Waalwijkse en Langsiraaise Courani SYMPTOMEN en KWAAL Hoeveel kans heeft een kind HAMEA Pracht Twaalfdaagse fietstocht naar Engeland DE MIDDENSTANDS-VOORLICHTINGSDIENST handen VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1957 Uitgever Waalwij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week 80e JAARGANG No. 63 Abonnement 22 cent per week per kwartaal 2.85 3.10 franco p. p. Advertentieprijs 10 cent per mm. Contract-advertenties speciaal tarief Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8 OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES„ECHO' Onder bovenstaand hoofd geeft de N. Rott. Crt. een hoofd artikel, dat een duidelijk inzicht geeft in de monetaire positie van ons land en de moeilijkhe den die daaruit voortvloeien, maar die ook alleen opgelost kunnen worden door de geza menlijke wil van het Nederland se volk, zoals dat in de geschie denis van na de oorlog al m:eer is geschied. Wij ontlenen een en ander aan dit artikel De nfaatregelen, welke de Ne derlandse Bank t.a.v. de mone taire situatie van thans heeft ge nomen, hebben ten doel de ka pitaal vlucht uit Nederland tegen te gaan. Deze vlucht uit de gul den heeft zich vooral in de laat ste twee weken geopenbaard in een versnelde afvloeiing van de viezen. Zoals men weet, hebben onze monetaire reserves reeds het laatste jaar een gestadige vermindering getoond, omdat onze betalingsbalans een ongun stig beloop heeft gekregen; het door de Staten-Generaal aan vaarde regeringsprogramma tot beperking van de bestedingen be oogt een keer ten goede teweeg te brengen, maar het heeft tot dusver nog niet voldoende uit werking kunnen hebben. Onder deze omstandigheden hebben de Franse monetaire cri sis en de daaruit voortgevloeide politiek van de Franse regering op verscheldenen hier te lande een psychologisch effect gehad; de mening is gaan postvatten dat ook de koers van de gulden aan gevaren blootstaat, welke tot de valuatie of daaraan verwante maatregelen zouden kunnen leiden. Zowel zij, die wegens hun relatie m|et het buitenland ge rechtvaardigde ondernemingsbe- langen wilden beschermen, als diegenen die een speculatiewinst roken, hebben liquiditeiten in guldens, onder de tot dusver gel dende voorschriften, omgezet in saldi in sterkere E.B.U.-valuta's. Deze vrijheid is, door de Ned. Bank thans ingeperkt. De verantwoordelijkheid, wel ke op onze monetaire autoritei ten rust, vorderde dat deze maat regelen tegen kapitaalvlucht ge nomen werden. Wanneer van de gegunde vrijheid een ongewenst genruik, in bepaalde gevallen misbruik wordt gemaakt, waar uit ernstig gevaar voor de posi tie van onze munt dreigt, is de noodzaak tot ingrijpen daarmee gegeven. Wat derhalve t.a.v. onze mo netaire situatie geboden is de kwaal dient in de wortei te wor den aangepakt. Hoe onafwijsbaar de genomen monetair-techniscbe maairegien ook zijn, daarmee kan alleen het hooid worden ge boden aan een ogenblikkelijke situatie, die zich anders in zeer gevaarlijke richting zou kunnen ontwikkelen, maar een blijven de gezondmaking wordt er op zichzelf niet mee bereikt. Dit is des te duidelijker, omdat de psy chologische voedingsbodem voor ontwikkelingen als men thans poogt te beheersen, is het wan trouwen in de niet fraaie hin-? nenlandse sociaal-economische' situatie, welke vooralsnog leidt tot een verdere afvloeiing van deviezen. Had dit wantrouwen niet bestaan, omdat onze beta lingsbalans gunstig zou zijn, dan zou een crisis als die in Frank rijk hier te lande ook niet de thans opgetreden repercussies hebben gehad. De vrees voor de gulden heeft een dieper liggend wantrouwen ten grondslag. De economische kwaal waar aan Nederland thans lijdt, is die van overbesteding. Deze diagno se kan geen tegenspraak meer ontmoeten, omdat zij reeds bijna een jaar geleden door bevoegde doktoren, de leden van de Soci aal-Economische Raad, is gesteld en door de regering en de Staten- Generaal als juist is erkend. Een plan tot beperking van de inves teringen van het bedrijfsleven, van de consumptie en van de uitgaven van de overheid is daarop gebaseerd, 'n plan waar van het voor ons nog steeds de vraag is, of het wel voldoende rekening heeft gehouden met de door de regering geconstateerde verergering van de situatie na het uitbrengen van het advies door de S.E.R., en of het dus wel ver genoeg heeft gemikt. In elk geval is de uitwerking van de achtereenvolgens genomen maat regelen op het ogenblik nog be zwaarlijk te schatten en kan al leen uit de moeilijkheden van dit moment worden afgeleid hoe la biel de positie van onze beta lingsbalans bij schokken van buitenaf nog steeds is. De meest fundamentele oor zaak van de overbesteding ligt o.i. in de sterk toegenomen in vesteringen van het bedrijfsle ven, welke op zichzelf verdedigd plegen te worden met de nood zaak tot verdere industrialisatie, maar die als bijdrage tot de ver wezenlijking van dit structuele doel toch geen disharmonie in de conjuncturele ontwikkeling mogen veroorzaken. Investerin gen kunnen nog zo schoon schij nen, het zal eerst naderhand met name bij een omslag in de con junctuur blijken, of zij werkelijk het beoogde rendement zullen opleveren. En voorts moge het bedrijfsleven in wijze zelfbeper king bedenken, dat die' onderne ming het beste het hoofd aan 'n omkeer zal kunnen bieden, die haar liquiditeit het beste zal hebben bewaard. Het lijkt ons moeilijk te betwisten dat de zij het reeds iets verminderde spanning op de arbeidsmarkt, de opwaartse druk op de lonen en dientengevolge de Joeneming van de consumptie als voornaamste diepere oorzaak hebben de vraag naar arbeidskrachten, opgedoe- pen door de toeneming der in vesteringen. Als belangrijke tweede oor zaak van de overbesteding moet het peil van de overheidsuitga ven worden aangewezen. Bij de verkrapping van kapitaal- en geldmarkt blijkt de financiering van dit peil ernstige gevaren van verdere inflatie in zich te ber gen. De eerste, rechtstreekse taak, die op de overheidsorganen rust, is dan ook dat zij orde op eigen zaken stellen. Op de mentaliteit waarmee re gering en volk de moeilijkheden tegemoet reden, Zal het vooral aankomen. Het besef zal gewekt dienen te worden zoals direct na de bevrijding en ook bij de moeilijkheden van 1951 mogelijk bleek dat algemene zelfbeper king de beste grondslag voor 'n herstel is. Sinds 1954 bestaat he laas vrijwel algemeen de waan dat de onmiskenbaar toegeno men welvaart ons tot alles in staat zou stellen; de les van thans houdt echter in dat er maar betrekkelijk weinig nodig is om het verkregen evenwicht, waarin wij ons konden verheu- I gen, te verstoren. Van deze le- j ring zal het komende beleid doortrokken moeten blijken. een belangrijk en waardevol instituut voor de middenstand In de Middenstandsnota 1954 werd door de staatssecretaris van economische zaken de op richting aangekondigd van een Middenstandsvoorlichtingsdienst met daaronder ressorterende provinciale rijksmiddenstands- consulenten. De aanstelling van deze middenstandsconsulenten; is: inmiddels 'n feit geworden, mbt uitzondering nog van de provin cie Drenthe, waar deze aanstel ling echter spoedig haar beslag zal krijgen. Met de oprichting van deze Middenstandsvoorlichtingsdienst is een belangrijk en waardevol instituut voor de Nederlandse middenstand in het leven geroe pen en wij menen er dan ook goed aan te doen wat nader in te gaan op de taak van de rijks- middenstandsconsulent, omdat hier voor de middenstand een onmisbare bron van voorlichting en advies ligt. De taak van de rijksmidden- standsconsulent is drieledig, n.l.: het geven van voorlichting over het middenstandsbeleid van de Overheid, het verstrekken van voorlichting en adviezen op be drijfseconomisch gebied en het informeren van de overheid be treffende zaken van regionale aard. Welke onderwerpen Belangrijk is het te weten over welke onderwerpen en aan wie voorlichung en/of advies kan worden gegeven. Men kan hier onderscheiden de beleidsvoor- lichting, de bedrijfseconomische voorlicnting en de voorlichting aan het departement. a) De beleidsvoorlichting is voorlichting over het regerings beleid met betrekking tot de middenstand en de mogelijkhe den die dit beleid voor de mid denstanders inhoudt. Gebleken is dat aan deze voorlichting gro te behoefte bestaat, niet in het minst bij de organen of instel lingen, die bij de behartiging van middenstandsbelangen zijn be trokken. Onderwerp van beleidsvoor lichting kunnen zijn De speciaal voor de midden stand in het leven geroepen kre dietregelingen; Vestigingswet, er kenningsreglementen, midden- standsonderwijs; prijspolitiek, winkelsluitingswet; opruimings- wet; wet beperking cadeaustel sel; wet autovervoer, bepalingen inzake de bouw van nieuwe be drijfspanden, sociale voorzienin gen enz. i De voorlichting kan desge vraagd worden gegeven aan vak- en standsorganisaties van mid denstanders, kamers van koop handel en borgstellingsfondsen, provinciale- en gemeentebestu ren, gemeentelijke sociale dien sten, volkskredietbanken, rijks- nijverheidsconsulenteri, econo- misch-technologische instituten, provinciale en gemeentelijke pla nologische diensten, individuele middenstanders, enz. Geheel in overeenstemming met een der grondslagen van 't middenstandsbeleid kan de con sulent voorts de organisatiezin van de middenstand bevorderen. De consulent kan ook bemoei enis hebben met regionale en plaatselijke middenstandsmani festaties en demonstraties. b) De bedrijfseconomische voorlichting omvat voorlichting over productiviteitsopvoering moderne bedrijfsadministratie, het Centraal Orgaan ter bevor dering van de bouw van midden standsbedrijfspanden; publika- ties van het Economisch Insti tuut voor de Middenstand; kos ten- en financieringsstructuur; omzetstatistieken; verkoopme thoden; afbetalingssystemen; postorderverkoopzelfbediening supermarket; het belang van de middenstand bij vreemdelingen verkeer, enz. In samenwerking met de mid denstandsbedrijfsorganisaties kan de Rijksmiddenstandsconsulent de oprichting bevorderen van z.g. discussiegroepen en bedrijfs- vergelijkingsgroepen. Bovendien kan hij de helpende hand reiken bij het op gang brengen van de gedachtenwisseling in dergelijke groepen. Deze vorm van gedach tenwisseling kan de ondernemers vertrouwd maken met efficiën- cy-vraagstukken en hun de weg wijzen hoe het eigen bedrijf nog gerationaliseerd kan worden. De bedrijfseconomische voor lichting wordt gegeven aan vak- en standsorganisaties van mid- denstandeers en aan individuele middenstanders. De consulent zal op dit terrein zeer nauw sa menwerken met de midden standsorganisaties. c) De voorlichting aan het de partement heeft tot doel de over heid voor te lichten over zaken van regionale aard. Het midden standsbeleid staat n.l. herhaal- relijk voor beslissingen, waar voor een zo objectief mogelijk inzicht in plaatselijke en regio nale omstandigheden vereist is. De inschakeling van een deskun dig ambtenaar in de provincie is hierbij van zeer groot belang. Het karakter van de voorlich tende taak van de consulent is a. Aanvullend, met name ten opzichte van de voorlichting die gegeven moet worden door be staande of op te richten organi saties en instanties. b. Algemeen, dat is in tegen stelling tot „functioneel" de werkzaamheid van de consulent is niet tot een bepaalde branche begrensd, maar bestrijkt de ge hele middenstand. c. De taak van de consulent omvat niet alleen de zuiver in formatieve, maar ook de actieve voorlichting, zoals advisering, stimulering, c.q. zelfs bemidde ling, uiteraard voor zover daar bij niet het terrein van andere instellingen wordt betreden. Op welke wijze De middenstandsconsulent kan zijn taak verrichten door middel van spreekbeurten en discussie avonden; door het houden van of zitting nemen in fora; door regelmatig contact te onderhou den met middenstandsbonden, provinciale en gemeentelijke or ganen en zo nodig met individu ele nfiddenstanders; door 't ver lenen van bemiddeling en 't hou den van zitdagen; door zitting te nemen als lid of adviseur in commissies. Bij de uitvoering van zijn taak zal de consulent i overeenkom stig de hem gegeven opdracht nauw samenwerken met provin ciale en plaatselijke overheden en voorts met de organen en in stellingen, die bij de behartiging van middenstandsbelangen in de provincie zijn betrokken en niet op de laatste plaats1 met de vrije organisaties van de middenstand zomede de diensten en instellin gen daarvan. De rijksmiddenstandsconsulent voor Noord-Brabant is Drs. G. J. H. J. Joosten, Stationsweg 33, Den Bosch (tel. 04100—8317). (Slot). We maakten weer vrienden en we kwamen tot uitwisseling van adressen. Oxford zou onze vol gende pleisterplaats zijn. Op weg naar deze universiteitsstad had den we een belangrijke beslis sing moeten nemen. Met de da gen die ons restten, zou het on mogelijk zijn nog met de fiets de Jamboree te bereiken. Het be sluit om via de zuidkust weer Dover te bereiken, had 'n merk bare invloed op de algehele stemming. De trein zou ons nog naar het vooropgestelde doel kunnen brengen, maar de kosten van dit vervoer bleken te hoog. Toen we 's avonds ons potje kookten in een verkennerskamp bij Oxford, kwam ons ter ore dat een groep Engelse verkenners de volgende dag vanuit het kamp per touringcar naar de Jambo ree zouden gaan. Betrekkelijk gauw hadden we contact met de leider van die groep, die nog laat in de avond moeite deed om een grotere bus te charteren. De prijs viel ïnee, 9 shilling per per soon, ongeveer vier en een halve gulden. Toch naar de Jamboree Dus toch naar de Jamboree; het was een ware opluchting voor ons allemaal. Drie uur heb ben we de volgende m<orgen ge- bust en gezongen de Jamboree, bijna 6 km2 kampterrein met 35.000 verkenners uit welhaast alle landen van de wereld, een enorme tentenstad. Van 12 tot 7 uur vertoefden we er. Vanzelf sprekend niet lang genoeg om alles te zien, mqar we hadden veel contact met verkenners en voortrekkers uit verschillende landen. We wisselden insignes uit en, met plezier gaven we ge hoor aan de vriendelijke verzoe ken van talloze welpen, verken ners en Engelse bezoekers om onze handtekeningen met daar onder het land waar we vandaan kwamen. Ook wij waren buiten landers en hadden daarom veel belangstelling. In een van de Ne derlandse kampen deden we een maaltijd op voor ons avondeten, waarvoor we nog geen inkopen hadden gedaan. Deze dag is wel het hoogtepunt geworden van heel onze trektocht; we waren moe van het gesjouw, maar erg voldaan. De volgende nacht sliepen we weer in het kamp bij Oxford en van daaruit zetten we op don derdagmorgen onze tocht voort, nu echter in zuidelijke richting. Twee dagen waren er nodig om van Oxford naar Brighton te fietsen, een afstand van ca. 175 kin. In plaats van de zon waren die eerste morgen zware regen wolken aan de hemel versche nen en deze lieten niet na, zo nu en dan het een en ander te ont laden. Voor ons, geen nood; met de blote voeten in sandalen, een regencape over onze kleding, de hóed iets dieper over de oren, we Als 't vuur hoog opschiet in de keel - oplaaiend vanuit de maag konden wel wat hebben. Er was nogal wat tijd nodig voor het bereiden en het nuttigen van de maaltijden. Aan de versterking van de inwendige mens besteed den we uiteraard veel zorg. Het i waren respectabele lijsten van inkopen, die we regelmatig af te werken kregen. Het buitenleven stimuleert de eetlust. Het aan tal broden dat dagelijks werd geconsumeerd, was even groot als het aantal trekkers Bij wijze van afwisseling fiet sten we die donderdag door tot diep in de nacht. Een kampeer plaats vonden we in de buurt van Guildford op een weiland, waar 's morgens de koeien ons kwamen wekken. Het weer werd die dag weer niet om hemelhoog over te juichen; onafgebroken regen en een hinderlijke wind. Een voorstel om van Guildford naar Brighton te liften, vond al gemene bijval. We vormden drie groepen van vier man; bij de townhall (het stadhuis) te Brigh ton zouden we elkaar weer ont moeten. De eerst vertrokken groep had veel geluk; binnen enkele uren stonden ze aan de Engelse Zuidkust. De tweede groep had wat het liften betreft, iets minder geluk en de laatste groep heeft geheel op eigen krachten de tachtig kilometer lange tocht tegen regen en wind in moeten maken. Druipnat en m|oe kwam dit viertal om 8 uur in Brighton aan, 5 uur na de eer ste vier In het grote Y.M.C.A.- gebouw in deze stad vonden we onderdak voor de nacht en we sliepen daar een diepe slaap on danks het lawaai van de bulde rende zee, die nog geen 100 me ter van ons verwijderd was. De westenwind, die we de vol gende twee dagen met grote kracht in onze rug voelden, was ons zeer welkom. De regenbuien waren in aantal en hevigheid af genomen, we konden veel genie ten van de tocht langs de zuid kust die zaterdag op weg naar Hastings. In deze moderne bad plaats hadden we de moed om 'n grasveldje midden in de stad, evenwel enigermate door bebos sing van de straten afgesloten, tot onze kampeerplaats voor de nacht uit te roepen. Het was een prima plaats en bovendien vlak bij een katholieke kerk, waar we de volgende morgen de H. Mis bijwoonden. De aardappels voor de maaltijd waren al zo goed als geschild, toen daar heel rustig 'n politieagent kwam aanwande len. Nee, 't was niet de gewoon te dat er toestemming gegeven werd tot het kamperen op deze plaats, maar nu we er toch wa ren, konden we wel blijven lig gen. De man was vroeger zelf ook voortrekker geweest. HastingsDover over Folke stone is ook ongeveer 80 km. We hadden er weinig moeite mee, dank zij weer die keiharde westenwind. Bij de laatste uitlo per van de North Downs even voorbij Folkestone, kon de wes tenwind ons ook niet meer hel pen. Een heuvel met een helling van 1 op 7 neem je niet licht met de fiets; 't werd duwyen tot op 'n respectabele hoogte. Maar we kregen er iets voor terug: een afdaling van ongeveer 5 mijl tot in het centrum van Dover. Van het plan, ohj: de volgende morgen de overtocht naar Os- tende te aanvaarden, zagen we af en we gingen, na eerst nog eens stevig gegeten te hebben, 's nachts over. Weer waren daar die tweemaal twee trappen om met de fiets tegenop te klimmen en af te dalen. De douanebeamb te met zijn stempel zat er weer en we kregen er weer een vette bij. Om twee uur voeren we af, een ruwe zee tegemoet. Enkele van onze jongens, zoals Tom, Cees, Jan en Ger kunnen er nu over meepraten als 't gaat over zeeziekte! Midden op zee beleef den we.nog een spannend avon tuur. Daar verkeerde een klei ner vaartuig, een soort kust vaarder, in moeilijkheden. Een uur ongeveer zijn we in de na bijheid gebleven van dit op zin ken staande schip, en we konden onze reis voortzetten nadat een sleepboot was gearriveerd. Gammel en slaperig zetten we omstreeks 6 uur weer voet aan land. We hoorden weer het on vervalst Bels en velen waren blij toen om een uur of twee de au to's kwamen, die ons naar huis zouden brengen. Die laatste loodjes, te weten die dikke twee honderd kilometer, hebben we zelf niet meer gewogen, alhoe wel het toch nog wel in ons ver mogen zou hebben gelegen. De kilometerteller 'op een van onze fietsen had 830 km. te tel len gehad. De grote onderneming was geslaagd, volkomen ge slaagd; het doel, een bezoek aan de Jubileum!-Jamboree, was be reikt. Rijker aan ervaringen is de Paul Krügerstam weer terug gekomen, vol van hetgeen ze ge durende die twaalf dagen te zien hebben gekregen. Engeland is 'n prachtig land, de mensen uiter mate vriendelijk, hoffelijk en gastvrij. Ongetwijfeld hebben verschillende het voornemen ge maakt om nog eens terug te gaan naar dit land en die mensen. Voor de stam* als zodanig is deze toch ook zeer vruchtbaar geweest. De jongens hebben el kaar leren kennen en geleerd zich aan elkaar aan te passen en de tochtgenoegens van elkaar te vergroten door te werken en te sjouwen, daar waar dat groepsverband nodig was. Hoeveel kans heeft een kind om miljonair te worden Hoeveel kans heeft een kind om in goede of redelijke omstan digheden geboren te worden Hoeveel kans heeft een moe der haar kind met de nodige zorg te kunnen omringen Als dit drie vragen waren uit een 5000.prijsvraag, zou de pot vast en zeker blijven staan, want geen enkele inzender zou op alle drie de vragen antwoor den weinig. We zouden strui kelen over de laatste twee vra gen, waarachter wij Nederlan ders nauwelijks een verbijste rend en onheilspellend antwoord vermoeden, omdat we het tegen deel met talloze voorbeelden uit eigen ervaring kunnen motive ren. De kinderen die hier ter we reld komen, worden met de grootste zorg omringd. Hun valt de beste medische verzorging en de rijkste voeding ten deel en de kans dat zij in hun eerste levens jaar of in hun eerste jeugd zul len sterven, is daarom maar heel klein. Zo is het bij ons in Nederland. En dat we daarmee een gezegend land zijn, is niet eens een dage lijks terugkerend besef. Dat on ze kinderen in goede omstandig heden ter wereld komen, dat on ze moeders hun kinderen alles kunnen geven wat ze nodig heb ben, is voor ons een vanzelfspre kende zaak, die we beschouwen als de resultante van de heden daagse Westerse beschaving. Waar een Westen is, is ech ter ook een Oosten, een Noorden en een Zuiden, en in de onmete lijkheid van deze vier windstre ken is Nederland niet meer dan een stip, waar slechts een klein gedeelte van het nieuwe leven ter wereld komt. De wereldbe volking groeit in een steeds snel tel' tempo en hoe snel het gaat, blijkt uit het volgende statistiek- je, dat wij aantroffen in het uit stekende blad „Onze Wereld", een uitgave van de NOVIB (Ne derlandse Organisatie voor In ternationale Bijstand) geboorten sterfgevallen toename per jaar 91.800.000 48.600.000 43.200.000 per dag 251.500 133.150 118.350 per uur 10.480 5.550 4.930 per minuut 174 92 82 Elke minuut vermeerdert het aantal mensen op onze wereld dus met 82. Dat zijn 82 kinderen die voeding, kleding, medische verzorging, onderdak en later scholing en werk behoeven. Dit zou goed te doen zijn als 't over al zo was als hier in Nederland in West-Europa. Maar het ont stellende is, dat 62 van deze kin deren terecht komen in de min- derontwikkelde gebieden, waar genoemde zaken niet of nauwe lijks in voldoende mate aanwe zig zijn. En dit betekent dat de nood in onze wereld steeds gro ter wordt, dat zij onvoorstelbare en verbijsterende afmetingen 833t aannemen. De harde onloo chenbare cijfers wijzen momen teel uit dat 2/3 van de mensheid in kommer, zorg en gebrek leeft; dat 600 miljoen kinderen niet krijgen wat zij nodig hebben; dat een kwart van de kinderen dat geboren wordt, sterft in het eerste levensjaar; dat nauwe lijks de helft het 15e levensjaar bereikt; dat vier van de vijf moeders hun kinderen ter we reld brengen in armoede en el lende. Dit zijn feiten, waarop elke dag in alle kranten en in alle bi oscoopjournaals van de wereld gehamerd moest worden. In wer kelijkheid is het zo, dat men ze sporadisch, en dan nog wegge drukt in een klein hoekje, in de pers tegen komt. Kolommen krantenpapier en meters film worden er gewijd en verspreid aan het feit, dat Lollobrigida in de grootst denkbare weelde een kind ter wereld heeft gebracht. Sjonge jonge Van de 66 andere moeders, die op datzelfde ogen blik ook een kind ter wereld ge bracht hebben, maar dit kind nauwelijks of niets te eten kon den geven, leest men niets. Wel het onbenullige gezwam van een of andere volkomen onbelangrij ke figuur, maar geen kreet om eten, kleding en geneesmiddelen. Dat is ook onze Westerse be schaving. Toen een journalist dr. Albert Schweitzer eens vroeg: wat denkt U van de Europese beschaving antwoordde deze „Een uitstekend idee, daar moe ten we direct mee beginnen Tegenover dit onvoorstelbare leed van miljoenen mensen kan men twee houdingen aannemen. Men kan zeggenwat kunnen wij daar nou aan doen en daarna lekker doorpitten in de grauwe DE ECHO \RI HET ZUIDEN Paal Krugersiam naar de Jamboree Dat is geen kwaal die ge nog langer hoeft te dragen. Neem Rennies - die blussen de brandende pijn. Voetstoots. Rennies neutra liseren alle overtollig maagzuur en nemen zo de oorzaak weg van de snerpend bran dende pijn. Het isde Hamamelisdie Vm doet in

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1957 | | pagina 7