Pik ze er maar uit... het zijn tien tegen één De Gruyter's/ koffieklanten KOFFIE- EN THEEZAAK De Vluchteling VOORDEEL VOORDEEL GRATIS Waalwijks oudheidkundig museum voor de schoen- en lederindustrie. DE AMSTERDAMSE JOFFERS TOEN EN NU De Gruyter is beroemd om zijn pittige geurige koffie. Altijd krakend vers, van eigen branderij naar eigen winkels. Geen wonder dat De Gruyter's koffie bijna huis aan huis de voorkeur heeft. Melanges naar ieders smaak, passend voor ieders huishoudgeld. J En niet te vergeten: 10°/o korting! Dat maakt dubbeltjes .voordeel uit! Elk derde pak Trexop of zelfwerkend wasmiddel V Een pak zonder koken havermout voor 50 cent A Elk tweede pak stijfsel voor halve prijs Feuilleton van Cayenne DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN VRIJDAG 19 SEPTEMBER 1958 In de aangegeven woningen mag de huisvrouw gratis De Gruyter's koffie schenken. Als zij zich bekend maakt aan De Gruyter, Postbus 276, 's-Hertogenbosch, krijgt zij gratis een kilo Goudmerkkoffie. Een van De Gruyler's winkels te Arnhem 580917 Unieke verzameling- weer met kostbare collectie uitgebreid. Het Huisgezin bevat in z'n num mer van 1.1. zaterdag de volgende beschrijving over ons schoenenmu seum, welke we hier in z'n geheel laten volgen: Er is goed nieuws te melden van het steeds meer aan bekendheid winnende Waalwijkse oudheidkun dig museum voor de schoen- en le derindustrie. Gedurende de laatste tijd werden, dank zij de rusteloze activiteit van de conservator, dhr. A. Hendriks, de collecties van dit in West-Europa unieke museum be langrijk uitgebreid. Niet altijd ging dat even gemakkelijk, maar de vasthoudendheid van de heer Hen driks schrikt nergens voor terug. Hij zou, bij wijze van spreken, naar Alaska reizen, als hij wist daar een zeldzaam paar schoenen voor zijn museum machtig te kunnen wor den. En of hij nu op vakantie of studiereis in Parijs of Londen is: steeds blijft hij waakzaam en dili gent voor uitbreiding der collecties in het Waalwijks oudheidkundig museum. Als hij met iemand spreekt gaan zijn gedachten uit naar schoe nen; oude prenten en schilderijen winnen voor hem aan waarde, als er schoeisel bij staat afgebeeld. Daar om vindt hij museumbezoek met be trekking tot dit specifieke onder deel zo nuttig en leerzaam. Schoeisel uit alle landen en tijden. Zulk een conservator is waarlijk uit het goede hout gesneden en geen dag gaat voorbij of na schooltijd de heer Hendriks is als leraar schoenmaker verbonden aan de Nij verheidsschool voor Waalwijk en omstreken wipt hij even „zijn museum" binnen, waar altijd wel weer iets te doen valt al is het maar gewoon kijken bij de uit gebreide collecties schoeisel uit alle landen en tijden. Dat binnenwippen doet de heer Hendriks nu met des te groter genoegen, omdat hij de verzameling schoeisel weer zo prach tig vermeerderd ziet met een aantal zeldzame exemplaren. Wij doen even een opsomming. Er kwamen o.a. bij: een paar zuid-Nederlandse snavelschoenen uit de 16e eeuw en mannengespschoenen uit de 17 e eeuw; blauw geitenleren en zwart satijnen pumps (Engels, begin 19e eeuw); wit leren balletschoentjes Uit dezelfde periode; Franse dames muiltjes, (fluweel, goud borduur sel) middeleeuwse klomp met enor me krul; diverse muiltjes in Empire- stijl; schoenen uit China, Pakistan, Perzië, Palestina (Turks), Tripolis; schoenen van een Negeropperhoofd (Goudkust Afrika) en van de Toea- regs; voetbekleding uit Mongolië, met typisch dikke neus; houten schoeisel uit Gascogne, opvallend door zijn élégance en veder-licht heid; Griekse schoenen, zoals deze bij nationale kostuums gedragen worden. Egn zeer bijzondere aanwinst vormt wel het schoeisel van de Guarjira- stam der Indianen, „Alpargatas" ge naamd, een kleurrijk sieraad, geheel met kraaltjes bezet, prachtig genu anceerd en getuigend van de primi tieve kunstzin der Indianen uit Ve nezuela. Schoenen vertellen Dit alles en nog veel meer valt er te bewonderen in dit Waalwijks museum, dat in binnen- en buiten landse vakkringen hoog gekwalifi ceerd wordt om zijn met smaak en kennis bijeengebrachte verzameling. Want naast de collecties die wij bo ven noemden, zijn hier schoenen aanwezig uit vrijwel alle landen, uit Japan en Mexico, Groenland en Ye men, uit Birma, Brazilië, Algiers en Canada, om van de Europese landen maar te zwijgen. En deze verzame ling geldt niet alleen het eigentijdse schoeisel, maar ook dat uit diverse eeuwen en stijlperioden. Als u bij voorbeeld eens schoentjes wil zien, zoals deze in een Oosterse harem ge dragen worden; het Waalwijkse mu seum heeft ze in haar glazen vitri nes, evengoed als de modellen van de schoentjes, die koningin Elizabeth van Engeland droeg bij de feestelijk heden van haar kroning. In de staat sielaarzen uit Duitsland, Algiers, Finland en Brazilië leert ge mede het volkskarakter kennen, zoals ge uit de rijke collecties Nederlands schoeisel de ontwikkeling van smaak, mode en comfort hier te lande kunt zien. Schoenen spreken immers een ei gen taal; zij hebben een eigen ka rakter, gevormd naar tijd en volks aard. Daarvan zal u een bezoek aan dit unieke museum verrassend overtui gen. Niet alleen schoenen zijn er in t Waalwijkse oudheidkundig museum te zien. Daar heeft men ook een Brabantse woon- en werkkamer van een schoenmakersgezin rond 1875 gereconstrueerd. Hedenavond gaat in het Waalwijk se raadhuis een tentoonstelling ge opend worden, die om meer dan één reden bijzondere aandacht verdient. Er is een veelheid van redenen, die de expositie „De Amsterdamse Jof fers Toen en Nu" uitheft boven de sfeer en de betekenis van de door lopende expositie-agenda's van deze tijd, waarin dé kunst in uiterlijk schoon en constitutie toch zo dik wijls niet verder vermag te reiken dan de bekoorlijkheid en de leef kracht van de eendagsvlieg. De leef tijd tussen ontstaan en vèrval is menigmaal zo adembenemend kort, dat de heren critici resp. pseudo- critici de tijd ontbreekt voor een ge degen biologische analyse en men derhalve wordt geconfronteerd met in allerijl gevormde opinies voordat het beestje gestorven is. Recensies in dagbladen en tijdschriften be wijzen tot welke vreemdsoortige en wonderlijke waarderingen men in deze kan komen. De voornaamste reden, welke tot een bezoek aan deze Amsterdamse Joffers noodt, is niet de rustige voornaamheid welke alleen haar naam al om zich heen spreidt, en nog minder het feit, dat zij een kunst zouden hebben gecreëerd, die bij haar leven al niet meer eigen tijds is, maar die omwille van een hommage aan de nog levenden eni ge herwaardering zou verdienen. Deze overspannen en verwarde tijd vraagt niet op de eerste plaats een herwaardering van de adellijke geest en het bewogen hart van deze Joffers, hij zou die wellicht niet eens in oprechtheid kunnen op brengen. Wat hij wel nodig heeft is een bezinning op wat binnen het raam van een mensenleeftijd tot zo felle en welhaast onbegrijpelijke controversen heeft geleid. De le venskunst en het spirituele avon tuur van deze Joffers zijn niet de onze en het resultaat van dit anders leven naar lichaam en geest is dan ook een andere kunst. Het verschil tussen, het voorstellende en 't voor- stellingsloze is niet alleen 'n kwes tie van vorm en niet-vorm, maar ook en vooral een zaak van zeker heid en van het volkomen gemis daaraan. Wanneer de heer Domien v. Gent, hoofd van de Sectie Tentoonstellin gen Beeldende Kunst in Noord- Brabant, in zijn fijnzinnige inleiding bij deze expositie schrijft: „Deze schilderkunst (van de Amsterdamse Joffers) heeft niet het overrompe lende van een hemelbestormend avontuur", dan zal men dit bij het zien van deze verstilde werken gaarne willen onderschrijven. Deze schilderkunst is niet het avontuur, maar wel het gekristalliseerde en gesublimeerde avontuur. En dat is dan meer dan deze tijd dikwijls ver mag te geven. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" Door Ottwell Binns. 7) Een uur verstreek eindeloos lang zaam. Het jacht kroop verder, en steeds door bleef Harborough het flikkerend zoeklicht in het oog hou den. Dan plotseling werd de stilte van de nacht verscheurd door het geluid van een salvo schoten, en in de richting van de kust waren vuur- lichten zichtbaar. Vervolgens klonken enkele zwak ke kreten en gedurende een ondeel baar ogenblik viel het zoeklicht op een kleine boot, die met spoed kust- waarts geroeid werd. „Mijn God", fluisterde Harbo rough wanhopig, en toen het schie ten opnieuw begon, voelde hij dat alle hoop verloren was en wachtte hij gespannen op een teken dat het ein de van het treurspel gekomen zou 1 zijn. En daarginds in de duisternis ver lieten twee mannen hun zinkende boot, waarin zij drie dode kamera den achter moesten laten. Een van hen was aan de schouder gewond, zo dat hij slechts met moeite kon zwem men, op zijn rug liggend en zich met zijn voeten voortbewegend, terwijl de ander aan zijn zijde bleef en trachtte hem moed in te spreken. „Volhouden, Langdon. De motor boot volgt ons niet. Nog een paar meter, dan zijn we in veiligheid." „Als de haaien tenminste niet eer der bloed geroken hebben. Er is een kogel dwars door mijn schouder ge gaan." „Dat weet ik. Ik wilde dat die schutters verzopen. „Beter aan een kogel te sterven, dan door de haaien, of de kat en de driehoek te moeten verdragen." „Kleine troost! Als ik dien kerel, j die je raakte in handen had! Geluk- j kig wordt het water minder diep. Ik kan de kust al zien. Binnen vijf mi nuten..." Hij hield verschrikt op, toen hij de zoekende lichtstraal over het water zag naderen. Als het op ons valt, zijn we verloren!" gilde hij. Bij de laatste woorden draaide j Langdon zich om en met grote moei- J te op de borst zwemmend keek hij landwaarts. In deschijn van 't zoek- j licht kon hij de kust op nog geen honderd meter afstand ontdekken, een muur van zware bomen, die hel- j der groen weerkaatsten in het felle licht. Het licht verwijderde zich weef van het land en kwam langzaam op hen toe. „Naar rechts, Langdon", fluister de Jules. Misschien gaat het dan nog langs ons af. O, die vervloekte hon den!" Het licht had hen ontdekt. Ver blindend hield het de zwemmers ge vangen in zijn genadelozegreep. Zij hoorden opgewonden kreten en daar na het regelmatige gedreun van de schroef, toen de motorboot hen be gon te achtervolgen en ten slotte een geweerschot. „Snel duiken", schreeuwde Jules en de Engelsman gehoorzaamde hem. Vlak naast elkaar kwamen zij weer boven in een beschermende duisternis, terwijl de lichtstraal vijf tig meter verder het water afzocht. „Goddank", hijgde de Fransman, en toen hij met zijn voet tastte, voelde hij een modderige bodem on der Zich. „Vooruit, Langdon, we kunnen lopen. Geef me een arm". Dudley Langdon had echter meer dan de steun van een arm nodig. Toen zijn voeten de modder voel den, struikelde hij en viel bewuste loos voorover in het water. Zijn makker greep hem onder de oksels en sleepte hem met moeite naar de kust, terwijl het zoeklicht voortdu rend vlak rond hen speelde, maar hen door een gelukkig toeVal geen enkele keer raakte. Met een laatste krachtsinspanning trok hij de bewusteloze man aan land en struikelde met zijn last voorwaarts naar het veiligheid bie dende groen. Daar beland, viel de uitgeputte man zelf bewusteloos neer, naast zijn vriend die hij gered had met groot gevaar voor zijn ei gen leven en vrijheid. Het duurde meer dan een vol kwartier eer hij zich weer kon be wegen. Op hetzelfde ogenblik be reikte het geluid van stemmen zijn oren. Hij richtte zich voorzichtig 'n weinig op, en bleef doodstil staan luisteren. „Ik zeg dat het hier ongeveer ge weest moet zijn", klonk een harde stem, minder dan tien meter van de luisteraar verwijderd. Iemand struikelde, vloekte hard en schreeuwde: „Steek jullie lam pen toch aan, ezels!" Een ogenblik later doorkliefde 'n heldere straal de duisternis en viel, als geleid door een of andere dui- vels-vijandige geest, precies op de rechtopstaande vluchteling, hem ge heel verblindend. Een der vervolgers slaakte een kreet van verrassing en instinktma- tig bukte Jules zich' juist op tijd, want een séconde later sloeg een geweerkogel met een harde slag te gen een boom, vlak achter hem. Ju les begon zo snel als hij kon langs de bosrand te rennen, zodat hij zichtbaar was in het zoekend licht, inplaats van onmiddellijk de veilige dekking te zoeken van het dichte woud. Op deze manier hoopte hij de aandacht van zijn vervolgers geheel op zich te kunnen houden, en met gevaar voor zijn eigen vrijheid, zijn bewusteloze makker te behouden voor ontdekking. Nu eens in de diepste duisternis, i dan weer in een golf van licht, ren- j de hij voort. Tweemaal knalde een geweer achter hem, en grimmig la chend hoorde hij de kogels vlak langs zijn oren suizen. Dan hoorde hij weer hét mono toon geluid van een schroef. De mo torboot begon hem langs de kust te I vervolgen. Deze kon hiij met geen I mogelijkheid ontlopen, en wetende dat zijn krijgslist toch geslaagd was, dook hij onder in 'het woud; na een I poosje begon hij zijn weg terug te S zoeken in een halve cirkel door het bos, in de richting van de plek waar hij zijn vriend had moeten achter- laten. j De weg wa^ verre van gemakke lijk. Halverwege k,wam hij in een moeras terecht, en net scheelde niet veel of hij had hier zijn einde ge- vonden. Toen hij eiSdelijk weer vas- te grond onder de voeten had, was (Wordt vervolgd) hij het spoor volkomen bijster. „Wat nu?" mompelde hij in zich zelf, terwijl hij in de duisternis staarde. Toen plotseling bereikte 'n geluid zijn oor, het geklots van een scheepsschroef, dat hem in de rich ting van de zee wees. Hij werkte zich het bos uit, uiterst voorzichtig. Tweemaal waarschuw de een geritsel tussen de bladeren hem voor slangen, en meerdere ma len voelde hij de vleugel van een geweldige vampier vleermuis langs zijn wangen strijken. Tenslotte ver telde een zwakke glans voor hem, dat hij de zee bereikt had, en zon der acht te slaan op de schorpioenen die rond hem kropen, sloop hij op handen en voeten verder. Het bos hield plotseling op, en zwak hoorde hij over het water het tjoek-tjoek van de onzichtbare boot tot hem komen. Bijna recht voor hem uit, slechts op enkele tientallen meters van de kust verwijderd, zag hij de lichten van een klein schip. Hij keek er naar met verlangende ogen. Aan boord daarvan zou hij in veiligheid zijn, peinsde hij. Dan draaide hij zich vastbesloten om, en oordelend dat er op het ogenblik geen gevaar meer te vrezen viel, zocht hij zijn weg langs het smalle strand naar de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 2