V,
Eindexamenresultaten der M.V.L.S.
dit jaar iets minder gunstig
SPEEL NIET MET UW OGEN
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 16 JULI 1956
Ze ademen een zeer uitzonderlij
ke sfeer, en vooral op lauwe
zomeravonden met het water
zonder enige rimpeling en de hui
zen in stille droomverlorenheid
zijn ze rijk aan stemmingen. Van
de juffertjes van vermaak in hun
kleine kamertjes met de rode
lampjes trekt ge u dan maar niets
aan, als ge de kant van het Kolk
je, dat is in de richting van de
een beetje Slavisch aandoende
Nicolaaskerl^ opwandelt.
Want natuurlijk gaat ge het
Kolkje zien, één, van de uniekste
stukjes Oud-Amsterdam. Ook de
beruchte Zeedijk komt op het
Kolkje uit. Nu, daar komen nog
altijd veel varensgasten, en in de
talloze cafétjes kan het ook nü
nog wel eens wild toegaan, ook
al is de zaak dan niet meer zo als
in de jaren toen Querido zijn
,,Van Nes en Zeedijk" schreef.
Zie ook de grachten.
ergeet U vooral de vier gro
te Amsterdamse grachtengordels
niet? Van binnenuit gerekend
achtereenvolgens de Singel, de
Herengracht, de Keizersgracht en
de Prinsengracht. Vier grachten,
vier verschillende aspecten. Dat
schreef C. Gimbel reeds. Hij
noemde de Singel de werkende,
de Herengracht de dromende, de
Keizersgracht de deftige en de
Prinsengracht de levendige. Dat
is nóg altijd zo, al zouden we de
Herengracht ook en allereerst de
statige willen noemen. Ziet U
maar eens de beroemde „bocht"
zo tussen de Vijzelstraat en
zeg maar de Hartenstraat.
Overigens noemen wij en passant
ook gaarne nog even de Brou
wersgracht en de Leidsegracht.
Ze zijn kleiner, intiemer, maar in
bepaalde opzichten zéker zo
mooi.
Ja, er is veel in Amsterdam te
zien. We denken aan de oude
pakhuizen, die, en dat is uitzon
derlijk, nog bijna allemaal in ge
bruik zijn. Deze oude pakhuizen
vindt men erg fraai op het Prin
seneiland. Een tocht met een
rondvaartboot door de grachten
en de havens is aan te bevelen.
Ook de Amsterdamse hofjes
mogen U niet ontgaan. We noe
men het Begijnenhof aan 't Spui,
gesticht in 1346. Wat een milde
rust heerst hier, temidden van al
le stadsgewoel. Er zijn nog vele
hofjes in Amsterdam. Maar het
hier genoemde is wel het mooist.
Rijk is Amsterdam aan steden
schoon. En wanneer wij thans om
der wille van de ruimte dit arti
kel willen gaan besluiten, dan
moet ons meer dan ooit van 't
hart, dat we tè beknopt zijn ge
weest in onze opsomming van
fraaie en interessante dingen. In
hoeverre dit dan waar is, onder
zoekt U maar eens zélf! Slechts
deze raad verblijf liever een dag
te lang in Amsterdam dan een
dag te kort!
de gang van zaken op de school
doen blijken en daarbij tevens de
industrie vertegenwoordigen.
Ook stel ik het bijzonder op
prijs, dat de heren F. Mannaerts
j en Gragtmans de moeite hebben
willen nemen om aan deze bij
eenkomst deel te nemen. Deze
heren vormden tezamen met de
j heer Pelckbans, de commissie,
j welke namens de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Weten-
j schappen toezicht op het afgeno
men eindexamen heeft uitgeoe-
i fend. Deze commissie heeft zich
veel moeite gegeven 0111 tijdens
'j dit examen een zo volledig mö-
gelijk beeld te verkrijgen van de
kennis, waarover de leerlingen
beschikken en van de wijze,
waarop het onderwijs van de
M.V.L.S. is ingericht, en zij heb
ben daarbij op zeer prettige wij
ze met de leraren samengewerkt,
zodat ik alle reden heb van deze
gelegenheid gebruik te maken,
om hen nog eens hartelijk te
danken voor het vele werk, dal
zij in het belang van de schooi
hebben verricht. Ook hebben zij
zich uit hun drukke werkkring
willen vrijmaken om aan deze
bijeenkomst deel te nemen en
een tot hen gericht speciaal
woord van welkom is hier dus
zeker op zijn plaats. Tenslotte
wil ik ook zeker niet nalaten de
vertegenwoordigers van de Vak-
en Streekners hier in het bijzon
der welkom te heten. Voor een
school als deze is het een belang
van de eerste orde, dat zij een zo
uitgebreid mogelijke bekendheid
geniet, zowel bij de industrie als
bij het publiek. Uit hun tegen
woordigheid hier blijkt, dat de
genoemde pers daaraan mee wil
werken en daar is de school hen
dankbaar voor.
Voor mij is hier dan altijd een
prettige taak weggelegd, want er
wordt van mij verwacht, dat ik
Ter gelegenheid van de diplo
ma-uitreiking op de Middelbare
Vakschool voor de Leder- en
Schoenindustrie, waarover wij
reeds in ons vorig nummer mel
ding hebben gemaakt, hield de
directeur der school, de heer Ir.
J. Roelofs-Heyrmans, de volgen
de toespraak:
Het is een goede gewoonte, dat
de uitreiking van de getuig
schriften van de M.V.L.S. aan de
leerlingen, die voor het eindexa
men zijn geslaagd, niet direct na
de beslissende eindvergadering
plaats vindt, maar enige dagen
later op een voor dat doel spe
ciaal georganiseerde bijeen
komst. Deze speciale bijeenkomst
dient om de betrokken leerlin
gen ervan te overtuigen, dat de
school het zeer belangrijk vindt
dat zij het eindgetuigschrift heb
ben behaald. In de eerste plaats
natuurlijk voor hen zelf: immers
zij staan daardoor aan het einde
van hun opleidingstijd en aan 't
begin van hun loopbaan in de
industrie en deze bijeenkomst
betekent dus zeker een mijlpaal
in hun leven. In de tweede plaats
voor de school, want het is toch
zeker een belangriik feit voor de
school, dat zij er ook dit jaar in
geslaagd is een aantal leerlingen
af te leveren, die volgens de uit
slag van hun eindexamen vol
doende kennis en vaardigheid be
zitten om hun loopbaan als as
sistent van de bedrijfsleider of
afdelingschef in een leder- of
schoenfabriek te beginnen.
Op deze jaarlijkse bijeenkomst
dan, waarvan het doel U hier
boven in het kort beschreven
werd, heb ik het genoegen al
len harteliik welkom te heten.
In het bijzonder verheug ik mij
over de aanwezigheid van enke
le leden van het bestuur van de
school, die door deze aanwezig
heid van hun belangstelling voor
dadelijk de getuigschriften aan
de geslaagden zal uitreiken en
dat is natuurlijk een dankbaar
werk. Alvorens dat te doen, zou
ik hier gaarne nog even nader
op de resultaten van dit school
jaar willen ingaan Over deze re
sultaten kan ik slechts gedeelte
lijk tevreden zijn, want van de
28 candidaten zijn er in totaal 4
afgewezen en dat is voor een
school, die een opleiding geeft
voor een bepaalde loopbaan, die
men zich zelf gekozen heeft, toch
eigenlijk te veel. Bovendien zijn
er dit jaar maar weinig werke
lijke uitblinkers en dat hebben
wij andere jaren ook wel eens
beter gehad. Wanneer men er zo
over denkt, dan gaat men na
tuurlijk ook nadenken over de
oorzaken van dit naar verhou
ding wat mindere resultaat, en
dan kom ik daarbij tot de vol
gende punten:
1. Nog steeds beseft men niét
voldoende, dat men de vakken,
die naast de theorie en praktijk
van de lederbereiding en machi
nale schoenfabricage gegeven
worden, in zijn toekomstige
functie al even hard nodig heeft
als de kennis van het eigenlijke
vak zelf. Iemand die een leiden
de functie in een bedrijf be
kleedt, moet natuurlijk wat van
het vak weten, maar daarnaast
moet hij zeker al evenzeer over
een basis beschikken op alge
meen technisch en organisato
risch gebied en dat is dan ook
wat wij van de eindexamen-can-
didaten eisen. Die eis is dus in
het belang van de leerling zelf,
maar zeker al evenzeer in 't be
lang van de industrie. Bij de
leerlingen komt echter (de'goe
den niet te na gesproken) 'nog
steeds te veel de instelling voor,
dat men een voldoende cijfer
voor die meer algemene vakken
al genoeg vindt en zich daar dus
niet zo sterk voor inspant. Deze
instelling is fout en veroorzaakt
niet alleen moeilijkheden of min
dere resultaten bij het eindexa
men, maar deze moeilijkheden
zullen zich zeker ook in de late
re loopbaan kenbaar maken en
dan kost het nog veel meer in
spanning om de bestaande ach
terstand in te halen.
Dat b.v. de organisatorische
kant van de opleiding in de te
genwoordige tijd steeds belang-
rnker wordt geacht, blijkt ook
wel uit het feit dat het bestuur
van de school op het ogenblik
bezig is een aanvullende cursus
voor oud-leerlingen met vol
doende ervaring in het bedrijf
(aeze cursus is dus niet bestemd
voor de leerlingen, die nu juist
eindexamen gedaan hebben) op
dat gebied te organiseren. Ei
genlijk wordt de inhoud van die
cursus niet geheel door de naam
„bedrijfsorganisatie" gedekt,
want als ik U vertel dat tijdens
die cursus o.a de onderwerpen
„personeelsbeleid" en „belo
ningsstelsels" behandeld zullen
worden, dan blijkt daar wel uit,
dat men voor die cursus eigen
lijk beter het meer algemene' En
gelse woord „management" zou
kunnen gebruiken. Het rond
schrijven aan de industrie, waar
door de bedrijven de Teleenheid
krijgen bepaalde personen voor
deze cursus naar voren te bren
gen, zal binnen enkele dagen
worden verzonden. Uit dit voor
beeld blijkt toch wel zeer duide
lijk, dat ook de industrie, welke
immers sterk in het bestuur is
vertegenwoordigd, er van over
tuigd is, dat dergelijke meer al
gemene vakken voor de leidende
krachten in het bedriif van groot
belang zijn.
2. Als tweede oorzaak,, waar
door mindere resultaten kunnen
worden verkregen, wil ik nog
de vooropleiding noemen. Ik heb
er tijdens deze jaarlijkse bijeen
komsten reeds enige keren de
nadruk op gelegd, dat het wel
mogelijk is de school te volgen
na het afleggen van een toela
tingsexamen, maar dat er onder
die omstandigheden toch steeds
veel meer van de werkkracht en
het initiatief van een leerling
gevergd wordt dan wanneer hij
in het bezit is van het diploma
3-jarige H.B.S. of Mulo B. Nog
maals wil ik daarom van de ge
legenheid «ebruik maken dooi
de ouders van toekomstige leer
lingen er op te wijzen, dat de
beste vooropleiding voor 't vol
gen van de M.V.L.S. toch zeker
is 3 jaar H.B.S. of een Mulo-op-
leiding tot diploma B. Wanneer
er dus gelegenheid bestaat deze
toekomstige leerlingen die voor
opleiding te laten volgen, dient
daar in hun eigen belang zeker
de voorkeur aan te worden ge
geven.
Als belangrijk feit in de ge
schiedenis van de school zou ik
hierna ook nog willen naar vo
ren brengen, dat het jammer is
dat zich in het laatste jaar min
der gegadigden voor de' tste klas
van de afd. lederbereiding heb
ben opgegeven dan daarvoor.
Ook de lederindustrie heeft de
gediplomeerden van deze school
hard nodig, zodat er voor hen,
y?¥Jneer zij .iets in hun mars
hebben, ook in die industrie van
een goede toekomst gesproken
kan worden.
Ik geloof, dat ik nu al lang
genoeg aan het woord geweest
ben en dat er hier velen aanwe
zig zijn, die er hard naar verlan
gen dat ik nu maar met de uit
reiking van de diploma's zal be
ginnen. Ik zal hen dan ook maar
met langer laten wachten, maar
wil hen er toch nog even op wij
zen dat zij door dit diploma nog
maar aan het begin van de lange
weg staan, die naar het bedrijfs-
kuderschap voert. Alleen door
steeds doorgaande zelfstudie en
het besef, dat zij in dit begin
stadium nog zeer veel van ieder,
die reeds lang in een bedrijf
werkzaam is, kunnen leren, zul
len zij zich in een dergelijke ver
antwoordelijke functie op hun
plaats kunnen voelen. Ik wens
hen allen toe, dat zij later d"
voldoening zullen ondervinden,
die in dat zo interessante en
daardoor boeiende werk verbor
gen ligt.
rWegens afwezigheid van de
voorzitter van 't schoolbestuur,
burgemeester J. L. P. M. Teijs-
Sbn, die wegens ambtsbezigheden
verhinderd was deze bijeen
komst bij te wonen, wenste hier
na dhr. Aug. Mannaerts, voor
zitter der Ned. Federatie van
Schoenfabrikanten, de geslaag
den geluk met het behaalde re
sultaat en hij sprak de hoop uil
dat de idealen van elk van hen
in vervulling zouden mogen
gaan. Hij wees erop dat zij zich
sjraks zouden moeten aanpassen
aan de wetenschap van bedrijfs
leiders en werkmeesters en
spoorde de geslaagden aan voor
géen enkels moeilijkheid uit de
weg te gaan. De heer Manaerts
drukte hun, die in de schoenin
dustrie gaan werken, op 't hart,
alle aandacht te besteden aan de
afwerking van de schoenen, die
in Nederland momenteel wel iets
te wensen overlaat. Deze slor
digheid wreekt zich en de symp
tomen hiervan zijn reeds merk-
BRILLEN SPECIALIST VAN MAAREN
zorgt voor „DE JUISTE BRIL" I
Brillenspecialist VAN MA AREN
baar in de grotere invoer van
buitenlands schoeisel, dat beter
is afgewerkt.
De gecommitteerde, de heer F.
Mannaerts, wenste de geslaag
den geluk namens de examen
commissie en onderstreepte nog
eens duidelijk de woorden van
de directeur: dat de geslaagden
door dit diploma nog maar aan
het begin van een lange weg
staan, waarvan hij hoopte dat
deze suksesvol zou mogen zijn.
Ten slotte sprak de heer Man
naerts de hoop uit, dat hij nog
vaker als gecommitteerde op de
M.V.L.S. zou mogen terugkeren.
De heren J. de Steenhuysen,
Piters en P. Bolsius dankten na
mens de geslaagden het school
bestuur, de directeur, de leraren
en gecommitteerden.
DE WERELD ROND
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN'
WILDE VAART
Door
ALLAN PENNING.
30)
Hoe meer zijn woede af
koelde, hoe meer hij inzag, dat de
ouwe groot gelijk had en hij er
nog betrekkelijk goed was afge
komen.
De verdere dag verliep rustig.
Bill deed zijn werk en beperkte
zijn bewegingen tot eigen domein,
zodat hij de gezagvoerder niet
meer te zien kreeg. Maar in de
avond liet 'Peter Wins hem roe
pen en alsof er niets gebeurd was,
maakte hij een praatje over koe
tjes en kalfjes. Bill McLeod voel
de zich opgelucht. De storm was
voorbij, het zonnetje scheen weer
en de prettige gemoedelijke stem
ming aan boord van de „Ping-
Ho" was teruggekeerd.
De naam van Arabella, noch 't
incident op de kade van Port
Swettenham werden door Peter
Wins aangeroerd en het leven
lachte Bill McLeod weer toe,, tot
dat de „Ping Ho" in Saigon an
ker liet vallen en hij daar een
brief vond. Het gebeurde begrij
pelijkerwijze nimmer, dat er een
brief kwam voor Bill, zegge en
schrijve William McLeod Esqui
re. Familie, althans familie die
hem nog wilde kennen, had hij
niet. Vrienden bepaalden zich tot
een stuk of wat kroeglopers, die
als regel niet bijster vaardig wa
ren met de pen. Er was kip noch
kraai op de wereld, die zich voor
het bestaan of het welzijn van
Bill McLeod interesseerde. En
daar lag nu de brief...
Zoals een ouwe jongejuffrouw
de stuipen op het Lijf krijgt, wan
neer ze een telegram ontvangt,
dat volgens de algemeen geac
cepteerde opvattingen minstens
een doodsbericht moet behelzen,
zo ook schrok Bijl zich een puist.
Een brief kan nooit een pretti
ge boodschap zijn en een kwar
tier lang draaide hij het griezelig
document van voren naar achter
en van achter naar voren. Maar
het adres in onzekere hanepoten
gekrabbeld, bleef hetzelfde en
met een zeker gevoel van trots las
hij nogmaals: „William McLeod
Esquire" en zacht zei hij tegen
H Na een week lang de we
reld door de gekleurde kermis-
bril te hebben bekeken, moeten
wij u helaas weer confronteren
met de dingen des dagelijksen
levens, die, hoezeer zij soms ook
naar het fantastische neigen, toch
niet het feestelijke, gepavoiseerde
en gespiritualiseerde karakter
hebben van acht kermisdagen.
Wij mogen echter veronderstel
len dat na een dag frisse en vro
lijke arbeid de kermisbezinksels
uit u zijn weggespoeld, zodat ge
weer met de naarstigheid en
nuchterheid, de Waalwijker ei
gen, het wispelturige leven zult
tegemoet treden. En daarbij zult
ge u ongetwijfeld met hart en
ziel toeleggen op de meest mense
lijke aller hartstochten: het bevei-
igen van have en goed. Want
zonder uw bezitje van centjes,
meubeltjes, vloerkleedjes, schilde
rijtjes, ringetjes oorknopjes, hals
bandjes, zilveren bestekjes, ja
ponnetjes en costuumpjes voelt ge
u een naakt mensje temidden van
het barre en meedogenloze na
tuurgeweld. Uw hele leven lang
werkt ge voor al deze dingetjes
en ge zoudt er nooit en te nimmer
afstand van kunnen doen, omdat
ge dan in het oog van alle an
dere mensen ineens niets meer
zoudt zijn. Misschien hebt ge
thuis of elders een kluisje, waarin
al uw bankbiljetjes en goud en
ziver in opgeborgen zitten. Mis
schien hebt ge niet meer dan zo'n
bazartrommeltje met een ingeni
eus uitziend slotje, dat hoege
naamd geen beveiliging is, om
dat de eerste de beste inbreker
met kistje en al aan de haal gaat
om het elders op z'n gemak open
te peuteren. Maar de mens heeft
nu eenmaal die primitieve opvat
ting dat alles wat achter slot zit
veilig is.
Er zijn echter ook lieden, die
niet bijster veel vertrouwen heb
ben in geldkistjes of het slot van
de linnenkast en zich dag en
nacht het hoofd suf peinzen op
n vernuftig beveiligingssysteem.
Zo n man is ook de Belg Pierre
Victor. Zijn aardse goederen gin
gen hem zo ter harte, dat elke
ongewenste bezoeker van een
listig opgesteld geweer een loden
injectie kreeg zodra hij de deur
opende. De mens vergeet echter
wel hens de kuilen die hij voor
een ander graaft en zo kon het
dan gebeuren, dat onze Pierre
een dezer dagen vergat het me
chanisme buiten werking te stel
len en daardoor zelf de volle la
ding kreeg. Hij leeft nog, maar
zint toch op een ander beveili-
gingsmiddel.
Zo ziet ge dat ge toch eigen-
zichzelf: „Dat ben jij, Bill, Willi-
j am McLeod EsquireDat had
j jij niet gedacht, een paar jaar ge-
leden, toen ze je haveloos het
zeemans-huis indroegen", maar
tegelijkertijd kroop de onbestem
de angst weer naar boven. Hij
vermande zich en scheurde de
enveloppe open. Met elk woord
steeg zijn verbazing. Het begon
al direct veelbelovend met: „Mijn
liefste William" en het fraais
kwam natuurlijk van de kip-met-
kerry-dame uit Port Swettenham.
De eenzaamheid drukte de scho
ne Arabella en zij luchtte haar
hart met merkwaardig poëtische
ontboezemingen, die aan de pen
van een begaafd romanschrijver
schenen te zijn ontsnapt.
Loenser dan ooit las Bill het
merkwaardige epistel, gericht aan
„Mijn liefste William".
„Sedert ik uws nobel krakter
heef leren kenne, zal de son niet
meer voor mijn schijne totdat gij
weder aan mijn boesem zal rus
ten, ook bid ik Alia dat gij we
der behouwe hierzo zal terugke-
re mijn erop verheugent uws ge
liefde stem werom te moge hore
weest gegroet mijn dierbare wil-
liam en gloof in mijn diepe en
onbazugtige liefde dat Alia u be
hoede word u toegewenst door
uws u liefhebbende Arabella
Gonsalez.
p.s.
Uws kan dcrop rekene asdat ik
de beste ajam zal beware voor j
uws terugkomst."
HOOFDSTUK 10.
Bevat bijna indiscrete onthullin
gen over het liefdesleven van Bill
ien zijn ontsnapping aan het
huwelijksjuk.
Een wijs man had ongetwij
feld het epistel met bekwame
spoed aan de goede zorgen van
diep-zee-vissen toevertrouwd,
maar, wanneer je na een jaar of
twintig voor de eerste maal weer
eens een brief ontvangt, bekijk je
zo n document door een andere
bril. Dat Bill er blij mee was en
het „billet doux" met reverentie
aan zijn lippen bracht, kan on
mogelijk als waar verhaald wor
den, maar hij nam het geval ern
stig en dat was er natuurlijk al
glad naast. Bill zat lelijk met het
geval in. Van het juiste verloop
van het feest bij de schone Ara
bella herinnerde hij zich machtig
weinig en zeer zeker herinnerde
hij zich niets van tedere ontboe
zemingen of iets anders dat zijn
Dulcinea tot dit liefdes-epistel
zou hebben kunnen verleiden.
Gode zij dank was de verhou
ding met de ouwe weer geklaard
en misschien, dacht Bill, was het
aan te bevelen, om de kap. maar
in het onaangename avontuur te
betrekken. Tenslotte was de ouwe
goed vertrouwd met pen en inkt,
want, als hij terug moest schrij
ven, deed hij het maar liever met
behulp van iemand, die wist hoe
ver je kan gaan. Bill McLeod stel
de, zoals zo velen, het zetten van
een handtekening buiten de mon
ster-rol, gelijk met het tekenen
van eigen doodvonnis.
Na tafel legde hij het geval
voor aan zijn gezagvoerder.
Peter Wins kon een lachje van
stille verkneutering met moeite
onderdrukken. Stel je voor een
vrouwspersoon, die waarachtig
verliefd was op Bill en nog wel
met een onbaatzuchtige liefde en
dan de manier, waarop Bill het
naar voren had gebracht.
„Kap'tein", had hij gezegd, „u
bent er zelf tegen an getippeld,
dus u bent, om het zo maar 's te
zeggen, een man met ervaring."
„Tegen aan getippeld, Bill?"
had Peter verwonderd gevraagd,
want nog was het bestaan van 't
liefdes-document voor hem een
geheim, „waar ben ik tegen aan
lijk maar beter niets kunt bezit
ten. 1
Evenals wij zult ook gij gedu
rende de laatste maanden met
enige bevreemding en wantrou
wen hebben geluisterd naar de
Russische vredesdoffer, die zich
schor gekoerd heeft om duiven
van allerlei pluimage de Moskou-
se duiventil binnen te lokken. Dat
de melkers van het Kremlin niets
onbeproefd laten om de rest van
de wereld te bekeren en tot an
dere inzichten te brengen ten aan
zien van Rusland,kunt ge dage
lijks met vette letters in de krant
lezen. Zij zijn er zelfs niet voor
teruggedeinsd om de eens zo ge
vierde en trouwe bloedhond Josef
Stalin nog doder te slaan dan hij
al was. Hiji is zogezegd tot moes
geslagen, hetgeen te gemakkelij
ker ging, omdat hij toch niets te
rug kon doen, waaruit ge eens en
te meer kunt vaststellen dat de
Russische terreur altijd tegen de
weerlozen te keer gaat en deze
vernietigt. j
Hoe dan ook, er zijn vrij grote
veranderingen in de Sovjet-Unie
en de satellietlanden te bespeu
ren. De houding tegenover het
buitenland is wat minder strak
en wat opener geworden en ook
het binnenlands regiem schijnt
wat menselijker te worden.
Zo op het eerste gezicht is dit
een reden om „hei!" te roepen,
inaar door schade en schande
wijs geworden zijn we toch nog
wat voorzichtig. Want het is
deksels goed mogelijk, vrienden,
dat dit alleen maar wat uiterlijke
poespas is. Men heeft wellicht ge
merkt, dat er met de tot nu toe
gevogde poliiek niets bereikt
wordt, zodat men het eens over
een andere boeg wil gooien, zon
der dat er in wiezen iets veran
dert. Het is immers maar al te
dikwijls gebleken dat het commu
nisme wel zijn methoden veran
dert, maar nooit zijn principe.
In een gestencild geschrift, dat
wij dezer dagen van de Soviet-
ambassade kregen toegezonden
en dat handelt over de afschaf
fing van de persoonsverheerlij
king en de gevolgen daarvan,
stuit men om de haverklap op de
woorden „strijd voo'r wereldvre
de" en „strijd voor de democra
tie De zo bloedig onderdrukte
opstand in Poznan (de toestanden
waren daar zo heerlijk democra
tisch!) wordt natuurlijk op reke
ning geschreven van buitenland
se agenten en provocateurs.Voor
al de Amerikanen schijnen de
grootste schurken te zijn die men
zich denken kan. Er wordt ver
der in gezegd dat wij u en wij
dus allemaal in sprookjes ge-
getippeld, zoals je het zo bloem
rijk uitdrukt?"
„Nou zei Bill, die wel voelde,
dat hij het geval niet bijster di
plomatiek had aangepakt, „ik be
doel maar zo. U bent toch ook
getrouwd enne...".
„Oók getrouwd!" lachte Peter,
„ben jij misschien in het duister
van de nacht aan boord van, de
huwelijksboot geklauterd? Ik heb
kerels de gekste dingen zien doen,
als ze er een paar te veel op had
den, maar trouwen..., neen, dat
heb ik nog niet meegemaakt,
Maar van jou Bill, zou niets me
verwonderen."
„Ach", klaagde Bill, „u slaat
altijd zo door... Heb ik dan een
ogenblik gezegd, dat ik getrouwd
was?"
„Neen, dat heb je niet. Einde
lijk heb je ook eens gelijk. Maar
je had het over er tegen aange-
tippeld te zijn en in jouw geval
zou ik dat voor een huwelijk niet
zo n gekke uitdrukking vinden.
Alleen ben ik bang, dat de onge
lukkige vrouw er meer tegen aan
getippeld zou zijn dan jij. Haar
enige hoop zou dan ook blijven,
binnen niet al te lange tijd wedu
we te zijn. In ieder geval een
schrale troost."
(Wordt vervolgd).
Te wijten aan geringe belangstelling voor algemene
vakken en soms onvoldoende vooropleiding.
Vughterstraai 25 Den Bosch - Markt 32 Tilburg - N«e Ginnekemtr. 23 Breda
-