FILMJOURNAAL a DDD WSmM UN MISSIONNAIRE, IN DE DRIE ANKERS 0, H, H. H, H, huisapotheek N, Uil Loon-op-Zand's verleden. 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 17 FEBRUARI 1956 2 In Uw DE ECHO UW BLAD de harde realiteit van het priesterschap Aangrijpende film van MAURICE CLOCHE. JEUK ~-r FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" door: PIKE NORTON WILL'S 32). De inspecteur scheen een ogen blik met zichzelf te overleggen, maar nam dan resoluut een be sluit. „Ik heb genoeg van u ge hoord", zei hij, en zich wendend tot de agent, vervolgde hij „Breng hem weg en laat de vol gende verdachte binnenkomen". De agent verdween met de ka pitein om even later terug te ke ren met de Chinees Li. Hij werd met enige nieuwsgierigheid op genomen door de inspecteur en door Peter. Hij verdroeg deze blikken echter zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. „Jij bent dus Li", begon de in specteur. Peter maakte zich los uit zijn indolente houding en kwam op de punt van Verber- ne's bureau zitten. „Wie is hij vroeg Li, zonder de vraag van Verberne te beantwoorden. „Ie mand, die ook in deze zaak be trokken is", antwoordde inspec teur Verberne, ietwat verbluft. „Maar mag ik je er even op at tent maken, dat ik hier de vra gen stel?" Li gaf geen antwoord, doch wierp een snelle blik op Peter. Deze kreeg een koude rilling toen hij plotseling in de zwarte, van intense haat gloeiende ogen keek. „Waarom kijkt hij zo naar mij?" vroeg Peter zich af. „Ik heb hem nog nooit ontmoet." „Je zit in een erg raar schuitje Li", zei de politieman, terwijl hij zorgvuldig de punt van een si gaar afsneed. „In een heel raar schuitje zelfs. Je hebt je er zelf behoorlijk diep ingewerkt." Hij wachtte even om zijn woorden de nodige indruk te laten maken. Li keek strak voor zich uit en liet uit niets blijken, dat de woorden van de inspecteur hem interes seerden. „Je wordt er van verdacht een Griek, genaamd Perpagos, ver moord te hebbenDe inspec teur keek door zijn oogharen om de reactie van de verdachte op deze beschuldiging te zien en vervolgde dan: een meisje ontvoerd te hebben en je boven dien nog schuldig gemaakt te hebben aan handel en smokkel in verdovende middelen." Li zweeg. Peter verschoaf even en keek gespannen naar het ge zicht van de Chinees. „Wat antwoord je daarop?" „Bewijst u dat eens?" vroeg Li. Inspecteur Verberne wist, dat hij nu gevaarlijk spel ging spe len. Hij gokte zwaar door alles op één kaart te zetten. Onderuit zakkend in zijn stoel, legde hij zijn vingertoppen tegen elkaar en begon langzaam te spreken. „Op de avond vóór de moord op Per pagos ontdekt werd, ben je ge zien toen je het huis van Perpa gos binnen ging. Je bent gezien toen je er weer uit kwam. De dolk, waarmee Perpagos werd vermoord, is van Chinese make lij Weer pauzeerde hij even. Heel even verscheen er een slim glim lachje op het gezicht van Li, dat echter weer verdween, toen de inspecteur met stemverheffing vervolgde: „Je hebt wel bemerkt dat je vingerafdrukken genomen werden, toen je in voorlopige hechtenis genomen werd. Die vingerafdrukken kloppen met de vingerafdrukken, welke op de dolk gevonden werden. Dom van je om die dolk niet goed genoeg af te vegen. Wat zeg je nu?" Li zweeg nog steeds, maar in specteur Verberne had wel gezien dat het glimlachje verdwenen was en had tevens gezien dat hij een welhaast onmerkbare bewe ging gemaakt had met z'n hoofd toen er over vingerafdrukken ge sproken werd. Inwendig jui chend ging hij verder: „Mis schien kan ik je geheugen nog eens opfrissen wanneer ik je ver tel hoe het gebeurd is. Je kwam bij Perpagos binnen enIn eens onderbrak de Chinees hem. „Perpagos verried de zaak aan hem!" Hij wees met zijn vinger naar Peter en vervolgde met een stem waarin de haat doorklonk: „Hij was dus een verrader en verraders moeten sterven." „Aha", zei de inspecteur met nauw bedwongen triomf in zijn stem. „Jij was bij Perpagos. Je hoorde iemand op de gang en verborg je in de kast, omdat je niet in zijn gezelschap gezien wilde worden. Mijn vriend kwam toen binnen en Perpagos zag hem voor iemand anders aan, waarvoor hij een grote vrees scheen te koesteren. In zijn angst vertelde hij te veel naar jouw smaak. Toen die onwelkome be zoeker vertrokken was, kwam jij uit de kast en vermoordde Per pagos. Zo is het gegaan, niet?" Li volstond met een bevesti gende beweging met het hoofd. In stomme verbazing had Peter toegeluisterd. „Verdraaid" dacht hij, met onverholen bewondering naar Verberne kijkend. „Dat heeft hij er mooi uit gekregen. Als de rest ook zo vlot gaat...!" „Er is nog meer", vervolgde Verberne, roekeloos wordend bij zijn succes. „Jij was het bijvoor beeld ook, die mijn vriend neer sloeg, ioen hij op bezoek was bij Gerhard Verduynen. Je deed dat op het moment, dat die Verduy nen bekennenEr lichtte iets in de ogen van de Chinees. Verberne, die de man scherp ob serveerde, vroeg zich vergeefs af waarom. ZouJullie bonden hem en vervoerden hem naar de „Aeolus", waar hij door mij gevonden werd. Verduynen is daarna verdwenen. Wat heeft hij met de zaak uit te staan?" „Niets", antwoordde de Chi nees. „Hij was slechts 'n vriend van mij en staat verder buiten de zaak." Inspecteur Verberne ver borg zijn ergernis over dit ant woord. „Verduynen was zeer bang en ook zijn verdwijning doet vermoeden, dat zijn gewe ten niet zuiver is." ,^Veel mensen zijn bang voor de politie", zei Li met een slim lachje. „Zij komen er meestal liever niet mee in aan- aanraking. Peter mompelde binnensmonds. „Die Chinees is verdraaid glad. Ik begrijp niet waarom hij net wel en nu niet wil bekennen. Net beschuldigt hij zichzelf en nu 't om een ander gaat, zwijgt hij!" Ook de politieman vroeg zich dat in stilte af. Hij probeerde 't ech ter nog eens. „Verdomen staat bij de politie bekend als iemand, die handel drijft in verdovende middelen..." begon hij. en toch is hij daarvoor nooit gearresteerd", merkte Li onschuldig op, terwijl er een zweem van een glimlach om zijn lippen speelde. Inspec teur Verberne zei in gedachten een lelijk woord. „Dan is er nog die zaak met dat meisje, Milly van Zanten. Spoorloos verdwenen sinds enige tijd. Zij werd verschillende ma len gezien in de „Drie Ankers", waar Perpagos, Verduynen en jij ook meermalen werden gesigna leerd. Ze werd trouwens ook meermalen in jullie gezelschap gezien. De bemanning van de „Aeolus" wist te vertellen, dat zij naar Marseille vervoerd is. Wat is jouw rol hierin?" Li zweeg. (Wordt vervolgd). staf, waar de heer Klijberg de jubilaris op hartelijke wijze toesprak en de hoop uitsprak dat het de heer v. d. Hoven ge geven zou mogen zijn, nog vele jaren voor Timtur te werken. Hij overhan digde hem een gouden horloge en een be drag onder couvert, terwijl aan de echt genote van de jubilaris bloemen werden aangeboden. De jubilaris dankte de Di rectie hartelijk voor alles. Daarna kreeg het gehele gezelschap gelegenheid de jubilaris te complimente ren en werd de erewijn rtndgediend. Toen kwamen de tongen los en wer den er verscheidene bijzonderheden van vroeger naar voren gebracht. Na enige tijd gezellig bijeen te zijn geweest, ging het gezelschap uiteen en werd het feest in huiselijke kring verder gevierd. LUXOR. horen Witte Kruispoeders. Hoofd- en kiespijn, zenuw- of rheumatische pijnen wor den er direct mee bedwon gen. Ook in tablet- en cachet-vorm STILLE OMGANG. De algemene vergadering van de Stil le Omgang, afd. Waalwijk en Omstre ken, zal zondag 19 februari a.s. om 16 uur worden gehouden in zaal Thalia. KADERBIJEENKOMST K. A. B. 'p dinsdag 21 februari a.s. zal in de bovenzaal van „De Gecroonde Leersse" des avonds om 7.30 uur een bijeenkomst worden gehouden van de voltallige be sturen der Stands- en Vakorganisaties van de Katholieke Arbeiders Beweging - Waalwijk. Deze bijeenkomst zal worden bijgewoond door de propagandaleider der K.A.B. de heer Louis Beumer en door de heer P. Vink, voorzitter van de Katholieke Fabrieksarbeidersbond. Deze bijeenkomst zal voornamelijk gaan over de actie Naar de 400.000 kt 't i GESLAAGDE CARNAVALSVIERING ■et traditionele carnavalsbal dat maandagavond in de Twee Kolommien door „Oefening en Vermaak" werd ge geven, had als steeds een allerprettigst verloop. Ook Prins Carnaval kweet zich op bijzondere wijze van zijn taak, ter wijl van de costumering bijzonder veel werk was gemaakt. Er werden prijzen uitgereikt voor de mooiste costumes en ook voor het fraaist gecostumeerde paar. Het was weer een echt ouderwets Liedertafel-familiefeest. W.S.C. hield tegelijkertijd vasten avond in hotel Verwiel, georganiseerd1 door de supportersclub. Als we zeggen dat hier de ware W.S.C.-stemming heerste, dan weten onze lezers vanzelf sprekend dat het er vrolijk en gezellig toeging. Ook hier was aan de costume ring veel zorg besteed. Voeg daarbij het drukke bezoek aan tal van dansgelegenheden, dan mogen we stellig concluderen, dat de carnaval zij het dan binn'enshuis hier weer goed en prettig is gevierd en enkele mooie ontspanningsavonden aan zeer ve len heeft bezorgd. UITSLAG LOTERIJ W.S.C. Ie prijs Radio no. 167; 2e prijs Fiets 1751; 3e prijs Actetas 176; 4e prijs Reis- etui 1532; 5e prijs Strijkijzer 1539; 6e prijs Lamp 1247; 7e prijs Koffer 816; 8e prijs Damestas 1839; 9e prijs Portemon- naie 1877; 10e prijs idem 763. MUSIS SACRUM. „HET LIEFDELEVEN VAN LUCRETIA BORGIA", i Er zijn heel wat boeken geschreven over de beruchte familie der Borgia's, die in het begin van de 16e eeuw alles in het werk stelde om alle grote en kieine vorstendommen van Italië onder haar macht té brengen. Vooral Cesare was de kwade genius van deze familie. Hij gebruikte alle geoorloofde en ongeoor loofde middelen om zich van de macht te verzekeren en daarbij schroomde hij niet de schoonheid van zijn zuster Luc- retia uit te buiten door het sluiten van een aantal diplomatieke huwelijken. Wie was deze Lucretia Btrgia? Was zij in derdaad de vrouw zoals zij ons in vele boegen wordt geschilderd; de wrede, me- dogenloze intrigante die in niets onder deed voor haar broer Cesare, of moet men haar zien als het slachtoffer van de complotten van haar broer? De regisseur Christian-Jacque heeft 'n aantal stoffige bibliotheken doorsnuffeld en is daarbij gestuit op een aantal brie ven van Lucretia aan de dichter Bem- bo. Uit deze geschriften trad hem geen demonische intrigante tegemoet, maar een charmante jonge vrouw, die het le ven hartstochtelijk beminde. En als zo danig krijgen wij Lucretia Borgia dan ook te zien in dit luxueuze spektakelstuk, waaraan geld noch moeiten zijn ge spaard. De gehele pronkzieke tijd der Renaissance in een boeiende en kleur rijke schildering, die soms momenten van bijzondere schoonheid te zien geeft. Van vrijdag tot en met zondag. Toe gang 18 jaar. „STAATSVIJAND No. 1". Deze film naar het boek van Max Favafeili is een bizar geval, dat ons de avonturen vertelt van een kleine, vreed zame Amerikaanse burger, die door een merkwaardige samenloop van omstan digheden en enige corrupte elementen in het politiecorps wordt uitgeroepen tot leider van een gevaarlijke gangsterben de. Het is ondoenlijk om het verhaal hier na te vertellen, omdat het kolder is, maar dan kolder met een achtergrond. Mis schien zelfs is het ergens de caricatuse- ring van wat men normaal maatschap pelijk leven zou kunnen noemen. Fer- nandel, die in deze rolprent de hoofdrol speelt, is om beurten ontroerend en krankzinning als het onschuldige slacht offer van het noodlot Joe Calvet, staats vijand no. 1. Vele facetten van de Amerikaanse „cultuur" worden op ge noeglijke wijze over de hekel gehaald, waaraan een team bekwame artisten kundig medewerking verlenen. Maandag en Woensdag. Toegang 18 jaar. 1 i „CISKE DE RAT". ^uxor heeft deze week slechts één film op het programma en wel „Ciske de Rat", naar het gelijknamige boek van Piet Bakker, in de verwachting waar schijnlijk dat er meer dan gewone be langstelling zal bestaan voor dit vader landse product. En wij geloven wel dat deze verwachtingen niet te hoog ge spannen zijn, want zij die dit populaire boek hebben gelezen, zullen ongetwijfeld de gelegenheid aangrijpen om eens op een andere wijze met Ciske kennis te maken. Doch ook voor hen, die Ciske nog niet hebben ontmoet, zal dit een aanleiding te meer zijn om een gang naar Luxor te maken. Spijt zal niemand er van hebben, want deze film, die werd vervaardigd onder regie van de bekende Duitse regisseur Wolfgang Staudte, be hoort ongetwijfeld tot de beste Neder landse films die tot nu toe in de roula tie werden gebracht, en zij werd op de Biennale van Venetië 1955 dan ook be kroond met „De Zilveren Leeuw van San Marco". Een introductie behoeft deze film dus niet en wij geloven dan ook niet dat Luxor in de acht voorstel- lingen, die het voor deze film heeft uit- getrokken, over een slecht bezette zaal zal behoeven te klagen. Van vrijdag tot en met donderdag (dus ook dinsdag en donderdag). De film is toegankelijk voor alle leeftijden. 'et boeiend thema van een missiona risleven is tot nu toe, bij ons weten, slechts door liefhebberende filmpaters verwerkt en opgenomen. Hieraan is een einde gekomen, doordat Maurice Cloche, de beroemde verfilmer van vele uitstekende films, zoals Mon sieur Vincent, Peppino en andere, dit thema voor een film heeft gekozen. Hier door is een film ontsaan, die de fransen een openbaring noemen en die ook in ons land een diepe indruk z!al maken. de prachtige dansen worden hem een obcessie. Hij moet weerstaan aan de ver leiding van eën weemoedige blanke vrouw. Zijn moeder sterft. Het slot is ziekte en terugkeer naar Europa. et is het verhaal van een jonge mis sionaris, Pater Maurel, (gespeeld door Yves Massart), die met het onbezonnen idealisme van een nog avontuurlijke jeugd Afrika op slag wil bekeren. Doch het loopt allemaal zo geheel anders als hij had gedroomd. Hij komt in verzet tegen het „kapelaans"werk, zoals hij dat noemt. Hij wil de wildernis in. Met moeite weer de oudere Pater Gauthier, op meesterlijke en levensechte wijze ge speld door Charles Vanel, de jonge Pa ter in toom te houd'en. Reeds in het be gin van de film, als een veelwijver een der Paters met een speer doodt, houdt Pater Gauthier de overmoedige priester voor, dat het er niet om gaat martelaren te maken, maar dat geduldige, voorzich tige arbeid hoofdzaak is. Alse eindelijk voor de onstuimige Pa ter Maurel de tijd is aangebroken om de rimboe in te gaan, is hij niet meer te houden van ijver. Doch zijn onervaren heid brengt hem in conflict met al'erlei instanties. Hij ergert zich, dat zijn chris tenen de inlandse gebruiken niet afleg gen. Hij begrijpt niet, hoe bijgeloof en heidendom met het christendom verstren geld kunnen blijven en hoe zijn confra ters hierin kunnen berusten. Hij vindt de franse ambtenaren veel te slap en de planters onchristelijk. Teleurstelling op teleurstelling wordt zijn deelde school, met veel energie en moeite gebouwd, wordt in brand gestoken. De tam-tam en tiuidPori 'ooit is het missieleven in zulk een juiste, harde en boeiende realiteit ver- flmd. Geen verhaal van in de ogen der mensen geïdealiseerde kloosterlingen, maar een verhaal van ménsen met fou ten en zwakheden. Als Pater Maurel terug is in Europa, neemt hij het besluit om niet meer naar Afrika terug te keren. Hij wil zijn ideaal ontvluchten door in een Trappistenkloos ter te gaan. Zijn vroegere Overste, Pa ter Gauthier, intussen Bisschop gewor den, verzet zich vergeefs tegen dit be sluit. Met tegenzin volgt de mtedeloze priester een priesterwijding in zijn kloos ter en beluistert hij de uitzending van nieuwe missionarissen. Doch in de kapel grijpt hem het onverwachte bericht van de dood van zijn geestige én optimisti sche vriend, Pater Derval (Jacques Ber- thier), aan. Hij trekt zich op aan diens woorden van afscheid. Hij begint on stuimig met de vertrekkende missionaris sen het Magnificat mee te zingen. De tam-tam van Afrika roept hem. Hij be sluit de opengevallen plaats in te nemen, n imissionnaire is een zeer rake film. Boeiend en aangrijpend. Charles Vanel speelt de rol van priester en bisschop op eïen wijze dat men twijfelt of men wel met een acteur te doen heeft. Zelden is het zo gaaf op de filmband weergege ven. Het camerawerk van Claude Re noir heeft tot de productie geleid van een uitstekende kleurenfilm, die voor een groot deel in Afrika zelf is opgenomen. Het blijkt duidelijk uit deze film dat er geen gebrek aan stof was. Integendeel, Maurice Cloche heeft zich vaak tot flit sen moeten beperken. Binntenkort zal de film, die op het ogenblik met zeer veel succes in Frankrijk draait, ook in Ne derland worden uitgebracht. De film is te belangrijk om hem te missen. De so bere titel mag niemand weerhouden. et is geen patronaatsfilm of een film, die men moet gaan zien „voor het goede doel". Het is een film zonder pathos met een fris en dramatisch gegeven, dat een paar uur van spanning en ontspanning geven zal. De film voert binnen in het moeilijke missionarisleven, zoals het tot nu toe alleen door de missionarissen zelf werd gekend, doch nu door deze film als een verrassing !aan ons wordt geopenbaard. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN VLOEISTOF - BALSEM - ZEEP Vergeefs bepleit Pater Maurel (Y ves Massart) samen met een burger lijk ambtenaar bij het opperhoofd de belangen van het christelijk hu welijk. (Uit Un Missionnaire, een film van Maurice Cloche). DE STICHTING DER EERSTE PAROCHIE TE KAATSHEUVEL. Om een juist inzicht te krijgen in de kerkelijke toestand van onze gemeente vóór het jaar 1700 en de stichting van de tweede parochie, nml. die van Kaats heuvel in het laatste kwart der 18e eeuw, is het nodig iets te weten omtrent de situatie, zoais zich die vóór dien tijd toe droeg zowel op godsdienstig als politiek en maatschappelijk terrein. Vóór eerstgenoemd jaar bestond in de heerlijkheid Loon slechts een kerk én een parochie nml. de kerk van Venloon, die er thans nog staat. Als regel kwamen de gelovigen die op de Cetshoeve(l) woonden in deze kerk de H.H. Geheimen vieren, hoewel voor 1610 velen van hen dit zullen hebben gedaan te Sprang, over de Hollandse grens, waar in 1460 pastoor Jan van Beringten van Loon, met consent van de Hollandse Graaf, het H. Dienstwerk kwam verrichten. Sprang immers lag voor vele inwoners van Cetshoeve dich ter bij dan Loon. In 1610 kwam hierin echter verande ring. Tengevolge van het invoeren der nieuwe leer in het Graafschap Holland, viel in dit jaar de mooie gothische kerk in Protestantse handen en was het pas toor Otten van Loon en diens ijverige kapelaan van den Brielle (de sinds 1609 uit Capelle wegens de hervorming uit geweken pastoor) van die plaats geheel onmogelijk om nog in Sprang te komen, tot groot ongerief ook van velen uit Cetshoeve. Het duurde nog tot 1731 voor hierin verandering kwam Dit vond zijn oor zaak hierin, dat de Staten, die dit ge deelte van Brabant beschouwden als nie mandsland en er naar willekeur wetten en verordeningen uitvaardigden, die door strenge plakkaten werden gevolgd. Het gevolg van dit alles was dat in 1648 bij de Munsterse Vrede, alle Ka tholieke kerken in handen kwamen van de „heersënde" d.i. de Gereformeerde kerk. Rond 1700 kwam er echter enige ver andering in de toestand. Niet dat men de Katholieken meer genegen werd, doch men zag van Staatswege meer door de vingers, als men tenminste goed betaal de. Nog bij resolutie van 5 Maart 1721, toen op meerdere plaatsen schuurkerken toegeelaten waren, werd ten strengste verboden, kerkschuren te bouwen, te vernieuwen of te herbouwen zonder toe stemming van de Hooge Staten. Zelfs nog in 1744 en 1745 werd verboden aan het inwendige der bestaande schuur- kerkjes of kerkhuizen iets te veranderen of enige verfraaiing aan te brengen. Nog in 1730 bepaalden de Staten van Holland, dat geen Rooms priester enige functie mocht uitoefenen, zonder in het bezit te zijn van een schriftelijke acte van toelating (gelegitimeerd priester). Deze toelatingsacte hield in dat zij ge trouw en onderworpen aan het tijdelijk gezag zouden zijn. I Allengs werd men van boven af enigs- zins toegeeflijker en otgluikend, zij het dan onder zware finantiële druk was het de Katholieken toegestaan een kerk- schuur te bezitten, want de kleine brok jes genadebrood moesten ze duur, zeer duur betalen. Zo had men vooreerst het recognitiegeld, d.i. een vaste jaarlijkse som voor de vergunning om te kerken. Voor Loon bedroeg die som (een origi neel bewijs is nog voorhanden) f 100. per jaar. Dan admissiegeld, een bedrag dat de gelovigen moesten opbrengen als een nieuwe pastoor of kapelaan zijn in trede deed. Het bedroeg meestal zo om en om de f 500. Geen wonder dat de Roomsen de schrik om 't hart sloeg wanneer hun pastoor een promotie wachtte of o& het ziekbed werd ge worpen. Assistentie van een vreemde priester, koste aan de Schout enige klin kende gouden munten om verlof te be komen Stierf de Schout, dan moest de pastoor bij de nieuwe functionaris z'n opwachting maken en schonk de nieuwe titularis „de gouden handschoen" (bien- venugelden). Dan het reconitiegeld, een belasting die om de 33 jaren geheven werd op de schuurkerken, haar bezittingen, zowel roerende als onroerende, tot een bedrag van 5 procent van de waarde plus 10 opcenten. Dit collatraal werd echter in 1787 afgeschaft. Waarlijk, onze voorouders leefden in de Generaliteitslanden, toen iedere steen die aan hun kerkschuur werd ingemet seld, nog een extra ste'en koste aan de schout, niet als „in Abrahams schoot". Zo ongeveer was de toestand op gods dienstig, politiek en maatschappelijk ge bied, toen de heer van Loon Charles v. Immerseel al het mogelijke deed om voor de inwoners van Cetshoeve een schuur- kerk te verkrijgen. In 1731 werd verlof gegeven om in een kamer van de „hoeve van den heer op de Vaert" de H. Mis te celebreren met machtiging om deze te laten bijwo nen door de katholieke inwoners van Sprang en Capelle. Deze hoeve was de latere „Mollënberg". De heer zat echter niet stil en in 1736 was het zover dat een schuurkerk de gelovigen van Cets hoeve ten dienste stond. In een stuk uit die tijd staat dan ook vermeld; „In de nieuwe kerk tot Loon- op-Sant in de dreef is den eersten dienst gedaan den 26 Augusti 1736 van Mijn Heer Biestraten, assistent van Mijn Heer den Landdeken Rijckevorsel, pastoor tot Loon In 1737 vestigde zich op Cetshoeve de kapelaan van Loon Mijnheer Ligt- hart, blijkens een aantekening omtrent de grote brand die in Loon woedde op 31 Mei 1737. In het betreffende stuk lezen we „Mijn Heer Ligthart den Capelaen, die „sijn huijs oock is afgebrant heeft sijn „wooning komen te nemen op de Hoef „van den Heere Grave van Bockhove, „Heere van Loon, alwaer men den ker- „ckelijcken dienst pleegt te doen, den 5e „juni is mijn Heer Ligthart daer geko- „men met een geestelijcke Dochter Eli zabeth Schtieck, die bij hem woonde". Volgens dezelfde mededeling werd vanaf de 4 Aug. 1737 in de nieuwe kerk aan de Dreef op Zondagen en Heiligen dagen voortaan twee diensten gedaan, wat door de Rentmeester van den 'Heer was geaccordeerd met deken van Rijcke vorsel op 12 Nov. 1737. Alstoten werden als kerkmeesters van de nieuwe kerk schuur aangesteld Aart Brok, die op de hoef van de heer woonde en Aert van Loon." In een aantekening van 1738 lezen we: „Mijnheer Ligthart is den 9 Dec. 1738 „overleden. Sijn Eerw. was Capelaen tot „Loon, en was bedient van Mijn Heer „Verbraken, Capelaen van Waspiek, is „gestorven op de Hoef van den Heere „Grave van Boekhoven, daar hij zijn „wooning nu had, naardat sijn huijs tot „Loon was afgebrant in 1737 den 31 „Meij, is op Maandag den 15 tot Loon „in de grote kerk begraven." (v d. Ham men). Van 7 Febr. 1756 tot 19 Juni d.a.v. werd de kerkschuur van Cetshoeve ge sloten. Wat de oorzaak hiervan was? Onder het gehucht Loonsen-Dijk of Ma- riëndael woonde alstoen zekere Wed. Kievits. Deze had twee zonen, Johan en Peter, die beiden te Genderingen dién den. Aldaar bezochten ze geregeld de Roomse kerk en gingen later tot het Kath. Geloof over. Voor deze euveldaad vluchtten beide naar Turnhout. De moeder werd ge dwongen om haar zonen naar huis te halen. Ook deze vluchtte en wel naar Poppel. Gevolg van dit alles was, dat de goederen van de weduwe werden verbeurd verklaard en de kerkschuur van Cetshoeve voor enkele maanden gesloten werd. Intussen ging het Vaartskwartier (Cetshoeve) zeer sterk in inwonerental vooruit en bestond in 1786 al uit 456 huishoudens met 1345 communicanten en 673 minderjarige kinderen, waar nog bij kwamen de onder Sprang, Capelle 'en Vrijhoeve wonende katholieke huishou dens ten getale van 63, 177 communican ten en 81 minderjarige kinderen. Is het wonder dat de gelovigen van Cetshoeve het gemis aan een eigen herder hoe lan ger hoe meer gingen aanvoelen. Men zon op middelen om hierin verandering te brengen en men wachte op een gele genheid, die zich aanbood toen in 1786 de hoogbejaarde Antonius Spierings, die ruim 31 jaar de pastorale bediening van Straats- en Vaartskwartier had vervuld, kwam te overlijden. Geen mooier gelegenheid voor het Vaartskwartier om een eigen pastoor te verzoeken dan nu. Aan de hand van de toenmaals ge voerde correspondentie zullen we zien hoe Kaatsheuvel eindelijk na veel onaan genaamheden een eigen parochie werd. Loon-op-Zand. P. A. v. B.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 2