ICONEN OE RUSSISCHE Gemeenteraad Waalwijk. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 24 DECEMBER 1956 en niet versierd met tal van tiere lantijntjes, waardoor het alleen maar duur leek. Zodra ze het ding zag, wist ze dat dit voor Fred zou zijn. Het was precies wat hij zelf was: eenvoudig en waardevol. De prijs was f 21.50. Met het ene kwartje, dat ze nog over hield, als een klein meisje in haar hand geklemd, rende ze naar huis. Met deze ketting aan zijn horloge zou Fred om de vijf mi nuten willen kijken hoe laat het was en zeer zeker, wanneer hij in gezelschap was. Het horloge was wat groot en wanneer hij er nu op keek, deed hij het altijd een beetje schichtig, temeer ook, om dat er tot nu toe een oud leren bandje aanhing inplaats van een ketting. Toen Anke thuiskwam, maakte haar roes enigszins plaats voor een licht gevoel van onbehaaglijk heid. Ze haalde de krultang te voorschijn, stak het gas aan en begon haar pieken te bewerken. De overblijfselen van een liefde daad. Dat dit een enorme taak was, valt te begrijpen, maar bin nen de veertig minuten was haar hoofd bedekt met kleine, dicht op elkaar liggende krulletjes, die haar eruit deden zien als een ech te schooljongen. Daarna keek ze lang, zorgvuldig en critisch naar haar beeld in de spiegel. ,,Als Fred me niet meteen doodt, voordat hij een tweede keer naar me kijkt, zal hij zeggen, dat ik er als een revuemeisje uit zie... Maar wat kon ik anders doen? Oh, wat kon ik anders doen met f 1.75?" Om zeven uur was de koffie klaar en stond de koe- kepan op de kachel, heet en wel om de karbonade te bakken. o— Fred kwam te laat en Anke ging op een punt van de tafel zitten met de ketting in haar hand ge klemd, vlak bij de deur waar hij binnen moest komen. Toen hoor de ze zijn stap op de eerste trap en ze werd even wit. Ze had de gewoonte om schietgebedjes te prevelen voor de gewoonste alle daagse dingen en nu fluisterde ze: ,,Oh, lieve Heer, maak dat hij me nog aardig vindt!" De deur ging open en Fred stapte naar binnen. Hij zag er erg mager en ernstig uit. Arme jon gen, hij was pas 22 en dan al de zorgen van een gezin. Flij had absoluut een nieuwe overjas no dig en hij had niet eens hand schoenen. Fred kwam naar binnen en bleef onbeweeglijk in de deur opening staan. Zijn ogen V/aren op Anke gericht, even was een uitdrukking erin waar ze niet uit wijs kon worden en die haar bang maakte. Het was geen boosheid, geen verbazing, geen afkeuring, geen schrik, geen van de senti- mentaliteiten, waar ze zich op voorbereid had. Hij keek haar alt- leen maar strak aan, met die heel vreemde uitdrukking op zijn ge zicht. Anke sprong van de tafel en liep naar hem toe. ,,Fred, lieverd", huilde ze bij na, „staar me niet zo aan! Ik heb mijn haar laten afknippen en het verkocht, omdat ik anders geen Kerstmis kon vieren, als ik je geen cadeautje had gegeven. Het groeit heus wel weer aan. Je vindt het toch niet erg, wel? Ik moést het doen Fred, ik zag geen an dere mogelijkheid. Maar mijn haar groeit vreselijk snel. Zeg nu: Zalig Kerstfeest, Fred en laten we gelukkig zijn. Je hebt geen idee wat een leuk, wat een mooi ca deau ik voor je heb." „Je... je haar... afgeknipt!!!!" stamelde Fred verward, alsof na de grootste geestesinspanning 't feit nu pas tot hem doordrong. „Afgeknipt en verkocht", zei Anke. „Vind je me toch nog wel aardig zo? Ik ben toch nog dezelf de, ook zonder haar?" Fred keek de kamer rond, nog steeds met die vreemde blik in zijn ogen. „Je wilt toch niet be weren, dat je... dat je haar wég is?!!! Langzamerhand kreeg hij nu iets van een waanzinnige. „Ja, zoek er maar niet naar, het is geknipt, verkocht en wèg; toe jongen, het is de avond voor Kerst, wees nu een beetje lief te gen me, want ik heb het voor jou gedaan. Die korte haren zijn maar tijdelijk, maar mijn liefde voor jou is constant", vervolgde ze met een plotselinge liefheid. „Zal ik nu maar de karbonaden gaan bakken, schat?" Fred scheen plotseling uit zijn trance te ontwaken. Hij begon zijn Anke pnu te begrijpen, maar kon toch een zeker gevoel van teleurstelling niet onderdrukken. Hij haalde een pakje uit de zak van zijn jas en gooide het op ta fel. „Vergis je niet in me, Anke", zei hij. „Al zou je nog minder haar op je hoofd hebben dan nu, al zou je kaal geschoren zijn, dan zou ik nog geen cent minder van mijn vrouwtje houden. Maar als je dit pakje openmaakt, zul je begrijpen, waarom ik zoeven zo krankzinnig deed." Smalle en zenuwachtige vin gers trokken nu aan het touwtje en het papier. En toen een kreet van verrukking, die helaas, maar zeer vrouwelijk, gevolgd werd door hysterische tranen en snik ken, waarvoor de troostende bij stand van de heer des huizes in geroepen werd. Want daar lagen de Kammen. De haarkammen, die Anke al zo lang aanbeden had in een winkel in de stad. Prachtige kammen waren het, net de kleur van schildpadden, bezet met kleine, glinsterende steentjes. Ze pasten precies bij haar prachtige... af geknipte haar. Ze wist dat ze duur waren en ze had er met haar hele hart naar gehunkerd, zonder de flauwste hoop te koesteren ze ooit te bezitten. En nu waren ze van haar, nu ze geen haar genoeg meer had om ze in te steken. Maar ze drukte ze aan haar borst en na enige moeilijke ogenblik ken slaagde ze er in Fred aan te kijken en dapper te zeggen: „Maar mijn haar groeit snel, Fred!" Toen sprong ze op als een wilde kat, vloog Fred om zijn hals en zei: „Ohoh!" Fred had zijn mooie cadeau nog niet gezien. Ze hield het hem gre tig voor op haar uitgestrekte handpalm. Het blinkende metaal leek een weerkaatsing te zijn van haar eigen vurige geestdrift. „Is het geen beeld, Fred? Ik heb de hele stad afgelopen om het te vinden. Je gaat nu natuurlijk honderdmaal per dag kijken hoe laat het is. Geef je horloge eens hier. Ik wil eens kijken hoe het staat.'T Inplaats van te doen wat ze zei, viel Fred op de sofa neer, legde één hand onder zijn hoofd en trok met de andere Anke naar zich toe. „Anke," zei hij, „laten we onze kerstcadeautjes wegleggen len ze een poosje bewaren. Laten we zeggen, dat ze te mooi zijn om ze te gebruiken... Ik heb mijn hor loge verkocht om aan het geld voor jouw kammen te komen... en ga nu je karbonaden maar bak ken." o— De drie Koningen uit het oos ten waren, zoals u weet, wijze mannen zeer wijze mannen die geschenken brachten aan het Kindeke Jezus in de kribbe. Zij waren dus de eersten, die met Kerstmis geschenken gaven. En omdat zij wijs waren, gaven zij natuurlijk ook wijze geschenken. En hier is nu het overigens zeer kalmverlopende verhaal verteld, van twee dwaze kinderen in een flat, die hun, dierbaarste bezittin gen offerden. Maar in een laatste woord tot de wijzen van deze tijd, zouden wij willen zeggen, dat van alle mensen die geschenken ge- j ven en ontvangen, mensen zoals i Fred en Anke tot de wijzen be- j horen. Dat is over de hele wereld i hetzelfde en dat hebben zij ge leerd van de Wijzen uit het oos ten. (Nadruk verboden). ^Certjeeót. Als de kerstboomkaarsjes branden En de kerstklok plechtig luidt èchak'len wij de vele zorgen En de wereld-onrust uit; Denken wij niet aan problemen, Valse schijn en haat en nijd, Schending van de mensenrechten, Wreedheid en onmens'lijkheid; Zien we éven geen ellende En geen dreiging om ons heen Bij de kerstboomkaarsjes zijn we Even met ons zelf alléén. En dan wordt een ogenblikje Duidelijk door ons gevoeld Hoe de wereld is verworden En hoe mooi zij is bedoeld. HEILÏGE SCHILDERIJEN MET EEN APARTE SFEER EN EEN BIJZONDERE BETEKENIS. J)e Iconen zijn in de kerk van 't oosten, maar zeer speciaal in Rusland, hoogvereerde voor stellingen van Christus, Maria, de heiligen en van bijbelse en religieuze episoden, die, in tegen stelling tot de beelden van het westen, uitsluitend geschilderde panelen zijn en een rol spelen in de liturgie. Over het algemeen is men van oordeel, dat de iconen naar aard en voorkomen, aansluiten bij de egypiisch-heiiinistische mummie- portretten uit de tweede tot de \ierde eeuw. Men treft er dezelf de statische strakheid en ideali sering. Het hoofd is veelal in 'n lichte driekwart wending voor gesteld en de ogen zijn iets groter dan natuurlijk. De voorgestelde personen worden niet op realis tische, maar op geestelijke wijze benaderd. De iconen zijn geschilderd op houten panelen, die vlak zijn of rondom een verhoogde rand heb ben, die als lijst fungeert. Op een op het paneel aangebrachte krijt grond wordt in ei-tempera geschilderd. Het voltooide werk versiert men met „olifa", een op lossing van barnsteen in olie, die helaas het nadeel heeft sterk te verdonkeren. De russische iconen onder scheidt men in verschillende re gionale scholen, als die van Pskov, Novgorod, Moskou, Sous dal, Stroganov en vele andere. DE ACHTERGROND. Wihen wij de iconen in het juiste licht zien, dan zullen we ons eerst dienen te verdiepen in de opvattingen van de ortho doxe kerk, om zo de zin der ico nen te begrijpen. De orthodoxen zien in 't rooms- katholicisme een teveel aan we reldlijke, juridische organisatie en latijnse cultuur, in het ethisch verantwoordelijkheidsgevoel, en protestanten een teveel aan indi vidualisme. Voor hen is de „rechtgelovigheid" vooral een deelachtig zijn aan de levende Christus, die door Zijn Kerk de gehele schepping vergoddelijkt. Het voornaamste element van deze Christusbeleving is de tegen stelling van leven en dood. On wrikbaar is het gelóóf in de uit eindelijke opstanding, reden ook waarom het centrale mysterie de verrijzenis van Christus is. In de liturgische eredienst openbaart zich ten volle de ziel van het christelijke oosten. Het bijwonen van een feestelijke li turgie wekt het levende bewust zijn van de eenheid van godde lijk leven in 't mystieke lichaam van Christus. In hoge mate helpt daartoe mede de liturgische tekst, die, lyrisch en dogmatisch, een wereld van schoonheid bevat \ol dramatische elementen. In de eredienst van het oosten is de eenheid van cultus, theologie en gebed tot werkelijkheid gewor den. De liturgische iconenkunst, die haar theologische fundering vindt in het geloof aan Christus' menswording en de werkelijke Uitbreidingsplan in ontwerp goedgekeurd, Onbewoonbaar verklaring ontmoette tegenstand. Donderdagavond kwam de raad der gemeente Waalwijk voor de laatste maal dit jaar in open bare vergadering bijeen. Vóór de puntsgewijze behandeling van de agenda kwam eerst het voorstel tot vaststelling in ontwerp van een uitbreidingsplan in hoofd zaak ter tafel. Voor het geven van nadere inlichtingen werd de ze vergadering bijgewoond door de directeur van de dienst Ge meentewerken, de heer Kobben. Hoewel het buiten de behan deling van dit punt viel, wilde de heer Mombers toch even het gedeelte Waalwijk-Drunen van de nieuwe provinciale weg ter sprake brengen. De beveiliging van deze weg behoefde z.i. nog wel een aantal verbeteringen. Bij regenachtig en mistig weer is 't gevaar van misleiding groot, vooral voor weggebruikers die met de situatie ter plaatse niet op de hoogte zijn. De voorzitter merkte op dat dit weggedeelte nog geenszins kant en klaar is en dat er nog verschillende veiligheidsvoorzie ningen getroffen moeten wor den. Bovendien blijft het tracé niet zoals het nu is. Ook zal hier van gemeentewege nog een na trium straatverlichting worden aangebracht. Verder zullen er nog enkele voorzieningen wor den getroffen waarop in een po litierapport is geattendeerd. - De heer Brouwer meende dat het sportterrein langs de spoor lijn ter hoogte van Besoijen aan vankelijk meer in zuidelijke richting geprojecteerd was. De huidige situering, vlak langs de spoorlijn, aldus de voorzitter, is gedaan met het oog op het feit dat behalve de voetbalvereniging R.W.B. ook de beide colleges van dit veld gebruik zullen ma ken en dat daarom de ligging zo is gepland dat de terreinen voor deze scholen gemakkelijk zijn te bereiken. De heer v. d. Hoven wees er op dat deze sportterreinen be langrijk verder in oostelijke rich ting zijn geprojecteerd, zodat zij nu op .Waalwijks" gebied lig gen. Hij meende dat er niet ge noeg rekening was gehouden met bepaalde wijkgevoeligheden van de Besoijense voetbalvereniging j R.W.B. Verder had hij de indruk dat het complex wel wat klein j was, hetgeen gezien de zeer rui- me uitvoering van het sportpark duidde op een bevoordeling van een deel der gemeente. De voorzitter merkte allereerst op dat sportterreinen niet per se in een uitbreidingsplan geprojec teerd behoeven te worden. De in dit ontwerp aangeduide plaats is dan ook niet bindend en is al ken gedaan bij wijze van uitspa ring. Het is even goed mogelijk het terrein verder naar hei zui den te projecteren, bijv. langs de Sprangseweg. hetgeen de heer afbeeidbaarheid van Christus als goddelijk en menselijk persoon, Hangt hiermee ten nauwste sa men. GEESTELIJKE VOORSTELLING. De iconenkunst is wars van aardse werkelijkheidszin en beschouwt alle aardse verschij ningsvormen als bijzaak ten gun ste van een zuiver geestelijke voorstelling. Het zuiver cultisch- sacrale treedt steeds op de voor grond en de schilderijen hebben slechts ten doel het gemoed te verheffen. Over het algemeen hebben de schilders vooral van de oude re iconen een diep begrip ge had voor hun bij uitstek religi euze taak. Voor de oosterse christen is de icoon een sacra- menteel-liturgisch zichtbaar ge worden mysterie, een sacrament van goddelijke tegenwoordigheid. De theologie spreekt door de icoon. De iconen bezitten een ziel, die zich echter slechts openbaart aan de in meditatie schouwende. De iconen zijn voor de ortho doxen een deel van hun gods dienst, een verlengstuk van het dogma, van de openbaring, en zij spreken er over als van „godde lijke dingen". Wanneer wij dit bezien, moe ten wij goed begrijpen, dat de oosterse Christen geheel anders is ingesteld dan de westerling. Hij is spiritualistisch en traditi oneel, met een uitgesproken ge voel voor mystiek, waaraan het de westerling veelal ontbreekt. Daarom is het duidelijk, dat men in het oosten door de eeuwen heen de icoon in zijn vorm en uitvoering heeft gehandhaafd, terwijl het dan ook duidelijk wordt hoe de oosterse Christen een bijzonder betekenis, ja. reli gieuze waarde aan de icoon kan hechten. DE SYMBOLISCHE WAND. Jn de orthodoxe kerken vindt men een gehele wand met beelden, dus een wand vol ico nen, die het schip der kerk met de gelovigen scheidt van 't deel waar het altaar staat. Dit heeft een bepaalde bedoeling. De kerk is volgens de leer een huis waar het menselijke en het goddelijke elkaar vinden. Aanvankelijk zijn deze gescheiden wordt de wand weggenomen, dan is de eenheid ontstaan. Deze iconenwand heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld uit de sinrpele altaarwand. In 't cude Byzantium beperkte men zich tot het aanbrengen van één ot hoogstens enkele afbeeldingen op de houten altaarwand, zoals dat ook wel in het westen ge beurt. Veelal trof men er Chris tus, Maria en Johannes de Doper op aan. Later is de altaarwand uitgebreid en uitgegroeid. Vol gens een bepaald systeem komt er een zeer groot aantal religieu ze figuren op voor, die afhanke lijk van hun belangrijkheid be paalde plaatsen innemen. Zeer verbreid zijn kleine beel- denwanden, veelal verdeeld in drie delen, zodat 't geheel draag baar is en uitgezet een formaat krijgt van bijvoorbeeld 60 centi meter hoog en omstreeks 200 centimeter breed. Dergelijke wan den kan men thuis gebruiken voor het houden van godsdienst oefeningen en zij kunnen meege nomen worden op reis en op veldtochten. De fraaiste werken werden vervaardigd in de 15e en 16e eeuw, doch ook in onze tijd wor den nog iconen vervaardigd, waarvan de beeldenwand in de grieks-orthodoxe kerk te Parijs getuigd. Begrijpelijk constateert men een groot verschil in stijl tussen de oude en nieuwe iconen, doch dit is verklaarbaar, aange zien geen enkele kunstenaar, ook niet de iconenschilder, ontkomt aan de invloed van zijn tijd. De iconen vormen een geheel apart deel van de beeldende kunst en wel zeer speciaal van de religieuze kunst, die in het christelijke oosten zo'n grote vlucht heeft genomen, dat de icoon een begrip werd voor mil joenen orthodoxen van heilige mystiek. (Nadruk verboden). „Christus geboorte". Een icoon uit de school van Nowgorod, die waarschijnlijk m de 15e eeuw werd vervaardigd. Duij velaar deed opmerken dat een zo centraal mogelijke ligging de belangstelling voor RWh ai- leen maar ten goede kan komen. Wat de situering op „Waal- wijks" gebied betreft, hij kon daarin geen miskenning zien van T.Besoijens karakter van R.W.B. Dan komen vandaag of morgen W.S.C. en R.K.C. omdat hun ter- rem op „Baardwijks" gebied ligt, aldus de heer Duijvelaar. Toen de heer kobben de heer v. d. Hoven had medegedeeld dat cie grootte van het terrein onge veer 6y2 ha. zal bedragen, zei de heer v. d. Hoven volkomen te vreden gesteld te zijn op dit punt. De neer Meijs informeerde naar de mogelijkheid van een extra spoorwegovergang tegen over de Kerkstraat of Mr. van Coothstraat. Hierdoor zouden de terreinen gemakkelijker te be reiken zijn. De voorzitter antwoordde dat dit voorlopig niet binnen het be reik der mogelijkheden ligt. De heer v. Leeven vroeg of 't dan mogelijk was op een van de ze plaatsen een hrugovergang over de spoorweg te maken. Dit punt, aldus de voorzitter, is nog niet door het college van B- en W. onder ogen gezien, maar als aan een dergelijke overgang behoefte blijkt te bestaan, zal dat zeker gebeuren. De heer Eibers vroeg naar de bestemming van de gronden, grenzende aan de nieuw aan te leggen begraafplaats ten zuiden san Waalwijk. De heer Kobben deelde mee dat deze gronden be stemd zijn voor de bouw van buitenplaatsen, die aan bepaalde eisen zullen moeten voldoen. De voorzitter kon tevens nog mede delen dat het in de bedoeling ligt om naast het r.k. Bejaardencen trum in de St. Antoniusparocbie een Protestants Christelijk Be jaardencentrum te stichten ten westen van de Besoijensestraat. Hierna hechtte de raad zijn goedkeuring aan het voorstel.' Vervolgens ging men over tot de behandeling van het eerste punt van de agenda, de vaststel ling der notulen van de vergade ringen van 29 nov. en 3 dec". Een aantal ingekomen stukken weid voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van het voor stel tot vaststelling van een ver ordening op de heffing van baat belasting voor het noordelijk ge deelte van de Wilhelminastraat, stelde de heer v. d. Hoven voor om de termijn, gedurende welke de aanliggende percelen met de tegenwoordige werken dezer straat gebaat zijn, i.p.v. op 25 jaar te stellen óp 30, 40 of 50 jaar. Hierdoor zou het jaarlijks te verhalen bedrag aanmerkelijk lager kunnen worden. De voorzitter antwoordde hier op dat de limiet wettelijk is be paald op 30 jaar. De heer v. Leeven vroeg of de eigenaren deze belasting' in de huur mogen verrekenen, waarop de voorzitter antwoordde dat hiertegen wettelijk geen enkel bezwaar bestaat. Goedgekeurd werden vervol gens een voorstel tot wijziging van de algemene politieverorde ning en meer bepaaldelijk het opnemen van een verbod om zich na sluitingstijd in het wandel park op te houden. Overeenkomstig art. 36, 4e lid van de Woningwet, dat bepaalt dat de raad kan besluiten dat vaststelling of herziening van een uitbreidingsplan wordt voor bereid, nam ue raad een besluit inzake de uitbreidingsplannen in de St. Antoniusparocbie. Het voorstel tot onbewoon baarverklaring van de woningen Besoijensestraat 64, Grotestraat 163t163g en 163i, Westeinde 71a, Laageinde 51 en Laageinde 53, deed de heer v. d. Hoven naai de gang van zaken bij onbewoon- baarverkiaring vragen. Wordt tot de onbewoonbaarverklaring overgegaan i.v.m. de toestand der woningen of om ruimte te maken voor iets anders? Doelend op de eigenaar van de panden Grotestraat 163g-g-i, J. L. Klerkx en consorten^ deelde de heer v. d. Hoven mee, dat deze eigenaar van de bedoeling om tot' onbe woonbaarverklaring van de ge noemde woningen over te gaan, eerst uit de krant kennis had ge nomen. Hem was daaromtrent niets Van tevoren meegedeeld. Deze eigenaar is, aldus 'dc heer v. d. Hoven, gaarne bereid her stellingen te doen verrichten als de woningen daardoor in be woonbare staat te brengen zijn. Overigens meende hij dat de wo ning Grotestraat 163'g zeker niet in onbewoonbare staat verkeert. De voorzitter antwoordde dat onbewoonbaarverklaring nim mer in overleg met de eigenaar geschiedt. Aan de eigenaar wordt hiervan mededeling gedaan door de toezending van een afschrift van het betreffende raadsbesluit. De onderhavige onbewoonbaar verklaringen zijn geadviseerd door de hoofdinspecteur-direc teur van de provinciale directie der volkshuisvesting, in welke adviezen wordtg ezegd dat be doelde woningen door herstellin gen niet meer in bewoonbare staat gebracht zullen kunnen worden. B. en W. kunnen het voorstel, gezien deze adviezen, dan ook niet terugnemen. Wel kan de eigenaar zich tot G. S. wenden orn herziening van het besluit van de raad te verkrijgen. De heer Duijvelaar meende daL het pand Grotestraat 163g geens zins onbewoonbaar is en vroeg of deze onbewoonbaarverklaring wellicht van de huurders was Vf:

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1956 | | pagina 2