Ps De Vluchteling BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PR0F TWEE KONINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN. DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN DINSDAG 19 MEI 1959 ken voorlopig niet in Bremen zul- veel gekocht hebben en zeker tot eind 1959 vol met Sumatra-tabak ^De^Deli en Senembah Maat schappijen hebben vrijdag bij het Oberlandesgericht" te Bremen beroep doen aantekenen tegen t op 21 april door het Landgericht gewezen vonnis, aldus meldt Al PIERRE KEMP WINT P. C. HOOFTPRIJS. Op advies van een jury» be,~ staande uit de heren prof dr G- Stuiveling, voorzitter. Adr. lor riën, Max Nord, Adr. Roland Holst en Jan Wit, leden ei H L Michaël, secretaris heeft de staatssecretaris van O. K. en W. kenü aan neuc tricht, voor diens gehele dichter lijke oeuvre. De traditmnele uit- reiking van de prijs op het Mui derslot zal ditmaal niet kunnen gebeuren, omdat de gezondheids toestand van de bekroonde dich ter niet toelaat dat hij naar Mui den reist. ARKA MAAKT BEZWAAR TEGEN GEMEENTELIJKE BEZOLDIGING. De ARKA zal binnenkort te be stemder plaatse het gemeentelijk bezoldigingssysteem aan de or e stellen. Zij betreurt het wegval len van een beredeneerde basis van de bezoldiging en de bezoldi gingsverhoudingen. Dit heelt voorzitter van de ARKA, de heer J J Loerakker, donderdagavond op de jaarvergadering der vereni ging in Nijmegen meegedeeld. Protest tekende de heer Loer akker aan tegen de omstandig heid, dat de gemeente-ontvangers nog altijd in salarisverbetering zijn achtergebleven. Hij betreur de het dat de ARKA praktisch al leen staat in de strijd 0111 de pro gressieve kindertoelagen. ,,Met de grootste vasthoudendheid, zo zei hij, zal de ARKA de strijd tot het uiterste blijven volhouden. De ARKA-voorzitter besprak ook de samenwerking met andere organisaties. Hij zei onder meer, dat de KARO niet bang behoeft te zijn, dat enig verzoek 0111 sa menwerking teneinde de positie van het overheidspersoneel beter te kunnen dienen, door de ARKA zal worden afgewezen. „Wij zou den de KABO er echter voor wil len waarschuwen dat hij ons het vuur niet te na aan de schenen moet leggen. Wanneer de KABO ons in het gemeentevlak wil trachten te isoleren, dan dient hij er rekening mee te houden, dat in dit isolement onze kracht wel eens zou kunnen liggen", aldus de heer Loerakker. K.A.B. WIL TERSTOND VRIJERE LOONVORMING. Uitgaande van de unanieme stellingname van de SER, dat de ontwikkeling „een duidelijke in dicatie geeft van de mogelijkheid van een verruiming van de beste dingen in de komende jaren", komt het ons uitermate vreemd voor, dat een gedeelte van de SER op loongenied thans niet verder wil gaan dan een verwer king van de bestaande huurbij- slag en voorts „een zekere vrij heid ten aanzien van enige afron- Feuilleton „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" van Cayenne Door: Ottwell Binns 74) „Zeer goed, de Faramond. Ik kan zien, dat je nog niet vergeten bent, dat je vroeger advocaat was. Onderteken nu... en nu jij, Le Coq, denk er aan, geen kunst jes." „Ik stond achter de deur, be vreesd voor hetgeen zou gebeu ren nadat de twee kerels onderte kend zouden hebben, maar mach teloos om tussenbeide te komen. Ik kende Jules door en door en wist wat hij in het bagno door staan had, evenals ik zelf. Ik was overtuigd dat hij, ondanks de kalme toon waarop hij sprak, in nerlijk krankzinnig was van haat; dat hij goed in staat was de Faramond bij de nek te grijpen en hem als een hond door de her sens te schieten. Het bleef onder tussen enige minuten stil in de kamer, terwijl naar ik veronder stelde de twee mannen hun hand tekening onder de bekentenis plaatsten. Dan schoot de stem van Jules weer uit, trillend van drift: „Wel verDacht je dat, idi oot." „Ik hoorde iets zwaars tegen de deur aanbotsen, de revolver ging op hetzelfde moment af en toen klonk het geluid van twee vallende lichamen. Met kracht wierp ik me tegen de deur, maar ze was te sterk gebouwd. Toen dacht ik aan het openstaande raam, en als de wind snelde ik naar buiten. Voor het venster ge komen zag ik dat Jules buiten uingen en aanpassingen in ver band met de in de bedrijfstak meest wenselijk geachte loon- structuur". Die afrondingen en aanpassingen worden nader be cijferd en men moet die cijfers zeer welwillend lezen, anders haalt men er zelfs niet eens een verwerking van de huurbijslag uit. Dit alles maakt een zeer be nauwende indruk en de klap op de vuurpijl komt als men ziet dat dit geheel nota bene is geschre ven in de bewoordingen van een door ons bepleite vrijere loonpo litiek. Deze opmerkingen maakte drs. Th. Coppes adjunct-directeur van het wetenschappelijk adviesbu reau van de KAB in de vrijdag te Utrecht gehouden buitengewone verbondsraadsvergadering van de KAB, die was gewijd aan het in 1959 en 1960 te voeren sociaal- economische beleid, gezien tegen de achtergrond van het jongste advies van de SER. Voor de loonvorming wil de KAB om drie redenen van de na tionale ruimteberekeningen af stappen: 1. omdat die loonvor ming economisch en sociaal ge vaar! iik is; 2. omdat een derge lijk systeem altijd achter de fei ten aanloopt; 3. omdat deze loon vorming leidt tot een passieve houding inzake de produktivi- teitsontwikkeling. Dubbel veertig-jarig jubileum bij Timtur Op 14 mei herdachten mej. C. Trommels en de heer W. Braspen ning de dag waarop zij voor 40 ja ren in dienst traden bij de N.V. Timtur. Voor de feestelijke herdenking hiervan werd mej. Trommels, chef van de stikkerij, na aan haar woning te zijn afgehaald, om 5 uur in de cantine ontvangen door het volledig personeel van de stikkerij, waar haar bij monde van mej. J. Pullens woorden van felicitatie werden toe gesproken namens het stikkerij-per soneel. Spreekster bracht mejuffr. Trommels dank voor de prettige lei ding welke zij aan haar personeel steeds weet te geven en wenste haar in hartelijke bewoordingen geluk met dit zeldzaam jubileum. Als stof felijk blijk van waardering bood zij namens haar collega's een infraphil- lamp aan, daarbij de wens uitspre kende dat het niet nodig moge zijn hiervan veel gebruik te maken, doch deze alleen aan te wenden tot bevordering van haar gezondheid en aldus nog vele jaren haar beste krachten aan Timtur te geven. Mej. Trommels dankte hierna spreekster voor de sympathieke woorden en alle schenksters en schenkers van dit zeer gewaardeer de cadeau voor hun gulle gave. Hierna werden mej. Trommels en de heer Braspenning, deze laatste vergezeld van zijn echtgenote en dochter, ontvangen door de directie der N.V., staf en bedrijfsleiding, chefs van de bovenwerk-afdeling, volledig personeel van de algemene dienst, alsmede het bestuur van de afdelingskas' van het Timtur-zieken- fonds, terwijl beide jubilarissen de eer te beurt viel de edelachtbare heer burgemeester onder de aanwe zigen te mogen aantreffen. Het woord het eerst richtend tot mej. Trommels, sprak de heer Klij- berg, directeur, een gelukwens uit bij gelegenheid van dit jubileum, hierbij memorerende dat zij reeds op de zeer jeugdige leeftijd van 19 jaar tot chef werd bevorderd en thans een prachtige staat van dienst ach ter zich heeft als controleuse en chef van de stikkerij. De heer Klijberg dankte haar voor de vele jaren van plichtsgetrouw en zeer arbeidzaam leven en sprak de hoop uit dat zij dit nog vele jaren zal mogen blijven doen op dezelfde voorbeeldige wijze. Als blijk van waardering bood de heer Klijberg de jubilaresse de gou den Timtur-eremedalje aan, alsmede cadeau onder couvert en een bloem- bouquet. Zich richtend tot de heer W. Bras penning, liet de heer Klijberg de levensloop van de jubilaris de revue passeren, waarvan uit de overleve ring bekend is dat hij als jongeman in dienst trad, aanvankelijk als ma chinist, doch al spoedig chauffeur werd, voornamelijk in dienst van de familie Timmermans, waarbij hij door middel van de vele grote bui tenlandse autotochten de laatste le vensjaren van wijlen de heer B. Timmermans belangrijk wist te ver aangenamen. Deel uitmakend van de z.g. „Algemene dienst", in interne kringen ook wel met een andere zeer typische titel benaamd, heeft de heer Braspenning dan ook steeds blijk gegeven een zeer betrouwbaar en accuraat persoon te zijn, voor welke verdienste de heer Klijberg hulde en dank bracht en zijn waar dering vergezeld liet gaan van de gebruikelijke gouden Timtur-ereme dalje, cadeau onder couvert, alsme de bloemen voor mevr. Braspen ning. Hierna kreeg de edelachtbare heer burgemeester het woord en sprak zijn vreugde uit over het feit dat hij door de directie van Timtur van dit zeldzaam dubbele jubileum in ken nis werd gesteld en thans in de ge legenheid was dit feestelijk gebeu ren mede te maken. „De heer Klijberg", zo vervolgde spreker, „heeft reeds uw belangrijke staat van dienst met de nodige va riaties en accenten gememoreerd, welke zodanig is geweest dat niet anders dan met groot geluk hierop kan worden teruggezien. De ver houding tussen werkgeefster en werkneemster resp. werknemer is wel zodanig geweest dat gij u hier mede altijd gelukkig en tevreden hebt gevoeld, terwijl ook de directie te uwen opzichte eenzelfde mening is toegedaan. Ik kwam dan ook gaarne hier", zo vervolgde de edel achtbare heer burgemeester, „om u beiden geluk te wensen met dit wel zeer zeldzaam feest, daar een 40-ja rig jubileum in belangrijke mate waardering vóór en een zekere ver knochtheid aan het bedrijf demon streert. Gij hebt beiden uw eigen plaats vervuld, welke plaats door de goede dienstvervulling wel zo be langrijk is, dat op een dag als deze er reden is eens heel nadrukkelijk te stellen dat een 40-jarig jubileum tevens een grote maatschappelijke verdienste is, reden waarom 't H.M. de Koningin heeft behaagd u beiden te begiftigen met de ere-medalje, verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau, en het verheugt mij boven mate u, mej. Trommels en u, heer Braspenning, hiervan in kennis te kunnen stellen en u deze eretekenen te mogen uitreiken". De burgemeester feliciteerde hier na de beide jubilarissen met deze onderscheidingen, alsook de directie van Timtur met de eer, die aan haar werknemers te beurt viel. Zowel tijdens de toespraak van de heer Klijberg als de uitreiking van de onderscheidingen door de burgemeester, werden de voornaam ste ogenblikken op de gevoelige plaat vastgelegd, waarna met alle aanwezigen nog een groepsfoto werd gemaakt. Na het ronddienen van de ere- wijn op de gezondheid van de beide jubilarissen, kreeg de heer M. Adri- aanse het woord, die namens de col lega's chefs van dec bovenwerk-af deling mej. Trommels woorden van felicitatie en hulde toesprak, waar bij hij even in herinnering bracht 't moment waarop spreker in dienst trad bij Timtur en als leerling van mej. Trommels onder haar leiding zijn eerste schreden zette in de stikkerij. Spr. was haar zeer veel dank verschuldigd voor de genoten opleiding en de wijze waarop mej. Trommels later als collega met hem heeft samengewerkt, terwijl hij de hoop uitsprak nog vele jaren met haar te mogen blijven werken. Als blijk van hulde bood hij mej. Trom mels, namens de afdelingschefs van de bovenwerk-afdeling, een origi neel gedecoreerd bloemstuk aan, als mede een cadeau onder couvert. Als volgende in de rij van spre kers trad naar voren de heer C. v. d. Velden, die het op prijs stelde na mens de Algemene Dienst de heer Braspenning op deze jubeldag te mogen complimenteren. Hij schil derde de jubilaris als een zeer pret tig collega, die steeds voor iedereen klaar staat. In zeer geestige be woordingen haalde de heer v. d. Velden enkele komische voorvallen aan uit de loopbaan van de heer Braspenning. „Wij hebben gemeend", aldus spr., „deze dag niet onopgemerkt voorbij te mogen laten gaan, zodat het mij een eer is u namens de kleine groep van de Algemene Dienst een be scheiden geschenk te mogen aanbie den in de vorm van een cadeau on der couvert, waaraan door uzelf een zekere bestemming zal worden ge geven". Ook tot mevr. Braspenning wer den hartelijke woorden van felicita tie gesproken, terwijl haar een fleu rig bloemstukje werd aangeboden. Tot slot sprak de heer Vink, voor zitter van de Afdelingskas van het Ziekenfonds, tot mej. Trommels, die op deze dag in feite een dubbel ju bileum vierde. Naast haar 40-jarig dienstjubileum herdacht zij tevens het feit dat zij gedurende 25 jaren bestuurslid van het Ziekenfonds is. In een gloedvolle speech belichtte de heer Vink de zeer belangrijke functie welke mej. Trommels in deze heeft vervuld. „Het bestuur van het Ziekenfonds heeft dan ook gemeend", zo sprak de heer Vink, „u een blijvende her innering te moeten aanbieden", waarna hij een zeer artistiek ver vaardigd souvenir onthulde in de vorm van een miniatuur stikmachi ne, geheel natuurgetrouw en mecha nisch uitgevoerd, waarbij, door de machine in werking te stellen, de felicitatie van het Ziekenfonds aan zijn zilveren jubilaresse tot in leng te van dagen naar voren wordt ge bracht. Na nog geruime tijd' in zeer geanimeerde stemming bijeen te zijn geweest, sprak de heer Braspen ning zijn dankwoord, mede namens mej. Trommels. Op de eerste plaats ging zijn dank uit naar H.M. de Ko ningin voor de ontvangen onder- scheiding, naar de burgemeester voor zijn bemoeiingen hieraan ver bonden, de zeer sympathieke woor den tot hen beiden gesproken. Ver volgens bracht hij dank aan de di rectie voor de ontvangen cadeaux en speciaal de heer Klijberg voor de waarderende woorden tot mejuffr. Trommels en hemzelf gesproken; verder de andere sprekers voor de aangeboden cadeaux en gelukwen sen van de resp. collega's ontvan gen, en het Ziekenfonds voor de hulde aan mej. Trommels gebracht. Ook betrok hij in zijn dankwoord mevr. Aarts voor de hem betoonde belangstelling, de heren bedrijfslei ders voor de prettige samenwerking en verder alle aanwezigen voor de betoonde hulde. Na nog eenmaal 't glas te hebben ge heven, ging 't gezelschap in een ver gevorderd avonduur uiteen, waarna de feestelijkheden in de huiselijke kring werden voortgezet. v 34). Angelico en Diavolo besloten de koe onverwijld bij haar horens te vatten en per eerste reisgele genheid naar Italië te vertrekken. Het mocht dan misschien al fris zijn in die koelwagen, maar dat gaf niet, want ze hadden dikke jassen met bontkragen aan en 'van de honger zouaen ze heslist óók niet omkomen. De twee schurken besloten te wachten tot de duisternis inviel. Dan zouden ze overgaan tot de operatie Ka rei Kleuntjes. Doch als inleiden de maatregel begonnen, ze de ar me Karei maar vast uit het ijs te trekken. Ze droegen hem uit de vrachtauto en zetten hem recht overeind tegen de zijwand van dat geval. Dikke Diavolo haalde vervolgens uit Karel's eigen voet bal kof icrt je een handdoek, waar mee hij de arme, koude kerel van het overtollige ijs begon te ont doen. Karei zei niks, want hij was bijna bevroren. Rustig liet bij blokjas begaan. Intussen was Angelico naar de koelwagen ge gaan alwaar bij zijn kundigheden als oud-inbreker even te pas bracht. Behendig manipuleerde hij met een ijzerdraadje en tegen zijn kunde bood het slot niet lang weerstand, waarmee overi gens niet beweerd wil zijn, dat inbrekers de juiste lieden zijn om het keurig-nette beroep van voet balronselaar op te vatten. - Toen hel helemaal donker was gewor den, brachten Angelico en Diavo lo dc arme Karei Kleuntjes naar de koelwagen. Beleefd schoof snorremans de deuren open. In bet interieur van, de wagen werd een hele stapel kisten zichtbaar, alle gevuld met lekkere appelen. En in de verte schenen de grote lampen van het emplacement vredig neer, onwetend van de schurkerijen, die werden uitge- I westen op de grond lag, terwijl Le Coq over de lessenaar hing, waarbij de Faramond met de te lefoon bezig was. Ik sprong naar binnen. Hij zag me aankomen, liet de telefoon vallen en trachtte 1 een lade open te trekken. Ik had geen enkel wapen bij me, maar zag de revolver van Jules vlak voor mijn voeten op de grond liggen. Snel raapte ik ze op en mikte nu op de Faramond. „Handen op", sprak ik. „En vlug of ik schiet je neer." Hij gehoorzaamde als een schooljongen. „Ga in die hoek staan, snel", beval ik. Hij deed wat ik zei, waarna ik op de lessenaar toetrad en de pa pieren bij elkaar raapte. De Fa ramond zag wat ik deed en liet 'n woeste kreet horen. Een ogenblik dacht ik dat hij zich op me wilde werpen, maar ik hield mijn revol ver op hem gericht en hij wist zich te beheersen. Ik liep naar Jules toe. Naast hem zag ik een zware presse-papier liggen en over het hoofd van Jules liep een gevaarlijk uitziende snede. Ter wijl ik nadacht over wat me nu te doen stond, hoorde ik iemand heftig aan de deur kloppen en dan klonk de stein van Mimi, be vend van angst: „Doe open, oh, doe toch open." De sleutel stak in het slot en snel draaide ik hem 0111. Mimi kwam binnen. Even richtten zich haar ogen op mij, op Le Coq en op Jules, dan vestigden ze zich op Henri de Faramond. Ze fluis terde: „Ben je van plan hem te do den?" „Neen", antwoordde ik, „ik houd mijn belofte. Ik kwam hier heen 0111 hem tegen Jules te be schermen... Ik weet niet precies wat er gebeurd is, maar ik geloof niet dat Jules de aanvaller was, hoewel hij Le Coq neergeschoten moet hebben terwijl hij zelf viel." „Is hij dood?" vroeg ze angstig. Dat wist ik zelf op dat moment nog niet. De schurk verdiende de dood ongetwijfeld, maar op dit ogenblik zou zoiets ons niet erg te pas komen. Ik stapte op hem toe en onderzocht hem vluchtig. Dc kogel was door zijn schouder gegaan en hoewel hij er een tijdje door buiten gevecht was gesteld, leek de wond me niet gevaarlijk. „Hij zal er niet aan sterven", deelde ik mede. „Goddank", fluisterde Mimi. ,En Jules? Ik hoop dat ook hij niet erg gewond is. Moeten we niet weg?" Het leek me inderdaad de hoog ste tijd toe en met de revolver in de hand pakte ik Jules zo goed en zo kwaad het ging van de grond op waarna ik achterwaarts de kamer verliet. Mimi hield zich tussen mij en haar vader, die evenwel geen pogingen deed ons vertrek te verhinderen. „Een mjnuut later begreep ik, waarom hij zich zo kalm hield, want toen we het venster pas seerden, zag ik de schurk weer aan de telefoon staan. Ik kon wel begrijpen met wie hij wilde spre ken. En Mimi begreep het even eens. „O, laten we voortmaken", zei ze gejaagd. Het was helemaal niet nodig, mij tot meer spoed aan te manen. Ik wist dat, als de politie vlug wist te handelen, onze redding 'n kwestie van seconden zou zijn. Toen we 't rijtuig bereikten, was ik op van het snelle lopen, want Jules is zwaarder dan je zou den ken. De politie schijnt inderdaad geen seconde verloren te hebben laten gaan. Onderweg passeerde ons een ander rijtuig, waarin ik een paar uniformen kon onder scheiden. Maar Jules lag goed verborgen op de bodem van het rijtuig en het schijnt dat de Fa ramond zich geen tijd gegund heeft nadere bijzonderheden me de te delen, want ze hielden ons niet aan, waarschijnlijk omdat ze Mimi naast me zagen, zodat ze ons voor een paartje hielden, dat een rij toertje maakte. Ik begreep echter dat ze ons spoedig genoeg achterna zouden komen en ik spoorde de koetsier tot de groot ste spoed aan. De rest weet je reeds." „We hebben verdraaid in angst gezeten, toen je zo lang uitbleef. We dachten al dat het met je ge daan was", sprak Sandy. „Heb je die bekentenis mee kunnen nemen, Dudley", infor meerde Harborough. „Ja, hier is ze... Maar ik be twijfel sterk of we er iets aan hebben, afgedwongen als ze is on der bedreiging met 'n revolver!" Hij haalde een paar verkreu kelde stukken papier uit zijn zak en overhandigde die aan Harbo rough, die ze zorgvuldig glad streek en nieuwsgierig begon te lezen. Plotseling liet hij een ver baasde kreet horen. „Wat een handige schurk!" „Wat bedoel je?" informeerde Langdon snel. „Hier heeft hij iets geschreven, dat hij vast niet aan Jules voor gelezen heeft. Het staat vlak on der het andere, op de plek waar Le Coq moest tekenen, zodat hij het onder zijn ogen zou krijgen als hij de pen op 't papier zette". „Wat is het?" vroeg Sandy Muir. „Vertaal het eens voormiij, ik ben niet zo geleerd". Harborough vertaalde: „Die Apache zal geen genade kennen. Hij zal ons zeker vermoorden als we getekend hebben. Tienduizend francs als u ons beiden redt. De presse-papier is een beel handig wapen „Hij schijnt niet gemakkelijk te overtroeven zijn, de verrader", meende Harborough, toen hij klaar was. „Maar dit papiertje kon hem nog wel eens moeilijk heden bezorgen, ondanks het feit dat de bekentenis afgedwon gen is". „Heel goed mogelijk, maar..." Zachte schreden klonken over het dek en toen Langdon zich snel omwendde, zag hij Mimi, die naar hem toekwam. In het licht van een scheepslantaarn kon hij zien hoe bleek haar gezichtje was maar haar ogen glansden. Hij stond van zijn stoel op en ging haar tegemoet. „Kom mee, hierheenfluis terde hij, haar bij de arm ne mend. Hij voerde haar tot buiten de gezichtskring der anderen. In de schaduw van een sloep nam hij haar in zijn armen. Beiden wendden hun blik naar de snel verdwijnende lichten van Cayenne. In het zwakke licht van de sterren konden ze vaag de om trekken der drie eilanden onder scheiden Royale, Joseph en Du Diable, het graf der zielen. Hij voelde haar in zijn armen huiveren, en hij drukte een kus op haar lippen. „Alles is nu voorbij, liefste", fluisterde hij. „Een nieuw leven ligt voor ons open". „Ja, Goddank", fluisterde ze terug. Zwijgend stonden ze een tijdje naast elkaar. De eilanden zonken weg in de donkere nacht, de lich ten van Cayenne verduisterden en de opstekende wind streek met zijn levenbrengende adem door de touwen. Langdon begon te neuriën: „To, to, to! ca, qui la? C'est moin-méme, lanmou, Qui ka ba on khè moin!" „Wat betekent dat?" vroeg Mi mi fluisterend. „Waar heb je dat geleerd?" „Jules zong het vaak in dc ge vangenis; en in het meest hope loze uur van mijn leven, bracht dit liedje mij nieuwe hoop. En nu weet ik, dat die hoop geheel bewaarheid is geworden". Hij drukte haar vaster tegen zich aan en zong met zachte stem zijn vertaling van het liedje van Henrillia: „To, to, to! Wie is daar? Ik ben het zelf, de liefde, Open wijd de deur voor mij Langzaam verzonken de lich ten van Cayenne, de plaats der verdoemenis, in zee, en boven hun hoofden schitterden met fel licht de eeuwige sterren, stralen de symbolen van nooit stervende hoop. EINDE „LIEFDE IN DE STORM". In ons volgend nummer begint een nieuw feuille ton, getiteld „Liefde in de Storm" van de Engelse schrijfster Eleanor Elliot Carroll. Het is een warm menselijk verhaal, waarin romantiek en spanning hand in hand gaan en dat onze lezeressen en lezers, naar wij mogen verwach ten, dan ook ongetwijfeld op hoge prijs zullen stellen van COPYRIGHT STUDIO AVAH

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1959 | | pagina 2