Amsterdam, E, H J A. Waalwijkse en Langsiraaise Courant die grote stad, is gebouwd op palen Venetië van het Noorden i r zijn steden, niet vele, in Nederland, waar men de levens kunst, de artisticiteit van de ge zichten der mensen en van de gevels der huizen proeft. Zo'n stad is Amsterdam, laten wij ons eens met haar bezighouden. Am sterdam, waar het cultuurbesef altijd zo sterk aanwezig is ge weest en in zovelerlei vorm in zijn huizen en straten en pleinen en grachten gestalte heeft gekre gen, Amsterdam, de wijsbezonke- ne, maar op zijn tijd vrolijk onbe zorgde, de eerbiedwaardige maar toch minzame, de stad met humor ogen onder het gefronste voor hoofd: wij vinden het prettig, eens over haar te mogen schrij ven, want wij houden van haar. Omdat ze zo vriendelijk tegen ons is, steeds weer iets arran geert, waardoor we ons bij haar thuis voelen, en omdat men er absoluut niet neerslachtig kan zijn. Daar zorgt haar volk met z'n eeuwige kwinkslagen en z'n opgeruimde levensmoed wel voor. Draaiorgel en volksconcerten. I oe ontstaat in feite een gees telijk klimaat in een stad! Men kan er lang over filosoferen, maar daartoe dient dit artikel niet. In elk geval is er tijd voor nodig, veel tijd. Tijd, in eeuwen geme ten. En dan is alles afhankelijk van wat de historie met deze of gene stad voorheeft. Amsterdam heeft in de historie de wind meegehad. In het jaar 1275, toen kwam de naam voor het eerst voor in een officieel stuk, namelijk een oorkonde van Graaf Floris V, was Amstelredam (is: dam over de Amstel) nog een vrij onbelangrijke vlek. Maar in 1300 verwierf het zich reeds stads rechten en in de zeventiende eeuw mbcht de stad zich het belang rijkste commerciële zowel als cul turele centrum van ons vader lands grondgebied noemen, ja, was het één der belangrijkste ste den van de wereld dier dagen. Amsterdam was als stad zó be langrijk, dat ze terzake van de politiek in de tijd der zeven pro vinciën de Nederlandse gewesten dikwijls dwingend haar wil wist op te leggen. Als stad, en dat zal niemand verbazen, die enigszins van de historie op de hoogte is. Een stad was in het verleden immers een scherp begrensde eenheid, en de wallen en grach ten plaatsten zich zeer doelbewust tussen haar en het land. Een stad was in oude tijden economisch egocentrisch gericht. En met het één hangt altijd het ander samen. De Amserdammers dier dagen waren een op zichzelf aangewe zen gemeenschap, precies als de bewoners van andere steden dat waren. Zo ontstond er onder het volk op de lange duur een stads- aard, tekenend voor de stad-zo- als-hij-zich.-presenteert. Sterk is dat met Amsterdam het geval geweest. Handel en scheepvaart brachten de Amster dammers in aanraking met vreem de volkeren, en dat verruimde hun blik. Ze ondervonden de noodzaak van de dingen ruim te kunnen zien, en dit besef bleek de basis van een snel groeien in economische belangrijkheid en daarmee van wat we onafhanke lijkheidsbesef kunnen noemen. En strijdbaar élan. En levens durf. i Ruime, blik, 1 J a, en hoe gaat het, wanneer op die mannier een stad naar een typering groeit! Dan zijn er altijd mensen, die er zich niet langer meer thuis menen te voelen ejji zij trekken weg. Maar anderen worden door de geest der stad aangetrokken, en komen de gele deren met hun activiteiten ver sterken. Waar rijkdom heerst en activi teit en een ruim blikveld, daar gedijt ook de kunst. Talloze kun stenaars kwamen naar de grote stad van Holland. Het was nog niet de tijd van de „ivoren to rens". De kunstenaars vertoef den nog als mensen tussen de mensen. Ze deden mee, op hun terrein, aan de dadendrang en bevruchtten het volk met hun kunst. En dat deden nadien de wetenschapsmensen óók, de men sen van het eertijds Atheneum. Grote buitenlanders wist Amster dam tot zich te trekken Descar tes, Comenius, Linnaeus. En zo steeg een stad voort op de weg naar zelfbewustheid. En strijd baarheid en durf en vrolijk opti misme vulden de ransel der gees telijke dingen Intussen al deze eigenheden, die in de loop der eeuwen ont stonden, leven nog in de stad en zijn bevolking. Daar is de zelf bewustheid, die de Amsterdam mer vervult met een koesterende liefde voor zijn stad. En laat nie mand zijn ideaalbeeld met voeten treden! Daar is de energie, die, na het Noordzeekanaal en het Merwe- dekanaal Amsterdam zijn Amster dam—Rijnkanaal verschafte. Ge looft ons, er was een hoeveelheid stugge doorzetterij voor nodig om dat te bereiken. Diezelfde energie is er mét de ondernemingsgeest oorzaak van geweest, dat Am sterdam nog altijd een vooraan staande plaats inneemt als cacao-, leer-, graan-, hout- en papier- markt. En al mag dan Rotterdam op het ogenblik méér onderne mingszin tonen dan de lands- hoofdstad, de lieden, die hun twij fel voor Amsterdams energie uit spraken zijn kniesoren en zij we ten het niet. Kunstcentrum, 't stadswapen als devies „Held haftig, Vastberaden, Barmhartig". Dat vinden we toepasselijke woorden. Wat moet u in Amsterdam gaan zien? Ziedaar een vraag waar moeilijk een antwoord op te geven is. U moet alles zien, en dat „alles" is zó veelHet Amsterdamse kleurengamma, de Amsterdamse sfeer, dat is een to taliteit. Zoals overaleen stad ontstaat niet door maar wat mooie huizen en gebouwen bij elkaar te zetten. De Amsterdamse stads geest is dus óók, en zelfs in ster ke mate, een totaliteit van dingen. Nu zijn in deze totaliteit natuur lijk wel elementen aan te wijzen, die bijzondere aandacht verdije nen. Deze echter op te sommen... het lijkt onbegonnen werk. Talloze musea. De beroemde en vooral in vroeg er dagen beruchte Zeedijk, waar de kroegjes en cafétjes deur aan deur liggen. a, en voor de kunst is Am sterdam nog altijd een uitzonder lijk centrum. Dat komt waarlijk niet alleen door het Concertge bouworkest en de opera. Dat komt ook door de verzameling van jonge experimentele dichters, meer en meer de vijftigers ge noemd. Zelfs komt dat door de draaiorgels. Door de culturele kring als „Le Canard" in de Spui straat. Door de beroemde schil derijveilingen. En door de talloze kleine antiek- en kunstwinkeltjes, die in Amsterdam zo'n merkwaar dige sfeer ademen. i Zonderlinge bedrijven deze zaakjes. Stille wijzen. Idealisten. En één keer wilde iemand ons niet dat Madonnabeeldje uit de étalage verkopen, omdat hij er bij nader inzien toch zo vreselijk moeilijk afstand van kon doen... Ten slotte de levensvreugde. I Die leest men de mensen soms het gelaat. Die vult soms, vooral als de zon schijnt, de stra ten. En altijd merkt men de Am- I sterdamse humor. Want die is spreekwoordelijk. Ongelooflijk rijk aan vondsten is die humor. Kostelijke typeringen, die knap I en geestig de dingen karakterise ren, schudt dé Amsterdammer uit zijn mouw. De conducteurs en de I agenten staan er bekend om. En het is zo'n prettige humor. Want I er bestaan duizend soorten hu mor, maar de Amsterdamse is zelden zuur en bijna altijd lako- niek en de vrolijkheid beknuffe- lend. Laten we niet om de dingen heendraaien: de Amsterdammer in zijn vitaliteit durft nogal eens wat te zeggen. Tegen koude drukte weet hij wel eens onge past van leer te trekken. In zijn besef van persoonlijke zelfstan digheid kon hij in de loop der historie nog al eens rebelleren te gen de overheid en ontduiken van de hem opgelegde wetten is hem nog altijd niet vreemd. Maar dan heeft diezelfde Amsterdammr op de debetzijde van zijn begroting der menselijke waarden in zijn ge signaleerde goede hoedanigheden toch altijd nog zoveel hooggeno- teerde dingen, dat zijn lijstje van eigenschappen een aanzienlijk ba tig saldo oplevert. Om iets dui delijker te zijn: sedert 1948 draagt aten we beginnen met de voornaamste musea te memore ren. Dan bent U in dat opzicht geïnformeerd. Daar is allereerst het Rijksmuseum, Stadhouders kade 42, dat de grootste verza meling Nederlandse kunst van alle musea bezit. In de tweede plaats dient 't Stedelijk Museum, Paulus Potterstraat 13, genoemd. Dit museum heeft een uitstekende verzameling werken van de Am sterdamse school van Breitner c.s. De moeite waard is ook het Rem- brandthuis in de Jodenbreestraat. Dan is er het Allard Pierson- museum met magnifiek geschil derde Griekse vazen, het museum Amstelkring, Oude Zijds Voor burgwal 40, een eertijds Katho liek schuilkerkje, waar men voor werpen van oude kerkelijke ere diensten kan bewonderen, en het Amsterdams historisch museum, in het Waaggebouw, waar din gen, betrekking hebbend op de geschiedenis van Amsterdam, verzameld zijn. Oorkonden, ze gels en schrifturen van het oude Amsterdam vindt men in het bij zonder in het Stedelijk Oud Ar chief, Amsteldijk 67. Het Konink lijk Instituut voor de Tropen mag intussen niet onvermeld blij ven, evenmin als Artis, en, in dit verband, het Botanisch Museum, het Heimans diorama, het Zoölo- I gisch museum en. het Aquarium Tenslotte wordt beeldende kunst nog tentoongesteld in Am- stel 218, waar men de beroemde collectie Six kan bewonderen, in het museum Fodor, Keizersgracht 608, dat gespecialiseerd is in mo derne kunst, en in het museum Willet Holthuysen, waar men ook en vooral zeventiende eeuw- se meubelen en interieur versie ringen in hun juiste omgeving kan zien. En nu weet u dus, wat U met betrekking tot de musea te doen staat. Maar bedenk wel, dat U de stad nimmer om der wille van de musea uit het oog mag verliezen. Het klinkt misschien een beetje onaangenaam, maar de levende stad is met betrekking tot Amsterdam belangrijker dan het in musea opgeslagen, cultuurbezit, al betekent dit zeer pertinent niét, dat men de musea nu maar zijde lings moet laten liggen. Aan de voet van de oude Wester Levend volk. msterdam leert men wande lend op straat kennen. Want dan ontmoet men ook de Amsterdam mer. Misschien is de Kalverstraat wel de drukste wandelstraat van Nederland. Daar pleegt de Amsterdammer te wandelen, en hij doet dat daar al vele eeuwen. Gij kunt als door de stad gebiologeerd bezoeker dus de Kalverstraat niet mijden. Ge begeeft u er ook eens in. Liefst in de middagpauze, als de kantoren vrij hebben en de ty pistes in hun vlotte toiletjes en de employé's, soms hun kadetje kau wend, en de hogere leiding, zwaarwichtig pratend, bij hon derden en bij duizenden hun Kal- verstraatje „doen". Overigens vindt men de originele Amster dammer ook in groten getale a4s visser aan de oevers van het Y. En ge vindt hem in de Jordaan voor de vensters of binnen, voor de tapkast, van een kroegje. En vooral komt men hem tegen op de Dam, vroeger en, nu, het centrum van de stad. Een prachtig plein, een plein vol waardigheid en wel bewust van zijn macht. Een plein, waar men nog altijd het eertijdse stadhuis, thans Koninklijk paleis, kan bewonderen. En het gaat nog eeuwen mee, dit paleis, het over leeft veel nieuwbouw, dat ziet men zó! De Amsterdammer loopt heel anders dan bijvoorbeeld de Hagenaar. De Hagenaar flaneert De Amsterdammer zet zijn schre den veel minder bezadigd dan de Hagenaar. Toch heeft hij de tijd wel, want de étalages ontgaan hem niet en als ergens een fietser is aangereden of als een auto een deuk van een ander kreeg, dan zal hij niet nalaten, zich op de hoogte te stellen. In de meeste gevallen mengt hij zich dan in de woordenwisseling, die er natuur lijk is. Dan zijn de lakonieke op merkingen niet van de lucht. Ook fietst de Amsterdammer veel. In weinige steden van de wereld wordt zoveel gefietst als in Amsterdam. En ook ter zake van zijn fiets is de Amsterdam mer vindingrijk. Een heel gezin van man en vrouw en twee kin deren plus een kat of een hond op één fiets vervoeren baart hem geen moeilijkheden. En ook een balk van drie meter meetorsen is een peuleschilletje. Dikwijls ook ziet ge moeder bij vader achterop zitten en aan haar hand stuurt ze een kinderwagen tactisch door de mensenstroom. De Amsterdammer heeft aan de hele wereld lak, dat leest men van zijn gezicht. En toch houdt hij die wereld rond zich heen wel degelijk in de gaten. Wanneer U als vacantieganger dan ook eens een beetje erg exotisch gekleed door zijn stad gaat, kan het ge beuren, dat U een opmerking van hem te horen krijgt. Een opmer king die boordevol humor zit. Hij bedoelt het heel goed. Maar U kunt 't er voorlopig mee „doen" De Amsterdammer z'n stad is mooi, is uitzonderlijk mooi. We spraken reeds over de Dam en over het aldaar gebouwd Ko ninklijk paleis, dat vroeger raad huis was. Jacob van Campen is de bouwmeester en hij schonk in zijn meesterwerk ons land het in drukwekkendste bouwwerk uit de zeventiende eeuw. Overdaad aan schoon. G e moet het ook van binnen gezien hebben. Anders miste U de schilderingen van Govert Flink en Ferdinand Bol. U hoeft niet te weten, dat het bouwwerk met zijn oppervlake van tachtig bij drie en zestig meter op 13659 palen rust. Dat weten wel de meeste Nederlandse schoolkinderen, die al een paar eeuwen lang ten prooi vielen aan een verkeerde vorm van onderwijs. Goed, maar dan is er nog een ander gebouw op de Dam, dat onze aandacht een ogenblik mag hebben: dat is de Nieuwe Kerk. In het jaar 1648 werd er de eer ste predikatie gehouden, die te gelijk een dankzegging was bij de gelegenheid van het beëindigen van de tachtigjarige oorlog. De aanvankelijk geplande toren is nooit gereedgekomen. Maar de kerk zelf is bijzonder mooi. Bin nen haar muren liggen de praal graven van De Ruyter, Vondel, Jan van Galen, Van Speyk, Hooft en nog enkelen méér. Interessant is ook te weten, dat de inhuldiging van Neder landse koningen en koninginnen altijd in de Nieuwe Kerk plaats vindt. Dat is een gewoonte ge worden. Maar artikel 52 van de grondwet wijst met name de stad Amsterdam aan. Hieraan ontleent Amsterdam ook het recht, zich hoofdstad des lands te noemen. Amsterdam heeft meer fraaie kerken. Bekijkt U eens de ranke, voor Hollandse begrippen zo fijn tjes gemodelleerde Westerkerk aan de Rozengracht. En richt Uw passen vooral eens naar de Oude Kerk aan de Oude Zijds Voor burgwal, het oudste, nog geheel intact zijnde bouwwerk van de stad. De kern van de kerk, met een lage toren, stond er reeds in 1220. Omstreeks een eeuw later vond er een uitbreiding plaats, waarna er zo om en nabij 1400 een kooromgang werd aange bouwd. Nadien zijn er nog ver schillende" verbouwingen èn uit breidingen geweest, redenen waarom de kerk zo n merkwaar dig patroon biedt. Wat is het an ders een vreselijke oude grijsaard geworden, deze kerk. Gelukkig maakt men met de restauratie haast. Ja, en men is nu tóch in de buurt de oude Burgwallen moet men toch stellig gezien hebben. MAANDAG 16 JULI 1956 Uitgever Waalwijkae Stoomdrukkerij Altooi Tlelea Hoofdredacteur JAN TIELEN 79e JAARGANG No. 56 Abonnement 19 cent per week f 2.45 per kwartaal f 2.70 franco p. p- Advertentieprijs 10 cent per m.m. Dit blad verschijnt 2 X per week. Contract-advertenties i speciaal tarief. Bureaux ott iiai npnvaTmT 11*71 TELEGB.-ADRES „ECHO GROTESTRAAT 2«5, WAALWIJK - TEL. 2621 - Dr van BEURDENSTRAAT 8, KAATSHEUVEL - TEL. 2»M.- OPGERICHT 187» ECHO HEI ZUIDEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 5