VROOM DREE§N.4M\ Voor de vrouw DE ZWARTE RUITER woens prijzen 62c DB EGHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 18 FEBRUARI 1957 ALLEEN GELDIG WOENSDAG 20 FEBRUARI ■1IIIIS ©EN BOSCH TILBURG - HELHOND „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" FEUILLETON van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" door HENRIC VAN NORCH. 6.) „En een, flinke portie melk, be grijp je? Vriend heeft dorst gekre gen door de wandeling onder de warme zon op de mulle weg". De waard verdween om het ge vraagde te halen, maar hij schudde zijn reeds grijzende kop. „Die hond een schotel melk; die kerel is zeker niet goed bij zijn hoofd", zo gingen zijn gedachten. Het gevraagde werd gebracht. Vriend scheen hevige dorst te heb ben, want hij viel gulzig op de melk aan. ,,'t Is net alsof ik de hond va ker gezien heb", waagde de waard te zeggen. „Dat is best mogelijk, baas, want gij zijt, dunkt me, ook zo jong niet meer". De waard vond dit een mal ant woord, maar informeerde niet na der. Vriend had inmiddels de melk tus sen de uitstekende ribben geborgen en trachtte door het aflekken van de rand van de schaal nog een paar droppels te bemachtigen. „Breng ons beiden nog 'n por tie", zei de gast, en hij schoof de waard de lege bierpul toe. Toen hij en Vriend wederom het bestelde vocht hadden ontvangen, bestelde hij voor zich en zijn mak ker enige sneden stoet. „Met flink boter en ham of worst of ander goed vlees", voegde hij er aan toe. De waard, die nu wel tot de slot som gekomen was dat hij met een gek, zij het vermoedelijk een onge vaarlijke, te doen had, klotste op zijn blankgeschuurde klompen weer naar achteren. De hond waagde het om zijn kop eens naar zijn nieuwe baas op te heffen en het scheen alsof er al enig vertrouwen en dankbaarheid uit zijn ogen sprak. De man Albrecht streelde hem over zijn ruige kop en sprak op vriendelijke toon: „Ja, wij zullen het samen wel kunnen vin den. Nou eerst eens wat stevigs in je maag en dan krijg je straks nog wat melk. Lanslbouw De hond legde nu een der voorpo ten op de knie van de man en hij zat nog in die houding, toen de herber gier met het brood binnen kwam. „Eerlijk zullen we alles delen, Vriend, maar deze keer wil ik toch zelf ook wat eten". Beide gasten begonnen met het maal. De waard was ook gaan zitten en nieuwsgierig vroeg hij: „De heer schap hoort zeker niet in de Lant- schap thuis?" „Neen, ik kom van Brabant". „Zo, zo, helemaal van Brabant. Dat is ver weg, als ik het wel heb". „Ontzettend; laat ik je vertellen dat ik al twee maanden onderweg ben". „Nou, nou! Ze hebben in Brabant ook veel heide, is het niet, mijn heer?" „O ja, maar heel andere". „Andere?" „Ja, dat is te zeggen, veel hogere. Ze reikt je tot boven het middel als je er door loopt. Kinderen die er in geraken, vind je nooit meer terug. Alles is daar trouwens veel groter dan hier. De lijsterbessen en jene verstruiken zijn daar zo hoog, als hier de hoogste eikenbomen". Er was een pauze in het gesprek. Voorzichtig begon de waard daar op: „Heeft de heerschap hier mis schien familie wonen, dat hij zo'n verre reis onderneemt?" „Hoe heb je het zo geraden, baas? Ja ik ga een neef bezoeken die hier woont". „Dan hangt mijnheer nog al aan de familie". „Ja, vooral aan die neef van me. Een beste jongen, een heel, heel beste jongen, door en door goed. En het schijnt hem hier ge lukkig heel goed te gaan, hij heeft steeds veel geld om han denja, dat heeft hij. Ze noe men hem hier, geloof ik, de zwar te Ruiter. „Hè riep de waard ver schrikt. „Het is zoals ik je zeide... ja, hij schijnt een macht geld te ver dienen... Och, haal nog even een pot bier en een schotel melk." Het scheen alsof de waard eigenlijk blij was een ogenblik zijn gast te kunnen verlaten, zo vlug rees hij van de stoel en was hij met de ledige schaal en pul verdwenen. Toen hij bier en melk weer aan zijn gasten voorzette, was 't alsof er schuwheid in zijn blik la8- De man Albrecht dronk zijn bier aan een stuk op en ook Vriend was spoedig weer met zijn melk klaar. Hij rekende nu met de waard af. Met 'n somber gezicht zag hij in zijn geldbuidel, terwijl hij - goed hoorbaar voor de herbergier - mompelde „Ge lukkig dat mijn neef, de Zwarte Ruiter haar spoedig weer vult." Een ogenblik later waren de man en de hond weer op de wan deling in de klare lucht, terwijl de waard hen, kopschuddend, door een der ramen een eind- weegs nagluurde. „Vriend, ik denk, dat de klets wijven en de kwebbelkerels in dit gehucht vanavond en mor gen heel wat zullen hebben te babbelen. Maar jongen, ik vind het toch ook minderwaardig voor jou,' dat je aan een eind touw naast mij moet voortsjok ken. Want jij hebt evenvee! recht op de vrijheid in de ruime wereld als ik. Ik hield je dan ook alleen maar vast, omdat ik bang was, dat je nog je oude baas niet zou kunnen vergeten, die je honger heeft laten lijden en je heeft afgebeuld." De man Albrecht knoopte het touw van de halsband van Vriend. De hond sprong dolge lukkig, als een wilde man, om hem heen en zijn lang behaarde staart wees nu met de punt naar hoven. En zo gingen ze verder door het Drentse land, over de een zame veldweg, de man en de hond. De laatste liep zijn baas soms een eind vooruit en keerde dan weer tot hem terug, alsof hij zo nu en dan diens stem eens wou horen en alsof hij bang was om hem te verliezen. „Vriend, de zon toont al nei ging om ons te verlaten. Zodra we weer een dorp hebben be reikt, ga ik voor ons beiden in een dorpsherberg een nachtleger bestellen" en morgen *gaan we dan opnieuw de zwerftocht voortzetten, ik wil dan ook de plaats bezoeken, waar we ons laatste gevecht hebben geleverd en waar enige van m'n vrienden in de ellende in een verbitterde strijd de dood hebben gevonden. De arme kerels (Wordt vervolgd) SCHRIFTELIJKE EN TELEFONISCHE BESTELLINGEN WORDEN HIEROP NIET AANGENOMEN Bijzonder mooie zijden ga- vroches, flinke maat. Ge heel nieuwe dessins, in mo derne prachtige "J Q c kleuren Tot slot van het seizoen brengen wij nog eenmaal onze -bekende kameelharen pantoffels, in mooi ruitdes- sin, met sterke rubber zool. Maten 41-46 1.95 36-40 1.65 30-35 1.50 25-29 1.30 OQc 22-24 Plastiek botervloot, crème of geel onderstuk, kristalheldere deksel; de juiste maat voor HQ c een pakje boter Voor de kleintjes; zeer mooie kwaliteit velours sweaters, in diverse kleu ren, lange mouwtjes. Staat schattig. Voor ^90 1 jaar (maat 0) Voor 1£-2 jaar (maat 1) 3.10 Popeline, prachtige kwali teit; geschikt voor blouses en rokken. In alle nieuwe modieuze tinten, o.a. koren- blauw, raf, rood, grijs en zwart. 140 cm. breed, ^50 per meter Schuimplastic vlokken, in plastic zak verpakt. Ideaal warmte-isolerend vulmateri aal voor kussens, c theebeurzen, enz. Bedrukte genopte zwa nendons, extra breed, 80 cm., prima zware donzige kwaliteit; 4 45 per meter Leuke Amerikaanse badstof kinderslipjes, in wit, rose, bleu en geel. 4 25 Leeftijd 1 t/m 4 jaar Mint Carré's; heerlijke ver snapering, in handige ver pakking. A K c 4 packets Meikersen op sap; uit Holland's vruchtentuin. Sterke sajet sokken, in zwart, grijs en bruin. De kwaliteit is prima; 4 30 slechts 1 dag voor Nu er veel aan ballet wordt gedaan: balletschoentjes, in leder en suède, in grijs en zwart. Prima pasvorm. Mtn. 33-40 2.95 O65 28-32 Practisch 2-delig verband- etui; inhoud bestaande uit o.a. 1 hecht- en 1 wondpleis- ter, windsel, steriel gaasje, watten, buisje 4 95 mercurochrome Een grote maat boodschap pentas, van leuke aparte ruitstof; extra royaal ritsvak aan voorkant, leder afwer king en zware lederen handvatten Grote urn statie GEKLEDE WOLLEN JAPONNETJES VOOR JONGE MEISJES. Wanneer vroeger een jong meisje voor een feestavondje of haar eerste bal uitge nodigd werd, gingen de gedachten van moeder en dochter vrijwel automatisch naar een rose japon met strikken, soms ook werd het wit of blauw, omdat toch al iedereen in het rose kwam. Deze tijd ligt wel ver achter ons, want niet alleen is het aandeel van de dochter in de uiteindelijke beslis sing veel groter geworden, maar haar ap preciatie en kennis van mode en critische instelling ten opzichte van eigen uiterlijk heeft een merkbare verandering, ten goe de, ondergaan. En dan zien wij het verschijnsel, dat de dochter zelf toch dikwijls weer naar de kleuren van vroeger teruggrijpt; er is niets tegen rose als het maar geen zoetelijke nuance is en in een stof met karakter, zo als een fraaie tweed of jersey. Ook wit wordt zeker niet geschuwd, is zelfs voor vele leeftijden geschikt als het model daar aan aangepast is, en wat blauw betreft, wij hebben geleerd daar de juiste nuance van te kiezen. Voor heel blonde meisjes, met een teint van melk en rozen is bijvoorbeeld een lichte irisblauwe wollen mousseline heel flatteus; voor brunettes met een donkerder teint is een aquamarijnblauwe wollen crêpe meer aan te raden. Maar er is geen enkele reden waarom men zich niet eens te bui ten zou gaan aan felle kleuren, zoals hel rood, een mooi groen, of anders rookgrijs of honingkleur, en ook zwart kan een jong meisje zeer flatteren, omdat een jonge huid daartegen zo prachtig kan uitkomen. In de mooi matglanzende wollen stoffen van onze tijd komen al deze kleuren op hun voordeligst tot hun recht. Thans niet meer het harde geglim van vroeger, maai gedistingeerde materialen verwerkt tot zeer eenvoudige modellen, die de jeugd van de draagster alle recht doen wedervaren. Wollen jersey bijvoorbeeld, in de nieu we lichte en zeer lichte types is een van de meest geliefde materialen voor zeer jeug dige japonnen in chemisierstijl en het leent zich al even voortreffelijk voor modellen met meer pretentie, met gedecolleteerde lijfjes en matig ruime rojcken. Licht wollen laken biedt een heel gam ma van levendige kleuren, die 's avonds een voortreffelijk effect geven pioenrood, sinaasappeltint, smaragdgroen, turquoise. Elk van die kleuren kan men kiezen vooi een wijde rok, die opbolt over een onder rok met strookjes. Het blousje bij die rok kan heel eenvoudig zijn, met ronde hals. en zonder mouwen, uitgevoerd in dunne jer sey in de kleur van de rok, maar dan een nuance lichter. Voor de strenge chemisiermodellen, be stemd voor de allerjongsten, kan men dun flanel gebruiken met een imprimé van kleine gestyleerde roosjes op een wit fond; als enige garnering dient een ceintuur van l nm.lMSMJMIÊMÊk levendig gekleurd satijn. Verdere suggesties voor deze heden daagse oplossingen der feestelijke kleding voor jongeren! Honingkleurig laken voor de tuniek met grote ronde hals, afgewerkt met een bor duursel van stenen. Rookgrijs laken voor een tuniek, die glinstert van de zilveren pailletten. Vuurrood laken voor een avondmantel in een vage empirelijn, geaccentueerd door een lint van gros grain, dat gestrikt wordt onder de buste. Jersey maakt soepele draperieën mogelijk bij groot en klein avondtoilet of losse, niet geperste plooien in bol uitstaande rokken of bescheidener, de beheerste rimpeltjes in lijfjes met hoge taille, met gedrapeerde ceintuurs van satijn in dezelfde kleur. Wollen stoffen zijn ook flatteus voor dames, die moeite hebben met hun lijn of overma tig mager zijn. De eerste groep kiest enkele of dubbele crêpe, die „kleedt" zonder dik te maken. Zij kan zich het beste houden aan de tail leur met wat fantasiedetails: een jasje zon der kraag, afgezet met fluweel, mouwen tot even onder de elleboog, een heel kort, iets gemodelleerd jasje, gitten knopen. Voor de tweede groep is brokaat of laken het aangewezen materiaal, men kan daar van een niet te diep uitgesneden tuniek- japon maken over een heel strakke rok. De tekeningen geven modellen uit Italië weer, waarin bovengenoemde suggesties zijn toegepast. 1. Tweed met een donker of zwart fond wordt gebruikt voor een jurk van heel eenvoudige coupe met om de hals een rand hermelijn, waarop een .rose roos gestoken is. 2. Jersey in wit, met een rechthoekige hals en heel kleine mouwtjes en een bolle rok, waarvan de inrimpelingen van boven worden vastgehouden door twee strikken van marron glacékleurig satijn. 3. Loden of zelfs witte teddybeer wordt gebruikt voor de rok, die afgezet is met satijn en gegarneerd met twee zakken be zaaid met parels en glinsterstenen. Samen met een gedecolleteerd jumpertje in tur quoise ribbeltricotage vormt dit een aller aardigst wat informeel ensemble, dat après- ski associaties wekt. 4. Shetland in kersrood of rose dient voor een model, waarvan de splitjes op de schouders worden vastgehouden met strik jes van dezelfde stof. Een „hollandaise rok met een klein gestrikt ceintuurtje in de tail le. 5. Laken in zwart of anthraciet, met een breed turquoise satijnen lint vastgestrikt op het hart, en een heel wijde rok, die van i onderen is ingenomen tot een „harem" lijn. BS KOPER IN DE GROND. Er blijkt verband te bestaan tussen de zuurgraad en het kopergehalte van de grond. Is de grond zuurder, dan krijgt men vooral bij groenten (spinazie) en ook bij bloemen (gladiolen) moeilijkheden. Over het algemeen beginnen de vergiftigingsverschijnselen bij een koper gehalte van 100 milligram per kilogram en een pH lager dan zes. Het .gaat hier dus om heel kleine hoeveelheden. De samen stelling van het gewas verschilt bij hogere kopergehalten van de grond. Meestal ziet men bij hogere kopergehalten een toename van het stikstofgehalte, soms ook van het fosfaat-, kali- en magnesiagehalte. Deze verhogingen zijn. echter afhankelijk van de plantensoort. Duidelijke verschijnselen van een koper overmaat van de gewassen zijn moeilijk aan te geven. Er treedt namelijk geen verble king van de gewassen op, de groei wordt slechts vertraagd. Zo werd onlangs op een internationaal Bodemkundig Congres in ■Parijs meegedeeld. BS STEEDS MEER GLASTUIN. Ge durende enkele tientallen jaren bedraagt de oppervlakte grond onder ramen, bestemd voor de groenteteelt, reeds 1000 hectare. Het areaal „platglas" blijkt dan ook tame lijk constant te blijven. Anders is het met de oppervlakte onder „staand glas", wa renhuizen en kassen. Bedroeg de grond- oppervlakte onder dit glas in 1939 onge veer 1100 hectare, in mei 1956 was deze 2200 hectare groot. Vooral de komkom merteelt onder glas wordt steeds belang rijker. In 1949 was deze oppervlakte nog 32 ha, maar in 1956 was deze opgelopen tot 68 ha. BS Door het Geldropse laboratorium van het Bedrijfslaboratorium voor Grond en Gewasonderzoek werden in 1956 ruim 31.000 grondmonsters onderzocht. Hiervan kwamen ruim 28.000 monsters van de land en tuinbouwbedrijven op de Limburgse en Brabantse zand- en lössgronden. Van de ruilverkavelingen in deze gebieden werden in 1956 ruim 2000 monsters minder onder zocht dan in 1955 het geval was. In totaal werden in dit laboratorium in 1956 ruim 2000 monsters minder onderzocht dan in het voorafgaande jaar. Het aantal door de land- en tuinbouwers ingezonden grond monsters bleef dus nagenoeg hetzelfde als in 1955. ES In het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Goes wer den in 1956 ruim 18.000 grondmonsters onderzocht. In 1955,werden daar echter bij na 22.000 monsters onderzocht, een ver schil dus van ruim 3000 monsters. Het aantal grondmonsters van de ruilverkave lingen in Zeeland en het zeekleigebied van Noord-Brabant steeg in 1956 met bijna 1000 monsters. „Ei, ei".

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 3