Waalwijkse en Langsiraaise Courani
SYMPTOMEN en KWAAL
Hoeveel kans heeft een kind
HAMEA
Pracht
Twaalfdaagse fietstocht naar Engeland
DE MIDDENSTANDS-VOORLICHTINGSDIENST
handen
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1957
Uitgever
Waalwij kse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week
80e JAARGANG No. 63
Abonnement
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p. p.
Advertentieprijs
10 cent per mm.
Contract-advertenties
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002
Dr. van BEURDENSTRAAT 8
OPGERICHT 1878 TELEGR.-ADRES„ECHO'
Onder bovenstaand hoofd
geeft de N. Rott. Crt. een hoofd
artikel, dat een duidelijk inzicht
geeft in de monetaire positie
van ons land en de moeilijkhe
den die daaruit voortvloeien,
maar die ook alleen opgelost
kunnen worden door de geza
menlijke wil van het Nederland
se volk, zoals dat in de geschie
denis van na de oorlog al m:eer
is geschied. Wij ontlenen een en
ander aan dit artikel
De nfaatregelen, welke de Ne
derlandse Bank t.a.v. de mone
taire situatie van thans heeft ge
nomen, hebben ten doel de ka
pitaal vlucht uit Nederland tegen
te gaan. Deze vlucht uit de gul
den heeft zich vooral in de laat
ste twee weken geopenbaard in
een versnelde afvloeiing van de
viezen. Zoals men weet, hebben
onze monetaire reserves reeds
het laatste jaar een gestadige
vermindering getoond, omdat
onze betalingsbalans een ongun
stig beloop heeft gekregen; het
door de Staten-Generaal aan
vaarde regeringsprogramma tot
beperking van de bestedingen be
oogt een keer ten goede teweeg
te brengen, maar het heeft tot
dusver nog niet voldoende uit
werking kunnen hebben.
Onder deze omstandigheden
hebben de Franse monetaire cri
sis en de daaruit voortgevloeide
politiek van de Franse regering
op verscheldenen hier te lande
een psychologisch effect gehad;
de mening is gaan postvatten dat
ook de koers van de gulden aan
gevaren blootstaat, welke tot de
valuatie of daaraan verwante
maatregelen zouden kunnen
leiden. Zowel zij, die wegens hun
relatie m|et het buitenland ge
rechtvaardigde ondernemingsbe-
langen wilden beschermen, als
diegenen die een speculatiewinst
roken, hebben liquiditeiten in
guldens, onder de tot dusver gel
dende voorschriften, omgezet in
saldi in sterkere E.B.U.-valuta's.
Deze vrijheid is, door de Ned.
Bank thans ingeperkt.
De verantwoordelijkheid, wel
ke op onze monetaire autoritei
ten rust, vorderde dat deze maat
regelen tegen kapitaalvlucht ge
nomen werden. Wanneer van de
gegunde vrijheid een ongewenst
genruik, in bepaalde gevallen
misbruik wordt gemaakt, waar
uit ernstig gevaar voor de posi
tie van onze munt dreigt, is de
noodzaak tot ingrijpen daarmee
gegeven.
Wat derhalve t.a.v. onze mo
netaire situatie geboden is de
kwaal dient in de wortei te wor
den aangepakt. Hoe onafwijsbaar
de genomen monetair-techniscbe
maairegien ook zijn, daarmee
kan alleen het hooid worden ge
boden aan een ogenblikkelijke
situatie, die zich anders in zeer
gevaarlijke richting zou kunnen
ontwikkelen, maar een blijven
de gezondmaking wordt er op
zichzelf niet mee bereikt. Dit is
des te duidelijker, omdat de psy
chologische voedingsbodem voor
ontwikkelingen als men thans
poogt te beheersen, is het wan
trouwen in de niet fraaie hin-?
nenlandse sociaal-economische'
situatie, welke vooralsnog leidt
tot een verdere afvloeiing van
deviezen. Had dit wantrouwen
niet bestaan, omdat onze beta
lingsbalans gunstig zou zijn, dan
zou een crisis als die in Frank
rijk hier te lande ook niet de
thans opgetreden repercussies
hebben gehad. De vrees voor de
gulden heeft een dieper liggend
wantrouwen ten grondslag.
De economische kwaal waar
aan Nederland thans lijdt, is die
van overbesteding. Deze diagno
se kan geen tegenspraak meer
ontmoeten, omdat zij reeds bijna
een jaar geleden door bevoegde
doktoren, de leden van de Soci
aal-Economische Raad, is gesteld
en door de regering en de Staten-
Generaal als juist is erkend. Een
plan tot beperking van de inves
teringen van het bedrijfsleven,
van de consumptie en van de
uitgaven van de overheid is
daarop gebaseerd, 'n plan waar
van het voor ons nog steeds de
vraag is, of het wel voldoende
rekening heeft gehouden met de
door de regering geconstateerde
verergering van de situatie na
het uitbrengen van het advies
door de S.E.R., en of het dus wel
ver genoeg heeft gemikt. In elk
geval is de uitwerking van de
achtereenvolgens genomen maat
regelen op het ogenblik nog be
zwaarlijk te schatten en kan al
leen uit de moeilijkheden van dit
moment worden afgeleid hoe la
biel de positie van onze beta
lingsbalans bij schokken van
buitenaf nog steeds is.
De meest fundamentele oor
zaak van de overbesteding ligt
o.i. in de sterk toegenomen in
vesteringen van het bedrijfsle
ven, welke op zichzelf verdedigd
plegen te worden met de nood
zaak tot verdere industrialisatie,
maar die als bijdrage tot de ver
wezenlijking van dit structuele
doel toch geen disharmonie in
de conjuncturele ontwikkeling
mogen veroorzaken. Investerin
gen kunnen nog zo schoon schij
nen, het zal eerst naderhand met
name bij een omslag in de con
junctuur blijken, of zij werkelijk
het beoogde rendement zullen
opleveren. En voorts moge het
bedrijfsleven in wijze zelfbeper
king bedenken, dat die' onderne
ming het beste het hoofd aan 'n
omkeer zal kunnen bieden, die
haar liquiditeit het beste zal
hebben bewaard. Het lijkt ons
moeilijk te betwisten dat de
zij het reeds iets verminderde
spanning op de arbeidsmarkt, de
opwaartse druk op de lonen en
dientengevolge de Joeneming van
de consumptie als voornaamste
diepere oorzaak hebben de vraag
naar arbeidskrachten, opgedoe-
pen door de toeneming der in
vesteringen.
Als belangrijke tweede oor
zaak van de overbesteding moet
het peil van de overheidsuitga
ven worden aangewezen. Bij de
verkrapping van kapitaal- en
geldmarkt blijkt de financiering
van dit peil ernstige gevaren van
verdere inflatie in zich te ber
gen. De eerste, rechtstreekse
taak, die op de overheidsorganen
rust, is dan ook dat zij orde op
eigen zaken stellen.
Op de mentaliteit waarmee re
gering en volk de moeilijkheden
tegemoet reden, Zal het vooral
aankomen. Het besef zal gewekt
dienen te worden zoals direct
na de bevrijding en ook bij de
moeilijkheden van 1951 mogelijk
bleek dat algemene zelfbeper
king de beste grondslag voor 'n
herstel is. Sinds 1954 bestaat he
laas vrijwel algemeen de waan
dat de onmiskenbaar toegeno
men welvaart ons tot alles in
staat zou stellen; de les van
thans houdt echter in dat er
maar betrekkelijk weinig nodig
is om het verkregen evenwicht,
waarin wij ons konden verheu-
I gen, te verstoren. Van deze le-
j ring zal het komende beleid
doortrokken moeten blijken.
een belangrijk en waardevol instituut
voor de middenstand
In de Middenstandsnota 1954
werd door de staatssecretaris
van economische zaken de op
richting aangekondigd van een
Middenstandsvoorlichtingsdienst
met daaronder ressorterende
provinciale rijksmiddenstands-
consulenten. De aanstelling van
deze middenstandsconsulenten; is:
inmiddels 'n feit geworden, mbt
uitzondering nog van de provin
cie Drenthe, waar deze aanstel
ling echter spoedig haar beslag
zal krijgen.
Met de oprichting van deze
Middenstandsvoorlichtingsdienst
is een belangrijk en waardevol
instituut voor de Nederlandse
middenstand in het leven geroe
pen en wij menen er dan ook
goed aan te doen wat nader in
te gaan op de taak van de rijks-
middenstandsconsulent, omdat
hier voor de middenstand een
onmisbare bron van voorlichting
en advies ligt.
De taak van de rijksmidden-
standsconsulent is drieledig, n.l.:
het geven van voorlichting over
het middenstandsbeleid van de
Overheid, het verstrekken van
voorlichting en adviezen op be
drijfseconomisch gebied en het
informeren van de overheid be
treffende zaken van regionale
aard.
Welke onderwerpen
Belangrijk is het te weten over
welke onderwerpen en aan wie
voorlichung en/of advies kan
worden gegeven. Men kan hier
onderscheiden de beleidsvoor-
lichting, de bedrijfseconomische
voorlicnting en de voorlichting
aan het departement.
a) De beleidsvoorlichting is
voorlichting over het regerings
beleid met betrekking tot de
middenstand en de mogelijkhe
den die dit beleid voor de mid
denstanders inhoudt. Gebleken
is dat aan deze voorlichting gro
te behoefte bestaat, niet in het
minst bij de organen of instel
lingen, die bij de behartiging van
middenstandsbelangen zijn be
trokken.
Onderwerp van beleidsvoor
lichting kunnen zijn
De speciaal voor de midden
stand in het leven geroepen kre
dietregelingen; Vestigingswet, er
kenningsreglementen, midden-
standsonderwijs; prijspolitiek,
winkelsluitingswet; opruimings-
wet; wet beperking cadeaustel
sel; wet autovervoer, bepalingen
inzake de bouw van nieuwe be
drijfspanden, sociale voorzienin
gen enz. i
De voorlichting kan desge
vraagd worden gegeven aan vak-
en standsorganisaties van mid
denstanders, kamers van koop
handel en borgstellingsfondsen,
provinciale- en gemeentebestu
ren, gemeentelijke sociale dien
sten, volkskredietbanken, rijks-
nijverheidsconsulenteri, econo-
misch-technologische instituten,
provinciale en gemeentelijke pla
nologische diensten, individuele
middenstanders, enz.
Geheel in overeenstemming
met een der grondslagen van 't
middenstandsbeleid kan de con
sulent voorts de organisatiezin
van de middenstand bevorderen.
De consulent kan ook bemoei
enis hebben met regionale en
plaatselijke middenstandsmani
festaties en demonstraties.
b) De bedrijfseconomische
voorlichting omvat voorlichting
over productiviteitsopvoering
moderne bedrijfsadministratie,
het Centraal Orgaan ter bevor
dering van de bouw van midden
standsbedrijfspanden; publika-
ties van het Economisch Insti
tuut voor de Middenstand; kos
ten- en financieringsstructuur;
omzetstatistieken; verkoopme
thoden; afbetalingssystemen;
postorderverkoopzelfbediening
supermarket; het belang van de
middenstand bij vreemdelingen
verkeer, enz.
In samenwerking met de mid
denstandsbedrijfsorganisaties kan
de Rijksmiddenstandsconsulent
de oprichting bevorderen van
z.g. discussiegroepen en bedrijfs-
vergelijkingsgroepen. Bovendien
kan hij de helpende hand reiken
bij het op gang brengen van de
gedachtenwisseling in dergelijke
groepen. Deze vorm van gedach
tenwisseling kan de ondernemers
vertrouwd maken met efficiën-
cy-vraagstukken en hun de weg
wijzen hoe het eigen bedrijf nog
gerationaliseerd kan worden.
De bedrijfseconomische voor
lichting wordt gegeven aan vak-
en standsorganisaties van mid-
denstandeers en aan individuele
middenstanders. De consulent
zal op dit terrein zeer nauw sa
menwerken met de midden
standsorganisaties.
c) De voorlichting aan het de
partement heeft tot doel de over
heid voor te lichten over zaken
van regionale aard. Het midden
standsbeleid staat n.l. herhaal-
relijk voor beslissingen, waar
voor een zo objectief mogelijk
inzicht in plaatselijke en regio
nale omstandigheden vereist is.
De inschakeling van een deskun
dig ambtenaar in de provincie is
hierbij van zeer groot belang.
Het karakter van de voorlich
tende taak van de consulent is
a. Aanvullend, met name ten
opzichte van de voorlichting die
gegeven moet worden door be
staande of op te richten organi
saties en instanties.
b. Algemeen, dat is in tegen
stelling tot „functioneel" de
werkzaamheid van de consulent
is niet tot een bepaalde branche
begrensd, maar bestrijkt de ge
hele middenstand.
c. De taak van de consulent
omvat niet alleen de zuiver in
formatieve, maar ook de actieve
voorlichting, zoals advisering,
stimulering, c.q. zelfs bemidde
ling, uiteraard voor zover daar
bij niet het terrein van andere
instellingen wordt betreden.
Op welke wijze
De middenstandsconsulent kan
zijn taak verrichten door middel
van spreekbeurten en discussie
avonden; door het houden van
of zitting nemen in fora; door
regelmatig contact te onderhou
den met middenstandsbonden,
provinciale en gemeentelijke or
ganen en zo nodig met individu
ele nfiddenstanders; door 't ver
lenen van bemiddeling en 't hou
den van zitdagen; door zitting
te nemen als lid of adviseur in
commissies.
Bij de uitvoering van zijn taak
zal de consulent i overeenkom
stig de hem gegeven opdracht
nauw samenwerken met provin
ciale en plaatselijke overheden
en voorts met de organen en in
stellingen, die bij de behartiging
van middenstandsbelangen in de
provincie zijn betrokken en niet
op de laatste plaats1 met de vrije
organisaties van de middenstand
zomede de diensten en instellin
gen daarvan.
De rijksmiddenstandsconsulent
voor Noord-Brabant is Drs. G.
J. H. J. Joosten, Stationsweg 33,
Den Bosch (tel. 04100—8317).
(Slot).
We maakten weer vrienden en
we kwamen tot uitwisseling van
adressen. Oxford zou onze vol
gende pleisterplaats zijn. Op weg
naar deze universiteitsstad had
den we een belangrijke beslis
sing moeten nemen. Met de da
gen die ons restten, zou het on
mogelijk zijn nog met de fiets de
Jamboree te bereiken. Het be
sluit om via de zuidkust weer
Dover te bereiken, had 'n merk
bare invloed op de algehele
stemming. De trein zou ons nog
naar het vooropgestelde doel
kunnen brengen, maar de kosten
van dit vervoer bleken te hoog.
Toen we 's avonds ons potje
kookten in een verkennerskamp
bij Oxford, kwam ons ter ore dat
een groep Engelse verkenners de
volgende dag vanuit het kamp
per touringcar naar de Jambo
ree zouden gaan. Betrekkelijk
gauw hadden we contact met de
leider van die groep, die nog laat
in de avond moeite deed om een
grotere bus te charteren. De
prijs viel ïnee, 9 shilling per per
soon, ongeveer vier en een halve
gulden.
Toch naar de Jamboree
Dus toch naar de Jamboree;
het was een ware opluchting
voor ons allemaal. Drie uur heb
ben we de volgende m<orgen ge-
bust en gezongen de Jamboree,
bijna 6 km2 kampterrein met
35.000 verkenners uit welhaast
alle landen van de wereld, een
enorme tentenstad. Van 12 tot
7 uur vertoefden we er. Vanzelf
sprekend niet lang genoeg om
alles te zien, mqar we hadden
veel contact met verkenners en
voortrekkers uit verschillende
landen. We wisselden insignes
uit en, met plezier gaven we ge
hoor aan de vriendelijke verzoe
ken van talloze welpen, verken
ners en Engelse bezoekers om
onze handtekeningen met daar
onder het land waar we vandaan
kwamen. Ook wij waren buiten
landers en hadden daarom veel
belangstelling. In een van de Ne
derlandse kampen deden we een
maaltijd op voor ons avondeten,
waarvoor we nog geen inkopen
hadden gedaan. Deze dag is wel
het hoogtepunt geworden van
heel onze trektocht; we waren
moe van het gesjouw, maar erg
voldaan.
De volgende nacht sliepen we
weer in het kamp bij Oxford en
van daaruit zetten we op don
derdagmorgen onze tocht voort,
nu echter in zuidelijke richting.
Twee dagen waren er nodig om
van Oxford naar Brighton te
fietsen, een afstand van ca. 175
kin. In plaats van de zon waren
die eerste morgen zware regen
wolken aan de hemel versche
nen en deze lieten niet na, zo nu
en dan het een en ander te ont
laden. Voor ons, geen nood; met
de blote voeten in sandalen, een
regencape over onze kleding, de
hóed iets dieper over de oren, we
Als 't vuur hoog opschiet
in de keel -
oplaaiend vanuit de maag
konden wel wat hebben. Er was
nogal wat tijd nodig voor het
bereiden en het nuttigen van de
maaltijden. Aan de versterking
van de inwendige mens besteed
den we uiteraard veel zorg. Het
i waren respectabele lijsten van
inkopen, die we regelmatig af te
werken kregen. Het buitenleven
stimuleert de eetlust. Het aan
tal broden dat dagelijks werd
geconsumeerd, was even groot
als het aantal trekkers
Bij wijze van afwisseling fiet
sten we die donderdag door tot
diep in de nacht. Een kampeer
plaats vonden we in de buurt
van Guildford op een weiland,
waar 's morgens de koeien ons
kwamen wekken. Het weer werd
die dag weer niet om hemelhoog
over te juichen; onafgebroken
regen en een hinderlijke wind.
Een voorstel om van Guildford
naar Brighton te liften, vond al
gemene bijval. We vormden drie
groepen van vier man; bij de
townhall (het stadhuis) te Brigh
ton zouden we elkaar weer ont
moeten. De eerst vertrokken
groep had veel geluk; binnen
enkele uren stonden ze aan de
Engelse Zuidkust. De tweede
groep had wat het liften betreft,
iets minder geluk en de laatste
groep heeft geheel op eigen
krachten de tachtig kilometer
lange tocht tegen regen en wind
in moeten maken. Druipnat en
m|oe kwam dit viertal om 8 uur
in Brighton aan, 5 uur na de eer
ste vier In het grote Y.M.C.A.-
gebouw in deze stad vonden we
onderdak voor de nacht en we
sliepen daar een diepe slaap on
danks het lawaai van de bulde
rende zee, die nog geen 100 me
ter van ons verwijderd was.
De westenwind, die we de vol
gende twee dagen met grote
kracht in onze rug voelden, was
ons zeer welkom. De regenbuien
waren in aantal en hevigheid af
genomen, we konden veel genie
ten van de tocht langs de zuid
kust die zaterdag op weg naar
Hastings. In deze moderne bad
plaats hadden we de moed om 'n
grasveldje midden in de stad,
evenwel enigermate door bebos
sing van de straten afgesloten,
tot onze kampeerplaats voor de
nacht uit te roepen. Het was een
prima plaats en bovendien vlak
bij een katholieke kerk, waar we
de volgende morgen de H. Mis
bijwoonden. De aardappels voor
de maaltijd waren al zo goed als
geschild, toen daar heel rustig 'n
politieagent kwam aanwande
len. Nee, 't was niet de gewoon
te dat er toestemming gegeven
werd tot het kamperen op deze
plaats, maar nu we er toch wa
ren, konden we wel blijven lig
gen. De man was vroeger zelf
ook voortrekker geweest.
HastingsDover over Folke
stone is ook ongeveer 80 km.
We hadden er weinig moeite
mee, dank zij weer die keiharde
westenwind. Bij de laatste uitlo
per van de North Downs even
voorbij Folkestone, kon de wes
tenwind ons ook niet meer hel
pen. Een heuvel met een helling
van 1 op 7 neem je niet licht met
de fiets; 't werd duwyen tot op 'n
respectabele hoogte. Maar we
kregen er iets voor terug: een
afdaling van ongeveer 5 mijl tot
in het centrum van Dover.
Van het plan, ohj: de volgende
morgen de overtocht naar Os-
tende te aanvaarden, zagen we
af en we gingen, na eerst nog
eens stevig gegeten te hebben,
's nachts over. Weer waren daar
die tweemaal twee trappen om
met de fiets tegenop te klimmen
en af te dalen. De douanebeamb
te met zijn stempel zat er weer
en we kregen er weer een vette
bij. Om twee uur voeren we af,
een ruwe zee tegemoet. Enkele
van onze jongens, zoals Tom,
Cees, Jan en Ger kunnen er nu
over meepraten als 't gaat over
zeeziekte! Midden op zee beleef
den we.nog een spannend avon
tuur. Daar verkeerde een klei
ner vaartuig, een soort kust
vaarder, in moeilijkheden. Een
uur ongeveer zijn we in de na
bijheid gebleven van dit op zin
ken staande schip, en we konden
onze reis voortzetten nadat een
sleepboot was gearriveerd.
Gammel en slaperig zetten we
omstreeks 6 uur weer voet aan
land. We hoorden weer het on
vervalst Bels en velen waren blij
toen om een uur of twee de au
to's kwamen, die ons naar huis
zouden brengen. Die laatste
loodjes, te weten die dikke twee
honderd kilometer, hebben we
zelf niet meer gewogen, alhoe
wel het toch nog wel in ons ver
mogen zou hebben gelegen.
De kilometerteller 'op een van
onze fietsen had 830 km. te tel
len gehad. De grote onderneming
was geslaagd, volkomen ge
slaagd; het doel, een bezoek aan
de Jubileum!-Jamboree, was be
reikt. Rijker aan ervaringen is
de Paul Krügerstam weer terug
gekomen, vol van hetgeen ze ge
durende die twaalf dagen te zien
hebben gekregen. Engeland is 'n
prachtig land, de mensen uiter
mate vriendelijk, hoffelijk en
gastvrij. Ongetwijfeld hebben
verschillende het voornemen ge
maakt om nog eens terug te gaan
naar dit land en die mensen.
Voor de stam* als zodanig is
deze toch ook zeer vruchtbaar
geweest. De jongens hebben el
kaar leren kennen en geleerd
zich aan elkaar aan te passen en
de tochtgenoegens van elkaar te
vergroten door te werken en te
sjouwen, daar waar dat
groepsverband nodig was.
Hoeveel kans heeft een kind
om miljonair te worden
Hoeveel kans heeft een kind
om in goede of redelijke omstan
digheden geboren te worden
Hoeveel kans heeft een moe
der haar kind met de nodige
zorg te kunnen omringen
Als dit drie vragen waren uit
een 5000.prijsvraag, zou de
pot vast en zeker blijven staan,
want geen enkele inzender zou
op alle drie de vragen antwoor
den weinig. We zouden strui
kelen over de laatste twee vra
gen, waarachter wij Nederlan
ders nauwelijks een verbijste
rend en onheilspellend antwoord
vermoeden, omdat we het tegen
deel met talloze voorbeelden uit
eigen ervaring kunnen motive
ren. De kinderen die hier ter we
reld komen, worden met de
grootste zorg omringd. Hun valt
de beste medische verzorging en
de rijkste voeding ten deel en de
kans dat zij in hun eerste levens
jaar of in hun eerste jeugd zul
len sterven, is daarom maar
heel klein.
Zo is het bij ons in Nederland.
En dat we daarmee een gezegend
land zijn, is niet eens een dage
lijks terugkerend besef. Dat on
ze kinderen in goede omstandig
heden ter wereld komen, dat on
ze moeders hun kinderen alles
kunnen geven wat ze nodig heb
ben, is voor ons een vanzelfspre
kende zaak, die we beschouwen
als de resultante van de heden
daagse Westerse beschaving.
Waar een Westen is, is ech
ter ook een Oosten, een Noorden
en een Zuiden, en in de onmete
lijkheid van deze vier windstre
ken is Nederland niet meer dan
een stip, waar slechts een klein
gedeelte van het nieuwe leven
ter wereld komt. De wereldbe
volking groeit in een steeds snel
tel' tempo en hoe snel het gaat,
blijkt uit het volgende statistiek-
je, dat wij aantroffen in het uit
stekende blad „Onze Wereld",
een uitgave van de NOVIB (Ne
derlandse Organisatie voor In
ternationale Bijstand)
geboorten sterfgevallen toename
per jaar
91.800.000 48.600.000 43.200.000
per dag
251.500 133.150 118.350
per uur
10.480 5.550 4.930
per minuut
174 92 82
Elke minuut vermeerdert het
aantal mensen op onze wereld
dus met 82. Dat zijn 82 kinderen
die voeding, kleding, medische
verzorging, onderdak en later
scholing en werk behoeven. Dit
zou goed te doen zijn als 't over
al zo was als hier in Nederland
in West-Europa. Maar het ont
stellende is, dat 62 van deze kin
deren terecht komen in de min-
derontwikkelde gebieden, waar
genoemde zaken niet of nauwe
lijks in voldoende mate aanwe
zig zijn. En dit betekent dat de
nood in onze wereld steeds gro
ter wordt, dat zij onvoorstelbare
en verbijsterende afmetingen
833t aannemen. De harde onloo
chenbare cijfers wijzen momen
teel uit dat 2/3 van de mensheid
in kommer, zorg en gebrek leeft;
dat 600 miljoen kinderen niet
krijgen wat zij nodig hebben;
dat een kwart van de kinderen
dat geboren wordt, sterft in het
eerste levensjaar; dat nauwe
lijks de helft het 15e levensjaar
bereikt; dat vier van de vijf
moeders hun kinderen ter we
reld brengen in armoede en el
lende.
Dit zijn feiten, waarop elke
dag in alle kranten en in alle bi
oscoopjournaals van de wereld
gehamerd moest worden. In wer
kelijkheid is het zo, dat men ze
sporadisch, en dan nog wegge
drukt in een klein hoekje, in de
pers tegen komt. Kolommen
krantenpapier en meters film
worden er gewijd en verspreid
aan het feit, dat Lollobrigida in
de grootst denkbare weelde een
kind ter wereld heeft gebracht.
Sjonge jonge Van de 66 andere
moeders, die op datzelfde ogen
blik ook een kind ter wereld ge
bracht hebben, maar dit kind
nauwelijks of niets te eten kon
den geven, leest men niets. Wel
het onbenullige gezwam van een
of andere volkomen onbelangrij
ke figuur, maar geen kreet om
eten, kleding en geneesmiddelen.
Dat is ook onze Westerse be
schaving. Toen een journalist
dr. Albert Schweitzer eens vroeg:
wat denkt U van de Europese
beschaving antwoordde deze
„Een uitstekend idee, daar moe
ten we direct mee beginnen
Tegenover dit onvoorstelbare
leed van miljoenen mensen kan
men twee houdingen aannemen.
Men kan zeggenwat kunnen wij
daar nou aan doen en daarna
lekker doorpitten in de grauwe
DE ECHO \RI HET ZUIDEN
Paal Krugersiam naar de Jamboree
Dat is geen kwaal die ge nog langer hoeft
te dragen. Neem Rennies - die blussen de
brandende pijn. Voetstoots. Rennies neutra
liseren alle overtollig maagzuur en nemen
zo de oorzaak weg van de snerpend bran
dende pijn.
Het isde Hamamelisdie Vm doet
in