i p - O - *3 bi I 1 k J jV-J.um e n BRIGADIER PIET EN DE SEMI PROF Liefde in de storm groot... groter... grootst PEERLESS mm E ^15 5# TER KENNISMAKING iijddlj-k VAN^K(CT VOOR FIRMA W. TIMMERMANS en Zonen EEN MNL. KANTOORBEDIENDE 500 tot 600 paar damesschoenen per week ORIGINELE BIG-BEN /Haat... DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAaNDAG 22 JUNI 1959 OMO, DAT WAST PAS SMETTELOOS WIT! LOONSCHOENSTIKBEDRIJF PRACTISCH voor Uw Vacantie Voor JONG en OUD PLASTIC JASSEN en MANTELS diverse kleuren en prijzen HET HUIS VOOR GOEDE KLEDING H. Minke afwezig Feuilleton °®s wiv Nu ook in stiporpak! Dó.t is handig mevrouw, zo'n extra groot pak! Denk eens aan Uw grote washad U anders een paar pakken nodig, nu is één voldoende. En wat practisch is zo'n heel groot pak voor allerlei wasjes en werkjes! Veel minder kans nu, dat Omo net op is, als U 't het meest nodig hebt. Haast U Uw eerste Omo superpak te halen! Tijdelijk is •ieder superpak 21 cent voordeliger! 89 c* ASSURANTIËN Gebouw ,,Noord Braband", Waalwijk vraagt voor spoedige indiensttreding voor de boekhouding Min. vereiste Mulo-diploma Schriftelijke sollicitaties aan het kantoor der firma. heeft nog gelegenheid voor het stikken van Brieven onder no. 1141 aan het bur. v. d. blad. Voor DAMES en HEREN QQ REEDS VANAF O* BORDINIE, de Internationaal bekende telepaath en helder ziende, heeft a.s. vrijdag 26 juni spreekuur in Café La- Gaité, Piusplein 19 te Tilburg, tel. 21235, van 107 uur. Bordinie zegt U alles wat U weten wilt. Persverslagen uit binnen- en buitenland ter in zage. Wachtkamer aanwezig. tandarts van 22 juni tot 12 juli Spoedgevallen: tandarts v. d. Wiel, Julianastraat 10, Waalwijk. (DE ROOY) Door rijksinkoopburoau erkend Laageinde 89/91 Telefoon 3118 WAALWIJK STENCIL WERK LICHTDRUKKEN FOTOCOPIEÊN gUWIELEN EN - ONDERDELEN Fa. A. A. FARO Grotestraat 1 5, Waalwijk MULDERS' Rijwielhandel St. Crispijnstraat 71Waalwijk Fa. C. A. v. d. SCHANS Heistraat 1 90, Capelle qö? COPVBKiMT STUDIO AVAN 44). „Hoezo... antwoord op mijn vraag?" vroeg de chauffeur, die er hoe langer hoe minder van be greep. „Ik zal het je uitleggen'' zei brigadier Piet. „Terwijl ieder een uitkeek naar een ijskarretje met wee Italianen, zat het hele stel in jouw auto. Zonder lastig gevallen te worden, reed jij dit terrein op. Toen al het personeel hier naar huis was gegaan, stap ten de schurken rustig uit en ver borgen ze het ijskarretje op het erf van boer Knolleneus. Begre pen?" „Ja, zo is 't misschien wel gebeurd" mompelde de chauf feur. „We hebben nu eenmaal geen nachtwaker, dus iedereen kan hier rondscharrelen zoveel hij wil". „Mooi", vervolgde de slimme brigadier. „Jullie opslag terrein ligt vlak naast 't spoor wegemplacement. Wat ligt er nu meer voor de hand dan dat die twee kerels met Karei hun toe vlucht hebben gezocht op het spoorwegterrein? Vermoedelijk hebben ze zich listig in een goe derenwagen verstopt en zijn ze doodleuk uit Bonckelhoven weg gereden". De chauffeur, die ennclijk goed naar de radio had geluisterd, krabde zich aandach tig en energiek op 't eigen hoofd. „Ik dacht, dat alle treinen gecon troleerd waren", merkte hij op. „De personentreinen wel", zei Piet somber. „Maar aan de goe derentreinen heeft natuurlijk nie mand gedacht. Nou, ik wil toch achter elkaar te weten komen of er vannacht een trein naar Italië is vertrokken". En nu volgde on ze slimme brigadier dezelfde weg die de twee Italianen nog maar zo kort geleden ook gevolgd had den. Behendig klauterde hij over het hek. Doch dit wekte de woe de op van ene Theodorus Vlam pijp, arbeidzaam machinist der spoorwegen. „Héla, smeris! Wat mot dat?" riep Theodorus nors. Ja ja... Theodorus had 'n kwade hui, want zijn vrouw had verge ten suiker in de koffie te doen, die hij meevoerde in het bekende, blauw geëmailleerde spoorweg- kannetje. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" door ELEANOR ELLIOT CARROLL Vertaling: Herman Antonsen 11). In de hut naast die van Gwynne lag Inez ook wakker met gebalde vuisten en opeengeklemde tanden om de kreten van woede te onder drukken, die ze anders zeker uitge stoten zou hebben. Ze had Gwynne in Robin's armen gezien. Ze was er getuige van geweest dat hij haar ge kust had. Hoe durfde dat brutale nest zich tussen haar en de man, met wie ze voornemens was te trou wen, te stellen? Zo'n onbetekenend roodharig schepsel zonder enige charme, die genadebrood van haar vader at, hoe kon die het wagen sa men met Robin in de vroege mor gen een tochtje door een vreemde stad te gaan maken? Hem te verlei den! Hem in te palmen! Hem zóver te brengen! Slechts met de uiterste inspanning van haar wilskracht was Inez er in geslaagd zich die avond in bedwang te houden. Het zou de zaak misschien alleen maar verhaas ten, als ze dat meisje liet bemerken dat ze er meer van gezien had. En haar ook maar één ogenblik uit het oog te verliezen, zou noodlottig kun nen worden. Robin was natuurlijk door het dolle heen en in zo'n gees testoestand deed een man onverant woordelijke dingen. Liet hij zich on ontwarbaar verstrikken. Hoe ver zouden ze al gegaan zijn? Robin was die middag zichtbaar on gedurig geweest. Hij had tegen ver lenging van hun uitstapje voortdu rend bezwaren gemaakt en zich niet I de minste moeite gegeven om ge- i dienstig te zijn. En ze moest toege ven dat Gwynne er in dat groene jurkje allersnoezigst had uitgezien. Dat meisje bezat het onweerstaan bare voorrecht van jong te zijn. Ze was nog pas negentien en Inez was negenentwintig. Binnen een jaar zou ze dertig zijn. Wat een verschrikke lijke gedachte. Inez was opgestaan en had al haar licht aangedraaid om zichzelf in de spiegel te bekijken. Met schrik zag ze de rimpels onder haar ogen, om haar neus en mond, tekenen van vroeg oud worden ten gevolge van te grote toegeeflijkheid voor zichzelf en van overgeprikkeld- heid. „Ik zie er naast haar oud uit", mompelde ze nijdig, „maar ze krijgt hem niet! Hij is van mij! Dat heb ik besloten, toen ik hem voor de eerste keer zag en ik zal niets ontzien om het tussen die twee uit te maken!" Woedend sloeg ze haar handen in een. Zo bleef ze een vol uur voor haar kaptafel zitten om haar plan nen te beramen. Eindelijk draaide ze het licht uit. „Ik heb gelukkig Margaret aan mijn zij staan", mompelde ze bij het weer in bed stappen. „Morgenoch tend moet ik allereerst met haar praten. We zullen er samen wel wat op vinden om er een eind aan te maken. Met vader praten geeft geen snars. Hij is dol op die meid en be schouwt het natuurlijk als een ver rukkelijke jonge liefde. Ik zou mijn tong wel kunnen afbijten als ik er aan denk, dat ik hen zelf bij elkaar gebracht heb!" Hoewel ze die nacht niet geslapen had, was Inez de volgende morgen vroeger op dan alle anderen. Rachel werd wakker van aanhoudend schel den en haastte zich naar haar toe. „U bent ziek, juffrouw Inez?" vroeg ze angstig bij het zien van het vaalgrauwe gezicht van Inez en van haar vreemd flikkerende ogen. „Moet ik juffrouw Cameron soms roepenof de dokter „Schei uit, idioot!" was het vinni ge antwoord. „Laat me praten. Je moet dadelijk mevrouw Maitland gaan wekken. Vraag, of ze dadelijk hierheen komt.... nog vóór 't ont bijt. Zeg maar, dat het van heel veel belang is. En daarna roep je juf frouw Cameron. Geef haar deze kaarten en mijn adressen boekje". Ze overhandigde haar kamenier een stapeltje prentkaarten, door haar in Panama gekocht. „Zeg, dat ik graag zou zien dat ze aan iedereen, wiens adres ze in dat boekje vindt, een kaart stuurt en dat ze dit dadelijk doet, nog voordat ze haar hut ver laat. Ze krijgt haar ontbijt daar wel gebracht". Margaret Maitland gaf gevolg aan de oproep en verscheen in een och tendjapon met een sleep. Ze keek nog slaperig en verwonderd uit haar ogen, maar haar loomheid verdween op slag toen ze naar het verhaal van Inez luisterde. Robin was voor de kinderloze vrouw zoveel als haar ei gen zoon. Ze had hem van jongsaf opgevoed' en hoopte, dat hij een schitterend huwelijk zou doen in de hoogste kringen. In geen geval zou ze stilzwijgend toelaten dat hij zich zelf en zijn fortuin vergooide aan een onbekend, doodarm verpleeg stertje. Haar blauwe ogen werden staalhard en haar dunne lippen trokken strak bij het verhaal van Inez, over wat ze in de salon gezien had. „Er een eind aan maken?" riep ze vinnig uit, „we zullen dat zaakje vast en zeker de kop indrukken! Maar hoe? Een schip is een plaats, waar twee mensen die elkaar graag willen ontmoeten, daarvoor ieder ogenblik gelegenheid kunnen vin den. We kunnen toch niet van mi nuut tot minuut op de loer liggen, Inez? Kunnen we dat meisje niet eens hier laten komen en tegen haar zeggen dat ze hem niet meer alleen mag spreken? Nee, dat zal toch niets geven. Als je iets dergelijks tegen werkt, breng je hen nog dichter bij elkaar „Ik ken een plan", zei Inez adem loos, „een heel gewaagd plan, dat geef ik toe, maar ik kan mijn rol er in spelen met uw hulp en die van Rachel. Zij doet alles voor me wat ik zeg, en ik zal haar er goed voor belonen. Bovendien kan ze zwijgen als het graf. We kunnen haar ver trouwen. Luistert u nu eens goed, dan zal ik het u uitleggen". Het werd een lang gesprek, dat fluisterend gevoerd werd. Eindelijk stond Margaret Maitland met een ingehouden lachje op om heen te gaan. „Het kan niet beter, Inez. Het is gewoonweg volmaakt. Wacht er niet langer dan vanavond mee. Ik zal wel zorgen dat het kind de hele dag de handen vol heeft. Laat dat maar aan mij over". Gwynne zat de hele morgen aan het schrijfbureautje in de hut van Inez Maitland prentbriefkaarten te schrijven aan allerlei mensen in de Verenigde Staten. Lunch en ontbijt werden haar daar gebracht en zodra ze klaar was, vroeg mevrouw Mait land het vermoeide meisje, of ze haar eenzelfde dienst zou willen be wijzen. „Je schrijft zo'n mooi hand, lieve" zei die dame, „ik krabbel gewoon weg onleesbaar. Bovendien heb ik een beetje neuritis in mijn vingers. Zou een poosje masseren daar goed voor zijn? Misschien wil je dan wel, als je klaar bent met schrijven, mij dien dienst bewijzen. Die handen van jou zijn werkelijk als met tover kracht bezield", voegde ze er vlei end aan toe. En zo had ze de hele dag druk werk, met eerst Inez en daarna me vrouw Maitland van dienst te zijn. De arpie Gwynne was doodop, toen ze eindelijk klaar was, en was blij naar haar eigen hut te kunnen gaan. Het jacht lag nog in de haven en zou de eerste uren niet vertrekken. (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1959 | | pagina 3