FILMJOURNAAL
SPORTSPIEGEL
Blijf meester
Exclusief bankstel en
diverse losse fauteuils
DITVOORST-SCHRIJVERS
DE TOUR Sport of Dwaasheid
r~
-J
Raadsel in Nijmegen
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 5 JULI 1957
2
J. H. v. G.
MUSIS SACRUM.
„DE 3 RINALDO'S".
De drama's welke zich afspe
len achter het flonkerende en
glimlachende decor van het cir
cusleven, zijn altijd een geliefd
onderwerp der cineasten geweest.
Achter het piste-masker der ar-
tisten, die elke dag met de dood
spelen, leeft een wereld waarin
de toeschouwer nooit zal kunnen
doordringen en daarom is een
blik achter het gezicht der din
gen altijd weer een dankbaar
filmonderwerp. Zo ook deze
Duitse film over de 3 Rinaldo's,
die in de nok van het circus elke
avond weer voor een adembene
mende sensatie zorgen, totdat
opeens de vrouw uit dit gezel
schap een der mannelijke part
ners neerschiet. Waarom Dat
vraagt iedereen en ook de rech
ters zich af. Deze film geeft een
uitstekend beeld van de drama's
welke zich achter de schermen
van het circusleven voltrekken.
We zien in deze film een goéde
creatie van de Duitse Audrey
Hëphurn Ingrid Andree.
Van vrijdag t.m. zondag.
Toegang 18 jaar.
over Uw zenuwen. Neem
Mijnhardt's Zenuwtabletten
WAT Mijn harpt maakt |5 GOED
„OVERROMPELING DER
VUURDUIVELS".
Deze kleurenfilm geeft met 't
nodige vuurwerk de geschiede
nis van twee broers, van wie de
ene de rechte weg, de andere het
- pad der misdaad kiest. Aanvan
kelijk doet Bill alle moeite om
zijn broer Sam uit de narigheden
te helpen en te houden, maar
tenslotte bemerkt hij dat het niet
veel uithaalt en de beide broers
gaan uit elkaar. Bill krijgt een
goede betrekking op een grote
ranch en het duurt niet lang of
Sam duikt in hetzelfde dorp op,
maar dan als lijfwacht van de ge
vreesde Jim Donovan. Zo komen
zij tegenover elkaar te staan,
maar door een psychologisch
zeer domme streek van Donovan
komen zij toch weer tot elkaar.
Wild-west van de goede trou
we soort.
Maandag en woensdag.
Toegang 14 jaar.
LUXOR.
„LEVENSMELODIE".
In 1951 stierf Eddy Duchin,
een van de populairste Ameri
kaanse pianisten in het lichte
genre een man wien de sla
gen in het leven niet bespaard
zijn gebleven. Van het leven van
deze pianist heeft Columbia In
ternational een uitstekende en
vooral muzikaal zeer geslaagde
film gemaakt met Tyrone Power
en Kim Novak in de hoofdrollen.
Eddy Duchin begon zijn car
rière als pauze-pianist bij de
band van Leo Reisman, maar
door zijn geheel eigen stijl trok
hij al spoedig de aandacht en hij
kreeg daardoor een vaste aan
stelling hij de band. Eddy trouwt
met een meisje uit de eerste krin
gen Majorie Oelrichs. Zij heb
ben een zeer gelukkig huwelijk
en als Eddy na een jaar niet al
leen een eigen orkest, maar ook
een zoon heeft, blijft hem niets
meer te wensen over. Maar dan
komt voor hem de grote slag.
Enkele dagen na de geboorte van
Peter sterft Majorie. Diep ge
schokt gaat Eddy op 'n langduri-
fe toernee door Zuid-Amerika.
eter vertrouwt hij toe aan de
zorgen van zijn familie en hij
wil niets over het kind horen,
omdat hij het onbewust de dood
van Majorie verwijt. Hij neemt
dienst in het leger in de strijd
tegen de Japanners en als hij te
rugkeert, toont zijn 12-jarige
zoon zich erg gereserveerd tegen
over zijn vader. De jongen heeft
zich erg gehecht aan een Engel
se oorlogsvluchtelinge, de knap
pe Chiquita. Maar via de muziek
komt er toenadering tussen va
der en zoon en tussen Eddy en
Chiquita. Dan openbaren zich
echter bij Eddy de symptomen
van een gevaarlijke bloedziekte,
die hem ten dode opschrijft. Chi
quita staat er echter op toch met
hem te trouwen... En nog voor
zijn dood ziet Eddy hoe zijn zoon
zich ontwikkelt tot een knap pia
nist, waarin hij zelf zal voortle
ven.
„Levensmelodie" is een van de
weinige zeer goed geslaagde mu
ziekfilms met als omlijsting een
boeiend verhaal. Naast Tyrone
Power en Kim Novak zien we 'n
uitstekend filmdebuut van Vic
toria Shaw. Voor de kenners
willen wij nog vermelden dat
men in deze film kan luisteren
naar o.a. „Whispering", Ain't she
sweet, On the sunny side of the
street, I can't give you anything
but love, baby. La vie en rose,
Body and soul.
Het enige bezwaar dat wij te
gen deze film hebben, is de vre
selijk zoete Nederlandse titel
„Levensmelodie", die men dan
ook maar zo gauw mogelijk moet
vergeten.
Van vrijdag t.m. zondag.
Toegang 14 jaar.
„DE REBELLENBRUID".
De keren dat Mexico onder 'n
dictatuur heeft gezucht, zijn bij
na niet tc tellen. Ditmaal schrij
ven we 1911 en het land gaat ge
bukt onder de dictatuur van Por-
firio Diaz. Als op een grote ha
cienda enige mensen worden ge
arresteerd, besluit men om Feli
pe naar dr. Herririas, een van
hun voorvechters, af te vaardi
gen om raad te vragen. Felipe is
verloofd met Gabriela, een tem
peramentvol meisje dat genoeg
heeft van haar armoedig bestaan.
Als Felipe om haar in de narig
heid komt en in het leger dienst
moet nemen, laat zij hem in de
steek. Later merkt Felipe dat zij
zich in de kringen beweegt van
general Garza, hun tegenstander.
Garza wordt gedood en Felipe
wil Gabriela straffen voor haar
ontrouw, maar de liefde blijkt
sterker dan de wraak. De revolu
tie slaagt en Felipe wordt tot
generaal benoemd. Bij een over
val op een trein wordt Gabriela
door de kogels uit de geweren
van Felipe's mannen gedood.
Een nogal ingewikkeld en on
stuimig verhaal uit een van de
vele woelige perioden der Mexi
caanse geschiedenis.
Maandag en woensdag.
Toegang 14 jaar.
Elk jaar op de le juli wordt
ergens in Frankrijk 't start
schot gelost voor een wielereve-
nemen't, dat gedurende een hele
maand duizenden wielerfans
knettergek maakt en bij evenzo-,
vele rustige huisvaders een on
vermoed en verbijsterend fana
tisme bloot legt, dat de diverse
echtgenotes doet uitroepen: „Kijk
kijk,' moet je nou die gekke Wil
lem zien!"
Hoewel deze uitroep ongetwij
feld schertsend bedoeld zal zijn,
heeft hij bij ons toch, gezien de
gedurende 11 maanden van het
jaar volkomen on-wielrense geest
van Willem, de vraag doen rij
zen: Is Willem inderdaad me
sjokke? Ja en nee, beste lezers.
Een constant mesjokke Willem
zou niet zo'n nette, geklede func
tie (met pensioen en dividend
uitkering) op een groot kantoor
hebben. Het verschijnsel is chro
nisch en wel zeer bepaaldelijk
vanaf genoemd startschot tot de
dag waarop de min of meer zie
lige resten van de rennerskara
vaan het Pare dés Princes bin
nensukkelt.
Martel-circus.
Wat is het dan wel dat de an
ders zo rustige Willem in
zijn slaap doet woelen, alsof hij
zich losrukt uit het peloton en
hem op weg naar kantoor met
plotselinge scheuten harder doet
frappen, hoewel er niemand an
ders achter hem zit dan een rus
tig peddelende wijkverpleegster,
die weinig of niets weg heeft van
Charlie Gaul of Bahamontes
Wat is het dat hem bij de radio
doet hokken en naar de sportpa
gina's van de krant doet grijpen
met een begeestering, een zeer
groot ideaal waardig Hoe komt
het dat deze man, die de grootste
moeite heeft met de treinenlooo
van de N. S., zonder haperen de
tijden weet te vertellen van de
eerste 10 renners in 't algemeen
klassement Waarom wordt de
ze Willem plotseling een somber,
broedend man, als Wout in de
bezemwagen stapt en vele ande
ren door de zon van hun fiets ge
bakken worden
Voor ons is op al die vragen
maar één, antwoord Willem is
geïnfecteerd door een evenement
dat zowel op zich als in zijn en
tourage ongezond is hij is het
slachtoffer van de sfeer rond een
monstrueus gebeuren, dat in zijn
omvang het menselijk uithou
dingsvermogen en in zijn omlijs
ting alle normale verhoudingen
IS WILLEM MESJOKKE?
ver te boven gaat. De geschiede
nis van de Tour toont aan dat
deze monsterrit nooit anders is
geweest dan een marteltocht, een
slopende verschrikking van het
menselijk lichaam en daarom een
aanfluiting van de sport. Mensen
met een gezonde sportopvatting
zouden nooit tot het organiseren
van een Tour gekomen zijn en de
twijfelachtige aandacht welke de
Tour geniet, berust dan ook niet
op haar betekenis als sportge
beuren, maar op de rillingen en
huiveringen welke zij door haar
buitensporigheid teweeg brengt;
een buitensporigheid, waarbij de
omliisting yan een circus uitste
kend past. Meer dan een circus
kunnen wij in de Tour dan ook
niet zien, een martel-circus dan
wel te verstaan, waarbij de sport,
die dient om lichaam en geest te
ontspannen en te veredelen, op
een barbaarse wijze in discrediet
wordt gebracht.
vlucht, dan kan men dat door de
radio en in de kranten wel sport
noemen, (waaraan vele kostelij
ke ogenblikken zendtijd en heie
pagina's krantenpapier worden
verspild), wij noemen het alleen
maar het bewijs van de stelling:
hoe krankzinniger hoe mooier.
Men kan die 120 kerels, die aan
de start verschijnen, helden noe
men, die de barre natuur te lijf
gaan in een sportieve kamp, wij
noemen het stakkers, die zich la
ten opjuinen om voor een hand
vol geld iets krankzinnigs te on
dernemen. Geld, dat is het enige
waartoe men de Tour kan her
leiden. Geld op de eerste plaats
voor de organisatoren, geld voor
de kranten, die hun oplagen met
duizenden tegelijk zien stijgen en
dan tenslotte ook nog wat geld
voor die slaventroep die men
renners noemt. Geld en sport
gaan niet samen en hoe meer
geld hoe minder sport. Het on
bedaarlijk belachelijke proza,
waarin de Tourverslaggevers
zich uitputten, is werkelijk een
betere zaak waardig. Jammer is
alleen maar dat die „betere zaak"
geen geld in het laad je brengt,
zoals b.v. het lenigen van de bar
re hongersnood in Nepal, waar
de kranten en de radio zich van
af maken met een zeer summiere
vermelding. Er zit ook weinig
nieuws in een hongersnood, de
mensen kreperen zonder dat je
er erg in hebt en daar is ver
draaid weinig aan ze op de fiets,
zien kreperen ten aanschouwe
van tienduizenden gulzige dag
jesmensen, dat is iets wat je niet
iedere dag kunt meemaken en
waar je best een paar gulden te
genaan kunt gooien. Duizend
gulden betekenen voor de heer
Goddet, voor de kranten- en li
monadeverkopers meer dan de
gezondheid van Gaul en Wagt-
mans, die er op hun beurt pre
cies hetzelfde over denken, want
anders zouden ze wel rustig thuis
blijven.
Doorgaan.
Natuurlijk zullen er mensen
zijn die niet Willem, maar
ons mesjokke zullen vinden, om
dat wij zoiets groots als de Tour
zouden willen verbieden. O nee,
wij willen niets verbieden, wij
huldigen het standpunt dat men
dwaasheid niet moet verbieden.
Dwaasheid kan alleen worden
genezen door inzicht, niet door
WONINGINRICHTING
TILBURG
Nieuwlandstraat 14
Sensatiezucht.
yraagt men aan Willem waar
om hij eigenlijk zo'n extra
vagante belangstelling voor God-
det's monstercircus heeft, tien
tegen één dat hij niet zal ant
woorden omdat hier op sport
gebied iets groots wordt gepres
teerd. Zeer waarschijnlijk weet
hij het niet eens, hij is doodeen
voudig het slachtoffer geworden
van de moderne sensatiezucht,
die in de sport om wille van de
sport geen enkele aantrekkelijk
heid ziet. Als Charlie Gaul hui
lend van zijn fiets stapt met de
woorden „Ik wil hier niet ster
ven en als Wagtmans als een
uitgeblust, doodmoe brokje mens
van de fiets slaat en vele ande
ren als blokken tegen de weg
smakken, terwijl ieder welden
kend mens omwille van zijn ge
zondheid de laaiende zon ont-
een verbod. Als iedereen 't prach
tig vindt, zijn wij de laatste die
de Tour de nek om zouden wil
len draaien. Een mens moet
„iets" hebben, vinden wij, maar
omdat „iets" altijd te weinig is,
zouden wij nog veel meer Tours
willen zien de Tour van Mon
golië bijv. in 132 etappes en de
Ronde van Siberië over 40.000
kilometer.
Maar dat is iets van latere
zorg, voorlopig zijn wij er alleen
maar benieuwd naar welke ren
ner er vandaag in Frankrijk
krimpend en kermend van zijn
fiets valt en wie er morgen weer
zullen opstappen voor een hand
vol geld en een zoen van een juf
frouw.
Voor dit laatste zouden wij
ook nog wel mee willen doen.
Van hier tot Waspik.
IN 1956 WERDEN BIJNA
102 MILJOEN MUNTEN
VERVAARDIGD.
In het heden verschenen munt-
verslag over het jaar 1950 werd
VdTn£nen,?«deeld' dat F in t()taal
1U1.J5U.UU0 munten werden gefa-
biiceeid, waarvan voor Neder
land 101.100.000 en voor de Ne-
derlandse Antillen 850.000.
De produktie van nikkelen
specie wordt nog steeds geremd
door moeilijkheden bij dé mate
riaalvoorziening. In verband
niermede kan de vervanging der
.Is P.°£ circulerende 'zilveren
dubbeltjes (geschat op 90 mil
joen stuks) slechts in een lang
zaam tempo plaats vinden.
Van september 1948, toen een
begin werd gemaakt met dé aan
maak van munten overeenkom
end® ™un*wet 1948, tot ultimo
i 1170 an!! nnnaan 's. Ri'ks munt
1 0/8.400.000 munten geslagen
hetgeen neerkomt op 90 munten
PeJ" hoofd van de bevolking.
Naast verscheidene soorten
en medailles werden in
19o6 bovendien 3.331.800 gas- en
elektriciteitspenningen, automa
ten- en reclamepenningen door
het staatjsmuntbedrijf afgeleverd:
NEDERLANDERS EEN
HUISELIJK VOLK.
Uit een door het Centraal Bu
reau voor de Statistiek ingesteld
onderzoek blijkt, dat de'huise
lijkheid in ons volksleven nog
steeds een zeer centrale plaats
inneemt en dat slechts een klein
gedeelte van de ontspanning bui
tenshuis wordt gezocht.
Uit „avond- en weekendbeste
ding het tweede deel van de
reeks publikaties, waarin de re
sultaten van een uitvoerige en
quête, gehouden in de 'winter
van 1955-'56 naar de vrije tijds
besteding van het Nederlandse
volk wordt vermeld, blijkt onder
meer dat overwerk, studie, sla
pen, eten en andere verplichte
bezigheden 60 van de avond-
en weekenduren in beslag nemen
zodat slechts het kleinste deel
van de „vrije tijd" vrij is. De
laatstbedoelde, de „eebte" vrije
tijd, bedraagt ongeveer 24 uur
per week voor de gemiddelde
Nederlander. Tweederde van de
ze 24 uur wordt in de huiselijke
kring doorgebracht met het le
zen van boeken, kranten, tijd
schriften, met luisteren naar de
radio met het ontvangen van
bezoek e.d.
De vrouwen hebben gemiddeld
beslist minder vrije tijd dan de
mannen (vrouwen 20 uur per
week en mannen 28 uur per
week), hetgeen uiteraard voort
vloeit uit de vele huiselijke be
zigheden van de vrouw.
Onder de vormen van vrije
tijdsbesteding buitenshuis ko
men het meest voor: bezoeken
afleggen, wandelen en fietsen,
kaarten, feestjes en bioscoopbe
zoek. Dit bioscoopbezoek neemt
slechts 2 procent van de totale
voor niet-verplichte bezigheden
beschikbare vrije tijd in 'beslag.
Voorts blijkt, dat 43 van de
Nederlandse bevolking nooit een
bioscoop bezoekt: en gemiddeld
gaat de Nederlander van 12 jaar
en ouder maar 3 maal per 'jaar
een film zien.
Er is een duidelijk verband
tussen leeftijd en bioscoopbe
zoek hoe ouder men is hoe min
der men naar de film gaat.
Opmerkelijk is ook' dat men
sen, die een middelbare school
opleiding gevolgd hebben, veel
meer naar de bioscoop gaan dan
zij, die slechts lager ónderwijs
gevolgd hebben, terwijl de uni
versitair gevormden dé film het
meest frequenteren (van perso
nen met allen 1. o. gaat 54
van degenen die hoger onderwijs
hebben daarentegen slechts 15
nooit een film zien).
Het meest .gewaardeerde film
genre is de categorie „Liefde en
sentiment", dat in 27 van de
gevallen genoemd werd. Na deze
groep komen als meest gewaar-
deerde films voor de genres
„show- en muziekfilms",' „pro
bleemfilms" en „Nederlandse
speelfilms".
FEUILLETON
van
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
door
G. PLANTEMA.
13).
„Wie is er vermoord?" vroeg
Verhagen zijn zwager.
„Wel, wie had je gedacht?"
„Te oordelen naar de vragen
die me gesteld zijn, moet het de
heer Van der Zuyden zijn", ant
woordde de advokaat.
„Goed gedacht", zei Ohlquist.
„Maar hoe heb jij 't ontdekt?"
„Bij toeval. Vanmorgen om 'n
uur of vijf, toen ik wakker werd, j
hoorde ik stemmen uit dit huis
komen. In de stilte van de mor
gen kun je zoiets goed horen.
De heer Van der Zuyden was aan
het woord. Hij sprak Frans. Ik
weet zeker dat hij heviq beschon'
ken was.
Het schijnt dat er nog ver
schillende mensen bij hem wa
ren, maar hun stemmen kon ik
niet herkennen, want zij spraken
zachter. Plotseling brulde Van
der Zuyden iets in 't Nederlands.
Helaas kon ik dat niet verstaan.
Maar direkt darop klonk een
schot. Toen hoorde ik een deur
dicht gaan. Kort daarop gilde 'n
vrouw in dit huis. Gebleken is,
dat het mevrouw Van der Zuy
den was, die wakker was gewor
den en haar man dood in een ka
mer vond liggen."
„En ben jij er toen op af ge
gaan?" informeerde Ernst.
„Zo gauw mogelijk", stemde
de inspekteur toe. „Natuurlijk
moest ik eerst opstaan, me een
beetje kleden, kortom, je begrijpt
dat er enige minuten overheen
gingen, voordat ik buiten was."
„En had je eerder nog iets ge
hoord uit het huis van Van der
Zuyden? Waren er mensen, die
luid riepen? Was er soms ie
mand die weg liep?"
„Tja" zei Ohlquist, nadenkend
over zijn wang strijkend, „je
vraagt een hoop ineens. Of ik
nog stemmen gehoord heb na 't
schot en voordat mevrouw Van
der Zuyden gilde? Ik meende nog
zachte stemmen te horen, maar
verstaan kon ik er niets van.
Trouwens, mijn aandacht was 't
meest gekoncentreerd op de j
voetstappen in de tuin. Je kon
horen dat er eerst één persoon,
later nog een over het grint liep
en nogal vlug. Is het de dader
geweest, die de vlucht nam en
achtervolgd werd door een van
de mensen, die zich met Van der
Zuyden in de kamer hadden be
vonden?"
„Het was zeker nog donker",
meende mr. Ernst Verhagen.
„Jammer genoeg was het nog
te donker om iets duidelijk te
kunen zien", bevestigde zijn zwa
ger. „Bovendien, de voetstappen
verwijderden zich eerder dan dat
ze in deze richting kwamen."
„En hoe vond je het hier in
huis?"
„Ik kwam er door het hek dat
ooen stond. De voordeur van de
villa stond wagenwijd open. In
de vestibule stond een dienst
meisje, volkomen van streek. In
de kamer hier naast, die een uit
gang heeft naar de tuin, lag het
lijk. De beide glazen deuren,
waardoor men over een bordesje
in de tuin komt, stonden al open.
In de kamer bevonden zich me
vrouw Van der Zuyden, die half
bewusteloos in een leunstoel lag,
en de grijsharige man, die we
gisteravond hebben gezien. Hij
blijkt Jörgensen te heten en een
Zweed te zijn. Hij was tamelijk
bedaard. Het lichaam van Van
der Zuyden lag dicht bii de open
deuren en zo kreeg ik de indruk,
dat de dader in de tuin gestaan
moet hebben. Trouwens, uit de
duidelijkheid, waarmee ik de ver-
moorde kon horen praten, bleek
j wel dat de deuren wijd open
i stonden, toen de daad aepleeqd
werd. Waarschijnlijk is de dader
tot aan de rand van het bordes
gekomen en het is best mogelijk
dat de vermoorde hem heeft ont
dekt in het schijnsel dat de lamp
in de kamer naar buiten wierp.
Dat zou de plotselinge uitroep
in het Nederlands verklaren."
„Maar zou die Nederlandse
uitroep dan betekenen, dat de
dader een Nederlander was en
dat de vermoorde hem kende?"
vroeg Ernst.
„Dat is heel goed mogelijk",
stemde de inspekteur toe. „Ik
heb onmiddellijk de politie te
Nijmegen gewaarschuwd en in
spekteur Broekman kwam met
een aantal agenten. Hij heeft na
tuurlijk de leiding van het on
derzoek op zich genomen."
„Je hoorde verschillende men
sen in de kamer", merkte de ad
vokaat op. „Maar toen jij kwam,
waren er mevrouw Van der Zuy
den, die pas later moet zijn gear
riveerd, en de Zweed Jörgensen.
Heb je al nagevraagd, of er soms
mensen waren weggegaan?"
„Inspekteur Broekman, wie ik
een en ander natuurlijk uitvoe
rig verteld heb, hoorde van de
Zweed, dat de kleine man, die
wij gisteravond met hem en het
meisje in de Vereniging zagen,
achter de dader aan gerend was.
De kleine man blijkt inderdaad
een Roemeen te zijn, een zekere
dr. Maroniu. Hij is echter nog
niet teruggekeerd van de achter
volging."
„Waren er niet meer mensen
in de kamer?"
„Volgens Jörgensen niet. Ik
heb niet nauwkeurig kunnen na
gaan, hoeveel stemmen er te ho
ren waren. Dat kan dus kloppen
Volgens de Zweed was mej. Iles-
cu, de jonge vrouw die we ook
gezien hebben, al eerder weg ge
gaan, omdat Van der Zuyden
lastig begon te worden in zijn
dronkenschap. Jörgensen vertel
de verder, dat hij en dr. Maroniu
er net in waren geslaagd de ver
moorde een beetje op zijn ver
haal te krijgen met behulp van
koffie en wat eten. Dat klopt
met de mededelingen van het
dienstmeisje, dat door de heren
uit bed was gehaald om een en
ander klaar te maken. Zij had
den mevrouw Van der Zuyden
niet willen wekken, omdat ze het
een beetje pijnlijk vonden, haar
met een .volslagen beschonken
echtgenoot te konfronteren. Dit
verklaart dus waarom de vrouw
pas beneden kwam, toen ze door
het schot en het lopen in de tuin
wakker was geworden."
„Maar heeft de Zweed de
moordenaar ook gezien?" vroeg
Ernst verder. „Me dunkt, dat zou
de zaak al heel simpel maken."
Inspekteur Sven Ohlquist
schudde het hoofd. „Zo eenvou
dig is het helaas niet. De Zweed
stond met zijn rug naar de tuin,
toen Van der Zuyden daar ie
mand zag, die onmiddellijk
schoot. Voordat Jörgensen zich
had omgekeerd, was de dader al
in de duisternis verdwenen.
Maar dr. Maroniu moet hem wel
gezien hebben. Hij stond met het
gezicht naar de open deuren.
Onaetwyfeld bewijst 't feit, dat
hij dadelijk achter de moorde
naar aan ging, dat hij hem of ge
zien moet hebben of precies wist
waar hij heen ging."
„Ja, ja", stemde Ernst toe.
Maar we dienen te wachten tot
de Roemeen terugkomt, voordat
we daar zekerheid over hebben."
(Wordt vervolgd).
OL.1I li I
Gewoonlijk zal dit wel reeds gebeuren,
als we twee vingers achter in de keel bren
gen.
Het kan natuurlijk wel eens gebeuren dat
de patiënt zich daartegen verzet; in dat
geval kunt U het als volgt proberen
Ga achter de patiënt staan, leg zijn
hoofd tegen Uw borst, druk met enkele
vingers van een hand in zijn wangen, zo
dat deze tussen de kiezen gedrukt worden.
De patiënt zal dan zijn mond wel ope
nen, en zal U niet kunnen bijten. Als U
dan twee vingers van de andere hand ach
ter in zijn keel steekt en daar dan lang
zaam heen en weer beweegt, dan is het wel
zeer waarschijnlijk dat de patiënt braken
moet.
Lukt dit echter nog niet, geef hem dan
een braakmiddel te drinken, b.v. een glas
lauw water, waarin twee lepels zout zijn
opgelost, of wel een glas mosterdwater (een
lepel mosterd opgelost in een glas lauw
water)
Nadat de patiënt flink gebraakt heeft,
mag men hem melk of eiwit-water (het wit
van twee eieren op een glas water) te drin
ken geven.
Desnoods kunt U hem ook boter of reu
zel te eten geven.
Vet verzacht gewoonlijk de schadelijke
werking van het vergift, doch bij een fos-
for-vergiftiging mag U beslist géén vet
toedienen, daar dit de fosfor oplost, en de
ze dan nog gemakkelijker door het bloed
kan worden opgenomen.
Bemerkt U dat de patiënt erg slaperig
wordt (tengevolge van een verdovend ver
gift), dan moet U trachten hem wakker te
houden, want indien hij inslaapt zal de
hart-werking steeds zwakker worden, en
kan gemakkelijk een hartverlamming op
treden.
Houd hem koel met fris water of eau
de cologne, en geef hem sterke koffie te
drinken om de hart-werking te stimuleren.
Is de patiënt reeds bewusteloos of schijn
dood dan komen al deze maatregelen na
tuurlijk niet meer in aanmerking.
Dan blijft U niet veel meer over dan het
nemen van de maatregelen die wij reeds
besproken hebben in de artikeltjes over
schijndood en bewusteloosheid.
(Bij bewusteloosheid dus koel houden,
frisse lucht, de mond open maken en con
troleren of zich daarin niets bevindt, dit en
eventueel ook kunstgebit verwijderen, en
verder de knellende kledingstukken losma
ken. Bij schijndood tevens kunstmatige
ademhaling toepassen). Dit alles natuurlijk,
nadat men eerst de hulp van een dokter
heeft ingeroepen.
Nogmaals moet ik erop wijzen, wanneer
U een dokter laat roepen, deel hem dan
reeds bij de waarschuwing, zoveel mogelijk
de bijzonderheden mee, hij kan U dan ver
tellen hoe U het best, in afwachting van
zijn komst, handelen kunt.
Tevens maak ik U er nogmaals op at
tent, toch vooral niets weg te doen van
hetgeen het latere onderzoek vergemakke
lijken kan, zoals resten van het vergif,
braaksel, ontlasting of urine van de patiënt.
Hiermede zullen we van de vergiftigin
gen via mond, slokdarm en maag afstap
pen, om in een volgend praatje iets te
vertellen over de vergiften die via onze
ademhalings-organen het lichaam kunnen
binnendringen.
WIJ EXPOSEREN