Waalwijkse en Langsiraaise Courani
Gemeenteraad Waalwijk
BINNEN- EN BUITENLAND
Samenwerking noodzakelijk,
maar Brabants familiebedrijf loopt geen gevaar
PRISMA
een GOED HORLOGE
KAATSHEUVEL - TEL. 2002 Dr. van BEURDENSTRAAT 8
Samenwerking bedrijven en Euromarkt
JAARVERSLAG
LEDERINSTITUUT
T.N.O.
Twee ton voor bouw van 6-klassige
R.K. Meisjesschool in Besoijen.
STASSAR, WAALWIJK t.i. 3037
MAANDAG 14 JULI 1958.
Uitgever:
Waal wij kse Stoomdrukkerij
Antoon Tielen
Hoofdredacteur:
JAN TIELEN
Dit blad verschijnt 2 x per week
81e JAARGANG No. 56.
Abonnement:
22 cent per week
per kwartaal 2.8#
S 3.10 franco p.p.
Advertentieprijs:
10 cent per mm.
Contract-advertenties:
speciaal tarief
Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621
OPGERICHT 1878
TELEGR.-ADRES: „ECHO"
In onze vorige editie maakten
wij reeds melding van de te
Kaatsheuvel behouden forum
avond, die was georganiseerd
door de departementen van
Oost- en West-Brabant van dp
nederlandse maatschappij voor
nijverheid en handel en de kath.
werkgeversverenigingen in de
diocesen Den Bosch en Breda.
Het forum bestond uit prof. dr.
J. R. M. v. d. Brink, die tevens
forumleider was, mr. dr. B. J.
M. van Spaendonck, H. J. R. G.
Hartong, G. Diephuis en J. E. A.
M. van Dijck. Het onderwerp
van deze zeer druk bezochte fo
rumavond was: „Samenwerking
bedrijven en Euromarkt". Er
waren vele schriftelijke vragen
binnengekomen^ waarvan er
enige door de vragenstellers per
soonlijk werden toegelicht.
Dr. 'Huub van Doorne, van de
DAF, vroeg zich af of het klein
bedrijf in het kader van de Eu
romarkt voldoende kracht heeft
zich tegenover de concurrentie
van het groot-bedrijf te hand
haven. Is het niet zo, dat er
voor vele bedrijven niets anders
opzit dan samenwerking en fu
sie. Als het klein-bedrijf inder
daad in een groot afzetgebied
minder kansen heeft dan het
groot-bedrijf, dan valt voor het
groot-bedrijf de voedingsbodem
weg, een stelling die dr. van
Doorne illustreerde met het feit
dat tien van de grootste neder
landse bedrijven zijn voortge
komen uit 't klein-bedrijf. Ver
der vroeg hij zich af of de
nieuwe ontwikkeling geen be
dreiging betekende voor de ma-
milie n.v. Is. samenwerking van
bedrijven de enige oplossing of
kan hetzelfde door middel van
specialisatie worden bereikt en
moet men zich bij samenwer
king beperken tot 't eigen land,
aldus dr. van Doorne.
Drs. Verster zag in fusie de
verdringing van veel brabantse
middenstandsbedrijven. Hij had
meer vertrouwen in de concur
rentiestrijd en meende, dat de
fusiementaliteit niet de menta
liteit is, die de brabantse indus
trie nodig heeft. Te weinig aan
dacht wordt er z.i. besteed aan
de bedrijven, die niet door mid
del van fusie het bedrijfsoptium
willen verhogen. Ook was drs.
Verster van mening, dat er fis
caal tegemoet gekomen zou
moeten worden aan de bedrij
ven die zich sterk investeren.
Ten slotte sprak hij zich uit voor
een zolang mogelijke zelfstan
digheid van de familie n.v.
;Mr. dr. van Spaendonck on
derstreepte zijn visie op de nood
zaak van de Euromarkt met de
woorden van oud-minister Spaak
„Wie nu nog slaapt, wordt nooit
meer wakker". Samenwerking
is noodza~kelijk, maar er is een
zeer breed gamma van moge
lijkheden, waarin samenwer
king mogelijk is, aldus dr. van
Spaendonck. Van 'n eenvoudige
gentlemans-i-agreement; totde
fusie toe. Er is uiteraard geen
schlabone te geven op dit stuk,
omdat de samenwerking geheel
aangepast moest zijn aan de
verhoudingen in de betrokken
bedrijfstakken, en er behoeft
geen enkele tegenstelling te be
staan tussen de familie n.v. en
samenwerking. Ook specialisa
tie is van grote betekenis, maar
samenwerking is geen onmisba
re voorwaarde voor specialisa
tie, men zou de stelling eerder
kunnen omdraaien. Fusie is be
paald geen panacée, aldus dr. v
Spaendonck, en de enige oplos
sing is dan ook niet, dat we stre
ven naar de opheffing van de
zelfstandige (onjdernemingen.
Ook is samenwerking niet in al
le bedrijfstakken noodzakelijk.
Ook prof. v. d. Brink onder
streepte, dat alleen in bepaalde
gevallen tot fusie moet worden
overgegaan. Hij wilde de samen
werking niet alleen tot het eigen
land beperken, maar van een
internationale samenwerking
tussen de bedrijven mag men de
eerste tijd nog niet te veel ver
wachten wegens de monetaire
verschillen.
De door drs. Verster voorgc
stelde nogal (vérgaande fiscale
faciliteiten deed het forumlid
van D^ck opmerken, dat een
dergelijke tegemoetkoming de
schatkist jaarlijks enkele hon
derden miljoenen guldens zou
gaan kosten. En dit bedrag zal
toch ergens vandaan moeten,
hetseen prof. v. d. Brink de op
merking ontlokte, dat dat in dit
gevali misschien het groot-be
drijf zou zijn. Dr. v. Doorne
haakte hierop in door te zeggen,
dat het moot-bedrijf altijd het
sluitstuk is wanneer de fiscus
de schatkist weer eens wat moet
moet bijvullen. Hetzelfde zeg
gen de boeren van de boe
renstand en de huisvrouwen van
de consument, merkte prof. v.
d. Brink op. (Het is dus uitein
delijk wel zo, dat niemand aan
de fiscale druk ontkomt. Red.)
De heer Lips, directeur van
Lips' Scheepsschroevenfabriek
n.v. ging diep in op de psycho
logische aspecten van de sa
menwerking, die toch altijd een
prijsgeven van eigendom bete
kent. Is de ondernemer in be
paalde omstandigheden gehou
den derden tot de onderneming
toe te laten, eventueel tot fusie
over te gaan, zo vroeg de heer
Lips zich af.
Het forum kwam hierbij tot
de conclusie, dat de ondernemer
nimmer gehouden is de zelf
standigheid van de onderneming
prijs te geven. Getracht moet
worden het familie-belang
in harmonische overeenstem
ming te brengen met 't bedrijfs
belang. Prof. v. d. Brink was
van mening, dat dit uiterst be
langrijke aspect een nadere be
studering verdiende in de werk
geversorganisaties
Prof. Scheffer van de Til-
burgse Economische Hogeschool
en de heer Diephuis kruisten
tijdens deze forumavond de de-
gens_ in een wel wat al te des
kundig betoog over de waarde
bepaling van de fusie. De heer
Hartong tenslotte wijdde in het
kort aandacht aan de markt-
vraagstuken.
Samenwerking noodzakelijk
Samenvattend kwam het fo
rum tot de navolgende conclu
sies:
Samenwerking tussen bedrijven
is onder de nieuwe verhoudin
gen meer nog dan in het verle
den noodzakelijk.
Slechts in concrete gevallen kan
worden beoordeeld hoever deze
samenwerking in het belang der
betrokken onderneming moet
gaan.
Iedere vorm van samenwerking
betekent het prijsgeven van een
kleiner of groter deel van de
zelfstandige beslissingsbevoegd
heid van de ondernemer.
Indien de tijdelijke vormen van
samenwerking zover gaan, dat
diep in het leven van de onder
neming wordt ingegrepen, zo-
bij beindiging van de samenwer
king de onderneming, in econo
misch opzicht verminkt, haar
bestaan zo moeten voortzetten,
dient fusionnering ernstig te
worden overwogen met name in
de gevallen waarin alleen op de
ze wijze 'n belangrijke verlaging
van kostprijs op korte termijn
kan worden bereikt.
Het familie-karakter van vele
Brabantse bedrijven, heeft in 't
verleden een belangrijke drij
vende kracht gevormd bij de in
dustrialisatie van dit gewest.
Daarnaast zijn, in de moderne
verhoudingen, echter ook meer
en meer nadelen aan het licht
getreden. Het in de na-oorlogse
tijd noodzakelijke expansie-tem-
Eo kon, gegeven de bestaande
elasting-wetgeving in vele ge
vallen niet worden bijgehouden,
terwijl ook met de opvolging
naarmate het traditionalisme in
de industrie is verdwenen steeds
groter voorzichtigheid zal moe
ten worden betracht. „The right
man on the right place" zal in
de toekomst alle andere over
wegingen moeten domineren.
Het behoud van 'n sterke, voor
zijn taak berekende, industrie
ele middenstand is, zowel uit
economische als uit algemeen
maatschappelijke overwegingen
noodzakelijk. De overheidspo-
litiek dient dit feit meer te er
kennen dan tot nu toe het ge
val was. (Met name de belasting
wetgeving dient hierop te wor
den afgestemd.
Het familiebedrijf zal onder die
omstandigheden, met behoud
van zelfstandigheid, zijn positie
kunnen verstevigen, door:
a. welbewuste specialisatie,
waardoor bij relatief kleine om
vang toch een optimale kosten
structuur kan worden bereikt.
b. door, met behoud van zelf
standigheid de samenwerking
op daarvoor in aanmerking ko
mende gebieden met daarvoor
geschikte partners uit te brei
den.
In een aantal gevallen, zal het
voortbestaan van de onderne
ming als werkgemeenschap al
leen kunnen worden veilig ge
steld door bewuste bedrijfscon-
centratie in de vorm van fusion
nering.
Van een morele plicht tot prijs
geven der zelfstandigheid, we
gens de verantwoordlijkheid
van de ondernemer tegenover 't
bedrijf als werkgemeenschap zal
vrijwel nimmer kunnen worden
gesproken. Daarvoor zijn de
keuzemogelijkheden ten aanzien
van de te volgen bedrijfspoli-
tiek te groot. Wel zal naar een
harmonische bevordering van
familie-belang en bedrijfsbelang
moeten worden gestreefd.
In geval van fusionnering van
bedrijven, is voor de bepaling
van de inbrengwaarde van de
activa, resp. de omruilverhou-
ding der, aandelen de z.g. genor
maliseerde rentabiliteitswaarde
van groot gewicht. Daarnaast
kan echter de intrensieke waar
de als waarderings-element niet
worden ontbeerd, met name
omdat de ondernemings-conti-
nuiteit wordt verbroken. De ge-
fusionneerde bedrijven gaan na
melijk op in een, bedrijfs-eco-
nomisch nieuw ondernemings
geheel.
Het is ten zeerste gewenst, dat
de belastingwetgeving en prac-
tijk zodanig worden aangepast,
dat bedrijfs - economisch en
maatschappelijk gewenste fu
sies niet door onaanvaardbare
fiscale gevolgen worden belem
merd.
Teneinde de afzetmogelijkheden
die de Euromarkt biedt volledig
te benutten is in vele gevallen
meer of minder vergaande sa
menwerking tussen bedrijven
noodzakelijk.
Deze samenwerking kan ook
betrekking hebben op buiten
landse bedrijven. Het is gewénst
dat wordt onderzocht in hoe
verre de naamloze vennoot
schappen in juridisch opzicht 'n
benelux en eventueel een Euro-
status kan worden gegeven.
Indien internationale afspraken
worden gemaakt, waarbij de
verstrekking van export-credie-
ten aan bepaalde spelregels
wordt gebonden verdient dit
toejuiching.
De komende Euromarkt maakt
het tot dwingende eis, dat bij 't
bepalen der Nederlandse belas-
tingpolitiek welbewust wordt
rekening gehouden met de be
lastingwetgeving en belasting-
pracktijk in de partnerlanden.
In het dezer dagen verschenen
jaarverslag over 1957 van het Le
derinstituut T.N.O., wordt gecon
stateerd dat de omvang van het op
gedragen werk ook in dit jaar weer
is toegenomen, wanneer men die
met de omvang van dat werk in het
vorige jaar vergelijkt. Op zich zelf,
zo zegt het verslag, is dat natuurlijk
verheugend, maar bij een nadere
beschouwing constateert men te
vens, dat deze toeneming niet erg
groot is en bovendien dat de om
vang van dit opgedragen werk in de
eerste helft van het jaar duidelijk
groter is dan in de tweede helft.
Wanneer men dus de tweede helft
van 't jaar afzonderlijk bekijkt, dan
zou men zelfs van een lichte ach
teruitgang kunnen spreken. Deze
gang van zaken houdt dus wel de
waarschuwing in, dat men de ver
wachtingen over een verdere toene
ming in 1958 niet te hoog moet span
nen.
Verder memoreert het verslag de
vorming van een researchvereniging
voor de schoenindustrie. De nieuw
gevormde vereniging noemt zich
Vereniging voor Technische Rese-
arch en Informatie voor de Schoen
industrie en heeft, zoals reeds uit
de naam blijkt, tot doel zowel de
bevordering van de uitvoering van
onderzoekingen voor de schoenin
dustrie, alsook het geven van voor
lichting op technisch gebied voor
haar leden. De vereniging stelt zich
voor intensief met 't Lederinstituut
samen te werken.
Voor het Lederinstituut betekent
dit alles aan de de ene kant, dat de
steun welke het instituut voor het
uitvoeren van speurwerk voor de
schoenindustrie ontvangt, zal wor
den. verhoogd en dus aan de andere
kant, dat meer werk ten bate van
deze industrie zal kunnen worden
verricht. Dit laatste houdt tevens in,
dat het gemakkelijker zal worden de
bij de schoenbedrijven afzonderlijk
bestaande problemen op te lossen
en dus tevens, dat de afdeling, wel
ke dat werk verricht, in de toekomst
zal groeien.
Het bereiken van deze vorm van
samenwerking acht het instituut, zo
wel (gezien wat op dat gebied in 't
buitenland reeds bestaat) voor de
industrie als voor het instituut van
groot belang en het meent dan ook,
dat er alle reden is zich over deze
ontwikkeling te verheugen.
De uitbreiding van het werk voor
de schoenindustrie ondervindt, al
dus het verslag, op het ogenblik
nog enige vertraging door het be
staand gebrek aan ruimte in het in
stituut. De organisatie T.N.O. had
dan ook reeds de eerste voorberei
dingen getroffen om tot de bouw
van een uitbreiding van het insti
tuut te kunnen komen, voordat de
oprichting van de researchvereni
ging een feit was. De bouw van de
uitbreiding is nu wel een zeer ur
gente zaak geworden. (De aanbeste
ding heeft in mei j.l. plaats gehad,
Red.).
Intussen kon toch nu reeds een
zodanige versnelling van het werk
van het instituut worden georgani-
seerd, dat in 1957 een 3e mededeling
over het onderzoek van de in de
schoenindustrie gebruikte stikver-
bindingen kon verschijnen. j
Naast deze mededeling over het
onderzoek van de stikverbindingen
kwamen in 1957 nog vijf andere me- 1
dedelingen over verricht speurwerk
uit. Van deze publicatie trok vooral
die over „Het drogen van zoolleder" i
zeer de aandacht. Hierin worden de
resultaten medegedeeld van het on
derzoek naar de beste omstandig
heden (temp., rel.vochtigheid en
snelheid van de lucht), waarbij zool
leder kan worden gedroogd, en bij
vele fabrikanten bestond daarvoor
een grote belangstelling, omdat bij
het onderzoek was gebleken, dat
deze optimum omstandigheden een
droogtijd van niet meer dan twee
dagen mogelijk maakten. De toepas
sing van deze optimum omstandig
heden levert dus naast een zeer goe
de kleur bovendien nog een belang
rijke verkorting van de droogtijd op.
Ook bestond er in 1957 een inten
sieve samenwerking met het Direc
toraat Materieel Landmacht over de
voor dat Directoraat door de indus
trie te leveren schoenen.
Ook in de sector speurwerk in op
dracht en het advieswerk, viel in
1957 een grote bedrijvigheid te con
stateren. De bedrijven blijken deze
vorm van regelmatige samenwer
king met het instituut zeer op prijs
te stellen, gezien de wijze, waarop
aan de voor dat doel noodzakelijke
periodieke inzending van croupous
ter analysering wordt voldaan. Er
wordt naar gestreefd ook voor de
overlederbedrijven een dergelijke
regelmatige beoordeling met daaraan
verbonden advies te organiseren,
maar daarbij kan men slechts voor
een gedeelte van de overledersoor-
ten uitgaan van de gegevens, welke
bij de bestaande wijze van analyse
ren worden verkregen.
Over het keuringswerk kan wor
den gezegd, dat het herstel van de
omvang van dit werk, welke zich in
de laatste maanden van 1956 reeds
duidelijk demonstreerde, zich in '57
onveranderd heeft voortgezet.
Het totaal ingezonden monsters
bedroeg in 1957 920 tegen 857 in
1956.
Tenslotte kan nog over het „werk
in opdracht" worden medegedeeld,
dat de kosten daarvan ca. 20% van
het totaal budget uitmaken.
Na deze bespreking van het in
1957 verrichte „werk in opdracht"
dient men daarnaast direct het z.g.
„vrije speurwerk" te onderscheiden.
Hieronder wordt verstaan 't speur
werk, dat niet voor (een) bepaalde
opdrachtgever (s), maar ten bate van
de gehele industrie wordt verricht
en waarvan de kosten daarom ge
dragen worden door de subsidie,
welke voor dat doel door de Nijver
heidsorganisatie T.N.O. en door de
verschillende industrie-organisaties
wordt verstrekt. Deze naam „vrij
speurwerk" betekent zeker niet, dat
de onderwerpen waarop deze onder
zoekingen betrekking hebben, ge
heel willekeurig gekozen kunnen
worden, maar alleen, dat hiervoor
geen bepaalde opdrachtgever be
staat. De keuze van de in het kader
van dit vrije speurwerk uit te voe
ren onderzoekingen geschiedt aan
de hand van een voor dat doel be
staand werkplan, in laatste instantie
door het Bestuur en de Commissie
van Bijstand van 't instituut, waar
in zowel vertegenwoordigers van de
Onder voorzitterschap van burge
meester Teijssen kwam de raad der
gemeente Waalwijk donderdagavond
in tussentijdse openbare vergadering
bijeen. Spoedeisend was n.l. de be
slissing over het aangaan van een
geldlening van 200.000.met de
n.v. bank voor nederlandse gemeen
ten, aangeboden door bemiddeling
van de minister van O. K. en W. en
bestemd voor de bouw van een 6-
klassige r.k. meisjesschool in Be
soijen. Uiteraard ging de raad maar
al te graag met dit voorstel akkoord.
Verder waren enkele punten van
ondergeschikt belang aan de orde.
Het voorstel tot vaststelling van een
nieuwe legesverordening, deed dhr
Duyvelaar opmerken, dat hij 't niet
eens kon zijn met de in de concept
verordening gegeven definitie van
een maand. Een week, zo stelde de
concept-verordening, is een periode
van 7 achtereenvolgende dagen, een
maand een periode van 30 achter
eenvolgende dagen en een jaar een
periode van 12 maanden, waaruit,
aldus de heer Duyvelaar, zou vol
gen, dat een jaar een periode van
12 x 30 dagen zou zijn. De voorzit
ter zocht zich een spitsvondige uit
weg door op te merken, dat indien
een maand een periode van 30 ach
tereenvolgende dagen is, hieronder
ook een periode van 31, 29 en 28
dagen moet worden verstaan, waar
op de heer v. d. Hoven repliceerde,
dat een maand, zoals die in de con
cept-verordening wordt gedefinieerd
niet tegelijkertijd 30 en 31 dagen
kan zijn. De raad ging akkoord met
het voorstel van de voorzitter, dat
b. w. de verordening op dit punt
een duidelijker reactie zullen ge
ven.
Ten behoeve van de uitbreiding
der centrale verwarming in de r.k.
lagere meisjesschool in Waalwijk
centrum, besloot de raad tot het ver
lenen van medewerking ingevolge
art. 72 der l.o.-wet 1920.
In verband met het voorstel tot
beschikbaarstelling van een krediet
van 35.000.voor de aanschaffing
Van warm-water apparaten door 't
gasbedrijf, werden door enkele
raadsleden opmerkingen gemaakt.
De heer v. Leeven gaf in overwe
ging in alle nieuw te bouwen ge
meentewoningen de leidingen voor
de aansluiting van warm-water ap
paraten te leggen, zodat later door
de bewoners, die een dergelijk ap
paraat willen aanschaffen, geen ex
tra kosten gemaakt behoeven te
worden. De heer v. d. Hoven meen
de, dat in dien het particulier initia
tief de plaatsing van warm-water
apparaten niet ter hand neemt, dit
door de gemeente moet geschieden.
De heer Brouwer ging nog verder
met zijn suggestie om in alle door
de gemeente te bouwen woningen
een warm-water apparaat aan te
brengen. Naar aanleiding van deze
opmerkingen gaf de voorzitter een
korte uiteenzetting van de gang van
zaken, zoals die tot nu toe is ge
volgd. Iedereen, die in zijn woning
over een warm-water apparaat
wenst te beschikken, kon dit tot nu
toe van de gemeente betrekken, ui
teraard tegen een daarvoor vastge
steld tarief. Het is hierbij duidelijk,
dat de gemeente daarmee niet het
particulier bedrijf heeft willen be
concurreren. Voor de aanschaf van
deze warm-water apparaten in voor
raad heeft de gemeente in het af
gelopen begrotingsjaar een krediet
uitgetrokken, dat wel de goedkeu
ring van G.S. verkreeg, maar waar
tegen toch door G.S. bezwaren wer
den gemaakt, omdat zij een derge
lijke investering in 'n tijd van geld-
schaarste niet helemaal verantwoord
achtten. Dit krediet liep tot 31 dec.
1957 en de daarmee gevormde voor
raad is thans uitgeput, zodat nu
scherp de vraag aan de orde komt:
gemeentetaak of particulier initia
tief? Afgewacht zal moeten worden
welk standpunt G.S. momenteel in
nemen. Wordt het raadsbesluit tot
beschikbaarstelling van een krediet
ad 35.000.goedgekeurd, dan zal
de gemeente ook haar standpunt in
deze kunnen herzien en in de toe
komst wellicht kunnen overgaan tot
de plaatsing van warm-water appa
raten in door haar te bouwen wo
ningen. Momenteel is het zo, dat wel
de leidingen worden gelegd en ook
apparaten worden verstrekt, zolang
de voorraad strekt. De beslissing
van G.S. zal dus uitmaken of het
plaatsen van warm-water apparaten
in de toekomst al dan niet een lou
ter particuliere aangelegenheid
wordt. De raad ging met het voor
stel akkoord.
Goedgekeurd werden vervolgens
een voorstel tot ruiling van grond in
de buitenpolder van Besoijen en
wijzigingen van de begrotingen 1957
en 1958.
Over het voorstel tot het aangaan
van een transactie met betrekking
tot overdracht in eigendom en ver
krijging in eigendom van onroerend
goed, ging de raad geruime tijd tot
besloten zitting over. Besloten werd
i uiteindelijk, dat de beslissing over
dit voorstel tot de volgende verga
dering zal worden aangehouden,
t Hetzelfde besluit werd genomen ten
aanzien van het voorstel tot ont-
j trekking aan het openbaar verkeer
van een gedeelte der beide haven
kaden.
Nijverheidsorganisatié T.N.O. als
van de industrie zitting hebben.
Op het ogenblik zijn in het kader
van dit vrije speurwerk 11 verschil
lende onderwerpen in bewerking.
Belangrijk werk werd ook ver
richt in die categorie van werk,
welke „gratis voorlichting" wordt
genoemd. Uit de aan dit werk gege
ven naam kan men reeds vaststel
len, dat aan dit werk voor degene,
voor wie het wordt verricht, geen
kosten zijn verbonden en boven
dien, dat het hier voorlichting be
treft, m.a.w. de overbrenging van in
het instituut of literatuur reeds be
staande kennis, waarover dus zon
der verder onderzoek kan worden
beschikt.
Het is duidelijk, dat het bestaan
van de mogelijkheid om „gratis
voorlichting" te geven de samen
werking met de industrie sterk be
vordert en bij de ontwikkeling van
een goede samenwerking dan ook
beslist niet kan worden gemist.
OVEREENSTEMMING KLM-
VLIEGERS.
Aan de reeds sinds 1956 sle
pende salariskwestie tussen de
RLM-directie en de KLM-pilo-
ten is donderdagmiddag een ver
heugend einde gekomen. In een
vergadering tussen de bemidde
lingscommissie en de twee par
tijen werd besloten een tech
nische herziening tot stand te
brengen. De salarisverhogingen,
die per 1 juli 1958 van kracht
worden, blijven binnen de grens
die minister Suurhoff gesteld
heeft. In verband met de lange
duur van de onderhandelingen
zal een uitkering ineens worden
verstrekt.
Voor de KLM-vliegers zal
met terugwerkende kracht tot
1 juli jl. een technische sala
risherziening tot stand worden
gebracht. De hierin vervatte fi
nanciële verbetering blijft ech
ter binnen de door minister
Suurhoff gestelde grens van vijf
percent. Voorts zal in verband
met de lange duur der onder
handelingen over 1956 een uit
kering-ineens worden gegeven.
Dit betekent dat onder de onge
veer 600 KLM-vliegers naar
rato van hun salaris een be
drag van één miljoen 350 dui
zend gulden zal worden ver
deeld.
NA VOLTOOIING UNIVERSI
TAIRE STUDIE KRIJGEN DE
NOTARISSEN MEESTERTITEL
De Tweede Kamer heeft zich
donderdagmiddag unaniem ver
enigd met een voorstel van mi
nister Cals om met een soe
pele overgangsregeling een
verplichte universitaire oplei
ding in te voeren1 voor het nota
riaat. Deze studie (vijf jaar) die
verbonden zal worden aan de
juridische faculteit, zal beloond
worden met de meestertitel,
zonder dat de betrokkene overi
gens de bevoegdheid krijgt zich
in Nederland als, advocaat te la
ten inschrijven of benoemd kan
worden hij de rechterlijke
macht.
MARIA-CONGRES TE
NIJMEGEN.
Vrijdag begon de National^
Mariahulde ter gelegenheid van
de honderdste verjaardag van
de verschijningen in Lourdes.
In de Carmelkerk te Nijmegen
verrichtte Mgr. Mutsaerts, bis
schop van Den Bosch, om 8 uur
de officiële opening met 'n kor
te toespraak. Een koor van 120
personen luisterd deze openings
plechtigheid op begeleid door
orgel en door strijkers van het
Gelders Orkest. Tegelijkertijd
vond een voettocht plaats naar
het Congresterrein, waar de ver
volgde Kerk herdacht werd door
de geestelijke leider van Oost-
priesterhulo Nederland, pater
Stoffels S.J.
VERKORTING VAN
DIENSTTIJD.
De regering van België heeft
een meerderheid in de beide Ka
mers op haar programma.
Een der voornaamste punten
in de verkorting van de dienst
tijd van 15 op 12 maanden met
volledige voldoening aan de
plichten als Nato-partner.
En wij hebben nog steeds 16
maanden diensttijd en er kan
volgens minister Staf niets af,
willen wij aan onze algemene
verplichtingen voldoen.
Hoe is dat nu te rijmen. We
zijn heel benieuwd hoe dit expe-