FILMJOURNAAL Wiit be oube boos. 25 cent per stufc, bij aankoop V0G# r/o JLantd- mo2asköLo I Hoe zit dat 200.000 praktische jampotdeksels met bijpassende lepel beschikbaar, van 45 voor ZAAL THALIA Wij nodigen U uit voor onze ïroeders van St. Jan de Deo stichten nieuw vormingshuis. U kunt niet alles weten OLLEKE GAAT VERHUIZEN. extra bij V#Gq in 1958 door extra aanbiedingen! welke gehouden wordt in op MAANDAG 10 MAART om 8 uur 's avonds Thé complet f 1.50 J Kaarten verkrijgbaar op onze confectie-afdeling. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 7 MAART 1958 ^lusis Sacrum „MONPTI". Het gehele filmprogramma van Musis Sacrum is deze week gewijd aan de nieuwe Romy i Schneider-film „Monpti" en de talrijke jeugdige fans van dit charmante Duitse sterretje zul len daarmee wel bijzonder in hun schik zijn. Het is alleen maar jammer, dat deze film zo- iiwel door de centrale keuring als 1; door de k.f.c. in de C-categorie a is gerangschikt, hetgeen wil zeg- gen „boven de 18 jaar". Deze film is vervaardigd naar het vaak bijzonder geestige en ontroerende gelijknamige boek van Gabor von Vaszary. Niemand minder dan de beroemde Helmut Kautner heeft de verfilming op zich genomen, maar met alle respect, voor Kautner's grote ca paciteiten, moet toch worden feconstateerd, dat de film bij 't oek ten achter blijft, hetgeen uiteraard niet'wil zeggen, dat er niet veel aantrekkelijks zou over blijven. Het accent van deze echt menselijke, ontroerende en soms zelfs kinderlij k-naieve Parijse liefdesgeschiedenis ligt helemaal op de konsekwertte strijd van 't piepjonge Parijse meisje Anne- Claire, dat zichzelf wil bescher men tegen de bewogenheden van haar hartje, wanneer dat een maal vlam gevat heeft voor de in Parijs vereenzaamde Hon- gaarno jonge kunstenaar, die op haar verliefd werd. Opgemerkt mag nog worden, dat het niet het Parijs van de prentbriefkaarten is, dat zich in deze film aan de toeschouwer voordoet. Van vrijdag t.m. woensdag (dinsdag uitgezonderd). Toegang 18 ja&r. L u x o r ,,'N KINDERMEISJE VOOR PAPA GEZOCHT." De titel van deze film verraadt reeds het komische karakter van dit verhaal, dat volgens het be proefde recept van veel, tot mis verstand aanleiding gevende ver- wikkelingen in elkaar is gezet, s Wij willen van deze amusante J geschiedenis niet meer vertellen dan dat het gaat over 'n schuch tere man, die tot over zijn oren verliefd is op een studente, die 0 haar vrije tijd economisch be- steedt door als kindermeisje te fungeren. De man kan echter de 1 g moed niet opbrengen haar aan te spreken en roept de hulp van zijn neef in, die hem wel even 'n handje zal helpen. Het gevolg is dat het meisje als kindermeisje wordt aangenomen, maar aange zien beide mannen ongehuwd zijn, valt er eigenlijk niets op te passen. Bij kennissen wordt dan een kind geleend, maar daarmee zijn de moeilijkheden geenszins opgelost. Enfin... gaat u het zelf allemaal maar zien. Van vrijdag t.m. zondag. Toegang alle leeftijden. „VERBODEN PLANEET". De „science-fiction" viert mo menteel hoogtij en deze film doet meteen al een flinke stap vooruit door de toeschouwer te verplaat sen in het jaar 2250, waarin in- ter-planetair verkeer de gewoon ste zaak van de wereld is. De ex peditie van kapitein Adams naar de planeet Altair-4, waar 'n ze kere dr. Morbius een vreemd en geheimzinnig bestaan leidt, is boeiend weergegeven. Verder is er nog de imposante robot Rob by, de knappe dochter van dr. Mobius, Altaire, en de griezelige onzichtbare monsters van het onderbewustzijn. Een film voor degenen die zich graag verdiepen in aeronauti- sche toekomstdromen, waarbij de onwaarschijnlijkheden gaarne op de kooD toe worden genomen. Maandag en woensdag. Toegang 18 jaar. De onaangename geur in nieuwe of pas geverfde kasten kan men verwijderen door er een schoteltje rauwe melk in te plaatsen. De melk regelmatig verversen. Vliegenvuil op blanke meubelen wordt bestreden met een kurk, waaraan goede mteubelwas is gesmeerd. Werken in de rich ting van de vezel van het hout Zit de dop van uw tube tandpasta erg vast, houdt haar dan even boven een vlammetje en het leed is geleden. Matrassen met binnenvering mo gen nimmer geklopt worden; deze moeten óf geborsteld óf met de stofzuiger behandeld worden. H De tijd van de gouden en kerngezonde gemeentebegrotin gen lijkt al heel ver achter ons te liggen. Hoe heerljjk en goed het lang geleden was, blijkt wel uit onderstaand berichtje. 4 MAART 1883. Zonder dat te Vught een hoofdelijke omslag wordt gehe ven, overtreffen de gewone ont vangsten op de gemeentebegro ting over het lopende dienstjaar de gewone uitgaven met eene som van 2600. De uitgebreide eigendommen der gemeente, die op dit oogenblik slechts 3500 opbrengen, zouden door verbe tering in waterafvoer als anders zins en publieke verpachting, stellig wel het driedubbele van dat bedrag kunnen afwerpen. Zulk een gunstige financieele toestand zal haar door meenige gemeente benijd worden. d Stank wordt zelfs op de duur elke rechtgeaarde Duitser te machtig blijkens dit De smokkelhandel in tabak langs de Duitsche grenzen is in den laatsten tijd aanmerkelijk verminderd. Meer nog dan de waakzaamheid der grenskom- miezen, heeft daartoe bijgedra gen de mindere qualiteit van ta bak, welke de smokkelaars,- als het meest winstgevend, invoer den, en waarvan zelfs het reuk orgaan van een Duitscher op den duur afkerig wordt. 5 MAART 1908. RUSLAND. Zeven terroristen, door den krijgsraad wegens een ondernomen aanslag tegen groot vorst Nikolaas en tegen den mi nister van justitie ter dood ver oordeeld, zijn gistermorgen op gehangen onder hen was ook, naar gemeld wordt, de Italiaan- sche onderdaan Mario Calvino, voor wicn de Italiaansche Regee ring gratie had gevraagd. Uit na dere berichten blijkt, dat de Ita liaansche Regeering erin geloo- pen is. De socialist Bissolati had er op aangedrongen in de Kamer, dat voor Calvina gratie zou wor den gevraagd. Socialisten beschermen wel waardige lui. 4 MAART 1933. H Feitelijk pas na de oorlog is de wereld er achter gekomen, dat de zo beruchte Marinus van der Lubbe, de communist die het Rijksdaggebouw in brand gesto ken zou hebben, een stakkerige zwerver was, die niet eens wist i wat communisme eigenlijk bete- kende en die niet de brandstich- ter is geweest, waarvoor men hem heeft gehangen. Hitier, Goe- ring en Goebbels hadden gehan gen moeten worden als de wer kelijke daders. Maar destijds ge loofde de wereld nog in de waar heidsliefde van Adolf Bralleput blijkens dit Over Marinus van der Lub be, de communist die het Rijks daggebouw in brand stak schrijft men ons uit Sprang: De com munist M. v. d. Lubbe, die in Duitschland het Rijksdaggebouw in brand stak is voor vele Spram genaren geen onbekende, daar hij met zijn' ouders hier enkele ja ren heeft gewoond en beter he kend is onder de naam van: Ma rinus van het Bossche Pietje. Zoodra men zijn portret in de dagbladen zag, kenden verschil- lenden hem nog vanuit de school- jaren. Zijn 'ouders verkochten toen lapjes katoen en aanver wante artikelen. Vorig .jaar is hij nog bij een zekere J. v. Beek, één der oude buren, geweest toen f gaf hij voor wereldreiziger te zijnj en bood (met nog 'n vriend bij zich) aanzichtkaarten met zijn portret te koop aan. Uit de j toen gevoerde gesprekken kon opgemaakt worden dat hij een vurig communist was. OLLEKE BOLLEKE S WONDERLAND van een pot VéGé-jam 70°/o korting in geldzegels. 2 pakjes VéGé-groentesoep van fMj ct. voor 89 ct. f 18 geldzegels 2 pakken Stiff Super Stijfsel van 7^ ct. voor 59 ct. 12 geldzegels 2 blikjes VéGé-leverpastei van $4 ct. voor 75 ct. 15 geldzegels 2 pakken VéGé-macaroni van £Cf ct. voor 54 ct. 11 geldzegels 0/ De HOEDEN welke de mannequins U tonen op de MODESHOW van de fa. CUNEN zijn weer van Maison v. d. Sanden. Er zijn heiligen in Gods hemel, die voor bestemd schenen om eens de eer der al taren waardig te zijn. Er zijn er ook, die - naar de mens gesproken - hun hei ligheid bevochten hebben in een gevecht, waarvan alleen God de diepte en het ge wicht kent. Jan de Deo is er een van het laatste soort, een die door leed en pijn, door zelfverwijt en op kracht van zijn oersterk willen zich een plaats verwor ven heeft onder de gelukzaligen. 8 Maart wijst de liturgische kalender aan als zijn feestdag en misschien lezen we in ons missaal de schamele kleine lettertjes, die iets over zijn bewogen leven zeggen. Maar staat daarin de tragiek, waarmee zijn leven begon en die onzegbare blijd- schap-Gods, waarin het geëindigd is? Op de grens van de vijftiende en zestien- e eeuw werd de kleine Juan Ciudad gebo- en. Een armeluis kind, dat lezen noch thrijven leerde, dat alleen maar zingen kon e vloeiende wijsjes, die zijn moeder neu- iede in haar groentekraam. Acht jaar oud wordt het kind ontvoerd, regen nooit terug bij de onzegbaar edroefde ouders. Doorgaans lezen we van en ontvoering niet méér dan het feit. En re schudden ons hoofd over zoveel kwaad r de wereld, niet in staat ons te verdiepen i het kind, dat slachtoffer is. De achtjarige an, die zijn achternaam niet eens kende, ong op bevel van zijn in priesterkleren ge lede ontvoerder zijn wijsjes en vulde op ie manier de beurs van de landloper. Der- ien jaar oud blijft hij alleen achter, alleen p de wereld. Naamloos, statenloos, ouder- josEen rentmeester ontfermt zich op e trappen van een kerk over het stukje llende en noemt hem Jan van God of, in et Spaans, Juan de Dios. Daar hebt ge ijn naam; zijn leven. Als een boeiende ro- aan ontrolt het zich voor hem die er ken- iis van neemt een leven dat een film /aard is. Eerst wordt hij als kind opgeno- nen in het rentmeestershuis. Hij wordt er ;evormd en onderwezen en bereikt de leef- ijd, waarop het geluk van de jonge liefde iaar hem wenkt. Hij kan schoonzoon en pvolger worden, maar God roept naar el- Iers. Waarheen? Hij zoekt de eenzaamheid an de velden en hoedt er de schapen. Hij aat zich inlijven bij het Spaanse leger en echt als een bezetene. Dan keert hij terug laar de gastvrijheid van het rentmeesterlijk tuis, maar opnieuw worden hem de wapens n de hand gedrukt. Wat wil God van deze nens? Is de Spaanse oorlog ten einde, dan oept de Paus hem te wapen tegen de Tur- ten en als hij zwaar gewond van die strijd erugkeert in het Spaanse land, wenkt hem iet Heilig Land. Als knecht van een Spaans Helman steekt hij over, ondergaat er het even van een slaaf en keert terug, armer :n onzekerder dan hij vertrok. De welstand acht naar hem! Hij zet een boekhandeltje ip, maar schuift het in onzekerheid aan de ;ant als een kind, dat hij ergens op een tergrug gedragen heeft, hem boodschapt: ,In Granada zal Uw kruis zijn". Naar Gra- ïada voert zijn weg. Weer een boeken- iraampje, nieuwe welstand. Een huwelijk? Dan stuurt God een boeteprediker op zijn tad en uit diens preken hoort Jan alleen leze zin: „Waar is toch de barmhartigheid inder U gebleven?" In de stilte van een kloosterkamer wijst de prediker hem de juiste weg: „Doe Gods wil en dien de armen en de zieken". Uit zinnig van vreugde tolt hij door de straten van Granada. De rustige burgers laten de dwaas naar een gekkenhuis brengen, waar de dwangbuis hem kalmeert. Ontslagen uit de inrichting trekt hij zingend ter beevaart naar de Moeder Gods, bij wier beeltenis de hemel hem een wonder schenkt ter beves tiging van zijn taak in de wereld. Dan begint zijn leven! Al het andere was voorspel, preludium. Nu gaat het gordijn op, het spel beginnen. Het spel van de barmhartigheid, die hij praktiseren zal, zo volkomen, zo diepmenselijk en van zulk een op God geïnspireerde Liefde bezield, dat Jan de Deo regelrecht op de heiligheid aan koerst. Voor de grootste tobbers van de Spaanse stad is hij de vader, een weldoener, de enige weldoener. Hij trekt hen uit de kelders en de sloppen, verzorgt hun stin kende wonden, ondergaat hun spotlach en verguizing, geeft hen te eten en spreidt hun bed. Hij bedelt voor hen het brood en de drank bijeen enwordt door hen ge scholden voor vrome kwezel en „dwaas". Hij was een dwaas, deze Jan de Deo, een dwaas in de ogen van de wereld, zoals elke kruisdrager een zot is in het rijk van hen, die God niet in het diepst van hun hart kennen. Vijfentwintig jaar is hij geworden. Toen was hij op, afgesloofd door de barmhartig heid, die een dochter is van de Liefde. Hij had iets wakker gemaakt, deze arme zwerver voor de Heer. In Granada bracht hij de barmhartigheid terug en het voor beeld dat hij stelde, is niet zonder uitwer king gebleven. Driehonderd jaar na zijn dood stichtte een Duits koopman de con gregatie van de Barmhartige Brüder, waar uit de bij ons bekende Broeders van Sint Joan de Deo zijn voortgekomen, nadat de Kulturkampf enkelen van hen over de gren zen gejaagd had. Officieel is Sint Joan de Deo geen ordestichter; zijn geest was het wel, die zin gaf aan het leven dergenen, die eerst in Duitsland en later in ons land de barmhartigheid in hun vaan schreven. Rond het feest van Sint Joan de Deo is het goed even naar zijn geestelijke zonen te kijken, die anno 1958 zijn idealen trach ten te realiseren in permanente zorg voor de zieken. Zij hebben hun grote ziekenhui zen in Den Bosch, in Haarlem en Utrecht; zij verplegen aan huis de zieken in Amster dam, zij hebben hun provinciaalhuis in Hel- voirt en - last not least! - zij hebben sinds een week in hun vroegere sanatorium Kalorama te Beek/Nijmegen de zorg op zich genomen voor de meest beklagenswaar- digen onder hen, die uit Indonesië ver jaagd zijn de chronische zieken. Een zwa re opgave, deze verpleging, maar een op gave naar het hart van deze broeders en... van hun heilige schutspatroon en voor beeld. Zij willen naar Afrika tenslotte, deze broeders, omdat zij verstaan hebben wat de Paus in zijn jongste missie-encycliek over dat werelddeel gezegd heeft. En ze zoeken naar jonge, apostolische kerels, die hun rijen komen versterken. Voor hen wordt in september een vormingshuis geopend in Beek/Nijmegen. Daar zullen jongens vanaf veertien jaar getraind worden op de veel zijdige arbeid, die hem later wacht in welke functie dan ook, als broeder van Sint Jan de Deo. Op een zonnige morgen verliet Olleke het huisje van zijn ouders aan de rand van het bos en liep het pad af, dat hem in het woud voerde. De kleine jongen was ver drietig. Hij keek naar rechts, waar het ge gons van zaagmachines klonk en waar de woudreuzen vielen, want het bos werd ge kapt. Het grootste deel was al vlak en steeds verder drongen de houthakkers op. Snel verdween de jongen tussen de bo men op zoek naar zijn vriendjes, de bewo ners van het bos. Lang behoefde hij niet te zoeken, want het bos was nog maar heel klein en het zou zeker niet lang meer duren of er was helemaal niets meer van over. In het kleine stukje bos, dat nog over was, krioelde het van de dieren, die vroeger al len het uitgestrekte woud bewoonden. Ze hadden allemaal erg veel haast en natuur lijk wilde de kleine jongen weten wat er aan de hand was. De Vos wist het hem te vertellen. Er zou een grote vergadering worden gehou den, waarop besproken zou worden wat er gedaan moest worden, want over een paar weken zou het hele bos verdwenen zijn en dan moesten de dieren toch verhuizen. Ook Olleke. Ook Olleke ging naar de vergadering, waar hij met gejuich werd ontvangen. De oudste uil opende de vergadering en stelde de vraag of iemand ook een plan had wat er moest gebeuren. Alle dieren zwegen, nie mand wist een oplossing. Toen nam Olleke het woord. Hij vertelde, dat ook het kleine huisje van zijn ouders aan de bosrand moest verdwijnen, nu het bos gekapt werd en er allemaal nieuwe hoge huizen zouden worden gebouwd. Vol gende week ging hij met zijn ouders ver huizen. Veel dieren sprongen de tranen in de ogen, want ze begrepen, dat ze nu hun grote vriend Olleke, waarmee ze zoveel avonturen hadden beleefd en die zoveel voor hen gedaan had, voorgoed zouden moeten missen. Moest dit dan het einde zijn? Maar Olleke vertelde verder. Zijn ouders wilden weer buiten wonen in een huisje aan de rand van een bos en daar was hij blij om. Natuurlijk wilde hij ook niet graag zijn oude vriendjes missen en daarom stel de hij voor, dat ze allemaal zouden ver huizen naar dat andere bos, waarbij hij kwam te wonen. Allemaal vóór. Dat vonden ze allemaal een geweldig goed idee en ze juichten dat horen en zien verging. De schildpad wilde van Olleke weten waar dat bos lag, want wanneer het te ver zou zijn, kom hij er moeilijk komen. Een paar dagen geleden was Olleke er met zijn moeder geweest, want moeder had de maat moeten nemen voor de gordijntjes en zo wist de kleine jongen precies te vertellen waar het bos lag en hoe je er heen moest, Gelukkig bleek het niet zo ver weg te zijn. Er werd gestemd over het plan en de uil telde de opgestoken pootjes en stelde vast, dat alle bosbewoners wilden gaan verhui zen naar het andere bos, waar Olleke kwam te wonen. Wat was de kleine jongen blij, dat hij al zijn vriendjes bij zich zou houden. Maar ook de bosbewoners waren verschrikkelijk blij met deze oplossing en weer barstte er een luid gejuich los. De houthakkers in het bos hoorden dat wilde geluid voor de tweede keer en ze begrepen niet wat dat te betekenen had. Nieuwsgierig, wilden ze daar wel eens meer van weten en ze gingen op onderzoek uit. Het geluid wees hun de weg. Omsingeld! Stomverbaasd keken ze van tussen de struiken toe. Dat was een schouwspel, zo als ze nog nooit in hun leven hadden ge zien. Al die bosbewoners bij elkaar in ver gadering en in het midden een groep ka bouters en elfjes. Hoe was het mogelijk! Ze hadden altijd gedacht dat dat alleen maar in sprookjes bestond. En kijk eens, tussen hen in zat een kleine jongen. Neen, maar dat was wat! Voorzichtig kwamen ze van tussen de struiken tevoorschijn en liepen op de kring toe. De kraai zag ze het eerst en riep „De houthakkers!" Iedereen wilde vluchten, maar ze zagen dat ze omsingeld waren. Rondom stonden de mannen. Olleke sprong op en wilde zijn vriendjes verdedigen. „Laat maar Olleke", klonk ineens een lieve, zachte stem. Het was een stralende fee en zij zwaaide haar toverstaf. „Tot ziens in ons nieuwe bos!" riep ze en sprak een toverspreuk. Wat er toen gebeurde, sloeg iedereen, zelfs Olleke, met stomme verba zing. Een zacht geruis klonk en ineens wa ren alle dieren, elfjes en de fee verdwenen en er was niets meer dan de bomen, de struiken en de stilte. De houthakkers kwamen op Olleke toe, want ze wilden van dat jongetje wel eens iets meer horen over deze wonderlijke ge schiedenis. Maar Olleke wachtte niet op hen. Zo hard zijn beentjes hem konden dra gen verdween hij tussen de bomen en rende naar huis. Nu zijn vriendjes er niet meer waren, wilde hij niet meer in het bos ko men. De houthakkers hadden het nakijken en hoofdschuddend gingen ze weer aan het werk. Ze dachten, dat ze gedroomd hadden. Op weg. Geen enkele dag ging Olleke meer naar het bos. Trouwens, er werd hard gewerkt aan de verhuizing en de kleine jongen hielp dapper mee, want hoe eerder er verhuisd werd hoe sneller hij weer bij zijn vriendjes zou zijn, dat begreep hij wel. Eindelijk kwam de grote dag dat er een vrachtauto kwam, die Olleke en zijn va der en moeder met al hun spulletjes over bracht naar het nieuwe huisje, dat daar met zijn vrolijke kleuren stralend in de zon lag, aan de rand van een groot bos. Toen de auto was uitgeladen en de verhuizers wa ren vertrokken, gingen vader, moeder en Olleke aan de slag om het huisje zo snel mogelijk in orde te brengen. Maar wat gebeurde er? De deur ging open en daar kwam de fee binnen met haar elfjes, gevolgd door de kabouters. Voor de ramen juichten en dansten de dieren en zwaaiden. „Welkom hier!" sprak de bos- koningin. „Wij zullen u eens vlug gaan hel pen!" Voordat vader en moeder van hun verbazing waren bekomen, renden de ka boutertjes al door het huis en iedereen hielp mee om het huisje gezellig in te richten. Vader en moeder behoefden niets te doen en binnen een uurtje zaten ze al gezellig in hun stoelen en was Olleke weer buiten in het bos om samen met zijn vriendjes het nieuwe terrein te gaan verkennen. (Nadruk verboden) Wetenswaardigheden. MET DE ROBOT? meen niet, dat een robot het produkt van de laatste tijd is. Reeds in de oud heid kende men automaten en mecha nisch speelgoed. reeds Perzische en Arabische hand schriften gewagen van gouden en zil veren bomen, waarin vogels huisden, die kweelden en kwetterden en met de vleugels wiekten. Alles volautomatisch natuurlijk! in de 13de eeuw moet er een zekere Albert Magnus geleefd hebben, die uit metaal, glas, leer en was een „huis knecht" schiep, die de deur opende en met het bezoek een gesprek voerde als ware hij een echt mens. Iets dergelijks construeerde Roger Bacon, wiens ijze ren mens grote bekendheid verwierf. de oudste nog overgebleven automazt uit de middeleeuwen is het uurwerk van de kathedraal te Straatsburg, dat bij elke klokslag een haan en 12 apos telen laat verschijnen en het dier met de vleugels laat klapperen, terwijl het driemaal kraait. voorts is nog een poppenhuis bekend uit het jaar 1558 dat zich thans te Upsala in Zweden bevindt en het oud ste stuk mechanisch speelgoed zou zijn. het geniale wonder Leonardo da Vinei constateerde eens een automatische leeuw, die tijdens de intocht van de Franse koning Lodewijk XII hem tege moet trad en met veel plichtplegingen de nodige eer bewees. van later tijd, maar daaróm niet min der sensationeel was de automatische eend van Vaucanson. Dit dier moet in zijn gedragingen uitermate natuurge trouw zijn geweest. Het liep waggelend rond, zwom in het water heen en weer, snaterde, at en dronk, stak de snavel omhoog en maakte bij het slikken vol komen natuurlijke bewegingen met de nek. Vaucanson liet bij zijn dood in 1782 de wondereend met tal van andere „kunstvoorwerpen" na aan de gemalin van Lodewijk XVI, Marie Antoinette, maar tijdens de Franse revolutie ver zeilde het dier in Duitsland waar Goethe het in 1805 weer zijn opwach ting liet maken. De kunsteend bleek echter zijn beste tijd gehad te hebby; de slijtage ging een woordje meespre ken en na een ruim honderdjarig be staan gaf zij de geest (Nadruk verboden) JrwooMO TWEE IS VOORDELIGER DAN ttN Nu extra voordeel dank zij de Europese VéGé Unie. Er zijnook VéGé-winkels in België, Frank rijk, Duitsland, -Saargebied, Luxemburg, Zwitserland. )j-uwwinnru~Ln.rinr-ri*-i-i_P r.Vi—ri" i~v - 11 i Eon MODIEUZE COLLECTIE, dl* opvalt door hoor rijko vorscholdonholdvooriedorolooftijd n_nxj¥urirrru-iftrtfurrr«->j~iyiiyrri-i*«-i,i'iy*i*r*ii"'** *-e

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 2