VLIJMIT0 II verheugend initiatief van l Net vacantie naar Canada Gemeenteraad Heusden Historische straatnaam Verdere uitbreiding scheepswerf 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 1 OKTOBER 1956 2 Vlijmense Middenstand ESén of twee Reünies - en dat Brandend maagzuur is geblust - on-mid-del-lijk! WILDE VAART De raad der gemeente Heusden kwam donderdag 27 september j.l. voltallig in openbare verga dering bijeen. Bij de behandeling van de in gekomen stukken deelde de voor zitter, de Edelachtb. Heer A. van Delft, mede, dat nog diverse ge lukstelegrammen waren ingeko men in verband met de officiële ingebruikstelling van het nieu we stadhuis, o.a. van de burge meester van Waalwijk, van de watersportver. „Nepiunus" uit 's-Hertogenbosch en van de Ver enigde Rivierzeilers. Van de ambtenarenorganisatie ARKA was een circulaire inge komen, waarin deze de gemeen tebesturen aanspoorde de 6 loonsverhoging van het gemeen- tepersoneel te doen ingaan met ingang van 1 juli 1.1.. Op voorstel van B. en W. werd hiertoe besloten. Over een verzoek van een de putatie van „De Heerlijkheid De Witte Burcht" om een gedeelte van het Burchtplein een andere benaming te geven, n.l. Hertogin Johanna van Brabantstr., werd druk gediscussieerd. Nadat de heer van Herpt het woord hierover had gevraagd, sprak deze als volgt Mijnheer de Voorzitter, Ik kan er mij volkomen mede verenigen dat aan bepaalde stra ten in Heusden namen worden gegeven van historische perso nen, alleen vraag ik mij af of in het geval dat U hier aan de orde stelt, het wel juist is dat in Heusden zelf deze naam tot ui ting wordt gebracht. Naar mijn bescheiden mening zit er aan deze naam een histo rische'betekenis ten goede, doch ook een die Heusden nu een niet zo glansrijke naam achterlaat en wel in de latere geschiedenis. Zeker, Vrouwe Johanna, Her- toginne van Luxemburg, van Lotharingen, van Brabant, van Limburg, Markgravinne des Hei ligen Rijks, heeft bij brieve in dato 1356 den Ouden Schutters gegeven ten behoeve van den zei ven den Rijksweirdt geheten Fuskénsweirdt (deze geschreven met F en niet met V zoals in het verzoek is gezet) gelegen op Heusden tusschen den Groten Rijksweirdt en Bern; gereno- veert bij hertoge Willem van Beieren, grave van Henegouwen, van Holland, Van Zeeland en Heer van Friesland bij brieve in dato 1357. Het oude St. Jorisgilde heeft in 1856 nog zijn hoogtijdag ge had bij de viering van het 500- jarig bezit van de Fuskenswaard. In 1956 bestond het Gilde niet meer en toch heeft men herdacht dat het 600 jaren geleden was dat haar ten eeuwigen dage was geschonken de Fuskenswaard. Als wij nu even nagaan, dat het St. Jorisgilde in 1897 defini tief is opgeheven, dat de bezit tingen, behalve de effecten, bij verkoop 83.000 opbrachten en men vraagt zich dan af, voor welk doel die 83.000 zijn aan gewend, dan meen ik dat voor zeker Johanna van Brabant een grote daad gedaan heeft met de Fuskenswaard te schenken aan het St. Jorisgilde, maar dat het betreurd moet worden, dat men het St. Jorisgilde heeft laten uit sterven en, zoals de volksmond het aangeeft, nu niet voor een doel waar men thans nog trots op moet zijn; naar mijn mening zit in deze historische benaming een wrange nageschiedenis en ik vraag mij af of men dit niet be ter zou kunnen laten uitsterven. Ik meen dat Heusden wel his torische personen heeft gehad, waaraan geen wrange geschiede nis is verbonden laat ons die eren. Er is wel eens gesproken over de Heemkundekring Onzenoord, om die hierbij in te schakelen; deze heeft haar werkkring over geheel deze streek; als men deze eens namen op liet zoeken uit de historie, zou zulks niet verkies lijker zijn. Mijnheer de Voorzit ter, ik zou in deze liever de naam „Sofiastraat" verkiezen ter ge dachtenis aan haar, aan wie Heusden zijn wapen te danken heeft. Mijnheer de Voorzitter, ik dank U. De heer Verschuur zag liever een ander gedeelte van 't Burcht plein met die nieuwe naam ver eerd. Na gehduden stemming werd het verzoek met 10 tegen 1 stem ingewilligd. De heer van Herpt stemde tegen. Bij de aanbieding van de ge meente- en bedrijf sbegrotingen 1957 stelde de voorzitter een commissie van onderzoek in, be staande uit de heren Verschuur, A. Buijs, te Vruchte, Deurlooen Brink. Verder waren er nog verzoeken ingekomen om vergoeding ex art. 13 der L.O.-wet voor scliool- bezoek op lange afstand, o.a. van de heten C. Oost, H. van Helden en A. J. van Oosterhout. Alle verzoeken werden inge willigd. Van de Haan en Oerlemans, Scheepswerf N.V. alhier, was een schrijven ingekomen, Waarin werd medegedeeld dat de dijk- omlegging, waaraan momenteel druk wordt gewerkt, zeer waar schijnlijk nog een uitbreiding zal moeten ondergaan. De voorzitter verzocht de raad machtiging te verlenen om, in dien nodig, de nodige credieten hiervoor te verstrekken, opdat het werk geen stagnatie zal on dervinden. De heer v. Herpt zou graag 'n situatieschets van deze terreinen met de eventuele verdere uitbrei ding ter tafel hebhen gezien. Spreker bracht tevens de wal- lenkwestie nog eens naar voren. Bij gebrek aan -een situatie schets gaf de heer Rijke, direc teur der scheepswerf, een over zicht van de te verrichten werk zaamheden. Het gehele plan staat onder toezicht van het ar chitectenbureau Hooijkaas, het welk volgens de voorzitter toch wel vertouwen wekte. De raad verleende hierna de gevraagde machtiging, waarna de vergadering werd gesloten. an zaterdag 6 t/m zondag 14 oktober a.s. zal de Vlijmense mid denstand in een groot opgezette tentoonstelling de inwoners der gemeente laten zien wat zij te bieden heeft. Daarmee leveren de Vlijmense middenstanders het be wijs dat zij deze tijd verstaan en alles in het werk stellen om de grote concurrentie in prijs en kwa liteit het hoofd te bieden. Dit is uiteraard alleen met sukses mo gelijk wanneer kwaliteit en ser vice het devies is van steeds fris se en nieuwe activiteiten. Het houden van een grote mid denstandstentoonstelling is het middel bij uitstek om met nadruk te wijzen op de realiteit van goe de kwaliteit en zo groot mogelij ke service in de middenstandsbe- drijven. Dit is dan ook het doel van de Vlijmito II, die men graag alle sukses toewenst, omdat hier een bewijs van durf en voortva rendheid getoond wordt. In 1949 heeft de Vlijmense middenstand zich aaneengesloten in de Vlij mito I, die een onverdeeld sukses is geworden. En ook deze tweede expositie zien de initiatiefnemers met groot vertrouwen tegemoet. Een belangrijke factor s uiteraard het weer, dat ons in de afgelopen zomer zo lelijk in de steek gela ten heeft. Maar het tentoonstel lingscomité is er vast van over tuigd dat het goed weer zal zijn, dus De tentoonstelling zal worden gehouden op het „Plein" in een grote tent met een expositieruim te van 770 m2, die zal worden bezet door 31 stands, waar arti kelen van de meest uiteenlopende aard zullen worden getoond en... aangeprezen, want de verkoop is mede een belangrijk doel van de ze expositie. Men heeft deze tentoonstelling geplaatst in een zeer attractief raam van amusement en ontspan ning. Van velerlei attracties zal men kunnen genieten in een twee de tent, welke aansluit bij de ex positietent. De tentoonstelling zal worden geopend door burgemees ter J. van Hout op zaterdag 6 ok tober des middags om 4.10 uur. Voordien zal de harmonie Con cordia een muzikale wandeling naar het tentoonstellingsterrein maken. Na de opening zal „The Woolton Jazzsociety" tot 8 uur zorgen voor de muzikale entoura ge. Van 8 tot 11 uur dansen in het Danstheater. Zondag brengt het optreden van Brabants groot ste komieken en eveneens dansen. De expositie is dan geopend van 2—10 uur. Woensdag brengt o.m. een speciale kindermiddag met goochelen en poppenkast, terwijl de kinderen tevens een tractatie zullen ontvangen. 's Avonds om 7.30 uur groot concert door harmonie Concordia, het „Vlijmens Mannenkoor" en „Vlijmens Dameskoor". Na af loop groot bal. Donderdag brengt een zeer aantrekkelijke bonte avond met een aantal bekende radioartisten, o.a. Tom Erich en zijn solisten, Jan de Cler (confe rences), Johnny Meyer (accor deon) en J. Aerts (radiozanger). Ook zaterdag en zondag zullen de danslustigen hun hart weer kun nen ophalen. De expositie wordt gesloten op zondag 14 oktober des avonds om 9 uur. Wij wensen de initiatiefnemers van de Vlijmito II gaarne alle sukses en hopen dat deze exposi tie moge leiden naar het doel waarvoor zij is georganiseerd. Dat is voordeel extra met RenniesU bent nooit in twijfel over het resultaat. „Zou het helpen?" is nooit in het ge ding, want Rennies helpen on-mid- del-lijk, van de ene minuut op de an dere. En zo is de zuurbrand nauwelijks uitgeslagen of dat simpele tabletje gesmolten op Uw tong heeft die sner pende pijn in de kiem gesmoord. Pro beer 't met Rennies, bij de eerste aanval de beste, dat U een hap eten verkeerd valt 'en de zuurbrand! dreigt op te stijgen van Uw maag tot hoog in de keel. „Stop!" zegt Uw Rennie en de brand; is geblust. IV. De verrassing, die wij bij onze terugkeer van „the cabin of un cle Tom" thuis kregen, was de aankomst van onze Amerikaan se vrienden uit Grand Rapids. We hadden hen een jaar of acht geleden voor het eerst ontmoet op een vacantiereis naar Lugano en sindsdien hebben we regel matig met hen in corresponden tie gestaan. Toen zij van onze voorgenomen reis naar Canada hoorden, volgde direct een har telijke invitatie tot een bezoek aan de Ver. Staten en werden de formaliteiten tot het verkrijgen van een z.g. „Affid-avit" door hen vervuld. Onze vriend is een Bolswarder van geboorte, die in zijn geboortestad als jongeman werkzaam was in een kruide nierszaak, doch in '10 reeds naar Amerika emigreerde. Hij is dus met recht een „old-timer", even als trouwens zijn vrouw, die reeds als tweejarig kind met haar ouders naar de Ver. Staten ver trok. Zij is in Gaasterland gebo ren Beiden spreken echter nog voortreffelijk Nederlands en nog liever bedienen zij zich van de Friese taal of het Bolswarder di alect. Onze vriend is thans eige naar van een florerende zelfbe- deningszaak, een z.g. „super market", waarin practisch van alles op het gebied van voedings- en genotmiddelen is te krijgen. Niet alleen dus kruidenierswa ren, maar ook verse groenten en fruit, vlees en vleeswaren uit ei gen slagerij, enz. Op weg naar de Niagara-Falls- Als men Canada bezoekt, moet men beslist de Niagara-water- vallen gaan bezien. Dat is een toeristische noodzakelijkheid, even noodzakelijk als een bezoek aan Marken is voor de Ameri kaan, die Nederland in één dag „doet". Alvorens dus met onze vrien den naar de Ver. Staten te ver trekken, hebben we met hen een uitstapje naar deze wereldbeken de watervallen gemaakt. Zij lig gen ongeveer 275 km. van Sar- nia verwijderd, maar dat is vol gens Amerikaanse begrippen maar een „hanestap". Op de tocht er heen maakten we kennis met 't prachtige en af wisselende landschap van Zuid- Ontario. Welvarend, volgens on ze Nederlandse begrippen, leek het landschap niet. We misten ei' althans in grote gedeelten het heldere groen van onze weiden. De weilanden waren er vrij dor en ook de stoffering met hef zwarte of roodbonte vee en de heldere boerderijen, zoals wij dat gewend zijn, troffen we ner gens in die bekoorlijkheid aan die ons eigen land biedt. Na tuurlijk was er wel vee hier en daar, maar de hoofdzaak was toch mais- of korenbouw. Wan neer een boer Holsteiner of Friese koeien er op na houdt, dan wordt dit vaak op een soort uithangbord, bij de ingang van de farm, kenbaar gemaakt. Enkele malen reden we voor bij een kalkoenen- of kippen farm, waar we duizende kalkoe nen of kippen bijeen zagen. De kalkoen is een nationale lekker nij op de feestdis van de Cana dees. Zelfs zagen we dicht bij Sarnia een alligatorfarm, waar dit klein soort krokodil werd gekweekt. Veilig verkeer. Op het gebied van veilig ver keer kunnen wij Nederlanders van het „land van de auto" nog wel een lesje leren. Als men zich niet op een Highway bevindt, is stoppen bij elke wegkruising verplicht en hieraan wordt ook stipt de hand gehouden. Op de Highway zelf wordt flink door gereden, doch op minder brede gedeelten of in de nabijheid van bebouwde kommen is al spoedig een speedlimit (maximum snel heid) van krachi, welke varieert van 3050 mijl. Over het algemen tonen de Ca nadese en de Amerikaanse auto mobilist een beheerst en welle vend chauffeur te zijn, die ook een ander zijn plaats op de weg gunt, zelfs al is dit een voetgan ger. Vaak hebben we gezien dat auto's stopten om voetgangers, die aan de kant van de weg ston den, de gelegenheid te geven om over te steken. Bij de duizenden mijlen, die we in deze vacantie hebben afgelegd, hebben we geen enkel auto-ongeluk zien gebeu ren of de gevolgen van een ern stige aanrijding .waargenomen. Uiteraard komen deze hier ook wel voor, vooral op de maande lijkse Hollidays of tijdens de weekends, doch hun aantal is niet in evenredigheid met het aantal verkeersongelukken in ons land, wanneer men met het enorm aantal auto's dat hier rijdt, rekening houdt. Bezienswaardigheden. We zijn dus, op weg naar Nia gara-Falls en passeren London, een mooie grote stad met 125.000 inwoners. Dit is een belangrijk agrarisch middelpunt van Zuid- Ontario, met prachtige gebou wen en fraaie publieke parken. Hier zouden we best een paar uren willen zoek brengen, maar daarvoor is thans helaas geen tijd en we razen alweer voort op Highway no. 2. Zo langzamerhand krijgen we trek in een kop koffie. Nu, daar is onze Amerikaanse gastvrouw wel voor klaar. We hebben hier niet, zoals in Nederland, om de paar kilometer een aardige uit spanning, maar wel vindt men hier de z.g. roadside-tables, dat zijn houten tafels met aan weers zijden zitbanken er aan beves tigd. Ze staan meestal op uitge zochte plaatsen, onder lommer rijk geboomte, aan de kant van de weg. Een kleedje wordt over het tafelblad gespreid, de ther mosflessen komen achter uit de auto en in een minimum van tijd zitten we, temidden van dit met natuurschoon en zonnewarmte rijk gezegende land, te genieten van een verrukkelijke kop kof- fie-met-toebehoren. Lang kan ons oponthoud ech ter niet duren, want er staat voor vandaag nog heel wat op het programma. In Brantford ervaren we, dat Canada, ondanks het feit dat het niet op een geschiedenis van eeuwen kan bogen wat z'n volks bestaan betreft, toch reeds zijn grote mannen heeft voorge bracht, die aan de wereld on schatbare diensten hebben be wezen. We brengen er een be zoek aan het ouderlijk huis van Dr. Alexander Graham Bell, de uitvinder van de telefoon, dat geheel als telefoonmuseum is in gericht. Op 10 augustus 1876 bracht Bell in dit huis de eerste telefonische verbinding tot stand met Paris, een plaats op 10 km. afstand van Brantford, waarmee hij de grondvorm had geschapen van de telefoon zoals die tbans overal ter wereld nog wordt ge bruikt. Een bezoek aan „The Bell Homestead" is zeer interes sant en leerzaam en evenals aan vele andere Canadese musea kosteloos. Bij onze verdere tocht naar de Niagara-Falls komen we door de Betuwe van Ontario: het fruit- land. Mijlen en mijlen ver strekken de boomgaarden zich hier uit langs de prachtige vierbaans Queen Elizabethroad. Ontzet tend veel perziken worden hier geteeld, die met hun zachte pas teltinten een wondere bekoring geven aan dit schitterende, zon overgoten landschap. Hier en daar staan welverzorgde gebouw tjes langs de weg, waar men het verse, pasgeplukte fruit tegen billijke prijs kan kopen. Een enorme slof grote, rijpe perziken I a on pond) kost slechts <p u.oU. Inmiddels merken we wel aan het verkeer, dat we een druk toeristencentrum naderen. De prachtige, tweekleurige wagens suizen onafgebroken in beide richtingen langs deze ideale ver keersweg. Iedereen schijnt bier in een nieuwe wagen van 't laat ste type te rijden en de dure klasse-wagens, die we in ons land sporadisch zien, zijn hier gemeengoed, niet zelden het ei gendom van een Canadees, die als fabrieksarbeider zijn kost verdient. De Niagara-Falls. We rijden in de stroom mee, passeren het welvarende St. Ca- theriens en bereiken dan weldra ons doel van deze dag: de Nia gara-Falls. De aanblik van beide water vallen is overweldigend. Ze zijn resp. 48 en 51 meter hoog en niet minder dan 762 en 396 meter breed. De breedste, de z.g. Hor seshoe Falls, zo genoemd van wege zijn hoefijzervorm, bevindt zich op Canadees gebied en recht tegenover ons zien we de Ameri can Falls, die zich op het grond gebied der Ver. Staten bevindt. Op de achtergrond ligt de naar deze watervallen genoemde Ame rikaanse stad met circa 100.000 inwoners. Het onafgebroken gedonder der duizenden en duizenden ku bieke meters water, die hier per uur naar beneden vallen en enor me wolken waterspettertjes doen opstijgen, is indrukwekkend, 't Is geen wonder, dat dit punt tot de druktst bezochte toeristen plaatsen van Amerika wordt ge rekend. Ook nu staan van de vroege morgen tot de late avond de toeristen bij duizenden van dit grootse natuurverschijnsel te genieten. Hun auto's staan in kilometerslange rijen, vijf, zes naast elkaar, langs de wegen ge parkeerd. Zowel aan Amerikaanse als aan Canadese zijde is zeer veel aandacht besteed aan 't natuur schoon van het landschap. Over al vindt men grote, goed onder houden en met fraaie, kleurrijke bloemen en schitterende boom groepen versierde parken. Hier in is het prettig wandelen en bo vendien heeft men er prachtige „uitzichten" op de Falls. Kortom genieten op velerlei wijze, niet met minst ook van t ideale zomerweer en de heer lijke warmte. Iedereen loopt dan ook in de luchtigste kleren, waaraan vooral door de dames veel zorg wordt besteed. Het lijkt hier wel een groot feest te zijn. We kunnen ons moeilijk van aeze plaats losmaken, maar on ze magen beginnen te rammelen en we moeten bovendien zien dat we onderdak voor de nacht krij gen. Met zoveel toeristen bij el kaar moet men daar niet te'laat bij zijn. Gelukkig, we zijn nog net op tijd om een paar mooie kamers te bespreken in een fraai, nieuw motel in de buurt van St. Cathe- riens. Als we klaar zijn me{ ons „supper", dat in één woord voor treffelijk was, is het inmiddels reeds donker geworden. Nu gaan we nog eens naar Ie rails, want 's avonds worden deze met schijnwerpers verlicht en dat moet sprookjesachtig zijn. Het is op de toegangswegen naar de Falls thans nog drukker dan s middags. Er is bijna geen door komen aan. Onze gastheer moet heel wat van zijn chauffeurs kunst demonstreren om door deze wirwar zijn fraaie nieuwe Buick onbeschadigd naar zijn bestemming te krijgen. Maar het lukt en bovendien boffen we hij t vinden van een parkeerplaats, doordat er juist een wagen - op een der mooiste plekjes weg rijdt. Er is niets te veel van gezegd het is sprookjesachtig. Telkens Z1®t men de kokende watermas- sa s in andere kleuren gehuld, waarbij de fraaiste kleurenmen geling. Het is in één woord: fas cinerend. Hiernaar kan men wel uren staan kijken, want 't beeld verandert elk ogenblik. AI te spoedig komt echter het ogenblik van gaan en zeer vol daan over deze prachtige dag ar riveren we in ons welverzorgd motel, dat aan de vermoeide rei ziger een comfort biedt, dat kan worden vergeleken met dat van een eerste klas hotel. Elke ka mer beschikt oyer een douche- t u}.!113 c'e verfrissing hiervan te hebben genoten, genieten we weldra van een verkwikkende slaap. (Nadruk verboden) FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" door ALLAN PENNING. 55) Want even lief als de dagen van ongestoorde rust hem waren, wanneer de blanke kiel van de „Ping Ho" het vlak van de rim- peloze zee als een mes door sneed, even lief waren hem de dagen van strijd en de demoni sche nachten, wanneer de storm huizenhoog toornde en hij zijn kracht en kunde met de losge broken elementen moest meten. Zou hij werkelijk, zo dacht hij, zich gelukkig en tevreden kun nen voelen, als hij dat monoto ne en ongestoorde kruideniers leventje aan de wal zou moeten leiden? Een stille angst bekroop hem, een waanzinnig groeiende vrees, dat, wanneer hij zich niet zou weten te schikken en zijn geluk in eigen bestaan niet zou vinden, hij ook zijn zo gelukkig huwelijksleven in de waagschaal zou stellen. Maar tegelijkertijd drong met nog groter zekerheid tot hem door, dat Eve het juist had aangevoeld. Als hij tenslot te wilde verkopen, en die dag zou toch eenmaal moeten ko men, dan, ja dan was nu het mo ment gekomen. De prijzen voor scheepstonnage waren tot een belachelijke hoogte opgedreven en de vrachten die gemaakt wer den, waren ongetwijfeld naar verhouding veel te laag. Neen, hij moest maar wijs zijn, hij moest de knoop doorhakken, want als hij eenmaal ging pieke ren, dan zou hij nooit het besluit durven te nemen, dat hem van zijn trouwe „Ping Ho" zou schei den. En 's avonds in bed, toen de slaap niet wilde komen en hij met grote wijd-open staarogen in de diep-duistere nacht lag te blikken, zei hij zachtjes in zichzelf, als sprak hij in een droom: „Eve, ik heb nog eens liggen piekeren, over wat we vanmiddag hebben be sproken... Ik geloof, dat je gelijk hebt, dat het nu heus de tijd is om te verkopen... En toch... en toch, ik weet het niet, ik durf geen be sluit te nemen, en toch —heb ik het genomen... dat is een tweede ik, Eve... dat ben jij... jij hebt voor mij het besluit genomen... Ik ga de „Ping „Ho" opruimen, al breekt mijn hart... Alleen, Bill... ja, met Bill zip. ik lelijk in mijn maag... die arme bliksem... einde lijk had hij zichzelf terug gevon den." i „Ach, schat", fluisterde Eve, terwijl zij een arm blank en slank als een lelie om zijn hals strengel de, „Peter, Peter, wat maak je mij gelukkig... Je weet het heel goed, liefste, dat ik jou nooit in de weg heb willen staan, maar God alleen weet, hoe ik er naar verlangd heb, je voor goed bij me te hebben. Zonder die eindeloze maanden en maanden van wach ten en wachten, wachten zonder einde, met maar steeds die vre selijke angst, die me de keel dicht snoerde, wanneer het stormde en ik jou daarbuiten wist te midden van een kokende zee... Daar kun nen jullie mannen je geen idee van vormen... je zou het kunnen uitgillen en toch moet je je maar goed houden voor het oog van de wereld... Wij hebben te zwijgen, wij hebben te lachen, omdat hét nu eenmaal je plicht is als zee mansvrouw, Peter... Maar mijn God, dat verschrikkelijke zwij gen, dat zogenaamde flink zijn, maakt het dubbel er... Mocht je zo nu en dan maar eens in 'een stil hoekje gaan zitten huilen als een klein meisje, maar je moet dóór, je hebt het alléén uit te vechten en allemaal moeten we dit doen tegenover elkaar, terwijl we allen met diezelfde dodelijke angst in ons hart rondlopen. Je vervloekt die zee, die gemene wrede zee, die geen medelijden kent en die al zoveel slachtoffers heeft gemaakt onder de familie, je kennissen en die nooit, nooit, weet je, verzadigd zal zijn... Dan lig je maar met je grote waak- ogen in de nacht te kijken en denk je: wanneer zal hij er aan moeten geloven, hij met zijn zieli ge schuitje... God, Peter, je weet niet hoe gelukkig je me gemaakt hebt en in welke doodsangst ik zal zitten, wanneer je je laatste reis maakt... En tob nu niet te veel over Bill... Hij zal heus zijn ,weg wél weer vinden en ik geloof, dat hij werkelijk genoeg aan jou te danken heeft... Ook hier zal de tijd wel raad schaffen...". Met een zalige lach van tevre denheid rond haar jeugdige mond sliep ze in. En nu was de laatste reis aan gebroken. Peter Wins had het contract getekend. De „Ping Ho", de trots sedert jaren van Peter Wins, zou in andere handen overgaan. Wel had hij het met een bloedend hart gedaan, maar hij wist, dat het de wijste daad was, die hij in jaren had gedaan en dat nog wel op 't allerbeste moment. En als laatste conditie had hij gesteld, dat de oude Bill als eerste machinist zou gehandhaafd blijven. Wel had de koper even grote ogen opgezet, dat een kapitein-reder zulke sen timentele plekjes in zijn hart ver borg, maar het was Peter zelfs gelukt een beetje hogere gage voor de meester te bedingen. Wel had hij een ogenblik het gevoel gehad of hij een soort van moder ne slavenhandelaar was, maar Bill, met zijn schotse flegma, was onder het hele gebeuren zo vol maakt apatisch gebleven, dat ook Peter tenslotte maar zijn zorg aan de kant had gesteld. Toen begon hij zijn laatste reis. Het was een allergekste lading, die de „Ping Ho" in had. Allerlei bij elkaar geraapte partijtjes, een plukje voor de kleinere havens langs de kust van Malakka en van daar weer allerhande klusjes voor verderop gelegen havens in de Golf van Martaban, met als einddoel Moulmein. Daar wilde hij proberen een lading Burmarijst te krijgen voor Singapore of mis schien voor Zuid Sumatra. Als regel was dat, ofschoon slecht be- toch een vrijwillige la- talend, ding Malakka en Klang waren al weer achter de rug en tot dusver was het een taaie reis geweest, zonder -een enkele wederwaar digheid. Omdat het weer zo vast was, had Peter de kust gehouden. Geen spiertje wind was van de Sumatrakant overgekomen en aan de kust vasthouden betekende zo veel mijl winst, dus zoveel ton bunkerkolen. Ter hoogte van Penang had het weer een beetje gek gedaan en waren zij iets meer uit de kust gaan liggen. Het bleek maar te juist gezien, want op de derde dag kwam er tegen vijven een Suma- traantje opzetten, dat de „Ping Ho als een ganzenveertje op de kust zou hebben geblazen. Nu hadden ze de ruimte en kon Pe ter zich permitteren 'een paar stre ken uit zijn koers te worden ge licht. Maar het hield niet aan en na een paar uur ging de wind weer liggen, alsof het een verve lend spelletje was geweest, waar mee toch niets te bereiken viel. Zo klommen ze langzamerhand langs de kust van Siam op, tot ze in de Golf van Martaban aan kwamen. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 2