Ps
De Vluchteling
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F
TWEE KONINKLIJKE
ONDERSCHEIDINGEN.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DINSDAG 19 MEI 1959
ken voorlopig niet in Bremen zul-
veel gekocht hebben en zeker tot
eind 1959 vol met Sumatra-tabak
^De^Deli en Senembah Maat
schappijen hebben vrijdag bij het
Oberlandesgericht" te Bremen
beroep doen aantekenen tegen t
op 21 april door het Landgericht
gewezen vonnis, aldus meldt Al
PIERRE KEMP WINT
P. C. HOOFTPRIJS.
Op advies van een jury» be,~
staande uit de heren prof dr G-
Stuiveling, voorzitter. Adr. lor
riën, Max Nord, Adr. Roland
Holst en Jan Wit, leden ei H L
Michaël, secretaris heeft de
staatssecretaris van O. K. en W.
kenü aan neuc
tricht, voor diens gehele dichter
lijke oeuvre. De traditmnele uit-
reiking van de prijs op het Mui
derslot zal ditmaal niet kunnen
gebeuren, omdat de gezondheids
toestand van de bekroonde dich
ter niet toelaat dat hij naar Mui
den reist.
ARKA MAAKT BEZWAAR
TEGEN GEMEENTELIJKE
BEZOLDIGING.
De ARKA zal binnenkort te be
stemder plaatse het gemeentelijk
bezoldigingssysteem aan de or e
stellen. Zij betreurt het wegval
len van een beredeneerde basis
van de bezoldiging en de bezoldi
gingsverhoudingen. Dit heelt
voorzitter van de ARKA, de heer
J J Loerakker, donderdagavond
op de jaarvergadering der vereni
ging in Nijmegen meegedeeld.
Protest tekende de heer Loer
akker aan tegen de omstandig
heid, dat de gemeente-ontvangers
nog altijd in salarisverbetering
zijn achtergebleven. Hij betreur
de het dat de ARKA praktisch al
leen staat in de strijd 0111 de pro
gressieve kindertoelagen. ,,Met de
grootste vasthoudendheid, zo zei
hij, zal de ARKA de strijd tot het
uiterste blijven volhouden.
De ARKA-voorzitter besprak
ook de samenwerking met andere
organisaties. Hij zei onder meer,
dat de KARO niet bang behoeft
te zijn, dat enig verzoek 0111 sa
menwerking teneinde de positie
van het overheidspersoneel beter
te kunnen dienen, door de ARKA
zal worden afgewezen. „Wij zou
den de KABO er echter voor wil
len waarschuwen dat hij ons het
vuur niet te na aan de schenen
moet leggen. Wanneer de KABO
ons in het gemeentevlak wil
trachten te isoleren, dan dient hij
er rekening mee te houden, dat in
dit isolement onze kracht wel
eens zou kunnen liggen", aldus
de heer Loerakker.
K.A.B. WIL TERSTOND
VRIJERE LOONVORMING.
Uitgaande van de unanieme
stellingname van de SER, dat de
ontwikkeling „een duidelijke in
dicatie geeft van de mogelijkheid
van een verruiming van de beste
dingen in de komende jaren",
komt het ons uitermate vreemd
voor, dat een gedeelte van de
SER op loongenied thans niet
verder wil gaan dan een verwer
king van de bestaande huurbij-
slag en voorts „een zekere vrij
heid ten aanzien van enige afron-
Feuilleton
„DE ECHO VAN HET ZUIDEN"
van Cayenne
Door: Ottwell Binns
74)
„Zeer goed, de Faramond. Ik
kan zien, dat je nog niet vergeten
bent, dat je vroeger advocaat
was. Onderteken nu... en nu jij,
Le Coq, denk er aan, geen kunst
jes."
„Ik stond achter de deur, be
vreesd voor hetgeen zou gebeu
ren nadat de twee kerels onderte
kend zouden hebben, maar mach
teloos om tussenbeide te komen.
Ik kende Jules door en door en
wist wat hij in het bagno door
staan had, evenals ik zelf. Ik was
overtuigd dat hij, ondanks de
kalme toon waarop hij sprak, in
nerlijk krankzinnig was van
haat; dat hij goed in staat was de
Faramond bij de nek te grijpen
en hem als een hond door de her
sens te schieten. Het bleef onder
tussen enige minuten stil in de
kamer, terwijl naar ik veronder
stelde de twee mannen hun hand
tekening onder de bekentenis
plaatsten. Dan schoot de stem
van Jules weer uit, trillend van
drift:
„Wel verDacht je dat, idi
oot."
„Ik hoorde iets zwaars tegen
de deur aanbotsen, de revolver
ging op hetzelfde moment af en
toen klonk het geluid van twee
vallende lichamen. Met kracht
wierp ik me tegen de deur, maar
ze was te sterk gebouwd. Toen
dacht ik aan het openstaande
raam, en als de wind snelde ik
naar buiten. Voor het venster ge
komen zag ik dat Jules buiten
uingen en aanpassingen in ver
band met de in de bedrijfstak
meest wenselijk geachte loon-
structuur". Die afrondingen en
aanpassingen worden nader be
cijferd en men moet die cijfers
zeer welwillend lezen, anders
haalt men er zelfs niet eens een
verwerking van de huurbijslag
uit. Dit alles maakt een zeer be
nauwende indruk en de klap op
de vuurpijl komt als men ziet dat
dit geheel nota bene is geschre
ven in de bewoordingen van een
door ons bepleite vrijere loonpo
litiek.
Deze opmerkingen maakte drs.
Th. Coppes adjunct-directeur van
het wetenschappelijk adviesbu
reau van de KAB in de vrijdag te
Utrecht gehouden buitengewone
verbondsraadsvergadering van de
KAB, die was gewijd aan het in
1959 en 1960 te voeren sociaal-
economische beleid, gezien tegen
de achtergrond van het jongste
advies van de SER.
Voor de loonvorming wil de
KAB om drie redenen van de na
tionale ruimteberekeningen af
stappen: 1. omdat die loonvor
ming economisch en sociaal ge
vaar! iik is; 2. omdat een derge
lijk systeem altijd achter de fei
ten aanloopt; 3. omdat deze loon
vorming leidt tot een passieve
houding inzake de produktivi-
teitsontwikkeling.
Dubbel veertig-jarig jubileum bij Timtur
Op 14 mei herdachten mej. C.
Trommels en de heer W. Braspen
ning de dag waarop zij voor 40 ja
ren in dienst traden bij de N.V.
Timtur.
Voor de feestelijke herdenking
hiervan werd mej. Trommels, chef
van de stikkerij, na aan haar woning
te zijn afgehaald, om 5 uur in de
cantine ontvangen door het volledig
personeel van de stikkerij, waar
haar bij monde van mej. J. Pullens
woorden van felicitatie werden toe
gesproken namens het stikkerij-per
soneel. Spreekster bracht mejuffr.
Trommels dank voor de prettige lei
ding welke zij aan haar personeel
steeds weet te geven en wenste haar
in hartelijke bewoordingen geluk
met dit zeldzaam jubileum. Als stof
felijk blijk van waardering bood zij
namens haar collega's een infraphil-
lamp aan, daarbij de wens uitspre
kende dat het niet nodig moge zijn
hiervan veel gebruik te maken,
doch deze alleen aan te wenden tot
bevordering van haar gezondheid
en aldus nog vele jaren haar beste
krachten aan Timtur te geven.
Mej. Trommels dankte hierna
spreekster voor de sympathieke
woorden en alle schenksters en
schenkers van dit zeer gewaardeer
de cadeau voor hun gulle gave.
Hierna werden mej. Trommels en
de heer Braspenning, deze laatste
vergezeld van zijn echtgenote en
dochter, ontvangen door de directie
der N.V., staf en bedrijfsleiding,
chefs van de bovenwerk-afdeling,
volledig personeel van de algemene
dienst, alsmede het bestuur van de
afdelingskas' van het Timtur-zieken-
fonds, terwijl beide jubilarissen de
eer te beurt viel de edelachtbare
heer burgemeester onder de aanwe
zigen te mogen aantreffen.
Het woord het eerst richtend tot
mej. Trommels, sprak de heer Klij-
berg, directeur, een gelukwens uit
bij gelegenheid van dit jubileum,
hierbij memorerende dat zij reeds op
de zeer jeugdige leeftijd van 19 jaar
tot chef werd bevorderd en thans
een prachtige staat van dienst ach
ter zich heeft als controleuse en chef
van de stikkerij. De heer Klijberg
dankte haar voor de vele jaren van
plichtsgetrouw en zeer arbeidzaam
leven en sprak de hoop uit dat zij
dit nog vele jaren zal mogen blijven
doen op dezelfde voorbeeldige wijze.
Als blijk van waardering bood de
heer Klijberg de jubilaresse de gou
den Timtur-eremedalje aan, alsmede
cadeau onder couvert en een bloem-
bouquet.
Zich richtend tot de heer W. Bras
penning, liet de heer Klijberg de
levensloop van de jubilaris de revue
passeren, waarvan uit de overleve
ring bekend is dat hij als jongeman
in dienst trad, aanvankelijk als ma
chinist, doch al spoedig chauffeur
werd, voornamelijk in dienst van de
familie Timmermans, waarbij hij
door middel van de vele grote bui
tenlandse autotochten de laatste le
vensjaren van wijlen de heer B.
Timmermans belangrijk wist te ver
aangenamen. Deel uitmakend van de
z.g. „Algemene dienst", in interne
kringen ook wel met een andere
zeer typische titel benaamd, heeft
de heer Braspenning dan ook steeds
blijk gegeven een zeer betrouwbaar
en accuraat persoon te zijn, voor
welke verdienste de heer Klijberg
hulde en dank bracht en zijn waar
dering vergezeld liet gaan van de
gebruikelijke gouden Timtur-ereme
dalje, cadeau onder couvert, alsme
de bloemen voor mevr. Braspen
ning.
Hierna kreeg de edelachtbare heer
burgemeester het woord en sprak
zijn vreugde uit over het feit dat hij
door de directie van Timtur van dit
zeldzaam dubbele jubileum in ken
nis werd gesteld en thans in de ge
legenheid was dit feestelijk gebeu
ren mede te maken.
„De heer Klijberg", zo vervolgde
spreker, „heeft reeds uw belangrijke
staat van dienst met de nodige va
riaties en accenten gememoreerd,
welke zodanig is geweest dat niet
anders dan met groot geluk hierop
kan worden teruggezien. De ver
houding tussen werkgeefster en
werkneemster resp. werknemer is
wel zodanig geweest dat gij u hier
mede altijd gelukkig en tevreden
hebt gevoeld, terwijl ook de directie
te uwen opzichte eenzelfde mening
is toegedaan. Ik kwam dan ook
gaarne hier", zo vervolgde de edel
achtbare heer burgemeester, „om u
beiden geluk te wensen met dit wel
zeer zeldzaam feest, daar een 40-ja
rig jubileum in belangrijke mate
waardering vóór en een zekere ver
knochtheid aan het bedrijf demon
streert. Gij hebt beiden uw eigen
plaats vervuld, welke plaats door de
goede dienstvervulling wel zo be
langrijk is, dat op een dag als deze
er reden is eens heel nadrukkelijk
te stellen dat een 40-jarig jubileum
tevens een grote maatschappelijke
verdienste is, reden waarom 't H.M.
de Koningin heeft behaagd u beiden
te begiftigen met de ere-medalje,
verbonden aan de Orde van Oranje-
Nassau, en het verheugt mij boven
mate u, mej. Trommels en u, heer
Braspenning, hiervan in kennis te
kunnen stellen en u deze eretekenen
te mogen uitreiken".
De burgemeester feliciteerde hier
na de beide jubilarissen met deze
onderscheidingen, alsook de directie
van Timtur met de eer, die aan haar
werknemers te beurt viel.
Zowel tijdens de toespraak van
de heer Klijberg als de uitreiking
van de onderscheidingen door de
burgemeester, werden de voornaam
ste ogenblikken op de gevoelige
plaat vastgelegd, waarna met alle
aanwezigen nog een groepsfoto werd
gemaakt.
Na het ronddienen van de ere-
wijn op de gezondheid van de beide
jubilarissen, kreeg de heer M. Adri-
aanse het woord, die namens de col
lega's chefs van dec bovenwerk-af
deling mej. Trommels woorden van
felicitatie en hulde toesprak, waar
bij hij even in herinnering bracht
't moment waarop spreker in dienst
trad bij Timtur en als leerling van
mej. Trommels onder haar leiding
zijn eerste schreden zette in de
stikkerij. Spr. was haar zeer veel
dank verschuldigd voor de genoten
opleiding en de wijze waarop mej.
Trommels later als collega met hem
heeft samengewerkt, terwijl hij de
hoop uitsprak nog vele jaren met
haar te mogen blijven werken. Als
blijk van hulde bood hij mej. Trom
mels, namens de afdelingschefs van
de bovenwerk-afdeling, een origi
neel gedecoreerd bloemstuk aan, als
mede een cadeau onder couvert.
Als volgende in de rij van spre
kers trad naar voren de heer C. v. d.
Velden, die het op prijs stelde na
mens de Algemene Dienst de heer
Braspenning op deze jubeldag te
mogen complimenteren. Hij schil
derde de jubilaris als een zeer pret
tig collega, die steeds voor iedereen
klaar staat. In zeer geestige be
woordingen haalde de heer v. d.
Velden enkele komische voorvallen
aan uit de loopbaan van de heer
Braspenning.
„Wij hebben gemeend", aldus spr.,
„deze dag niet onopgemerkt voorbij
te mogen laten gaan, zodat het mij
een eer is u namens de kleine groep
van de Algemene Dienst een be
scheiden geschenk te mogen aanbie
den in de vorm van een cadeau on
der couvert, waaraan door uzelf een
zekere bestemming zal worden ge
geven".
Ook tot mevr. Braspenning wer
den hartelijke woorden van felicita
tie gesproken, terwijl haar een fleu
rig bloemstukje werd aangeboden.
Tot slot sprak de heer Vink, voor
zitter van de Afdelingskas van het
Ziekenfonds, tot mej. Trommels, die
op deze dag in feite een dubbel ju
bileum vierde. Naast haar 40-jarig
dienstjubileum herdacht zij tevens
het feit dat zij gedurende 25 jaren
bestuurslid van het Ziekenfonds is.
In een gloedvolle speech belichtte
de heer Vink de zeer belangrijke
functie welke mej. Trommels in
deze heeft vervuld.
„Het bestuur van het Ziekenfonds
heeft dan ook gemeend", zo sprak
de heer Vink, „u een blijvende her
innering te moeten aanbieden",
waarna hij een zeer artistiek ver
vaardigd souvenir onthulde in de
vorm van een miniatuur stikmachi
ne, geheel natuurgetrouw en mecha
nisch uitgevoerd, waarbij, door de
machine in werking te stellen, de
felicitatie van het Ziekenfonds aan
zijn zilveren jubilaresse tot in leng
te van dagen naar voren wordt ge
bracht.
Na nog geruime tijd' in zeer
geanimeerde stemming bijeen te
zijn geweest, sprak de heer Braspen
ning zijn dankwoord, mede namens
mej. Trommels. Op de eerste plaats
ging zijn dank uit naar H.M. de Ko
ningin voor de ontvangen onder-
scheiding, naar de burgemeester
voor zijn bemoeiingen hieraan ver
bonden, de zeer sympathieke woor
den tot hen beiden gesproken. Ver
volgens bracht hij dank aan de di
rectie voor de ontvangen cadeaux
en speciaal de heer Klijberg voor de
waarderende woorden tot mejuffr.
Trommels en hemzelf gesproken;
verder de andere sprekers voor de
aangeboden cadeaux en gelukwen
sen van de resp. collega's ontvan
gen, en het Ziekenfonds voor de
hulde aan mej. Trommels gebracht.
Ook betrok hij in zijn dankwoord
mevr. Aarts voor de hem betoonde
belangstelling, de heren bedrijfslei
ders voor de prettige samenwerking
en verder alle aanwezigen voor de
betoonde hulde.
Na nog eenmaal 't glas te hebben ge
heven, ging 't gezelschap in een ver
gevorderd avonduur uiteen, waarna
de feestelijkheden in de huiselijke
kring werden voortgezet.
v
34).
Angelico en Diavolo besloten
de koe onverwijld bij haar horens
te vatten en per eerste reisgele
genheid naar Italië te vertrekken.
Het mocht dan misschien al fris
zijn in die koelwagen, maar dat
gaf niet, want ze hadden dikke
jassen met bontkragen aan en
'van de honger zouaen ze heslist
óók niet omkomen. De twee
schurken besloten te wachten tot
de duisternis inviel. Dan zouden
ze overgaan tot de operatie Ka
rei Kleuntjes. Doch als inleiden
de maatregel begonnen, ze de ar
me Karei maar vast uit het ijs te
trekken. Ze droegen hem uit de
vrachtauto en zetten hem recht
overeind tegen de zijwand van
dat geval. Dikke Diavolo haalde
vervolgens uit Karel's eigen voet
bal kof icrt je een handdoek, waar
mee hij de arme, koude kerel van
het overtollige ijs begon te ont
doen. Karei zei niks, want hij
was bijna bevroren. Rustig liet
bij blokjas begaan. Intussen was
Angelico naar de koelwagen ge
gaan alwaar bij zijn kundigheden
als oud-inbreker even te pas
bracht. Behendig manipuleerde
hij met een ijzerdraadje en tegen
zijn kunde bood het slot niet
lang weerstand, waarmee overi
gens niet beweerd wil zijn, dat
inbrekers de juiste lieden zijn om
het keurig-nette beroep van voet
balronselaar op te vatten. - Toen
hel helemaal donker was gewor
den, brachten Angelico en Diavo
lo dc arme Karei Kleuntjes naar
de koelwagen. Beleefd schoof
snorremans de deuren open. In
bet interieur van, de wagen werd
een hele stapel kisten zichtbaar,
alle gevuld met lekkere appelen.
En in de verte schenen de grote
lampen van het emplacement
vredig neer, onwetend van de
schurkerijen, die werden uitge-
I westen op de grond lag, terwijl
Le Coq over de lessenaar hing,
waarbij de Faramond met de te
lefoon bezig was. Ik sprong naar
binnen. Hij zag me aankomen,
liet de telefoon vallen en trachtte
1 een lade open te trekken. Ik had
geen enkel wapen bij me, maar
zag de revolver van Jules vlak
voor mijn voeten op de grond
liggen. Snel raapte ik ze op en
mikte nu op de Faramond.
„Handen op", sprak ik. „En
vlug of ik schiet je neer."
Hij gehoorzaamde als een
schooljongen.
„Ga in die hoek staan, snel",
beval ik.
Hij deed wat ik zei, waarna ik
op de lessenaar toetrad en de pa
pieren bij elkaar raapte. De Fa
ramond zag wat ik deed en liet 'n
woeste kreet horen. Een ogenblik
dacht ik dat hij zich op me wilde
werpen, maar ik hield mijn revol
ver op hem gericht en hij wist
zich te beheersen. Ik liep naar
Jules toe. Naast hem zag ik een
zware presse-papier liggen en
over het hoofd van Jules liep een
gevaarlijk uitziende snede. Ter
wijl ik nadacht over wat me nu
te doen stond, hoorde ik iemand
heftig aan de deur kloppen en
dan klonk de stein van Mimi, be
vend van angst:
„Doe open, oh, doe toch open."
De sleutel stak in het slot en
snel draaide ik hem 0111. Mimi
kwam binnen. Even richtten zich
haar ogen op mij, op Le Coq en
op Jules, dan vestigden ze zich
op Henri de Faramond. Ze fluis
terde:
„Ben je van plan hem te do
den?"
„Neen", antwoordde ik, „ik
houd mijn belofte. Ik kwam hier
heen 0111 hem tegen Jules te be
schermen... Ik weet niet precies
wat er gebeurd is, maar ik geloof
niet dat Jules de aanvaller was,
hoewel hij Le Coq neergeschoten
moet hebben terwijl hij zelf viel."
„Is hij dood?" vroeg ze angstig.
Dat wist ik zelf op dat moment
nog niet. De schurk verdiende de
dood ongetwijfeld, maar op dit
ogenblik zou zoiets ons niet erg
te pas komen. Ik stapte op hem
toe en onderzocht hem vluchtig.
Dc kogel was door zijn schouder
gegaan en hoewel hij er een tijdje
door buiten gevecht was gesteld,
leek de wond me niet gevaarlijk.
„Hij zal er niet aan sterven",
deelde ik mede.
„Goddank", fluisterde Mimi.
,En Jules? Ik hoop dat ook hij
niet erg gewond is. Moeten we
niet weg?"
Het leek me inderdaad de hoog
ste tijd toe en met de revolver in
de hand pakte ik Jules zo goed
en zo kwaad het ging van de
grond op waarna ik achterwaarts
de kamer verliet. Mimi hield zich
tussen mij en haar vader, die
evenwel geen pogingen deed ons
vertrek te verhinderen.
„Een mjnuut later begreep ik,
waarom hij zich zo kalm hield,
want toen we het venster pas
seerden, zag ik de schurk weer
aan de telefoon staan. Ik kon wel
begrijpen met wie hij wilde spre
ken. En Mimi begreep het even
eens.
„O, laten we voortmaken", zei
ze gejaagd.
Het was helemaal niet nodig,
mij tot meer spoed aan te manen.
Ik wist dat, als de politie vlug
wist te handelen, onze redding 'n
kwestie van seconden zou zijn.
Toen we 't rijtuig bereikten, was
ik op van het snelle lopen, want
Jules is zwaarder dan je zou den
ken. De politie schijnt inderdaad
geen seconde verloren te hebben
laten gaan. Onderweg passeerde
ons een ander rijtuig, waarin ik
een paar uniformen kon onder
scheiden. Maar Jules lag goed
verborgen op de bodem van het
rijtuig en het schijnt dat de Fa
ramond zich geen tijd gegund
heeft nadere bijzonderheden me
de te delen, want ze hielden ons
niet aan, waarschijnlijk omdat ze
Mimi naast me zagen, zodat ze
ons voor een paartje hielden, dat
een rij toertje maakte. Ik begreep
echter dat ze ons spoedig genoeg
achterna zouden komen en ik
spoorde de koetsier tot de groot
ste spoed aan. De rest weet je
reeds."
„We hebben verdraaid in angst
gezeten, toen je zo lang uitbleef.
We dachten al dat het met je ge
daan was", sprak Sandy.
„Heb je die bekentenis mee
kunnen nemen, Dudley", infor
meerde Harborough.
„Ja, hier is ze... Maar ik be
twijfel sterk of we er iets aan
hebben, afgedwongen als ze is on
der bedreiging met 'n revolver!"
Hij haalde een paar verkreu
kelde stukken papier uit zijn zak
en overhandigde die aan Harbo
rough, die ze zorgvuldig glad
streek en nieuwsgierig begon te
lezen. Plotseling liet hij een ver
baasde kreet horen.
„Wat een handige schurk!"
„Wat bedoel je?" informeerde
Langdon snel.
„Hier heeft hij iets geschreven,
dat hij vast niet aan Jules voor
gelezen heeft. Het staat vlak on
der het andere, op de plek waar
Le Coq moest tekenen, zodat hij
het onder zijn ogen zou krijgen
als hij de pen op 't papier zette".
„Wat is het?" vroeg Sandy
Muir. „Vertaal het eens voormiij,
ik ben niet zo geleerd".
Harborough vertaalde: „Die
Apache zal geen genade kennen.
Hij zal ons zeker vermoorden als
we getekend hebben. Tienduizend
francs als u ons beiden redt. De
presse-papier is een beel handig
wapen
„Hij schijnt niet gemakkelijk
te overtroeven zijn, de verrader",
meende Harborough, toen hij
klaar was. „Maar dit papiertje
kon hem nog wel eens moeilijk
heden bezorgen, ondanks het
feit dat de bekentenis afgedwon
gen is".
„Heel goed mogelijk, maar..."
Zachte schreden klonken over
het dek en toen Langdon zich
snel omwendde, zag hij Mimi, die
naar hem toekwam. In het licht
van een scheepslantaarn kon hij
zien hoe bleek haar gezichtje
was maar haar ogen glansden.
Hij stond van zijn stoel op en
ging haar tegemoet.
„Kom mee, hierheenfluis
terde hij, haar bij de arm ne
mend.
Hij voerde haar tot buiten de
gezichtskring der anderen. In de
schaduw van een sloep nam hij
haar in zijn armen.
Beiden wendden hun blik naar
de snel verdwijnende lichten van
Cayenne. In het zwakke licht van
de sterren konden ze vaag de om
trekken der drie eilanden onder
scheiden Royale, Joseph en
Du Diable, het graf der zielen.
Hij voelde haar in zijn armen
huiveren, en hij drukte een kus
op haar lippen.
„Alles is nu voorbij, liefste",
fluisterde hij. „Een nieuw leven
ligt voor ons open".
„Ja, Goddank", fluisterde ze
terug.
Zwijgend stonden ze een tijdje
naast elkaar. De eilanden zonken
weg in de donkere nacht, de lich
ten van Cayenne verduisterden
en de opstekende wind streek
met zijn levenbrengende adem
door de touwen. Langdon begon
te neuriën:
„To, to, to! ca, qui la?
C'est moin-méme, lanmou,
Qui ka ba on khè moin!"
„Wat betekent dat?" vroeg Mi
mi fluisterend. „Waar heb je dat
geleerd?"
„Jules zong het vaak in dc ge
vangenis; en in het meest hope
loze uur van mijn leven, bracht
dit liedje mij nieuwe hoop. En
nu weet ik, dat die hoop geheel
bewaarheid is geworden".
Hij drukte haar vaster tegen
zich aan en zong met zachte stem
zijn vertaling van het liedje van
Henrillia:
„To, to, to! Wie is daar?
Ik ben het zelf, de liefde,
Open wijd de deur voor mij
Langzaam verzonken de lich
ten van Cayenne, de plaats der
verdoemenis, in zee, en boven
hun hoofden schitterden met fel
licht de eeuwige sterren, stralen
de symbolen van nooit stervende
hoop.
EINDE
„LIEFDE IN DE STORM".
In ons volgend nummer
begint een nieuw feuille
ton, getiteld „Liefde in de
Storm" van de Engelse
schrijfster Eleanor Elliot
Carroll. Het is een warm
menselijk verhaal, waarin
romantiek en spanning
hand in hand gaan en dat
onze lezeressen en lezers,
naar wij mogen verwach
ten, dan ook ongetwijfeld
op hoge prijs zullen stellen
van
COPYRIGHT STUDIO AVAH