FILMJOURNAAL
Wiit be oube boos.
25 cent per stufc, bij aankoop
V0G#
r/o
JLantd-
mo2asköLo
I
Hoe zit dat
200.000 praktische
jampotdeksels met
bijpassende lepel
beschikbaar, van 45 voor
ZAAL THALIA
Wij nodigen U uit
voor onze
ïroeders van St. Jan de Deo
stichten nieuw vormingshuis.
U kunt niet alles weten
OLLEKE GAAT VERHUIZEN.
extra bij V#Gq in 1958
door extra aanbiedingen!
welke gehouden
wordt in
op MAANDAG 10 MAART
om 8 uur 's avonds
Thé complet f 1.50
J
Kaarten verkrijgbaar op
onze confectie-afdeling.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 7 MAART 1958
^lusis Sacrum
„MONPTI".
Het gehele filmprogramma
van Musis Sacrum is deze week
gewijd aan de nieuwe Romy
i Schneider-film „Monpti" en de
talrijke jeugdige fans van dit
charmante Duitse sterretje zul
len daarmee wel bijzonder in
hun schik zijn. Het is alleen
maar jammer, dat deze film zo-
iiwel door de centrale keuring als
1; door de k.f.c. in de C-categorie
a is gerangschikt, hetgeen wil zeg-
gen „boven de 18 jaar".
Deze film is vervaardigd naar
het vaak bijzonder geestige en
ontroerende gelijknamige boek
van Gabor von Vaszary. Niemand
minder dan de beroemde Helmut
Kautner heeft de verfilming op
zich genomen, maar met alle
respect, voor Kautner's grote ca
paciteiten, moet toch worden
feconstateerd, dat de film bij 't
oek ten achter blijft, hetgeen
uiteraard niet'wil zeggen, dat er
niet veel aantrekkelijks zou over
blijven. Het accent van deze echt
menselijke, ontroerende en soms
zelfs kinderlij k-naieve Parijse
liefdesgeschiedenis ligt helemaal
op de konsekwertte strijd van 't
piepjonge Parijse meisje Anne-
Claire, dat zichzelf wil bescher
men tegen de bewogenheden van
haar hartje, wanneer dat een
maal vlam gevat heeft voor de
in Parijs vereenzaamde Hon-
gaarno jonge kunstenaar, die op
haar verliefd werd. Opgemerkt
mag nog worden, dat het niet het
Parijs van de prentbriefkaarten
is, dat zich in deze film aan de
toeschouwer voordoet.
Van vrijdag t.m. woensdag
(dinsdag uitgezonderd).
Toegang 18 ja&r.
L u x o r
,,'N KINDERMEISJE VOOR
PAPA GEZOCHT."
De titel van deze film verraadt
reeds het komische karakter van
dit verhaal, dat volgens het be
proefde recept van veel, tot mis
verstand aanleiding gevende ver-
wikkelingen in elkaar is gezet,
s Wij willen van deze amusante
J geschiedenis niet meer vertellen
dan dat het gaat over 'n schuch
tere man, die tot over zijn oren
verliefd is op een studente, die
0 haar vrije tijd economisch be-
steedt door als kindermeisje te
fungeren. De man kan echter de
1
g
moed niet opbrengen haar aan
te spreken en roept de hulp van
zijn neef in, die hem wel even 'n
handje zal helpen. Het gevolg is
dat het meisje als kindermeisje
wordt aangenomen, maar aange
zien beide mannen ongehuwd
zijn, valt er eigenlijk niets op te
passen. Bij kennissen wordt dan
een kind geleend, maar daarmee
zijn de moeilijkheden geenszins
opgelost. Enfin... gaat u het zelf
allemaal maar zien.
Van vrijdag t.m. zondag.
Toegang alle leeftijden.
„VERBODEN PLANEET".
De „science-fiction" viert mo
menteel hoogtij en deze film doet
meteen al een flinke stap vooruit
door de toeschouwer te verplaat
sen in het jaar 2250, waarin in-
ter-planetair verkeer de gewoon
ste zaak van de wereld is. De ex
peditie van kapitein Adams naar
de planeet Altair-4, waar 'n ze
kere dr. Morbius een vreemd en
geheimzinnig bestaan leidt, is
boeiend weergegeven. Verder is
er nog de imposante robot Rob
by, de knappe dochter van dr.
Mobius, Altaire, en de griezelige
onzichtbare monsters van het
onderbewustzijn.
Een film voor degenen die zich
graag verdiepen in aeronauti-
sche toekomstdromen, waarbij
de onwaarschijnlijkheden gaarne
op de kooD toe worden genomen.
Maandag en woensdag.
Toegang 18 jaar.
De onaangename geur in nieuwe
of pas geverfde kasten kan
men verwijderen door er een
schoteltje rauwe melk in te
plaatsen. De melk regelmatig
verversen.
Vliegenvuil op blanke meubelen
wordt bestreden met een kurk,
waaraan goede mteubelwas is
gesmeerd. Werken in de rich
ting van de vezel van het hout
Zit de dop van uw tube tandpasta
erg vast, houdt haar dan even
boven een vlammetje en het
leed is geleden.
Matrassen met binnenvering mo
gen nimmer geklopt worden;
deze moeten óf geborsteld óf
met de stofzuiger behandeld
worden.
H De tijd van de gouden en
kerngezonde gemeentebegrotin
gen lijkt al heel ver achter ons
te liggen. Hoe heerljjk en goed
het lang geleden was, blijkt wel
uit onderstaand berichtje.
4 MAART 1883.
Zonder dat te Vught een
hoofdelijke omslag wordt gehe
ven, overtreffen de gewone ont
vangsten op de gemeentebegro
ting over het lopende dienstjaar
de gewone uitgaven met eene
som van 2600. De uitgebreide
eigendommen der gemeente, die
op dit oogenblik slechts 3500
opbrengen, zouden door verbe
tering in waterafvoer als anders
zins en publieke verpachting,
stellig wel het driedubbele van
dat bedrag kunnen afwerpen.
Zulk een gunstige financieele
toestand zal haar door meenige
gemeente benijd worden.
d Stank wordt zelfs op de
duur elke rechtgeaarde Duitser
te machtig blijkens dit
De smokkelhandel in tabak
langs de Duitsche grenzen is in
den laatsten tijd aanmerkelijk
verminderd. Meer nog dan de
waakzaamheid der grenskom-
miezen, heeft daartoe bijgedra
gen de mindere qualiteit van ta
bak, welke de smokkelaars,- als
het meest winstgevend, invoer
den, en waarvan zelfs het reuk
orgaan van een Duitscher op den
duur afkerig wordt.
5 MAART 1908.
RUSLAND. Zeven terroristen,
door den krijgsraad wegens een
ondernomen aanslag tegen groot
vorst Nikolaas en tegen den mi
nister van justitie ter dood ver
oordeeld, zijn gistermorgen op
gehangen onder hen was ook,
naar gemeld wordt, de Italiaan-
sche onderdaan Mario Calvino,
voor wicn de Italiaansche Regee
ring gratie had gevraagd. Uit na
dere berichten blijkt, dat de Ita
liaansche Regeering erin geloo-
pen is. De socialist Bissolati had
er op aangedrongen in de Kamer,
dat voor Calvina gratie zou wor
den gevraagd.
Socialisten beschermen wel
waardige lui.
4 MAART 1933.
H Feitelijk pas na de oorlog
is de wereld er achter gekomen,
dat de zo beruchte Marinus van
der Lubbe, de communist die het
Rijksdaggebouw in brand gesto
ken zou hebben, een stakkerige
zwerver was, die niet eens wist
i wat communisme eigenlijk bete-
kende en die niet de brandstich-
ter is geweest, waarvoor men
hem heeft gehangen. Hitier, Goe-
ring en Goebbels hadden gehan
gen moeten worden als de wer
kelijke daders. Maar destijds ge
loofde de wereld nog in de waar
heidsliefde van Adolf Bralleput
blijkens dit
Over Marinus van der Lub
be, de communist die het Rijks
daggebouw in brand stak schrijft
men ons uit Sprang: De com
munist M. v. d. Lubbe, die in
Duitschland het Rijksdaggebouw
in brand stak is voor vele Spram
genaren geen onbekende, daar hij
met zijn' ouders hier enkele ja
ren heeft gewoond en beter he
kend is onder de naam van: Ma
rinus van het Bossche Pietje.
Zoodra men zijn portret in de
dagbladen zag, kenden verschil-
lenden hem nog vanuit de school-
jaren. Zijn 'ouders verkochten
toen lapjes katoen en aanver
wante artikelen. Vorig .jaar is hij
nog bij een zekere J. v. Beek, één
der oude buren, geweest toen
f gaf hij voor wereldreiziger te
zijnj en bood (met nog 'n vriend
bij zich) aanzichtkaarten met
zijn portret te koop aan. Uit de
j toen gevoerde gesprekken kon
opgemaakt worden dat hij een
vurig communist was.
OLLEKE BOLLEKE S WONDERLAND
van een pot VéGé-jam 70°/o korting in geldzegels.
2 pakjes VéGé-groentesoep
van fMj ct. voor 89 ct. f
18 geldzegels
2 pakken Stiff Super Stijfsel
van 7^ ct. voor 59 ct.
12 geldzegels
2 blikjes VéGé-leverpastei
van $4 ct. voor 75 ct.
15 geldzegels
2 pakken VéGé-macaroni
van £Cf ct. voor 54 ct.
11 geldzegels
0/
De HOEDEN welke de mannequins U tonen op de MODESHOW
van de fa. CUNEN zijn weer van
Maison v. d. Sanden.
Er zijn heiligen in Gods hemel, die voor
bestemd schenen om eens de eer der al
taren waardig te zijn. Er zijn er ook, die
- naar de mens gesproken - hun hei
ligheid bevochten hebben in een gevecht,
waarvan alleen God de diepte en het ge
wicht kent. Jan de Deo is er een van het
laatste soort, een die door leed en pijn,
door zelfverwijt en op kracht van zijn
oersterk willen zich een plaats verwor
ven heeft onder de gelukzaligen. 8 Maart
wijst de liturgische kalender aan als zijn
feestdag en misschien lezen we in ons
missaal de schamele kleine lettertjes, die
iets over zijn bewogen leven zeggen.
Maar staat daarin de tragiek, waarmee
zijn leven begon en die onzegbare blijd-
schap-Gods, waarin het geëindigd is?
Op de grens van de vijftiende en zestien-
e eeuw werd de kleine Juan Ciudad gebo-
en. Een armeluis kind, dat lezen noch
thrijven leerde, dat alleen maar zingen kon
e vloeiende wijsjes, die zijn moeder neu-
iede in haar groentekraam.
Acht jaar oud wordt het kind ontvoerd,
regen nooit terug bij de onzegbaar
edroefde ouders. Doorgaans lezen we van
en ontvoering niet méér dan het feit. En
re schudden ons hoofd over zoveel kwaad
r de wereld, niet in staat ons te verdiepen
i het kind, dat slachtoffer is. De achtjarige
an, die zijn achternaam niet eens kende,
ong op bevel van zijn in priesterkleren ge
lede ontvoerder zijn wijsjes en vulde op
ie manier de beurs van de landloper. Der-
ien jaar oud blijft hij alleen achter, alleen
p de wereld. Naamloos, statenloos, ouder-
josEen rentmeester ontfermt zich op
e trappen van een kerk over het stukje
llende en noemt hem Jan van God of, in
et Spaans, Juan de Dios. Daar hebt ge
ijn naam; zijn leven. Als een boeiende ro-
aan ontrolt het zich voor hem die er ken-
iis van neemt een leven dat een film
/aard is. Eerst wordt hij als kind opgeno-
nen in het rentmeestershuis. Hij wordt er
;evormd en onderwezen en bereikt de leef-
ijd, waarop het geluk van de jonge liefde
iaar hem wenkt. Hij kan schoonzoon en
pvolger worden, maar God roept naar el-
Iers. Waarheen? Hij zoekt de eenzaamheid
an de velden en hoedt er de schapen. Hij
aat zich inlijven bij het Spaanse leger en
echt als een bezetene. Dan keert hij terug
laar de gastvrijheid van het rentmeesterlijk
tuis, maar opnieuw worden hem de wapens
n de hand gedrukt. Wat wil God van deze
nens? Is de Spaanse oorlog ten einde, dan
oept de Paus hem te wapen tegen de Tur-
ten en als hij zwaar gewond van die strijd
erugkeert in het Spaanse land, wenkt hem
iet Heilig Land. Als knecht van een Spaans
Helman steekt hij over, ondergaat er het
even van een slaaf en keert terug, armer
:n onzekerder dan hij vertrok. De welstand
acht naar hem! Hij zet een boekhandeltje
ip, maar schuift het in onzekerheid aan de
;ant als een kind, dat hij ergens op een
tergrug gedragen heeft, hem boodschapt:
,In Granada zal Uw kruis zijn". Naar Gra-
ïada voert zijn weg. Weer een boeken-
iraampje, nieuwe welstand. Een huwelijk?
Dan stuurt God een boeteprediker op zijn
tad en uit diens preken hoort Jan alleen
leze zin: „Waar is toch de barmhartigheid
inder U gebleven?"
In de stilte van een kloosterkamer wijst
de prediker hem de juiste weg: „Doe Gods
wil en dien de armen en de zieken". Uit
zinnig van vreugde tolt hij door de straten
van Granada. De rustige burgers laten de
dwaas naar een gekkenhuis brengen, waar
de dwangbuis hem kalmeert. Ontslagen uit
de inrichting trekt hij zingend ter beevaart
naar de Moeder Gods, bij wier beeltenis de
hemel hem een wonder schenkt ter beves
tiging van zijn taak in de wereld.
Dan begint zijn leven! Al het andere was
voorspel, preludium. Nu gaat het gordijn
op, het spel beginnen. Het spel van de
barmhartigheid, die hij praktiseren zal, zo
volkomen, zo diepmenselijk en van zulk een
op God geïnspireerde Liefde bezield, dat
Jan de Deo regelrecht op de heiligheid aan
koerst. Voor de grootste tobbers van de
Spaanse stad is hij de vader, een weldoener,
de enige weldoener. Hij trekt hen uit de
kelders en de sloppen, verzorgt hun stin
kende wonden, ondergaat hun spotlach en
verguizing, geeft hen te eten en spreidt
hun bed. Hij bedelt voor hen het brood en
de drank bijeen enwordt door hen ge
scholden voor vrome kwezel en „dwaas".
Hij was een dwaas, deze Jan de Deo, een
dwaas in de ogen van de wereld, zoals elke
kruisdrager een zot is in het rijk van hen,
die God niet in het diepst van hun hart
kennen.
Vijfentwintig jaar is hij geworden. Toen
was hij op, afgesloofd door de barmhartig
heid, die een dochter is van de Liefde.
Hij had iets wakker gemaakt, deze arme
zwerver voor de Heer. In Granada bracht
hij de barmhartigheid terug en het voor
beeld dat hij stelde, is niet zonder uitwer
king gebleven. Driehonderd jaar na zijn
dood stichtte een Duits koopman de con
gregatie van de Barmhartige Brüder, waar
uit de bij ons bekende Broeders van Sint
Joan de Deo zijn voortgekomen, nadat de
Kulturkampf enkelen van hen over de gren
zen gejaagd had. Officieel is Sint Joan de
Deo geen ordestichter; zijn geest was het
wel, die zin gaf aan het leven dergenen, die
eerst in Duitsland en later in ons land de
barmhartigheid in hun vaan schreven.
Rond het feest van Sint Joan de Deo is
het goed even naar zijn geestelijke zonen
te kijken, die anno 1958 zijn idealen trach
ten te realiseren in permanente zorg voor
de zieken. Zij hebben hun grote ziekenhui
zen in Den Bosch, in Haarlem en Utrecht;
zij verplegen aan huis de zieken in Amster
dam, zij hebben hun provinciaalhuis in Hel-
voirt en - last not least! - zij hebben
sinds een week in hun vroegere sanatorium
Kalorama te Beek/Nijmegen de zorg op
zich genomen voor de meest beklagenswaar-
digen onder hen, die uit Indonesië ver
jaagd zijn de chronische zieken. Een zwa
re opgave, deze verpleging, maar een op
gave naar het hart van deze broeders en...
van hun heilige schutspatroon en voor
beeld. Zij willen naar Afrika tenslotte, deze
broeders, omdat zij verstaan hebben wat de
Paus in zijn jongste missie-encycliek over
dat werelddeel gezegd heeft. En ze zoeken
naar jonge, apostolische kerels, die hun
rijen komen versterken. Voor hen wordt in
september een vormingshuis geopend in
Beek/Nijmegen. Daar zullen jongens vanaf
veertien jaar getraind worden op de veel
zijdige arbeid, die hem later wacht in welke
functie dan ook, als broeder van Sint Jan
de Deo.
Op een zonnige morgen verliet Olleke
het huisje van zijn ouders aan de rand van
het bos en liep het pad af, dat hem in het
woud voerde. De kleine jongen was ver
drietig. Hij keek naar rechts, waar het ge
gons van zaagmachines klonk en waar de
woudreuzen vielen, want het bos werd ge
kapt. Het grootste deel was al vlak en
steeds verder drongen de houthakkers op.
Snel verdween de jongen tussen de bo
men op zoek naar zijn vriendjes, de bewo
ners van het bos. Lang behoefde hij niet
te zoeken, want het bos was nog maar heel
klein en het zou zeker niet lang meer duren
of er was helemaal niets meer van over.
In het kleine stukje bos, dat nog over was,
krioelde het van de dieren, die vroeger al
len het uitgestrekte woud bewoonden. Ze
hadden allemaal erg veel haast en natuur
lijk wilde de kleine jongen weten wat er
aan de hand was.
De Vos wist het hem te vertellen. Er
zou een grote vergadering worden gehou
den, waarop besproken zou worden wat er
gedaan moest worden, want over een paar
weken zou het hele bos verdwenen zijn en
dan moesten de dieren toch verhuizen.
Ook Olleke.
Ook Olleke ging naar de vergadering,
waar hij met gejuich werd ontvangen. De
oudste uil opende de vergadering en stelde
de vraag of iemand ook een plan had wat
er moest gebeuren. Alle dieren zwegen, nie
mand wist een oplossing.
Toen nam Olleke het woord. Hij vertelde,
dat ook het kleine huisje van zijn ouders
aan de bosrand moest verdwijnen, nu het
bos gekapt werd en er allemaal nieuwe
hoge huizen zouden worden gebouwd. Vol
gende week ging hij met zijn ouders ver
huizen. Veel dieren sprongen de tranen in
de ogen, want ze begrepen, dat ze nu hun
grote vriend Olleke, waarmee ze zoveel
avonturen hadden beleefd en die zoveel
voor hen gedaan had, voorgoed zouden
moeten missen. Moest dit dan het einde
zijn?
Maar Olleke vertelde verder. Zijn ouders
wilden weer buiten wonen in een huisje
aan de rand van een bos en daar was hij
blij om. Natuurlijk wilde hij ook niet graag
zijn oude vriendjes missen en daarom stel
de hij voor, dat ze allemaal zouden ver
huizen naar dat andere bos, waarbij hij
kwam te wonen.
Allemaal vóór.
Dat vonden ze allemaal een geweldig
goed idee en ze juichten dat horen en zien
verging.
De schildpad wilde van Olleke weten
waar dat bos lag, want wanneer het te ver
zou zijn, kom hij er moeilijk komen. Een
paar dagen geleden was Olleke er met zijn
moeder geweest, want moeder had de maat
moeten nemen voor de gordijntjes en zo
wist de kleine jongen precies te vertellen
waar het bos lag en hoe je er heen moest,
Gelukkig bleek het niet zo ver weg te zijn.
Er werd gestemd over het plan en de uil
telde de opgestoken pootjes en stelde vast,
dat alle bosbewoners wilden gaan verhui
zen naar het andere bos, waar Olleke
kwam te wonen.
Wat was de kleine jongen blij, dat hij al
zijn vriendjes bij zich zou houden. Maar
ook de bosbewoners waren verschrikkelijk
blij met deze oplossing en weer barstte er
een luid gejuich los.
De houthakkers in het bos hoorden dat
wilde geluid voor de tweede keer en ze
begrepen niet wat dat te betekenen had.
Nieuwsgierig, wilden ze daar wel eens meer
van weten en ze gingen op onderzoek uit.
Het geluid wees hun de weg.
Omsingeld!
Stomverbaasd keken ze van tussen de
struiken toe. Dat was een schouwspel, zo
als ze nog nooit in hun leven hadden ge
zien. Al die bosbewoners bij elkaar in ver
gadering en in het midden een groep ka
bouters en elfjes. Hoe was het mogelijk!
Ze hadden altijd gedacht dat dat alleen
maar in sprookjes bestond. En kijk eens,
tussen hen in zat een kleine jongen. Neen,
maar dat was wat!
Voorzichtig kwamen ze van tussen de
struiken tevoorschijn en liepen op de kring
toe. De kraai zag ze het eerst en riep „De
houthakkers!" Iedereen wilde vluchten,
maar ze zagen dat ze omsingeld waren.
Rondom stonden de mannen. Olleke sprong
op en wilde zijn vriendjes verdedigen.
„Laat maar Olleke", klonk ineens een
lieve, zachte stem. Het was een stralende
fee en zij zwaaide haar toverstaf. „Tot ziens
in ons nieuwe bos!" riep ze en sprak een
toverspreuk. Wat er toen gebeurde, sloeg
iedereen, zelfs Olleke, met stomme verba
zing. Een zacht geruis klonk en ineens wa
ren alle dieren, elfjes en de fee verdwenen
en er was niets meer dan de bomen, de
struiken en de stilte.
De houthakkers kwamen op Olleke toe,
want ze wilden van dat jongetje wel eens
iets meer horen over deze wonderlijke ge
schiedenis. Maar Olleke wachtte niet op hen.
Zo hard zijn beentjes hem konden dra
gen verdween hij tussen de bomen en rende
naar huis. Nu zijn vriendjes er niet meer
waren, wilde hij niet meer in het bos ko
men. De houthakkers hadden het nakijken
en hoofdschuddend gingen ze weer aan het
werk. Ze dachten, dat ze gedroomd hadden.
Op weg.
Geen enkele dag ging Olleke meer naar
het bos. Trouwens, er werd hard gewerkt
aan de verhuizing en de kleine jongen hielp
dapper mee, want hoe eerder er verhuisd
werd hoe sneller hij weer bij zijn vriendjes
zou zijn, dat begreep hij wel.
Eindelijk kwam de grote dag dat er een
vrachtauto kwam, die Olleke en zijn va
der en moeder met al hun spulletjes over
bracht naar het nieuwe huisje, dat daar met
zijn vrolijke kleuren stralend in de zon lag,
aan de rand van een groot bos. Toen de
auto was uitgeladen en de verhuizers wa
ren vertrokken, gingen vader, moeder en
Olleke aan de slag om het huisje zo snel
mogelijk in orde te brengen.
Maar wat gebeurde er? De deur ging
open en daar kwam de fee binnen met haar
elfjes, gevolgd door de kabouters. Voor de
ramen juichten en dansten de dieren en
zwaaiden. „Welkom hier!" sprak de bos-
koningin. „Wij zullen u eens vlug gaan hel
pen!" Voordat vader en moeder van hun
verbazing waren bekomen, renden de ka
boutertjes al door het huis en iedereen hielp
mee om het huisje gezellig in te richten.
Vader en moeder behoefden niets te doen
en binnen een uurtje zaten ze al gezellig in
hun stoelen en was Olleke weer buiten in
het bos om samen met zijn vriendjes het
nieuwe terrein te gaan verkennen.
(Nadruk verboden)
Wetenswaardigheden.
MET DE ROBOT?
meen niet, dat een robot het produkt
van de laatste tijd is. Reeds in de oud
heid kende men automaten en mecha
nisch speelgoed.
reeds Perzische en Arabische hand
schriften gewagen van gouden en zil
veren bomen, waarin vogels huisden,
die kweelden en kwetterden en met de
vleugels wiekten. Alles volautomatisch
natuurlijk!
in de 13de eeuw moet er een zekere
Albert Magnus geleefd hebben, die uit
metaal, glas, leer en was een „huis
knecht" schiep, die de deur opende en
met het bezoek een gesprek voerde als
ware hij een echt mens. Iets dergelijks
construeerde Roger Bacon, wiens ijze
ren mens grote bekendheid verwierf.
de oudste nog overgebleven automazt
uit de middeleeuwen is het uurwerk
van de kathedraal te Straatsburg, dat
bij elke klokslag een haan en 12 apos
telen laat verschijnen en het dier met
de vleugels laat klapperen, terwijl het
driemaal kraait.
voorts is nog een poppenhuis bekend
uit het jaar 1558 dat zich thans te
Upsala in Zweden bevindt en het oud
ste stuk mechanisch speelgoed zou zijn.
het geniale wonder Leonardo da Vinei
constateerde eens een automatische
leeuw, die tijdens de intocht van de
Franse koning Lodewijk XII hem tege
moet trad en met veel plichtplegingen
de nodige eer bewees.
van later tijd, maar daaróm niet min
der sensationeel was de automatische
eend van Vaucanson. Dit dier moet in
zijn gedragingen uitermate natuurge
trouw zijn geweest. Het liep waggelend
rond, zwom in het water heen en weer,
snaterde, at en dronk, stak de snavel
omhoog en maakte bij het slikken vol
komen natuurlijke bewegingen met de
nek.
Vaucanson liet bij zijn dood in 1782 de
wondereend met tal van andere
„kunstvoorwerpen" na aan de gemalin
van Lodewijk XVI, Marie Antoinette,
maar tijdens de Franse revolutie ver
zeilde het dier in Duitsland waar
Goethe het in 1805 weer zijn opwach
ting liet maken. De kunsteend bleek
echter zijn beste tijd gehad te hebby;
de slijtage ging een woordje meespre
ken en na een ruim honderdjarig be
staan gaf zij de geest
(Nadruk verboden)
JrwooMO
TWEE IS VOORDELIGER DAN ttN
Nu extra voordeel dank zij de
Europese VéGé Unie. Er zijnook
VéGé-winkels in België, Frank
rijk, Duitsland, -Saargebied,
Luxemburg, Zwitserland.
)j-uwwinnru~Ln.rinr-ri*-i-i_P r.Vi—ri" i~v - 11
i Eon MODIEUZE COLLECTIE, dl* opvalt door hoor rijko vorscholdonholdvooriedorolooftijd
n_nxj¥urirrru-iftrtfurrr«->j~iyiiyrri-i*«-i,i'iy*i*r*ii"'** *-e