14Jaa Lult Waalwijkse en LangstCourant België, Nederland, Luxemburg. Momenteel geëtaleerd speciale exclusieve TE AKMEU8ELEN DITVOORST-SCHRIJVERS Alleen geschoolde boeren kunnen voortpioegen. SCHOOLBOEKEN SCHOOLAKTIKELEN J. COOLS v/h W. SIKKERS MARKT 4 WAALWIJK VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1958 Uitgever: W aalwij kse Stoomdrukkerij Antoon Tielen hoofdredacteur: JAN TIELEN uit blad verschijnt 2 x per week 81e JAARGANG No. 61 22 cent per week per kwartaal 2.8a 3.10 franco p.p. Ad verten tiepry s 10 cent per mm. Abonnement: speciaal tarief Contract-advertenties: Bureaux GROTESTRAAT 205, WAALWIJK TEL. 2621 KAATSHEUVEL - TEL. 2002 - Dr. VAN BEURDENSTR. 8 OPGERICHT 1878 TEL.-ADRES: „ECHO' De historische grondslagen der drie Beneluxlander De 17 Nederlanden, lage landen aan de zeé, gelijk zij reeds vroeger genoemd werden, zijn, dank zij de stootkracht van de Bourgondische vorsten, tot een en dezelfde staat geworden. Door huwelijken, erfenis sen, maar ook door krijgsgeweld wis ten de vorsten van dit huis, in het bie- zonder de ook in ons land bekende Philips de Goede, deze landstreken te verkrijgen. En zij stelden zich op het standpunt, dat, mochten zulke landstreken door nog niet hun deel geworden gebieden worden geschei den, zij een soort natuurlijk recht hadden om ook deze gebieden te ver overen. In het zuiden vestigden de herto gen van Bourgondië hun macht. Brussel, de hoofdstad van het rij ke Brabant, werd hun bij uitstek weelderige residentie. De adel in het zuiden was rijk, reeds door groot grondbezit; uit deze zuidelijke delen ontstond de bij het begin van de 80- jarige oorlog zo bekende kring der ridders van het Gulden Vlies. In het noorden bloeide inmiddels de handel, gevolg van een schijnbaar, onbelangrijk feit: Willem Beukelsz. van Biervliet vond het haringkaken uit. Daardoor leidde de grote vis vangst. Voor dit haringkaken waren grote hoeveelheden zout nodig, die van elders moesten worden aange voerd. De schepen, die dit zout haal den gingen niet ledig naar die lan den; de schepen die de haring ex porteerden, keerden niet ledig terug. Zo werden de noordelijke Nederlan den, tezelfder tijd, dat Brugge, Gent, Luik en Brussel tot grote nijverheids steden groeiden, de vrachtschippers van Europa. De genoemde Belgische steden vie len aan verval ten prooi; daarvoor kwam Antwerpen in de plaats. De Nederlandse handelssteden aan de kusten der Zuiderzee gingen achter uit, maar Amsterdam nam hun plaats over. De oorzaak der tweedracht. Zo waren, toen Karei V de rege ring in handen nam en de eenheid zijner 17 Nederlanden bevestigde, Amsterdam en Antwerpen reeds con currenten. De 80-jarige oorlog bracht in 1585 de val van Antwerpen. Par ma, om geen weerwraak uit te lokken, stond de hervormde inwoners van Antwerpen toe om uit te trekken en deze vestigden zich in Amsterdam en vermeerderden de macht van deze reeds rijke handelsstad. De noordelijke Nederlanden kon den de Schelde sluiten en daarmede nam het verval van Antwerpen een aanvang. De economische politiek der zeven noordelijke gewesten bleek er tot 1795 op gericht om de Schelde gesloten te houden. Zelfs werd aan de in de 18e eeuw te Ostende geves tigde Indische Handelscompagnie geen toegang tot Nederlands-Indië verleend. Het aldus economisch be drukte Zuiden kwam na de Vrede van Munster onder Spaans-, ruim 'n eeuw later onder Oostenrijks beheer. Jozef II, de voortvarende zoon van keizerin Maria Theresia, bracht er vrijzinnige denkbeelden, die grote verdeeldheid zaaiden. Daardoor was het zuiden reeds vroeger open voor de Franse revolutionairen, die van waaruit in 1794 en 1795 hun veld tocht tegen het Oranje trouw geble ven noorden konden beginnen. Zo valt het niet te verwonderen, dat de hernieuwde 17 Nederlanden, op het congres te Wenen door Engeland en bondgenoten geschapen, reeds in 1830, zij het ook door een samenloop van politieke, economische en gods dienstige omstandigheden, moesten worden ontbonden. Eerst ruim een eeuw na die ontbinding zag België, gelijk Nederland, ten volle in wat Willem I, de koning-koopman, had betekend. Twisten en geschillen. Wie er de geschiedenis van België, dus de oorspronkelijke zuidelijke Ne derlanden na 1830 op na leest, vindt veel punten van vergelijking met Ne derland, Leopold I uit het huis Sak- sen-Coburg bleek een verstandig re gent, die van de samenwerking tus sen katholieken en liberalen tijdens de opstand van 1830 gebruik maakte om een zo duurzaam mogelijke rege- j ring van beide partijen te vestigen. Maar, ten dele als gevolg van de agrarische crisis in de veertiger ja ren, ten dele van onderlinge partij twisten, moest Leopold I toestaan, dat in 1846 de liberalen aan het be wind kwamen. Eerst Rogier, daarna De Brouckre hebben de wetgevende arbeid verricht, gelijk Thorbecke te onzent deed. De liberalen werden afgewisseld door de katholieken; buitenlandse in menging, eerst van Bismarck, daarna van Napeleon II, speelden een rol, die Nederland gelukkig gespaard is ge bleven. Maar in 1879, bijna gelijktijdig dus met Nederland, brak de schoolstrijd los, waarbij de katholieken de grote sommen, benodigd voor scholen met biezonder- en godsdienstig onderwijs, wisten bijeen te brengen. Later kwam de Vlaamse kwestie, een talengeschil in de politiek overgenomen, België tientallen jaren verontrusten, een splitsing, die in Nederland gelukkig onbekend is. Iets vroeger dan te onzent brak de strijd voor de uitbreiding van kies recht uit. Daarbij hadden bloedige botsingen plaats, waarbij zelfs door de burgerwacht op de demonstrerende massa's werd geschoten, zonder dat dit een afwijzend votum van de Ka mers kon verhinderen. En ook kende België, veel sterker dan Nederland, een legervraagstuk. Gevolg van het feit, dat in 1830, bij de splitsing van noorden en zuiden, door de grote Europese mogendheden de perma nente neutralitéit van België was vastgesteld. Ongekende rijkdom. Leopold I, voortreffelijk regeerder, kon niet verhinderen, dat een zware erfenis zijn zoon Leopold II ten deel viel. Eigenaardig is het vast te stel len, dat Leopold II zich minder voor binnenlandse politieke aangelegenhe den interesseerde en zijn aandacht wijdde aan aardrijkskundige vraag stukken, met name van Afrika. Zo werd hij, dank zij de grote on derzoekingstochten van Stanley, de stichter van de Congo-staat, waarover hij, zo lang hij leefde, een onbeperkt gezag uitoefende, nevens zijn Belgi sche koningschap. Zijn testament ver maakte de Congo aan België, dat zelfs toen - in 1909 - nog niet wist welke rijke schat het in de schoot Viel! Onderscheid was er in de econo mische politiek van de buurlanden in zoverre, dat België voortbouwde op de industriële grondslag, die koning Willem I daarvoor welbewust had gelegd en zijn landbouw uitbreidde en verbeterde, terwijl in Nederland aanvankelijk de landbouw en de han del overheerste en pas in latere tij den overigens redes lang vóór het be gin der 20e eeuw, industriële tenden- zen zich in gelijke mate deden gel- den. Dit kon in verband met Indië niet anders. Het kleine groothertogdom. Luxemburg, de derde Benelux- I staat heeft zich in zijn verleden, ge- lijk begrijpelijk is, meer op België dan op Nederland gericht. Luxem burg, hoewel deel uitmakend van de 17 Nederlanden, stond, gelijk Bel- i gië, afwisselend onder Spaanse, j Franse en Oostenrijkse heerschappij en erkende 't eerst de Franse revo- lutionairen. Woninginrichting Nieuwlandstraat 14 sinds 1878 TILBURG (van onze econ. medew.) Men is druk bezig onze landbouwpolitiek te herzien. Om in de sfeer van de landbouw te blijven zouden we kunnen zeggen, dat elke boer, die een opbrengst van zijn land wil hebben, dit eerst moet bewerken. Onder meer moet hij de grond omploegen om tot een oogst te geraken. Nu is er wel felle kritiek te horen en te le zen op minister Vondeling, omdat hij niet precies doet wat de boeren willen, maar als een paal boven water staat h'et feit, dat de landbouwpolitiek met de ploegmethoden uit het verleden tot verkeerde uitkomsten is gekomen. Het is dus niet zo vreemd, dat de minister als basis van een nieuw beleid de methoden waarmee het landbouw-bedrijfsterrein tot heden werd geploegd wil ombui gen tot iets nieuws. Minister Vondeling komt met twee nieuwe middelen. Hij heeft een voor ontwerp van wet voor vestigingseisen in de landbouw en publiceert tevens een structuurnota. Het voorontwerp voor de vestigingswet is naar de So ciaal Economische Raad gegaan om advies en de landbouwvakpers heeft gelegenheid om het ontworpen struc tuurbeleid te kritiseren. De nieuwe middelen ter sanering van de land bouw worden aan belanghebbenden getoond en ieder kan nu zijn mening daarover ten beste geven. In de toekomst wil de minister dat jonge boeren aan bepaalde eisen van vakbekwaamheid voldoen, voordat zij een eigen bedrijf mogen vestigen. Men grijpt hier voor de sanering naar hetzelfde middel, dat in de der tiger jaren voor de middenstand werd gehanteerd en waarmee men zekere resultaten heeft geboekt. Bepaalde kritiek wijst er op, dat de bevoegdhe den van de minister ten deze al spoe dig te ver kunnen gaan. Evenzeer als men aan een toekom stig middenstander bepaalde eisen kan stellen inzake kapitaalkracht, zou men van jonge boeren kunnen eisen, dat zij over een bedrijf van be paalde omvang moeten kunnen be schikken. Inderdaad ligt daar de kern van het vraagstuk. Men is er in land- bouwkringen wel van overtuigd, dat men bij de bestaande wanverhouding tussen produktie en consumptie tot een sanering moet komen, maar men is het er niet over eens of die bij de bedrijven moet worden gezocht, bij de ondernemers of bij beiden. Geen vrijheid meer. Het komt ons voor dat men het over het stellen van bepaalde scho lingseisen wel eens zal worden, waar mee dus de grondgedachte van vesti gingseisen wordt aanvaard. Men kan die eisen niet afwijzen door een be roep te doen op een inbreuk van de bestaande vrijheid. Er bestaat reeds lang geen vrijheid meer in landbouw en veeteelt. Jaar in jaar uit erkennen wij een systeem van garantieprijzen, die aan de boeren worden toegekend. In feite betekent dit, dat men de landbouw en veeteelt als onmisbaar voor de eco nomische structuur van ons land aan- vaardt. Wanneer de opbrengst van landbouw- en veeteeltproducten on- voldoende is om onze boeren een be staan te verzekeren, dan moet in het tekort uit andere bron worden bij gepast. Wanneer men in landbouwkringen deze gang van zaken als juist aan vaardt, dan impliceert dit tevens, dat men van de zijde der bijpassende ge- Het Wener congres herstelde het oude groothertogdom in zijn vroegere middeneeuwse grenzen en verenigde het in personele unie met het ko ninkrijk der 17 (later 7) Nederlan den. De scheuring van 1830 verdeel de Luxemburg in twee delen: het grootste vormt thans een provincie van België, het kleinste het groother togdom, gelijk wij het thans kennen. Aangezien Luxemburg was toegetre den tot de Duitse tolvereniging, heeft het tot aan het eind van Wereldoor log I deel van het Duitse handels- en poststelsel uitgemaakt. Een sterke Franse invloed deed zich van 1830 af gelden; de hogere klassen spraken Frans; de overige bevolking Duits, ten dele dialect. Tengevolge van de rijkdom van de Luxemburgse bodem aan ertsen heeft het industriële karakter in Luxem burg de overhand genomen, al is de landbouw er zeker niet onbelangrijk, omdat 1/3 van de bevolking daarin werkzaam is. Maar al kent Luxem burg een grote wijnoogst, naast land bouw en veeteelt is de winning en verwerking der ijzerertsen een over wegende bron van inkomsten en wel vaart. Vandaar, dat een Belgisch - Luxemburgse tol-unie, die als gevolg van de hergroepering van 1919 ont stond, bijkans vanzelfspregend was en Belgische en Luxemburgse franc van gelijke aard zijn. Voeg daarbij nog, dat België in zijn zuidelijk deel, waar het laagland plaats maakt voor het hoogland der Ardennen, duide lijk gelijkenis vertoont me^ Luxem burg, dat evenals België over beken de en druk bezochte toeristenoorden beschikt. VAN DER MAND ERE. (Nadruk verboden). meenschap ook gaat meediscussiëren over de bedrijfsvoering in de agra rische sector. Wordt de verhouding tussen kosten en opbrengst der agrari sche bedrijven scheef getrokken, dan gaat men zowel die kosten als de op brengst bezien. Waar ook in de buur landen en elders in de wereld de op brengst van landbouw- en zuivelpro- dukten dalende is, daar is het duide lijk dat men die geringere opbrengst op een bepaald moment als een gege ven moet aanvaarden. Er rest dan niets anders dan een streven naar produktievermindering gepaard aan een kritische beschouwing van de kostenfactor. Welke grootte per bedrijf? Vermindering van kosten eist een maximale vakkennis en wanneer men die stap voor stap bij de jonge ge neratie wil vergroten dan is daar niets tegen. Hun, die eenmaal gevestigd zijn wordt geen strobreed in de weg gelegd, waarmee een concessie aan het vrijheidsstreven wordt gedaan. Nu blijft de moeilijke vraag over of men ook eisen mag stellen inzake een minimum bedrijfsgrootte of aan gaande de optimale bedrijf sgrootte. Het eerste zou betekenen, dat men zekerheid heeft, dat bedrijven bene den een bepaalde omvang zekere kos- tennormen niet kunnen halen. Hier komt het structuurbeleid en de daar over gepubliceerde nota om de hoek kijken. Bij de bepaling van de opti male grootte gaat men nog verder. Daar gaat men uit van de wetenschap, dat de bedrijven zowel te klein kun- Eindelijk heeft de parochie St. Jan dan gekregen waaraan al zo lang be hoefte bestond een vorm van open jeugdwerk, waarin alle jeugdigen van de gehele parochie - en dat zijn er zo'n 1100 iets van hun gading zullen kunnen vinden. Tot nu toe kende men in deze parochie alleen maar de verkennerij en de gidsen, die tesamen ca. 175 leden tellen. Maar omdat niet iedere jongen en elk meisje iets voor deze vorm van jeugdbeiveging voelt, liep de rest eigenlijk min of meer met de ziel onder de arm. En het was dan ook wel begrijpelijk, dat vele jongens en meisjes geen raad wisten met hun vrije tijd en deze trachtten te vullen met wat langs de straat slenteren en andere aciviteiten, waaraan niemand enig plezier kon beleven. Dat was niet op de eerste plaats de schuld van de jeugd, want wat moet je als er niets voor je te beleven valt! De Stichting Jeugdbelangen wil trachten de gehele parochiële jeugd tot een goede en prettige vrijetijdsbe steding te brengen door tal van ont spanningsmogelijkheden te openen, en zoals u hebt kunnen lezen is de opzet niet kinderachtig. Men wil trachten om tot de werkelijke interes sen van de jeugd door te dringen door het houden van een enquête, waarbij de jeugd zelf kan zeggen waarvoor zij belangstelling heeft. Be langrijk is verder, dat deze hele be weging wordt gestut door ouders en ouderen, want per slot van rekening zijn zij 't die de jeugd kennen in haar interessen en behoeften, en niet één of ander in elkaar getimmerd be stuur, dat op grond van nogal vage hoedanigheden en eigenschappen wordt geacht in staat te zijn de jeugd voor iets warm te maken. Het is overigens wel duidelijk, dat deze hele prachtige opzet alleen kan slagen als zich voldoende leiders en leidsters beschikbaar stellen voor het op gang brengen van de diverse club jes. Hebben we de beschikking over deze mensen niet, dan zit die hele mooie Stichting Jeugdbelangen al di reet op haar nog prille achterste. En kele mensen hebben zich reeds spon taan opgegeven voor dit boeiende en ook dankbare werk. Maar zo is het eigenlijk altijd er zijn altijd wel enkele" mensen, die willen meehel pen om iets op poten te zetten. Het zijn die mensen, met wie je de prach tigste dingen zou kunnen organiseren als ze wat groter in aantal waren. En zo is het hier nu ook, er zijn enkele mensen, die de jeugd een heel warm hart toedragen, niet alleen met de mond, maar ook met de daad; men sen, die met hun genegenheid naar de jeugd toekomen en deze omzetten in een activiteit, die met geen geld te betalen is. Deze vraag is alleen maar zullen er voldoende van die mensen zijn om deze Stichting Jeugd belangen de start te geven die zij nodig heeft om te kunnen worden tot een van leven tintelende bewe ging. Ik wil helemaal niet pessimis tisch zijn, maar als ik zie hoe de ver kennerij en de gidsenbeweging in de parochie St. Jan kampt met een groot gebrek aan leiders en leidsters, waar door notabene vele aanmeldingen bij deze bewegingen niet meer konden worden aangenomen, dan rijst toch wel de vraag zullen we ten aanzien van de Stichting Jeugdbelangen met hetzelfde trieste verschijnsel worden geconfronteerd? We moeten er toch wel heel goed van doordrongen zijn, dat de jeugd alleen iets heeft aan mensen; aan mensen, die als oudere vrienden en vriendinnen met de jongens en meis jes kunnen optrekken, want hieraan heeft de jeugd wel de grootste be hoefte aan een warme, kameraad schappelijke genegenheid tussen zich zelf en de ouderen; aan een open ontmoeting tussen twee werelden, die vooral tegenwoordig elkaar zo vaak misverstaan. We kunnen barsten van het geld, zonder mensen beginnen we niets! HANNIBAL. brengselen der techniek op rationele wijze kan aanwenden. Maar een wet van Meden en Perzen is dit stellig niet. Programma en methode. Een eerste vereiste om die bedrijfs- grootte te kunnen bepalen is een juiste bepaling van het landbouwbe drijf. Gaat het hier alleen om land bouw of ook om veeteelt? Men treft een veelzijdige combinatie aan. Bovendien kan zelfs een leek wel tot de conclusie komen, dat het pro- duktie-programma en de -methode van het boerenbedrijf zich wijzigen, zowel naar plaats als naar tijd. Voor een gewijzigde produktiemethode moeten ook andere eisen worden ge steld aan de bedrijfsgrootte bij mi nimum-kosten. Men kan die niet on veranderlijk vaststellen, zeker niet in een land als het onze met een zeer verschillende structuur der bedrijven. Gaat men de boeren in een bepaald bedrijfsgrootte-keurslijf dwingen, dan dreigt een verstarringsgevaar met l zou worden. Dit soort inmenging gaat ons veel te ver. Vakkennis zwaartepunt. Uit doelmatigheidsoogpunt moet men ter bepaling van de garantie- prijzen uitgaan van een bepaalde be drijfsgrootte, doch deze norm mag zeker niet als actief saneringsinstru ment worden gehanteerd. Zelfs de passieve saneringsinvloed moet een ruime grens kennen. Er zal voor de minister niets anders opzitten dan de bedrijfsgrootte ten behoeve van ga rantieprijs niet dan na diepgaand overleg met de landbouwbonden vast te stellen. Het zwaartepunt van de land- bouwvernieuwing zal moeten liggen in de verhoging van vakkennis der ondernemers met als verlengstuk een zo goed mogelijke technische en eco nomische voorlichting. Een landbou wer met een goed ondernemersinzicht zal zelf met alle hem ten dienste staande middelen streven naar de voor hem optimale bedrijfsgrootte. Bestelt bij ons Uw en Koopt bij ons Uw Ook hebben wij ruime keuze VULPENHOUDERS* Uw adres is nen zijn als te groot. Men stelt vast dat slechts een bepaalde grootte tot j de gunsigste resultaten kunnen lei den. Leest men nu de publikaties van vakmensen over deze materie, dan blijkt hèt dat men het zeker niet eens is over de eisen, die met betrekking tot de bedrijfsgrootte moeten worden gesteld. Men zou geneigd zijn te be togen, dat het grotere bedrijf steeds rationeler produceert dan een klein, omdat men b.v. de moderne voort- grotere economische nadelen als waar men thans mee worstelt. Wij menen aan het bovenstaande j nog te kunnen toevoegen, dat de eis van bepaalde bedrijfsgrootte onmid- I dellijk gevolgd moet worden door controle op de technisch-economische eisen, die van een bedrijf moeten worden gevraagd. Dit alles zou ten slotte uitmonden in een volledige overdracht van de ondernemersfunc tie aan de overheid, waarmee sociali satie van ons boerenbedrijf een feit Veel van de thans geuite grieven en klachten worden gevoed door onver stand en gebrek aan kennis. De op dit gebied bestaande leemten zullen eerst moeten worden weggewerkt. Dit zal er dus toe leiden, dat men mini maal behoorlijke scholingseisen voor de boer van morgen zal mogen stel len, maar dat men zich voor vesti gingseisen, althans voorlopig, nog grote beperkingen zal moeten opleg gen. (Nadruk verboden). AAAAAIiAèAèèèAAéOiAéAè A

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 1