Herziening van uitbreidingsplan goedgekeurd DE ZWARTE RUITER Tijdschriftenoorlog in Amerika Televisie groeiend advertentiemedium GEMEENTERAAD SPRANG-CAPELLE 2 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 4 FEBRUARI 1957 2 RAADSLID BELEDIGD EN BEDREIGD door voorzitter van voetbalclub FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" door HENRIC VAN NORCH. 1). 1. EEN JONGE MAN EN EEN JONGE VROUW. Het was in het jaar 1537. Reeds enige malen in de laat ste dagen was een man door een bepaalde straat van het goede stedeke Zutfen geslenterd. Het was een persoon van een slanke, rijzige gestalte. Een volle blonde baard omlijstte zijn gezicht. De man, die een leeftijd scheen te hebben van omstreeks dertig ja ren, was gekleed in een eenvou dige, deugdelijke dracht van de kleine burgerman uit die tijd. Telkens als de wandelaar de smederij van baas Lodewijk Dirksz., waarvan de deur naar de straat meest open stond, passeer de, wierp hij een snelle, doch on opvallende blik in de werkplaats. En telkens ontwaarde de man, dat de baas daarin aan de arbeid was met een gezel en een leer- jongen. Hij liep dan kalm door en een paar uur later herhaalde hij zijn tocht. Zo was het reeds een paar dagen gegaan, totdat de man tijdens een zijner gewone wandelingen de deur van het woonhuis zag open gaan en hij baas Lodewijk Dirksz op zijn zondags uitgedost het woonhuis zag verlaten. De smid spoedde zich snel voort over de hobbeli ge keien van de straat, nagewuifd door een jonge vrouw. De wandelaar volgde nu enige tijd de smidsbaas en keerde daar op weer terug naar de smederij. Ditmaal ging hij deze niet passe ren, maar hij begaf zich naar dc deur van het woonhuis en liet daarop de klopper hameren. De deur werd spoedig geopend door dezelfde jonge vrouw, die de smid had nagewuifd. De man voor de deur sprak slechts één woord, nu hij daar tegenover de jonge vrouw stond „Maria Maar hij deed dit lang zaam en met nadruk. Het meisje zag hem met haar donkere ogen verbaasd en een weinig verschrikt aan. „Wat wenst gijIk ken u niet Om de lippen van de man kwam een glimlach. Is het reeds zover met je gekomen, dat je me niet eens meer herkend?" Cy nisch vervolgde hij„Eenmaal, en het is toch heus niet zo lang geleden, was ik je allerliefste, jc grootste schat, je enigste, je Al- brecht, die je voor eeuwig trouw zwoer Het meisje kleurde tot in haar hals en keek verbouwereerd naar de man voor zich.*Maar zc antwoordde niet en scheen be sluiteloos. „Doe toch niet zo verwonderd Maria en laat me niet als een be delaar op de stoep staan." De man drong naar voren en de jonge vrouw week wezenloos terug. Zij sloot direct de deur achter zich. Nu nam hij voor zichtig de valse baard van zijn gezicht. „Herkent ge me nu, ein delijk, Maria Het verschrikte meisje zei nu stotterend „O, Albrecht, mijn God, wat wilt ge toch „Heel gewoon een ogenblikje met je praten. We hebben elkaar in een paar jaar niet gesproken en ware liefde sterft toch niet", antwoordde de man sarcastisch, terwijl hij zijn baard weer om hing. „Maar ik moet zeggen, dat je weinig verheugd schijnt te zijn over mijn komst." „Bij alle heiligen, Albrecht, hoe, zal ik ook Als vader terug komt en je hier vindt. Colliers (oplage 4,179.000) verdween JJet dagblad „De Tijd" publi ceert in zijn nummer van 19 jan. j.l. een interessante beschou wing van zijn New Yorkse cor respondente over de concurren tiestrijd op leven en dood, welke de Amerikaanse tijdschriften mo menteel voeren. Uit dit artikel blijkt tevens welk een enorme betekenis de televisie als adver tentiemedium in de V.S. heeft gekregen. Het blad schrijft Welke concurrentiestrijd op leven en dood in d.e Amerikaan se tijdschriftenwereld gevoerd wordt, illustreert het recente verdwijnen van Collier's en Wo man's Home Companion. Dit waren nog wel twee tijdschriften met een enorme oplage: Collier's met 4.179.000 en Companion mei 4.288.800. Maar de adverteerders gaven beide publicaties van de „Crowell-Collier Publishing Company" de doodsteek. Dit, na dat in augustus een ander tijd schrift van dek:e maatschappij, American Magazine met 2.800.000 abonnementen, het had begeven. De meeste abonné's van deze tijdschriften begrepen absoluut niets van het plotseling verdwij nen en ze'fs in de kantoren van Collier's Companion kon men tot op het laatste ogenblik niet ge loven dat het met beide tijd schriften gedaan was. Collier's was het vierde grote tijdschrift na Life, Saturday Evening Post en Look Magazine; het vrouwen tijdschrift was eveneens het vier de van de andere grote vrouwen bladen Ladies Home Journal, Good Housekeeping en McCall's Magazine. Merkwaardig is dat maar ne gen tijdschriften in de V.S. hoge re advertentieinkomsten hadden dan Companion. Vandaar dat het verdwijnen van beide bladen voor velen een raadsel is. Maar in de kringen van Madison Avenue, de New Yorkse straat, waar de grootste advertentiefirma's hun kantoren hebben, en van Wall Street, meent men, dat een zeker wanbeheer toch oorzaak van het verdwijnen van beide tijdschrif ten is. In de jaren na de oorlog, zo meent men in deze kringen, verstrekte de maatschappij roy ale uitkeringen in plaats van nieuwe beleggingen te doen. En bovendien zou Crowell-Collier bijzonder gierig zijn geweest, zo dra het om reclame voor zijn tijdschriften ging; blijkbaar had men daar te weinig voor over. Inderdaad kon men de laatste jaren duidelijk het verschil zien in de reclamecampagne die b.v. een tijdschrift als Look Magazi ne voerde en die van Collier's, terwijl Look Magazine toch slechts een iets hogere oplage had dan Collier's. De concurren ten van Collier's en Companion stelden alles in het werk om de lezers van de kwaliteit van hun bladen te doordringen. Look en Life en andere tijdschriften ziet men voortdurend met reuze-ad vertenties in handels- en dagbla den, ze adverteren per radio en op andere manieren. Andere redenen echter voor op heffing van beide tijdschriften waarop de maatschappij in 1956 een verlies van 7.500.000 dollar leed liggen bij de adverteer ders. Allereerst heeft natuurlijk de televisie een geweldige hap gebeten uit het totale nationale advertentiebudget van 10 mil jard per jaar. De concurrentie in de diverse media om een deel daarvan in de wacht te slepen, is enorm verscherpt. En hoewel de advertentie-inkomsten van de tijdschriften eigenlijk zijn geste gen van 515.000.000 dollar in 1950 tot 723.000.000 in 1955 is het aandeel van de Amerikaanse tijdschriften percentsgewijs van 9 percent in 1950 tot 8 percent in 1955 teruggevallen. Onder de tijdschriften waren Collier's en Companion twee bla den die qua advertentiepubliek een directe concurrentie met te levisie voerden. Andere tijd schriften zoals Time, dat slechts de helft van de oplage van Col lier's heeft, U.S. News and World Report met een vijfde, de New Yorker met een achtste, hebben allemaal wat men een „kwali teitslezerskring" zou kunnen noemen. Hoewel deze bladen een geringer aantal lezers hebben, behoren die tot een bepaald pu bliek, met grote koopkracht, en deze bijzondere qualificaties vol doen aan de eisen van vele adver teerders. Trouwens, alle tijdschriften die zich richten tot een speciaal publiek, b.v. tot zakenlieden of bruiden e.d., worden door adver teerders goed bedacht. Maar tijd schriften als Collier's en Compa nion, welke zich richten tot de breedst mogelijke massa, hebben het zwaar te verantwoorden, om dat als het om het bereiken van de massa gaat adverteer ders beter hun geld aan televisie en radio kunnen spenderen. Daarom is de strijd om adver tenties tussen de massa-media 't scherpst. Reader's Digest, waarvan in 1955 bleek, dat zelfs elf miljoen abonné's niet genoeg waren om financiële onafhankelijkheid van adverteerders te garanderen, is eveneens het laatste jaar een machtige mededinger naar ad vertenties geworden. Hierbij komt nog, dat de grote zelfbedie ningswinkels met honderden fi lialen, tijdschriften zijn gaan uit geven. Men vindt ze altijd bij de kassa's liggen, dus daar, waar '1 publiek staat te wachten om te betalen, en ze vliegen weg. Hun prijzen zijn aanzienlijk lager dan van andere massatijdschriften. En ook deze nieuw opgekomen tijdschriften van de zelfbedie ningswinkels slokken weer een deel van het beschikbare natio nale totaalbedrag voor adverten ties op. Collier's advertentie-inkomsten waren in 1955 1 miljoen dollar minder dan in 1951: Companion bleef in 1955 2 miljoen dollar la ger met zijn inkomsten dan vier jaar tevoren. In de eerste elf maanden van 1956 had Collier's 35.2 pagina's minder dan in 1955; en Companion 82.8. Dat niette min de oplage van Collier's met 400.000 was toegenomen sinds juni 1956 en Companion met 200.000 betekende voor de adver teerders niet veel. Dit komt, om dat de Amerikaanse tijdschriften op alle mogelijke manieren hun waar aan de man brengen. Hoe hoger de oplage immers is, hoe duurder de advertenties worden. Men stuurt er b.v. charmante, speciaal getrainde jongemeisjes op uit, die met zachte, beschaaf de stem een aandoenlijk verhaal ophangen. Ze vertellen doorgaans dat ze zelf hun universiteitsstu die moeten betalen en „bijna" het geld bij elkaar hebben. Nu trach ten ze nog dat bedrag aan te vul len met wat ze verdienen als ze zoveel abonné's voor dit of dat tijdschrift hebben gewonnen. Bij na ieder die deze truc niet kent, voelt zich bewogen en neemt een abonnement, denkend daarmee een goede daad voor een onder nemende student(e) verricht te hebben. Op dergelijke wijze verkochte abonnementen mogen de oplagen weliswaar verhogen, maar de'ad vertentiebureaus gaan af op het aantal werkelijke lezers van de tijdschriften. Want er zijn ook veel tijdschriften die hun oplage kunstmatig opvoeren door spe ciale aanbiedingen van kleine ge schenken of met verlaagde abon nementsprijzen of door 't abon nement te combineren met an dere tijdschriften: wanneer men het ene tijdschrift neemt, krijgt men het andere voor bijna niéts, enz. Vandaar dat de advertentie bureaus minder letten op het aantal abonnementen dat tijd schriften kunen tonen, dan wel hoe de tijdschriften aan kiosken „Wat dan Heb ik hem ooit iets misdaan Maar hij komt di rect nog niet, hij heeft zich veel tp deftig toegetakeld. Maar voor uit, dit staan in de gang bevalt mij niet, we gaan even in de huis kamer zitten praten De man voegde de daad bij het woord en opende de deur van dc woonkamer. Zachtjes duwde hij het meisje naar binnen en volg de haar, de deur weer sluitende. Hij ging aan de tafel zitten, ter wijl het meisje een eindje verder plaats nam. „We hebben wel eens dichter bij elkaar gezeten, Maria De tranen schoten de jonge vrouw in de ogen. De man zag 't en de toon van zijn stem was aanmerkelijk zachter, toen hij vervolgde „Ik ben gekomen om nog eens een ogenblikje met je te praten. Het zal waarschijnlijk de laatste maal zijn." „O, Albrecht, pijnig me niet. Ik ben zo angstig, dat vader jc hier vindt. Waarover wil je toch spreken „Over onze liefde. Maar van jouw kant schijnt die afgestor ven te zijn." Het meisje wrong vertwijfeld de handen. „Maar ge weet toch wel „Ik weet niets. Ik weet werke lijk niet, wat voor kwaad ik je gedaan heb, wat ik je ooit in de weg heb gelegd. Ik meen dat ik je altijd met het nodige, met het grootste respect heb behandeld, omdat ik je lief had, Maria." i „Maar je weet toch ook waar van je wordt beschuldigd i „Daarom ben ik ook verdwe- nen. Maar is dat ook de reden, dat je meent mij de rug te moe ten toekeren Beschuldigt ook Maria mij Het meisje wachtte even met haar antwoord. Ze staarde voor zich uit en scheen naar een ant woord te zoeken. Met een spot lach op zijn gezicht zag de man naar haar. Eindelijk stiet de jonge vrouw uit „Maar waarom zijt ge dan gevlucht „Had ik me dan als 'n schaap moeten laten vangen Zelf mijn kop in de strop steken „Maar als ge toch onschuldig zijt „Hoe zou ik dat kunnen bewij zen En daarom alleen zouden ze mij ter dood hebben gebracht. Door de vlucht alleen kon jk mijn leven redden". En met nadruk zei de man „Maar dat weet gij ook wel,, Maria Even was er weer stilte. Toen wierp het meisje tegen „Ieder een denkt toch, dat ge de dader zijt." „Hoort mijn meisje ook tot die iedereen Acht zij mij ook in staat om een moord te begaan Neen, nu geen uitvluchten, Ma ria", en streng klonk de stem van de man „Is de dochter van meester Lodewijk Dirksz. van oordeel dat haar minnaar iemand die ook naar haar gunst dong, een dolk in het hart heeft ge stoken I Weer een pauze. Het meisje i zat van zenuwachtigheid te tril len op haar stoel. Het was de jonge man, die het gesprek weer hervatte. „Het is niet meer nodig dat ge me nog antwoordt, Maria. Uw lange zwij gen was voor mij voldoende Somber en cynisch vervolgde hij „Ik dank je. Nou meisje, ik had deze houding eigenlijk al van je verwacht, ze ontroert me niet erg meer, hoezeer ze me ook smart. Het zegt me weer ik had dit al meermalen ondervon den dat men niet de minste waarde mag hechten aan mooie woorden van de mensen, ja zelfs niet aan de duurste eden van trouw." (Wordt vervolgd) Vrijdagavond kwam de raad der gemeen te Sprang-Capelle voor de eerste maal in 1957 bijeen. Ter gelegenheid daarvan hield loco-burgemeester dr. H. Winkelman een nieuwjaarstoespraak, waarin hij de ontwik keling van de gemeente in het afgelopen f® jaar belichtte. De bevolkingsloop der gemeente vertoon de in het afgelopen jaar een groter ver- trekcijfer dan vestigingscijfer. In de ge meente vestigden zich 139 personen, doch er vertrokken er 182. Het aantal geboorten bedroeg 145, het aantal sterfgevallen 54. Het bevolkingscijfer bedroeg per 31-12-'55 6152 en op dezelfde datum van het afge lopen jaar 6210, hetgeen een kleine toe name van 58 inwoners betekent. In 1956 werden 42 woningen toegewe zen, waarvan er nog 38 in bewerking zijn. Hierbij moet gerekend worden een toegift van 12 extra woningen. Een aantal straten werd geheel of ge deeltelijk uitgevoerd, o.a. de Bernhardstraat, de Wilhelminastraat, de Beatrixstraat en de Burgem. Meijerstraat. De Dick Flem- mingstraat kreeg een nieuwe verlichting. Voor Capelle werd een uitbreiding van het gasnet toegezegd. In de Schrevelstraat kwam een nieuwe kleuterschool in aan bouw. De toren van het kerkgebouw van de Ned. Herv. Kerk te Sprang werd ge heel gerestaureerd. De toren kreeg een tweede luidklok en een vernieuwd uurwerk met verlichte wijzerplaten aan vier zijden. Het industrieterrein is bijna geheel ge vuld zodat de gemeente zal moeten uitzien naar een uitbreiding van industrieterrein. Overigens was het initiatief der bevolking t.a.v. de industrie kleiner dan in de om liggende gemeenten, doch de tuinbouw te Capelle vertoonde een belangrijke bloei. In de gemeente vestigden zich een 2-tal schoenindustrieën en een banketfabriek. De havens te Capelle en Labbegat bleven de twee kostbare zorgenkinderen der gemeen te. Vernieuwing van de kademuren der Capelse haven is noodzakelijk geworden. De Labbegatse haven werd in het afgelo pen jaar uitgediept. Het gemeentebestuur zal alles doen om de beide havens in een goede staat te houden. In verband met de investeringsbeperking zal er in dit jaar weinig mogelijkheid be staan om tot uitvoering van belangrijke werken te komen.. Loco-burgemeester Win kelman meende dat aan deze beperking al le medewerking moest worden verleend, wanneer tenminste ook rijk en provincie zich deze beperking opleggen. Vervolgens wijdde dr. Winkelman uit over de gespannen internationale toestand, daarbij sterk de nadruk leggende op de noodzaak van een steeds groeiende bewape ning van West-Europa tegen de dreiging van het Russische geweld. Europa zal zich zelf moeten redden en het is dwaas daarbij te rekenen op hulp uit Amerika zolang die hulp niet voortvloeit uit eigenbelang. Ten slotte bracht de loco-burgemeester dank aan het gemeentepersoneel, vooral aan burgemeester Smit, secretaris van Prooijen, wethouder Waverijn en de raads leden voor de grote medewerking welke zij in het afgelopen jaar aan de verdere uit bouw van de gemeente hebben verleend. Namens de raad dankte de heer Ros voor dit overzicht en hij hoopte dat in dit jaar onder Gods onmisbare zegen en door gezamenlijke inspanning en eensgezindheid weer veel goeds zou mogen worden bereikt en dat ondanks deze donkere en dreigende tijden de vrede en welvaart in de gemeente bestendigd zou mogen blijven. Als eerste punt vermeldde de agenda het verlenen van eervol ontslag aan de heer J. Dolstra als havenmeester en het benoemen in zijn plaats van de heer A. Moolenaar. Voor deze functie was ook nog een sollici tatie binnengekomen van de heer Kooter, bedrijfschef bij de fa. Sneep. B. en W. acht ten een benoeming van laatstgenoemde, ge zien het feit dat deze firma de voornaam ste gebruiker van de haven is, niet juist. De heer Moolenaar werd met algemene stemmen benoemd. Een voorstel tot wijziging van de Ran gen- en Bezoldigingsverordening i.v.m. de aanstelling van een maatschappelijk werk ster werd door de raad goedgekeurd en tevens besloot de raad tot verhoging van het salaris van het gemeentepersoneel met 5,6 ter compensatie van AOV-premie. Aan G.S. zal worden geadviseerd een zelfde voorziening te treffen ten aanzien van de salarissen van de secretaris, de ont vanger en de ambtenaren van de burgerlijke stand. Een voorstel tot vaststelling van een al gemeen besluit tot het aangaan van kas geldleningen in 1957, welke een bedrag van f 1.300.000.- niet zullen mogen over schrijden, werd goedgekeurd, terwijl te vens werd besloten het maximum der in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten op te nemen gelden voor het tijdvak 1 maart t.m. 31 dec. 1957 vast te stellen op f 800.000. - Het reeds eerder ter tafel gebrachte ver zoek van de voetbalver. „S.S.C. 55" om tegemoetkoming in de kosten van ver plaatsing van een kleedlokaal en lichtmas ten naar een nieuw terrein i.v.m. woning bouw op het in gebruik zijnde terrein, kwam nu weer aan de orde, doch thans om een wel zeer onprettige reden. Het pre advies zegt n.l. Na de vergadering van 30 november '56 is een lid van de raad door de voorzitter van de voetbalvereniging SSC 1955 uitge scholden en beledigd wegens de mening, die dat raadslid in die vergadering omtrent de ze aangelegenheid heeft geuit en in zekere mate is hij ook nog met mishandeling be dreigd. Dit schrikbarend gemis aan democratisch begrip, deze in een geordende samenleving niet passende mentaliteit, welke denkt door intimidatie een bepaalde beslissing te kun nen forceren, heeft onze diepe verontwaar diging opgewekt. Waar moet het naar toe als de raadsle den niet meer in vrijheid hun mening kun nen uiten? B. en W. stelden dan ook voor geen be slissing te nemen op het verzoek der v.v. SSC 1955, alvorens genoemde voorzitter zijn excuses aan het betrokken lid van de raad heeft aangeboden, of bij weigering daarvan, het bestuur der vereniging of van de KNVB de voor dit geval geëigende maat regelen heeft genomen. Dienovereenkomstig werd ook door de raad besloten. Naar aanleiding van de plaatsing en ex ploitatie van aanplakborden door de N.V. Publex te Amsterdam, vroeg de heer Genuit naar de prijs welke de gebruikers van deze borden aan de N.V. Publex te betalen zullen hebben, nu de gemeentelijke aanplakborden zullen verdwijnen. Ook de heer van Caem wenste nader te worden ingelicht over de prijsbepaling en vroeg te vens naar de mogelijkheden ten aanzien van de gemeentelijke bekendmakingen en die van verenigingen. Betreffende de te plaatsen borden liet de voorzitter aan de raadsleden folders ter hand stellen.. De kosten voor de gebruikers zullen volgens de voorzitter ge ring zijn; verder heeft de gemeente een eigen ruimte op deze aanplakborden, ter wijl de mogelijkheid tot plaatsing van eigen aanplakborden in de gemeente niet uit gesloten is. De heer de Raat vroeg hoeveel van deze borden er zullen worden geplaatst en hoe de gang van zaken zou zijn met po litieke aanplakbiljetten in de verkiezingstijd. Het aantal borden zal, aldus de voorzitter, in overleg met de gemeente worden vast gesteld, terwijl politieke biljetten alleen zul len mogen worden aangebracht na goedkeu ring van B. en W. De begroting voor het dienstjaar 1957 van de gemeentelijke instelling voor maat schappelijke zorg, sluitende in inkomsten en uitgaven met een totaalbedrag van f 25.466,65, waarbij als sluitpost is opgeno men 't gemeentelijk subsidie van f 18.000, werd door de raad goedgekeurd. Ten aanzien van het plan tot herziening van het uitbreidingsplan voor de onderde len Sprang, Vrijhoeve-Capelle en Nieuwe- vaart benadrukte de voorzitter nog eens de noodzaak van het aantrekken van agrarische gronden ten behoeve van de verdere uit bouw der gemeente. De gemeente is zich er zeer wel van bewust dat hierdoor een aan tal personen schade zullen ondervinden, om dat zij een deel van hun grond zullen moe ten afstaan. De gemeente tracht iedereen zoveel mogelijk te ontzien, maar hoe men de zaak ook wendt of keert, er zal altijd iemand de dupe moeten zijn. Ook de raadsleden zagen de noodzaak van het aantrekken van agrarische gronden in en niemand keerde zich dan ook tegen de herziening als zodanig, doch ten aanzien van de sportvelden in Vrijhoeve-Capelle, zag men van verschillende zijde toch wel graag een andere oplossing. Alleen de he ren Mayers en de Bie waren tegen het ge bruiken van agrarische grond voor de aan leg van sportvelden. Zoals de zaak nu ligt, aldus de heer Mayers, zullen een aantal 'boerderijen worden doorgesneden en dit is voor een boer wel een bijzonder hard gelag, Hij meende dat elders voldoende „kwaaie" cultuurgrond was voor de aanleg van een voetbalveld en dat de gemeente aan de Koesteeg nog grond in eigendom heeft, waarvoor nog geen bestemming gevonden is en die z.i. goed voor de aanleg van een sportveld kan worden aangewend. Hierop vroeg de voorzitter of de heer Mayers het uitbreidingsplan had ingezien, waarin dui delijk de bestemming van deze grond staat aangegeven. De heer Mayers antwoordde dat hij het uitbreidingsplan niet had inge zien, hetgeen de voorzitter uitermate erg vond, omdat het een besluit geldt dat voor de gemeente van levensbelang is. Overigens staat men in de gemeente voor het feit dat de boerderijen in de bebouwde kom liggen, zodat het bij het ontwerpen van een uit- j breidingsplan niet anders kan of er moeten i slachtoffers vallen. Planologisch is het on mogelijk om een andere oplossing te vin den, woningbouw in de polders is ten enen male niet mogelijk. De heer Timmermans vroeg of het toch nog niet mogelijk was de sportvelden elders te projecteren, waarop de voorzitter ant woordde dat afgezien van het feit dat dan toch weer andere mensen grond zullen moeten afstaan, de mogelijkheid ontbreekt om op deze sportvelden licht en waterlei ding aan te leggen. Het ontbreken van licht noemde hij een groot bezwaar, omdat veel sportbeoefening in de avonduren plaats moet vinden. De heer van Caem merkte op dat hij al tijd een groot voorstander was geweest van een centraal sportveld voor de gehele ge meente, maar het was wel gebleken dat dit niet wel mogelijk was.Overigens was hij er voor om van de aanleg van. een sportveld in het uitbreidingsplan af te zien en het be staande veld te verbeteren. De voorzitter antwoordde dat een centraal sportpark ze ker 6 -8 sportvelden zou moeten omvatten, terwijl de huidige opzet zeer bescheiden is. De heer Ros meende dat de sportvelden ge projecteerd zouden kunnen worden langs de spoorbaan langs de Heistraat, doch ook hier, aldus de voorzitter, zullen mensen grond moeten afstaan. Bovendien zal een veran dering in het huidige plan tot gevolg heb ben dat het zeker twee jaar zal duren al vorens een nieuw uitbreidingsplan gereed en goedgekeurd zal zijn, waardoor gedu rende die tijd woningbouw onmogelijk zal zijn. De voorzitter vroeg of de heer Ros deze verantwoording op zich durfde nemen. Dit plan, aldus de voorzitter, moet worden goedgekeurd of afgekeurd. De sportveld kwestie uit het uitbreidingsplan nemen, zo als de heer Genuit voorstelde, is ook niet mogelijk, want ook dat betekent een wijzi ging. „We hebben hier dus te maken met een stok achter de deur", merkte de heer van Caem op, „en de raad kan dus niet an ders doen dan ja of nee zeggen". „Inder daad", antwoordde de voorzitter, maar hij wees er tevens op dat een herziening na de vaststelling altijd mogelijk is. Daar wilde de raad het dan maar op houden, behalve de heren Mayers en de Bie die het voorstel in stemming wilden hebben. Het voorstel van B. en W. werd met 11 te gen 2 stemmen aangenomen. Vervolgens kwam de gemeentebegroting 1957 aan de orde. In een algemene beschou wing welke door de heer van Caem werd gehouden, sprak deze de hoop uit op een spoedig herstel van burgemeester Smit. Verder was hij het niet eens met de wijze waarop de vervanging van de burgemeester was geschied. Er had z.i. ook een loco-wet houder benoemd moeten worden i.v.m. de juiste verhouding in het college van B. en W. bij stemmingen, „of", zo vroeg hij, „is men het in dit college altijd eens?". Overi gens had hij niets dan lof voor de voortref felijke samenstelling en uitvoering van de begroting, waarvoor hij dank bracht aan secretaris van Prooyen en het secretarie- personeel. Ook had de heer van Caem een woord van lof voor de dienst gemeentewer ken. De wegverbreding is een verbetering gebleken en de gebouwde huizen voldoen aan de gestelde eisen. Overigens gaf de begroting zelf hem geen aanleiding tot bij zondere opmerkingen. Wel vroeg hij aan dacht voor een betere verlichting van het Molenplein, voor een tegemoetkoming t.a.v. de werkkleding van het personeel van de huisvuilophaaldienst en voor de reductie op het gastarief t.b.v. grote gezinnen. Woorden van dank en waardering naar aanleiding van deze begroting werden te vens geuit door de heren Ros, Genuit, de Raat en Vos, welke laatste zich afvroeg of er wel behoefte was aan een loco-wethou der. In zijn antwoord merkte de voorzitter op dat zijn benoeming als loco-burgemeester had plaats gehad na overleg met de com missaris van de Koningin in de provincie, die tevens van mening was geweest dat de benoeming van een loco-wethouder niet di rect noodzakelijk was. Over de gang van za ken in het college van B. en W. zei de voorzitter, dat de meningen daar toch wel eens botsen, maar dat men er toch altijd in slaagt tot een besluit te komen. Er is mo menteel geen behoefte aan een loco-wet houder, omdat de beide wethouders met alle gemeentezaken uit de aard van hun werkzaamheden volkomen op de hoogte zijn. Het zou bijzonder veel tijd vergen om een derde wethouder omtrent de materie van diverse aangelegenheden in te lichten. Overigens was de voorzitter wel bereid de raad naar zijn mening te vragen over de benoeming van een derde wethouder, indien de heer van Caem dit wenste, waarop deze bevestigend antwoordde, gezien het feit dat burgemeester Smit nog wel geruime tijd af wezig zal zijn. De heer Vos had bezwaar tegen de financiële zijde van de benoe ming van een derde wethouder. Hij was van mening dat de loco-burgemeester zijn taak naar behoren vervult, gezien de regel matige vervanging in zijn practijk als arts. In een stemming werd het voorstel van de heer van Caem met 8 tegen 3 stemmen verworpen, waarbij de voorzitter en wet houder Waverijn zich van stemming ont hielden. De voorzitter merkte hierna nog op dat B. en W„ indien zij de benoeming van een derde wethouder nodig achten, alsnog met een voorstel daartoe zullen komen. In zijn antwoord zei de voorzitter verder dat er aan de verlichting van het Molen plein, die inderdaad wel wat spaarzaam is, de nodige aandacht zal worden besteed. Ook achtte hij een tegemoetkoming voor de werkkleding van het personeel van de huisvuilophaaldienst billijk. Ten aanzien van de reductie op de gastarieven, zei ge meente-secretaris van Prooyen dat na na dere informatie is gebleken ca. 160-170 gezinnen hiervan zouden kunnen profiteren. Dit zal voor de betrokkenen een besparing van ca. f9.- per jaar betekenen, doch hier staat tegenover dat de gemeente f 1500 per jaar meer zal moeten betalen. Het ge ringe voordeel der betrokkenen weegt hier niet tegen op. De heer Mayers vroeg vervolgens naar de verbetering van de Zuid-Hollandse dijk, die al zo lang in de pen is. De voorzitter ant woordde dat men hierover nog steeds in bespreking is niet de gemeente Loonopzand. Het is niet de schuld van de gemeente Sprang-Capelle dat deze aangelegenheid nog niet afgehandeld is, merkte hij ten slotte op. De heer de Raat wees nogmaals op de noodzaak van een badinrichting en van een brandweergarage. Ook bepleitte hij het ge ven van een subsidie aan de voetbalclub NEO, die jaarlijks een bedrag van f 450 aan terreinhuur moet betalen, terwijl de andere verenigingen voor f 150 per jaar een terrein van de gemeente huren. De fi- nanciale toestand van NEO is niet zodanig dat zij dit zonder bezwaar kan opbrengen. Ook dhr. Timmermans bepleitte een gunsti ge beslissing op een verzoek om subsidie van deze vereniging, dat overigens pas die zelfde dag was binnengekomen, zoals de voorzitter meedeelde. Dit verzoek zal in een volgende vergadering op de agenda worden geplaatst. Het bedrag per leerling, bedoeld in art. 55bis der l.o. wet, werd voor het jaar 1957 vastgesteld op f 31.09. Voor de aanleg van twee verbindings straten tussen Molenstraat en de Burgem. Meijerstraat voteerde de raad een bedrag van f 46.490. - voor de aanleg van de verlengde Bernhardstraat f 49.350. - voor de aanleg van een weg vanaf de Heistraat naar de Nieuwevaart f 77.250; voor de aanleg van een straat van de Schrevelstraat naar de Poolsestraat f 72.475. -voor de aanleg van rijwielpaden langs het Oosteind, Kerkstraat, een gedeelte van de van der Duinstraat en een gedeelte van de Heistraat f 127.110.-, en voor het aanbrengen van ieuwe straatverlichting te Vrijhoeve-Capelle en Capelle f 164.400.-. Ten aanzien van dit laatste voorstel stelde de heer Mayers voor de verlichting dan maar meteen door te trekken over de Hogevaart naar de Labbe- gatsedijk, welk voorstel werd gesteund door de heer de Bie met de opmerking: „Die Wz ton kan er nog wel bij." De voorzitter vond echter dat deze, vooral gezien de in vesteringsbeperking, er niet meer bij kon. Besloten werd om het woningcontingent voor 1957 zijnde 13 woningen te bestem men voor de bouw van 9 woningwetwonin gen en 4 particuliere woningen. Over dit woningcontingent had de voorzitter zich in zijn nieuwjaarstoespraak zeer teleurstellend Uitgelaten. De gemeente voelt zich met de ze toewijzing zeer misdeeld en er zal dan ook alles in het werk worden gesteld om deze toewijzing verhoogd te krijgen. Dr. Winkelman besteedde nog eens aandacht aan de bezwaren welke de gemeente heeft tegen de normen welke bij deze toewijzing zijn gehanteerd en waaraan wij in ons num mer van 25 jan. ruime aandacht hebben geschonken. Ten slotte werd nog een wijziging in de begrotingen 1956 en 1957 goedgekeurd. Aan het einde van deze vergadering deelde de voorzitter nog mee dat de- col lecte voor Hongaarse vluchtelingen in de gemeente f 5300. - had opgebracht en dat van de woning, welke door 't gemeentebe stuur was aangeboden, voor de huisvesting vjan een Hongaars gezin, waarschijnlijk geen gebruik zal worden gemaakt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 2