V, Eindexamenresultaten der M.V.L.S. dit jaar iets minder gunstig SPEEL NIET MET UW OGEN DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 16 JULI 1956 Ze ademen een zeer uitzonderlij ke sfeer, en vooral op lauwe zomeravonden met het water zonder enige rimpeling en de hui zen in stille droomverlorenheid zijn ze rijk aan stemmingen. Van de juffertjes van vermaak in hun kleine kamertjes met de rode lampjes trekt ge u dan maar niets aan, als ge de kant van het Kolk je, dat is in de richting van de een beetje Slavisch aandoende Nicolaaskerl^ opwandelt. Want natuurlijk gaat ge het Kolkje zien, één, van de uniekste stukjes Oud-Amsterdam. Ook de beruchte Zeedijk komt op het Kolkje uit. Nu, daar komen nog altijd veel varensgasten, en in de talloze cafétjes kan het ook nü nog wel eens wild toegaan, ook al is de zaak dan niet meer zo als in de jaren toen Querido zijn ,,Van Nes en Zeedijk" schreef. Zie ook de grachten. ergeet U vooral de vier gro te Amsterdamse grachtengordels niet? Van binnenuit gerekend achtereenvolgens de Singel, de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Vier grachten, vier verschillende aspecten. Dat schreef C. Gimbel reeds. Hij noemde de Singel de werkende, de Herengracht de dromende, de Keizersgracht de deftige en de Prinsengracht de levendige. Dat is nóg altijd zo, al zouden we de Herengracht ook en allereerst de statige willen noemen. Ziet U maar eens de beroemde „bocht" zo tussen de Vijzelstraat en zeg maar de Hartenstraat. Overigens noemen wij en passant ook gaarne nog even de Brou wersgracht en de Leidsegracht. Ze zijn kleiner, intiemer, maar in bepaalde opzichten zéker zo mooi. Ja, er is veel in Amsterdam te zien. We denken aan de oude pakhuizen, die, en dat is uitzon derlijk, nog bijna allemaal in ge bruik zijn. Deze oude pakhuizen vindt men erg fraai op het Prin seneiland. Een tocht met een rondvaartboot door de grachten en de havens is aan te bevelen. Ook de Amsterdamse hofjes mogen U niet ontgaan. We noe men het Begijnenhof aan 't Spui, gesticht in 1346. Wat een milde rust heerst hier, temidden van al le stadsgewoel. Er zijn nog vele hofjes in Amsterdam. Maar het hier genoemde is wel het mooist. Rijk is Amsterdam aan steden schoon. En wanneer wij thans om der wille van de ruimte dit arti kel willen gaan besluiten, dan moet ons meer dan ooit van 't hart, dat we tè beknopt zijn ge weest in onze opsomming van fraaie en interessante dingen. In hoeverre dit dan waar is, onder zoekt U maar eens zélf! Slechts deze raad verblijf liever een dag te lang in Amsterdam dan een dag te kort! de gang van zaken op de school doen blijken en daarbij tevens de industrie vertegenwoordigen. Ook stel ik het bijzonder op prijs, dat de heren F. Mannaerts j en Gragtmans de moeite hebben willen nemen om aan deze bij eenkomst deel te nemen. Deze heren vormden tezamen met de j heer Pelckbans, de commissie, j welke namens de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten- j schappen toezicht op het afgeno men eindexamen heeft uitgeoe- i fend. Deze commissie heeft zich veel moeite gegeven 0111 tijdens 'j dit examen een zo volledig mö- gelijk beeld te verkrijgen van de kennis, waarover de leerlingen beschikken en van de wijze, waarop het onderwijs van de M.V.L.S. is ingericht, en zij heb ben daarbij op zeer prettige wij ze met de leraren samengewerkt, zodat ik alle reden heb van deze gelegenheid gebruik te maken, om hen nog eens hartelijk te danken voor het vele werk, dal zij in het belang van de schooi hebben verricht. Ook hebben zij zich uit hun drukke werkkring willen vrijmaken om aan deze bijeenkomst deel te nemen en een tot hen gericht speciaal woord van welkom is hier dus zeker op zijn plaats. Tenslotte wil ik ook zeker niet nalaten de vertegenwoordigers van de Vak- en Streekners hier in het bijzon der welkom te heten. Voor een school als deze is het een belang van de eerste orde, dat zij een zo uitgebreid mogelijke bekendheid geniet, zowel bij de industrie als bij het publiek. Uit hun tegen woordigheid hier blijkt, dat de genoemde pers daaraan mee wil werken en daar is de school hen dankbaar voor. Voor mij is hier dan altijd een prettige taak weggelegd, want er wordt van mij verwacht, dat ik Ter gelegenheid van de diplo ma-uitreiking op de Middelbare Vakschool voor de Leder- en Schoenindustrie, waarover wij reeds in ons vorig nummer mel ding hebben gemaakt, hield de directeur der school, de heer Ir. J. Roelofs-Heyrmans, de volgen de toespraak: Het is een goede gewoonte, dat de uitreiking van de getuig schriften van de M.V.L.S. aan de leerlingen, die voor het eindexa men zijn geslaagd, niet direct na de beslissende eindvergadering plaats vindt, maar enige dagen later op een voor dat doel spe ciaal georganiseerde bijeen komst. Deze speciale bijeenkomst dient om de betrokken leerlin gen ervan te overtuigen, dat de school het zeer belangrijk vindt dat zij het eindgetuigschrift heb ben behaald. In de eerste plaats natuurlijk voor hen zelf: immers zij staan daardoor aan het einde van hun opleidingstijd en aan 't begin van hun loopbaan in de industrie en deze bijeenkomst betekent dus zeker een mijlpaal in hun leven. In de tweede plaats voor de school, want het is toch zeker een belangriik feit voor de school, dat zij er ook dit jaar in geslaagd is een aantal leerlingen af te leveren, die volgens de uit slag van hun eindexamen vol doende kennis en vaardigheid be zitten om hun loopbaan als as sistent van de bedrijfsleider of afdelingschef in een leder- of schoenfabriek te beginnen. Op deze jaarlijkse bijeenkomst dan, waarvan het doel U hier boven in het kort beschreven werd, heb ik het genoegen al len harteliik welkom te heten. In het bijzonder verheug ik mij over de aanwezigheid van enke le leden van het bestuur van de school, die door deze aanwezig heid van hun belangstelling voor dadelijk de getuigschriften aan de geslaagden zal uitreiken en dat is natuurlijk een dankbaar werk. Alvorens dat te doen, zou ik hier gaarne nog even nader op de resultaten van dit school jaar willen ingaan Over deze re sultaten kan ik slechts gedeelte lijk tevreden zijn, want van de 28 candidaten zijn er in totaal 4 afgewezen en dat is voor een school, die een opleiding geeft voor een bepaalde loopbaan, die men zich zelf gekozen heeft, toch eigenlijk te veel. Bovendien zijn er dit jaar maar weinig werke lijke uitblinkers en dat hebben wij andere jaren ook wel eens beter gehad. Wanneer men er zo over denkt, dan gaat men na tuurlijk ook nadenken over de oorzaken van dit naar verhou ding wat mindere resultaat, en dan kom ik daarbij tot de vol gende punten: 1. Nog steeds beseft men niét voldoende, dat men de vakken, die naast de theorie en praktijk van de lederbereiding en machi nale schoenfabricage gegeven worden, in zijn toekomstige functie al even hard nodig heeft als de kennis van het eigenlijke vak zelf. Iemand die een leiden de functie in een bedrijf be kleedt, moet natuurlijk wat van het vak weten, maar daarnaast moet hij zeker al evenzeer over een basis beschikken op alge meen technisch en organisato risch gebied en dat is dan ook wat wij van de eindexamen-can- didaten eisen. Die eis is dus in het belang van de leerling zelf, maar zeker al evenzeer in 't be lang van de industrie. Bij de leerlingen komt echter (de'goe den niet te na gesproken) 'nog steeds te veel de instelling voor, dat men een voldoende cijfer voor die meer algemene vakken al genoeg vindt en zich daar dus niet zo sterk voor inspant. Deze instelling is fout en veroorzaakt niet alleen moeilijkheden of min dere resultaten bij het eindexa men, maar deze moeilijkheden zullen zich zeker ook in de late re loopbaan kenbaar maken en dan kost het nog veel meer in spanning om de bestaande ach terstand in te halen. Dat b.v. de organisatorische kant van de opleiding in de te genwoordige tijd steeds belang- rnker wordt geacht, blijkt ook wel uit het feit dat het bestuur van de school op het ogenblik bezig is een aanvullende cursus voor oud-leerlingen met vol doende ervaring in het bedrijf (aeze cursus is dus niet bestemd voor de leerlingen, die nu juist eindexamen gedaan hebben) op dat gebied te organiseren. Ei genlijk wordt de inhoud van die cursus niet geheel door de naam „bedrijfsorganisatie" gedekt, want als ik U vertel dat tijdens die cursus o.a de onderwerpen „personeelsbeleid" en „belo ningsstelsels" behandeld zullen worden, dan blijkt daar wel uit, dat men voor die cursus eigen lijk beter het meer algemene' En gelse woord „management" zou kunnen gebruiken. Het rond schrijven aan de industrie, waar door de bedrijven de Teleenheid krijgen bepaalde personen voor deze cursus naar voren te bren gen, zal binnen enkele dagen worden verzonden. Uit dit voor beeld blijkt toch wel zeer duide lijk, dat ook de industrie, welke immers sterk in het bestuur is vertegenwoordigd, er van over tuigd is, dat dergelijke meer al gemene vakken voor de leidende krachten in het bedriif van groot belang zijn. 2. Als tweede oorzaak,, waar door mindere resultaten kunnen worden verkregen, wil ik nog de vooropleiding noemen. Ik heb er tijdens deze jaarlijkse bijeen komsten reeds enige keren de nadruk op gelegd, dat het wel mogelijk is de school te volgen na het afleggen van een toela tingsexamen, maar dat er onder die omstandigheden toch steeds veel meer van de werkkracht en het initiatief van een leerling gevergd wordt dan wanneer hij in het bezit is van het diploma 3-jarige H.B.S. of Mulo B. Nog maals wil ik daarom van de ge legenheid «ebruik maken dooi de ouders van toekomstige leer lingen er op te wijzen, dat de beste vooropleiding voor 't vol gen van de M.V.L.S. toch zeker is 3 jaar H.B.S. of een Mulo-op- leiding tot diploma B. Wanneer er dus gelegenheid bestaat deze toekomstige leerlingen die voor opleiding te laten volgen, dient daar in hun eigen belang zeker de voorkeur aan te worden ge geven. Als belangrijk feit in de ge schiedenis van de school zou ik hierna ook nog willen naar vo ren brengen, dat het jammer is dat zich in het laatste jaar min der gegadigden voor de' tste klas van de afd. lederbereiding heb ben opgegeven dan daarvoor. Ook de lederindustrie heeft de gediplomeerden van deze school hard nodig, zodat er voor hen, y?¥Jneer zij .iets in hun mars hebben, ook in die industrie van een goede toekomst gesproken kan worden. Ik geloof, dat ik nu al lang genoeg aan het woord geweest ben en dat er hier velen aanwe zig zijn, die er hard naar verlan gen dat ik nu maar met de uit reiking van de diploma's zal be ginnen. Ik zal hen dan ook maar met langer laten wachten, maar wil hen er toch nog even op wij zen dat zij door dit diploma nog maar aan het begin van de lange weg staan, die naar het bedrijfs- kuderschap voert. Alleen door steeds doorgaande zelfstudie en het besef, dat zij in dit begin stadium nog zeer veel van ieder, die reeds lang in een bedrijf werkzaam is, kunnen leren, zul len zij zich in een dergelijke ver antwoordelijke functie op hun plaats kunnen voelen. Ik wens hen allen toe, dat zij later d" voldoening zullen ondervinden, die in dat zo interessante en daardoor boeiende werk verbor gen ligt. rWegens afwezigheid van de voorzitter van 't schoolbestuur, burgemeester J. L. P. M. Teijs- Sbn, die wegens ambtsbezigheden verhinderd was deze bijeen komst bij te wonen, wenste hier na dhr. Aug. Mannaerts, voor zitter der Ned. Federatie van Schoenfabrikanten, de geslaag den geluk met het behaalde re sultaat en hij sprak de hoop uil dat de idealen van elk van hen in vervulling zouden mogen gaan. Hij wees erop dat zij zich sjraks zouden moeten aanpassen aan de wetenschap van bedrijfs leiders en werkmeesters en spoorde de geslaagden aan voor géen enkels moeilijkheid uit de weg te gaan. De heer Manaerts drukte hun, die in de schoenin dustrie gaan werken, op 't hart, alle aandacht te besteden aan de afwerking van de schoenen, die in Nederland momenteel wel iets te wensen overlaat. Deze slor digheid wreekt zich en de symp tomen hiervan zijn reeds merk- BRILLEN SPECIALIST VAN MAAREN zorgt voor „DE JUISTE BRIL" I Brillenspecialist VAN MA AREN baar in de grotere invoer van buitenlands schoeisel, dat beter is afgewerkt. De gecommitteerde, de heer F. Mannaerts, wenste de geslaag den geluk namens de examen commissie en onderstreepte nog eens duidelijk de woorden van de directeur: dat de geslaagden door dit diploma nog maar aan het begin van een lange weg staan, waarvan hij hoopte dat deze suksesvol zou mogen zijn. Ten slotte sprak de heer Man naerts de hoop uit, dat hij nog vaker als gecommitteerde op de M.V.L.S. zou mogen terugkeren. De heren J. de Steenhuysen, Piters en P. Bolsius dankten na mens de geslaagden het school bestuur, de directeur, de leraren en gecommitteerden. DE WERELD ROND FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN' WILDE VAART Door ALLAN PENNING. 30) Hoe meer zijn woede af koelde, hoe meer hij inzag, dat de ouwe groot gelijk had en hij er nog betrekkelijk goed was afge komen. De verdere dag verliep rustig. Bill deed zijn werk en beperkte zijn bewegingen tot eigen domein, zodat hij de gezagvoerder niet meer te zien kreeg. Maar in de avond liet 'Peter Wins hem roe pen en alsof er niets gebeurd was, maakte hij een praatje over koe tjes en kalfjes. Bill McLeod voel de zich opgelucht. De storm was voorbij, het zonnetje scheen weer en de prettige gemoedelijke stem ming aan boord van de „Ping- Ho" was teruggekeerd. De naam van Arabella, noch 't incident op de kade van Port Swettenham werden door Peter Wins aangeroerd en het leven lachte Bill McLeod weer toe,, tot dat de „Ping Ho" in Saigon an ker liet vallen en hij daar een brief vond. Het gebeurde begrij pelijkerwijze nimmer, dat er een brief kwam voor Bill, zegge en schrijve William McLeod Esqui re. Familie, althans familie die hem nog wilde kennen, had hij niet. Vrienden bepaalden zich tot een stuk of wat kroeglopers, die als regel niet bijster vaardig wa ren met de pen. Er was kip noch kraai op de wereld, die zich voor het bestaan of het welzijn van Bill McLeod interesseerde. En daar lag nu de brief... Zoals een ouwe jongejuffrouw de stuipen op het Lijf krijgt, wan neer ze een telegram ontvangt, dat volgens de algemeen geac cepteerde opvattingen minstens een doodsbericht moet behelzen, zo ook schrok Bijl zich een puist. Een brief kan nooit een pretti ge boodschap zijn en een kwar tier lang draaide hij het griezelig document van voren naar achter en van achter naar voren. Maar het adres in onzekere hanepoten gekrabbeld, bleef hetzelfde en met een zeker gevoel van trots las hij nogmaals: „William McLeod Esquire" en zacht zei hij tegen H Na een week lang de we reld door de gekleurde kermis- bril te hebben bekeken, moeten wij u helaas weer confronteren met de dingen des dagelijksen levens, die, hoezeer zij soms ook naar het fantastische neigen, toch niet het feestelijke, gepavoiseerde en gespiritualiseerde karakter hebben van acht kermisdagen. Wij mogen echter veronderstel len dat na een dag frisse en vro lijke arbeid de kermisbezinksels uit u zijn weggespoeld, zodat ge weer met de naarstigheid en nuchterheid, de Waalwijker ei gen, het wispelturige leven zult tegemoet treden. En daarbij zult ge u ongetwijfeld met hart en ziel toeleggen op de meest mense lijke aller hartstochten: het bevei- igen van have en goed. Want zonder uw bezitje van centjes, meubeltjes, vloerkleedjes, schilde rijtjes, ringetjes oorknopjes, hals bandjes, zilveren bestekjes, ja ponnetjes en costuumpjes voelt ge u een naakt mensje temidden van het barre en meedogenloze na tuurgeweld. Uw hele leven lang werkt ge voor al deze dingetjes en ge zoudt er nooit en te nimmer afstand van kunnen doen, omdat ge dan in het oog van alle an dere mensen ineens niets meer zoudt zijn. Misschien hebt ge thuis of elders een kluisje, waarin al uw bankbiljetjes en goud en ziver in opgeborgen zitten. Mis schien hebt ge niet meer dan zo'n bazartrommeltje met een ingeni eus uitziend slotje, dat hoege naamd geen beveiliging is, om dat de eerste de beste inbreker met kistje en al aan de haal gaat om het elders op z'n gemak open te peuteren. Maar de mens heeft nu eenmaal die primitieve opvat ting dat alles wat achter slot zit veilig is. Er zijn echter ook lieden, die niet bijster veel vertrouwen heb ben in geldkistjes of het slot van de linnenkast en zich dag en nacht het hoofd suf peinzen op n vernuftig beveiligingssysteem. Zo n man is ook de Belg Pierre Victor. Zijn aardse goederen gin gen hem zo ter harte, dat elke ongewenste bezoeker van een listig opgesteld geweer een loden injectie kreeg zodra hij de deur opende. De mens vergeet echter wel hens de kuilen die hij voor een ander graaft en zo kon het dan gebeuren, dat onze Pierre een dezer dagen vergat het me chanisme buiten werking te stel len en daardoor zelf de volle la ding kreeg. Hij leeft nog, maar zint toch op een ander beveili- gingsmiddel. Zo ziet ge dat ge toch eigen- zichzelf: „Dat ben jij, Bill, Willi- j am McLeod EsquireDat had j jij niet gedacht, een paar jaar ge- leden, toen ze je haveloos het zeemans-huis indroegen", maar tegelijkertijd kroop de onbestem de angst weer naar boven. Hij vermande zich en scheurde de enveloppe open. Met elk woord steeg zijn verbazing. Het begon al direct veelbelovend met: „Mijn liefste William" en het fraais kwam natuurlijk van de kip-met- kerry-dame uit Port Swettenham. De eenzaamheid drukte de scho ne Arabella en zij luchtte haar hart met merkwaardig poëtische ontboezemingen, die aan de pen van een begaafd romanschrijver schenen te zijn ontsnapt. Loenser dan ooit las Bill het merkwaardige epistel, gericht aan „Mijn liefste William". „Sedert ik uws nobel krakter heef leren kenne, zal de son niet meer voor mijn schijne totdat gij weder aan mijn boesem zal rus ten, ook bid ik Alia dat gij we der behouwe hierzo zal terugke- re mijn erop verheugent uws ge liefde stem werom te moge hore weest gegroet mijn dierbare wil- liam en gloof in mijn diepe en onbazugtige liefde dat Alia u be hoede word u toegewenst door uws u liefhebbende Arabella Gonsalez. p.s. Uws kan dcrop rekene asdat ik de beste ajam zal beware voor j uws terugkomst." HOOFDSTUK 10. Bevat bijna indiscrete onthullin gen over het liefdesleven van Bill ien zijn ontsnapping aan het huwelijksjuk. Een wijs man had ongetwij feld het epistel met bekwame spoed aan de goede zorgen van diep-zee-vissen toevertrouwd, maar, wanneer je na een jaar of twintig voor de eerste maal weer eens een brief ontvangt, bekijk je zo n document door een andere bril. Dat Bill er blij mee was en het „billet doux" met reverentie aan zijn lippen bracht, kan on mogelijk als waar verhaald wor den, maar hij nam het geval ern stig en dat was er natuurlijk al glad naast. Bill zat lelijk met het geval in. Van het juiste verloop van het feest bij de schone Ara bella herinnerde hij zich machtig weinig en zeer zeker herinnerde hij zich niets van tedere ontboe zemingen of iets anders dat zijn Dulcinea tot dit liefdes-epistel zou hebben kunnen verleiden. Gode zij dank was de verhou ding met de ouwe weer geklaard en misschien, dacht Bill, was het aan te bevelen, om de kap. maar in het onaangename avontuur te betrekken. Tenslotte was de ouwe goed vertrouwd met pen en inkt, want, als hij terug moest schrij ven, deed hij het maar liever met behulp van iemand, die wist hoe ver je kan gaan. Bill McLeod stel de, zoals zo velen, het zetten van een handtekening buiten de mon ster-rol, gelijk met het tekenen van eigen doodvonnis. Na tafel legde hij het geval voor aan zijn gezagvoerder. Peter Wins kon een lachje van stille verkneutering met moeite onderdrukken. Stel je voor een vrouwspersoon, die waarachtig verliefd was op Bill en nog wel met een onbaatzuchtige liefde en dan de manier, waarop Bill het naar voren had gebracht. „Kap'tein", had hij gezegd, „u bent er zelf tegen an getippeld, dus u bent, om het zo maar 's te zeggen, een man met ervaring." „Tegen aan getippeld, Bill?" had Peter verwonderd gevraagd, want nog was het bestaan van 't liefdes-document voor hem een geheim, „waar ben ik tegen aan lijk maar beter niets kunt bezit ten. 1 Evenals wij zult ook gij gedu rende de laatste maanden met enige bevreemding en wantrou wen hebben geluisterd naar de Russische vredesdoffer, die zich schor gekoerd heeft om duiven van allerlei pluimage de Moskou- se duiventil binnen te lokken. Dat de melkers van het Kremlin niets onbeproefd laten om de rest van de wereld te bekeren en tot an dere inzichten te brengen ten aan zien van Rusland,kunt ge dage lijks met vette letters in de krant lezen. Zij zijn er zelfs niet voor teruggedeinsd om de eens zo ge vierde en trouwe bloedhond Josef Stalin nog doder te slaan dan hij al was. Hiji is zogezegd tot moes geslagen, hetgeen te gemakkelij ker ging, omdat hij toch niets te rug kon doen, waaruit ge eens en te meer kunt vaststellen dat de Russische terreur altijd tegen de weerlozen te keer gaat en deze vernietigt. j Hoe dan ook, er zijn vrij grote veranderingen in de Sovjet-Unie en de satellietlanden te bespeu ren. De houding tegenover het buitenland is wat minder strak en wat opener geworden en ook het binnenlands regiem schijnt wat menselijker te worden. Zo op het eerste gezicht is dit een reden om „hei!" te roepen, inaar door schade en schande wijs geworden zijn we toch nog wat voorzichtig. Want het is deksels goed mogelijk, vrienden, dat dit alleen maar wat uiterlijke poespas is. Men heeft wellicht ge merkt, dat er met de tot nu toe gevogde poliiek niets bereikt wordt, zodat men het eens over een andere boeg wil gooien, zon der dat er in wiezen iets veran dert. Het is immers maar al te dikwijls gebleken dat het commu nisme wel zijn methoden veran dert, maar nooit zijn principe. In een gestencild geschrift, dat wij dezer dagen van de Soviet- ambassade kregen toegezonden en dat handelt over de afschaf fing van de persoonsverheerlij king en de gevolgen daarvan, stuit men om de haverklap op de woorden „strijd voo'r wereldvre de" en „strijd voor de democra tie De zo bloedig onderdrukte opstand in Poznan (de toestanden waren daar zo heerlijk democra tisch!) wordt natuurlijk op reke ning geschreven van buitenland se agenten en provocateurs.Voor al de Amerikanen schijnen de grootste schurken te zijn die men zich denken kan. Er wordt ver der in gezegd dat wij u en wij dus allemaal in sprookjes ge- getippeld, zoals je het zo bloem rijk uitdrukt?" „Nou zei Bill, die wel voelde, dat hij het geval niet bijster di plomatiek had aangepakt, „ik be doel maar zo. U bent toch ook getrouwd enne...". „Oók getrouwd!" lachte Peter, „ben jij misschien in het duister van de nacht aan boord van, de huwelijksboot geklauterd? Ik heb kerels de gekste dingen zien doen, als ze er een paar te veel op had den, maar trouwen..., neen, dat heb ik nog niet meegemaakt, Maar van jou Bill, zou niets me verwonderen." „Ach", klaagde Bill, „u slaat altijd zo door... Heb ik dan een ogenblik gezegd, dat ik getrouwd was?" „Neen, dat heb je niet. Einde lijk heb je ook eens gelijk. Maar je had het over er tegen aange- tippeld te zijn en in jouw geval zou ik dat voor een huwelijk niet zo n gekke uitdrukking vinden. Alleen ben ik bang, dat de onge lukkige vrouw er meer tegen aan getippeld zou zijn dan jij. Haar enige hoop zou dan ook blijven, binnen niet al te lange tijd wedu we te zijn. In ieder geval een schrale troost." (Wordt vervolgd). Te wijten aan geringe belangstelling voor algemene vakken en soms onvoldoende vooropleiding. Vughterstraai 25 Den Bosch - Markt 32 Tilburg - N«e Ginnekemtr. 23 Breda -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 6