DE TRAGEDIE van INDONESIË
herboren Duits nationalisme
IwljLs acjleeh
Waalwijkse en LangstraatseCourant
W. TIMMERMANS ZONEN
VOOR IEDERE BEURS
'n van MAAREN'S
Assurantiën
op elk gebied.
DINSDAG 8 APRIL 1958
l1 itgever:
Waal wij kse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
uit blad verschijnt 2 x per week
81e JAARGANG No. 28
22 cent per week
per kwartaal 2.85
f 3.10 franco p.p.
Advertentieprijs:
10 cent per mm.
Abonnement:
speciaal tarief
Contract-advertenties:
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8
OPGERICHT 1878
TEL.-ADRES: „ECHO"
Ondoorgrondelijk is altijd op
nieuw de paradox van het leven.
De Russen verklaren plechtig,
dat zij eenziidig hebben besloten
de proeven met kernwapenen
niet voort te zetten. „Hoe edel
aardig roept de eenvoudige
mens uit, die maar één verlan
gen koestert dat de wereldcata
strofe uitblijft, welke hem en ons
allen het leven zal kosten. „On
baatzuchtig, met voorbijzien van
eigen belangen aanvaardt de Rus
de wereldvrede en wil hij de ver
nietiging verbannen, die ons be
dreigt", zo redeneren sommigen.
Was de politiek der grote mo-
endheden geen duivels spel ge
leven dóór alle veranderingen
heen, die er na de wereldoorlogen
op aarde hebben plaats gehad,
dan zouden wij met gelukzalige
ogen de aanstaande top-confe-
rentie tegemoet kunnen zien en
de vrede nabij kunnen vermoe
den, wiens kansen in werkelijk
heid steeds verder terug worden
geduwd.
De mensen vergeten één ding
in hun pacifistische dagdrome
rijen dat het op topconferenties
en in vergaderingen der Vere
nigde Naties niet de mensheid
is, zoals die verdeeld over enkele
grote en veel kleine landen zich
aan ons vertoont, welke ons al
ler toekomst bepaalt, maar dat
het de grote mogendheden zijn,
die daar de lakens uitdelen.
De grote mogendheden, dat
zijn de grote groepsbelangen, dat
zijn het geld en de energiebron
nen en de wapenen.
De internationale broederschap
mist en basis, zolang de oude
politiek der negentiende eeuw
onder nieuwe vormen en nieuwe
benamingen wordt voortgezet.
Of men annexatie en onderdruk
king van vreemde volken nu „ko
lonialisme" of „bevrijding" wil
noemen, het is slechts 'n naam-
verschil, miaar de werkelijkheid
onder beide etiketten is „sla
vernij".
Onder het „verfoeilijk" Neder
lands kolonialisme verkeerden
de volken van de Indische archi
pel in een toestand van welvaart,
van vrede, van rust, en was het
leven er gelukkig. De Indonesi
sche landen ontwikkelden zich
geleidelijk naar een staat van
autonomie. Nu is „de bevrijding"
gekomen er er is hongersnood
ontstaan en burgertwist. En ten
slotte is „de bevrijder" op zijn
eigen broeders gaan schieten en
bereidt hij zijn volk voor op de
Russische knoet.
o
De nieuwe Czaar aller Russen,
Kroestsjef, verschijnt als vredes
engel op de troon. Tegelijkertijd
is zijn eerste daad een daad van
belligerentie. Hij stelt zijn man
nen en zijn wapenen ter beschik
king om de mensen uit te moor
den, die zich verzetten tegen Soe-
karno's dictatuur.
Het nobele gebaar van de Rus
sen de atoomproeven te staken,
is zonder risico. Langzaam maar
zeker breidt de Sovjet-macht
zich uit, verwerft zij zich al meer
steunpunten op het wereldtoneel.
Snel en zeker verliest het westen
terrein. De verovering van de
satellietstaat Indonesië bezorgt
haar een sleutelpositie in Azië.
En wat doet de westelijke mo
gendheid, Amerika, dat de gelijk
waardige van Rusland is Aar
zelen en falen
Wij willen over de zogenaam
de rebel lenregering op Sumatra
ons eindoordeel nog opschorten.
Maar het staat nu wel reeds vast,
dat het fatsoenlijker lieden zijn
dan de mensen in Djakarta. Niet
de huidige centrale regering,
maar de tegenregering levert
waarborgen voor een solide po
litiek, die voor het westen aan
vaardbaar is.
Van Djakarta hebben wij al
leen maar daden van terreur,
molestatie en roverij te verwach
ten. Maar uit het Sumatraanse
kamp klinkt een kreet om hulp.
Wat zullen wij, Nederlanders,
van Djakarta verder ondervin
den De uittocht van onze land
genoten, die beroofd van alles
wat ze in hun leven hebben op
gebouwd, naar het verre vader
land moeten vluchten, gaat nog
altijd door. En middelerwijl zijn
de machthebbers op Java bezig
een nieuwe reeks van confisca
tie-maatregelen voor te bereiden.
Als wij de toestand van ellen
de in ogenschouw nemen, waar
in de Indonesische volken ver
keren, dan klaagt ons geweten
ons aan. Er is geroepen: „Wij
hebben schuld aan Indonesië".
Dit is juist: wij hebben deze on
vergeeflijke schuld aan Indië
dat wij het hebben losgelaten.
Dat wij een volk, dat in vrijheid
zich naar een gelukkige en zelf
standige toekomst ontwikkelde,
hebben overgeleverd aan een
tyran.
Het ziet er somber uit voor die
machten in Indonesië, die gedre
ven worden door rede en mense
lijkheid.
o
De lezer begrijpt, dat de bo
venstaande regels zijn geschre
ven onder de verpletterende in
druk van de nederlaag, die de
Sumatranen bezig zijn te lijden.
Maar wij zijn er niet van over
tuigd, dat het slagzwaard van
Soekarno in laatste aanleg over
het lot van Indonesië zal beslis
sen. De geschiedenis der mens
heid bestaat uit een reeks van
onderdrukkingen. Maar nooit
kan een onderdrukking bestendig
zijn. De vrijheid is altijd weer 't
eindpunt der menselijke beproe
ving.
Ziet andere buitengewesten
(Celebes) steunen de Sumatraan
se rebellen al. Het is niet de wil
der Indonesische volken, met hun
religieuze inslag, een communis
tische dwangstaat te worden.
Men kan er zich nauwelijks
over verwonderen dat de terug
gang van de gunst der tijden naar
twee zijden zijn invloed uitoefent
op het tempo waarin de inter
nationale overeenkomsten tot
stand komen. Zodra de voordelen
van alle belanghebbende partijen
er dik boven op liggen, zal het
tot stand komen van overeen
komsten er door bevorderd wor
den.
Een voorbeeld kan worden ge
vonden in de Europese Economi
sche Gemeenschap, waar niet al
leen de druk van de overheersen
de economische positie van de
V. S. een rol speelde, maar ook
de daaruit volgende versterkte
militaire kracht van west-Euro
pa haar invloed zal hebben doen
gelden. Anderzijds worden de es
sentiële economische wrijfpun
ten in een tijd van depressie
scherper gesteld dan bij voor
spoed. Men kan immers moeilij
ker een veer laten.
Dit komt wek zeer duidelijk
naar voren in de onderhandelin
gen die er met tussenpozen wor
den gevoerd tussen ons land en
de Westduitse bondsrepubliek.
Bij deze besprekingen, die alle
hanaende kwesties tussen beide
landen moeten oplossen, springt
een drietal punten scherp naar
voren. In de eerste plaats gaat 't
over de haven Delfzijl, die een
goede verbinding met de Noord
zee moet hebben, vervolgens zijn
er moeilijkheden gerezen over
de Rijnvaart en tenslotte wensen
industriële ontwikkeling heeft
er een dusdanig tempo, dat wij
het noorden moeten ontsluiten,
willen wij de trek naar het wes
ten tot stilstand brengen. Zij we
ten ook dat de versnelde ont
wikkeling van Oldenburg af
hangt of af kan hangen van de
voorspoedige ontwikkeling van
Delfziil en daarom opponeren zij
tegen beter weten in.
Als Europa één moet
worden
Nederland kampt met
de Duitsers de grenscorrecties
rond Elten en Tuddern weer on
gedaan te maken. De bedoelde
onderhandelingen slepen zich nu
al meer dan een jaar moeizaam
voort en het is zeer te betreuren
dat zij nog niet tot een resultaat
hebben geleid.
Dubbele vrees.
Het belangrijkste is wel de
kwestie Delfzijl en onze plannen
tot drooglegging van de Dollard.
Gaan wij tot inpoldering van) de
Dollard over, dan vrezen onze
oosterburen dat de vaargeul
naar de haven van Einden zal
dat Delfzijl zich tot een haven
verzanden. Laten de Duitsers toe
van de eerste rang ontwikkelt,
dan vreest men niet alleen con
currentie voor Emden, maar ook
voor Hamburg en Bremen.
Beide tegenargumenten dragen
een geforceerd karakter en zijn
bij nuchtere beschouwing nau
welijks houdbaar. Evenals wij
weten de Duitsers dat een droog
legging van de Dollard en een
economische verheffing van
Delfzijl aan onze noordelijke
provincies zeer ten goede zullen
komen. Zelfs kunnen wij stellen
dat een evenwichtige economi
sche structuur van Nederland
ten dele afhangt van de wijze
waarop Delfziil aan Groningen,
Friesland en Drente een góede
uitweg naar zee kan bieden.
Het westelijk deel van ons land
zit volgepropt met mensen en de
In dit verband is het zinvol
bij deze kwestie de eenwording
van Europa te betrekken. Wij
hebben ons een voorstander van
die eenheid verklaard, hoewel
aanvankelijk de Diutsers daar
belang bij zullen hebben dan wij.
Wil deze Europese gemeenschap
een succes worden, dan zullen de
Duitsers blijk moeten geven van
hun goede wil en niet een poging
moeten wagen tot touwtrekken
om een haven en achterland of
voorland, dat hun bij ontplooi
ing zelf uitnemende diensten zal
kunnen bewijzen. De E.E.G. gaat
uit van een vervaging van de
grenzen tussen de landen en zon
der verdere argumentatie is het
duidelijk dat een economisch
sterk Nederland ook de Duitse
industrie geen windeieren zal
leggen.
Duitsland mag er nu prat op
gaan dat het van Nederland de
beste klant is, o.m. van land-
bouwprodukten, al het water
van de Dollard kan het feit niet
afwassen dat ook west-Duitsland
zonder hef bestaan van Neder
land als leverancier van tuin
bouw- en andere produkten met
de handen in het haar zou zitten.
Ook heeft west-Duitsland met de
voortdurende dreiging van de
Russen er het grootste belang bij
dat zijn kleine westerbuur haar
vriendelijk gezind is. En wij heb
ben toch zeker reden met hét oog
op 't verleden om minder) vrien
delijk te zijn
Verboden vaart.
Nauw met de Delfzijl- en Dol-
lardkwestie verbonden zijn de
vraagstukken rondom dé Rijn
vaart. Ook deze geesten zijn door
de Duitsers uit het niet opgeroe
pen.
weest die zich toen met alle
kracht op de Rijnvaart geworpen
hebben. Daarvan hebben onze
schippers profijt getrokken en de
verovering van dit terrein heeft
ook aan onze scheepswerven
werk en gewin gebracht. Maar
ook de Duitsers hebben van de
ze ontwikkeling geprofiteerd.
Het spreekt vanzelf dat de
Duitse binnenschippers, die nu
ook weer komen opzetten, deze
ontwikkeling met lede ogen ge
zien hebben. Blijkbaar zijn zij
echter niet in staat om met hulp
van de vrije concurrentie de Ne
derlanders van de Rijn te ver
drijven en daarom roepen zij hun
regering te hulp.
Verdragen waardeloos.
Wij hopen te hebben aange
toond dat deze aantasting van
't verdrag van Mannheim jievens
een inbreuk betekent op de ge
dachte van het Verenigd Euro
pa. "Wanneer de Duitsers naar
believen verdragen, die zij zelf
hebben ondertekend, naast zich
neer menen te kunnen leggen,
danheeft het geen zin met hen
enig verdrag te maken en dan
weten wij ook wat ons met het
verdrag van de Europese Econo
mische Gemeenschap te wachten
staat.
Niet voor het eerst rijst hier
de gedachte dat dit verdrag al
leen schijnt opgesteld om aan de
grote staten voordelen te bezor
gen boven de kleine partners.
Zo niet, dan moet men beginnen
zich te houden aan de afspraken
die er al zijn.
Tenslotte weten wij met Elten
en Tuddern niet waar wij aan
toe zijn. Wachten de Duitsers er
soms op tot wij deze gebieden er
economisch bovenop hebben ge
bracht om ze dan ween op te ei
sen? Begrijpen de beide betrok
ken regeringen niet dat men die
gebieden schaadt zolang ze niet
weten waartoe ze definitief be
horen?
Meer last dan voordeel.
Alhoewel Elten en Tuddern
uit economisch en praktisch oog
punt mogelijk beter bij Neder
land kunnen behoren, mogen wij
niet eisen dat ze Nederlands blij-
W A A L W IJ K
1
Over de Rijnvaart bestaat n.l.
sinds 1868 een herziene Rijn-
vaartacte van Mannheim. Hierin
wordt bepaald dat er een volko
men vrijheid van scheepvaart op
de Rijn bestaat. Alle deelnemers
zoals de Fransen, Zwitsers en
Belgen genieten op deze rivier
een gelijke behandeling en er zal
non-discriminatie zijn bij de in-,
uit- en doorvoer van goederen.
Hiermee is het Europese karak
ter van de Rijn volkomen be
paald en als zodanig past die
Acte van Mannheim volkomen
in de Europese eenheidsge
dachte.
Nu is na de oorlog de Duitse
bondsregering begonnen roet in
het vrjje Rijnwater te werpen.
Zii stelde zich plotseling op het
standpunt dat zij gerechtigd is
het vervoer van goederen op de
Rijn door Nederlandse schepen
tussen Duitse havens onderling
aan beperkende bepalingen te
onderwerpen. De bedoeling is
duidelijk men wil de Nederlan
ders van het Duitse deel van de
Rijn verdrijven, althans hun
handelingsvrijheid aldaar aan
banden leggen.
Nederlanders veroverden de Rijn.
Men zal zich afvragen waar
om men juist Nederland als eer
ste slachtoffer van deze autarki
sche maatregel heeft uitgekozen.
Daarvoor moet men weten dat
de Duitsers bij het einde van de
oorjog praktisch geen binnen
schip meer bezaten en dat er een
schrijnend gebrek was aan gode
scheepsruimte voor de binnen
vaart op de Rijn voor de herbouw
van de Duitse industrie.
Het zijn de Nederlanders ge
ven. Dit zou kunnen als de be
woners met enthousiasme zou
den pleiten voor een blijven bij
Nederland. Dit geluid hebben wij
niet gehoord en dus' dreigen daar
Duitsers op Nederlands gebied
te blijven wonen.
Dat zal geen Nederlander wen
sen, want de historie leert ons
dat dergelijke gasten meer last
dan voordeel bezorgen. Laten wij
dan liever zorgen dat deze men
sen weer „heim ins Reich" kun
nen, hetzij met de grond die ze
bewonen, hetzij zonder. Want uit
de stroeve gang van zaken bij de
onderhandelingen blijkt reeds
dat men zich van het scheppen
van al te vriendschappelijke ver
houdingen met West-Duitsland
verre dient te houden.
Drs. H.
KONINGIN OVERWEEGT
BEZOEK AAN TURKIJE.
Bij zijn vertrek uit Istanboel,
waar hij het Nederlands Histo
risch en Archeologisch Instituut
heeft geopend, heeft prins Bern-
hard tegenover verslaggevers
ve-klaard, dat hij de hoop koes
terde, dat ook de Koningin in de
toekomst Turkije zou kunnen
bezoeken. In verband hiermede
vernemen wij adt deze uitlating
van prins Bernhard niet slechts
behoeft te worden gezien als een
door vragen van journalisten uit
gelokte vriendelijkheid tegenover
het land, waar hij enkele dagen
te gast was geweest. Inderdaad
is de mogelijkheid van een der
gelijke reis in de toekomst niet
uitgesloten.
Het paasfeest in zijn materiële
verschijningsvorm staat, zoals men
weet, geheel in het teken van de haas
en het ei. Voor een scher-p opmerker
is dit een min of meer vreemde com
binatie, die mij dan ook nimmer recht
duidelijk geworden is, omdat ik nooit
enige biologische oorzakelijkheid heb
vermogen te ontdekken tussen het ei
en de haas of zo men wil tussen de
haas en het ei. Ik zou dit probleem
evenwel gelaten hebben voor wat het
is - een folkloristische misvatting
- ware het niet, dat er zondagmor
gen j.l. op bescheiden wijze aan mijn
woning werd gebeld. Gewoonlijk geef
ik 's zondags geen gehoor aan een po
ging tot inbreuk op de intimiteit van
de huiselijke haard, maar omdat ik
iets liefs achter het zoemertje ver
moedde, opende ik vol verwachting
de deur.
Op de stoep waren drie al wat
oudere hazen bezig van eikaars rug
te klimmen, waarvan de bovenste
blijkbaar met zijn pootje de bel had
uitdrukking het hazenpad kiezen.
Wij kiezen dan ook geen eieren
voor ons geld, maar helmen, zoals het
leger. Goede helmen wel te verstaan,
die niet bij het eerste beste paasei
een deuk oplopen."
Hier pauseerde hij even om de fi
cus van nog een blad te ontdoen, zo
dat ik gelegenheid kreeg uiting te
geven aan mijn bewondering voor dit
bovenmenselijk inzicht
,,Aha! Dat is iets geheel nieuws,
waaraan nog niemand heeft gedacht.
Bravo! Uw bond wil dus een geheel
andere kant uit, als ik u goed be
grijp-"
„Eerst west, nu oost!", zei Piet
laconiek.
„Dat zal hier in Nederland niet
meevallen"merkte ik op.
„Larie!" was het krachtige ant
woord van de voorzitter van de R.K.
B.G.H. „Bij het leger kan alles,
neemt u dat van mij aan."
Ik kon dat niet ontkennen en con
cludeerde dus „Uw bond wil dus op
OPTICIEN VAN MAAREN
beroerd.
Hij was inderdaad de leider.
Niet alleen droeg hij in zijn knoops
gat een bescheiden onderscheiding
ten teken van belangrijke verdiensten
in het sociaal-culturele vlak, maar
ook maakte hij een fraaie buiging en
zei met wat omfloerste stem
„Ik zou u graag even gesproken
gehad willen hebben".
De beide anderen, die verlegen
met hun pootjes stonden te draaien,
knikten.
„Nou, een ogenblik dan", zei ik
nogal nors, want begin je eenmaal
met zo iets, dan heb je de volgende
week de hele artis aan de deur.
Hij volgde mij naar binnen, terwijl
zijn twee metgezellen zich op de
stoep begonnen te vermaken met
haasje-over.
In de huiskamer stelde hij zich
voor „Piet Konijn, voorzitter van de
r.k. Bond van Geüniformeerde Paas
hazen". Ten bewijze van zijn katho
liciteit legde hij een heel klein kerk
boekje op tafel.
„Dat zit wel goed", zei ik, „maar
Met een wanhopig gebaar strekte
hij zijn twee voorpootjes boven zijn
snuitje.
„Ik begrijp wat u zeggen wilt, mijn
naam hè! Och meneer, die berust op
een afschuwelijke aprilgrap van mijn
grootvader, waarover we maar beter
kunnen zwijgen." Hij zuchtte en
drukte met moeite een traan in zijn
hazenoog terug.
Ik begreep zijn verdriet en zei
daarom monter
„Kop op, Piet, en zeg eens wat je
graag geweten had willen hebben.
Kom, steek eens op en gooi het er
uit, we zitten hier als jongens onder
elkaar."
„Ik rook niet", glimlachte hij
kleintjes, maar wel graag wat groens
als het kan."
Ik zette hem de ficus voor en zei:
„Ga je gang, Piet, d'r is genoeg.
Achter je staat nog een klimplant met
een wat malser blad."
„Nee, het is best zo", zei de voor
zitter en stak al knabbelende van wal.
„De zaak is deze, dat de bond, onze
r.k. bond, met kracht streeft naar de
rechtzetting van de algemeen heer
sende opvatting, dat er enig biolo
gisch verband zou bestaan tussen ons,
paashazen, en het ei en andersom.
Door deze misvatting komt niet al
leen het gehele onderwijsbestel op
losse schroeven te staan, maar krijgt
ook het vrome volk een volkomen
verkeerd inzicht in het levensbe
schouwelijke karakter van de haas.
Wij geloven namelijk niet in het ei
en het ei wellicht niet in ons, maar
dat zal ons een zorg zijn. De haas
stamt uit het leger en is derhalve toe
gerust met een bij uitstek militant
karakter, dat men terugvindt in de
grond van de geaardheid van zijn le
den, het tot nu toe gebruikelijke sym
bool van de paashaas, het ei, ruilen
voor de helm?"
„Voor de goede helm, inderdaad,
en wel op grond van de feiten, dat
primo: er geen enkele relatie bestaat
tussen haas en ei, en secundo dat
het ei niet meer past in het heden
daagse militante beeld der christelijke
beschaving. Beter één helm op het
hoofd 'dan tien paaseieren in de
hand!'
Tussen deze haze praat was geen
speld te krijgen en daarom vroeg ik
„En hoe stelt de bond zich voor
deze actie te voeren?"
„Langs de weg der geleidelijk
heid", zei Piet slim. „Voorlopig la
ten we het ei met Pasen bestaan on
der het motto: „een goede helm is
het ei van Columbus"Met mede
werking van de H.H. Bakkers stellen
we ons voor deze actie te onderstre
pen met het verstrekken van chocola
de-helmen."
„En als het leger die dan opkoopt
in de veronderstelling
„Onze bond zal tevens avondcur
sussen geven aan inkopers van leger-
goederen, waarbij o.m. het verschil
tussen stalen en chocolade-helmen
uitvoerig zal worden behandeld."
Ik stond op, reikte hem de hand,
die hij voorzichtig in zijn pootje nam,
en zei „Piet, ik geloof dat dit een
belangrijke bijdrage is tot de verbrei
ding van de christelijke militaire
paasgedachte en tot een beter inzicht
in het wezen van de haas in het alge
meen en in dat van de paashaas in
het bijzonder. De pers staat achter je,
daar kun je donder op zeggen!"
„Mooi!", zei Piet en nam zijn
kerkboekje op.
Even later zag ik de drie al wat
oudere hazen stram voorbij mijn ven
ster marcheren, het kerkboekje stijf
onder het pootje geklemd en op hun
dansende ruggetjes helmen, waarop
een groot wit ei geschilderd was.
Ik keek ze na tot ze in het licht
van de paasmorgen verdwenen waren.
HANNIBAL.
AANWIJZINGEN TEGEN
BERKELSE ARTS.
Uit officie bron vernemen wij,
dat er steeds meer aanwijzingen
zijn gevonden, die het aanneme
lijk maken, dat de verdachte in
de mysterieuze vergiftigingszaak
in de Leeuwarder strafgevange
nis, de Berkelse arts OÓ inder
daad schuldig is aan moord op
zijn indegevangene, de 34-jarige
L. uit Gouda.
Uit het onderzoek is inmiddels
komen vast te staan, dat de cy
aankali, waarover dokter O. de
beschikking had, door een fami
lielid van dokter O. in België
werd verkregen. Met het oog 'op
het lopende recherchewerk kon
inzake de persoon, die 't vergif
in België verkreeg, nog geen na
dere mededeling worden gedaan.
HEI ZUIDEN
Dollard, vrije Rijnvaart, Elten en Tuddern in geding!
HL
DEN BOSCH TILBURG BREDA
VUGHTERSTRAAT 25 MARKT 32 NWE GINNEKENSTR. 23