lisft f?sü wf -cc»» mmmw y A ■*«1 Ws-m '*si8 Onze zorg om anderen heet „Barmhartigheid1 ié TIPS 2 DB ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DINSDAG 23 DECEMBER 1958 2 V het aan het ongelooflijke wat de mid deleeuwer met zijn beperkte kleuren scala wist te bereiken. Van gruisijzer tot diamant. Verschillende uitvindingen en ont dekkingen maakten het de 16de- eeuwse glasschilder gemakkelijker dan zijn 13de-eeuwse collega. Daar was bijvoorbeeld het plaqué, de kunst om een dunne laag gekleurd glas aan te brengen op een dikke witte onder laag. Daardoor wist men een door zichtig rood te verkrijgen. Vóórdien, bij het door-en-door gekleurde glas, was rood van enige dikte (verkregen door koperoxyde aan de glasmassa toe te voegen) vrijwel geheel ondoor zichtig. En aangezien de hele glas-in- loodkunst voor een groot deel afhan kelijk is van een behoorlijke licht- doorval, was de uitvinding van het plaqué dus zeer belangrijk. Verder ontdekte men het z.g. zil- vergeel. Het glas werd bestreken met een oplossing van zilverpoeder en zwavel en zo kreeg men, al naar ge lang de tijd van inbranden, een ci troengele tot oranjeachtige kleur. Voor het snijden van glas ging men de diamant gebruiken in plaats van het veel ruwere gruisijzer. De emails of smeltkleuren maakten het moge lijk tal van kleuren glas en dan door zichtig glas te verkrijgen. Deze emails konden zowel op gekleurd als op on gekleurd glas worden aangebracht. Het was wel een omslachtig werk, omdat steeds opnieuw moest worden ingebrand, maar zo wist men toch een grote rijkdom aan kleurschake ringen tot stand te brengen. De Goudse glazen. Op 12 januari 1552 werd de St. Jan te Gouda door de bliksem ge troffen. Kerk en toren werden ver woest, maar het koor bleef staan. Van de hoge koorvensters schijnen er verschillende gespaard te zijn geble ven, maar voor het overige waren „al le die costelijcke en heerlijcke glasen verbrandt en aen twee geborsten en geslagen". Maar dan worden in de loop van vijftig jaren enkele tientallen glazen aan de St. Jan geschonken, waarvan verscheidene stellig minstens even „costelijck en heerlijck" als de oude en die deze kerk maken tot een mo nument met de beste vaderlandse glasschilderkunst. Eerst is er de roomskatholieke pe riode, namelijk van 1555 tot 1572. Dan volgen er 22 jaren van rust. En daarna is er van 1594 tot 1603 de protestantse periode. Op 21 juni 1572 gaat Gouda over naar de prins van Oranje. Deze „alteratie" gaat, gelukkig voor de kostbare kunstwer- j ken, met geen beeldenstorm gepaard, maar wel is er een periode van stil stand in de schenkingen van nieuwe glas-in-lood ramen. Dirck en Wouter Crabeth. De grootste Goudse glaskunste naars zijn geweest Dirck en zijn jon gere broer Wouter Crabeth. De eer ste sterft in 1574, de tweede in 1589. Wouter wordt ons beschreven als „onstuimiger in zijn voordracht, ge durfder in zijn composities en de plaatsing zijner figuren, daarbij een zwieriger tekenaar en vooral: een drukker manierist". „Zonder twij fel", aldus genoemde auteur, „tekent Dirck Crabeth mooier en verzorg der". Tussen 1555 en 1559 werden 5 of 6 ramen van Dirck Crabeth in Offert WOUTERmd Slid, Syn ?eiiStel vol den tn jvie.r Drae/l U moediger tnftoui&r Sülfei bee.lt yt&iïldw outeir. het koor aangebracht, tussen 1561 en 1566 zag de St. Jan er 4 van zijn broer Wouter in zich geplaatst. Het begon in 1555 met glas 15, dat precies in de lengteas, dus juist midden in de ronding van het koor, werd geplaatst.Het onderwerp was de doop van Christus door Johannes de Doper. In 1556 en 1557 volgden ter weerszijden respectievelijk de predi- j king van Johannes (glas 14) en de prediking van Christus met het do pen door Johannes (glas 16). Was het wonder in de kerk, die immers aan St. Jan was gewijd? Trouwens, al de elf glazen, die thans nog in deze Goudse kerk te zien zijn, omvatten taferelen uit het leven van Jezus en Johannes de Do- j per. Over een ervan enkele nadere gegevens. De geboorte van Christus. In 1562 kreeg Wouter Crabeth opdracht, voor rekening van de ka nunniken van Oud-Munster in Utrecht een glas-in-loodraam te ver vaardigen voor de St. Jan. Het werd glas nummer 12 en een van Wouter Crabeths beste werken. Een koste lijk samenspel van rood, violet, blauw, paars en groen, verbonden door verschillende tinten grijs en bruin, vormt een indrukwekkend ge heel. Hoofdmotief is de geboorte van Christus. Geheel op de voorgrond We zien wij het Christuskind en Maria en Jozef geknield er bij. Rondom deze kleine groep staan of knielen de her ders. Een van hen heeft zijn linker hand op de kop van de os gelegd, in zijn rechter houdt hij de staf. De ezel (rechts aan de rand van het glas) trekt zich van dit, alles niets aan, maar plukt wat hooi uit de ruif. In het midden van het raam is af gebeeld, maar veel kleiner nu, de verkondiging aan de herders en daar achter weer zijn de drie koningen in aantocht met hun karavaan. Tenslotte zijn helemaal links een aantal vrou wen bij de haard gezeten en zij hou den zich bezig met de verzorging van het kind. Op de benedenrand ziet men Christus als Wereldleraar, staande op de wereldbol, met in zijn hand het Boek, waarop in het Latijn geschre ven „Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen". En tenslotte onder aan het glas, zoals gebruikelijk was, een rand met de wapens van de op drachtgevers en schenkers, de heren van Oud-Munster. In 1564 had Wouter Crabeth het raam, dat 9.77 m hoog en 2.80 m breed is, klaar en kon het geplaatst worden in de Goudse St. Jan, waar het nu nog steeds valt te bewonderen. (Nadruk verboden). «fa III zijn spreken is onverstaanbaar voor mij en zijn gebaren met ineengekrampte handen en armen, doen mij het hoofd schudden. Ik kan naar het schokken van zijn schouders en het speeksel, dat uit zijn mond loopt niet eens kijkenHoe hard komt Gods hand in een mensenleven aan, als het om Zijn vrienden gaat! De kamerdeur achter mij gaat open en met de rust, die de Liefde ver gezelt, komt een broeder binnen, een broeder-verpleger. Hij glim lacht tegen de twee patiënten, die zijn dagelijkse zorg hebben, die een grote plek genieten in zijn mannenhart. Ze verstaan elkaar, die drie, ook zonder woorden, zonder gebaren, omdat liefde en barmhartigheid spraak en gehoor en gezicht en tastzin ontberen kunnen en zich tóch manifesteren. De Liefde immersoch, ge kent toch dat zonnige verhaal van Sint Paulus in zijn brief aan de Corinthen, nietwaar? In Kalorama was ik, het vroe gere sanatorium, waar op dit ogenblik blijvend-zieken worden verpleegd, voor een groot deel mensen, die uit Indonesië geko men zijn (gezet zijn, is beter) en niets meer van het leven te ver wachten hebben. Niets. De twee jongens, waarvan ik hierboven vertelde, zijn spastici. Er zijn er die vergaan van de rheuma, er zijn er heel wat die „zo maar" versleten zijn en op de dood wachten. Er zijn er die apathisch geworden zijn en met een onzeg baar melancholisch gezicht heel de lange dag in de verte turen, in de verte van het verleden, want de toekomst is dood voor hen, uit, einde. En tussen deze men sen heb ik de wit-geschorte broe ders rond zien gaan, die op voor beeld van hun heilige patroon Sint Jan de Deo, barmhartigheid bewijzen aan zieken en zwakken en ongelukkigen. Barmhartig heid omwille van Hem, die Zijn Zoon in een overdaad van barm hartigheid op Kerstmis ons, men sen, geschonken heeft als de Eni ge, die de verstoorde liefdesband tussen de Vader en ons, Zijn kin deren herstellen kon. En omdat Kerstmis bij uitstek het feest van de barmhartigheid is, moest ik er vandaag over schrijven, niet omdat een menselijke ontroering dwingt, maar omdat het ideaal van de barmhartigheid, die een dochter is van de Liefde en dus een facet van Gods eigen schoon heid, van alle tijden is. Ook van dit jaar en van het nieuwe, dat vóór ons staat. Zij hebben een bepaald aspect van de christelijke barmhartig heid voor hun rekening genomen, de Broeders van St. Jan de Deo, dat van de verpleging van zie ken. Ik ben veelvuldig toeschou wer geweest wij zijn te veel kijkers en te weinig doeners en ik heb méér nog dan respect, de vraag in mij voelen opkomen: vanwaar dit alles en waarom? Waarom geven frisse, kernge- zondee jonge kerels zich in toe nemende mate aan dit ideaal? Waarom kwamen er zóveel in 't voorbije jaar naar 't Noviciaats huis in het kleine Brabantse Hel- voirt? En wie gaat peinzen op een antwoord, ontdekt de kracht van de cardinale deugden, ge loof, hoop en liefde, maar liefde toch het meest. Al de jaren van hun bestaan hebben de Broeders gezocht naar de zwaarste nood, naar 'tdiepste menselijke leed, naar het brand punt van menselijk lijden. En als een nood gelenigd was, verzetten zij de bakens. Toen de tubercu- lose-bestrijding een vermindering van het aantal verzorgers toeliet, stelden zij hun huis open voor chronische zieken, stumpers die de hand en het hart van de lief devolle naaste niet missen kun nen. En temidden van die recen te omschakeling publiceerde wij len Paus Pius XII zijn magistra le zendbrief „Fidei Donum", over Afrika, het ontwakend wereld deel, dat staat op de grens van christendom en godloosheid. In alle kloosters van Sint Jan de Deo is de Pauselijke brief gele zen, herlezen en besproken. En met het vernemen van de nood is dat hartsverlangen gegroeid, dat nu op het punt staat vervuld te worden; ziekenzorg in Afrika! Barmhartigheid, Kerstmis, Afri kaMet de barmhartigheid van de ziekenbroeder reist Chris tus meer naar Afrika, Christus eerste komst in de Afrikaanse mens. Daar ligt een wereld van gedachten open, maar meer en reëler een wereld van nood, ge brek en ellende. Wat in ons land in duizend-en-één vormen ver zorging en verpleging geniet, sterft in Afrika. De Broeders hebben de nood in een drie- maandenlange reis enigszins ge peild en ze zijn met verhalen thuis gekomen, die het missio naire hart hebben opgejaagd tot groter spoed en tot de inzet van méér mankracht. De grootst mo gelijke haast wordt gemaakt, de I laatste gedeelten van de oplei ding zijn reeds ingezet, de bouw plannen liggen op tafel, maar Neen, ik zou in naam van deze voor de kerstboom Als (kerstboom)kaarsjes op de tocht staan, is de kans op afdruipen groter, dan wanneer de vlam rustig staat. Vuile kaarjes kunnen schoonge maakt worden met een watje, .waarop een paar druppeltjes al cohol of spiritus. Indien de kaarsen te dun zijn voor de houders, moeten ze aan de onderkant omwikkeld worden met zilverpapier. Kaarsvet op kandelaars en andere artikelen kan men verwijderen door het voorwerp in heet wa ter te dompelen. Te dikke kaarsen kunt u dunner maken door aan de onderkant iets af te snijden met een heet gemaakt mes. Bakvormen maakt u gemakkelijk schoon, indien men deze des nachts buiten zet of plaatsen in een vochtige kast. 's Morgens afwrijven met papier. Wilt u weten of uw gist nog goed is, doe er een beetje van in een glas water. Komt de gist boven drijven, dan is ze goed. Wilt ge uw echte sieraden een beet je opdoffen voor de feestdagen, maak ze schoon in warm zeep sop, waarin een scheutje geest ■M Broeders niet om geld durven vragen. Geld is niet hun grootste zorg. Afrika heeft meer behoefte aan andere „zaken", om 't vier kant te zeggen: aan de inzet van zeer, zeer velen. Het ideaal is le vensgroot en de nood correspon deert daaraan. Maar wat richten tien, twintig broeders uit als zij alleen staan tegenover een zee van leed en pijn en ellende? 's Pausen zendbrief werd tot ons allen gericht, priesters, religieu zen en leken. Niet van ons allen wordt gevraagd land en huis en hof te verlaten om de lijdende Afrikaanse mens te hulp te snel len. Wat van ons allen wel ge vraagd wordt Pius XII her haalde slechts de apostolische opdracht, die het „Gaat en on derwijst" reeds voor ons omslo ten hield is met ons hart ach ter hen te gaan staan, die in een door Liefde gesterkte moed met terdaad gaan. Als wij overmorgen Kerstmis vieren in een blijde dankbaar heid om het Heil, dat ons ge schonken werd, dan zal juist die blijdschap ons moeten voeren tot de barmhartigheid jegens ande ren, die de genadewerking van 't Godmenselijk leven en sterven ontberen, voor wie het aardse be staan zonder uitzicht is en zon der de sterkende horizon van 'n eeuwig geluk. Onze zorg om die „anderen" heet barmhartigheid. van salmiak. Daarna drogen in palmzaagsel. Geeft uw handen voor de feestda gen een extra beurt, door ze te bewerken met houtwol met lijn olie. Moet ge uw kunstzijden jurk een opknappertje geven, strijk haar dan nat, doch aan de verkeerde kant. Als u uw lakschoenen met de feest dagen wilt dragen, moet u deze vóór het aantrekken eerst ver warmen, dan hebt u geen last van barsten. Uw zijden of brocaat schoentjes moeten zeker ook een extra beurt hebben; maak hiervoor 'n papje van benzine en magnesi um. Denkt er om een eenzame kennis aan uw feestdis te nodi gen, hij heeft ook kerstfeest en hij zal u er dankbaar voor zijn. VLEKKEN met de feestdagen Vlekken, ontstaan door chocolade melk, dient u direct uit te spoe len. Ingedroogde vlekken met heet water uitwassen. Let er op of de stof er tegen kan. Advocaatvlekken behandelt u door plaatselijk te spoelen met lauw water en zeep, of door gewoon te wassen. Vooral niet laten in drogen. Vlekken van banket verwijdert u met tetra, tri of wasbenzine, voor wat betreft het vet. De sui ker verdwijnt door behandeling met water. Goed wasbare stof fen kunt u echter beter uitwas sen. Voor biervlekken neemt u lauw wa ter of een sopje. Achtergeble ven kleurvlekken in witte stof- ien bewerken met een bleek middel. Jusvlekken werken we weg met een sopje of een plaatselijke behan deling met water en zeep of met een synthetisch sopje. De bruine juskleur wordt behan deld met waterstofsuperoxide 3%, waaraan een scheutje amo- niak is toegevoegd. Nagellakvlekken verdwijnen door behandeling met aceton. Stoffen waarin acetaatzijde is verwerkt, kunnen hiermede niet behan deld worden. Koffievlekken direct bewerken met lauw water, eventueel nableken met waterstof-superoxide 3%. Chocoladevlekken gaan we te lijf met benzine of tetra v.z.v. be treft de vette bestanddelen, en lauw water voor de rest. Zo no dig neme men een borsteltje met wat zeep er op. Hars- en vernisvlekken zijn lastiger. Probeer eerst de harde korst zoveel mogelijk weg te breken. Daarna behandelen met spiri tus, alcohol, aceton, eau de co logne of witte terpetijn. Aceton niet gebruiken voor acetaat rayon, aangezien dit de grond stof aantast. Dropvlekken worden gebet met lauw water of sop van synthetisch wasmiddel. Eventueel overge bleven vlek nableken, maar daarna goed spoelen. Glas nr. 12 uit het koor van de St. Jan in Gouda, vervaardigd door Wouter Crabeth, geplaatst in 1564 en weergevend de geboorte van Christus. WËIDIHMKS uurghé verlopen Noch volhart hy mei 5'Ian TVohk te leercn.ente dooftn, 7)aerhet orimmelt om denman, Soo vol yvcr alé boelvaerdich Ié die helt QeeriXunét kroonuaerdich. Vo/rPeL J)ooue verf schynt heeiaelé vier Zd hy't ïaeéchldm met JAeJjfaé, VO/1PEL m 'c I bvc- S53 K Dirck en Wouter Crabeth gezien door een zestiende eeuws graveur en be zongen door de dichter Vondel.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1958 | | pagina 2