WAALWIJK
r
DE DRIE ANKERS
Sacramentsprocessie is zinvol
DR. MOLLER-COLLEGE
ranóe ^épkyró,
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 19 MAART 1956
DE WERELD ROND
IN
JAARMARKT
Heuvelstraat 4b
Tilburg
voor gezellige japonnen
en voor kinderjurkjes.
I
schikbaar is gesteld, maar ook om
dat dit plein wel de meest geëigen-
ïf de plaats is voor een massaal slot
van een grote en betekenisvolle ge
beurtenis.
Voordat het echter zover is, zal
er nog veel, heel veel werk moeten
worden verzet. Meer nog dan ande
re jaren vergt de organisatie van de
processie de inspanning en toewij
ding van velen. Maar evenals men
de moeilijkheden, die verbonden
waren aan de totstandkoming van
een interparochieel verband, heeft
overwonnen, zo zal men ook de weg
weten te effenen voor 'n volmaakt
verloop van de processie, daarvoor
staan de vele ijverige en bekwame
krachten in het bestuur en in het
verenigingsleven borg.
Wij zijn er dan ook van overtuigd
dat Waalwijk dit jaar een Sacra
mentsprocessie zal beleven, die
meer nog dan in voorgaande jaren,
zal getuigen van een grote liefde,
trouw en dankbaarheid jegens de
H. Eucharistie, omdat deze getuige
nis de vrucht is van een kostbare
en verheugende eensgezindheid.
Meestentijds babbelen wij
hier over ons zelf, over u, over
de buurman in Hongkong, over
de buurvrouw in Mexico City,
kortom over iedereen die ons
in de gedachten komt. En dat is
natuurlijk wel te begrijpen, want
de mensen zijn nu eenmaal be
langrijk omdat ze mensen zijn.
Maar ook als dier hebt ge uw be
tekenis in deze wereld, want wat
zou de mens zonder u moeten be
ginnen. En daarom hebt ge er
ook als dier recht op om in deze
kolommen eens iets over u zelf
te lezen. En omdat ge er als dier
ook bij hoort en bovendien een
heel goede vriend van ons bent,
heeft dit rubriekje vandaag een
uitgesproken dierlijk karakter.
Als paard hebt ge het niet ge
makkelijk in het leven. Dag in
dag uit bent ge voor de mensen
in touw. Ge doet dat omdat ge
wel moet en omdat ge de mens
ook wel 'n warm hart toedraagt,
ook al doet uw paardenhart u
wel eens pijn als ge een blik in
het mensenhart werpt. Maar ge
werkt, van uw eerste stevige
stappen af tot uw laatste hijgen
de ademtocht. En als ge daar dan
in de stal uw laatste dagen staat
te leven, dan kunt ge er naar ver
langen dat de mens ook eens iets
voor u doet, maar dat ondervindt
ge lang niet altijd. Ge staat daar
aan uw ruif en eet uw hooi waar
in ge ver weg de zomer proeft,
die ge wel niet meer zult beleven
omdat ge al drie-en-dertig bent,
hetgeen welhaast een record
leeftijd is yoor een paard. En ge
denkt het uwe over die wonder
lijke mensenwereld, waarvan ge
niet veel begrijpt. Ge schudt uw
manen over de rechtsverkrach
ting in Djakarta en over de uit
lating van prof. Supomo die ge
zegd heeft dat ze die rechtspraak
van de Nederlandes hebben ge-
erfd, waaruit dan weer blijkt wat
voor stuntelige leerlingen die In
donesiërs zijn; over de vreemd
soortige uitlatingen van mijnheer
Dulles die alles en iedereen ver
loochent als dat in zijn kraam te
pas komt, zodat ge als Neder
lands paard van Amerika niets
goeds te verwachten hebten ten
slotte over de akkers die te wach
ten liggen op de ploeg, op de stap
van uw gehoefde voeten en op
't zaad dat weer voer moet bren
gen in de ruiven van uw soort
genoten, en ge vraagt u af hoe
dat allemaal moet gaan als ge er
niet meer bent, want de zomer
zult ge wel niet meer zien nu ge
al drie-en-dertig bent.
Paard van Piet Twist uit Beem-
ster, ge bent dood en ge zult de
zomer niet meer zien. Men heeft
u uit mededogen afgemaakt. Mis
schien was dit goed, misschien
90k niet. Ge hebt drie-en-dertig
jaren hard gewerkt, niet alleen
voor Piet, maar voor ons alle- j
maal, en daarom vonden wij het
prettig ook eens iets terug te
kunnen doen. Het is niet veel en
wel wat laat, maar we wisten
niet dat ge al zo oud was. Ge zult
niet meer stappen over de zwar
te akker en door de groene wei,
maar ge staat hier zwart op wit,
voor aitijd.
Bedankt, paard van Piet uit
Beemster
Eerlijk is eerlijk, als spreeuw
hebt ge in de wereld heel wat
minder te beduiden dan 't paard
van Piet Twist uit Beemster. Dat
is natuurlijk niet zo prettig, en
ge kunt daar wel een spreeuwen-
bek over opzetten, maar dat helpt
u allemaal niets, ge bent en blijft
voor de meeste mensen een ver
velende kwetterhannes die alleen
maar kersen van de bomen pikt
en verder geen slag behoorlijk
werk doet. Leugens, leugens en
nog eens leugens, ja, ja, dat we
ten we, zuut maar! Maar zelfs
als spreeuw weet ge toch wel, dat
gé een naam die ge eenmaal bij
de mensen hebt. niet meer kwijt
raakt. Ge kunt nu wel de ganse
lieve dag op alle gebouwen van
Londen zitten kwetteren dat het
allemaal niet waar is en dat ge
behalve een enkel kersje ook
duizenden vliegjes, torretjes en
rupsjes naar binnen werkt, ge
blijft een kwetterhannes en een
kersenpikker. En ge hebt daar in
Engeland blijkbaar zo de bek vol
van, dat de Engelse regering een
offensief tegen u begonnen is.
Als spreeuw lacht ge daar na
tuurlijk om, want de ultrasoni
sche vibreerapparaten die door
gemeentewerken overal zijn aan
gebracht, doen u natuurlijk niets.
En als het Lagerhuis deze urgen
te kwestie bespreekt, zit gij daar
rustig op het dak en kwettert
want dat kunt gelustig door
en ge laat de rupsjes rustig het
Lagerhuis binnen kruipen om
daar de zetels van de hoge heren
op te peuzelen. Evenals het paard
van Piet verbaast ge u over de
mens, over het voetballen van
Chelsea en Arsenal, over het be
zoek van de heer Malenkov, die
lacht met de buitenkant van zijn
gezicht, over het gekwetter in al
le raden en op alle conferenties,
dat telkens weer op nog minder
uitloopt dan uw eigen gekwetter.
Maar in hoofdzaak hebt ge na
tuurlijk uw bekje vol van Cyprus
en de verbanning van aartsbis
schop Makarios, die het met de
Engelse regering evenmin eens
is als gij dat bent. Met honderden
zit ge daar natuurlijk in de ven
sterbanken van het Lagerhuis, en
achter het glas ziet ge de witte
hoofden der achtenswaardige be-
stuurderen, die bezorgd kijken
en met spitse vinger naar u wij
zen en dan begrijpt ge wat ze van
plan zijn; ze willen u ook ver
bannen, naar de Seychelles-.ei-
landen of waar dan ook naar toe
Als goede Engelse spreeuw
moet ge daar even om lachen.
En dat doet ge dan ook boven
op het dak van het eerbiedwaar
dige Buckingham Palace.
Gij kwettert.
Beneden kwettert men ook.
Gij pikt wel eens een kers.
Beneden pikt men 'n bisschop.
Maar u krijgen ze niet
Als schaap hebt ge vanuit
menselijk oogpunt uw uiterlijk
niet mee. Waar dat in zit kunt ge
als schaap natuurlijk niet ver
klaren, want ge vindt zelf dat ge
er mag wezen. Natuurlijk is het
niet erg vleiend dat men in men
selijke kringen uw naam altijd
bezigt in verband met iemand die
niet uitmunt door snuggerheid; of
oppassendheid, maar dat spruit
voort uit een volkomen verkeer
de beoordeling van uw schaap
achtigheid, zodat men in uw
kringen waarschijnlijk spreekt
van een mensachtig schaap en
een zwart mens. Waardebepalin-
ben zijn en dat weet ge als
schaap deksels goed nu een
maal zeer betrekkelijk, hetgeen
duidelijk naar voren komt in de
voetballerij. Als chaap ziet ge zo
links en rechts nog wel eens een
FEUILLETON
van „De Echo van het Zuiden"
door: PIKE NORTON WILL'S
41).
„Le patron" kwam zelf nu al
weer binnen. Zijn gezicht stond
weer normaal en hij vroeg Peter
hem te willen volgen naar zijn
kamer. Met de ene hand losjes in
de zak, scherp oplettend om niet
in een val te lopen, volgde Peter
de man. Zij liepen samen de trap
op en Peter verwonderde zich
over het feit, dat zij geen gebruik
maakten van de lift. Zwijgend
liep „le patron" voor hem uit,
af en toe een korte groet wisse
lend met een passerende gast of
een lid van het personeel. Bij de
tweede verdieping sloeg hij een
gang in en bleef stilstaan voor
een deur. Hij opende die met een
wijds gebaar en nodigde Peter
uit binnen te gaan. De kamer
was helder en vrij groot. Twee ra
men zagen uit op de binnenplaats
en Peter zag met één oogopslag i
dat er in geval van nood geen
kans was om door die ramen te
ontsnappen.
De eigenaar volgde zijn blikken
en verbeeldde Peter het zich maar,
of speelde er werkelijk een vaag
glimlachje om zijn lippen?
Hij kreeg de sleutel en „le patron"
verdween. Hij wachtte even tot de
man zich ver genoeg verwijderd had
en voelde toen aan de deur. Niets
verdachts. Hij keek de kamer nog
eens rond en overtuigde zich er van
dat hij niets over het hoofd had ge
zien. Een bed, een tafeltje met drie
armstoelen, een kleerkast, vaste
wastafel en een paar schilderijen
vormden het gehele interieur van
de kamer. Niets kon zijn wantrou
wen gaande maken. Hij zette zich
in een der stoelen en stak een siga
ret op. Dan overdacht hij nog eens
zijn toestand.
Men zag hem voor een ander aan.
Dat was zeker. Die ander scheen erg
gevreesd te zijn. Hij was er dan ook
van overtuigd dat men scherp op
hem zou letten en dat geen van zijn
bewegingen aan zijn tegenstanders
zou ontgaan. Het was zaak goed op
te letten en geen domme dingen te
doen.
Er werd weer op de deur geklopt
en Peter's rechterhand gleed weer
in zijn zak. Hij stelde zich in pos
tuur. „Entrez". De deur werd geo
pend en in de deuropening stond,
met zijn hand eveneens losjes in de
zak, Stratos ofwel Dufresque. De
man keek hem enkele ogenblikken
scherp aan en toen verscheen er 'n
verontschuldigend glimlachje op
wedstrijd uit hoofde van uw gra
zende bezigheden en bovendien
hebt ge een internationaal in de
familie. Ge mag dan de wedstrijd
Duitsland-Nederland niet gezien
hebben, ge verbaast u toch ho
gelijk over de mensachtige reac-
tiès op deze wedstrijd. Ge hebt
gelezen dat de Duitsers beter
voetbalden, maar dat de Neder
landers verdiend gewonnen heb
ben. Daar kunt ge met uw scha-
penhoed niet bij, want met al uw
schaapachtigheid kunt ge niet
begrijpen dat een elftal slechter
kan spelen en desondanks ver
diend kan winnen. Met mensach
tige logica concludeert ge hieruit
dat een heter spelend elftal ver
diend behoort te verliezen. Maar
omdat ge nu eenmaal geen mens
bent, houdt ge u maar bij uw
schaapachtige overtuiging dat 't
beste elftal behoort te winnen.
En terwijl ge dan weer rustig
het voetbalgras verder afgraas!,
denk! ge aan die bank in Georgia
die schapen uitleent aan boeren,
die op hun beurt de rente beta
len in de vorm van lammetjes.
Als mens kunt ge dat 'n beetje
vreemd vinden.
Als schaap vindt ge het heel
gewoon dat al het mensachtige
denken en handelen steeds meer
aan schaapachtige invloeden on
derhevig is.
FEESTELIJKE OPENING VAN
„DE MAGNEET".
Donderdagmiddag werd 't prach-
tige moderne winkelpand van
de firma J. Klerx „De Magneet" op
feestelijke wijze geopend. Velen
maakten van deze gelegenheid ge
bruik om mevr. Klerx-Sommers, de
heren J. en H. Klerx en overige fa
milieleden geluk te wensen met de
voltooiing van dit fraaie pand. On
der de aanwezigen merkten wij op
burgemeester Teijssen, wethouder
Smolders, de directeur gemeente
werken dhr Kobben, de inspecteur
van politie dhr Hoog Antink, de di
recteur van het gewestelijk arbeids
bureau, architect v. Huiten, aanne
mer Kleijngeld, de heer v. Mil na
mens de middenstandsvereniging,
vertegenwoordigingen van de Kon.
Ned. Tapijtfabriek en de Twentse
Textiel Mij, en verder een groot
aatal belangstellenden uit het be
drijfsleven.
Namens het personeel hield de
heer Kuipers als oudste personeels
lid een korte toespraak, waarin hij
enkele woorden wijdde aan de na
gedachtenis van Harry Klerx, die de
voltooiing van deze nieuwe zaak,
die volgens zijn plannen is gebouwd
en ingericht, helaas niet meer heeft
mogen beleven. Hij bracht hulde
aan mevr. Klerx-Sommers die zich
zo'n buitengewoon bekwame zaken
vrouw heeft getoond, en aan Jac.
Klerx, die zich met hart en ziel
voor de uitbreiding van de zaak
heeft ingezet, daarbij trouw bijge
staan door zijn jongere broer Har
ry. De heer Kuipers besloot zijn ge
lukwens met de aanbieding van een
fraaie elektrische klok voor de win
kel.
Mieke Neomagus, het dochtertje
van de bedrijfschef, gaf haar geluk
wens weer in een toepasselijk ge
dicht.
Er werd door allen een druk ge
bruik gemaakt van de gelegenheid
om een rondgang te maken door 't
fraaie en lichte interieur van deze
belangrijke aanwinst voor Waal
wijk.
EEN BIJZONDERHEID!
Op 28 februari jl. is in de Pres.
Steijnstraat no 10a een nieuwe
Waalwijkse ingezetene geboren. De
Burgerlijke Stand vermeldde: gebo
ren: J. Ph. Schoondermark, zv. J.
Ph. Schoondermark-de Roon. Op
zichzelf is dit zeker niet iets om
ruchtbaarheid aan te geven, maar
als u weet dat dit het vierde ge
slacht is in mannelijke lijn met pre
cies dezelfde naam, wordt het wel
tot een bijzonderheid. De vier man
nelijke geslachten zijn:
26-5-1877 J. Ph. Schoonder
mark, le Zeine 74 Waalwijk;
16-12-1903 J. Ph. Schoondermark,
Vooreinde 23 Waalwijk;
12-11-1924 J. Ph. Schoondermark,
Pres. Steijnstraat 10a, Waalwijk;
28-2-1956 J. Ph. Schoondermark,
Pres. Steijnstraat 10a, Waalwijk.
VROUWENGILDE.
De bekende dichter Gabriël Smit
zal dinsdag 20 maart a.s. in de ach
ter zaal van hotel Ver wiel 'n avond
verzorgen voor de leden van het
Kath. Vrouwengilde.
CHR. BEDRIJFSGROEPEN
CENTRALE IN NEDERLAND.
De afdeling Waalwijk van de Chr.
Bedrijfsgroepen Centrale in Neder
land, komt a.s. donderdagavond 22
maart 's avonds om half 8 in het ge
bouw voor Chr. Belangen Besoyen-
sestraat 3, in jaarvergadering bij
een.
De agenda vermeldt o.m. bestuurs
verkiezing. De spreker van die
avond zal zijn dhr C. Braspenning,
Districtsbestuurder. Het bestuur
verwacht een trouwe opkomst der
leden.
342 A.N.W.B.-LEDEN IN
WAALWIJK.
Waren het er vrijdagavond om 8
uur nog 337, omstreeks half 11 was
het aantal A.N.W.B.-leden in Waal
wijk tot 342 gestegen. Nu verwacht
men op dergelijke avonden niet veel
inschrijvingen van nieuwe leden, zei
de heer Palstra, de avonden van de
A.N.W.B. zijn meer bedoeld als con
tactbijeenkomsten voor de leden,
die hen zullen stimuleren, om meer
propaganda te maken voor de bond.
Er zijn een aantal argumenten die
zeer pleiten voor het lidmaatschap
van de A.N.W.B. Ieder weggebrui
ker immers wordt bediend door de
A.N.W.B., de bond geeft adviezen
aan gemeenten die met verkeers
moeilijkheden zitten; de meer dan
10.000 wegwijzers, paddenstoelen en
rivierborden worden opgericht en
worden onderhouden door de A.N.
W.B.; voorts is de A.N.W.B. een
service-organisatie, die niet alleen
techtechnische adviezen geeft, maar
ook juridische. Dan is daar onze on
volprezen Wegenwacht, waarvan er
dagelijks meer dan 160 op de wegen
zijn; 182.000 leden telt de Wegen
wacht, maar als dit aantal nog op
gevoerd zou kunnen worden, dan
kon de A.N.W.B, het Wegenwacht-
net nog verder uitbreiden. Het is
een voortreffelijke organisatie, dat
zei ook burgemeester Teijssen
die de avond kwam openen, en de
burgemeester was er erg dankbaar
voor dat er ook weer een contact
avond in Waalwijk gehouden werd.
Daardoor zou immers een beter in
zicht gegeven worden in het grote
en rijk gevarieerde werk van de
A.N.W.B.
De heer Palstra had erg veel
waardering voor het werk van de
Consuls in Waalwijk is dit dhr
P. Marks die de avonden voorbe
reiden en menigmaal de bond ten
dienste zijn.
Er werden enkele films vertoond,
een film over het gebruik van de
bromfiets, over Zwitserland en Oos
tenrijk en ook een ietwat oudere
film over de Wegenwacht.
WANDELSPORT.
De kring Tilburg van de N.W.B.
zal het nieuwe wandelseizoen ope
nen met een tweetal tochten op za
terdag 24 en zondag 25 maart a.s.
Zaterdag zal om 3 uur en zondag om
12 uur worden gestart bij Huize
Voskens, Heuvel, Tilburg. De af-
afstanden bedragen: 10 km. mini
mum leeftijd 10 jaar; 15 km. mini
mum leeftijd 12 jaar; 25 km. mini
mum leeftijd 14 jaar. Inlichtingen
en inschrijvingen bij P. M. Heurter,
Grotestraat 377 Waalwijk, telefoon
K 4160 - 3096.
te Waalwijk op donderdag
22 maart a.s.
Wanneer men zich in Waalwijk
sinds het vorig jaar met meer
dan gewone ambitie toelegt op de
schepping van een schone Sacra
mentsprocessie, bedoeld als jaarlijk
se traditie, dan is het erg goed zich
eens te bezinnen op de betekenis
van dit uitwendig godsdienstig ge
beuren.
We beginnen met te constateren,
dat de Eucharistie door de Heer be
doeld is als offer en maaltijd op de
eerste plaats. Als zodanig hoort zij
bij voorkeur in de heilige ruimte
van onze kerken thuis. Daar staat
het altaar, daar bevindt zich de ta
fel. De viering van de Eucharistie
binnen de kerk in Mis en Commu
nie blijft daarom altijd primair, ook
de simpele onopgeluisterde viering
van de door-de-weekse dag. Alleen
een volk, dat deze eerste waarde
van de Eucharistie erkent en be
leeft, heeft recht en reden tot een
uitbundigheid, als de processie er
een js.
Wij, die in de Eucharistie geloven,
beschouwen Haar als een schat uit
de hemel. We nemen het niemand
kwalijk als hij ons in dit geloof niet
volgen kan. Maar ik hoop dat ieder
een dit begrijpen kan: als Zij onze
schat is, komen we er wel eens
graag opgetogen en eerbiedig mee
voor de dag. We zouden de bedoe
ling van de Heer geheel en al mis
kennen, wanneer onze devotie tot
de processie bleef beperkt; maar 't
moet in zijn geest zijn, om onze
geestdrift en hulde voor wat Hij ons
dagelijks schenkt in het openbaar te
getuigen. Brood dient om gegeten
te worden en het was vreemd, als
wij het alleen gebruikten om er mee
op straat te lopen; maar er is alles
voor om in een oogstfeest de rijk
dom van de korenaren in een op
tocht rond te voeren uit dank voor
Wie het groeien liet. Zo dient het
heilig Brood, dat Christus zelf is,
om door ons genuttigd te worden
en het zou vreemd zijn als wij het
nooit ergens anders voor gebruik
ten dan om er processie mee te hou
den: maar er is alles voor om het
eens per jaar als op een dank- en
oogstfeest feestelijk rond te dragen
door onze parochies.
Naast het gebruik der Eucharistie
in Offer en Communie, kennen wij
de oefening die we „Lof" noemen.
De naam zegt het: we willen dan de
Christus onder ons aanbidden en
vereren: we lóven Hem om zijn rij
ke goedheid. De processie is eigen
lijk niets anders dan een langgerekt
Lof, dat binnen de kerk begint en
buiten wordt voortgezet. De ruimte
van de kerk is in een zeer bijzonder
opzicht de heilige ruimte van de
Heer, maar geheel de wereld en ge
heel de aarde is zijn gebied. We lei
den Hem door de straten, die wij
dagelijks begaan, en langs de hui
zen, waarin wij ons leven leiden. In
de kerk ontvangt Christus onze ge
meenschap, in de processie ontvangt
onze gemeenschap Christus.
De processie mag niet zijn een
zich-opdringende manifestatie, een
uitdaging van strijdbaar geloof. Het
is een getuigenis, gegeven met
waardigheid en bezonkenheid, met
veel stilte en veel devotie. Het be
hoeft niet te zijn als een stille om
gang in Amsterdam, maar het mag
ook niet iets zijn als een drukke en
lawaaierige optocht. Wij belijden er
ons geloof, maar doen het met grote
bescheidenheid. Niet wijzelf gaven
ons dit geloof, het is de Heer die
het ons schonk,
l De uitwendigheid van de proces
sie, de bloemen, de costumes, de be
wegingen, de gezangen en declama
ties, de straat- en huizenversiering,
hebben waarde en betekenis. Maar
dan alleen, als ze de eerlijke open
baring zijn van wat er waarachtig
in ons leeft en als zij helpen om
die inwendige gesteltenis zeer sterk
te stimuleren. Zij moeten resulteren
in een steeds beter en veelvuldiger
gebruik van de Eucharistie als Offer
en Maaltijd.
Als dit zó is en ik heb reden
dit te veronderstellen dan ga
Waalwijk zijn gang; het verheuge
zich in de medewerking van alle
huisgenoten des geloofs en het be
grip van alle buitenstaanders.
G. Witlox, pr.
„Beekvliet" St. Mich. Gestel
1 maart 1956.
Uit het jaarverslag over 1955-
Het aantal leraren bedraagt 36.
Overzicht van het aantal leer
lingen gedurende het kalender
jaar 1955:
Aantal leerlingen op 1 Januari
1955: 264.
Toegelaten: tussentijds toege
laten 4; toegelaten in september
79, totaal 83.
Vertrokken: Met diploma HBS
A 13, met diploma HBS B 12, tus
sentijds vertrokken 41, totaal 66.
Vermeerdering 17.
Totaal aantal leerlingen op 31
december 1955: 281.
Van de 281 (264) leerlingen
waren 134 (117) uit Waalwijk en
147 (147) uit andere gemeenten
afkomstig, als volgt verdeeld:
Drunen 28 (28)Elshout 7 (4)
Nieuwkuijk 6 (3) Vlijmen 15
(25) Haarsteeg 3 (2); Heusden
6 (6)Sprang-Capelle 2 (2)
Loonopzand 40 (34); Waspik 9
(8); Raamsdonk 7 (7); Geertrui-
denberg 4 (5)Made 2 (3)Wa
genberg 2 (3)Dussen 4 (3)Ze
venbergen 1 (1); Zevenb. Hoek 1
(1); Tilburg 0 (5); 's-Hertogen-
bosch 2 (2); Vught 6 Ros-
malen 1 (1); Almelo 1 (0).
Van de 281 leerlingen waren
276 (261) katholiek en 5 (2) pro
testant. (De cijfers tussen haak
jes hebben betrekking op 1954).
Dertien candidaten slaagden
voor bet eindexamen HBS A en
twee werden afgewezen.
Twaalf candidaten slaagden
voor het eindexamen HBS B en
een werd afgewezen.
Leerlingen Afd. MMS.
Voor de eerste klas hadden
zich dit jaar 28 meisjes aange
meld. Hiervan slaagden 24 voor
het toelatingsexamen. Het toela
tingsexamen werd op dezelfde
wijze als voor de HBS afgeno
men. Overzicht van het aantal
leerlingen gedurende het kalen
derjaar 1955.
Aantal leerlingen op 1 januari
1955: 71.
Toegelaten: tussentijds toege
laten 7, toegelaten september
1955 25, totaal 32.
Vertrokken: Met diploma 6;
tussentijds vertrokken 21, totaal
27, vermeerdering 5.
Totaal aantal ieerlingen op 31
december 1955: 76.
Van de 76 (71) leerlingen wa-
zijn gezicht. Hij deed aarzelend en
kele passen naar voren. „Men ver
telde mij, dat ik hier de heer Niels
Harsjange kon vinden. Ik heb deze
heer al eens eerder ontmoet en wil
de nu die kennismaking hernieu
wen, maar nu zie ik dat men mij
verkeerd ingelicht heeft. Neemt u
me niet kwalijk."
Stratos boog even en wilde de
kamer reeds verlaten. Hij aarzelde
echter nog.
„Le patron" meende mij eveneens
te kennen als Harsjange, ondanks
dat ik mijn naam genoemd heb. Ik
ben Peter Moldering, journalist van
beroep en wilde in Marseille mijn
vacantie doorbrengen. Met wie heb
ik het genoegen?"
Dufresque liep met uitgestoken
hand op hem toe. „Mijn naam is Du
fresque. Ik vraag u nogmaals mij te
willen verontschuldigen. De gelij
kenis is waarlijk treffend. Ik kan
me goed voorstellen dat „le patron"
zich vergist heeft". Op geheel ande
re toon ging hij opeens verder. „U
bent buitenlander?"
„Nederlander", antwoordde Pe
ter. „Maar gaat u toch zitten".
„Dank u", zei Dufresque, en hij
nam plaats. „Ik heb nog nooit van
die mijnheer Harsjange gehoord.
Als ik zoveel op hem gelijk, zou ik
hem wel eens willen ontmoeten. Is
hij ook Nederlander?" Dufresque
schudde het hoofd. „Nee", zei hij.
„Hij is een Noor en een zakenrela
tie van mij".
Na een korte pauze vroeg hij:
„Bent u hier op vacantie?"
„Ja", gisterenavond kwam ik per
vliegtuig in Nice aan. Daarna ben
ik hierheen gereden. Het is hier al
lente, terwijl het in Holland nog
haast winter is". Verstrooid knikte
Dufresque „ja". Zijn gedachten wa
ren niet bij het gesprek. Hij stond
op. „Ik hoop, dat ik u niet erg lastig
gevallen heb?" vroeg hij. „Welnee,
ik had me al afgevraagd waarom
men mij beneden met Harsjange
had aangesproken". En gevolg ge
vend aan een duistere ingeving,
voegde hij er aan toe: „Het vreem
de is, dat ik dat herinner ik me
nu opeens ook al eens met deze
naam aangesproken werd door een
zekere Perpagos".
Dufresque, die zich al omgedraaid
had om de kamer te verlaten, bleef
bij die woorden stokstijf staan. Hij
draaide zich langzaam terug naar
Peter en keek die strak aan. Peter
kreeg een ogenblik het gevoel of
een slang hem trachtte te hypnoti
seren, toen hij in die koude, groen-
fosforiserende ogen keek. Gevoel-
loze ogen waren het, die een prooi
beloerden. De ogen veranderden: 't
groen werd valser, de glinstering
intens. Er sprak haat uit die blik:
een dodende haat. Dat klonk door
toen hij op een onpersoonlijke toon
zei: „Ik ken die Perpagos niet en
men heeft mij eens gezegd, dat het
ook niet verstandig is hem te ken
nen". Peter ontkwam niet aan de
indruk dat er een staalharde drei
ging uit die woorden sprak, al wer
den ze op gladde, haast onverschil
lige wijze gezegd. Met enkele pas
sen verliet de gebaarde het vertrek.
Peter staarde hem na. Een vaag,
onbestemd gevoel van angst bekroop
hem. De laatste seconden van het
onderhoud met Dufresque hadden
een diepe indruk op hem gemaakt.
Hij strekte dan zijn rug en klemde
zijn lippen op elkaar. Nu was het
doorzetten. Hij kon niet meer te
rug. Met haastige passen liep hij 't
vertrek op en neer, terwijl diepe
denkrimpels zijn voorhoofd plooi
den. Scherp concentreerde hij zich
op de laatste gebeurtenissen. Had
hij een fout gemaakt, door te laten
blijken dat hij zoveel wist? Nee, er
was geen andere weg geweest. Om
te weten of hij in „Au Coin Bleu"
goed terecht was, had hij „le patron'
uit zijn tent moeten lokken. Daar
uit was alles vanzelf voortgevloeid.
Misschien had hij het tezeer gefor
ceerd, maar anderzijds kon hij niet
ontkomen aan de indruk dat hij ook
bij de tegenpartij indruk gemaakt
had door zijn beslist en gedurfd op
treden. i i I
I I
Op één vraag zou hij graag ant
woord hebben. Zagen ze hem voor
een politieman aan, die incognito
reisde of voor een nieuwsgierige
journalist, die op kopij belust was?
Hij zonk weer neer op zijn stoel.
Nog steeds had hij niets gehoord
over de zaak waarvoor hij eigenlijk
hier gekomen was. De smokkel in
verdovende middelen interesseerde
hem maar bitter weinig. Het ging
hem om Milly en over haar of haar
verblijfplaats was hij nog niets te
weten gekomen.
„Die man boven is Niels Harsjan
ge niet. Dat weet ik zeker. De ge
lijkenis is sprekend, doch er ont
breekt een klein lidteken op zijn
wang. Wat ik ook zeker weet is, dat
hij meer van onze zaak afweet, dan
goed voor ons is. Hij is brutaal en
moet wel over zeer goede papieren
beschikken om hier binnen te ko
men stappen. Ik zou nu alleen wil
len weten wie en wat hij is en ver
der wat hij hier komt doen".
(Wordt vervolgd).