WAALWIJK r DE DRIE ANKERS Sacramentsprocessie is zinvol DR. MOLLER-COLLEGE ranóe ^épkyró, DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 19 MAART 1956 DE WERELD ROND IN JAARMARKT Heuvelstraat 4b Tilburg voor gezellige japonnen en voor kinderjurkjes. I schikbaar is gesteld, maar ook om dat dit plein wel de meest geëigen- ïf de plaats is voor een massaal slot van een grote en betekenisvolle ge beurtenis. Voordat het echter zover is, zal er nog veel, heel veel werk moeten worden verzet. Meer nog dan ande re jaren vergt de organisatie van de processie de inspanning en toewij ding van velen. Maar evenals men de moeilijkheden, die verbonden waren aan de totstandkoming van een interparochieel verband, heeft overwonnen, zo zal men ook de weg weten te effenen voor 'n volmaakt verloop van de processie, daarvoor staan de vele ijverige en bekwame krachten in het bestuur en in het verenigingsleven borg. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat Waalwijk dit jaar een Sacra mentsprocessie zal beleven, die meer nog dan in voorgaande jaren, zal getuigen van een grote liefde, trouw en dankbaarheid jegens de H. Eucharistie, omdat deze getuige nis de vrucht is van een kostbare en verheugende eensgezindheid. Meestentijds babbelen wij hier over ons zelf, over u, over de buurman in Hongkong, over de buurvrouw in Mexico City, kortom over iedereen die ons in de gedachten komt. En dat is natuurlijk wel te begrijpen, want de mensen zijn nu eenmaal be langrijk omdat ze mensen zijn. Maar ook als dier hebt ge uw be tekenis in deze wereld, want wat zou de mens zonder u moeten be ginnen. En daarom hebt ge er ook als dier recht op om in deze kolommen eens iets over u zelf te lezen. En omdat ge er als dier ook bij hoort en bovendien een heel goede vriend van ons bent, heeft dit rubriekje vandaag een uitgesproken dierlijk karakter. Als paard hebt ge het niet ge makkelijk in het leven. Dag in dag uit bent ge voor de mensen in touw. Ge doet dat omdat ge wel moet en omdat ge de mens ook wel 'n warm hart toedraagt, ook al doet uw paardenhart u wel eens pijn als ge een blik in het mensenhart werpt. Maar ge werkt, van uw eerste stevige stappen af tot uw laatste hijgen de ademtocht. En als ge daar dan in de stal uw laatste dagen staat te leven, dan kunt ge er naar ver langen dat de mens ook eens iets voor u doet, maar dat ondervindt ge lang niet altijd. Ge staat daar aan uw ruif en eet uw hooi waar in ge ver weg de zomer proeft, die ge wel niet meer zult beleven omdat ge al drie-en-dertig bent, hetgeen welhaast een record leeftijd is yoor een paard. En ge denkt het uwe over die wonder lijke mensenwereld, waarvan ge niet veel begrijpt. Ge schudt uw manen over de rechtsverkrach ting in Djakarta en over de uit lating van prof. Supomo die ge zegd heeft dat ze die rechtspraak van de Nederlandes hebben ge- erfd, waaruit dan weer blijkt wat voor stuntelige leerlingen die In donesiërs zijn; over de vreemd soortige uitlatingen van mijnheer Dulles die alles en iedereen ver loochent als dat in zijn kraam te pas komt, zodat ge als Neder lands paard van Amerika niets goeds te verwachten hebten ten slotte over de akkers die te wach ten liggen op de ploeg, op de stap van uw gehoefde voeten en op 't zaad dat weer voer moet bren gen in de ruiven van uw soort genoten, en ge vraagt u af hoe dat allemaal moet gaan als ge er niet meer bent, want de zomer zult ge wel niet meer zien nu ge al drie-en-dertig bent. Paard van Piet Twist uit Beem- ster, ge bent dood en ge zult de zomer niet meer zien. Men heeft u uit mededogen afgemaakt. Mis schien was dit goed, misschien 90k niet. Ge hebt drie-en-dertig jaren hard gewerkt, niet alleen voor Piet, maar voor ons alle- j maal, en daarom vonden wij het prettig ook eens iets terug te kunnen doen. Het is niet veel en wel wat laat, maar we wisten niet dat ge al zo oud was. Ge zult niet meer stappen over de zwar te akker en door de groene wei, maar ge staat hier zwart op wit, voor aitijd. Bedankt, paard van Piet uit Beemster Eerlijk is eerlijk, als spreeuw hebt ge in de wereld heel wat minder te beduiden dan 't paard van Piet Twist uit Beemster. Dat is natuurlijk niet zo prettig, en ge kunt daar wel een spreeuwen- bek over opzetten, maar dat helpt u allemaal niets, ge bent en blijft voor de meeste mensen een ver velende kwetterhannes die alleen maar kersen van de bomen pikt en verder geen slag behoorlijk werk doet. Leugens, leugens en nog eens leugens, ja, ja, dat we ten we, zuut maar! Maar zelfs als spreeuw weet ge toch wel, dat gé een naam die ge eenmaal bij de mensen hebt. niet meer kwijt raakt. Ge kunt nu wel de ganse lieve dag op alle gebouwen van Londen zitten kwetteren dat het allemaal niet waar is en dat ge behalve een enkel kersje ook duizenden vliegjes, torretjes en rupsjes naar binnen werkt, ge blijft een kwetterhannes en een kersenpikker. En ge hebt daar in Engeland blijkbaar zo de bek vol van, dat de Engelse regering een offensief tegen u begonnen is. Als spreeuw lacht ge daar na tuurlijk om, want de ultrasoni sche vibreerapparaten die door gemeentewerken overal zijn aan gebracht, doen u natuurlijk niets. En als het Lagerhuis deze urgen te kwestie bespreekt, zit gij daar rustig op het dak en kwettert want dat kunt gelustig door en ge laat de rupsjes rustig het Lagerhuis binnen kruipen om daar de zetels van de hoge heren op te peuzelen. Evenals het paard van Piet verbaast ge u over de mens, over het voetballen van Chelsea en Arsenal, over het be zoek van de heer Malenkov, die lacht met de buitenkant van zijn gezicht, over het gekwetter in al le raden en op alle conferenties, dat telkens weer op nog minder uitloopt dan uw eigen gekwetter. Maar in hoofdzaak hebt ge na tuurlijk uw bekje vol van Cyprus en de verbanning van aartsbis schop Makarios, die het met de Engelse regering evenmin eens is als gij dat bent. Met honderden zit ge daar natuurlijk in de ven sterbanken van het Lagerhuis, en achter het glas ziet ge de witte hoofden der achtenswaardige be- stuurderen, die bezorgd kijken en met spitse vinger naar u wij zen en dan begrijpt ge wat ze van plan zijn; ze willen u ook ver bannen, naar de Seychelles-.ei- landen of waar dan ook naar toe Als goede Engelse spreeuw moet ge daar even om lachen. En dat doet ge dan ook boven op het dak van het eerbiedwaar dige Buckingham Palace. Gij kwettert. Beneden kwettert men ook. Gij pikt wel eens een kers. Beneden pikt men 'n bisschop. Maar u krijgen ze niet Als schaap hebt ge vanuit menselijk oogpunt uw uiterlijk niet mee. Waar dat in zit kunt ge als schaap natuurlijk niet ver klaren, want ge vindt zelf dat ge er mag wezen. Natuurlijk is het niet erg vleiend dat men in men selijke kringen uw naam altijd bezigt in verband met iemand die niet uitmunt door snuggerheid; of oppassendheid, maar dat spruit voort uit een volkomen verkeer de beoordeling van uw schaap achtigheid, zodat men in uw kringen waarschijnlijk spreekt van een mensachtig schaap en een zwart mens. Waardebepalin- ben zijn en dat weet ge als schaap deksels goed nu een maal zeer betrekkelijk, hetgeen duidelijk naar voren komt in de voetballerij. Als chaap ziet ge zo links en rechts nog wel eens een FEUILLETON van „De Echo van het Zuiden" door: PIKE NORTON WILL'S 41). „Le patron" kwam zelf nu al weer binnen. Zijn gezicht stond weer normaal en hij vroeg Peter hem te willen volgen naar zijn kamer. Met de ene hand losjes in de zak, scherp oplettend om niet in een val te lopen, volgde Peter de man. Zij liepen samen de trap op en Peter verwonderde zich over het feit, dat zij geen gebruik maakten van de lift. Zwijgend liep „le patron" voor hem uit, af en toe een korte groet wisse lend met een passerende gast of een lid van het personeel. Bij de tweede verdieping sloeg hij een gang in en bleef stilstaan voor een deur. Hij opende die met een wijds gebaar en nodigde Peter uit binnen te gaan. De kamer was helder en vrij groot. Twee ra men zagen uit op de binnenplaats en Peter zag met één oogopslag i dat er in geval van nood geen kans was om door die ramen te ontsnappen. De eigenaar volgde zijn blikken en verbeeldde Peter het zich maar, of speelde er werkelijk een vaag glimlachje om zijn lippen? Hij kreeg de sleutel en „le patron" verdween. Hij wachtte even tot de man zich ver genoeg verwijderd had en voelde toen aan de deur. Niets verdachts. Hij keek de kamer nog eens rond en overtuigde zich er van dat hij niets over het hoofd had ge zien. Een bed, een tafeltje met drie armstoelen, een kleerkast, vaste wastafel en een paar schilderijen vormden het gehele interieur van de kamer. Niets kon zijn wantrou wen gaande maken. Hij zette zich in een der stoelen en stak een siga ret op. Dan overdacht hij nog eens zijn toestand. Men zag hem voor een ander aan. Dat was zeker. Die ander scheen erg gevreesd te zijn. Hij was er dan ook van overtuigd dat men scherp op hem zou letten en dat geen van zijn bewegingen aan zijn tegenstanders zou ontgaan. Het was zaak goed op te letten en geen domme dingen te doen. Er werd weer op de deur geklopt en Peter's rechterhand gleed weer in zijn zak. Hij stelde zich in pos tuur. „Entrez". De deur werd geo pend en in de deuropening stond, met zijn hand eveneens losjes in de zak, Stratos ofwel Dufresque. De man keek hem enkele ogenblikken scherp aan en toen verscheen er 'n verontschuldigend glimlachje op wedstrijd uit hoofde van uw gra zende bezigheden en bovendien hebt ge een internationaal in de familie. Ge mag dan de wedstrijd Duitsland-Nederland niet gezien hebben, ge verbaast u toch ho gelijk over de mensachtige reac- tiès op deze wedstrijd. Ge hebt gelezen dat de Duitsers beter voetbalden, maar dat de Neder landers verdiend gewonnen heb ben. Daar kunt ge met uw scha- penhoed niet bij, want met al uw schaapachtigheid kunt ge niet begrijpen dat een elftal slechter kan spelen en desondanks ver diend kan winnen. Met mensach tige logica concludeert ge hieruit dat een heter spelend elftal ver diend behoort te verliezen. Maar omdat ge nu eenmaal geen mens bent, houdt ge u maar bij uw schaapachtige overtuiging dat 't beste elftal behoort te winnen. En terwijl ge dan weer rustig het voetbalgras verder afgraas!, denk! ge aan die bank in Georgia die schapen uitleent aan boeren, die op hun beurt de rente beta len in de vorm van lammetjes. Als mens kunt ge dat 'n beetje vreemd vinden. Als schaap vindt ge het heel gewoon dat al het mensachtige denken en handelen steeds meer aan schaapachtige invloeden on derhevig is. FEESTELIJKE OPENING VAN „DE MAGNEET". Donderdagmiddag werd 't prach- tige moderne winkelpand van de firma J. Klerx „De Magneet" op feestelijke wijze geopend. Velen maakten van deze gelegenheid ge bruik om mevr. Klerx-Sommers, de heren J. en H. Klerx en overige fa milieleden geluk te wensen met de voltooiing van dit fraaie pand. On der de aanwezigen merkten wij op burgemeester Teijssen, wethouder Smolders, de directeur gemeente werken dhr Kobben, de inspecteur van politie dhr Hoog Antink, de di recteur van het gewestelijk arbeids bureau, architect v. Huiten, aanne mer Kleijngeld, de heer v. Mil na mens de middenstandsvereniging, vertegenwoordigingen van de Kon. Ned. Tapijtfabriek en de Twentse Textiel Mij, en verder een groot aatal belangstellenden uit het be drijfsleven. Namens het personeel hield de heer Kuipers als oudste personeels lid een korte toespraak, waarin hij enkele woorden wijdde aan de na gedachtenis van Harry Klerx, die de voltooiing van deze nieuwe zaak, die volgens zijn plannen is gebouwd en ingericht, helaas niet meer heeft mogen beleven. Hij bracht hulde aan mevr. Klerx-Sommers die zich zo'n buitengewoon bekwame zaken vrouw heeft getoond, en aan Jac. Klerx, die zich met hart en ziel voor de uitbreiding van de zaak heeft ingezet, daarbij trouw bijge staan door zijn jongere broer Har ry. De heer Kuipers besloot zijn ge lukwens met de aanbieding van een fraaie elektrische klok voor de win kel. Mieke Neomagus, het dochtertje van de bedrijfschef, gaf haar geluk wens weer in een toepasselijk ge dicht. Er werd door allen een druk ge bruik gemaakt van de gelegenheid om een rondgang te maken door 't fraaie en lichte interieur van deze belangrijke aanwinst voor Waal wijk. EEN BIJZONDERHEID! Op 28 februari jl. is in de Pres. Steijnstraat no 10a een nieuwe Waalwijkse ingezetene geboren. De Burgerlijke Stand vermeldde: gebo ren: J. Ph. Schoondermark, zv. J. Ph. Schoondermark-de Roon. Op zichzelf is dit zeker niet iets om ruchtbaarheid aan te geven, maar als u weet dat dit het vierde ge slacht is in mannelijke lijn met pre cies dezelfde naam, wordt het wel tot een bijzonderheid. De vier man nelijke geslachten zijn: 26-5-1877 J. Ph. Schoonder mark, le Zeine 74 Waalwijk; 16-12-1903 J. Ph. Schoondermark, Vooreinde 23 Waalwijk; 12-11-1924 J. Ph. Schoondermark, Pres. Steijnstraat 10a, Waalwijk; 28-2-1956 J. Ph. Schoondermark, Pres. Steijnstraat 10a, Waalwijk. VROUWENGILDE. De bekende dichter Gabriël Smit zal dinsdag 20 maart a.s. in de ach ter zaal van hotel Ver wiel 'n avond verzorgen voor de leden van het Kath. Vrouwengilde. CHR. BEDRIJFSGROEPEN CENTRALE IN NEDERLAND. De afdeling Waalwijk van de Chr. Bedrijfsgroepen Centrale in Neder land, komt a.s. donderdagavond 22 maart 's avonds om half 8 in het ge bouw voor Chr. Belangen Besoyen- sestraat 3, in jaarvergadering bij een. De agenda vermeldt o.m. bestuurs verkiezing. De spreker van die avond zal zijn dhr C. Braspenning, Districtsbestuurder. Het bestuur verwacht een trouwe opkomst der leden. 342 A.N.W.B.-LEDEN IN WAALWIJK. Waren het er vrijdagavond om 8 uur nog 337, omstreeks half 11 was het aantal A.N.W.B.-leden in Waal wijk tot 342 gestegen. Nu verwacht men op dergelijke avonden niet veel inschrijvingen van nieuwe leden, zei de heer Palstra, de avonden van de A.N.W.B. zijn meer bedoeld als con tactbijeenkomsten voor de leden, die hen zullen stimuleren, om meer propaganda te maken voor de bond. Er zijn een aantal argumenten die zeer pleiten voor het lidmaatschap van de A.N.W.B. Ieder weggebrui ker immers wordt bediend door de A.N.W.B., de bond geeft adviezen aan gemeenten die met verkeers moeilijkheden zitten; de meer dan 10.000 wegwijzers, paddenstoelen en rivierborden worden opgericht en worden onderhouden door de A.N. W.B.; voorts is de A.N.W.B. een service-organisatie, die niet alleen techtechnische adviezen geeft, maar ook juridische. Dan is daar onze on volprezen Wegenwacht, waarvan er dagelijks meer dan 160 op de wegen zijn; 182.000 leden telt de Wegen wacht, maar als dit aantal nog op gevoerd zou kunnen worden, dan kon de A.N.W.B, het Wegenwacht- net nog verder uitbreiden. Het is een voortreffelijke organisatie, dat zei ook burgemeester Teijssen die de avond kwam openen, en de burgemeester was er erg dankbaar voor dat er ook weer een contact avond in Waalwijk gehouden werd. Daardoor zou immers een beter in zicht gegeven worden in het grote en rijk gevarieerde werk van de A.N.W.B. De heer Palstra had erg veel waardering voor het werk van de Consuls in Waalwijk is dit dhr P. Marks die de avonden voorbe reiden en menigmaal de bond ten dienste zijn. Er werden enkele films vertoond, een film over het gebruik van de bromfiets, over Zwitserland en Oos tenrijk en ook een ietwat oudere film over de Wegenwacht. WANDELSPORT. De kring Tilburg van de N.W.B. zal het nieuwe wandelseizoen ope nen met een tweetal tochten op za terdag 24 en zondag 25 maart a.s. Zaterdag zal om 3 uur en zondag om 12 uur worden gestart bij Huize Voskens, Heuvel, Tilburg. De af- afstanden bedragen: 10 km. mini mum leeftijd 10 jaar; 15 km. mini mum leeftijd 12 jaar; 25 km. mini mum leeftijd 14 jaar. Inlichtingen en inschrijvingen bij P. M. Heurter, Grotestraat 377 Waalwijk, telefoon K 4160 - 3096. te Waalwijk op donderdag 22 maart a.s. Wanneer men zich in Waalwijk sinds het vorig jaar met meer dan gewone ambitie toelegt op de schepping van een schone Sacra mentsprocessie, bedoeld als jaarlijk se traditie, dan is het erg goed zich eens te bezinnen op de betekenis van dit uitwendig godsdienstig ge beuren. We beginnen met te constateren, dat de Eucharistie door de Heer be doeld is als offer en maaltijd op de eerste plaats. Als zodanig hoort zij bij voorkeur in de heilige ruimte van onze kerken thuis. Daar staat het altaar, daar bevindt zich de ta fel. De viering van de Eucharistie binnen de kerk in Mis en Commu nie blijft daarom altijd primair, ook de simpele onopgeluisterde viering van de door-de-weekse dag. Alleen een volk, dat deze eerste waarde van de Eucharistie erkent en be leeft, heeft recht en reden tot een uitbundigheid, als de processie er een js. Wij, die in de Eucharistie geloven, beschouwen Haar als een schat uit de hemel. We nemen het niemand kwalijk als hij ons in dit geloof niet volgen kan. Maar ik hoop dat ieder een dit begrijpen kan: als Zij onze schat is, komen we er wel eens graag opgetogen en eerbiedig mee voor de dag. We zouden de bedoe ling van de Heer geheel en al mis kennen, wanneer onze devotie tot de processie bleef beperkt; maar 't moet in zijn geest zijn, om onze geestdrift en hulde voor wat Hij ons dagelijks schenkt in het openbaar te getuigen. Brood dient om gegeten te worden en het was vreemd, als wij het alleen gebruikten om er mee op straat te lopen; maar er is alles voor om in een oogstfeest de rijk dom van de korenaren in een op tocht rond te voeren uit dank voor Wie het groeien liet. Zo dient het heilig Brood, dat Christus zelf is, om door ons genuttigd te worden en het zou vreemd zijn als wij het nooit ergens anders voor gebruik ten dan om er processie mee te hou den: maar er is alles voor om het eens per jaar als op een dank- en oogstfeest feestelijk rond te dragen door onze parochies. Naast het gebruik der Eucharistie in Offer en Communie, kennen wij de oefening die we „Lof" noemen. De naam zegt het: we willen dan de Christus onder ons aanbidden en vereren: we lóven Hem om zijn rij ke goedheid. De processie is eigen lijk niets anders dan een langgerekt Lof, dat binnen de kerk begint en buiten wordt voortgezet. De ruimte van de kerk is in een zeer bijzonder opzicht de heilige ruimte van de Heer, maar geheel de wereld en ge heel de aarde is zijn gebied. We lei den Hem door de straten, die wij dagelijks begaan, en langs de hui zen, waarin wij ons leven leiden. In de kerk ontvangt Christus onze ge meenschap, in de processie ontvangt onze gemeenschap Christus. De processie mag niet zijn een zich-opdringende manifestatie, een uitdaging van strijdbaar geloof. Het is een getuigenis, gegeven met waardigheid en bezonkenheid, met veel stilte en veel devotie. Het be hoeft niet te zijn als een stille om gang in Amsterdam, maar het mag ook niet iets zijn als een drukke en lawaaierige optocht. Wij belijden er ons geloof, maar doen het met grote bescheidenheid. Niet wijzelf gaven ons dit geloof, het is de Heer die het ons schonk, l De uitwendigheid van de proces sie, de bloemen, de costumes, de be wegingen, de gezangen en declama ties, de straat- en huizenversiering, hebben waarde en betekenis. Maar dan alleen, als ze de eerlijke open baring zijn van wat er waarachtig in ons leeft en als zij helpen om die inwendige gesteltenis zeer sterk te stimuleren. Zij moeten resulteren in een steeds beter en veelvuldiger gebruik van de Eucharistie als Offer en Maaltijd. Als dit zó is en ik heb reden dit te veronderstellen dan ga Waalwijk zijn gang; het verheuge zich in de medewerking van alle huisgenoten des geloofs en het be grip van alle buitenstaanders. G. Witlox, pr. „Beekvliet" St. Mich. Gestel 1 maart 1956. Uit het jaarverslag over 1955- Het aantal leraren bedraagt 36. Overzicht van het aantal leer lingen gedurende het kalender jaar 1955: Aantal leerlingen op 1 Januari 1955: 264. Toegelaten: tussentijds toege laten 4; toegelaten in september 79, totaal 83. Vertrokken: Met diploma HBS A 13, met diploma HBS B 12, tus sentijds vertrokken 41, totaal 66. Vermeerdering 17. Totaal aantal leerlingen op 31 december 1955: 281. Van de 281 (264) leerlingen waren 134 (117) uit Waalwijk en 147 (147) uit andere gemeenten afkomstig, als volgt verdeeld: Drunen 28 (28)Elshout 7 (4) Nieuwkuijk 6 (3) Vlijmen 15 (25) Haarsteeg 3 (2); Heusden 6 (6)Sprang-Capelle 2 (2) Loonopzand 40 (34); Waspik 9 (8); Raamsdonk 7 (7); Geertrui- denberg 4 (5)Made 2 (3)Wa genberg 2 (3)Dussen 4 (3)Ze venbergen 1 (1); Zevenb. Hoek 1 (1); Tilburg 0 (5); 's-Hertogen- bosch 2 (2); Vught 6 Ros- malen 1 (1); Almelo 1 (0). Van de 281 leerlingen waren 276 (261) katholiek en 5 (2) pro testant. (De cijfers tussen haak jes hebben betrekking op 1954). Dertien candidaten slaagden voor bet eindexamen HBS A en twee werden afgewezen. Twaalf candidaten slaagden voor het eindexamen HBS B en een werd afgewezen. Leerlingen Afd. MMS. Voor de eerste klas hadden zich dit jaar 28 meisjes aange meld. Hiervan slaagden 24 voor het toelatingsexamen. Het toela tingsexamen werd op dezelfde wijze als voor de HBS afgeno men. Overzicht van het aantal leerlingen gedurende het kalen derjaar 1955. Aantal leerlingen op 1 januari 1955: 71. Toegelaten: tussentijds toege laten 7, toegelaten september 1955 25, totaal 32. Vertrokken: Met diploma 6; tussentijds vertrokken 21, totaal 27, vermeerdering 5. Totaal aantal ieerlingen op 31 december 1955: 76. Van de 76 (71) leerlingen wa- zijn gezicht. Hij deed aarzelend en kele passen naar voren. „Men ver telde mij, dat ik hier de heer Niels Harsjange kon vinden. Ik heb deze heer al eens eerder ontmoet en wil de nu die kennismaking hernieu wen, maar nu zie ik dat men mij verkeerd ingelicht heeft. Neemt u me niet kwalijk." Stratos boog even en wilde de kamer reeds verlaten. Hij aarzelde echter nog. „Le patron" meende mij eveneens te kennen als Harsjange, ondanks dat ik mijn naam genoemd heb. Ik ben Peter Moldering, journalist van beroep en wilde in Marseille mijn vacantie doorbrengen. Met wie heb ik het genoegen?" Dufresque liep met uitgestoken hand op hem toe. „Mijn naam is Du fresque. Ik vraag u nogmaals mij te willen verontschuldigen. De gelij kenis is waarlijk treffend. Ik kan me goed voorstellen dat „le patron" zich vergist heeft". Op geheel ande re toon ging hij opeens verder. „U bent buitenlander?" „Nederlander", antwoordde Pe ter. „Maar gaat u toch zitten". „Dank u", zei Dufresque, en hij nam plaats. „Ik heb nog nooit van die mijnheer Harsjange gehoord. Als ik zoveel op hem gelijk, zou ik hem wel eens willen ontmoeten. Is hij ook Nederlander?" Dufresque schudde het hoofd. „Nee", zei hij. „Hij is een Noor en een zakenrela tie van mij". Na een korte pauze vroeg hij: „Bent u hier op vacantie?" „Ja", gisterenavond kwam ik per vliegtuig in Nice aan. Daarna ben ik hierheen gereden. Het is hier al lente, terwijl het in Holland nog haast winter is". Verstrooid knikte Dufresque „ja". Zijn gedachten wa ren niet bij het gesprek. Hij stond op. „Ik hoop, dat ik u niet erg lastig gevallen heb?" vroeg hij. „Welnee, ik had me al afgevraagd waarom men mij beneden met Harsjange had aangesproken". En gevolg ge vend aan een duistere ingeving, voegde hij er aan toe: „Het vreem de is, dat ik dat herinner ik me nu opeens ook al eens met deze naam aangesproken werd door een zekere Perpagos". Dufresque, die zich al omgedraaid had om de kamer te verlaten, bleef bij die woorden stokstijf staan. Hij draaide zich langzaam terug naar Peter en keek die strak aan. Peter kreeg een ogenblik het gevoel of een slang hem trachtte te hypnoti seren, toen hij in die koude, groen- fosforiserende ogen keek. Gevoel- loze ogen waren het, die een prooi beloerden. De ogen veranderden: 't groen werd valser, de glinstering intens. Er sprak haat uit die blik: een dodende haat. Dat klonk door toen hij op een onpersoonlijke toon zei: „Ik ken die Perpagos niet en men heeft mij eens gezegd, dat het ook niet verstandig is hem te ken nen". Peter ontkwam niet aan de indruk dat er een staalharde drei ging uit die woorden sprak, al wer den ze op gladde, haast onverschil lige wijze gezegd. Met enkele pas sen verliet de gebaarde het vertrek. Peter staarde hem na. Een vaag, onbestemd gevoel van angst bekroop hem. De laatste seconden van het onderhoud met Dufresque hadden een diepe indruk op hem gemaakt. Hij strekte dan zijn rug en klemde zijn lippen op elkaar. Nu was het doorzetten. Hij kon niet meer te rug. Met haastige passen liep hij 't vertrek op en neer, terwijl diepe denkrimpels zijn voorhoofd plooi den. Scherp concentreerde hij zich op de laatste gebeurtenissen. Had hij een fout gemaakt, door te laten blijken dat hij zoveel wist? Nee, er was geen andere weg geweest. Om te weten of hij in „Au Coin Bleu" goed terecht was, had hij „le patron' uit zijn tent moeten lokken. Daar uit was alles vanzelf voortgevloeid. Misschien had hij het tezeer gefor ceerd, maar anderzijds kon hij niet ontkomen aan de indruk dat hij ook bij de tegenpartij indruk gemaakt had door zijn beslist en gedurfd op treden. i i I I I Op één vraag zou hij graag ant woord hebben. Zagen ze hem voor een politieman aan, die incognito reisde of voor een nieuwsgierige journalist, die op kopij belust was? Hij zonk weer neer op zijn stoel. Nog steeds had hij niets gehoord over de zaak waarvoor hij eigenlijk hier gekomen was. De smokkel in verdovende middelen interesseerde hem maar bitter weinig. Het ging hem om Milly en over haar of haar verblijfplaats was hij nog niets te weten gekomen. „Die man boven is Niels Harsjan ge niet. Dat weet ik zeker. De ge lijkenis is sprekend, doch er ont breekt een klein lidteken op zijn wang. Wat ik ook zeker weet is, dat hij meer van onze zaak afweet, dan goed voor ons is. Hij is brutaal en moet wel over zeer goede papieren beschikken om hier binnen te ko men stappen. Ik zou nu alleen wil len weten wie en wat hij is en ver der wat hij hier komt doen". (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 16