jij was het bijvoor
beeld ook, die mijn vriend neer
sloeg, ioen hij op bezoek was bij
Gerhard Verduynen. Je deed dat
op het moment, dat die Verduy
nen bekennenEr lichtte
iets in de ogen van de Chinees.
Verberne, die de man scherp ob
serveerde, vroeg zich vergeefs af
waarom. ZouJullie
bonden hem en vervoerden hem
naar de „Aeolus", waar hij door
mij gevonden werd. Verduynen
is daarna verdwenen. Wat heeft
hij met de zaak uit te staan?"
„Niets", antwoordde de Chi
nees. „Hij was slechts 'n vriend
van mij en staat verder buiten de
zaak." Inspecteur Verberne ver
borg zijn ergernis over dit ant
woord. „Verduynen was zeer
bang en ook zijn verdwijning
doet vermoeden, dat zijn gewe
ten niet zuiver is." ,^Veel mensen
zijn bang voor de politie", zei Li
met een slim lachje. „Zij komen
er meestal liever niet mee in aan-
aanraking.
Peter mompelde binnensmonds.
„Die Chinees is verdraaid glad.
Ik begrijp niet waarom hij net
wel en nu niet wil bekennen. Net
beschuldigt hij zichzelf en nu 't
om een ander gaat, zwijgt hij!"
Ook de politieman vroeg zich dat
in stilte af. Hij probeerde 't ech
ter nog eens.
„Verdomen staat bij de politie
bekend als iemand, die handel
drijft in verdovende middelen..."
begon hij. en toch is hij
daarvoor nooit gearresteerd",
merkte Li onschuldig op, terwijl
er een zweem van een glimlach
om zijn lippen speelde. Inspec
teur Verberne zei in gedachten
een lelijk woord.
„Dan is er nog die zaak met
dat meisje, Milly van Zanten.
Spoorloos verdwenen sinds enige
tijd. Zij werd verschillende ma
len gezien in de „Drie Ankers",
waar Perpagos, Verduynen en jij
ook meermalen werden gesigna
leerd. Ze werd trouwens ook
meermalen in jullie gezelschap
gezien. De bemanning van de
„Aeolus" wist te vertellen, dat
zij naar Marseille vervoerd is.
Wat is jouw rol hierin?"
Li zweeg.
(Wordt vervolgd).
staf, waar de heer Klijberg de jubilaris
op hartelijke wijze toesprak en de hoop
uitsprak dat het de heer v. d. Hoven ge
geven zou mogen zijn, nog vele jaren
voor Timtur te werken. Hij overhan
digde hem een gouden horloge en een be
drag onder couvert, terwijl aan de echt
genote van de jubilaris bloemen werden
aangeboden. De jubilaris dankte de Di
rectie hartelijk voor alles.
Daarna kreeg het gehele gezelschap
gelegenheid de jubilaris te complimente
ren en werd de erewijn rtndgediend.
Toen kwamen de tongen los en wer
den er verscheidene bijzonderheden van
vroeger naar voren gebracht.
Na enige tijd gezellig bijeen te zijn
geweest, ging het gezelschap uiteen en
werd het feest in huiselijke kring verder
gevierd.
LUXOR.
horen Witte Kruispoeders.
Hoofd- en kiespijn, zenuw-
of rheumatische pijnen wor
den er direct mee bedwon
gen.
Ook in tablet- en
cachet-vorm
STILLE OMGANG.
De algemene vergadering van de Stil
le Omgang, afd. Waalwijk en Omstre
ken, zal zondag 19 februari a.s. om 16
uur worden gehouden in zaal Thalia.
KADERBIJEENKOMST K. A. B.
'p dinsdag 21 februari a.s. zal in de
bovenzaal van „De Gecroonde Leersse"
des avonds om 7.30 uur een bijeenkomst
worden gehouden van de voltallige be
sturen der Stands- en Vakorganisaties
van de Katholieke Arbeiders Beweging -
Waalwijk. Deze bijeenkomst zal worden
bijgewoond door de propagandaleider
der K.A.B. de heer Louis Beumer en
door de heer P. Vink, voorzitter van de
Katholieke Fabrieksarbeidersbond.
Deze bijeenkomst zal voornamelijk
gaan over de actie Naar de 400.000
kt 't i
GESLAAGDE CARNAVALSVIERING
■et traditionele carnavalsbal dat
maandagavond in de Twee Kolommien
door „Oefening en Vermaak" werd ge
geven, had als steeds een allerprettigst
verloop. Ook Prins Carnaval kweet zich
op bijzondere wijze van zijn taak, ter
wijl van de costumering bijzonder veel
werk was gemaakt.
Er werden prijzen uitgereikt voor de
mooiste costumes en ook voor het fraaist
gecostumeerde paar. Het was weer een
echt ouderwets Liedertafel-familiefeest.
W.S.C. hield tegelijkertijd vasten
avond in hotel Verwiel, georganiseerd1
door de supportersclub. Als we zeggen
dat hier de ware W.S.C.-stemming
heerste, dan weten onze lezers vanzelf
sprekend dat het er vrolijk en gezellig
toeging. Ook hier was aan de costume
ring veel zorg besteed.
Voeg daarbij het drukke bezoek aan
tal van dansgelegenheden, dan mogen
we stellig concluderen, dat de carnaval
zij het dan binn'enshuis hier weer
goed en prettig is gevierd en enkele
mooie ontspanningsavonden aan zeer ve
len heeft bezorgd.
UITSLAG LOTERIJ W.S.C.
Ie prijs Radio no. 167; 2e prijs Fiets
1751; 3e prijs Actetas 176; 4e prijs Reis-
etui 1532; 5e prijs Strijkijzer 1539; 6e
prijs Lamp 1247; 7e prijs Koffer 816; 8e
prijs Damestas 1839; 9e prijs Portemon-
naie 1877; 10e prijs idem 763.
MUSIS SACRUM.
„HET LIEFDELEVEN VAN
LUCRETIA BORGIA", i
Er zijn heel wat boeken geschreven
over de beruchte familie der Borgia's, die
in het begin van de 16e eeuw alles in
het werk stelde om alle grote en kieine
vorstendommen van Italië onder haar
macht té brengen. Vooral Cesare was
de kwade genius van deze familie. Hij
gebruikte alle geoorloofde en ongeoor
loofde middelen om zich van de macht
te verzekeren en daarbij schroomde hij
niet de schoonheid van zijn zuster Luc-
retia uit te buiten door het sluiten van
een aantal diplomatieke huwelijken. Wie
was deze Lucretia Btrgia? Was zij in
derdaad de vrouw zoals zij ons in vele
boegen wordt geschilderd; de wrede, me-
dogenloze intrigante die in niets onder
deed voor haar broer Cesare, of moet
men haar zien als het slachtoffer van de
complotten van haar broer?
De regisseur Christian-Jacque heeft 'n
aantal stoffige bibliotheken doorsnuffeld
en is daarbij gestuit op een aantal brie
ven van Lucretia aan de dichter Bem-
bo. Uit deze geschriften trad hem geen
demonische intrigante tegemoet, maar
een charmante jonge vrouw, die het le
ven hartstochtelijk beminde. En als zo
danig krijgen wij Lucretia Borgia dan
ook te zien in dit luxueuze spektakelstuk,
waaraan geld noch moeiten zijn ge
spaard. De gehele pronkzieke tijd der
Renaissance in een boeiende en kleur
rijke schildering, die soms momenten van
bijzondere schoonheid te zien geeft.
Van vrijdag tot en met zondag. Toe
gang 18 jaar.
„STAATSVIJAND No. 1".
Deze film naar het boek van Max
Favafeili is een bizar geval, dat ons de
avonturen vertelt van een kleine, vreed
zame Amerikaanse burger, die door een
merkwaardige samenloop van omstan
digheden en enige corrupte elementen in
het politiecorps wordt uitgeroepen tot
leider van een gevaarlijke gangsterben
de. Het is ondoenlijk om het verhaal hier
na te vertellen, omdat het kolder is, maar
dan kolder met een achtergrond. Mis
schien zelfs is het ergens de caricatuse-
ring van wat men normaal maatschap
pelijk leven zou kunnen noemen. Fer-
nandel, die in deze rolprent de hoofdrol
speelt, is om beurten ontroerend en
krankzinning als het onschuldige slacht
offer van het noodlot Joe Calvet, staats
vijand no. 1. Vele facetten van de
Amerikaanse „cultuur" worden op ge
noeglijke wijze over de hekel gehaald,
waaraan een team bekwame artisten
kundig medewerking verlenen.
Maandag en Woensdag. Toegang 18
jaar. 1 i
„CISKE DE RAT".
^uxor heeft deze week slechts één
film op het programma en wel „Ciske
de Rat", naar het gelijknamige boek van
Piet Bakker, in de verwachting waar
schijnlijk dat er meer dan gewone be
langstelling zal bestaan voor dit vader
landse product. En wij geloven wel dat
deze verwachtingen niet te hoog ge
spannen zijn, want zij die dit populaire
boek hebben gelezen, zullen ongetwijfeld
de gelegenheid aangrijpen om eens op
een andere wijze met Ciske kennis te
maken. Doch ook voor hen, die Ciske
nog niet hebben ontmoet, zal dit een
aanleiding te meer zijn om een gang naar
Luxor te maken. Spijt zal niemand er
van hebben, want deze film, die werd
vervaardigd onder regie van de bekende
Duitse regisseur Wolfgang Staudte, be
hoort ongetwijfeld tot de beste Neder
landse films die tot nu toe in de roula
tie werden gebracht, en zij werd op de
Biennale van Venetië 1955 dan ook be
kroond met „De Zilveren Leeuw van
San Marco". Een introductie behoeft
deze film dus niet en wij geloven dan
ook niet dat Luxor in de acht voorstel-
lingen, die het voor deze film heeft uit-
getrokken, over een slecht bezette zaal
zal behoeven te klagen.
Van vrijdag tot en met donderdag
(dus ook dinsdag en donderdag). De film
is toegankelijk voor alle leeftijden.
'et boeiend thema van een missiona
risleven is tot nu toe, bij ons weten,
slechts door liefhebberende filmpaters
verwerkt en opgenomen.
Hieraan is een einde gekomen, doordat
Maurice Cloche, de beroemde verfilmer
van vele uitstekende films, zoals Mon
sieur Vincent, Peppino en andere, dit
thema voor een film heeft gekozen. Hier
door is een film ontsaan, die de fransen
een openbaring noemen en die ook in
ons land een diepe indruk z!al maken.
de prachtige dansen worden hem een
obcessie. Hij moet weerstaan aan de ver
leiding van eën weemoedige blanke
vrouw. Zijn moeder sterft. Het slot is
ziekte en terugkeer naar Europa.
et is het verhaal van een jonge mis
sionaris, Pater Maurel, (gespeeld door
Yves Massart), die met het onbezonnen
idealisme van een nog avontuurlijke
jeugd Afrika op slag wil bekeren. Doch
het loopt allemaal zo geheel anders als
hij had gedroomd. Hij komt in verzet
tegen het „kapelaans"werk, zoals hij dat
noemt. Hij wil de wildernis in. Met
moeite weer de oudere Pater Gauthier,
op meesterlijke en levensechte wijze ge
speld door Charles Vanel, de jonge Pa
ter in toom te houd'en. Reeds in het be
gin van de film, als een veelwijver een
der Paters met een speer doodt, houdt
Pater Gauthier de overmoedige priester
voor, dat het er niet om gaat martelaren
te maken, maar dat geduldige, voorzich
tige arbeid hoofdzaak is.
Alse eindelijk voor de onstuimige Pa
ter Maurel de tijd is aangebroken om de
rimboe in te gaan, is hij niet meer te
houden van ijver. Doch zijn onervaren
heid brengt hem in conflict met al'erlei
instanties. Hij ergert zich, dat zijn chris
tenen de inlandse gebruiken niet afleg
gen. Hij begrijpt niet, hoe bijgeloof en
heidendom met het christendom verstren
geld kunnen blijven en hoe zijn confra
ters hierin kunnen berusten. Hij vindt
de franse ambtenaren veel te slap en de
planters onchristelijk. Teleurstelling op
teleurstelling wordt zijn deelde school,
met veel energie en moeite gebouwd,
wordt in brand gestoken. De tam-tam en
tiuidPori
'ooit is het missieleven in zulk een
juiste, harde en boeiende realiteit ver-
flmd. Geen verhaal van in de ogen der
mensen geïdealiseerde kloosterlingen,
maar een verhaal van ménsen met fou
ten en zwakheden.
Als Pater Maurel terug is in Europa,
neemt hij het besluit om niet meer naar
Afrika terug te keren. Hij wil zijn ideaal
ontvluchten door in een Trappistenkloos
ter te gaan. Zijn vroegere Overste, Pa
ter Gauthier, intussen Bisschop gewor
den, verzet zich vergeefs tegen dit be
sluit. Met tegenzin volgt de mtedeloze
priester een priesterwijding in zijn kloos
ter en beluistert hij de uitzending van
nieuwe missionarissen. Doch in de kapel
grijpt hem het onverwachte bericht van
de dood van zijn geestige én optimisti
sche vriend, Pater Derval (Jacques Ber-
thier), aan. Hij trekt zich op aan diens
woorden van afscheid. Hij begint on
stuimig met de vertrekkende missionaris
sen het Magnificat mee te zingen. De
tam-tam van Afrika roept hem. Hij be
sluit de opengevallen plaats in te nemen,
n imissionnaire is een zeer rake film.
Boeiend en aangrijpend. Charles Vanel
speelt de rol van priester en bisschop op
eïen wijze dat men twijfelt of men wel
met een acteur te doen heeft. Zelden is
het zo gaaf op de filmband weergege
ven. Het camerawerk van Claude Re
noir heeft tot de productie geleid van een
uitstekende kleurenfilm, die voor een
groot deel in Afrika zelf is opgenomen.
Het blijkt duidelijk uit deze film dat er
geen gebrek aan stof was. Integendeel,
Maurice Cloche heeft zich vaak tot flit
sen moeten beperken. Binntenkort zal de
film, die op het ogenblik met zeer veel
succes in Frankrijk draait, ook in Ne
derland worden uitgebracht. De film is
te belangrijk om hem te missen. De so
bere titel mag niemand weerhouden.
et is geen patronaatsfilm of een film,
die men moet gaan zien „voor het goede
doel". Het is een film zonder pathos met
een fris en dramatisch gegeven, dat een
paar uur van spanning en ontspanning
geven zal. De film voert binnen in het
moeilijke missionarisleven, zoals het tot
nu toe alleen door de missionarissen
zelf werd gekend, doch nu door deze
film als een verrassing !aan ons wordt
geopenbaard.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
VLOEISTOF - BALSEM - ZEEP
Vergeefs bepleit Pater Maurel (Y ves Massart) samen met een burger
lijk ambtenaar bij het opperhoofd de belangen van het christelijk hu
welijk. (Uit Un Missionnaire, een film van Maurice Cloche).
DE STICHTING DER EERSTE
PAROCHIE TE KAATSHEUVEL.
Om een juist inzicht te krijgen in de
kerkelijke toestand van onze gemeente
vóór het jaar 1700 en de stichting van
de tweede parochie, nml. die van Kaats
heuvel in het laatste kwart der 18e eeuw,
is het nodig iets te weten omtrent de
situatie, zoais zich die vóór dien tijd toe
droeg zowel op godsdienstig als politiek
en maatschappelijk terrein.
Vóór eerstgenoemd jaar bestond in de
heerlijkheid Loon slechts een kerk én
een parochie nml. de kerk van Venloon,
die er thans nog staat.
Als regel kwamen de gelovigen die op
de Cetshoeve(l) woonden in deze kerk
de H.H. Geheimen vieren, hoewel voor
1610 velen van hen dit zullen hebben
gedaan te Sprang, over de Hollandse
grens, waar in 1460 pastoor Jan van
Beringten van Loon, met consent van de
Hollandse Graaf, het H. Dienstwerk
kwam verrichten. Sprang immers lag
voor vele inwoners van Cetshoeve dich
ter bij dan Loon.
In 1610 kwam hierin echter verande
ring. Tengevolge van het invoeren der
nieuwe leer in het Graafschap Holland,
viel in dit jaar de mooie gothische kerk
in Protestantse handen en was het pas
toor Otten van Loon en diens ijverige
kapelaan van den Brielle (de sinds 1609
uit Capelle wegens de hervorming uit
geweken pastoor) van die plaats geheel
onmogelijk om nog in Sprang te komen,
tot groot ongerief ook van velen uit
Cetshoeve.
Het duurde nog tot 1731 voor hierin
verandering kwam Dit vond zijn oor
zaak hierin, dat de Staten, die dit ge
deelte van Brabant beschouwden als nie
mandsland en er naar willekeur wetten
en verordeningen uitvaardigden, die door
strenge plakkaten werden gevolgd.
Het gevolg van dit alles was dat in
1648 bij de Munsterse Vrede, alle Ka
tholieke kerken in handen kwamen van
de „heersënde" d.i. de Gereformeerde
kerk.
Rond 1700 kwam er echter enige ver
andering in de toestand. Niet dat men
de Katholieken meer genegen werd, doch
men zag van Staatswege meer door de
vingers, als men tenminste goed betaal
de. Nog bij resolutie van 5 Maart 1721,
toen op meerdere plaatsen schuurkerken
toegeelaten waren, werd ten strengste
verboden, kerkschuren te bouwen, te
vernieuwen of te herbouwen zonder toe
stemming van de Hooge Staten. Zelfs
nog in 1744 en 1745 werd verboden
aan het inwendige der bestaande schuur-
kerkjes of kerkhuizen iets te veranderen
of enige verfraaiing aan te brengen.
Nog in 1730 bepaalden de Staten van
Holland, dat geen Rooms priester enige
functie mocht uitoefenen, zonder in het
bezit te zijn van een schriftelijke acte
van toelating (gelegitimeerd priester).
Deze toelatingsacte hield in dat zij ge
trouw en onderworpen aan het tijdelijk
gezag zouden zijn.
I Allengs werd men van boven af enigs-
zins toegeeflijker en otgluikend, zij het
dan onder zware finantiële druk was het
de Katholieken toegestaan een kerk-
schuur te bezitten, want de kleine brok
jes genadebrood moesten ze duur, zeer
duur betalen. Zo had men vooreerst het
recognitiegeld, d.i. een vaste jaarlijkse
som voor de vergunning om te kerken.
Voor Loon bedroeg die som (een origi
neel bewijs is nog voorhanden) f 100.
per jaar. Dan admissiegeld, een bedrag
dat de gelovigen moesten opbrengen als
een nieuwe pastoor of kapelaan zijn in
trede deed. Het bedroeg meestal zo om
en om de f 500. Geen wonder dat de
Roomsen de schrik om 't hart sloeg
wanneer hun pastoor een promotie
wachtte of o& het ziekbed werd ge
worpen. Assistentie van een vreemde
priester, koste aan de Schout enige klin
kende gouden munten om verlof te be
komen Stierf de Schout, dan moest de
pastoor bij de nieuwe functionaris z'n
opwachting maken en schonk de nieuwe
titularis „de gouden handschoen" (bien-
venugelden).
Dan het reconitiegeld, een belasting
die om de 33 jaren geheven werd op de
schuurkerken, haar bezittingen, zowel
roerende als onroerende, tot een bedrag
van 5 procent van de waarde plus 10
opcenten. Dit collatraal werd echter in
1787 afgeschaft.
Waarlijk, onze voorouders leefden in
de Generaliteitslanden, toen iedere steen
die aan hun kerkschuur werd ingemet
seld, nog een extra ste'en koste aan de
schout, niet als „in Abrahams schoot".
Zo ongeveer was de toestand op gods
dienstig, politiek en maatschappelijk ge
bied, toen de heer van Loon Charles v.
Immerseel al het mogelijke deed om voor
de inwoners van Cetshoeve een schuur-
kerk te verkrijgen.
In 1731 werd verlof gegeven om in
een kamer van de „hoeve van den heer
op de Vaert" de H. Mis te celebreren
met machtiging om deze te laten bijwo
nen door de katholieke inwoners van
Sprang en Capelle. Deze hoeve was de
latere „Mollënberg". De heer zat echter
niet stil en in 1736 was het zover dat
een schuurkerk de gelovigen van Cets
hoeve ten dienste stond.
In een stuk uit die tijd staat dan ook
vermeld; „In de nieuwe kerk tot Loon-
op-Sant in de dreef is den eersten dienst
gedaan den 26 Augusti 1736 van Mijn
Heer Biestraten, assistent van Mijn Heer
den Landdeken Rijckevorsel, pastoor tot
Loon
In 1737 vestigde zich op Cetshoeve
de kapelaan van Loon Mijnheer Ligt-
hart, blijkens een aantekening omtrent
de grote brand die in Loon woedde op
31 Mei 1737. In het betreffende stuk
lezen we
„Mijn Heer Ligthart den Capelaen, die
„sijn huijs oock is afgebrant heeft sijn
„wooning komen te nemen op de Hoef
„van den Heere Grave van Bockhove,
„Heere van Loon, alwaer men den ker-
„ckelijcken dienst pleegt te doen, den 5e
„juni is mijn Heer Ligthart daer geko-
„men met een geestelijcke Dochter Eli
zabeth Schtieck, die bij hem woonde".
Volgens dezelfde mededeling werd
vanaf de 4 Aug. 1737 in de nieuwe kerk
aan de Dreef op Zondagen en Heiligen
dagen voortaan twee diensten gedaan,
wat door de Rentmeester van den 'Heer
was geaccordeerd met deken van Rijcke
vorsel op 12 Nov. 1737. Alstoten werden
als kerkmeesters van de nieuwe kerk
schuur aangesteld Aart Brok, die op de
hoef van de heer woonde en Aert van
Loon."
In een aantekening van 1738 lezen we:
„Mijnheer Ligthart is den 9 Dec. 1738
„overleden. Sijn Eerw. was Capelaen tot
„Loon, en was bedient van Mijn Heer
„Verbraken, Capelaen van Waspiek, is
„gestorven op de Hoef van den Heere
„Grave van Boekhoven, daar hij zijn
„wooning nu had, naardat sijn huijs tot
„Loon was afgebrant in 1737 den 31
„Meij, is op Maandag den 15 tot Loon
„in de grote kerk begraven." (v d. Ham
men).
Van 7 Febr. 1756 tot 19 Juni d.a.v.
werd de kerkschuur van Cetshoeve ge
sloten. Wat de oorzaak hiervan was?
Onder het gehucht Loonsen-Dijk of Ma-
riëndael woonde alstoen zekere Wed.
Kievits. Deze had twee zonen, Johan en
Peter, die beiden te Genderingen dién
den. Aldaar bezochten ze geregeld de
Roomse kerk en gingen later tot het
Kath. Geloof over.
Voor deze euveldaad vluchtten beide
naar Turnhout. De moeder werd ge
dwongen om haar zonen naar huis te
halen. Ook deze vluchtte en wel naar
Poppel. Gevolg van dit alles was, dat
de goederen van de weduwe werden
verbeurd verklaard en de kerkschuur van
Cetshoeve voor enkele maanden gesloten
werd.
Intussen ging het Vaartskwartier
(Cetshoeve) zeer sterk in inwonerental
vooruit en bestond in 1786 al uit 456
huishoudens met 1345 communicanten en
673 minderjarige kinderen, waar nog bij
kwamen de onder Sprang, Capelle 'en
Vrijhoeve wonende katholieke huishou
dens ten getale van 63, 177 communican
ten en 81 minderjarige kinderen. Is het
wonder dat de gelovigen van Cetshoeve
het gemis aan een eigen herder hoe lan
ger hoe meer gingen aanvoelen. Men
zon op middelen om hierin verandering
te brengen en men wachte op een gele
genheid, die zich aanbood toen in 1786
de hoogbejaarde Antonius Spierings, die
ruim 31 jaar de pastorale bediening van
Straats- en Vaartskwartier had vervuld,
kwam te overlijden.
Geen mooier gelegenheid voor het
Vaartskwartier om een eigen pastoor te
verzoeken dan nu.
Aan de hand van de toenmaals ge
voerde correspondentie zullen we zien
hoe Kaatsheuvel eindelijk na veel onaan
genaamheden een eigen parochie werd.
Loon-op-Zand. P. A. v. B.