Honderd jaar Lourdes
FILMJOURNAAL
Waalwijkse en Langst Courant
VRIJWILLIG PENSIOENWEZEN
DRIEKWART VOLTOOID
voor: PENDULES
BRIEF VAN PATER DONDERS
J. OVERSBE
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1958
Uitgever:
Waalwijkse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur:
JAN TIELEN
Dit blad verschijnt 2 x per week
81e JAARGANG No. 13
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.85
3.10 franco p.p.
Advertentieprijs
10 cent per mm.
Contract-advertenties:
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
Op 11 februari was hel hon
derd jaar geleden, dat de Heilige
Maagd te Lourdes voor de eerste
maal verscheen aan Bernadette
Soubirous. Deze verschijning
herhaalde zich in dezelfde maand
nog vijf maal, verder nog op 7
april en tenslotte nog eenmaal
op 16 juli.
Sindsdien is Lourdes gewor
den tot het bekendste genade
oord der katholieke wereld en
miljoenen pelgrims hebben in
de afgelopen eeuw Lourdes be
zocht om er naar ziel en lichaam
genezing te vinden.
Over de betekenis van Lour- j
des publiceerde „De Tijd'' van j
zaterdag j.l. een belangwekkend
artikel, dat wij gaarne onder de
aandacht van onze lezers bren
gen.
„De Tijd" schrijft
Zoals bekend, is het 11 febru
ari a.s. honderd jaar geleden, dat
O. L. Vrouw voor het eerst in
Lourdes aan Bernadette Soubi
rous verscheen. Dit feit wordt in
de katholieke wereld met grootse
jubileumfeesten herdacht. Z. H.
de Paus heeft er een encycliek
aan gewijd. De februari-intentie
van het Apostolaat des Gebeds
is er op afgestemd. „Hart van Je
zus, mogen vanuit Lourdes allen
die lijden voor IJ, door Maria
troost en kracht ontvangen".
Het ligt voor de hand, dat deze
feesten alles wat de moderne we
reld aan publiciteitsmiddelen be
zit, handen vol werk zullen ver
schaffen. Niet op de laatste
plaats omdat het Lourdes der
Katholieken, of men het nu ac
cepteert of afwijst, een sensatio
nele belangstelling geniet. Van
reformatorische zijde heeft men
reeds duidelijk blijk gegeven van
afkeuring op de van ouds be
kende gronden. In Katholieke
kringen hoort men de waarschu
wing, zich door zijn enthousias
me niet te laten verleiden tot een
theologisch onverantwoorde hou
ding. Herhaaldelijk is er de laat
ste'jaren terecht op gewezen, dat
elke overdrijving schadelijk is
voor de echte vroomheid. De
geestelijke situatie is momenteel
zó, dat het. zowel uit bekommer
nis naar de zuivere leer en de
ware vroomheid als uit oecume
nische motieven van het hoogste
belang moet worden geacht alle
misverstand te voorkomen. Wij
bedoelen hier uiteraard niet de
hinderlijke, maar onvermijdelij-
le, menselijke kant van Lourdes
als centrum van nieuwsgierige
toeristen en markt van „religi
euze artikelen". Het gaat om een
veel belangrijker zaak: Wat is de
eigenlijke betekenis van Lour
des? Die vraag sluit uiteraard de
overige bedevaartplaatsen in,
waar O. L. Vr. naar aanleiding
van verschijningen wordt ver
eerd en komt in laatste instantie
neer op de plaats van Maria in
het goddelijk heilsbestel.
Deze plaats, waarop wij hier
echter niet verder ingaan, is in
de Katholieke geloofsopvatting
essentieel en steunt on haar god
delijk Moederschap. Christendom
en O. L. Vr. horen, volgens de
leer der Kerk, wezenlijk bij el
kaar.
Zoeken wij naar de betekenis
van Lourdes, dan dient voorop
te staan, zoals p. dr. B. van Leeu
wen in een voortreffelijk artikel
in St. Adelbert uiteenzet, dat wij
hier vooral hebben te letten op
de verwijzing naar de fundamen
tele beleving van het heil in de
bekering, het geloof, het ontvan
gen, van de Sacramenten en met
name de viering van de H. Eu
charistie. De feiten van Lourdes,
hoe hoog men hun waarde ook
wil aanslaan, blijven in zekere
zin hijzaak; op de kern komt het
aan en deze is onloochenbaar
christo-centrisch.
Bernadette vertegenwoordigt
als getuige van een particuliere
openbaring „tegenover het hiër
archische ambt de charismati
sche en profetische gave van de
bijzondere werking Gods in Zijn
uitverkorenen... Zij staat in de
charismatische lijn van de Moe
der Gods en van Gods heiligen,
die in deze wereld getuigd heb
ben van de bijzondere werking
van de H Geest in de Kerk". De
openbaring van O. L. Vrouw te
Lourdes is een bemoedigende
herinnering aan de Verlossing
en een aansporing tot bekering,
boete en geloof, géén nieuw ge
loofsgegeven. Maria herhaalt het
woord van Christus: Bekeert U
en gelooft in het evangelie (Mc.
1.5). De openbaring aan Berna
dette, hoewel van pribate aard,
heeft door haar charismatische
aard echter een veel wijdere
strekking en is op de gemeen
schap gericht. St. Paulus (1 Cor.
12.7) zegt van deze genadegaven,
dat ze bedoeld zijn „om er nut
mee te stichten". En daarom
wijst p. van Leeuwen er op, dat
de verschijningen van Lourdes,
naar Gods bedoeling, een grote
geestelijke beroering zouden ver
wekken. Zo is Lourdes gewor
den tot „een plaats van inkeer
en boete, waar ontelbaren de
christelijke vertroosting en de
aanvaarding van hun zorg en lij
den hebben gevonden en enke
len, door een bijzondere genade
van God, bevrijd zijn van hun li
chamelijke ziekten". Hoewel de
wonderen vóór alles een teken
zijn van Gods liefde en erbar
ming jegens de bevoorrechte,
maar nog geen definitieve ver
lossing, symboliseren ze deze
echter wel als „voorsmaak" van
wat komen gaat door nu reeds
te wijzen op de aanwezigheid van
het Godsrijk, waarin de overwin
ning op het kwaad van ziekte en
liiden mogelijk geworden is.
Wanneer wij nu geloven, zoals
wij doen, dat deze liefdebewijzen
van God t.a.v. de lijdende mens
op Marias voorspraak worden
verkregen, dan zien wij daarin
tevens haar rol in het heilsbestel
uitgedrukt: een typisch vrouwe
lijke en moederlijk rol, die ge
heel gericht is op het verlos
singswerk van de lijdende mens
heid. En zo verwijst Lourdes ons
in laatste instantie naar de ver
rijzenis van het lichaam en het
eeuwige leven. Het is dan ook
vanzelfsprekend, dat Z. H. de
Paus in zijn encycliek over Lour
des alle nadruk legt op de nood
zaak van bekering. Hij noemt
het herdenkingsjaar een „poging
tot wedergeboorte". Deze woor
den vatten al het bovenstaande
op kernachtige wijze samen.
Evenals de pauselijke maandin-
tentie van het Apostotaat des
Gebeds doet, die immers van Ma
ria's voorspraak troost en kracht
verwacjht voor allen, die„voor
Christus" lijden en de verlossen
de betekenis daarvan in authen
tiek christelijke zin verstaan.
Uitweidingen over dit thema zijn
in alle richtingen mogelijk, om
dat het 't hele leven in al zijn
verscheidenheid omvat. Strikte
eis zal daarbij echter steeds zijn
de hierboven aangeduide grond
gedachten steeds in het oog te
houden, omdat alleen op die ma
nier de echte Mariadevotie ge
heel tot haar recht komt.
DE WIND BLAAST NIET LANG MEER IN HET ZEIL!
Een jaar is nu de Algemene
Ouderdomswet in werking en
over deze periode is ze stellig 'n
zegen geweest voor velen. Eigen
lijk heeft deze wet definitief ten
einde gemaakt aan het tijdperk
waarin en groot deel van ons
volk op geen enkele wijze voor
zieningen had getroffen voor de
verzorging tijdens de ouderdom.
Niet alleen heeft thans iedereen
een basis, maar de cijfers tonen
aan dat deze verzekering ook be
vorderlijk heeft gewerkt op een
verdere ontwikkling van het pen
sioenwezen. De opzet van de Al
gemene Ouderdomswet was im
mers een basis te scheppen, een
bodempensioen in het leven te
roepen, waarop ieder naar be
hoefte zelf nadere voorzieningen
zou kunnen treffen.
Het gaat er nu om na te gaan
of wij kunnen spreken van ver
betering in de aanvullende pen
sioenvoorzieningen met als eind
doel een behoorlijke oudedag-
voorziening voor ieder die tij
per onderneming afzonderlijk.
Al met al was op de genoem
de datum reeds meer dan 46
van het totaal aantal loontrek-
kenden tussen 18 en 65 jaar bij
een bedrijfspensioenfonds geïn
teresseerd. Het percentage mag
ons tot grote tevredenheid stem
men. De bedrijfspensioenfondsen
verlenen weliswaar in het alge
meen slechts geringe pensioenen,
maar het zijn juist die soort
voorzieningen, die precies kun
nen aanvullen wat men aan de
AOW nog tekort komt.
Ook in de overige sectoren van
de pensioenvoorzieningen mag
men trots zijn op hetgeen werd
bereikt. Ongeveer 400.000 werk
nemers zijn reeds ondergebracht
in de ondernemingspensioen
fondsen. In verzekeringskringen
verwacht mten een grote uitbrei
ding meer van het aantal onder
nemingspensioenfondsen. omdat
er reeds 2000 zijn en omdat in de
meeste gevallen thans een vorm
wordt gekozen via polissen van
levensverzekeringen.
Driekwart reeds „geborgen".
Op dit terrein, waar de kleine
re ondernemingen alle hun toe
vlucht moeten zoeken, heerst
nog grote activiteit. Reeds nu
zijn hier meer dan 100.000 men
sen onder de beschermende kap
van een pensioenverzekering ge
bracht, waarbij 10.000 werkge
vers hun medewerking verlenen.
Van belang is ook het onderne-
mings-spaarfondswezen, waar
reeds 9000 loontrekkenden van
profiteren. Deskundigen uit het
verzekeringsbedrijf hebben uit
gerekend dat nu reeds ongeveer
driekwart van de loontrekkers
(73 van en bedrijfs- of onder
nemingspensioenregeling geniet.
Vastgesteld moet worden dat
de ontwikkeling van de pensioen
voorzieningen in de achter ons
liggende jaren sterk begunstigd
is' door dé gunstige conjunctuur
en de daaraan voor ons land ver
bonden krappe arbeidsmarkt.
Veel ondernemers hebben het
mogelijke gedaan om de werk
nemers aan hun bedrijf te bin
den en een pensioenvoorziening
was daarbij een prachtig hulp
middel.
Wij bevinden ons thans op 'n
keerpunt, waarbij de arbeids
markt weer ruimer, wordt en de
bedrijfswinst in doorsnee gerin
ger. Het zal er dus nu om gaan
niet alleen te behouden wat be
reikt is, maar ook om het laatste
kwart van de loontrekkenden 'n
aanvullende voorziening te bezor
gen boven de Algemene Ouder
domswet. Hier stuiten we nog op
verschillende weerstanden, die
niet moeten worden onderschat.
Na de kentering.
De eerste vorm van weerstand
komt van de zijde der onderne
mers. Zullen zij bij verminderde
bedrijvigheid verder bereid zijn
pensioenverplichtingen op zich
te nemen?
Men zal daabij een juist in
zicht moeten tonen in de ontwik
keling van de maatschappij. In
die maatschappij bestaat een
collectieve verantwoordelijkheid
voor elkaar. Wanneer een kwart
vari de loontrekkers 65 jaar moet
worden zonder dat er meer be
staat dan het recht op de AOW.,
dan zal een groot deel van dit
kwaH nog hulp moeten worden
geboden bij de oudedagsvoorzie
ning via Sociale Zaken of andere
instellingen van liefdadigheid,
want zij zullen toch op ordente
lijke wijze verzorgd moeten zijn
tijdens de oude dag. Het gaat hier
dens zijn produktieve jaren naar
vermogen heeft bijgedragen de
maatschappij te dienen.
Al deze ouden van dagen heb
ben daar recht op en een zodani
ge voorziening is ook noodzake
lijk bij een nog steeds stijgende
gemiddelde levensduur van de
mens. De regering toont voor de
ontwikkeling van het pensioen
dezen derhalve voortdurende be
langstelling, zo zelfs, dat de mi
nister van Sociale Zaken in de
toelichting op zijn begroting er
aandacht aan besteedt.
Verbeteringen.
Gelukkig kunnen we inzake
die aanvullende voorzieningen
een optimistisch geluid laten ho
ren, met name ten aanzien van
de bedrijfspensioenfondsen waar
van er op 1 oktober 1957 reeds
25 bij de wet waren ingesteld,
terwijl daarnaast nog een 24-tal
fondsen opereert, waarbij de
deelneming geregeld is door col
lectieve arbeidsovereenkomst of
immers in 't algemeen juist om
de economisch meest zwakken.
Het gevolg is, dat de overheid
of het particulier initiatief be
last wordt. Om het bedrijfsle
ven óf de meer draagkrachtigen
vinden deze uitgestelde zorg uit
eindelijk op hun belastingbiljet
of via het verzoek om een gift
weer op de lastenzijde van hun
budget terug. Daarom hebben zo
wel de regering als de onderne
mer en de particulier er 't groot-
sto belang bij, dat de aanvullen
de pensioenverzekerin'g zo volle
dig mogelijk wordt.
Liever wel... en liever niet.
ln de praktijk ziet men nog
wel eens het volgende beeld. Een
bedrijf heeft met behulp van een
levensverzekerings-maatschappij
een pensioenregeling ontworpen
voor de werknemers. De premie
wordt deels door de werkgever
en deels* door de werknemer be
taald. De deelneming is in be
ginsel verplicht, maar men kan
vrijwillig van zijn rechten en
plichten afstand doen. Bij een
gunstige conjunctuur zal de
werkgever er op aandringen bij
de loontrekkers om deel te ne
men in het pensioenfonds. Men
bereikt dan een zekere binding
aan de onderneming en de werk
gever voldoet gaarne zijn deel
van de premie, terwijl de werk
nemer een zodanig loon kan be
dingen, dat hij ook zonder veel
moeite zijn premie kan betalen.
Hier worden dan zékere bespa
ringen voor de oude dag gemaakt
die de maatschappij het directe
voordeel bezorgen van 'n zekere
kapitaalvorming, terwijl de ou
dedagsvoorziening van de werk
nemer tijdig geregeld is zonder
dat er later nog financiële stut
ten behoeven te worden aange
bracht.
Zodra echter de gunst der tij
den keert, zal de werkgever zijn
kosten zoveel mogelijk drukken.
Hij betaalt zo weinig mogelijk
loon en zal zeker geen moeite
doen om de werknemer te bewe
gen aan de pensioenregeling deel
te nemen. Liever laat hij hem dan
een verklaring tekenen dat de
werknemer op deelneming geen
prijs stelt. Beide partijen sparen
de premie uit, waarbij zij het lot
van de werknemer op zijn oude
dag onzeker maken.
Voorlichting nodig.
Vanzelfsprekend maakt die
werknemer hier de grootste fout
want hij mist de bijdrage van de
werkgever als uitgesteld loon,
maar in de kortzichtigheid van
het ogenblik richt hij zijn aan
dacht op het aantal guldens dat
in het loonzakje komt.
Uit dit voorbeeld kan men zien
dat het bij de uitbouw van de
pensioenvoorziening wel enig
verschil maakt of de economi
sche wind zoel dan wel guur is
en dat hier ernstige sociale ge
volgen uit voort kunnen vloeien.
Goede voorlichting door dei vak
verenigingen en gro'e activiteit
van het levensverzekeringbedrijf
kunnen tegenkrachten vormen
voor het geschetste beeld.
Gezien de bereikte resultaten
mogen wel hopen dat hel laatste
kwart aan loodjes hij de aanvul
lende pensioenvoorziening ruin-
der zwaar zal wezen dan de ont
wikkeling van de economische
toestand' zou doen verwachten.
De bereikte resultaten doen zien
dat de kracht van het particulier
initiatief, zoals dat bij de levens
verzekeringsmaatschappijen zich
openbaart, bergen vermag te ver
zetten.
Musis Sacrum
„DE ONBEKENDE SOLDAAT". I
Het aantal oorlogsfilms, dat
het bioscooppubliek sinds de be
vrijding heeft voorgezet gekre
gen, is legio. Er waren er bij van
voortreffelijk gehalte, maar ook
waarvan er dertien in een dozijn
gingen. Het werd tenslotte te
veel van het „goede".
Musis Sacrum brengt dit week
einde „De Onbekende Soldaat",
een oorlogsfilm van Finse ma
kelij. Alweer zo'n bloedig ver
haaltje, waarvan we nu onder
hand wel genoeg gezien hebben
Nee, want „De Onbekende Sol
daat" steekt met kop en schou
ders uit boven alles wat tot nu
toe aan oorlogsfilms in de rou
latie is gebracht. Deze film is het
huiveringwekkende en diep aan
grijpende epos van het kleine,
dappere Finse volk in de strijd
tegen de overmachtige Russische
horden, die in 39'40 geweld
dadig bezit namen van de Finse
provincie Karelië. In 1941 hero
verden de Finnen dit gebied,
maar in 1944 moesten zij terug
voor de rode overmacht.
Dit verhaal, geschreven door
een Finse fabrieksarbeider, die
de veldtocht zelf meemaakte,
geeft de geschiedenis van een
handvol dapperen, die door haar
strijd het land voor verdere ram
pen wist te behoeden.
Deze oorlogsfilm van uitzon
derlijke grootheid werd bekroond
op het filmfestival te Berlijn in
1956.
Van vrijdag t.m. zondag.
Toegang 18 jaar.
„PILOOT QUAX IN AFRIKA".
Velen zullen zich nog de film
„Quax, de brokkenpiloot" her
inneren, waarin Heinz Rühmann
on de hem eigen wijze de vliege
rij beoefent. In dit nieuwe Quax-
product is de koddige Heinz weel
de centrale figuur. Hij is instruc
teur op een vliegschool en hii
heeft er nu niet bepaald de wind
onder bij de leerlingen. Als de
directeur hem daarop wijst, gaaf
hij zonder veel resultaat ove
rigens strenger optreden.
Vooral de vrouwelijke leerlingen
zijn evenzovele nagels aan Quax'
doodkist. Hij meent, dat vrouwen
niet in de vliegerij thuishoren,
maar inmiddels bewijzen deze
charmante leerlingen op over
tuigende wijze hun bekwaamheid
en enkelen van hen worden dan
ook mede uitverkoren om deel
te nemen aan 'n wedstrijd vlucht
voor alle Europese vliegscholen.
voor Macolm en Anita worden
onder diverse verwikkelingen
tot een goed einde gebracht.
Vrijdag 14 febr. 8 uur; zater
dag 15 febr. 8 uur; zondag 16 fe
bruari 6 en 8.30 uur.
Toegang alle leeftijden.
Het toestel! met Quax en de char
mante meisjes wordt echter door
pech achtervolgd en komt ten
slotte terecht in de Afrikaanse
jungle. En daar breekt de kol-
derbeer los, waarmee men zich
best kan vermaken.
Maandag en woensdag.
Toegang alle leeftijden.
L u x o r
„OP NAAR HOLLYWOOD".
Een dol dwaze tocht dwars
door Amerika brengt deze Para-
mountfilm. Bij elke kilometer-
paal is er een daverende lachbui.
U ziet Amerika en u komt in de
Param,ountstudio's te Hollywood.
De blonde verleidelijke Anita
Ekberg; waaraan Jerry Lewis
zijn hart heeft verpand, en waar
van hij helemaal weg is,- want...
hij gaat er helemaal voor naar
Hollywood. Steve Wiley (Dean
Martin) een gokker, komt in
grote moeilijkheden, doch daar
komti hij ook weer uit, al is het
dan op een wijze, waarop zijn ri
vaal Malcolm (Jerry Lewis) ook
aanspraak maakt. Beiden win
nen zij een auto, die op hun voor
stel verkocht, gaat worden, doch
de laatste wil met de auto die
gewpnnen is, naar Hollywood
rijden om daar ziin „ster" An ta
te zien. Qnderweg beleven zij vele
komische dingen. Steve wordt
verliefd op Terrv Roberts (Pa'
Crowley), die hii mee Iaat lif
ten. De twee avonturiers raken
zonder geld en benzine en hun
auto wordt gestolen. Zo gaat hei
maar door, totdat zij op de plaats
van bestemming aankomen. Er
volgt een wilde jacht door dc
studio's op zoek naar Anita, en
alles komt op z'n pootjes terecht.
De zaken voor Steve en Terry en
„DE GEVANGENEN VAN DE
WOESTIJN".
In kleuren brengt Warner
Bros hier een film zo hard als
de rotsen groots, romantisch
en meeslepend een speurtocht
door eindeloze ruimten. John
Wayne (Ethan Edwards) keert
na drie jaar afwezigheid terug
naar de ranch van zijn broer.
Zijn vrouw en kinderen begroe
ten hem: Bij ongeregékiheden in
een naburige ranch zet John zich
in, doch als hij hierheen is, do
den de Comanches zijn broer,
diens vrouw en een van John's
kinderen. De twee meisjes Lucy
en Debbie worden ontvoerd.
Ethan en zijn stiefzoon Martin
gaan op zoek door de onmet.elij-
le vlakten en vinden Lucy en
Debbie. Na tal van spannende»en
vermakelijke incidenten komen
zij eindelijk in New Mexico aan,
waar zij tevens in contact komen
met de beruchte Scar. Zijn doch
ter Debbie wil bij het stamhoofd
j blijven, waardoor een schietpar
tij ontstaat. Later weet Martin
Debbie te bevrijden, wat echter
haat brengt lussen Ethan en
Martin. De kinderlijke onschuld
in de ogen van het meisje doet
Ethant verstandiger ziin; hij legt
zijn arm om haar schouders en
weet haar te brengen in de we-
I reld waar zij thuis hoort.
Maandag en dinsdag 17 en 18
februari 8 uur.
Alle leeftijden.
Berndijk
t
DE ECHO VAN HEI ZUIDEN
EEN ECHT VERTROUWD ADRES
HORLOGERIE WINKELGALERIJ TEL. 2292
rn nn mniVi r'i-
Er komen meerdere vrouwen en man
nen. Wij proberen ze met een stok weg te
jagen, het helpt niet. Geef ons onze kinde
ren, en een andere vrouw schreeuwt: „Ik
wil met mijn kind sterven". Het wordt een
paniek en ik besluit naar de politie te gaan.
Op de post hoor ik dat dezelfde paniek,
maar in ergere mate heerst, op de staats
school. Ik spring in de jeep van de politie
en keer terug. Het is een radeloze menigte.
De vrouwen ontdoen zich van hun boven
kleding en zijn als dwazen. We besluiten
maar de kinderen naar huis te sturen. De
onderwijzer kan ze toch geen les geven.
Dan zie je het tafereel dat ik nog nooit
gezien heb. De ouders pakken hun kind
tussen zich in aan de hand en vluchten als
of ze door vervolging bedreigd worden.
Is dat werkelijk ouderliefde? Zo'n inner
lijke uiting van liefde om een groter kind,
een schooljongen, heb ik nog nooit gezien.
Het is de angstpsychose voor de boze geest
die hen doet vluchten, de angst voor het
behoud van het kind is ook op de ouders
zelf over gegaan.
Na een half uur is de cour stil en ver
laten, een garde houdt de wacht bij de
scholen voor de nacht. Wat is het gevolg?
Drie dagen lang komen er geen kinderen op
school. Ik ga 's avonds het dorp in om de
gemoederen gerust te stellen, maar het
helpt niets, totdat de burgemeester de chefs
bij elkaar roept, dat ze hun kinderen van
hun dorp naar school moeten sturen. Toch
zijn er nog steeds die afwezig blijven en die
profiteren van deze toevallige vacantie.
Wat moet men van dit alles denken?
Zondag heb ik een heftige preek gehou
den over de duivel en zijn boze werken,
over het vertrouwen in God en in de pries
ter. Of ze geloven dat de pater hun kinde
ren enig kwaad zou kunnen aandoen. Een
sterk staaltje van het echte heidendom, dat
nog in onze christenen schuil gaat, de gees
tenwereld zijn ze nog niet uit.
Een paar weken geleden komen drie man
nen met een kind, een meisje van een jaar
of 15, op de missie, om me te vragen of
ik dat meisje wil zegenen, want het is door
de duivel bezeten. Het kind zag er slecht
uit, had een paar dagen niet meer gegeten
en nam een stijve houding aan. Ze sprak
niet. Wij noemen 't onder elkaar vaak
flauwe kul. Ik liet ze toch naar de kerk
gaan om te bidden. Ik zegende haar met de
zegen van 't Rituaal voor een ziek kind.
Daarna liet ik ze nog wat na bidden. De
volgende dag kwamen ze weer terug en
het geval was nog erger geworden. Het
meisje uitte rare geluiden en antwoordde
niet redelijk. Ze beefde over haar hele
lichaam, dit was toch geen normaal geval.
Toen heb ik haar ouders uitgevraagd wat
zij in haar hut hadden en toen bleek dat
ze van die snuisterijen hadden, die altijd in
aanmerking komen als fetische dingen, waar
zij een geheimzinnige kracht aan toekennen.
Het zijn heel gewone dingen, als ver
roeste spijkers, een spiegeltje, stukjes ijzer,
been van een kip, veren of een ei, enz.
Dat moet er allemaal uit, je kind blijft
bezeten door de duivel, omdat ze in een
hut slaapt, die vol is van de boze geest,
de hele hut moet schoongemaakt worden
en jullie, ouders, moeten naar de cate
chismus. Als je je hart zet naar de dingen
van de werkelijke God, dan zal je kind be-
Pater Jan Donders C.S.Sp. uit Berndijk
schrijft over zijn missie-belevenissen in
Midden-Afrika
Mobaye, febr. 1958.
Beste lezers van de Echo.
Deze brief is algemeen en gaat over de
duivel, ofwel de boze geesten bij onze men
sen. Het is een zoele avond, ik ben alleen
thuis. De inheemse priester maakt een klein
tournee van een week en de andere pater
is ergens in de bossen met een broeder een
school aan het bouwen. Het is stil en rustig
om ons heen, geen tam-tam, waarom dan
sen de negers vanavond niet? De maan is
nog niet op, mijn twee boys zijn in de keu
ken bezig. Ze hebben niet veel werk, want
ik eet vanavond alleen wat pap op, met een
boterham en een bakske koffie. Ik eet bui
ten, want we zijn in het droge seizoen, het
is elke dag zo heet, dat je wel drie keer
van toog moet verwisselen om te laten dro
gen. Mobaye, het dorp van de bougou's
en de sago's, tussen de heuvel en de rivier
die de grens vormt van de Belgische Con
go, Mobaye heeft ook de angst-epidemie
moeten doorstaan. Het is vandaag een
week geleden toen het gebeurde.
Tegen drie uur in de middag komen een
paar mannen en vrouwen de missie opge
lopen, de angst staat op hun gezichten te
lezen. Ik kom mijn kamer uit en vraag wat
er gaande is. Pater er komt een wagen en
die neemt onze kinderen mee en dan gooit
men ze voor de „niamatéugou", dat is de
boze geest van het water. Ze worden daar
als offer aan de geest geschonken om hem
gerust te stellen. Mijn inheemse kapelaan en
ik gaan de mensen met woorden en geba
ren uitleggen dat dit niet waar kan zijn. We
zijn toch jullie vader, wij bewaren jullie
kinderen toch op school, en wie heeft dit
verhaal aan jullie verteld?
Waar komt dat verhaal vandaan? Dat
wordt de vraag van de hele historie die
zich gaat afspelen. Enige weken geleden
was dit verhaal ook in Alindao gegaan en
daarna in Bangassou en nu hier. Waar
ligt de oorsprong van zo'n ongelooflijk
stomme gebeurtenis.